de Inktvisch
Lichtstraal in donkeren tijd
Bondsraad R.K. Transportarbeiders
Crislssteun aan
boomkweekers
I
V00R DE OUDE STEDE
HARDERWIJK
DINSDAG 15 MEI 1934
TE UTRECHT BIJEEN
De ongunstige toestand in het be
drijfsleven heeft ook in het af-
geloopen jaar veel zorgen
gebracht
Bestuurderen herkozen
Rede voorzitter
Beleid hoofdbestuur
DOOR PETER BARON
Voorstellen der afdeelingen
DE TUINBOUW ONDERLINGE
JUBILEERT
Vele hartelijke gelukwenschen
Een crediet van 31/2 millioen
beschikbaar gesteld
Haagsche Gemeente
raad
Kindervoeding op de scholen
Kunstenaars in nood
Radio-toespraak van oud-minister
Reymer
WIJZIGING BEROEPSWET
Wetsontwerp eerlang te
verwachten
WIELRIJDER DOODGEREDEN
Onvoorzichtig de tram gepasseerd
Pest in een desa
Verbreede en uitgediepte haven
houdt mogelijkheid in voor
de toekomst
De feestelijke opening
Rondvaart met de Staverden
Scholier doodgereden
Op weg naar de H.B.S.
te Nijmegen
DE OVERVAL IN DEN HAAG
Wie heeft het verloren geld
gevonden?
JONGETJE DOODGEREDEN
Ned. schip verleent hulp
Maandag werd in het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen te Utrecht de tiende bonds
raadsvergadering gehouden van den Ned. R. K.
Bond van Transportarbeiders „St. Bonifacius".
De voorzitter, H. Jansen (Amsterdam) heet
te de aanwezigen welkom, in het bijzonder den
weleerw. heer Rector J. P. A. Bots, geestelijk
adviseur van St. Bonifacius. Vervolgens hield
de voorzitter een rede waaraan wij het volgen
de ontleenen:
Wanneer wij de groote problemen die er
moeten worden opgelost om de maatschappij
te redden van de economische en de sociale
ellende, in het oog houden, en ons rekenschap
geven van de moeilijke omstandigheden waar
in ook tal van bedrijven en werkgevers ver-
keeren, dan mogen wij met trots terugzien op
datgene wat door onze organisatie, in het be
lang van onze leden en hunne gezinnen is be
reikt kunnen worden.
Wij zullen u vanaf deze plaats geen opsom
ming geven van de directe of indirecte acties
waarin wij als organisatie werden betrokken.
Evenmin zullen wij er lang bij blijven stil
staan hoe ons Hoofdbestuur en de districts
bestuurders zch tot onze leden en belangstel
lenden hebben gewend ter bestrijding van het
Nationaal-Socialisme en Fascisme.
Dit laatste vooral geeft mij aanleiding een
woord van dank te brengen aan onze afdee-
lingsbesturen die er voor gezorgd hebben dat
woord en geschrift ter bestrijding van deze
«Oude dwaling in een nieuw kleed" zooals
Rector Bots in zijn bekende brochure: „Het
Fascisme" zeer terecht zegt, door onze leden
goed worden verstaan. Voor zoover wij weten s
onze organisatie „van alle smetten vrij" voor
Wat het Fascisme betreft.
Onze wensch, uitgesproken op de vorige ver
gadering, om in den kortst mogelijken tijd te
zorgen dat wij de 10000 leden zouden hebben
ingeschreven, is einde December 1933 in ver
vulling gegaan.
Tot mijn spijt kan ik op dit oogenblik u ook
geen ander beeld geven omtrent den toestand in
het bedrijfsleven dan door mij op de vorige
vergadering met een enkel woord is gedaan.
Deze toestand, die nu al eenige jaren achter
een bestaat en die voor honderden en duizen
den gezinnen het scherpe zwaard van werk
loosheid en armoede heeft gebracht, heeft ook
voor ons Hoofdbestuur en in het bijzonder
voor den Bondspenningmeester en den Admi
nistrateur der werkloozenkas, heel veel zorgen
gebracht.
Immers, in het jaar 1932 werd een bedrag
Van ƒ356.482.52 uitgekeerd, terwijl in 1933 aan
onze leden uit de werkloozenkhs 361.733.81 uit
gekeerd werd.
Onze invloed als R. K. Transportarbeiders
bond is van dien aard, dat zelfs op internatio
naal terrein ons werk als principieele organi
satie, groote belangstelling heeft.
Onze verhouding tot het R. K. Werklieden
verbond is van bijzonder vriendschappelijken
aard, zoo ook tot de Stands- en Werklieden
verenigingen.
Met de organisaties, aangesloten bij ons
„Verbond", alsmede met de Transportarbeiders-
bonden, in het bijzonder met den Ned. Bond
Van Chr. Fabrieks- en Transportarbeiders, le-
Ven wij op zeer vriendschappelijken voet.
Van onze Christelijke Internationale maken
Wjj deel uit en nemen in groote mate deel aan
he werkzaamheden die hiervoor van ons wor
den gevraagd.
De notulen van de vorige bondsvergadering
Werden na enkele opmerkingen goedgekeurd. Aan
het tweejaarlijksch verslag ..van den secretaris
J. Zwaga ontleenen wij dat het ledental gedu
rende het jaar 1933 is gestegen van 9795
tot 10.061. Het boekjaar 1933 sloot met een batig
saldo van ƒ23.990.81. De jaarverslagen van se
cretaris en penningmeester werden goedgekeurd,
hadat enkele opmerkingen waren gemaakt.
Het vijfde punt van de agenda was bespreking
Van het beleid van het hoofdbestuur. Door de
afdeelingen Utrecht, Haarlem en Breda werd er
op aangedrongen dat het hoofdbestuur stelling
zal nemen tegen de regeeringsmaatregelen, waar
door de toestand der werkloozen wordt verslech
terd. De voorzitter antwoordde dat deze aan
gelegenheid de volle aandacht van het hoofdbe
stuur heeft, maar het ligt niet op den weg van
een vakbond een actie te gaan voeren. Dat laat
ste moet worden overgelaten aan het bestuur
van het R. K. Werkliedenverbond, welk bestuur,
in het bijzonder op dit punt, zeer actief is.
Na de bespreking van de organen van St. Bo-
nifacius, nJ. de R.K. Transportarbeider en de
Roomsche Varensgezel, werd tot bestuursverkie
zing overgegaan. De aftredende bestuursleden
Th. Kalkhoven, E. J. Manns, J. Zwaga en H.
B. van Zwet werden bij acclamatie herkozen.
Uit de afdeeling Hilversum werd een lid aan
gewezen voor de Kascontrole-Commissie.
Na de lunch werd het woord gevoerd door
den heer Jos. Veltman (Utrecht), bestuurslid van
't R. K. Werkliedenverbond. Spr. wees er op, dat
de katholieke arbeidersbeweging den arbeiders
welstand en godsdienstig besef heeft bijgebracht.
Daarnaast is ook de vakbeweging een groote
steun in hun leven. In deze tijden zien we ech
ter weer aanvallen op de arbeidersbeweging door
kapitaal-concentratie en zien we groote wan
orde op economisch terrein. Daarom moet de
maatschappij hervormd worden door de instel
ling van bedrijfschappen en door kerstening der
samenleving. De R. K. Transportarbeiders moe
ten hun bond trouw blijven en de taaie volhar
ding van St. Bonifacius navolgen.
De voorstellen van hoofdbestuur en afdeelin
gen werden vervolgens behandeld. Het hoofdbe
stuur stelde eenige wijzigingen in het huishou
delijk reglement voor, o. a. betreffende uitkee-
ringen na overlijden door een ongeval, welke
wijzigingen werden aangenomen.
Verschillende afdeelingen hadden voorgesteld
om wijzigingen aan te brengen in het reglement
voor de werkloozenkas. Het hoofdbestuur stond
afwijzend tegen alle voorstellen, waardoor de
werkloozenkas zwaarder zou worden belast. De
vergadering kon zich na gedachtenwisseling met
het standpunt van het hoofdbestuur vereenigen.
Door enkele afdeelingen werd verlaging der con
tributie voorgesteld, welke voorstellen op advies
van het hoofdbestuur werden verworpen. De af
deelingen Leidschendam en Vlaardingen hadden
verlaging van de salarissen der bondsbestuurders
voorgesteld. Deze voorstellen werden ingetrok
ken nadat gebleken was dat deze voorstellen
nagenoeg niet werden ondersteund.
De afdeeling IJmuiden had voorgesteld om de
uitkeeringen bij staking en uitsluiting te ver-
hoogen. De vergadering verklaarde zich accoord
met het hoofdbestuur, dat zich op het standpunt
stelde, dat verhooging van de uitkeeringen in
verband met het huidige loonpeil niet noodig is.
Een voorstel van de afdeeling Utrecht om le
den, die den leeftijd van 65 jaar hebben bereikt
en minstens tien jaar lid zijn van de organisatie,
van contributie vrij te stellen met behoud van
de rechten op uitkeering bij overlijden, werd
verworpen. De afdeeling Delft stelde voor om
op het bondskantoor en de districtskantoren tot
ontslag van het vrouwelijk personeel over te gaan
en daarvoor mannelijk personeel in dienst te
nemen. Het hoofdbestuur deed de toezegging,
dat bij eventueel vertrek van vrouwelijk perso
neel daarvoor mannelijk personeel in de plaats
zal komen.
De begrooting voor 1934 werd na mondelinge
toelichting goedgekeurd.
Daarna werd het woord gevoerd door den heer
Strijbos, voorzitter van den Nederl. Bond van
Christelijke Fabrieks- en Transportarbeiders en
van de Internat. Federatie van Christ. Fabrieks-
en Transportarbeidersbonden en door den wel
eerw. heer Rector J. F. A. Bots, geestelijk advi
seur van St. Bonifacius. Laatstgenoemde spre
ker verheugde zich over den goeden geest, welke
onder bestuur en afdeelingen heerscht en bracht
dank aan het hoofdbestuur en aan de afdeelings-
besturen voor de goede resultaten, die zij de
laatste twee jaren hebben bereikt. Spr. wees er
verder op, dat de nieuwe maatschappelijke orde,
waarnaar we allen streven, waarschijnlijk dan
pas zal komen, als we ons door een moeizaam
tijdperk heen geworsteld hebben. Daarom moet"
nu reeds het zwaartepunt gelegd worden in het
geloofsleven en een sterke overtuiging.
Na rondvraag volgde sluiting dezer drukbe
zochte bondraadsvergadering.
46
Met zijn blik naar den grond gevestigd, liep hij
een eindje vooruit en trad toen het trottoir af.
Een passeerende auto reed hem het onderste
boven en hij vloog tegen den grond.
„Dat zag ik wel aankomen," zei de oude dame
Verrukt, tegen een troepje nietsdoeners, dat in
een oogenblik nergens vandaan gekomen scheen
te zijn. „Hij stond al 'n heel tijdje zoo in 't wa
ter te kijken. Hij is in de war, de arme jongen.
Laat een van jullie hem nou even helpen, zeg!"
Een toeschouwer met een grooten, openstaan-
den mond, plantte zij haar paraplu In z'n maag,
Soodat de man vooroverboog en zoo in een zeer
Geëigende positie stond, om iemnd, die op den
Brond lag, te helpen. Hij deed aldus.
Jimmy, zijn hoofd wrijvend, stond op en keek
haar den auto, die een eind verder op den weg
tot staan kwam.
Met een grijns op zijn gezicht, besefte hij de
tronie van de situatie: de wagen was lang en
rood!
Een klein dik heertje, in ochtendkleeren ge
stoken, kwam uit den auto te voorschijn, en
haastte zich, den weg over te steken.
Nadat de heer Ruys het bestuur had bedankt,
overhandigde de heer de Jong van Beek en
Donk een 34-tal bestuurders van plaatselijke
ongevallencommissies dezelfde oorkonde en een
zilveren medaille.
Tenslotte werd dr. Posthuma een drietal
schilderstukjes uit de school van Breughel en
een aparte oorkonde als blijvende herinnering
aan dezen dag aangeboden.
Na het dankwoord van den heer Posthuma
hebben verscheidene aanwezigen hartelijke
woorden met betrekking tot het jubileum ge
sproken, waarbij bleek dat de vereeniging ook
de volle sympathie heeft van de regeering.
Tijdens de lunch, die in „Krasnapolsky" werd
gebruikt, voerde de heer J. C. M. Mensing, voor
zitter van den Nederlandschen Tuinbouwraad,
waaruit de Tuinbouw-Onderlinge is voortge
komen, het woord. Hij sprak de hoop uit, dat
de Tuinbouw-Onderlinge nog vele jaren haar
zegenrijken arbeid moge voortzetten.
Maandag hield in het gebouw „Industria" te
Amsterdam de „Tuinbouw-Onderlinge", aange
sloten bij de Coöperatieve Vereeniging „Cen
traal Beheer", een buitengewone vergadering
ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan. De
vergadeirng werd geopend door jhr. J. D. de
Jong van Beek en Donk, die verklaarde dat het
met het oog op de tijden niet juist zou zijn het
25-jarig bestaan op zeer grootsche wijze te
vieren, daarom is de algemeens vergadering met
de herdenking op sobere wijze gecombineerd.
Daarna schetste spreker de geschiedenis van de
Tuinbouw-Onderlinge en de beteekenis, die de
vereeniging voor werkgevers maar ook voor
werknemers, speciaal in verband met de ziekte
ongevallenverzekering heeft gehad.
Besloten werd een telegram van hulde te zen
den aan H. M. de Koningin.
Daarna begon men aan de behandeling van
de agenda.
Na de rondvraag nam oud-minister dr. F.
Posthuma, directeur-president, het woord
en sprak de herdenkingsrede uit, die hij begon
met een schets van het vrijwillige ongevallen
verzekeringswezen in het tuinbouwbedrijf. De
Tuinbouw-Onderlinge is in velerlei opzicht een
pionier geweest voor de vrijwillige verzekering.
Spreker bracht dank aan hen, die in den loop
der jaren hun energie hebben gegeven, om de
Tuinbouw-Onderlinge te maken tot wat zij is.
Al hebben tijdelijke economische moeilijkheden
den bloei van de vereeniging tot staan gebracht,
het werk zal in de komende 25 jaren met de
zelfde energie worden voortgezet.
De heer de Jong van Beek en Donk dankte
oud-minister Posthuma en overhandigde den
heer B. Ruys, die sinds 1909 een bestuursfunc
tie vervulde, een oorkonde en 'n gouden medaille.
„Werkelijk, mijn beste mijnheer," zei hij, „het
is 'n erg betreurenswaardig ongeluk. Het spijt
me verschrikkelijk. Mijn chauffeur, die toch heel
voorzichtig is, dat verzeker ik u, had er geen
idee van, dat u ineens den weg zoudt willen over
steken. Het spijt me zeer. Ik hoop, dat u niet ge
wond bent?"
Jimmy, zijn jas afstoffend, lachte alweer vroo-
lük. Dit was werkelijk een zonderlinge ochtend.
,,'t Is in orde, hoor, mijnheer Thyme," zei hij.
„Ik heb niets gebroken."
Mijnheer Thyme keek even verstomd.
„Hèbegon hij langzaam. „Maar, nee
tochwel ja, het is mijnheer Craven. Mijn
beste vriend, ik had geen idee, dat u het was."
„Anders zoudt u zeker niet teruggekomen
zijn?" plaagde Jimmy, goed gehumeurd.
„Hoho," zei de kleine man, „u moet met me
meegaan, direct, eens goed afborstelen en iets
gebruiken. Vooruit maar."
Benauwd om zich heen blikkend, werkte hij
Jimmy met zich mee door de drukke menigte.
Mijnheer Thyme had een ingeboren schrik voor
politieagenten, maar de agent die het dichtst in
de buurt was, had er geen vermoeden van, dat
hier iets gebeurde.
Mijnheer Thyme gaf zijn bevelen, en de blin
kende Packard reed terug, van waar zij gekomen
was.
„Ik vind dat zoo akelig, die verkeersongeluk
ken," mompelde mijnheer Thyme, zijn hoed af
nemend en zijn bezweet voorhoofd bewerkend
met een zakdoek.
„Ik heb hier een heel aardig huis," ging mijn
beer Thyme verder. „In de Petersham Road,
De „Staatscourant" van Maandagavond be
vat de „Crisis Boomkweekers Crediet Beschik
king 1934".
Blijkens deze beschikking wordt uit het Land
bouw Crisis Fonds voor de credietverleening aan
door de stichting erkende boomkweekers een
crediet beschikbaar gesteld van 3.500.000 gulden.
Dit crediet wordt den erkenden kweekers in
die gemeenten, welke met de stichting als ver
tegenwoordigster van het fonds zijn overeen
gekomen 10 pet. in het eventueel nadeelig saldo
der in hunne gemeente verleende credieten voor
haar rekening te nemen, verleend door bemid
deling van de stichting, als vertegenwoor
digster van het fonds, welke over de erkenning
als boomkweeker en de teekening van de aan
gevraagde credieten in eerste instantie beslist.
Bij het bepalen van het bedrag van het voor
schot gaat de stichting uit van de tegenwaarde,
welke ingevolge de taxatie, door de door den
minister te benoemen deskundigen verricht,
aanwezig is.
Bestaat deze uit onroerende goederen en op
stand, beide onbezwaard, dan wordt een voor
schot onder verband van eerste hypotheek toe
gekend tot ten hoogste 75 pet. van de geschatte
waarde. Zijn beide wel bezwaard, dan zal het
voorschot ten hoogste 60 pet. van de overwaarde
bedragen, zoo mogelijk onder hypothecair ver
band. Wordt het bedrijf gedreven op gehuurde
gronden, dan kan onder medewerking van den
eigenaar, en, zoo diens onroerend goed be
zwaard is, mede onder medewerking van diens
hypotheeknemer, een voorschot worden ver
leend van ten hoogste 60 pet. van den opstand.
Aan personen, die het beroep van handelaar
uitoefenen, kan op hun vorderingen, onder ce
deering derzelven, aan de stichting een cre
diet worden verleend van ten hoogste 60 pet.
Het aan één credietnemer te verleenen
voorschot zal, behoudens in zeer bizon-
dere gevallen, niet meer dan 20.000
bedragen.
De credietnemer zal moeten zorgen, dat
voor de terugbetaling van 10 pet. van het
toegekende crediet door derden zekerheid
worde gegeven.
De voorschotten worden verleend voor den
cijd van drie jaar, voor elk dezer jaren zal een
door de stichting te bepalen gedeelte van het
voorschot worden bestemd, voor het eerste jaar
zal echter dit gedeelte, indien mogelijk, niet
meer dan de helft van het toegekende crediet
mogen bedragen. De gelden zullen, behoudens
een bedrag ineens ter betaling van schulden aan
leveranciers e.d., zooveel mogelijk in gedeelten
worden verstrekt.
Den Haag, 14 Mei 1934.
Er heeft in den Haagschen gemeenteraad
weer eens een debat plaats gevonden over de
kindervoeding op de scholen. Mevrouw de Vries-
Bruins had de uitkomsten van het onderzoek
der commissie, die bezuinigingsmogelijkheden
op dit gebied tracht te vinden, niet kunnen af
wachten en interpelleerde den wethouder van
Onderwijs prof. van der Bilt over den bezuini
gingsmaatregel, die ten aanzien van de neu
trale vereeniging „Kindervoeding" maar vast
getroffen is en die het aantal boterhammen bij
het „tweede ontbijt" terugbrengt van vier tot
drie. De roode fracties waren hiertegen ten
zeerste gekant en in de „Schoolbode", orgaan
der openbare onderwijzers, is over den maat
regel geschreven op een wijze, die de anti-revo-
lutionnair Smitskamp terecht kenschetste als
zeer beneden peil.
Met enkele cijfers heeft wethouder van der
Bilt aangetoond, dat deze bezuiniging gemoti
veerd is. De neutrale vereeniging verstrekte in
1932 295.000 ontbijten voor ƒ31.500, terwijl de
St. Vincentiusvereeniging, die al jarenlang drie
boterhammen verstrekt zonder dat ooit een
klacht inkwam, in hetzelfde jaar 262.400 qnt-
het ziet uit op de rivier. Een heel aardig plekje,
een beetje vochtig soms
Hij wist, zonder een enkele onderbreking, de
conversatie gaande te houden, totdat zijn wagen
stilhield voor een met glas overdekte poort, die
doorzicht gaf op, en leidde naar, een lief, ouder-
wetsch huis, gedeeltelijk door groote boomen aan
het oog onttrokken.
Eenige minuten later zat Jimmy, nu een beet
je meer toonbaar, door een goede beurt, die zijn
kleeren van een knecht gekregen hadden, in een
lang mooi vertrek, met het uitzicht over den
driehoekigen tuin, die aan de rivier grensde.
Mijnheer Thyme was in de nabijheid druk be
zig met een soda-syphon en een karaf.
„Sta mij nog eens toe, mijn werkelijk diepste
spijt uit te drukken," zei hij, en bood zijn gast
een glas aan, met een goudkleurigen drank.
„Dat is nog beter," glimlachte Jimmy, „dan de
meer conventioneel geworden uitdrukkingen van
leedwezen."
„Als ik soms iets kan vergoeden, dat in mijn
macht ligt," zei mijnheer Thyme vriendelijk. „Ik
maak niet graag een onaangenamen indruk. Dat
vooral niet. Een nieuw costuum misschien?"
De reporter schudde het hoofd.
„U kunt mijn Interest op zes en een half pro
cent brengen" zei hij.
Mijnheer Thyme lachte hartelijk.
„Die ontvoering," zei hij, „ik bedoel dat geval
van mejuffrouw Richmond. Een ontstellend ge
val. Ik geloof dat udat wil zeggener is
toch eene connectie.... en.... u.... bent....?"
Hij hield even verward op, en Jimmy kwam
hem goedmoedig tegemoet.
bijten verschafte voor 18.700. En ook de heer
Smitskamp had eenige instructieve cijfers. Vol
gens zijn berekening kostte een portie van de
neutrale Haagsche vereeniging 8.85 cent en een
portie van St. Vincentius 5.53 cent, terwijl in
Rotterdam zelfs slechts 4.53 cent aan een portie
wordt ten koste gelegd.
Mevrouw de Vries-Bruins heeft nogal won
derlijke verklaringen gezocht voor het feit, dat
St. Vincentius zooveel goedkooper werkt en zon
der klachten.
Maar de verklaring, die zoowel de heer Smits
kamp als van Katholieke zijde mejuffrouw Loeff
en de heer Guit haar aan de hand deden, vond
zij niet. Die verklaring is, dat de ouders van de
kinderen, die een Vincentius ontbijt krijgen,
een andere mentaliteit hebben en nog altijd de
verplichting, om de kinderen te voeden, het
eerst bij de ouders zoeken. De schoolvoeding
behoudt dan ook haar subsidiair, haar aan
vullend karakter.
Bij de reorganisatie van deze heele materie
komen de détails ongetwijfeld nog ter sprake
en kan men van het debat van heden nut heb
ben. Een goede oplossing zal hier echter niet
gevonden worden, wanneer men de organisaties,
die voor de schoolvoeding zorgen, in één stich
ting combineert. Die oplossing is voor St. Vin
centius, dat tot nog toe goed en goedkoop werk
te, niet aanvaardbaar.
Van deze raadsvergadering is voorts vermel
denswaard, dat de sociaaf-democraten de
volgende week komt daarvoor een initiatief
voorstel bij de Kroon in hooger beroep wil
len gaan van de beslissing van Gedeputeerden,
waarbij deze hunne goedkeuring hebben ont
houden aan het raadsbesluit tot het waarbor
gen van rente en aflossing van een aan de N.V.
„De Vereenigde Sportfondsenbaden" te verstrek
ken leening en dat men zich vereenigde met de
wijziging van het profiel van de Laan van
Nieuw Oost-Indië.
Een andere verkeersverbetering zal worden
verkregen op den hoek KoningskadeWasse-
naarsche Weg. Men besloot het perceel op dien
hoek te verkoopen. Waarschijnlijk komt er een
café. Ondanks generaal Duymaer v. Twist, die
een desbetreffend amendement verwerpen zag...
Voor het Comité „De Kunst in Nood" zal oud
minister mr. P. J. Reymer heden (Dinsdag)-
avond een radiotoespraak houden, welke door
den K. R. O. (golflengte 1875 M.) zal worden
uitgezonden.
Op de vragen van het Kamerlid Drop be
treffende de door den Centralen Raad van
Beroep te Utrecht, in afwijking van het ge
bruik gevorderde overlegging van een afschrift
der uitspraak van een raad van beroep bij het
instellen van beroep tegen die uitspraak, heeft
Minister van Schaik, mede namens Minister
Slotemaker de Bruine, o.m. het volgende ge
antwoord
Gezien het feit, dat art. 80 van de Beroeps-
wet spreekt van overlegging van een afschrift
van de beslissing waartegen het beroep is ge
richt, zouden de Ministers het door den Cen-
cralen Raad van Beroep ingenomen standpunt
niet als onjuist durven qualificeeren. Ook ech
ter, indien dit anders ware, zouden zij zich in-
tusschen voor wax de geldende wet betreft bij
de beslissing van het hoogste rechtscollege die
nen neer te leggen.
De Ministers deelen verder mede, dat het in
het voornemen ligt, eerlang de aanhangigma-
king van een ontwerp van wet tot wijziging
der Beroepswet te bevorderen, ingevolge welk
ontwerp om., het zakelijk uittreksel zou worden
afgeschaft en aan partijen steeds kosteloos een
afschrift van de uitspraak zou worden toege
zonden.
Zondagochtend omstreeks 9 uur heeft op den
hoek Vaillantlaan en Hoefkade te 's-Graven-
hage een aanrijding plaats gehad tusschen een
tramrijtuig van lijn 13 en een rijwiel, bestuurd
door den 24-jarigen H. B. P. uit de Fahren-
heitstraat. De wielrijder bekwam een schedel-
basisfractuur en werd door den Geneeskun
digen Dienst overgebracht naar het ziekenhuis
aan den Zuidwal, waar hij kort na aankomst
overleed. Het door de politie ingesteld onder
zoek heeft uitgewezen, dat het ongeval aan on
voorzichtigheid van den wielrijder te wijten is
geweest. Deze reed n.l. achter een tramrijtulg
van lijn 12 om de Hoefkade op en wilde daar
bij nog vóór den uit de tegenovergestelde rich
ting komenden motorwagen van lijn 13 pas-
seeren, waardoor hij werd gegrepen. Het
slachtoffer was niet gehuwd.
BANDOENG, 14 Mei (Aneta) De desa Pake-
mitan in het Oedjoengbroengsche is wegens het
uitbreken van pest door de politie geïsoleerd.
„Zeker," zei hij, „en ik zit er ook wat mee in.
Dat was ook de reden, waarom ik vanmorgen in
Richmond was."
„O, ja?" Mijnheer Thyme trok zijn wenkbrau
wen hoog op, want hij zag een nieuwtje aanko
men, dat hij 's middags aan al zijn vrienden by
de lunch zou kunnen vertellen.
Craven knikte.
„Een kar, die gebruikt werd inplaats van de
taxi, waarmee de Squid de ontvoering heeft ver
richt, is door de politie opgespoord, tot in de
High Street, in Richmond, maar verder heeft
men het spoor niet kunnen vinden. De wagen
werd beschreven, als een lange, roode, en ik heb
den heelen morgen doorgebracht, met naar lange
roode wagens te kijken, tot groot ongenoegen
van de verschillende eigenaars."
„Oh, de ironie van de omstandigheden. Tot
resultaat bent u door een wagen het onderste
boven gereden, die volkomen aan die beschrij
ving voldoet. Dat verklaart ook, waarom ik be
zoek ontving van den inspecteur. Hi) wilde mijn
wagen zien."
„U bent toch bygeval niet de Squid?" vroeg
Jimmy, en toen Thyme goedmoedig en beleefd
glimlachte: „maar natuurlijk bezet de edele
kunst van het bankierswezen dat een heel an
dere tak van misdaad is het voornaamste
deel van uw tijd."
Mynheer Thyme vermaakte zich met de grap,
die ten koste van hemzelf was en na nog een
beetje heen en weer praten, stond hy op.
„Werkelijk," zei hy, „niet, dat ik u wil haas
ten, maar ik moet in de stad zyn, om een con
ferentie by te wonen. U wüt me zeker wel ver-
Maandagmiddag om half één be
klom Zijne Excellentie de Minister
van Waterstaat de commandobrug
van het luxe schip der Holland-
Veluwe Lijn, de „Kasteel Staver-
den". Onder het oog van den
Minister stuurde de roerganger het
schip door de vergroote haven van
Harderwijk naar open zee. Juist
vóór de vaargeul, tusschen de
leidammen, was dwars over het
water een lijn gespannen, waaraan
wimpels in het geel-blauw der oude
Hanzestad lustig wapperden in de
straffe bries. Terwijl uit koperen
monden het „Wilhelmus" weer
klonk, de saamgestroomde bevol
king luide juichde, raakte de steven
van de „Kasteel Staverden" de
lijn, spande haar secondenlang, tot
de hindernis brak en het schip voor
waarts stoomde, de zee tegemoet.
Harderwijks vernieuwde haven was
geopend.
Voor de meer dan zeven-honderd-jarige stad
aan de hooge Veluwekust had dit oogenblik
een groote historische beteekenis. Een andere
periode in haar roemryk bestaan was ingeluid.
Door donkere wolken, die zich sedert jaar en
dag met de afsluiting van haar levensbrond, de
Zuiderzee, boven haar bonte daken hadden
saamgepakt, brak het licht van nieuwe hoop.
Was het de eer van Harderwyk, dat haar bur-
gery in den stryd om het behoud van een open
zee niets onbeproefd had gelaten, nog méér
pleit het voor haar, dat zy met onverzwakte
energie voor de toekomst wil redden wat te
redden valt en naar nieuwe mogelijkheden
uitziet.
Want levenskrachtig is deze oude stad met
haar voornaam gebaar, gebleven uit de dagen,
toen zy als Geldersche academiestad haar
groote vermaardheid genoot, toen de broeders
van St. Jan van de Commanderie 'sHeerenloo
er hun winters doorbrachten, Linnaeus er de
doctorenbul verwierf. In de statige „profes
sorenhuizen" van Donker- en Brugstraat, waar
nog de geur hangt van grauwe folianten, een
geur die zich zoo merkwaardig mengt met den
zilten adem van den buitenkant, woont een
geslacht, dat rusteloos arbeidt aan de op
komst en bloei van de oude veste.
De voorgeschiedenis van dezen havenaanleg
of meer in het byzonder van de geul, die reeds
vroeger gegraven werd door „het Harde", de
bank, die zich uitstrekt in het water vóór Har
derwijk, is de eer van een groep voortvarende
ingezetenen met aan het hoofd de industrieel
E. den Herder, de „vader van de vaargeul",
op wier onverdroten en moeizaam streven thans
de kroon is gezet.
Op de beteekenis van deze jongste haven
verbetering wees de energieke burgemeester de
Jong Saakes in zyn rede tot de genoodigden
aan boord van de „Kasteel Staverden". Tot
dusver, zoo zeide hy, heeft de afsluiting der
Zuiderzee voor de stad Harderwijk niets dan
nadeel beteekend, waarvan zich de financieele
gevolgen reeds doen gevoelen. Besomden de
Harderwyker visschers in .het jaar 1932 nog
voor 286.000, over 1933 was dit reeds vermin
derd tot ongeveer 165.000. De terugslag op
nevenbedryven en handel is zeer gevoelig.
Tegen dezen donkeren achtergrond komt nu
echter het feit van dezen dag helderder in het
licht.
In verband met de verlaging van het water
peil op het IJselmeer, was de dienst der Zui
derzeewerken wetteiyk verplicht de haven uit
te diepen, om haar voor schepen toegankelyk
te houden. Dit werk is thans op loyale wyze,
in samenwerking met het gemeentebestuur,
uitgevoerd. De Westelijke leidam is buiten
waarts verlegd en in plaats van de oude haven
in zwakken S-vorm, feitelyk niet veel meer
dan een gracht, is na verbreeding een ruim
bassin verkregen met nieuwe loswallen. De
grond, die hierby vry kwam, is gebruikt voor
ophooging van een toekomstig opslag- en in
dustrieterrein aan den Oostelyken wal, terwyi
Westelyk van den haveningang een strand is
aangeplempt.
ontschuldigen. Kan ik u misschien naar 't sta
tion laten brengen?"
Jimmy had eigeniyk heelemaal geen plan ge
had om naar 't station te gaan, of om zoo spoe
dig al terug te keeren, maar in de gegeven om
standigheden, bleef er al weinig anders te doen
over. Hy nam 't aanbod aan.
ACHT EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK
Wat Jimmy deed
De auto van mynheer Thyme reed zachtjes het
stationsplein in Richmond op en bleef staan. De
kleine, zwaariyvige bankdirecteur stapte uit en
hield de deur voor zyn gast open.
Toen Jimmy opstond, viel zyn sigarettenko
ker, die ongemerkt te ver uit zyn vestjeszaak had
gestoken op de zitbank, en vóór Jimmy hem kon
grypen, viel hy erlangs af, tusschen de stoffee
ring in.
Het was maar een klein ongelukje, maar het
zou toch een heele wyziging brengen in Jimmy's
manier van handelen.
„Wacht u even, zei Jimmy en, zich voorover
buigend, stak hy zyn hand in de diepte naast de
bank, en vischte er zyn koker uit op
Hy vischte ook nog iets anders op, en na een
verschrikten blik er op geworpen te hebben, liet
hy het ongemerkt in zyn zak verdwijnen en
stapte uit.
„Hebben wij hetzelfde doel?" vroeg mijnheer
Thyme hoffelijk, een abonnementskaart eerste
klasse te voorschyn halend, „ik moet naar de
stad."
Minister Kalff merkte in zijn ant
woord op, hoe hij in zijn nog korte
ambtsperiode diep onder den in
druk was gekomen van de groote
bezwaren, welke de Zuiderzee-
bevolking van de afsluiting onder
vindt. Wij moeten nu wel de bakens
verzetten en de gemeente Harder
wijk komt hulde toe voor den moed
en durf, betoond bij dezen haven-
aanleg, die veel moge bijdragen tot
geluk en bloei der stad.
Het officieele gezelschap maakte hierna met
de „Kasteel Staverden" een rondvaart op het
water der oude Zuiderzee, dat driftig kuifde en
krulde in de styve bries en verkleurde in
duizend nuances onder de wisselend grauwe en
brekende luchten. En aan de lunch op dit
mooie schip, dat rustig lag op de woelige zee
als op den vyver van een park, had men het
uitzicht over de bewogen watervlakte, waarop
de donkere zeilen der visschende Harderwyker-
vloot naar alle zyden stonden afgeteekend.
Het was een schouwspel, onvergeteiyk schoon,
evenals trouwens bij den terugkeer, de aanblik
der bonte stad met het warme donkerrood, ge
broken door het frisch bottende groen op
pleinen en in tuinen, het geheel gevat in de
omlysting van de lachende Veluwe-kust.
Er zijn aan boord, waar burgemeester de
Jong Saakes als gastheer voorzat, hartehjke
toespraken gewisseld, wel eens gekruid door
een klacht of een verwytend woord, maar als
geheel in een opgewekte stemming, passend bij
dezen voor Harderwijk zoo veelbelovenden dag.
Maandagmiddag was de 18-jarige H.B.S.-er
Simon te Nijmegen, per fiets op weg naar
school.
Komende uit de Stieltjesstraat wilde hy den
Kronenburgersingel afryden juist voor een
aankomende taxi uit. Hy kon den draai niet
kort genoeg meer nemen en botste tegen den
auto aan.
Met een geweldigen slag werd hy neergewor
pen. De jongen kwam zoo ongelukkig met zyn
hoofd op de straatsteenen terecht, dat hy dood
werd opgenomen,
Het stoffelyk overschot werd naar het St.
Canisius-ziekenhuis overgebracht.
De politie, die het iyk in beslag heeft geno
men, stelt een ernstig onderzoek in.
Omtrent den roofoverval en moordaanslag,
Zaterdagavond j.l. in het perceel Ryswyksche-
weg 329 te Den Haag gepleegd op den 53-
jarigen heer F. Blancke, vernemen wy nog, dat
de tweede verdachte, J. A. O., by zyn vlucht
eenige gouden en zilveren munten moet heb
ben verloren in de Calandstraat, waar hy deze
uit zyn zak hoorde vallen. De portemonnaie
zelf is niet in handen van de daders gekomen,
doch wel de inhoud ervan, dien zy los in den
zak hadden gestoken. O. had echter een gat
in de voering van zyn colbertjas en daardoor
zouden eenige munten verloren zijn geraakt.
zy, die deze munten mochten hebben ge
vonden, of daaromtrent inlichtingen kunnen
verschaffen, worden verzocht, dit ten spoedig
ste aan de politie mede te aeelen.
Ook moet een bankbiljet van 10 onderweg
van Den Haag naar Hoek van Holland door O.
zijn verloren. De vinder daarvan cüent zich
eveneens ten spoedigste te melden, ook m het
belang van het politieonderzoek.
De toestand van het slachtoffer, den heer
Blancke, is naar omstandigheden goed.
Maandagmiddag, na schooltijd, is op den
Staphorsterweg, tusschen Staphorst en Meppel,
het ongeveer acht-jarige zoontje van den heer
Siersma uit Staphorst, onder een personenauto
geraakt en gedood.
zl
Lloyds deelt mede, naar uit Londen gemeld
wordt, dat de Nederlandsche stcomer ,,Cryns-
sen" op 29 gr. 20' Noorderbreedte en 42 gr. 40'
Westerlengte hulp verleent aan den Britschen
stoomer „Mabriton" aan boord waarvan brand
is uitgebroken. Onmiddeliyk gevaar is niet aan
wezig.
Craven's ontdekking had hem tot nadenken
gebracht en in een paar seconden tyd had hy
besloten, Richmond nu zeker niet te verlaten.
,Ochnee" zei hij verontschuldigend. „Ik
wilde toch eigeniyk eerst myn kantoor nog even
opbellen, en een paar andere dingen doen. Ik wil
'4 niet graag ophouden. Ik dank u wel voor het
gebruik van uw auto."
„En het ongeluk," zei mynheer Thyme goed
hartig spottend.
„En het ongeluk," zei de reporter op een
vreemden toon, maar mynheer Thyme merkte
dien niet op. Zy gaven elkaar de hand en de
bankdirecteur trad het station binnen.
Zoodra hy uit het gezicht was, keerde Jimmy
zich peinzend om en ging den rooden wagen
achterna, die hen naar 't station gebracht had,
en die nu juist weer wegreed.
Hy stak zijn hand in zyn zak en haalde er een
kleine zegelring uit, dien hy met gefronste wenk
brauwen bestudeerde.
Er stonden initialen in gegrift: „L.R." en hij
had den ring wel eens aan Leslie's hand gezien.
Het was een cadeau van sir Marcus.
Hy keek nu echt somber.
Leslie's ring in den wagen van mynheer
Thyme een lange roode wagen!
Jimmy versnelde zyn pas.
Na een paar minuten flink aangestapte te heb
ben, kwam hy by het huis, dat hy niet lang ge
leden had verlaten. Er was van den rooden wa
gen niets te zien, en hy veronderstelde, dat men
het voertuig in de garage had opgeborgen. On
derzoekend liet hy zyn blik over het huis gaan.
(Wordt vervolgd)