de Inktvisch Lichtstraal in donkeren tijd Bondsraad R.K. Transportarbeiders Crislssteun aan boomkweekers I V00R DE OUDE STEDE HARDERWIJK DINSDAG 15 MEI 1934 TE UTRECHT BIJEEN De ongunstige toestand in het be drijfsleven heeft ook in het af- geloopen jaar veel zorgen gebracht Bestuurderen herkozen Rede voorzitter Beleid hoofdbestuur DOOR PETER BARON Voorstellen der afdeelingen DE TUINBOUW ONDERLINGE JUBILEERT Vele hartelijke gelukwenschen Een crediet van 31/2 millioen beschikbaar gesteld Haagsche Gemeente raad Kindervoeding op de scholen Kunstenaars in nood Radio-toespraak van oud-minister Reymer WIJZIGING BEROEPSWET Wetsontwerp eerlang te verwachten WIELRIJDER DOODGEREDEN Onvoorzichtig de tram gepasseerd Pest in een desa Verbreede en uitgediepte haven houdt mogelijkheid in voor de toekomst De feestelijke opening Rondvaart met de Staverden Scholier doodgereden Op weg naar de H.B.S. te Nijmegen DE OVERVAL IN DEN HAAG Wie heeft het verloren geld gevonden? JONGETJE DOODGEREDEN Ned. schip verleent hulp Maandag werd in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht de tiende bonds raadsvergadering gehouden van den Ned. R. K. Bond van Transportarbeiders „St. Bonifacius". De voorzitter, H. Jansen (Amsterdam) heet te de aanwezigen welkom, in het bijzonder den weleerw. heer Rector J. P. A. Bots, geestelijk adviseur van St. Bonifacius. Vervolgens hield de voorzitter een rede waaraan wij het volgen de ontleenen: Wanneer wij de groote problemen die er moeten worden opgelost om de maatschappij te redden van de economische en de sociale ellende, in het oog houden, en ons rekenschap geven van de moeilijke omstandigheden waar in ook tal van bedrijven en werkgevers ver- keeren, dan mogen wij met trots terugzien op datgene wat door onze organisatie, in het be lang van onze leden en hunne gezinnen is be reikt kunnen worden. Wij zullen u vanaf deze plaats geen opsom ming geven van de directe of indirecte acties waarin wij als organisatie werden betrokken. Evenmin zullen wij er lang bij blijven stil staan hoe ons Hoofdbestuur en de districts bestuurders zch tot onze leden en belangstel lenden hebben gewend ter bestrijding van het Nationaal-Socialisme en Fascisme. Dit laatste vooral geeft mij aanleiding een woord van dank te brengen aan onze afdee- lingsbesturen die er voor gezorgd hebben dat woord en geschrift ter bestrijding van deze «Oude dwaling in een nieuw kleed" zooals Rector Bots in zijn bekende brochure: „Het Fascisme" zeer terecht zegt, door onze leden goed worden verstaan. Voor zoover wij weten s onze organisatie „van alle smetten vrij" voor Wat het Fascisme betreft. Onze wensch, uitgesproken op de vorige ver gadering, om in den kortst mogelijken tijd te zorgen dat wij de 10000 leden zouden hebben ingeschreven, is einde December 1933 in ver vulling gegaan. Tot mijn spijt kan ik op dit oogenblik u ook geen ander beeld geven omtrent den toestand in het bedrijfsleven dan door mij op de vorige vergadering met een enkel woord is gedaan. Deze toestand, die nu al eenige jaren achter een bestaat en die voor honderden en duizen den gezinnen het scherpe zwaard van werk loosheid en armoede heeft gebracht, heeft ook voor ons Hoofdbestuur en in het bijzonder voor den Bondspenningmeester en den Admi nistrateur der werkloozenkas, heel veel zorgen gebracht. Immers, in het jaar 1932 werd een bedrag Van ƒ356.482.52 uitgekeerd, terwijl in 1933 aan onze leden uit de werkloozenkhs 361.733.81 uit gekeerd werd. Onze invloed als R. K. Transportarbeiders bond is van dien aard, dat zelfs op internatio naal terrein ons werk als principieele organi satie, groote belangstelling heeft. Onze verhouding tot het R. K. Werklieden verbond is van bijzonder vriendschappelijken aard, zoo ook tot de Stands- en Werklieden verenigingen. Met de organisaties, aangesloten bij ons „Verbond", alsmede met de Transportarbeiders- bonden, in het bijzonder met den Ned. Bond Van Chr. Fabrieks- en Transportarbeiders, le- Ven wij op zeer vriendschappelijken voet. Van onze Christelijke Internationale maken Wjj deel uit en nemen in groote mate deel aan he werkzaamheden die hiervoor van ons wor den gevraagd. De notulen van de vorige bondsvergadering Werden na enkele opmerkingen goedgekeurd. Aan het tweejaarlijksch verslag ..van den secretaris J. Zwaga ontleenen wij dat het ledental gedu rende het jaar 1933 is gestegen van 9795 tot 10.061. Het boekjaar 1933 sloot met een batig saldo van ƒ23.990.81. De jaarverslagen van se cretaris en penningmeester werden goedgekeurd, hadat enkele opmerkingen waren gemaakt. Het vijfde punt van de agenda was bespreking Van het beleid van het hoofdbestuur. Door de afdeelingen Utrecht, Haarlem en Breda werd er op aangedrongen dat het hoofdbestuur stelling zal nemen tegen de regeeringsmaatregelen, waar door de toestand der werkloozen wordt verslech terd. De voorzitter antwoordde dat deze aan gelegenheid de volle aandacht van het hoofdbe stuur heeft, maar het ligt niet op den weg van een vakbond een actie te gaan voeren. Dat laat ste moet worden overgelaten aan het bestuur van het R. K. Werkliedenverbond, welk bestuur, in het bijzonder op dit punt, zeer actief is. Na de bespreking van de organen van St. Bo- nifacius, nJ. de R.K. Transportarbeider en de Roomsche Varensgezel, werd tot bestuursverkie zing overgegaan. De aftredende bestuursleden Th. Kalkhoven, E. J. Manns, J. Zwaga en H. B. van Zwet werden bij acclamatie herkozen. Uit de afdeeling Hilversum werd een lid aan gewezen voor de Kascontrole-Commissie. Na de lunch werd het woord gevoerd door den heer Jos. Veltman (Utrecht), bestuurslid van 't R. K. Werkliedenverbond. Spr. wees er op, dat de katholieke arbeidersbeweging den arbeiders welstand en godsdienstig besef heeft bijgebracht. Daarnaast is ook de vakbeweging een groote steun in hun leven. In deze tijden zien we ech ter weer aanvallen op de arbeidersbeweging door kapitaal-concentratie en zien we groote wan orde op economisch terrein. Daarom moet de maatschappij hervormd worden door de instel ling van bedrijfschappen en door kerstening der samenleving. De R. K. Transportarbeiders moe ten hun bond trouw blijven en de taaie volhar ding van St. Bonifacius navolgen. De voorstellen van hoofdbestuur en afdeelin gen werden vervolgens behandeld. Het hoofdbe stuur stelde eenige wijzigingen in het huishou delijk reglement voor, o. a. betreffende uitkee- ringen na overlijden door een ongeval, welke wijzigingen werden aangenomen. Verschillende afdeelingen hadden voorgesteld om wijzigingen aan te brengen in het reglement voor de werkloozenkas. Het hoofdbestuur stond afwijzend tegen alle voorstellen, waardoor de werkloozenkas zwaarder zou worden belast. De vergadering kon zich na gedachtenwisseling met het standpunt van het hoofdbestuur vereenigen. Door enkele afdeelingen werd verlaging der con tributie voorgesteld, welke voorstellen op advies van het hoofdbestuur werden verworpen. De af deelingen Leidschendam en Vlaardingen hadden verlaging van de salarissen der bondsbestuurders voorgesteld. Deze voorstellen werden ingetrok ken nadat gebleken was dat deze voorstellen nagenoeg niet werden ondersteund. De afdeeling IJmuiden had voorgesteld om de uitkeeringen bij staking en uitsluiting te ver- hoogen. De vergadering verklaarde zich accoord met het hoofdbestuur, dat zich op het standpunt stelde, dat verhooging van de uitkeeringen in verband met het huidige loonpeil niet noodig is. Een voorstel van de afdeeling Utrecht om le den, die den leeftijd van 65 jaar hebben bereikt en minstens tien jaar lid zijn van de organisatie, van contributie vrij te stellen met behoud van de rechten op uitkeering bij overlijden, werd verworpen. De afdeeling Delft stelde voor om op het bondskantoor en de districtskantoren tot ontslag van het vrouwelijk personeel over te gaan en daarvoor mannelijk personeel in dienst te nemen. Het hoofdbestuur deed de toezegging, dat bij eventueel vertrek van vrouwelijk perso neel daarvoor mannelijk personeel in de plaats zal komen. De begrooting voor 1934 werd na mondelinge toelichting goedgekeurd. Daarna werd het woord gevoerd door den heer Strijbos, voorzitter van den Nederl. Bond van Christelijke Fabrieks- en Transportarbeiders en van de Internat. Federatie van Christ. Fabrieks- en Transportarbeidersbonden en door den wel eerw. heer Rector J. F. A. Bots, geestelijk advi seur van St. Bonifacius. Laatstgenoemde spre ker verheugde zich over den goeden geest, welke onder bestuur en afdeelingen heerscht en bracht dank aan het hoofdbestuur en aan de afdeelings- besturen voor de goede resultaten, die zij de laatste twee jaren hebben bereikt. Spr. wees er verder op, dat de nieuwe maatschappelijke orde, waarnaar we allen streven, waarschijnlijk dan pas zal komen, als we ons door een moeizaam tijdperk heen geworsteld hebben. Daarom moet" nu reeds het zwaartepunt gelegd worden in het geloofsleven en een sterke overtuiging. Na rondvraag volgde sluiting dezer drukbe zochte bondraadsvergadering. 46 Met zijn blik naar den grond gevestigd, liep hij een eindje vooruit en trad toen het trottoir af. Een passeerende auto reed hem het onderste boven en hij vloog tegen den grond. „Dat zag ik wel aankomen," zei de oude dame Verrukt, tegen een troepje nietsdoeners, dat in een oogenblik nergens vandaan gekomen scheen te zijn. „Hij stond al 'n heel tijdje zoo in 't wa ter te kijken. Hij is in de war, de arme jongen. Laat een van jullie hem nou even helpen, zeg!" Een toeschouwer met een grooten, openstaan- den mond, plantte zij haar paraplu In z'n maag, Soodat de man vooroverboog en zoo in een zeer Geëigende positie stond, om iemnd, die op den Brond lag, te helpen. Hij deed aldus. Jimmy, zijn hoofd wrijvend, stond op en keek haar den auto, die een eind verder op den weg tot staan kwam. Met een grijns op zijn gezicht, besefte hij de tronie van de situatie: de wagen was lang en rood! Een klein dik heertje, in ochtendkleeren ge stoken, kwam uit den auto te voorschijn, en haastte zich, den weg over te steken. Nadat de heer Ruys het bestuur had bedankt, overhandigde de heer de Jong van Beek en Donk een 34-tal bestuurders van plaatselijke ongevallencommissies dezelfde oorkonde en een zilveren medaille. Tenslotte werd dr. Posthuma een drietal schilderstukjes uit de school van Breughel en een aparte oorkonde als blijvende herinnering aan dezen dag aangeboden. Na het dankwoord van den heer Posthuma hebben verscheidene aanwezigen hartelijke woorden met betrekking tot het jubileum ge sproken, waarbij bleek dat de vereeniging ook de volle sympathie heeft van de regeering. Tijdens de lunch, die in „Krasnapolsky" werd gebruikt, voerde de heer J. C. M. Mensing, voor zitter van den Nederlandschen Tuinbouwraad, waaruit de Tuinbouw-Onderlinge is voortge komen, het woord. Hij sprak de hoop uit, dat de Tuinbouw-Onderlinge nog vele jaren haar zegenrijken arbeid moge voortzetten. Maandag hield in het gebouw „Industria" te Amsterdam de „Tuinbouw-Onderlinge", aange sloten bij de Coöperatieve Vereeniging „Cen traal Beheer", een buitengewone vergadering ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan. De vergadeirng werd geopend door jhr. J. D. de Jong van Beek en Donk, die verklaarde dat het met het oog op de tijden niet juist zou zijn het 25-jarig bestaan op zeer grootsche wijze te vieren, daarom is de algemeens vergadering met de herdenking op sobere wijze gecombineerd. Daarna schetste spreker de geschiedenis van de Tuinbouw-Onderlinge en de beteekenis, die de vereeniging voor werkgevers maar ook voor werknemers, speciaal in verband met de ziekte ongevallenverzekering heeft gehad. Besloten werd een telegram van hulde te zen den aan H. M. de Koningin. Daarna begon men aan de behandeling van de agenda. Na de rondvraag nam oud-minister dr. F. Posthuma, directeur-president, het woord en sprak de herdenkingsrede uit, die hij begon met een schets van het vrijwillige ongevallen verzekeringswezen in het tuinbouwbedrijf. De Tuinbouw-Onderlinge is in velerlei opzicht een pionier geweest voor de vrijwillige verzekering. Spreker bracht dank aan hen, die in den loop der jaren hun energie hebben gegeven, om de Tuinbouw-Onderlinge te maken tot wat zij is. Al hebben tijdelijke economische moeilijkheden den bloei van de vereeniging tot staan gebracht, het werk zal in de komende 25 jaren met de zelfde energie worden voortgezet. De heer de Jong van Beek en Donk dankte oud-minister Posthuma en overhandigde den heer B. Ruys, die sinds 1909 een bestuursfunc tie vervulde, een oorkonde en 'n gouden medaille. „Werkelijk, mijn beste mijnheer," zei hij, „het is 'n erg betreurenswaardig ongeluk. Het spijt me verschrikkelijk. Mijn chauffeur, die toch heel voorzichtig is, dat verzeker ik u, had er geen idee van, dat u ineens den weg zoudt willen over steken. Het spijt me zeer. Ik hoop, dat u niet ge wond bent?" Jimmy, zijn jas afstoffend, lachte alweer vroo- lük. Dit was werkelijk een zonderlinge ochtend. ,,'t Is in orde, hoor, mijnheer Thyme," zei hij. „Ik heb niets gebroken." Mijnheer Thyme keek even verstomd. „Hèbegon hij langzaam. „Maar, nee tochwel ja, het is mijnheer Craven. Mijn beste vriend, ik had geen idee, dat u het was." „Anders zoudt u zeker niet teruggekomen zijn?" plaagde Jimmy, goed gehumeurd. „Hoho," zei de kleine man, „u moet met me meegaan, direct, eens goed afborstelen en iets gebruiken. Vooruit maar." Benauwd om zich heen blikkend, werkte hij Jimmy met zich mee door de drukke menigte. Mijnheer Thyme had een ingeboren schrik voor politieagenten, maar de agent die het dichtst in de buurt was, had er geen vermoeden van, dat hier iets gebeurde. Mijnheer Thyme gaf zijn bevelen, en de blin kende Packard reed terug, van waar zij gekomen was. „Ik vind dat zoo akelig, die verkeersongeluk ken," mompelde mijnheer Thyme, zijn hoed af nemend en zijn bezweet voorhoofd bewerkend met een zakdoek. „Ik heb hier een heel aardig huis," ging mijn beer Thyme verder. „In de Petersham Road, De „Staatscourant" van Maandagavond be vat de „Crisis Boomkweekers Crediet Beschik king 1934". Blijkens deze beschikking wordt uit het Land bouw Crisis Fonds voor de credietverleening aan door de stichting erkende boomkweekers een crediet beschikbaar gesteld van 3.500.000 gulden. Dit crediet wordt den erkenden kweekers in die gemeenten, welke met de stichting als ver tegenwoordigster van het fonds zijn overeen gekomen 10 pet. in het eventueel nadeelig saldo der in hunne gemeente verleende credieten voor haar rekening te nemen, verleend door bemid deling van de stichting, als vertegenwoor digster van het fonds, welke over de erkenning als boomkweeker en de teekening van de aan gevraagde credieten in eerste instantie beslist. Bij het bepalen van het bedrag van het voor schot gaat de stichting uit van de tegenwaarde, welke ingevolge de taxatie, door de door den minister te benoemen deskundigen verricht, aanwezig is. Bestaat deze uit onroerende goederen en op stand, beide onbezwaard, dan wordt een voor schot onder verband van eerste hypotheek toe gekend tot ten hoogste 75 pet. van de geschatte waarde. Zijn beide wel bezwaard, dan zal het voorschot ten hoogste 60 pet. van de overwaarde bedragen, zoo mogelijk onder hypothecair ver band. Wordt het bedrijf gedreven op gehuurde gronden, dan kan onder medewerking van den eigenaar, en, zoo diens onroerend goed be zwaard is, mede onder medewerking van diens hypotheeknemer, een voorschot worden ver leend van ten hoogste 60 pet. van den opstand. Aan personen, die het beroep van handelaar uitoefenen, kan op hun vorderingen, onder ce deering derzelven, aan de stichting een cre diet worden verleend van ten hoogste 60 pet. Het aan één credietnemer te verleenen voorschot zal, behoudens in zeer bizon- dere gevallen, niet meer dan 20.000 bedragen. De credietnemer zal moeten zorgen, dat voor de terugbetaling van 10 pet. van het toegekende crediet door derden zekerheid worde gegeven. De voorschotten worden verleend voor den cijd van drie jaar, voor elk dezer jaren zal een door de stichting te bepalen gedeelte van het voorschot worden bestemd, voor het eerste jaar zal echter dit gedeelte, indien mogelijk, niet meer dan de helft van het toegekende crediet mogen bedragen. De gelden zullen, behoudens een bedrag ineens ter betaling van schulden aan leveranciers e.d., zooveel mogelijk in gedeelten worden verstrekt. Den Haag, 14 Mei 1934. Er heeft in den Haagschen gemeenteraad weer eens een debat plaats gevonden over de kindervoeding op de scholen. Mevrouw de Vries- Bruins had de uitkomsten van het onderzoek der commissie, die bezuinigingsmogelijkheden op dit gebied tracht te vinden, niet kunnen af wachten en interpelleerde den wethouder van Onderwijs prof. van der Bilt over den bezuini gingsmaatregel, die ten aanzien van de neu trale vereeniging „Kindervoeding" maar vast getroffen is en die het aantal boterhammen bij het „tweede ontbijt" terugbrengt van vier tot drie. De roode fracties waren hiertegen ten zeerste gekant en in de „Schoolbode", orgaan der openbare onderwijzers, is over den maat regel geschreven op een wijze, die de anti-revo- lutionnair Smitskamp terecht kenschetste als zeer beneden peil. Met enkele cijfers heeft wethouder van der Bilt aangetoond, dat deze bezuiniging gemoti veerd is. De neutrale vereeniging verstrekte in 1932 295.000 ontbijten voor ƒ31.500, terwijl de St. Vincentiusvereeniging, die al jarenlang drie boterhammen verstrekt zonder dat ooit een klacht inkwam, in hetzelfde jaar 262.400 qnt- het ziet uit op de rivier. Een heel aardig plekje, een beetje vochtig soms Hij wist, zonder een enkele onderbreking, de conversatie gaande te houden, totdat zijn wagen stilhield voor een met glas overdekte poort, die doorzicht gaf op, en leidde naar, een lief, ouder- wetsch huis, gedeeltelijk door groote boomen aan het oog onttrokken. Eenige minuten later zat Jimmy, nu een beet je meer toonbaar, door een goede beurt, die zijn kleeren van een knecht gekregen hadden, in een lang mooi vertrek, met het uitzicht over den driehoekigen tuin, die aan de rivier grensde. Mijnheer Thyme was in de nabijheid druk be zig met een soda-syphon en een karaf. „Sta mij nog eens toe, mijn werkelijk diepste spijt uit te drukken," zei hij, en bood zijn gast een glas aan, met een goudkleurigen drank. „Dat is nog beter," glimlachte Jimmy, „dan de meer conventioneel geworden uitdrukkingen van leedwezen." „Als ik soms iets kan vergoeden, dat in mijn macht ligt," zei mijnheer Thyme vriendelijk. „Ik maak niet graag een onaangenamen indruk. Dat vooral niet. Een nieuw costuum misschien?" De reporter schudde het hoofd. „U kunt mijn Interest op zes en een half pro cent brengen" zei hij. Mijnheer Thyme lachte hartelijk. „Die ontvoering," zei hij, „ik bedoel dat geval van mejuffrouw Richmond. Een ontstellend ge val. Ik geloof dat udat wil zeggener is toch eene connectie.... en.... u.... bent....?" Hij hield even verward op, en Jimmy kwam hem goedmoedig tegemoet. bijten verschafte voor 18.700. En ook de heer Smitskamp had eenige instructieve cijfers. Vol gens zijn berekening kostte een portie van de neutrale Haagsche vereeniging 8.85 cent en een portie van St. Vincentius 5.53 cent, terwijl in Rotterdam zelfs slechts 4.53 cent aan een portie wordt ten koste gelegd. Mevrouw de Vries-Bruins heeft nogal won derlijke verklaringen gezocht voor het feit, dat St. Vincentius zooveel goedkooper werkt en zon der klachten. Maar de verklaring, die zoowel de heer Smits kamp als van Katholieke zijde mejuffrouw Loeff en de heer Guit haar aan de hand deden, vond zij niet. Die verklaring is, dat de ouders van de kinderen, die een Vincentius ontbijt krijgen, een andere mentaliteit hebben en nog altijd de verplichting, om de kinderen te voeden, het eerst bij de ouders zoeken. De schoolvoeding behoudt dan ook haar subsidiair, haar aan vullend karakter. Bij de reorganisatie van deze heele materie komen de détails ongetwijfeld nog ter sprake en kan men van het debat van heden nut heb ben. Een goede oplossing zal hier echter niet gevonden worden, wanneer men de organisaties, die voor de schoolvoeding zorgen, in één stich ting combineert. Die oplossing is voor St. Vin centius, dat tot nog toe goed en goedkoop werk te, niet aanvaardbaar. Van deze raadsvergadering is voorts vermel denswaard, dat de sociaaf-democraten de volgende week komt daarvoor een initiatief voorstel bij de Kroon in hooger beroep wil len gaan van de beslissing van Gedeputeerden, waarbij deze hunne goedkeuring hebben ont houden aan het raadsbesluit tot het waarbor gen van rente en aflossing van een aan de N.V. „De Vereenigde Sportfondsenbaden" te verstrek ken leening en dat men zich vereenigde met de wijziging van het profiel van de Laan van Nieuw Oost-Indië. Een andere verkeersverbetering zal worden verkregen op den hoek KoningskadeWasse- naarsche Weg. Men besloot het perceel op dien hoek te verkoopen. Waarschijnlijk komt er een café. Ondanks generaal Duymaer v. Twist, die een desbetreffend amendement verwerpen zag... Voor het Comité „De Kunst in Nood" zal oud minister mr. P. J. Reymer heden (Dinsdag)- avond een radiotoespraak houden, welke door den K. R. O. (golflengte 1875 M.) zal worden uitgezonden. Op de vragen van het Kamerlid Drop be treffende de door den Centralen Raad van Beroep te Utrecht, in afwijking van het ge bruik gevorderde overlegging van een afschrift der uitspraak van een raad van beroep bij het instellen van beroep tegen die uitspraak, heeft Minister van Schaik, mede namens Minister Slotemaker de Bruine, o.m. het volgende ge antwoord Gezien het feit, dat art. 80 van de Beroeps- wet spreekt van overlegging van een afschrift van de beslissing waartegen het beroep is ge richt, zouden de Ministers het door den Cen- cralen Raad van Beroep ingenomen standpunt niet als onjuist durven qualificeeren. Ook ech ter, indien dit anders ware, zouden zij zich in- tusschen voor wax de geldende wet betreft bij de beslissing van het hoogste rechtscollege die nen neer te leggen. De Ministers deelen verder mede, dat het in het voornemen ligt, eerlang de aanhangigma- king van een ontwerp van wet tot wijziging der Beroepswet te bevorderen, ingevolge welk ontwerp om., het zakelijk uittreksel zou worden afgeschaft en aan partijen steeds kosteloos een afschrift van de uitspraak zou worden toege zonden. Zondagochtend omstreeks 9 uur heeft op den hoek Vaillantlaan en Hoefkade te 's-Graven- hage een aanrijding plaats gehad tusschen een tramrijtuig van lijn 13 en een rijwiel, bestuurd door den 24-jarigen H. B. P. uit de Fahren- heitstraat. De wielrijder bekwam een schedel- basisfractuur en werd door den Geneeskun digen Dienst overgebracht naar het ziekenhuis aan den Zuidwal, waar hij kort na aankomst overleed. Het door de politie ingesteld onder zoek heeft uitgewezen, dat het ongeval aan on voorzichtigheid van den wielrijder te wijten is geweest. Deze reed n.l. achter een tramrijtulg van lijn 12 om de Hoefkade op en wilde daar bij nog vóór den uit de tegenovergestelde rich ting komenden motorwagen van lijn 13 pas- seeren, waardoor hij werd gegrepen. Het slachtoffer was niet gehuwd. BANDOENG, 14 Mei (Aneta) De desa Pake- mitan in het Oedjoengbroengsche is wegens het uitbreken van pest door de politie geïsoleerd. „Zeker," zei hij, „en ik zit er ook wat mee in. Dat was ook de reden, waarom ik vanmorgen in Richmond was." „O, ja?" Mijnheer Thyme trok zijn wenkbrau wen hoog op, want hij zag een nieuwtje aanko men, dat hij 's middags aan al zijn vrienden by de lunch zou kunnen vertellen. Craven knikte. „Een kar, die gebruikt werd inplaats van de taxi, waarmee de Squid de ontvoering heeft ver richt, is door de politie opgespoord, tot in de High Street, in Richmond, maar verder heeft men het spoor niet kunnen vinden. De wagen werd beschreven, als een lange, roode, en ik heb den heelen morgen doorgebracht, met naar lange roode wagens te kijken, tot groot ongenoegen van de verschillende eigenaars." „Oh, de ironie van de omstandigheden. Tot resultaat bent u door een wagen het onderste boven gereden, die volkomen aan die beschrij ving voldoet. Dat verklaart ook, waarom ik be zoek ontving van den inspecteur. Hi) wilde mijn wagen zien." „U bent toch bygeval niet de Squid?" vroeg Jimmy, en toen Thyme goedmoedig en beleefd glimlachte: „maar natuurlijk bezet de edele kunst van het bankierswezen dat een heel an dere tak van misdaad is het voornaamste deel van uw tijd." Mynheer Thyme vermaakte zich met de grap, die ten koste van hemzelf was en na nog een beetje heen en weer praten, stond hy op. „Werkelijk," zei hy, „niet, dat ik u wil haas ten, maar ik moet in de stad zyn, om een con ferentie by te wonen. U wüt me zeker wel ver- Maandagmiddag om half één be klom Zijne Excellentie de Minister van Waterstaat de commandobrug van het luxe schip der Holland- Veluwe Lijn, de „Kasteel Staver- den". Onder het oog van den Minister stuurde de roerganger het schip door de vergroote haven van Harderwijk naar open zee. Juist vóór de vaargeul, tusschen de leidammen, was dwars over het water een lijn gespannen, waaraan wimpels in het geel-blauw der oude Hanzestad lustig wapperden in de straffe bries. Terwijl uit koperen monden het „Wilhelmus" weer klonk, de saamgestroomde bevol king luide juichde, raakte de steven van de „Kasteel Staverden" de lijn, spande haar secondenlang, tot de hindernis brak en het schip voor waarts stoomde, de zee tegemoet. Harderwijks vernieuwde haven was geopend. Voor de meer dan zeven-honderd-jarige stad aan de hooge Veluwekust had dit oogenblik een groote historische beteekenis. Een andere periode in haar roemryk bestaan was ingeluid. Door donkere wolken, die zich sedert jaar en dag met de afsluiting van haar levensbrond, de Zuiderzee, boven haar bonte daken hadden saamgepakt, brak het licht van nieuwe hoop. Was het de eer van Harderwyk, dat haar bur- gery in den stryd om het behoud van een open zee niets onbeproefd had gelaten, nog méér pleit het voor haar, dat zy met onverzwakte energie voor de toekomst wil redden wat te redden valt en naar nieuwe mogelijkheden uitziet. Want levenskrachtig is deze oude stad met haar voornaam gebaar, gebleven uit de dagen, toen zy als Geldersche academiestad haar groote vermaardheid genoot, toen de broeders van St. Jan van de Commanderie 'sHeerenloo er hun winters doorbrachten, Linnaeus er de doctorenbul verwierf. In de statige „profes sorenhuizen" van Donker- en Brugstraat, waar nog de geur hangt van grauwe folianten, een geur die zich zoo merkwaardig mengt met den zilten adem van den buitenkant, woont een geslacht, dat rusteloos arbeidt aan de op komst en bloei van de oude veste. De voorgeschiedenis van dezen havenaanleg of meer in het byzonder van de geul, die reeds vroeger gegraven werd door „het Harde", de bank, die zich uitstrekt in het water vóór Har derwijk, is de eer van een groep voortvarende ingezetenen met aan het hoofd de industrieel E. den Herder, de „vader van de vaargeul", op wier onverdroten en moeizaam streven thans de kroon is gezet. Op de beteekenis van deze jongste haven verbetering wees de energieke burgemeester de Jong Saakes in zyn rede tot de genoodigden aan boord van de „Kasteel Staverden". Tot dusver, zoo zeide hy, heeft de afsluiting der Zuiderzee voor de stad Harderwijk niets dan nadeel beteekend, waarvan zich de financieele gevolgen reeds doen gevoelen. Besomden de Harderwyker visschers in .het jaar 1932 nog voor 286.000, over 1933 was dit reeds vermin derd tot ongeveer 165.000. De terugslag op nevenbedryven en handel is zeer gevoelig. Tegen dezen donkeren achtergrond komt nu echter het feit van dezen dag helderder in het licht. In verband met de verlaging van het water peil op het IJselmeer, was de dienst der Zui derzeewerken wetteiyk verplicht de haven uit te diepen, om haar voor schepen toegankelyk te houden. Dit werk is thans op loyale wyze, in samenwerking met het gemeentebestuur, uitgevoerd. De Westelijke leidam is buiten waarts verlegd en in plaats van de oude haven in zwakken S-vorm, feitelyk niet veel meer dan een gracht, is na verbreeding een ruim bassin verkregen met nieuwe loswallen. De grond, die hierby vry kwam, is gebruikt voor ophooging van een toekomstig opslag- en in dustrieterrein aan den Oostelyken wal, terwyi Westelyk van den haveningang een strand is aangeplempt. ontschuldigen. Kan ik u misschien naar 't sta tion laten brengen?" Jimmy had eigeniyk heelemaal geen plan ge had om naar 't station te gaan, of om zoo spoe dig al terug te keeren, maar in de gegeven om standigheden, bleef er al weinig anders te doen over. Hy nam 't aanbod aan. ACHT EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK Wat Jimmy deed De auto van mynheer Thyme reed zachtjes het stationsplein in Richmond op en bleef staan. De kleine, zwaariyvige bankdirecteur stapte uit en hield de deur voor zyn gast open. Toen Jimmy opstond, viel zyn sigarettenko ker, die ongemerkt te ver uit zyn vestjeszaak had gestoken op de zitbank, en vóór Jimmy hem kon grypen, viel hy erlangs af, tusschen de stoffee ring in. Het was maar een klein ongelukje, maar het zou toch een heele wyziging brengen in Jimmy's manier van handelen. „Wacht u even, zei Jimmy en, zich voorover buigend, stak hy zyn hand in de diepte naast de bank, en vischte er zyn koker uit op Hy vischte ook nog iets anders op, en na een verschrikten blik er op geworpen te hebben, liet hy het ongemerkt in zyn zak verdwijnen en stapte uit. „Hebben wij hetzelfde doel?" vroeg mijnheer Thyme hoffelijk, een abonnementskaart eerste klasse te voorschyn halend, „ik moet naar de stad." Minister Kalff merkte in zijn ant woord op, hoe hij in zijn nog korte ambtsperiode diep onder den in druk was gekomen van de groote bezwaren, welke de Zuiderzee- bevolking van de afsluiting onder vindt. Wij moeten nu wel de bakens verzetten en de gemeente Harder wijk komt hulde toe voor den moed en durf, betoond bij dezen haven- aanleg, die veel moge bijdragen tot geluk en bloei der stad. Het officieele gezelschap maakte hierna met de „Kasteel Staverden" een rondvaart op het water der oude Zuiderzee, dat driftig kuifde en krulde in de styve bries en verkleurde in duizend nuances onder de wisselend grauwe en brekende luchten. En aan de lunch op dit mooie schip, dat rustig lag op de woelige zee als op den vyver van een park, had men het uitzicht over de bewogen watervlakte, waarop de donkere zeilen der visschende Harderwyker- vloot naar alle zyden stonden afgeteekend. Het was een schouwspel, onvergeteiyk schoon, evenals trouwens bij den terugkeer, de aanblik der bonte stad met het warme donkerrood, ge broken door het frisch bottende groen op pleinen en in tuinen, het geheel gevat in de omlysting van de lachende Veluwe-kust. Er zijn aan boord, waar burgemeester de Jong Saakes als gastheer voorzat, hartehjke toespraken gewisseld, wel eens gekruid door een klacht of een verwytend woord, maar als geheel in een opgewekte stemming, passend bij dezen voor Harderwijk zoo veelbelovenden dag. Maandagmiddag was de 18-jarige H.B.S.-er Simon te Nijmegen, per fiets op weg naar school. Komende uit de Stieltjesstraat wilde hy den Kronenburgersingel afryden juist voor een aankomende taxi uit. Hy kon den draai niet kort genoeg meer nemen en botste tegen den auto aan. Met een geweldigen slag werd hy neergewor pen. De jongen kwam zoo ongelukkig met zyn hoofd op de straatsteenen terecht, dat hy dood werd opgenomen, Het stoffelyk overschot werd naar het St. Canisius-ziekenhuis overgebracht. De politie, die het iyk in beslag heeft geno men, stelt een ernstig onderzoek in. Omtrent den roofoverval en moordaanslag, Zaterdagavond j.l. in het perceel Ryswyksche- weg 329 te Den Haag gepleegd op den 53- jarigen heer F. Blancke, vernemen wy nog, dat de tweede verdachte, J. A. O., by zyn vlucht eenige gouden en zilveren munten moet heb ben verloren in de Calandstraat, waar hy deze uit zyn zak hoorde vallen. De portemonnaie zelf is niet in handen van de daders gekomen, doch wel de inhoud ervan, dien zy los in den zak hadden gestoken. O. had echter een gat in de voering van zyn colbertjas en daardoor zouden eenige munten verloren zijn geraakt. zy, die deze munten mochten hebben ge vonden, of daaromtrent inlichtingen kunnen verschaffen, worden verzocht, dit ten spoedig ste aan de politie mede te aeelen. Ook moet een bankbiljet van 10 onderweg van Den Haag naar Hoek van Holland door O. zijn verloren. De vinder daarvan cüent zich eveneens ten spoedigste te melden, ook m het belang van het politieonderzoek. De toestand van het slachtoffer, den heer Blancke, is naar omstandigheden goed. Maandagmiddag, na schooltijd, is op den Staphorsterweg, tusschen Staphorst en Meppel, het ongeveer acht-jarige zoontje van den heer Siersma uit Staphorst, onder een personenauto geraakt en gedood. zl Lloyds deelt mede, naar uit Londen gemeld wordt, dat de Nederlandsche stcomer ,,Cryns- sen" op 29 gr. 20' Noorderbreedte en 42 gr. 40' Westerlengte hulp verleent aan den Britschen stoomer „Mabriton" aan boord waarvan brand is uitgebroken. Onmiddeliyk gevaar is niet aan wezig. Craven's ontdekking had hem tot nadenken gebracht en in een paar seconden tyd had hy besloten, Richmond nu zeker niet te verlaten. ,Ochnee" zei hij verontschuldigend. „Ik wilde toch eigeniyk eerst myn kantoor nog even opbellen, en een paar andere dingen doen. Ik wil '4 niet graag ophouden. Ik dank u wel voor het gebruik van uw auto." „En het ongeluk," zei mynheer Thyme goed hartig spottend. „En het ongeluk," zei de reporter op een vreemden toon, maar mynheer Thyme merkte dien niet op. Zy gaven elkaar de hand en de bankdirecteur trad het station binnen. Zoodra hy uit het gezicht was, keerde Jimmy zich peinzend om en ging den rooden wagen achterna, die hen naar 't station gebracht had, en die nu juist weer wegreed. Hy stak zijn hand in zyn zak en haalde er een kleine zegelring uit, dien hy met gefronste wenk brauwen bestudeerde. Er stonden initialen in gegrift: „L.R." en hij had den ring wel eens aan Leslie's hand gezien. Het was een cadeau van sir Marcus. Hy keek nu echt somber. Leslie's ring in den wagen van mynheer Thyme een lange roode wagen! Jimmy versnelde zyn pas. Na een paar minuten flink aangestapte te heb ben, kwam hy by het huis, dat hy niet lang ge leden had verlaten. Er was van den rooden wa gen niets te zien, en hy veronderstelde, dat men het voertuig in de garage had opgeborgen. On derzoekend liet hy zyn blik over het huis gaan. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 3