STA DSNIEUWS LAATSTE NIEUWS Berging van de „Tubantia"? Willy den Ouden DE BOLLENKLEURENWEELDE BELASTINGGIDS MGELIJKSCHE BEUR5C0URANT ZONDAG 6 MEI 1934 De wethoudersvacature Drie of vier wethouders? VIJFHONDERD BELGISCHE MEISJES Bewonderen de bloemenstad Hollandsche Maatschappij der W etenschappen De eenheid van het heelal CIRCUS AMAR Zaterdagmiddagvoorstelling Het Italiaansche bergingsschip „Artiglio" op weg naar het wrak 105 voet water Sweering verliest van Foerster Gevonden dieren en voorwerpen Staatsvisschershavenbedrijf Twee wereldrecords verbeterd Het Stadionconcert VOETBAL IN ENGELAND Uitslagen van de League LENTE IN HOLLAND Een Fransche bezoeker geeft een levendige kleurrijke beschrijving Haarlem centrum Bollenvelden Koninkrijk der tulpen Dambord van kleuren Bollenzondag KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND Vermogens- en Inkomstenbelasting DESKUNDIGE TOELICHTING DIRECTEUR-UITGEVER M H BINGER Groote belangstelling in stad en land Regeling kaartverkoop Eere-comité HEEMSTEDE Men schrijft ons: Nu door het bedanken van den heer mr. M. Slingenberg als wethouder van financiën in deze vacature moet worden voorzien, mag de vraag worden gesteld of het niet raadzaam is, deze vacature onvervuld te laten tot aan de volgende raadsverkiezingen. Bezwaren zijn er niet tegen, want het werk kan gemakkelijk door de drie wethouders, die er nu zijn, worden gedaan. Immers de heer Slingenberg heeft, bij zijn afscheid, medegedeeld, dat de toestand der ge- Hieente-financiën van dien aard is, dat geen extra maatregelen meer behoeven te worden genomen, buitengewone, niet te verwachten om standigheden dan uitgesloten. Bat departement levert dus niet veel werk meer op en kan gemakkelijk door een der an dere wethouders worden waargenomen, want, behalve Armenzorg en Werkloosheidsvoorzie ning, dat door de tijdsomstandigheden drukker emplooi heeft dan misschien ooit in de geschie denis van Haarlem het geval is geweest, vragen de andere wethoudersfuncties juist door die zelfde tijdsomstandigheden momenteel niet den ..geheelen man" zooals men dat noemt. „Onderwijs" heeft alleen loopende zaken af te doen. Bezuinigingen zijn daar niet meer aan te brengen en voor nieuwe voorstellen, die geld aan de gemeentekas vragen, is in de eerste jaren zeker geen gelegenheid. „Publieke Werken" is nu al geruimen tijd op rantsoen gesteld wat betreft het entameeren van nieuwe ondernemin gen en tot aan de verkiezingen zal daarin wel geen verandering komen. Het werk, dat tot nu toe door den burge meester en vier wethouders werd gedaan, kan dus gevoegelijk voor korten tijd over den bur gemeester en drie wethouders worden verdeeld. Het voordeel zal zijn, dat het salaris van één Wethouder wordt uitgespaard. Wat, over ander half jaar gerekend, ongeveer een bedrag van f 6000 uitmaakt. Een niet te versmaden som, nu óp alles en nog wat moet worden beknibbeld om de gemeentebegrooting sluitend te maken. Naar de meening van schrijver dezes kan de Haarlemsche gemeenteraad niet anders doen dan het bezuinigingsmes ook hier hanteeren. Wat zegt uwe redactie daarvan? De redactie heeft de meening, in bovenstaand stukje uiteengezet, niet willen onderdrukken, omdat er misschien meer Haarlemsche belas tingbetalers zijn, die haar deelen. Het antwoord °P de vraag kan echter kort zijn. Art. 86 van de Gemeentewet schrijft voor, dat hi gemeenten met niet meer dan 20.000 zielen twee wethouders zijn, daar boven tot 100.000 zielen 3 of 4, boven de 100.000 4, 5 of 6 wet houders, al naar de raad bepaalt. Aangezien Haarlem behoort tot de gemeenten met meer dan 100.000 zielen, moeten er dus minstens vier Wethouders zijn. Om bijzondere redenen kunnen Gedeputeerde Staten van deze bepalingen afwijken. De beslissing of Haarlem drie dan wel vier wethouders zal hebben berust dus in laatste instantie bü Gedeputeerde Staten. 550 Belgische scholieren. Maandag komt er een zeischap Pranschen. Zij allen zullen hooge verwachtingen hebben van Haarlem, dat centrum der bollenstreek,- waarvoor zooveel reclame is gemaakt. Hoe zag die reclame er uit? Bedrieglijk, want men kan hier puik eten en logeeren, maar bloemetjes krijgt men bij een vluchtig bezoek niet te zien. In volmaakte orde bezocht het gezelschap de Groote Kerk en het Frans Halsmuseum. De her Gratama bleek een uitmuntend gast heer te zijn, die alles probeerde om de meisjes wat mee te geven van deze excursie en ook de humor niet vergat. In het Krelagehuis werd gedineerd. „Hier wor den de bollen verkocht en hier houdt men ten toonstellingen," vertelde een gids. Een snugger meisje informeerde naar de be- teekenis naar saneeren van bloembollen. Een onprettige vraag; vreemdelingen vinden het zoo dwaas, dat wij den roem van Holland op de mestvaalt werpen. Er werd over de vraag heen- gepraat, heel verstandig. In een ander hoekje debatteerde men over „Loutje" of hij nu wel zeker de boekdrukkunst had uitgevonden. Ook een onprettig debat, ook gecoupeerd. Men begon maar over Haarlemmer Halletjes en Haarlem mer Olie. „Aarlemmer Alletjes?" vroeg een rasechte Vlaamsche, „awel wè, minde?" En of er nu tien- of twintigmaal gespeld werd „Halletjes", de H kon er niet bij over schieten. De indrukken, die de meisjes van onze stad gekregen hebben, zijn zeer zeker prettig en duurzaam. Maar het blijft eigenaardig, dat we het joyeuze entrée, de bloemetjes, vergeten hebben. Dat mag ons geen tweeden keer meer over komen! Om vijf uur gisterenmiddag vulden ze het Stationsplein, die ruim 500 Belgische Lyceïsten, die ons landje beter wilden leeren kennen. Een vroolijk gezicht al die bloemen uit het Belgenland, de een wat karakteristieker dan de andere, maar allen blij, opgewekt en charmant. Drie tallen werden er gesproken: Pransch Vlaamsch en Hollandsch. Soms vloeiden ze in elkaar tot hutspot-zinnen, die echter duidelijk genoeg waren om een prettige conversatie tus schen gastvrouwen en gasten mogelijk te maken. De Hollandsche leeraressen en uitverkoren gidsen uit de hoogste klassen kunnen natuur lük wat Fransch praten, maar het moet haar toch moeilijk gevallen zijn de ratelende conver satie tusschen een stel zenuwachtige bakvisschen te ontcijferen. Als een Hollandsch bakvischje vlug wat vertellen wil, is ze al moeilijk te vol gen, laat staan dus de Franschsprekende Bel gische collega. Maar het ging ten slotte nog. Erger was het Vlaamsch. Daar maken wij, Noorderlingen, beslist niets van. En al weten We wat van „awel zulle" en een „estaminetteke". We worden door den echten Vlaming gewoon weg uitgelachen als we zijn taal trachten te spreken. Sappig is dat Vlaamsch en met plezier heb ben we een gesprek tusschen een paar meisjes afgeluisterd. O nee, dat was niet onbescheiden. Want het ging over de bollenvelden of liever over de bloemenstad. Ze hadden verwacht bij aankomst in Haarlem onmiddellijk bedolven te Worden onder de tulpen en hyacinten. Inder daad, deze attentie zou een reclame gemaakt hebben, die onze stad slechts ten goede gekomen zou zijn. Wat beteekenen nu 1500 tulpen? Ieder meisje zou er dan drie ontvangen hebben, niet om er tot vanavond laat mee rond te loopen, blaar louter als attentie. We moeten nog veel leeren en we kunnen juist met zulke oogenschijnlijke kleine char mante bewijzen ontzaglijk veel in het belang Van onze stad doen. Geen bloemen dus bü aankomst in de bloe menstad. Toen kwam het gezelschap buiten. Misschien hebben de meisjes er niet op gelet, maar wü schaamden ons voor ons Stationsplein. Er heerschte een complete chaos, trams wriemel den door elkander, taxi's kropen door alle mo gelijke gaatjes en wisten niet van stoppen liever reden ze de gasten een paar teenen af. De hobbelige Napoleon-keien drukten valsch in de fijne meisjesvoetjesje zou toch minstens verwacht hebben, dat het wegdek by het en trée van de hoofdstad der provincie beter zou zijn. Een der meisjes sprak ons aan. „Pardon, monsieur, is dit Haarlem...." en ze maakte ons duidelijk, dat er geen bloem te zien was en dat de verwachtingen juist op dit punt hoog gespannen waren. Een leelijk Stationsplein, on- aesthetisch, ongeorganiseerd, levensgevaarlük. Er waren wel bloemen, bij die kooplieden, daar verdekt opgesteld onder de statlonskap; maar déér kan je toch niet op wijzen! Toen het gezelschap in drie groepen gesplitst Was, marcheerde men zeer ordelijk, met een hoofdagent voorop, verschillende richtingen uit. By de Parklaan slaakte een der Hollandsche leeraressen een zucht. Gelukkig, bloemen. Ze Wees naar de keurige plantsoenen, rechts en links, waar de Darwintulpen fier en voornaam vuurrood straalden op de dunne, wuivende Stengels. Onze plantsoenen zijn inderdaad prachtig, maar we betwijfelen of onze 500 gasten er wel veel van gezien hebben. Het Stationsplein, daar gaat het om, dat moet vooral in bloemen- tijd een sprookje van bloemen zijn. Men heeft er al dikwyls over gepraat, maar nooit iets gedaan. Hemelvaartsdag komt er weer een groep van De Hollandsche Maatschappy der Weten schappen hield Zaterdagmiddag haar jaarlyk- sche vergadering te Haarlem, onder voorzitter schap van den heer jhr. mr. dr. A. Röell, Com missaris der Koningin in de Provincie Noord- Holland, en in bijzün van den protector der Maatschappy Z. K. H. Prins Hendrik der Ne derlanden. De Commissaris der Koningin opende de bü- eenkomst met de gebruikelyke woorden van welkom, herdacht de overleden directeuren en leden van de Maatschappy, en richtte een spe ciaal welkom tot het buitenlandsch lid den heer Adatci. De secretaris, prof. A. F. Holleman, bracht het jaarverslag uit, waarna de heer dr. W. de Sitter uit Leiden een rede hield over „De een heid van het Heelal". De natuur is vol afwisseling, de buitenwereld doet zich aan ons voor onder velerlei vormen. Vanaf het oogenblik dat de menschen zyn begonnen te denken, bestaat de behoefte de natuurverschijnselen te begrüpen, te verklaren, d. i. in te voegen in een systeem, dat ons denken bevredigt. De eerste verklarin gen zyn onsamenhangend. Elk versclujnsel heeft bij den primitieven mensch zyn eigen verklaring. De wetenschap begint, als de be hoefte bewust wordt in deze veelheid eenheid te brengen, uit dezen chaos een kosmos te doen geboren worden. Zoo omstreeks den overgang van de zesde naar de vijfde eeuw voor Christus ontstaan de oudste wereld-hypothesende op bouw der wereld uit vier „elementen", de atoomtheorie van Democritus, die de verschei denheid der verschünselen terugbrengt tót ver schillen in vorm en arrangement der kleinste deeltjes, en andere. Het zyn nog vage en fan tastische, maar toch welbewuste pogingen, om de veelheid der verschynselen terug te brengen tot een eenheid in de oorzaken. Tegelykertijd ontstaat in de school van Pythagoras de eerste mathematische behandeling der natuurver schijnselen, waarmee wy kunnen zeggen dat de wetenschap, zooals wü die thans kennen, is geboren. Zoo zien wü reeds dadelyk by het be gin de beide machtige hulpmiddelen der we tenschap: hypothese en logische inductie. Het schoonste voorbeeld van de laatste is de ont wikkeling der mechanica, te karakteriseeren door de vier groote namen Archimedes, Galilei, Newton, Einstein. Allengs ontstaan verschil lende theorieën, die elk van een bepaald gebied een afgeronde voorstelling geven maar het zyn nog afzonderlijke afgesloten gebieden, zon der duidelijk verband met elkaar. Algemeene hypothesen, als de wervels van Descartes in den tijd tusschen Gallileï en Newton trach ten daarnaast te voldoen aan de behoefte om alles tot één grondslag terug te brengen. Een grooten impuls kreeg de eenheidsgedachte door het algemeen ingang vinden van het evolutie-denkbeeld in de tweede helft der ne gentiende eeuw na het werk van Darwin. Het begrip evolutie bestond natuurlük al eerder. Theorieën omtrent de evolutie van het plane tenstelsel waren er reeds lang. Herschel, wiens doel, zooals hy zegt, was de „eenheid van plan in den bouw in het heelal op te sporen", had ook reeds de evolutie-gedachte op het heelal toegepast. Maar een algemeen geloofsartikel werd zü eerst na Darwin. Een andere groote vooruitgang, die voor het eerst in de electrici- teitstheorie tot uiting kwam, is de vervanging, voornamelük als gevolg van het werk van Fa raday, van de krachten door het veld, welke geleid heeft tot de groote ontwikkeling van de aether-theorie. Oorspronkelük werd de aether nog als materieel opgevat en zün eigenschap pen verklaard uit die der materie. In ue laatste decade der vorige en de eerste jaren der tegen woordige eeuw was het omgekeerd: men kende alle geheimen van den aether, en de materie werd verklaard door den aether. Tegenwoordig is dit opgegeven. Men is overtuigd van de onmogelükheid om een mechanisch model van de natuur te construeeren, en zoekt slechts naar formeele voorstelling door mathematische for mules. Zoowel aether voorzoover aan het woord nog een andere dan symbolische betee- kenis gehecht wordt als materie worden te ruggebracht tot oorzaken, die diep achter de waameemoare verschünselen liggen, en prin cipieel onwaarneembaar en onvoorstelbaar zyn. Het begin van dit inzicht, dat juist van de werking der meest fundamenteele waarheden het mechanisme buiten het bereik van ons ken vermogen ligt, dateert al van het midden der negentiende eeuw, den tijd van de opstelling der algemeene principes: de wet van het be houd van arbeidsvermogen, de entropie-wet. Ook in de astronomie, de wetenschap van het heelal buiten onze aarde, is de eenheidsgedach te geleidelük tot ontplooiing gekomen. Het door de scholastieken gemaakte verschil tusschen het vergankelijke ondermaansche en het eeuwi ge, goddelüke, bovenmaansche moest na de uit vinding der kijkers langzamerhand plaats ma ken voor de overtuiging van de gelüksoortigheid van alle hemellichamen, maar is toch eerst de finitief verowenen toen de spectroscoop het be staan van de elementen der aardsche chemie in alle hemellichamen aantoonde. Het inzicht dat ons sterrenstelsel een eenheid vormt, één or ganisme, waarvan de constitueerende deelen, de sterren, zyn saamgebonden door de gravitatie, volgde uit het werk van W. Herschel en J. C. Kapteyn, cm slechts de twee grootsten te noe men. De groote kijkers der laatste kwarteeuw brachten ons de overtuiging dat ons sterren stelsel slechts één is, onder vele van gelük- soortige structuur, maar tevens de wonderbaar- lüke ontdekking dat die vele stelsels zich met groote snelheid van elkaar verwijderen, zoodat het schünt alsof het heelal bestemd is in een groot aantal afzonderlüke werelden uiteen te vallen. De eenheid werd hier hersteld door de relativiteitstheorie, die aantoonde, dat de ex pansie juist het gevolg is van het feit, dat al die afzonderlijke stelsels niet onafhankelijk van elkaar zün, maar tesamen een heelal vormen Ook hier ligt de innerlüke samenhang dieper dan uiterlyke verschünselen. De eenheid van het heelal is buiten-tüdelijk en onafhankelük van het subjectieve ruimte- en tüasbegrip met behulp waarvan wij onze waarnemingen inter preteeren. Sinds de vorige Algemeene Vergadering Van de Hollandsche My. der Wetenschappen in Mei 1933 zyn als Directeuren toegetreden de heeren; P. van Leeuwen Boomkamp, mr. J. R. Carp, jhr. mr. dr. E. A. van Beresteyn, ir. R. E. van Eibergen Santhagens, Robert May, G. Jiskoot, jhr. A. van Lennep, mr. dr. J. P. van Tien hoven en mr. A. Q, Mees. Door de algemeene vergadering werden tot leden beneomd de heeren prof. dr. H. A. Kra mers, dr. B. van der Pol, prof. J. C. Schoute, prof. dr. A. H. W. Aten, prof. dr. L. F. de Beau fort, prof. dr. L. Ph. Ie Cosquino de Bussy, prof. dr. J.A.J.Barge en prof. dr.H.R.Kruyt. Tot buitenlandsche leden werden benoemd de heeren prof. dr. V. van Straelen te Brussel en prof. J. C. Mc. Lennan te Wentworth. De bate van het Pieter Langerhuizen Lam- bertuszoon-fonds voor 1934 werd toegekend aan prof. dr. L. G. M. Baas Becking te Leiden. Hierna vereenigden zich de leden aan een gemeenschappelyken maaltijd. Z. K. H. Prins Hendrik nam hieraan wegens den rouw van het Koninklyk Huis geen deel. 'n Middagvoorstelling in 't circus heeft altüd iets bijzonders. Het geroezemoes der kinder stemmen, die allen vol verwachting zün van de dingen die komen gaan, vervangt dan de ge sprekken der volwassenen en men heeft wel eens gezegd, dat kinderen, ook al begrüpen ze niet alles van wat wordt opgevoerd, toch het dankbaarste publiek zün. Zoo was het ook Zaterdagmiddag. Een zeer groot aantal Haarlemsche jongens en meisjes vulde de rangen van circus Amar en hebben drie uur lang genoten van het mooie pro gramma, dat door de verschillende ensembles wordt ten beste gegeven. Vooral de clowns scènes werden met intense aandacht genoten. En Circus Amar heeft een uitstekend stel clowns. Men zou zelfs büna wenschen, dat ze voor een kindervoorstelling wat veelvuldiger in de arena verscheenen. Er is gebruld om het mu zikale trio, de Babusio's, dat aanvankelük heel niet scheen te kunnen spelen, maar later zulke prachtige „jasband" muziek ten beste gaf en verdween met een water-spuitenden motor en een brandenden chauffeur. Ook Germain Aéros het wonder van clowneske-acrobatiek heeft de kinderen geruimen tüd alleraangenaamst bezig gehouden. Eigenlijk deed de man niet veel an ders dan vallen en opstaan, maar de manier waarop hü dat deed was waarlyk onbetaalbaar komisch. Bovendien bleek hü bij het scheiden van de markt een danser op het slappe koord van buitengewone beteekenis. Doch ook voor alle andere nummers had de jeugd groote belangstelling en ieder der optre denden behaalde een spontaan en hartelük ap plaus. De directeuren, de gebroeders Amar met hun olifanten, leeuwen, koningstügers en üs- beren of met hun paarden, de hondendresseur Thomas met z'n keurig gedresseerde viervoeter- tjes, het slangenmensch, Mr. Thommey, die wel een lesje in bewegingsgymnastiek kan geven; de Wild-West ruiters, de Chineesche vechters, en springers, de trapeze-werkers, de man die trappen loopt op z'n hoofd en de Russische dansers, en last not least de Egyptische sprin gers, zü allen verwierven zich de dankbaarheid en de bewondering van de Haarlemsche jeugd, die zich ongetwüfeld nog zeer lang de wonderen van kunstige acrobatiek, de clownerieën en de verbazende staaltjes van dierendressuur zullen herinneren, welke zü dezen Zaterdagmiddag mochten büwonen. De kapitein van het Italiaansche bergings schip „Artiglio," dat op het oogenblik te Dover ligt heeft verklaard, dat hü Maandag vertrek ken zal naar het wrak van het Nederlandsche stoomschip „Tubantia," dat tydens den oorlog in de Noordzee door een onderzeeër tot zinken werd gebracht. De „Tubantia" ligt, naar de verklaring van den kapitein van de „Artiglio" slechts 105 voet onder water en waar precies bekend is waar zij ligt zal het niet al te veel moeilykheden op leveren bü het wrak te komen. Nader wordt gemeld, dat de kapitein ver klaard heeft niet voornemens te zijn terstond met het opsporingswerk te beginnen. Hü wil enkel zün duikers een onderzoek in laten stellen naar den toèstand van het wrak en probeeren vast te stellen of de lading ervan waard is te worden geborgen. De kapitein wil 15 tot 20 dagen aan het werk besteden. In de tweede divisie werden de volgende uit slagen geboekt: BlackpoolBradford Bradford-City—Grimsby Town BuryBrentford FulhamOldham Athletic Hull City—Burnley Lincoln City—Bolton Wanderers MillwallManchester United Notts County—Westham United Port ValeNottingham Forest SouthamptonPreston Northend Swansea Town—Plymouth Argyle 1—1 2—1 1—2 1—2 0—1 2—2 0—2 1—2 3—1 0—1 2—1 Alders, Gen. Cronjéstraat 20, broche. H. Heg man, Morinnesteeg 7, biljartkeu. J. Marko, Groote Houtstraat 61, ceintuur. Hoogduin, Zui- der Buiten Spaarne 78, duimstok. Wouters, Leeuwerikstraat 32, geit. V. d. Schaar, Land zichtlaan 43 H, horloge. Keeman, Ged. Oude Gracht 61, handschoentjes. V. Kampen, Antho- niesteeg 8, hond. Kennel Fauna, Parklaan, 4 katten. Fa. v. Dam, Ged. Oude Gracht 78, por- temonnaie m. i. J. SouVerein, Ged. Oude Gracht 88, idem. J. A. Klupper, Nic. Beetsstraat 5, rij wiel. C. Kerkvliet, Van 't Hofstraat 7, rijwiel- belastingplaatje. J. Schabot, De Clercqstraat 75, rozenkrans. Pastoor, Spaanschevaartstraat 70, rijwiel. W. J. Kramer, Verspronckweg 159, servethouder. Wütvliet, Teylerstraat 7, tasch m. i. Afgekondigd is in het Staatsblad het Ko- ninklük Besluit van den 17 April 1934, hou dende aanwüzing van een overschot op de be grooting van uitgaven van het Staatsvisschers- havenbedryf te IJmuiden voor het dienstjaar 1933, hetwelk wordt toegevoegd aan het daar nevens aangegeven crediet voor het dienstjaar 1934. De partij, die Zaterdag te Aken tusschen Sweering en den Duitsche Foerster werd ge speeld, had het volgende resultaat: Foerster Sweering 400 313 20 20 144 107 19.04 15.65 Deze partij werd gespeeld in het restaurant „Braune Messe", waar de omstandigheden zeer ongunstig zijn. Het was in de zaal koud en ru moerig en het biljart liep langzaam. In het begin bracht Sweering er dan ook weinig van terecht. Na vüf beurten was de stand 223—23 voor den Duitscher, na tien beurten 27039. Daarna kwam Sweering er beter in en na twintig beurten was de stand 372313. Toen maakte Foerster met een serie van 28 de partü uit. Hedenmiddag te half zes wordt in het club lokaal der organiseerende vereeniglng gespeeld, waar de omstandigheden veel gunstiger zün. Bü de zwemwedstrijden in de Central Baths te Dundee heeft Willy den Ouden Zaterdag twee wereldrecords verbeterd. De 220 yards vrije slag zwom de Nederland sche zwemster in 2 min. 27 3/5 sec. Het oude wereldrecord stond op naam van Helen Madison met- 2 min. 34 4/5 sec. Een tweede wereldrecord vestigde Wllly den Ouden op de 200 yards vrije slag, die zü aflegde In 2 min. 14 1/5 sec. Verder zwom mej. Den Ouden 100 yards vrije slag tegen Margot Hamilton en de Schotsche kampioene op dezen afstand Madge Maccallum. Willy won in 1 min. 11/5 sec. De tüd van Miss Maccallum was 1 min. 7 3/5 sec. De uitslagen van de voetbalwedstrijden in de eerste divisie van de Engelsche League luiden als volgt: ArsenalSheffield U 20 BirminghamHuddersfield Town 13 EvertonAston-Villa 2—2 Leeds UnitedChelsea 31 Manchester-City—Wolverhampton Wanderers 4—0 Sheffield Wednesday—Stoke City 2—2 Westbromwich Albion—Portsmouth 2—1 In het Fransche blad „Le Soir" troffen wü de volgende levendige beschrijving van een Fransch bezoeker aan de Bloembollenvelden aan, welke wü hier laten volgen. De bonte stijlbloempjes laten wij natuurlük voor rekening van den schrüver! De tourist die naar Holland komt, zoekt er slooten, molens, witte mutsjes, schilderstukken van groote meesters en tulpen. Maar wat hü er vindt, is vooral een heel eigenaardig soort licht. De bekoorlükheid van deze streken is niet anders te verklaren dan door een vrucht bare samenwerking tusschen hemel en water. Holland immers behoort geheel toe aan de zee, zooals Vlaanderen bü ons van de zee is. Geholpen door kanalen en slooten, heeft de zee dit land zün büzondere kleur gegeven. Omringd als het is door het heldere water, zou men gaan denken, dat Holland den hemel in verrukking heeft willen brengen. Uit zulk een verbintenis is de tulp ontstaan en met haar de narcis en hyacint. Op den bodem van zün verleden vindt het conservatieve Nederlandsche volk daden en droomen. En gelukkig zal het zich van den in vloed daarvan nooit los maken. Schrijvers en schilders hebben zeker geen on gelijk als zü den Hollander afbeelden te midden van molens en slooten, mekgroote heldere oogen starend ver voor zich uit naar het oneindige van den horizon. Overal, in alle steden en zelfs tot in Amster dam, toe, dat toch een moderne grootstad is, vindt men ontelbare sporen van dit tradltio- neele provincialisme. Op het blauwe hardsteen van de gracht wallen, onder de schaduw van de oude eiken staan groepen droomers rustig byeen, geheel en al opgaand in meditatie over de stille grach ten, de melodieën der klokkespelers en de lied jes van de schippers, aldus de Fransche jour- nalistl Haarlem, het centrum van dit feeënrijk, is geen uitzondering op dezen regel. Deze bloemenstad bezit grachten en binnen havens waar wonderlyk mooie zendingen bloe men worden ontvangen. Dit stadje bewaart dit vredige licht zonder wat men Frans Hals niet kan begrüpen. Boven dien heeft men hem nog een standbeeld ge- wüd en een museum opgericht, een kleinood in den waren zin van het woord. Haarlem is een kruispunt, waar men zeer veel eenvoudige schoonheid büeen vindt, in een klnderlüke idylle onder de hoede van de mooie St. Bavokerk. De electrische trein van Amsterdam naar Haarlem brengt den bezoeker binnen in een droomenland, dat men blijkbaar met opzet buiten de gewone wereld heeft uitgelegd. Hier is de koorts van de grootstad onbekend, hier heerscht een bijna ongeloofelijke rust en kalmte. Meer dan ooit verzorgt het vroolijke stadje thans zyn toilet. Men zou zeggen, dat het zich in een nieuw kleed heeft gestoken, met het grys en rood van zün baksteenen huizen, zün heldere daken en den overvloed van bloemen op de vroolijke balconnetjes, waarover men, door de witte gordünen heen, verrukke- lüke interieurtjes kan ontdekken. Rondom Haarlem heeft April zoo juist een wonderlijke kleurenpracht ten toon gespreid: de bloemenvelden. Het is een eigenaardige streek, geheel en al vervuld van de rijkste veelkleurigheid. Men leeft er vooral van den bol zelf, want, als wü ons niet vergissen, lykt deze streek in de verste verte niet op de omstreken van Gent, het land van de tuiniers. Hier vindt men een streek, waarin de vader woont en na hem de zoon, om er bollen te kweeken, zonder waarde te hechten aan de kleur. Het land der bloemen is geen land van bloe misten, maar van kweekers, die van de bollen leven, zooals anderen van tarwe, suikerbieten, aardappelen en rogge. De tulpenkweeker laat zich zelfs verleiden tot een zekere soort minachting tegenover den handelaar in gesneden bloemen. De bloemen zelf verhandelt men er niet. Men plukt ze voorzichtig af, als ze pas uit den knop zyn, en men gooit ze bü elkaar tot groote hoopen, brokken goud en purper, zou men zeggen. Het is alsof de Lente een versleten kleed heeft afgeschud tusschen het jonge groen aan den slootkant. Maar reeds hebben wy Haarlem achter ons en langs de wegen vol zingende fietsers komen l^wy aan de bloemendorpen Hillegom, Lisse, Sassenheim een uitgestrekte vlakte, tusschen Haarlem en Leiden, waar de bloemen tien duizenden hectaren grond beslaan. Deze streek heeft men het Koninkrük van de tulpen genoemd. In werkelijkheid echter ver dient de tulp dezen roem niet alleen. In de bloemenvelden vallen haar groote kelkbladeren zeer sterk op, maar ook narcissen en hyacin ten zyn er in overvloed. Zonder twüfel veel meer dan de tulp brengen zij het voorjaar. Deze rükdom, zoo kwistig tentoongesteld, is een overweldigend schouwspel. Overweldigend, want thans veegt een harde zeewind over de vlakte die de jonge boomen doet schudden en hevige rillingen jaagt door de heggen Overweldigend, want deze harde windstooten doen de bloemen gevangen gehouden in lange rechthoeken als een zee deinen op het rhythme van ebbe en vloed. Hoe dan ook, de bloemen leven en men zou zeggen, dat zü ons het voorjaar toezingen. Een zachte geur, die doet denken aan honig- aroma maakt zich los van crocus en hyacint, terwyl een geur van ongekende zachtheid en delicatesse opstügt uit de korte hyacint-tros sen. Men vraagt zich onwillekeurig af wat een schilder zou doen temidden van deze ongekende verscheidenheid van kleur-nuancen. Hij zou zonder twüfel doek en penseel naast zich neerleggen en zich heel gelukkig voelen zün ziel met zooveel jeugdige schoonheid te kunnen vullen. In de velden tusschen de kleurvakken liggen de kweekers gebogen om met voorzichtige be wegingen tusschen de bloemen te wieden. Rond om hen ligt een dambord vol kleuren: het goud en het melkwit der kleine crocussen en groote trompetnarcissen; de wonderlüke kleuren-op- eenvolging van de hyacinten, die van blauw- indigo overloopt in violet, purper en vuurrood, het zachte blauw en karmozünrood van de tul pen, die op haar hooge stengels haar kopjes laten wiegen, zwaar van lucht en water. Tusschen deze stukken blauw, rood, indigo, tusschen het bleeke groen van jonge loten, staat men zoo ineens voor een stuk azuur, een brok parady's! Ondanks deze verkwisting van kleurencon- trasten behoudt het landschap een klassieke grootschheid, waar „alles slechts orde en schoonheid is". Deze orde is grootendeels te danken aan de rechte lün van de bloemen-vier- kanten, aan de kleine bochten, die de wegen over een afstand van enkele meters beheer- schen, aan de ezelsbruggetjes, de kleine brug getjes, die men over de slooten geslagen heeft en door de onbepaalde omtrekken van de dui nen, die den horizon begrenzen. De Fransche bezoeker beschrüft vervolgens een „Bollenzondag". Vandaag viert men den beroemden „Bollen zondag", die zeer veel bezoekers naar Hil'egom en Lisse doet komen en verder nog naar alle dorpen van de streek. Zij komen per fiets en autobus, met auto's en motoren, en hangen hun fietsen en wagens vol met slingers van crocussen (sic!!) en nar cissen, om langs alle wegen het „blüde licht van het oude Haarlemmermeer" (sic!!) uit te dragen. Want heel het land houdt zich in April aan het rendez-vous in het hyacinten- en tulpen land. Dit volk dat zün bloemenllefde tot de hoog ste hoogte heeft opgevoerd, volbrengt steeds jaar in jaar uit, een soort bedevaart, de geu rende bloemen ter eere. De kweeker denkt aan de nieuwste soorten tulpen en hyacinten, die hü aan de wereld gaat bekend maken, na een langen tüd in het diepste geheim den langzamen groei ervan te hebben gezien. Maar toch ligt er ook groote onzekerheid hier verborgen onder het schoone licht, dat ook de schilder Vermeer bemediteerd moet hebben te midden van de verrukkelijke en schitterende landschappen. De cultuur ontwikkelt zich, en nieuwe voor uitzichten laten zich nu reeds aanvoelen. Ongeveer 3 eeuwen lang reeds voert Holland bloembollen uit. De streek rondom Haarlem heeft zich opgemaakt om met grooten luister dit eeuwfeest te gaan vieren. De Zaterdag te IJmuiden in hotel „Kenne- merhof" gespeelde eerste partü van den her kamp Keiler—Dukel om het kampioenschap van Nederland eindigde wederom in remise. Boekvorm 75 ct. fr. p. p. - Krantvorm 30 ct. DE NÉDERLANDSCHÊ FINANCIER N.Z.VOORBURGWAL 271-275 f-""\M Het is voor de Propaganda-Commissie. die in samenwerking met een aantal andere com missies zich onafgebroken bezig houdt met de voorbereiding van het concert, dat onder de auspiciën van het Initiatief Comité-Amsterdam Zaterdagavond 2 Juni door het Concertgebouw en Residentie-orkest, met medewerking van eenige groote koren, gegeven zal worden in het Olympisch Stadion te Amsterdam, een verblijdend teeken dat reeds thans is gebleken, dat in de hoofdstad en den lande voor deze manifestatie in breede kringen belangstelling bestaat. Uit de informaties, die de propaganda-com- missie bereikt hebben, is reeds gebleken dat alleen uit de Zaanstreek en uit Twente geza- menlük op een duizendtal bezoekers mag wor den gerekend. De plaatsbewüzen voor het concert zullen van 15 Mei af ter beschikking zün. Tegen dezen datum hoopt het Comité gereed te zün met de publicatie van alle depóts, die in de verschil lende steden voor* den plaatsverkoop zyn aan gewezen. Als leider van het Centraal Bureau voor den plaatsverkoop fungeert de heer H. van Bossum, Tolstraat 114, Amsterdam-Zuid, tot wien men zich reeds thans schriftehjk wen. den kan. Behalve de indertüd reeds gepubliceerde na men van de persoonlükheden, die deel uitma ken van het Eere Comité, zün tot dit comité alsnog toegetreden: Mr. W. B. J. Aberson, Amsterdam; mr. A. Adama Zülstra, Den Haag; Joh. R. Andriesse, Laren; Dr. Peter van Anrooy, Den Haag; Lizzy Ansingh, Amsterdam; Ed. van Beinum, Am sterdam; Dr. K. Ph. de Bernet Kemper, Den Haag; Robert L. Boissevain, Amsterdam; G. H. Bührmann, Amsterdam; Mr. Dr. E. W. Catz, Amsterdam; Alb. van Dalsum, Amsterdam: Jhr. Ir. G. de Graeff, Den Haag; W. A. Grollen- berg, Amsterdam; Mr. C. H. Guépin, Sant poort; R. A. Baron van Hardenbroek tot Har- denbroek, Den Haag; Mej. Mr. C. Frida Katz, Amsterdam; Mr. N. J. C. M. Kappeüne v. d. Coppello, Amsterdam; Mr. F. J. van Lanschot, s Hertogenbosch; Mr. S. J. van Lier, Amster dam; W. van Linden Tol, Amsterdam; Mr. E. Polis, Den Haag; Jhr. B. W. F. van Riemsdijk, Amsterdam; Mr. J. A. Royer. Den Haag; W. Smit, Amsterdam; Mr. Dr. W. G. A. van Sons- beek, Breda; Jac. Urlus, Noordwük; C. A. van Woelderen, Vlissingen. R. K. Jeugdweek Deze geheele week staat het R. K. Vereenigingsgbouw ter bschikking voor de R. K. Jeugdweek. Allereerst zal er een tentoonstelling gehou den worden van wat door de graalleden en K.J.C. in de afgeloopen wintermaanden is ge maakt, onder de eminente leiding van de be kende leiders der nüverheidscursussen, de hee ren Kennis en v. Gaart. Toen wü er Vrüdagavond eens een kykje gingen nemen, was men in de groote sociëteits zaal druk in de weer om de verschillende voor werpen te etaleeren. Het belooft een geheel te worden dat het bezichtigen overwaard is. In de groote tooneelzaal was men met man en macht aan het plaatsen der verschillende stands voor de fancy fair, die vanaf Maandag tot Zondagavond gehouden wordt. Dat kan daar een echt gezeelige boel worden. Een week lang? Ja, maar behalve de allernieuwste at tracties zullen de verschillende katholieke amu- sementsvereenigingen en jeugdclubs iederen avond voor de noodige afwisseling zorgen. Mu ziek, tooneel, zang, turnen, kortom, afwisse ling te over om eenige avonden in een ge past vermaak in de R. K. Vereenigingsgebouw door te brengen. Naar wü vernemen, zal als iets heel byzon- ders op Zondag 13 Mei een voetbalwedstrüd plaats hebben tusschen H.B.C. I en Volendam I, waaraan vooraf gaat een strijd tusschen twee districtsjeugd-elftallen. Alles büeen een weekprogramma waarvan de organisatoren moge verwachten dat niet enkel de katholieken der St. Bavoparochie, maar heel katholiek Heemstede ermee in zal stemmen aoor een bezoek te brengen aan de verschillende attracties. Maandagmiddag heeft de officieele opening der tentoonstelling plaats, waarna de opening der fancy fair volgt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 3