Uit de wereld van de film
wm
Samenwerking over de heele linie
Tijdschrift „Film
front"
OM DEN GROOTEN PRIJS
VAN EUROPA
ZONDAG 20 MEI 1934
SMAL-GELUIDSFILM
Het Agfa-apparaat
Sup erton-Mo vector
Strijd met den bioscoop
bond
Tal van bekende renners
zullen deelnemen
PERIODIEKE ONTHOUDING IN HET HUWELIJK
De Katholieke Sport en de
Sociale Organisaties
Wekelijks Bearsoverzicht
VAKVEREENIGING VAN FILM
KUNSTENAARS
Definitief opgericht
KUNST VAN HEDEN
GEORG EHRLICH
Zijn tentoonstelling in „Arti"
CAFE-RESTAURANTBEDRIJF
IN NOOD
Imperatieve verlaging der perso-
neele belasting gevraagd
Consul der Nederlanden te
Santander
J. A. van Lakerveld
Prof. dr. A. W. Nieuwenhuis
De voorbereidingen van de T. T.-
races zijn reeds in vollen gang
NAAR DE MISSIE
Schuldbrieven aan toonder
WIJLEN KONINGIN EMMA
Gedenkpenning voor Delftsche
politie
De moeilijkheid
Een eigen Sportbond?
Samenwerking is noodig
De eigen zelfstandige plaats
van de sport
(Samengesteld door De Spaarne
Bank N.V. Amsterdam)
3'V*
ibh
6m
ïllVa
lè pCt
Dezer dagen waren wij in de gelegenheid
te zien en te luisteren naar een demon
stratie met het nieuwe apparaat der Agfa
de z.g. Agfa-Superton-Movector, een geluidspro
jectie-apparaat voor smalfilm op 16 millimeter.
Een technische uiteenzetting van de werkwij
ze van dit apparaat kan in deze rubriek weinig
nuttigs verrichten. Laten we daarom met een
enkel woord constateeren, dat de geluidsweer
gave volkomen zuiver en zeer krachtig was en
in niets onderdoet voor de geluidsprojectie
van normaalfilm, zooals die in de bioscopen
wordt gebruikt. Het eenige verschil is, dat de
smalfilm nooit de beeldgrootte van de normaal
film zal kunnen bereiken op de grootste doeken,
die soms zes tot acht meter breed zijn. Op een
normaal doek echter en in een zaal voor onge
veer duizend menschen verricht dit smalfilm
apparaat even goede diensten als de normaal
film. Welk een vooruitgang dit beteekent, behoe
ven we niet nader aan te toonen. Het prijsver
schil is zoo overweldigend bovendien, dat men
zich zou willen afvragen, of het niet gewenscht
zou zijn, dat alle bioscoopzalen maar niet lie
ver vooraan smalfilm zouden draaien. Dit
kan echter jammer genoeg alleen in theorie.
Voor de groote zalen immers zal de smalfilm
nooit geheel kunnen voldoen, omdat een te
groot beeld veel van zijn waarde verliest, door
dat de z.g. korrel te groot en te grof wordt.
Buiten de groote zalen echter zou het smalfilm
apparaat groote diensten kunnen verrichten,
mits men op voldoehde smalfilms de hand kan
leggen. Dit laatste echter is niet het geval en
zoo zal de smalfilm nog een grooten strijd te
strijden hebben, wil zij de zalen van vereenigin-
gen en de kleinere bioscopen kunnen veroveren.
Het is niet uitgesloten, dat er inderdaad een
felle strijd ontstaat tusschen de exploitanten
van de smalfilm en van de normaalfilm.
Zooals men weet, maken alle filmfabrieken
hun films op normaalfilm. Dit zal vermoede
lijk wel nooit anders worden, tenzij dusdanige
uitvindingen worden gedaan, dat de smalfilm de
normaalfilm geheel kan vervangen en een groo-
tere economie tengevolge zou kunnen hebben.
Maar zoover zijn we nog niet en daarom zal
de strijd voornamelijk moeten gaan over de
vraag, of de films, die op normaalfilm worden
gemaakt, óók op smalfilm zullen verschijnen.
Hier echter doet zich reeds een groote moeilijk
heid voor. Verondersteld immers, dat de film
fabrikanten van iedere film van beteekenis mèt
een normaalcopie tevens een smalcopie zouden
vervaardigen, dan zou daardoor de mogelijkheid
worden geschapen, dat vereenigingen, volksuni
versiteiten enz. deze films op smalcopie kon
den vertoonen tegelijk met of nog vroeger dan
de bioscopen, die de normaalfilm gebruiken.
Hiertegen zouden de bioscoopexploitanten na
tuurlijk ernstige bezwaren maken en wel zoo
ernstig, dat zij contractueel zouden eischen, dat
de smalcopie van een bepaalde film pas gerui-
men tijd na de normaalcopie mag verschijnen.
Men spreekt reeds nu van een tijdsverschil van
minstens drie jaar. Deze maatregel zou natuur
lijk zeer nadeelig worden voor de smalfilm,
maar de vrees is toch gewettigd, dat de bios
coop-exploitanten en dus de filmfabrikanten
niet zullen toegeven in dezen.
Een andere oplossing lijkt niet mogelijk. Zelfs
schijnt men er bezwaren tegen te hebben, dat
de bovenbedoelde smalfilmcopieën, die dus tege
lijk met de normaalcopie aan de markt ver
schijnen, alleen beperkt blijven tot de besloten
vereenigingen, want ook dit duldt de onderne
mer niet. Het zal ons daarom benieuwen, welke
oplossing men in deze moeilijke kwestie vinden
zal.
Het zou natuurlijk te betreuren zijn, wanneer
de bezitters van een geluids-smalfilmapparaat
verstoken zouden moeten zijn van de beste films
der wereldproductie ofwel wanneer zij deze films
pas drie jaar na hun verschijnen zouden kun
nen zien. Het is de vraag, hoeveel films nog de
moeite van een nieuwe copie loonen, nadat zij
reeds drie jaren hebben rondgetoerd. Een aan
tal films zal daar zeker voor in aanmerking ko
men, doch jammfer is het, dat zij die in het bezit
zijn van een smalfilmprojector, drie jaar lang
zullen moeten wachten om met belangrijke films
hun apparaat productief te maken.
Intusschen: we zijn nog niet zoover, dat reeds
een besluit werd genomen en de groote mogelijk
heden van dit apparaat blijven bestaan, zoodra
men zoover is met de uitvinding van de opna
me-apparaten van deze zestien millimeter smal
films, dat men kan beginnen aan een eigen
origineele smalfilmproductie, die zich niet be
hoeft te storen aan de wenschen der filmfabri
kanten en -exploitanten.
Voor hen, die zich interesseeren voor de tech
niek van het Agfa-apparaat, laten wij hier nog
even volgen enkele technische bijzonderheden,
terwijl in deze beschouwing een afbeelding van
het nieuwe en interessante apparaat werd opge
nomen.
Mechanische rem, tegenover vroeger weerstand
aan motor. Door nieuwe methode veel betere
en nauwkeuriger regeling van het aantal
beeldjes.
In plaats van ventilator is nu een veel e».
rü schloozere Tur ine voor dc koeling ingebouwd
Universeele motor.
Lichtdiafragma (Blende) zonder meer te ver
stellen, zoodat men bij 16 beeldjes 2 vleugel- en
bij 24 beeldjes één-vleugel-diafragma heeft.
Kiesschyf voor stroomsterkte van 100 tot 250
volt. De lenzen die gebruikt worden zijn dezelf
de als voor de vroegere groote Agfa-Movector
(brandpuntafstanden van 3.5, 5 en 6.5 C.M.).
Alle schakelaars en bedieningsorganen liggen
aan den rechterkant van het toestel, waardoor
goed overzichtelijk.
Ampèremeter blijft steeds verlicht. Bij stil
zetten van het toestel gaat automatisch con
trole-lampje aan. De weerstand van de lamp
waardoor lichtsterkte geregeld wordt springt bij
het stilzetten van het toestel automatisch op
het nulpunt. Projectie van kleurenfilm zonder
meer mogelijk. Bij gebruik van Ozaphanfilm
eenvoudig omschakelen, waardoor druk van
beeldvenster geregeld wordt. Lamp en motor
worden door een zekering beschermd tegen ver
keerd aansluiten. Men kan spoelen van 240 M.
gebruiken, met een bijzonderen spoelarm, waar
door men op een projectieduur komt van f2 uur
bij geluidsfilm, en 1 uur bij stomme film zon
der eenige onderbreking. Het tandraderenhuis
is met olie gevuld, waardoor zeer weinig slijtage
en geruischloos loopen. De lensvatting kan zon
der meer losgenomen worden, waardoor schoon
maken van beeldkanaal zeer vergemakkelijkt
wordt.
Het veertiende nummer van „Filmfront"
opent met een feilen aanval op het beleid van
den Ned. Bioscoopbond, die tracht zich met
de zaken van het filmfront te bemoeien. Het-
artikel werd geschreven naar aanleiding van
het jaarverslag van den bond en is ondertee
kend door den voorzitter der vereeniging en
den redacteur van het orgaan. In het artikel
worden de gesties van den bond becritiseerd
en tevens aangekondigd, dat het Filmfront
onder geen omstandigheden zal wijken. De slot
zin van den aanval luidt als volgt:
„Wat is de conclusie uit dit alles? Dat we
doorgaan met wat we deden. Dat wij thans
sprekend namens duizenden, spoedig zullen
spreken namens tienduizenden en nog eens
tienduizenden en nog eens! In weerwil van de
terreurpolitiek, die de bioscoopbond zoo bru
taal volgt! En de Hemel zal weten, hoeveel
leden van den bond een zucht van verlichting
zullen slaken, als de bordpapieren kracht
patserij van „het Hoofdbestuur" met deuken
gaat loopen."
Verder lezen we in dit artikel, dat de Bios
coopbond niet zóó vijandig tegenover het Film
front stond, of hij noodigde de vereeniging uit
raison van ruim duizend gulden lid te worden
van den Bioscoopbond.
Nadat het Filmfront echter voor de eer had
bedankt, werd de houding van den bond open-,
lijk vijandig.
De aanteekeningen van Jan Hin, reeds in
het vorige nummer begonnen, worden in dit
nummer voortgezet.
Herluf von Merlet becritiseert de film „Ca-
tharina de Groote" en onder den titel „Ameri-
kaansche driehoeksmentaliteit bespreekt Leo
Hanekroot enkele nieuwe films uit Hollywood.
De nieuwe Zweedsche film „Zijn laatste Nacht"
wordt door A. J. D. van Oosten behandeld.
Close-up bespreekt een paar nieuwe Paramount-
films, waarna Hanekroot een reeks Duitsche
films afdoet onder het verwijt „de volmaakte
onbelangrijkheid".
Rector van Schaick en Close-Up polemisee-
ren over het orgaan, waaromtrent zij verschil
lende opvattingen hebben. Karei Lensfeit ten
slotte wijst op het gevaar, dat schuilt in de
plaatjes van filmsterren, die men aantreft in
sigaretten- en bonbondoosjes e. d.
Tot slot de rubriek „Nieuws van het Front"
waarin wordt medegedeeld, dat Filmfront voor-
loopig geen nieuwe afdeelingen zal oprichten.
De aanvraag is te groot om het mogelijk te
maken, dat alle nieuwe afdeelingen gezond en
grondig gefundeerd zullen zijn.
Intusschen worden de propagandisten aange
spoord toch zooveel mogelijk leden te werven,
die dan later vanzelf onder de nieuwe afdee
lingen zullen ressorteeren.
vergadering gehouden, waarin de vereeniging
haar definitieven vorm heeft gekregen.
Tot bestuursleden werden gekozen: Mannus
Franken (voorzitter), Simon Koster (ie secre
taris), G. J. Teunissen (penningmeester) Otto
van Neyenhoff (vice-vcorzitter) en Max de
Haas (2e secretaris), terwijl J. C. Mol, Ab Key-
zer en A. H. Wegerif Gzn. tot commissarissen
werden benoemd. Het secretariaat is gevestigd:
Vossiusstraat No. 11, Amsterdam-Zuid.
Het doel van de vereeniging is: de bevorde
ring en de behartiging van de cultureele, artis
tieke en maatschappelijke belangen van hen,
die den scheppenden arbeid verrichten bij de
vervaardiging van films in Nederland, waardoor
de vereeniging ertoe wil bijdragen, de film in
het algemeen en de Nederlandsche film in het
bijzonder op een zoo hoog mogelijk jpeil te
brengen.
De vereeniging tracht dit doel te Dereiken
door middel van een programma van werk
zaamheden, waarop de volgende punten voor
komen:
a) het houden van algemeene besprekingen
over de belangen van de vereenigingsleden en
van de film;
b) het voorstaan dezer belangen bij de be
voegde autoriteiten;
c) het nemen en steunen van maatregelen,
welke dienstig kunnen zijn tot de bevordering
van de moreele, cultureele en materieele be
langen van de leden der vereeniging;
d) het samenwerken met andere organisa
ties, zoowel hier te lande als in het buitenland,
ter bevordering van gelijktijdige of gelijksoor
tige belangen;
e) het doen en bevorderen van alle stappen,
die kunnen leiden tot zoo gunstig mogelijke
arbeidsvoorwaarden voor de leden der ver
eeniging;
f) het zoowel bemiddelend als scheidsrechter
lijk optreden bij geschillen, waarbij de leden
betrokken zijn;
g) het uitgeven van een orgaan en andere
geschriften;
h) het inrichten en instandhouden van een
steunkas; en
i) het organiseeren van leergangen, de tech
niek en de aesthetiek van de film betreffend.
De uitvoering van dit programma van werk
zaamheden zal door het bestuur onmiddellijk
met kracht ter hand worden genomen.
De Nederlandsche Vakvereeniging van Film
kunstenaars heeft dezer dagen haar statutaire
Zaterdagmiddag is de vanwege „Arti et Ami-
citiae" te Amsterdam georganiseerde tentoon
stelling van werken van den Weenschen beeld
houwer Georg Ehrlich geopend, waarbij de voor
zitter prof. Huib Luns de volgende rede hield:
Autarkie op economisch gebied vindt helaas
veel meer toepassing in de practijk dan dat zij
als theorie verdedigd wordt. Maar Autarkie op
het gebied der kunsten is zoo'n opvallende
dwaasheid dat zij wel niemand vinden zal om
haar in bescherming te nemen. Want ook zij
die de internationalisatie der kunsten een ramp
zouden achten omdat iéder volk en elk land zijn
eigen aard en zijn eigen woord juist in de kun
sten tot uitdrukking moet brengen, achten het
een dwaasheid niet door uitwisseling van ge
dachten en door vergelijking met de kunst van
andere landen en andere volkeren te willen lee-
ren en te willen worden opgewerkt.
In Nederland beijvert men zich reeds lang
werk van vreemden op het gebied der beeldende
kunsten geregeld naar ons land te krijgen, niet
om 't uitsluitend te bewonderen, maar zeker toch
om door vergelijking met ons eigen werk er van
te leeren.
De Maatschappij „Arti et Amicitiae" acht
een heel ander beeld op het leven van, en in
sche kunstenaars, ditmaal een Oostenrijksch
beeldhouwer in de gelegenheid te stellen zijn
werk ten toon te stellen.
Ehrlich, in 1897 te Weenen geboren, geeft wel
een heel ander beeld op heet leven van, en in
zijn vaderstad dan de Wiener Walzer en de
Operette dat bij ons geregeld doet. Tu Felix
Austrazal wel niemand uitroepen voor
het werk van dezen kunstenaar, die zijn arbeid
reeds in verschillende Europeesche Musea zag
opgenomen.
Maar de tijden van het Felix Austria zijn,
wij willen het hopen, niet voorgoed maar
dan toch voorloopig voorbij. Wij in Holland ken
nen de kinderen van Oostenrijk zooals Ehrlich
ze geeft, en wij hebben er deernis mee gehad.
Laten wij dames en heeren voor het werk
van dezen jongen kunstenaar er nog eens aan
denken: dat kunstwerken niet alleen in stilte,
maar heel vaak ook in smart worden geboren.
De kunstenaar, die als officier in frontdienst
den wereld-oorlog meemaakte, heeft het smarte
lijke leven van zijn volk blijkbaar volkomen
doorleefd en met een sterk en ernstig technisch
vormvermogen zijn ontroering weten uit te
drukken.
Het verheugt ons dit werk te kunnen toonen
en tevens een blijk van bewondering te geven
aan het oude Oostenrijk dat, vechtend voor zijn
leven, de wereldsympathie in ruime mate heeft.
Moge deze tentoonstelling voor den kunstenaar
een succes worden.
Wij wenschen dat niet minder den drie Ne-
derlandschen schilders, die tegelijkertijd hun ar
beid exposeeren.
't Wordt van mij niet verwacht dat ik voor
u het werk van mevr. van ItersonKnoepfle,
David Schulman en Marinus van Kaalte karak
teriseer.
Deze schilders zijn oude bekenden van hen,
die onze tentoonstellingen bezoeken. Zij zullen
er oude werken met genoegen terug zien en
vooral, doordat van deze schilders ieder een vrij
groote groep bijeen hangt, zullen zij in staat zijn
het beeld, dat zij zich van deze kunstenaars
gevormd hadden, voor zich zelf te verduidelij
ken.
Met dank van bestuurderen der Maatschappij
aan allen die op hun uitnoodiging hier wel heb
ben willen tegenwoordig zijn, verklaar ik deze
tentoonstelling als te zijn geopend.
De Ned. R. K. Middenstandsbond verzoekt
ons te melden, dat als een der bedrijfstakken,
welke door de economische omstandigheden
uiterst zwaar zijn getroffen, ongetwijfeld kan
worden genoemd het Hotel-, Café- en Restau
rantbedrijf. De noodtoestand manifesteert zich
duidelijk in de sluitingen en executie-verkoo-
pen, welke hier aan de orde van den dag zijn.
Deze noodtoestand wordt mede veroorzaakt
door de hoogere lasten, welke van overheids
wege in onderscheidenen vorm op het bedrijf
zijn gelegd.
Bij de Wet tot Wijziging van de Wet op de
Personeele Belasting van 28 Juli 1933 werd zulks
ten deele erkend, toen werd toegestaan, dat bij
gemeentelijke verordening de perceelen of ge
deelten van perceelen, uitsluitend dienende tot
uitoefening van het koffiehuis- en restaurant
bedrijf, ten aanzien van de personeele belasting
zouden kunnen worden gelijk gesteld met win
kelhuizen of gemeubileerde kamers.
Slechts een uiterst klein aantal gemeente
besturen heeft van de verleende bevoegdheid
tot verlichting van lasten gebruik gemaakt.
Gezien den noodtoestand in dezen bedrijfstak
heeft de Ned. R. K. Middenstandsbond gemeend
zich thans tot den Minister van Finar.c ën te
moeten wenden, met het dringende verzoek zoo
danige voorzieningen te treffen, dat de bedoel
de verlaging van personeele belasting inder
daad ook door de gemeentebesturen wordt
doorgevoerd. Zoo noodig ware deze verlaging
aan de betrokken besturen dwingend voor te
schrijven, nu in de practijk is gebleken, dat
met het verleenen van de bevoegdheid zonaer
meer geen effect voor het bedrijfsleven wordt
gesorteerd.
Bij K. B. is de heer A. Piris benoemd tot con
sul der Nederlanden te Santander, buiten be
zwaar van 's Lands schatkist.
Het ressort van het consulaat strekt zich uit
over de provinciën Oviedo, Burgos, Santander,
Logrono, Palencla en Leon.
Aan den heer Piris moet in de Engelsche of
Fransche taal worden geschreven.
Op ruim 68-jarigen leeftijd is Zaterdag te Den
Haag overleden de heer J. A. van Lakerveld,
oud-referendaris ter griffie van de Eerste Ka
mer der Staten-Generaal.
Bij zijn 40-jarig dienstjubileum benoemde de
regeering hem tot officier in de orde van Oran-
je-Nassau.
Prof. dr. A. W. Nieuwenhuis, hoogleeraar aan
de Leidsche Universiteit in de geschiedenis, let
terkunde, oudheden, instellingen, zeden en ge
woonten der volken en natuurkundige aardrijks
kunde van den Indischen Archipel, zal Dinsdag
den zeventig-jarigen leeftijd bereiken en der
halve aan het eind van dezen academischen
cursus het hoogleersambt moeten neerleggen.
23 Juni a.s. zullen te Assen de T/I .-races
wederom aanvangen en van heinde en ver, uit
Nederland, maar ook vast ver buiten onze
landsgrenzen, zullen honderden en honderden
belangstellenden weer naar Drente komen, om
deze wedstrijden bij te wonen.
De tribunes worden reeds opgericht en ook
aan de telefoonverbindingen en de radio-posten
wordt reeds druk gearbeid. Het publiek zal op
23 Juni alles prachtig georganiseerd vinden.
In een Zaterdagmiddag in het Jaarbeurs-
restaurant te Utrecht gehouden bijeenkomst
zijn door de organisatie-commissie verschillen
de mededeelingen gedaan over de organisatie.
Zooals men weet, is de aanduiding T.l. ont
leend aan de races, welke reeds jaren lang in
Engeland worden gehouden. Deze wedstrijden
werden daar aanvankelijk georganiseeia door
den Handelsbond, met het doel, de mekoren te
verbeteren. De T.T. werd beroemd en bij de
aanduiding van dergelijke wedstrijden in an
dere landen werden deze letters overgenomen.
Ook in Nederland is dit het geval geweest. Snel
steeg het aanzien van de Nederlandsche T.T.
Steeds meer rijders van internationale betee
kenis namen aan deze wedstrijden deel en
overal in het buitenland worden ze mei waar
deering genoemd.
Reeds vele inschrijvingen van motorrijders
van internationale bekendheid uit Duitschland,
België en Zwitserland zijn binnengekomen. Van
Italië heeft men officieel nog niets vernomen,
maar officieus is er echter reeds contact. Ver
der is de commissie nog in onderhandeling met
eenige bekende Spaansche rijders. De renner
Toyo, kampioen van Egypte, zal verder ook op
het appèl zijn.
Over het algemeen komen de Hollandsche
inschrijvingen nog traag binnen.
Op het oogenblik is als volgt ingeschreven:
175 c.M3. klasse: Goor op Benelli, v. Geert
op Rush, Dicwel op Barbé, Schoeppe op M.M.,
Hardy op Barbé.
250 c.M3. klasse: Winkler op D.K.W., Johns-
son op Cotton, Manders op New-Imperial, Dob-
son op New-Imperial, Nolet op Lady, Joigt op
Guzzi.
3-50 c.M3. klasse: Vieyra op Velocette, Moejes
op Velocette, Ahlswede op Velocette, v. d. Pluim
op Husguama, Timmer op New-Imperial, Ber-
tolet op Rush, Vasen op Norton, Renier op
"arolea. Poinson op Sarolea.
500 c.M3. klasse: v. Wijngaarden op Norton,
v. d: Pluim op Husguarna, Datson op New-Im
perial, Toyo op Rush, Frentzen op D.K.W., De-
meuter op F.N., Noir op F.N., Milhoux op F.N.
Vrijdag 18 Mei gingen de zeereerw. paters
Hub. Kapell, M.S.C. en Joh. Spelz, M.S.C. te
Marseille scheep om terug te keeren naar hun
Missie op Celebes, waar zij te voren reeds
gedurende twaalf jaar werkzaam waren.
Met de „Baloeran" vertrokken op Vrijdag 18
Mei de eerw. zusters M. Agnella Bertrams en
M. Johanna van Dinther, van de Dochters van
O. L. Vrouw van het H. Hart, Tilburg, naar
de Apostolische Prefectuur van Poerwokerto
(Java).
Binnen één jaar heeft deze Congregatie twaalf
nieuwe Zusters naar verschillende Missies uit
gezonden.
Een aanvulling van het eindverslag van de
commissie van rapporteurs der Eerste Kamer
over het wetsontwerp houdende voorschriften
voor de vergadering van houders van reeds uit
gegeven schuldbrieven aan toonder, bevat de
mededeeling, dat eenige leden de opmerking
maakten, dat krachtens de bepalingen van dit
ontwerp de crediteuren niet gelijk worden be
handeld, daar de houders van schuldbrieven
aan toonder tot een accoord zullen kunnen wor
den gedwongen, terwijl dit niet van toepas
sing is op andere crediteuren der betrokken
vennootschap, zoodat deze hun rechten ten voile
en ongeschonden behouden.
ZOOEVEN VERSCHENEN de zevende, veel vermeerderde druk van:
METHODE OGINO—SMULDERS
Door J. N. J. Smulders, arts, omgewerkt en uitgebreid in samenwerking
met J. G. H. Holt, Vrouwenarts, Doorn. Met een moraal-theol. bijdrage
van Dr. P. Heymeyer, S.J. PRIJS: 2.50
A. N. GOVERS N.V., R.K. Boekh., Westeinde, Den Haag, Girorek. 12006
Naar wij vernemen, heeft eenigen tijd gele
den H. M. de Koningin aan den burgemeester
van Delft een bedrag in geld ter beschikking
gesteld als bewijs van erkentelijkheid voor de
diensten, door het politiecorps te Delft bewe
zen tijdens de begrafenis van wijlen H. M. de
Koningin-Moeder.
Ingevolge hiervan heeft de commissaris van
politie te Delft Zaterdagmorgen aan alle leden
van het personeel een fraaien bronzen penning
aangeboden, speciaal geslagen door de Konink
lijke fabriek van edelmetaal Begeer. De pen
ning bevat aan de eene zijde de beeltenis van
wijlen H. M. de Koningin-Moeder, benevens
den geboorte- en den sterfdatum, en aan de
andere zijde de inscriptie: „In den rouw van
Oranje deelt heel het volk."
We hebben kennis genomen van het commu
niqué dat aan de pers is verstrekt en waarin
verklaard wordt, dat de katholieke sportorga
nisatie en het R. K. Werkliedenverbond elkaar
hebben gevonden en hebben besloten tot sa
menwerking.
Het zeer sober gehouden communiqué zegt
niets over den vorm waarin deze samenwerking
zal bestaan, en evenmin duidt het in concreto
de punten van samenwerking aan. We moeten
dus gissen. Het zou niet moeilijk vallen na te
gaan op welke facetten van het veelkleurige
maatschappelijke leven de beide organisaties
elkaar zullen treffen: de beperkte bemoeiings
sfeer van de sport duidt die wel heel scherp
aan. Met andere woorden: de samenwerking
zal zich vooral bepalen tot den nieuwen aan
groei van het R.K.W.V.: de jonge werkman en
wat daarom heen is geweven. Alles wat zich
beweegt op zuiver stands- of vakvereenigings-
terrein blijft buiten deze bemoeiingssfeer. Na
tuurlijk!
Dat de R. W. W. V. zich nader over het
sportvraagstuk gaat oriënteeren is niets bij
zonders. Het is ons bekend, dat vooral in som
mige kringen van het R. K. Werkliedenverbond,
de actie van den socialistischen arbeiders-sport
bond met belangstelling wordt gadegeslagen.
Daar waar de sportbond van de S. D. A. P.
zijn werkzaamheid 't levendigst ontplooit, ont
staat als vanzelf een tegenactie! Sport trekt de
jeugd in heel sterke mate. En het valt dus te
verklaren, dat de katholieke, gewestelijke sport
leiders, gaarne het trekmiddel in de hand ne
men als daarmee voor hen winst te behalen
valt.
De katholieke leiders riepen daarom in en
kele gewesten om meer attentie voor de sport.
Sterker nog: ze riepen om een eigen aroeiders-
sportbond op katholieken arondslag.Uit be
sprekingen, die we met enkele arbeidersleiders
mochten voeren, bleek dat overduidelijk.
Of de R. K. W. V het dien kant zal laten
uitgaan, dat ze in de richting van een eigen
sportbond werkt, weten we niet, Uit het boven
genoemde commdiilq ié valt af te leiden dat
dit niet het gei,ai is. Anders was er van samen
werking geen sprake.
We kunnen ons niet indenken, dat de vol
komen zelfstandige katholieke sport be weg i.ig
een autonoom lichaam naast zich zou dulden,
dat precies dezelfde belangen behartigt. Dat
zou de doodsteek zijn voor de zoo noodzakelijke
eenheid. En met welk recht men aan een nieu
wen katholieken arbeiderssportbond werkt, is
ons evenmin duidelijk; tot nu toe hebben in de
kath. sportwereld alleen een plaats gevonden,
die zich in de sport principieel wilden organi
seeren: arbeiders, middenstanders, intellec-
tueelen, boeren, enz.
En van dat standpunt zal noch kan de te
genwoordige principieele sportorganisatie af
stappen. En we hebben voldoende vertrouwen in
het verstandige inzicht van de leiders van
beide organisaties, dat ze zich niet zullen laten
verleiden tot zulk een sprong in het ongewisse.
Een groot aantal jeugdige katholieke spor
ters zwerft nog rond in het neutrale kamp.
Sommigen doen dat uit een zekeren trots: het
staat zoo gekleed, vinden ze, als ze lid zijn
van een groote neutrale vereeniging. Tot hen
is het Bisschoppelijk vermaan nog niet doorge
drongen. Anderen zijn lid van zulke vereeni
gingen uit sleur; hun vaders waren er lid van,
hun grootere broers zijn het ook, dus moeten
zij het ook zijn. Het is de gewone jongensrede-
neéring met alle fouten van dien. Weer ande
ren meenen, dat ze alleen in de neutrale ver
eenigingen kunnen vinden de volledige ont
plooiing van hun sportieve aspiraties. Die zoo
redeneeren, kennen allerminst het peil, waarop
de tegenwoordige katholieke sportbeweging
staat.
Dat de katholieke voormannen (in de sport)
met deze moderne sportpropagandisten de
meeste moeite hebben, ligt voor de hand; zij
immers houden niet alleen den grooten opbloei
van het katholieke vereenigingsleven tegen,
neen, ze zijn ook levend propaganda-materi-
aal voor de niet-katholieke vereeniging.
En daarom is het driryend noodig, dat in
alle geledingen van het katholieke sociale en
godsdienstige leven, de principieele sportvraag
met groote klem aan de orde wordt gesteld.
Niet alleen bi) de organisaties der katholieke
arbeiders, maar zeker niet minder by de mid
denstanders, de boeren, en de andere sociale
vereenigingsvormen.
Het zou ons daarom niet verwonderen als we
binnenkort het bericht lezen, dat ook met den
middenstand, enz. deze kwestie is geregeld.
Er is geen enkele vorm van jeugdorganisatie,
die zoo lastig in het overige katholieke organi
satieleven is in te schakelen als juist de sport.
De sportbond is noch een specifiek sociale or
ganisatie, noch een religieuze, 't is noch een
jeugdvraagstuk, noch een voor volwassenen
alleen.
De sport is een ontspanningsinstituut en om
vangt als zoodanig alle jeugdige personen, zelfs
tot 30 jaar toe en ouder; ze staat met beide
beenen tusschen alle genoemde organisaties
in, en aan dat typische standpunt zyn juist
de moeilijkheden toe te schrijven waardoor ze
noch in het eene noch in het andere raam kan
worden gevangen.
De sport neemt een volkomen zelfstandige
positie in; haar inschakelen in de jeugdbewe
ging en de verzorging der technische belangen
overlaten aan een „sportoommissie" een
standpunt dat door enkele leiders wordt inge
nomen moet ten slotte uitloopen op een
mislukking. De verzorging der sporttechnische
belangen is zoodanig met andere samengewe-
ven, dat deze niet te scheiden zyn.
Wat zouden algemeene jeugdleiders zeggen,
indien de sport binnen haar bemoeiingssfeer
trok alle belangen, die nu door de overige or
ganisaties worden verzorgd? Dat zou immers
evenzeer tot mislukking gedoemd zyn. Neen,
elk volge zyn eigen weg en alleen door nauw
contact en goed geregelde samenwerking kan
iets positiefs worden bereikt.
Er is één zyde in het omvangrijke sport
vraagstuk, die minder de sport zelf, dan wel
de jeugdzorg raakt: dat is de junioren-kwes
tie. Zyn we goed ingelicht, dan heeft deze
kwestie de volledige belangstelling van de
R.K.F., die het juniorenvraagstuk onder han
den heeft genomen en naar een oplossing
streeft.
Daar ontmoeten de jeugdzorg en de sport el
kaar intens. Maar niet zoodra is de jeugd den
leeftyd van 17 jaar ontgroeid, of ze staat los
van alles; gaat ze via de jeugdvereeniging over
naar de standsorganisatie (weer middels de
Jonge Werkman, Jonge Middenstand, Jonge
Boerenstand enz.) dan behoort ze, wil ze haar
sportieve driften uitleven, noodzakeiyk thuis
in de katholieke sportvereeniging.
Gaat ze over naar de neutralen, dan kan ge
vreesd worden, dat al het goede dat na moei-
zamen arbeid in de jongensjaren werd opge
bouwd, in één slag verloren gaat.
En dat kan de bedoeling niet zyn van de
jeugdleiders, noch van de standsorganisatie.
Daarom is het noodzakeiyk, dat er samen
werking ontstaat over de geheele linie van het
sociale katholieke leven met de leiding van
de katholieke sport. Want alleen in de prin
cipieele sportclub is het katholieke leven van
den jongeman veilig.
DE GROOD.
AMSTERDAM, 18 MEI 1934.
De stemming op de effectenbeurzen weer
spiegelt den geest van onrust en wantrouwen,
waarmede tegenwoordig de menschen bezield
zijn. Meer dan ooit heeft de wereld behoefte
aan een tydperk van vrede, zoowel op politiek,
sociaal als economisch gebied, maar dit nood
zakelijke fundament voor een wereldherstel
wordt by zyn constructie door internationale
politieke verwikkelingen gesaboteerd. Tijdens
den oorlog zijn schatten van productieve krach
ten vernietigd en wat voor gevolgen dit heeft
gehad voor het menschdom, ondervinden wy
aan den ïyve. Maar niettegenstaande deze har
de les schijnen de regeeringen niets geleerd te
hebben en geven zij jaarlijksch millioenen uit ter
versterking en uitbreiding van land-, zee- en
luchtmacht. Door bet opbrengen van zwaar
drukkende belastingen en het deelnemen in
Staatsleeningen moeten de individuën biyk ge
ven van hun enthousiaste nationale gevoelens
en investeeren zy zoodoende hun kapitaal in
objecten, welke hun welvaart bedreigen. Om aan
deze wantoestanden een einde te maken, heb
ben de leden der Algemeene Ontwapenings
Commissie zestien jaren met volharding en ge
duld om de groene tafel gezeten. Geruchten loo
pen, dat de vergaderingen voor onbepaalden tyd
worden verdaagd en dat hun voorzitter zal af
treden. Ook al zyn deze berichten onjuist, dan
is het toch te begrijpen, dat zelfs de grootste
optimist tot wanhoop wordt gebracht en dat
men gaat twyfelen aan de kundigheid en goe
den wil der verantwoordeiyke personen.
Een tweede factor van onzekerheid vormen de
oorlogsschulden, welke voor een belangrijk deel
verantwoordeiyk zyn voor den langen duur der
crisis en den chaos op monetair gebied. Nu de
15e Juni nadert, is de belangstelling in Amerika
voor dit probleem weer levendig geworden en
prijken de „War Debts" als „head lines" op da
voorpagina's der couranten.
Door de Johnson Act, welke ixet verstrekken
van kapitaal verbiedt aan die landen, welke
met hun betalingen in gebreke zyn, heeft
Amerika pressie willen uitoefenen op de debi
teuren, netgecn nog geaccentueerd werd door
de bepaling, dat ook landen, die symbolische
oetalingen verrichten, hieronder vallen. De
Europeesche debiteuren reageeren echter nau-
weiyks en niemand maakt aanstalte om te be
talen. Het systeem der oorlogsschulden en zyn
betalingen berust op totaal foutieve beg.uselen.
Amerika fourneerde en leende middelen om
oorlog te voeren, waardoor in Eurooa geen
welvaartbronnen ontstonden, waaruit na eeni
gen tyd rente en aflossingen konden vioeien.
Toen Europa, ten koste van eigen welvaart toch
zyn schuld wilde voldoen door leveranties in
goederen, werd haar dit belet door de rigou-
reuse protectionistische tariefpolitiek der Ver-
eenigde Staten. Deze politiek van beschermen
de rechten, welke zich vooral openbaart in pe
rioden van ongunstige conjunctuur, dateert in
Amerika reeds vanaf 1816. Voor Europa had
dit geen diepgaande gevolgen, zoolang de
U. S. A. geld in Europa moet leenen. Tengevolge
van den oorlog is Amerika echter crediteur-
staat geworden en nu heeft een weigering van
Europeesche producten het evenwicht in de be
talingsbalansen der Europeesche staten ver
stoord, waardoor de wereldcrisis werd verscherpt
en de instabiliteit der valuta's vergroot. Wil
Amerika iets van zyn geleende dollars terug
zien, dan zal zy haar tariefpolitiek grondig
moeten veranderen en zal zy moeten meewer
ken aan een verruiming van den wereldhandel
op de basis van stabiele valuta's. Deze «leening
begint ook in de Vereenigde Staten meer veld
te winnen en wij vermelden met vreugde het
pleidooi van minister Wallace voor verlaging
der tarieven, waarin hij uiteen zette, dat een
bescherming van zwakke industrieën ten koste
gaat van de welvaart van het Amerikaansche
volk. Leon Fraser, president van de Bank voor
Internationale Betalingen, doet in zyn jaarver
slag een beroep op de regeeringen en wyst op
de noodzakelykheid van een stabiel ruilmiddel,
dat met een ontwikkeling van den internatio
nalen handel zal leiden tot een nieuwe periode
van prosperlteit.
De eerste dagen der week waren de binnen-
landsche industrieele aandeelen zwak gestemd
onder invloed van de steeds dalende beweging
aan de New Yorksche beurs. De omzetten be
perkten zich tot een minimum. Het einde der
week bracht echter een verademing. De com
missarissen der Koninklyke Petroleum stellen
ëen dividend voor van 6 pCt. en hebben daarmede
de stelling bewezen, dat er ook heden nog plaats
is voor optimistische dividendschatters. Philips
declareerde een interimdividend van 6 pet., wat
doet veronderstellen, dat het totaal dividend
tover 16 maanden) niet tegen zal vallen. Het
heropenen van een fabriek te Leuven werkte
ook animeerend en niettegenstaande de aandee
len ex-dividend verhandeld werden, bleef het
koerspeil gelyk aan dat der vorige week.
Het pleit voor het weerstandsvermogen van
onze markt, dat scheepvaartwaarden nog op
peil blyven, daar de ongunstige jaarverslagen
der Rotterdamsche Lloyd en van de Maatschap-
py „Nederland" toch deprimeerend op het pu
bliek moeten werken. Er is zelfs eenige vraag te
bespeuren naar aandeelen Scheepvaart Unie,
waarschynlyk doordat deze Maatschappy een
groot belang heeft by de Koninklyke Paket-
vaart My„ welke in Indië een vrij gunstige po
sitie imieemt.
De belangstelling voor rubberaandeelen gaat
trouw op en neer met het verloop der rubber-
pryzen. De dagen van wilden handel zyn voor-
by en de handel bepaalt zich dan ook hoofd-
zakeiyk tot de degelyk bekend staande maat-
schappyen. In dit verband wordt speciaal gelet
op kaspositie, boekwaarde per H.A., kostprijs en
productie per f 1000.kapitaal.
Tabakken hadden van een klein aanbod te
leiden. De perspectieven voor het loopende jaar
zyn gunstig, wat niet wegneemt, dat in de afge-
loopen perioden geweldige verliezen zyn geleden.
De Nederlandsche Staatsleeningen zyn willig
en de 4 pCt. Nederland noteeren boven 101 pCt.
Gaan we naar een rentevoet van 3% pCt.? De
conversie Nederlandsch Indië zal echter wel
eerst op het programma staan. Nu de banken
hun liquide middelen niet meer op lucratieve
wyze in Staatsfondsen kunnen beleggen, was
de geldmarkt overvloedig van materiaal voor
zien en daalde de prolongatiekoers van tot
1 pCt.
Slotkoersen van
4 pet. Nederl. 1934
4% pet. N.-Ind. '26
3 Yt pet. Engeland
5lA pet. Young
A. K. U
Ford
Philips
Unilever
Scheepv. Unie
Koninkl. Olie
Redjang Lebong
Amsterd. Rubber
H. V. A
Deli My
Senembah
Beth. Steel
U. S. Steel
Anaconda
Intern. Nickel
Marksn
Prolongatie
11 Mei
18 Mei
10 U/s
10IV*
100
100
65?/f
65%
36%
40^
39V*
2093/«
2 8
228
2285
79%
76Vt§
38%
554*
158
lo&Vt
i1 2%
.77
i 6S/*
132%
13tVj
141
lal
2156
22V*
26%
8,4»
9%
1 bh
liLj$
7.o3J/(.
7.51%
1.47
■>8.23
58.18
1 pCt
5 Ex div