Uit de wereld van de film wm Samenwerking over de heele linie Tijdschrift „Film front" OM DEN GROOTEN PRIJS VAN EUROPA ZONDAG 20 MEI 1934 SMAL-GELUIDSFILM Het Agfa-apparaat Sup erton-Mo vector Strijd met den bioscoop bond Tal van bekende renners zullen deelnemen PERIODIEKE ONTHOUDING IN HET HUWELIJK De Katholieke Sport en de Sociale Organisaties Wekelijks Bearsoverzicht VAKVEREENIGING VAN FILM KUNSTENAARS Definitief opgericht KUNST VAN HEDEN GEORG EHRLICH Zijn tentoonstelling in „Arti" CAFE-RESTAURANTBEDRIJF IN NOOD Imperatieve verlaging der perso- neele belasting gevraagd Consul der Nederlanden te Santander J. A. van Lakerveld Prof. dr. A. W. Nieuwenhuis De voorbereidingen van de T. T.- races zijn reeds in vollen gang NAAR DE MISSIE Schuldbrieven aan toonder WIJLEN KONINGIN EMMA Gedenkpenning voor Delftsche politie De moeilijkheid Een eigen Sportbond? Samenwerking is noodig De eigen zelfstandige plaats van de sport (Samengesteld door De Spaarne Bank N.V. Amsterdam) 3'V* ibh 6m ïllVa lè pCt Dezer dagen waren wij in de gelegenheid te zien en te luisteren naar een demon stratie met het nieuwe apparaat der Agfa de z.g. Agfa-Superton-Movector, een geluidspro jectie-apparaat voor smalfilm op 16 millimeter. Een technische uiteenzetting van de werkwij ze van dit apparaat kan in deze rubriek weinig nuttigs verrichten. Laten we daarom met een enkel woord constateeren, dat de geluidsweer gave volkomen zuiver en zeer krachtig was en in niets onderdoet voor de geluidsprojectie van normaalfilm, zooals die in de bioscopen wordt gebruikt. Het eenige verschil is, dat de smalfilm nooit de beeldgrootte van de normaal film zal kunnen bereiken op de grootste doeken, die soms zes tot acht meter breed zijn. Op een normaal doek echter en in een zaal voor onge veer duizend menschen verricht dit smalfilm apparaat even goede diensten als de normaal film. Welk een vooruitgang dit beteekent, behoe ven we niet nader aan te toonen. Het prijsver schil is zoo overweldigend bovendien, dat men zich zou willen afvragen, of het niet gewenscht zou zijn, dat alle bioscoopzalen maar niet lie ver vooraan smalfilm zouden draaien. Dit kan echter jammer genoeg alleen in theorie. Voor de groote zalen immers zal de smalfilm nooit geheel kunnen voldoen, omdat een te groot beeld veel van zijn waarde verliest, door dat de z.g. korrel te groot en te grof wordt. Buiten de groote zalen echter zou het smalfilm apparaat groote diensten kunnen verrichten, mits men op voldoehde smalfilms de hand kan leggen. Dit laatste echter is niet het geval en zoo zal de smalfilm nog een grooten strijd te strijden hebben, wil zij de zalen van vereenigin- gen en de kleinere bioscopen kunnen veroveren. Het is niet uitgesloten, dat er inderdaad een felle strijd ontstaat tusschen de exploitanten van de smalfilm en van de normaalfilm. Zooals men weet, maken alle filmfabrieken hun films op normaalfilm. Dit zal vermoede lijk wel nooit anders worden, tenzij dusdanige uitvindingen worden gedaan, dat de smalfilm de normaalfilm geheel kan vervangen en een groo- tere economie tengevolge zou kunnen hebben. Maar zoover zijn we nog niet en daarom zal de strijd voornamelijk moeten gaan over de vraag, of de films, die op normaalfilm worden gemaakt, óók op smalfilm zullen verschijnen. Hier echter doet zich reeds een groote moeilijk heid voor. Verondersteld immers, dat de film fabrikanten van iedere film van beteekenis mèt een normaalcopie tevens een smalcopie zouden vervaardigen, dan zou daardoor de mogelijkheid worden geschapen, dat vereenigingen, volksuni versiteiten enz. deze films op smalcopie kon den vertoonen tegelijk met of nog vroeger dan de bioscopen, die de normaalfilm gebruiken. Hiertegen zouden de bioscoopexploitanten na tuurlijk ernstige bezwaren maken en wel zoo ernstig, dat zij contractueel zouden eischen, dat de smalcopie van een bepaalde film pas gerui- men tijd na de normaalcopie mag verschijnen. Men spreekt reeds nu van een tijdsverschil van minstens drie jaar. Deze maatregel zou natuur lijk zeer nadeelig worden voor de smalfilm, maar de vrees is toch gewettigd, dat de bios coop-exploitanten en dus de filmfabrikanten niet zullen toegeven in dezen. Een andere oplossing lijkt niet mogelijk. Zelfs schijnt men er bezwaren tegen te hebben, dat de bovenbedoelde smalfilmcopieën, die dus tege lijk met de normaalcopie aan de markt ver schijnen, alleen beperkt blijven tot de besloten vereenigingen, want ook dit duldt de onderne mer niet. Het zal ons daarom benieuwen, welke oplossing men in deze moeilijke kwestie vinden zal. Het zou natuurlijk te betreuren zijn, wanneer de bezitters van een geluids-smalfilmapparaat verstoken zouden moeten zijn van de beste films der wereldproductie ofwel wanneer zij deze films pas drie jaar na hun verschijnen zouden kun nen zien. Het is de vraag, hoeveel films nog de moeite van een nieuwe copie loonen, nadat zij reeds drie jaren hebben rondgetoerd. Een aan tal films zal daar zeker voor in aanmerking ko men, doch jammfer is het, dat zij die in het bezit zijn van een smalfilmprojector, drie jaar lang zullen moeten wachten om met belangrijke films hun apparaat productief te maken. Intusschen: we zijn nog niet zoover, dat reeds een besluit werd genomen en de groote mogelijk heden van dit apparaat blijven bestaan, zoodra men zoover is met de uitvinding van de opna me-apparaten van deze zestien millimeter smal films, dat men kan beginnen aan een eigen origineele smalfilmproductie, die zich niet be hoeft te storen aan de wenschen der filmfabri kanten en -exploitanten. Voor hen, die zich interesseeren voor de tech niek van het Agfa-apparaat, laten wij hier nog even volgen enkele technische bijzonderheden, terwijl in deze beschouwing een afbeelding van het nieuwe en interessante apparaat werd opge nomen. Mechanische rem, tegenover vroeger weerstand aan motor. Door nieuwe methode veel betere en nauwkeuriger regeling van het aantal beeldjes. In plaats van ventilator is nu een veel e». rü schloozere Tur ine voor dc koeling ingebouwd Universeele motor. Lichtdiafragma (Blende) zonder meer te ver stellen, zoodat men bij 16 beeldjes 2 vleugel- en bij 24 beeldjes één-vleugel-diafragma heeft. Kiesschyf voor stroomsterkte van 100 tot 250 volt. De lenzen die gebruikt worden zijn dezelf de als voor de vroegere groote Agfa-Movector (brandpuntafstanden van 3.5, 5 en 6.5 C.M.). Alle schakelaars en bedieningsorganen liggen aan den rechterkant van het toestel, waardoor goed overzichtelijk. Ampèremeter blijft steeds verlicht. Bij stil zetten van het toestel gaat automatisch con trole-lampje aan. De weerstand van de lamp waardoor lichtsterkte geregeld wordt springt bij het stilzetten van het toestel automatisch op het nulpunt. Projectie van kleurenfilm zonder meer mogelijk. Bij gebruik van Ozaphanfilm eenvoudig omschakelen, waardoor druk van beeldvenster geregeld wordt. Lamp en motor worden door een zekering beschermd tegen ver keerd aansluiten. Men kan spoelen van 240 M. gebruiken, met een bijzonderen spoelarm, waar door men op een projectieduur komt van f2 uur bij geluidsfilm, en 1 uur bij stomme film zon der eenige onderbreking. Het tandraderenhuis is met olie gevuld, waardoor zeer weinig slijtage en geruischloos loopen. De lensvatting kan zon der meer losgenomen worden, waardoor schoon maken van beeldkanaal zeer vergemakkelijkt wordt. Het veertiende nummer van „Filmfront" opent met een feilen aanval op het beleid van den Ned. Bioscoopbond, die tracht zich met de zaken van het filmfront te bemoeien. Het- artikel werd geschreven naar aanleiding van het jaarverslag van den bond en is ondertee kend door den voorzitter der vereeniging en den redacteur van het orgaan. In het artikel worden de gesties van den bond becritiseerd en tevens aangekondigd, dat het Filmfront onder geen omstandigheden zal wijken. De slot zin van den aanval luidt als volgt: „Wat is de conclusie uit dit alles? Dat we doorgaan met wat we deden. Dat wij thans sprekend namens duizenden, spoedig zullen spreken namens tienduizenden en nog eens tienduizenden en nog eens! In weerwil van de terreurpolitiek, die de bioscoopbond zoo bru taal volgt! En de Hemel zal weten, hoeveel leden van den bond een zucht van verlichting zullen slaken, als de bordpapieren kracht patserij van „het Hoofdbestuur" met deuken gaat loopen." Verder lezen we in dit artikel, dat de Bios coopbond niet zóó vijandig tegenover het Film front stond, of hij noodigde de vereeniging uit raison van ruim duizend gulden lid te worden van den Bioscoopbond. Nadat het Filmfront echter voor de eer had bedankt, werd de houding van den bond open-, lijk vijandig. De aanteekeningen van Jan Hin, reeds in het vorige nummer begonnen, worden in dit nummer voortgezet. Herluf von Merlet becritiseert de film „Ca- tharina de Groote" en onder den titel „Ameri- kaansche driehoeksmentaliteit bespreekt Leo Hanekroot enkele nieuwe films uit Hollywood. De nieuwe Zweedsche film „Zijn laatste Nacht" wordt door A. J. D. van Oosten behandeld. Close-up bespreekt een paar nieuwe Paramount- films, waarna Hanekroot een reeks Duitsche films afdoet onder het verwijt „de volmaakte onbelangrijkheid". Rector van Schaick en Close-Up polemisee- ren over het orgaan, waaromtrent zij verschil lende opvattingen hebben. Karei Lensfeit ten slotte wijst op het gevaar, dat schuilt in de plaatjes van filmsterren, die men aantreft in sigaretten- en bonbondoosjes e. d. Tot slot de rubriek „Nieuws van het Front" waarin wordt medegedeeld, dat Filmfront voor- loopig geen nieuwe afdeelingen zal oprichten. De aanvraag is te groot om het mogelijk te maken, dat alle nieuwe afdeelingen gezond en grondig gefundeerd zullen zijn. Intusschen worden de propagandisten aange spoord toch zooveel mogelijk leden te werven, die dan later vanzelf onder de nieuwe afdee lingen zullen ressorteeren. vergadering gehouden, waarin de vereeniging haar definitieven vorm heeft gekregen. Tot bestuursleden werden gekozen: Mannus Franken (voorzitter), Simon Koster (ie secre taris), G. J. Teunissen (penningmeester) Otto van Neyenhoff (vice-vcorzitter) en Max de Haas (2e secretaris), terwijl J. C. Mol, Ab Key- zer en A. H. Wegerif Gzn. tot commissarissen werden benoemd. Het secretariaat is gevestigd: Vossiusstraat No. 11, Amsterdam-Zuid. Het doel van de vereeniging is: de bevorde ring en de behartiging van de cultureele, artis tieke en maatschappelijke belangen van hen, die den scheppenden arbeid verrichten bij de vervaardiging van films in Nederland, waardoor de vereeniging ertoe wil bijdragen, de film in het algemeen en de Nederlandsche film in het bijzonder op een zoo hoog mogelijk jpeil te brengen. De vereeniging tracht dit doel te Dereiken door middel van een programma van werk zaamheden, waarop de volgende punten voor komen: a) het houden van algemeene besprekingen over de belangen van de vereenigingsleden en van de film; b) het voorstaan dezer belangen bij de be voegde autoriteiten; c) het nemen en steunen van maatregelen, welke dienstig kunnen zijn tot de bevordering van de moreele, cultureele en materieele be langen van de leden der vereeniging; d) het samenwerken met andere organisa ties, zoowel hier te lande als in het buitenland, ter bevordering van gelijktijdige of gelijksoor tige belangen; e) het doen en bevorderen van alle stappen, die kunnen leiden tot zoo gunstig mogelijke arbeidsvoorwaarden voor de leden der ver eeniging; f) het zoowel bemiddelend als scheidsrechter lijk optreden bij geschillen, waarbij de leden betrokken zijn; g) het uitgeven van een orgaan en andere geschriften; h) het inrichten en instandhouden van een steunkas; en i) het organiseeren van leergangen, de tech niek en de aesthetiek van de film betreffend. De uitvoering van dit programma van werk zaamheden zal door het bestuur onmiddellijk met kracht ter hand worden genomen. De Nederlandsche Vakvereeniging van Film kunstenaars heeft dezer dagen haar statutaire Zaterdagmiddag is de vanwege „Arti et Ami- citiae" te Amsterdam georganiseerde tentoon stelling van werken van den Weenschen beeld houwer Georg Ehrlich geopend, waarbij de voor zitter prof. Huib Luns de volgende rede hield: Autarkie op economisch gebied vindt helaas veel meer toepassing in de practijk dan dat zij als theorie verdedigd wordt. Maar Autarkie op het gebied der kunsten is zoo'n opvallende dwaasheid dat zij wel niemand vinden zal om haar in bescherming te nemen. Want ook zij die de internationalisatie der kunsten een ramp zouden achten omdat iéder volk en elk land zijn eigen aard en zijn eigen woord juist in de kun sten tot uitdrukking moet brengen, achten het een dwaasheid niet door uitwisseling van ge dachten en door vergelijking met de kunst van andere landen en andere volkeren te willen lee- ren en te willen worden opgewerkt. In Nederland beijvert men zich reeds lang werk van vreemden op het gebied der beeldende kunsten geregeld naar ons land te krijgen, niet om 't uitsluitend te bewonderen, maar zeker toch om door vergelijking met ons eigen werk er van te leeren. De Maatschappij „Arti et Amicitiae" acht een heel ander beeld op het leven van, en in sche kunstenaars, ditmaal een Oostenrijksch beeldhouwer in de gelegenheid te stellen zijn werk ten toon te stellen. Ehrlich, in 1897 te Weenen geboren, geeft wel een heel ander beeld op heet leven van, en in zijn vaderstad dan de Wiener Walzer en de Operette dat bij ons geregeld doet. Tu Felix Austrazal wel niemand uitroepen voor het werk van dezen kunstenaar, die zijn arbeid reeds in verschillende Europeesche Musea zag opgenomen. Maar de tijden van het Felix Austria zijn, wij willen het hopen, niet voorgoed maar dan toch voorloopig voorbij. Wij in Holland ken nen de kinderen van Oostenrijk zooals Ehrlich ze geeft, en wij hebben er deernis mee gehad. Laten wij dames en heeren voor het werk van dezen jongen kunstenaar er nog eens aan denken: dat kunstwerken niet alleen in stilte, maar heel vaak ook in smart worden geboren. De kunstenaar, die als officier in frontdienst den wereld-oorlog meemaakte, heeft het smarte lijke leven van zijn volk blijkbaar volkomen doorleefd en met een sterk en ernstig technisch vormvermogen zijn ontroering weten uit te drukken. Het verheugt ons dit werk te kunnen toonen en tevens een blijk van bewondering te geven aan het oude Oostenrijk dat, vechtend voor zijn leven, de wereldsympathie in ruime mate heeft. Moge deze tentoonstelling voor den kunstenaar een succes worden. Wij wenschen dat niet minder den drie Ne- derlandschen schilders, die tegelijkertijd hun ar beid exposeeren. 't Wordt van mij niet verwacht dat ik voor u het werk van mevr. van ItersonKnoepfle, David Schulman en Marinus van Kaalte karak teriseer. Deze schilders zijn oude bekenden van hen, die onze tentoonstellingen bezoeken. Zij zullen er oude werken met genoegen terug zien en vooral, doordat van deze schilders ieder een vrij groote groep bijeen hangt, zullen zij in staat zijn het beeld, dat zij zich van deze kunstenaars gevormd hadden, voor zich zelf te verduidelij ken. Met dank van bestuurderen der Maatschappij aan allen die op hun uitnoodiging hier wel heb ben willen tegenwoordig zijn, verklaar ik deze tentoonstelling als te zijn geopend. De Ned. R. K. Middenstandsbond verzoekt ons te melden, dat als een der bedrijfstakken, welke door de economische omstandigheden uiterst zwaar zijn getroffen, ongetwijfeld kan worden genoemd het Hotel-, Café- en Restau rantbedrijf. De noodtoestand manifesteert zich duidelijk in de sluitingen en executie-verkoo- pen, welke hier aan de orde van den dag zijn. Deze noodtoestand wordt mede veroorzaakt door de hoogere lasten, welke van overheids wege in onderscheidenen vorm op het bedrijf zijn gelegd. Bij de Wet tot Wijziging van de Wet op de Personeele Belasting van 28 Juli 1933 werd zulks ten deele erkend, toen werd toegestaan, dat bij gemeentelijke verordening de perceelen of ge deelten van perceelen, uitsluitend dienende tot uitoefening van het koffiehuis- en restaurant bedrijf, ten aanzien van de personeele belasting zouden kunnen worden gelijk gesteld met win kelhuizen of gemeubileerde kamers. Slechts een uiterst klein aantal gemeente besturen heeft van de verleende bevoegdheid tot verlichting van lasten gebruik gemaakt. Gezien den noodtoestand in dezen bedrijfstak heeft de Ned. R. K. Middenstandsbond gemeend zich thans tot den Minister van Finar.c ën te moeten wenden, met het dringende verzoek zoo danige voorzieningen te treffen, dat de bedoel de verlaging van personeele belasting inder daad ook door de gemeentebesturen wordt doorgevoerd. Zoo noodig ware deze verlaging aan de betrokken besturen dwingend voor te schrijven, nu in de practijk is gebleken, dat met het verleenen van de bevoegdheid zonaer meer geen effect voor het bedrijfsleven wordt gesorteerd. Bij K. B. is de heer A. Piris benoemd tot con sul der Nederlanden te Santander, buiten be zwaar van 's Lands schatkist. Het ressort van het consulaat strekt zich uit over de provinciën Oviedo, Burgos, Santander, Logrono, Palencla en Leon. Aan den heer Piris moet in de Engelsche of Fransche taal worden geschreven. Op ruim 68-jarigen leeftijd is Zaterdag te Den Haag overleden de heer J. A. van Lakerveld, oud-referendaris ter griffie van de Eerste Ka mer der Staten-Generaal. Bij zijn 40-jarig dienstjubileum benoemde de regeering hem tot officier in de orde van Oran- je-Nassau. Prof. dr. A. W. Nieuwenhuis, hoogleeraar aan de Leidsche Universiteit in de geschiedenis, let terkunde, oudheden, instellingen, zeden en ge woonten der volken en natuurkundige aardrijks kunde van den Indischen Archipel, zal Dinsdag den zeventig-jarigen leeftijd bereiken en der halve aan het eind van dezen academischen cursus het hoogleersambt moeten neerleggen. 23 Juni a.s. zullen te Assen de T/I .-races wederom aanvangen en van heinde en ver, uit Nederland, maar ook vast ver buiten onze landsgrenzen, zullen honderden en honderden belangstellenden weer naar Drente komen, om deze wedstrijden bij te wonen. De tribunes worden reeds opgericht en ook aan de telefoonverbindingen en de radio-posten wordt reeds druk gearbeid. Het publiek zal op 23 Juni alles prachtig georganiseerd vinden. In een Zaterdagmiddag in het Jaarbeurs- restaurant te Utrecht gehouden bijeenkomst zijn door de organisatie-commissie verschillen de mededeelingen gedaan over de organisatie. Zooals men weet, is de aanduiding T.l. ont leend aan de races, welke reeds jaren lang in Engeland worden gehouden. Deze wedstrijden werden daar aanvankelijk georganiseeia door den Handelsbond, met het doel, de mekoren te verbeteren. De T.T. werd beroemd en bij de aanduiding van dergelijke wedstrijden in an dere landen werden deze letters overgenomen. Ook in Nederland is dit het geval geweest. Snel steeg het aanzien van de Nederlandsche T.T. Steeds meer rijders van internationale betee kenis namen aan deze wedstrijden deel en overal in het buitenland worden ze mei waar deering genoemd. Reeds vele inschrijvingen van motorrijders van internationale bekendheid uit Duitschland, België en Zwitserland zijn binnengekomen. Van Italië heeft men officieel nog niets vernomen, maar officieus is er echter reeds contact. Ver der is de commissie nog in onderhandeling met eenige bekende Spaansche rijders. De renner Toyo, kampioen van Egypte, zal verder ook op het appèl zijn. Over het algemeen komen de Hollandsche inschrijvingen nog traag binnen. Op het oogenblik is als volgt ingeschreven: 175 c.M3. klasse: Goor op Benelli, v. Geert op Rush, Dicwel op Barbé, Schoeppe op M.M., Hardy op Barbé. 250 c.M3. klasse: Winkler op D.K.W., Johns- son op Cotton, Manders op New-Imperial, Dob- son op New-Imperial, Nolet op Lady, Joigt op Guzzi. 3-50 c.M3. klasse: Vieyra op Velocette, Moejes op Velocette, Ahlswede op Velocette, v. d. Pluim op Husguama, Timmer op New-Imperial, Ber- tolet op Rush, Vasen op Norton, Renier op "arolea. Poinson op Sarolea. 500 c.M3. klasse: v. Wijngaarden op Norton, v. d: Pluim op Husguarna, Datson op New-Im perial, Toyo op Rush, Frentzen op D.K.W., De- meuter op F.N., Noir op F.N., Milhoux op F.N. Vrijdag 18 Mei gingen de zeereerw. paters Hub. Kapell, M.S.C. en Joh. Spelz, M.S.C. te Marseille scheep om terug te keeren naar hun Missie op Celebes, waar zij te voren reeds gedurende twaalf jaar werkzaam waren. Met de „Baloeran" vertrokken op Vrijdag 18 Mei de eerw. zusters M. Agnella Bertrams en M. Johanna van Dinther, van de Dochters van O. L. Vrouw van het H. Hart, Tilburg, naar de Apostolische Prefectuur van Poerwokerto (Java). Binnen één jaar heeft deze Congregatie twaalf nieuwe Zusters naar verschillende Missies uit gezonden. Een aanvulling van het eindverslag van de commissie van rapporteurs der Eerste Kamer over het wetsontwerp houdende voorschriften voor de vergadering van houders van reeds uit gegeven schuldbrieven aan toonder, bevat de mededeeling, dat eenige leden de opmerking maakten, dat krachtens de bepalingen van dit ontwerp de crediteuren niet gelijk worden be handeld, daar de houders van schuldbrieven aan toonder tot een accoord zullen kunnen wor den gedwongen, terwijl dit niet van toepas sing is op andere crediteuren der betrokken vennootschap, zoodat deze hun rechten ten voile en ongeschonden behouden. ZOOEVEN VERSCHENEN de zevende, veel vermeerderde druk van: METHODE OGINO—SMULDERS Door J. N. J. Smulders, arts, omgewerkt en uitgebreid in samenwerking met J. G. H. Holt, Vrouwenarts, Doorn. Met een moraal-theol. bijdrage van Dr. P. Heymeyer, S.J. PRIJS: 2.50 A. N. GOVERS N.V., R.K. Boekh., Westeinde, Den Haag, Girorek. 12006 Naar wij vernemen, heeft eenigen tijd gele den H. M. de Koningin aan den burgemeester van Delft een bedrag in geld ter beschikking gesteld als bewijs van erkentelijkheid voor de diensten, door het politiecorps te Delft bewe zen tijdens de begrafenis van wijlen H. M. de Koningin-Moeder. Ingevolge hiervan heeft de commissaris van politie te Delft Zaterdagmorgen aan alle leden van het personeel een fraaien bronzen penning aangeboden, speciaal geslagen door de Konink lijke fabriek van edelmetaal Begeer. De pen ning bevat aan de eene zijde de beeltenis van wijlen H. M. de Koningin-Moeder, benevens den geboorte- en den sterfdatum, en aan de andere zijde de inscriptie: „In den rouw van Oranje deelt heel het volk." We hebben kennis genomen van het commu niqué dat aan de pers is verstrekt en waarin verklaard wordt, dat de katholieke sportorga nisatie en het R. K. Werkliedenverbond elkaar hebben gevonden en hebben besloten tot sa menwerking. Het zeer sober gehouden communiqué zegt niets over den vorm waarin deze samenwerking zal bestaan, en evenmin duidt het in concreto de punten van samenwerking aan. We moeten dus gissen. Het zou niet moeilijk vallen na te gaan op welke facetten van het veelkleurige maatschappelijke leven de beide organisaties elkaar zullen treffen: de beperkte bemoeiings sfeer van de sport duidt die wel heel scherp aan. Met andere woorden: de samenwerking zal zich vooral bepalen tot den nieuwen aan groei van het R.K.W.V.: de jonge werkman en wat daarom heen is geweven. Alles wat zich beweegt op zuiver stands- of vakvereenigings- terrein blijft buiten deze bemoeiingssfeer. Na tuurlijk! Dat de R. W. W. V. zich nader over het sportvraagstuk gaat oriënteeren is niets bij zonders. Het is ons bekend, dat vooral in som mige kringen van het R. K. Werkliedenverbond, de actie van den socialistischen arbeiders-sport bond met belangstelling wordt gadegeslagen. Daar waar de sportbond van de S. D. A. P. zijn werkzaamheid 't levendigst ontplooit, ont staat als vanzelf een tegenactie! Sport trekt de jeugd in heel sterke mate. En het valt dus te verklaren, dat de katholieke, gewestelijke sport leiders, gaarne het trekmiddel in de hand ne men als daarmee voor hen winst te behalen valt. De katholieke leiders riepen daarom in en kele gewesten om meer attentie voor de sport. Sterker nog: ze riepen om een eigen aroeiders- sportbond op katholieken arondslag.Uit be sprekingen, die we met enkele arbeidersleiders mochten voeren, bleek dat overduidelijk. Of de R. K. W. V het dien kant zal laten uitgaan, dat ze in de richting van een eigen sportbond werkt, weten we niet, Uit het boven genoemde commdiilq ié valt af te leiden dat dit niet het gei,ai is. Anders was er van samen werking geen sprake. We kunnen ons niet indenken, dat de vol komen zelfstandige katholieke sport be weg i.ig een autonoom lichaam naast zich zou dulden, dat precies dezelfde belangen behartigt. Dat zou de doodsteek zijn voor de zoo noodzakelijke eenheid. En met welk recht men aan een nieu wen katholieken arbeiderssportbond werkt, is ons evenmin duidelijk; tot nu toe hebben in de kath. sportwereld alleen een plaats gevonden, die zich in de sport principieel wilden organi seeren: arbeiders, middenstanders, intellec- tueelen, boeren, enz. En van dat standpunt zal noch kan de te genwoordige principieele sportorganisatie af stappen. En we hebben voldoende vertrouwen in het verstandige inzicht van de leiders van beide organisaties, dat ze zich niet zullen laten verleiden tot zulk een sprong in het ongewisse. Een groot aantal jeugdige katholieke spor ters zwerft nog rond in het neutrale kamp. Sommigen doen dat uit een zekeren trots: het staat zoo gekleed, vinden ze, als ze lid zijn van een groote neutrale vereeniging. Tot hen is het Bisschoppelijk vermaan nog niet doorge drongen. Anderen zijn lid van zulke vereeni gingen uit sleur; hun vaders waren er lid van, hun grootere broers zijn het ook, dus moeten zij het ook zijn. Het is de gewone jongensrede- neéring met alle fouten van dien. Weer ande ren meenen, dat ze alleen in de neutrale ver eenigingen kunnen vinden de volledige ont plooiing van hun sportieve aspiraties. Die zoo redeneeren, kennen allerminst het peil, waarop de tegenwoordige katholieke sportbeweging staat. Dat de katholieke voormannen (in de sport) met deze moderne sportpropagandisten de meeste moeite hebben, ligt voor de hand; zij immers houden niet alleen den grooten opbloei van het katholieke vereenigingsleven tegen, neen, ze zijn ook levend propaganda-materi- aal voor de niet-katholieke vereeniging. En daarom is het driryend noodig, dat in alle geledingen van het katholieke sociale en godsdienstige leven, de principieele sportvraag met groote klem aan de orde wordt gesteld. Niet alleen bi) de organisaties der katholieke arbeiders, maar zeker niet minder by de mid denstanders, de boeren, en de andere sociale vereenigingsvormen. Het zou ons daarom niet verwonderen als we binnenkort het bericht lezen, dat ook met den middenstand, enz. deze kwestie is geregeld. Er is geen enkele vorm van jeugdorganisatie, die zoo lastig in het overige katholieke organi satieleven is in te schakelen als juist de sport. De sportbond is noch een specifiek sociale or ganisatie, noch een religieuze, 't is noch een jeugdvraagstuk, noch een voor volwassenen alleen. De sport is een ontspanningsinstituut en om vangt als zoodanig alle jeugdige personen, zelfs tot 30 jaar toe en ouder; ze staat met beide beenen tusschen alle genoemde organisaties in, en aan dat typische standpunt zyn juist de moeilijkheden toe te schrijven waardoor ze noch in het eene noch in het andere raam kan worden gevangen. De sport neemt een volkomen zelfstandige positie in; haar inschakelen in de jeugdbewe ging en de verzorging der technische belangen overlaten aan een „sportoommissie" een standpunt dat door enkele leiders wordt inge nomen moet ten slotte uitloopen op een mislukking. De verzorging der sporttechnische belangen is zoodanig met andere samengewe- ven, dat deze niet te scheiden zyn. Wat zouden algemeene jeugdleiders zeggen, indien de sport binnen haar bemoeiingssfeer trok alle belangen, die nu door de overige or ganisaties worden verzorgd? Dat zou immers evenzeer tot mislukking gedoemd zyn. Neen, elk volge zyn eigen weg en alleen door nauw contact en goed geregelde samenwerking kan iets positiefs worden bereikt. Er is één zyde in het omvangrijke sport vraagstuk, die minder de sport zelf, dan wel de jeugdzorg raakt: dat is de junioren-kwes tie. Zyn we goed ingelicht, dan heeft deze kwestie de volledige belangstelling van de R.K.F., die het juniorenvraagstuk onder han den heeft genomen en naar een oplossing streeft. Daar ontmoeten de jeugdzorg en de sport el kaar intens. Maar niet zoodra is de jeugd den leeftyd van 17 jaar ontgroeid, of ze staat los van alles; gaat ze via de jeugdvereeniging over naar de standsorganisatie (weer middels de Jonge Werkman, Jonge Middenstand, Jonge Boerenstand enz.) dan behoort ze, wil ze haar sportieve driften uitleven, noodzakeiyk thuis in de katholieke sportvereeniging. Gaat ze over naar de neutralen, dan kan ge vreesd worden, dat al het goede dat na moei- zamen arbeid in de jongensjaren werd opge bouwd, in één slag verloren gaat. En dat kan de bedoeling niet zyn van de jeugdleiders, noch van de standsorganisatie. Daarom is het noodzakeiyk, dat er samen werking ontstaat over de geheele linie van het sociale katholieke leven met de leiding van de katholieke sport. Want alleen in de prin cipieele sportclub is het katholieke leven van den jongeman veilig. DE GROOD. AMSTERDAM, 18 MEI 1934. De stemming op de effectenbeurzen weer spiegelt den geest van onrust en wantrouwen, waarmede tegenwoordig de menschen bezield zijn. Meer dan ooit heeft de wereld behoefte aan een tydperk van vrede, zoowel op politiek, sociaal als economisch gebied, maar dit nood zakelijke fundament voor een wereldherstel wordt by zyn constructie door internationale politieke verwikkelingen gesaboteerd. Tijdens den oorlog zijn schatten van productieve krach ten vernietigd en wat voor gevolgen dit heeft gehad voor het menschdom, ondervinden wy aan den ïyve. Maar niettegenstaande deze har de les schijnen de regeeringen niets geleerd te hebben en geven zij jaarlijksch millioenen uit ter versterking en uitbreiding van land-, zee- en luchtmacht. Door bet opbrengen van zwaar drukkende belastingen en het deelnemen in Staatsleeningen moeten de individuën biyk ge ven van hun enthousiaste nationale gevoelens en investeeren zy zoodoende hun kapitaal in objecten, welke hun welvaart bedreigen. Om aan deze wantoestanden een einde te maken, heb ben de leden der Algemeene Ontwapenings Commissie zestien jaren met volharding en ge duld om de groene tafel gezeten. Geruchten loo pen, dat de vergaderingen voor onbepaalden tyd worden verdaagd en dat hun voorzitter zal af treden. Ook al zyn deze berichten onjuist, dan is het toch te begrijpen, dat zelfs de grootste optimist tot wanhoop wordt gebracht en dat men gaat twyfelen aan de kundigheid en goe den wil der verantwoordeiyke personen. Een tweede factor van onzekerheid vormen de oorlogsschulden, welke voor een belangrijk deel verantwoordeiyk zyn voor den langen duur der crisis en den chaos op monetair gebied. Nu de 15e Juni nadert, is de belangstelling in Amerika voor dit probleem weer levendig geworden en prijken de „War Debts" als „head lines" op da voorpagina's der couranten. Door de Johnson Act, welke ixet verstrekken van kapitaal verbiedt aan die landen, welke met hun betalingen in gebreke zyn, heeft Amerika pressie willen uitoefenen op de debi teuren, netgecn nog geaccentueerd werd door de bepaling, dat ook landen, die symbolische oetalingen verrichten, hieronder vallen. De Europeesche debiteuren reageeren echter nau- weiyks en niemand maakt aanstalte om te be talen. Het systeem der oorlogsschulden en zyn betalingen berust op totaal foutieve beg.uselen. Amerika fourneerde en leende middelen om oorlog te voeren, waardoor in Eurooa geen welvaartbronnen ontstonden, waaruit na eeni gen tyd rente en aflossingen konden vioeien. Toen Europa, ten koste van eigen welvaart toch zyn schuld wilde voldoen door leveranties in goederen, werd haar dit belet door de rigou- reuse protectionistische tariefpolitiek der Ver- eenigde Staten. Deze politiek van beschermen de rechten, welke zich vooral openbaart in pe rioden van ongunstige conjunctuur, dateert in Amerika reeds vanaf 1816. Voor Europa had dit geen diepgaande gevolgen, zoolang de U. S. A. geld in Europa moet leenen. Tengevolge van den oorlog is Amerika echter crediteur- staat geworden en nu heeft een weigering van Europeesche producten het evenwicht in de be talingsbalansen der Europeesche staten ver stoord, waardoor de wereldcrisis werd verscherpt en de instabiliteit der valuta's vergroot. Wil Amerika iets van zyn geleende dollars terug zien, dan zal zy haar tariefpolitiek grondig moeten veranderen en zal zy moeten meewer ken aan een verruiming van den wereldhandel op de basis van stabiele valuta's. Deze «leening begint ook in de Vereenigde Staten meer veld te winnen en wij vermelden met vreugde het pleidooi van minister Wallace voor verlaging der tarieven, waarin hij uiteen zette, dat een bescherming van zwakke industrieën ten koste gaat van de welvaart van het Amerikaansche volk. Leon Fraser, president van de Bank voor Internationale Betalingen, doet in zyn jaarver slag een beroep op de regeeringen en wyst op de noodzakelykheid van een stabiel ruilmiddel, dat met een ontwikkeling van den internatio nalen handel zal leiden tot een nieuwe periode van prosperlteit. De eerste dagen der week waren de binnen- landsche industrieele aandeelen zwak gestemd onder invloed van de steeds dalende beweging aan de New Yorksche beurs. De omzetten be perkten zich tot een minimum. Het einde der week bracht echter een verademing. De com missarissen der Koninklyke Petroleum stellen ëen dividend voor van 6 pCt. en hebben daarmede de stelling bewezen, dat er ook heden nog plaats is voor optimistische dividendschatters. Philips declareerde een interimdividend van 6 pet., wat doet veronderstellen, dat het totaal dividend tover 16 maanden) niet tegen zal vallen. Het heropenen van een fabriek te Leuven werkte ook animeerend en niettegenstaande de aandee len ex-dividend verhandeld werden, bleef het koerspeil gelyk aan dat der vorige week. Het pleit voor het weerstandsvermogen van onze markt, dat scheepvaartwaarden nog op peil blyven, daar de ongunstige jaarverslagen der Rotterdamsche Lloyd en van de Maatschap- py „Nederland" toch deprimeerend op het pu bliek moeten werken. Er is zelfs eenige vraag te bespeuren naar aandeelen Scheepvaart Unie, waarschynlyk doordat deze Maatschappy een groot belang heeft by de Koninklyke Paket- vaart My„ welke in Indië een vrij gunstige po sitie imieemt. De belangstelling voor rubberaandeelen gaat trouw op en neer met het verloop der rubber- pryzen. De dagen van wilden handel zyn voor- by en de handel bepaalt zich dan ook hoofd- zakeiyk tot de degelyk bekend staande maat- schappyen. In dit verband wordt speciaal gelet op kaspositie, boekwaarde per H.A., kostprijs en productie per f 1000.kapitaal. Tabakken hadden van een klein aanbod te leiden. De perspectieven voor het loopende jaar zyn gunstig, wat niet wegneemt, dat in de afge- loopen perioden geweldige verliezen zyn geleden. De Nederlandsche Staatsleeningen zyn willig en de 4 pCt. Nederland noteeren boven 101 pCt. Gaan we naar een rentevoet van 3% pCt.? De conversie Nederlandsch Indië zal echter wel eerst op het programma staan. Nu de banken hun liquide middelen niet meer op lucratieve wyze in Staatsfondsen kunnen beleggen, was de geldmarkt overvloedig van materiaal voor zien en daalde de prolongatiekoers van tot 1 pCt. Slotkoersen van 4 pet. Nederl. 1934 4% pet. N.-Ind. '26 3 Yt pet. Engeland 5lA pet. Young A. K. U Ford Philips Unilever Scheepv. Unie Koninkl. Olie Redjang Lebong Amsterd. Rubber H. V. A Deli My Senembah Beth. Steel U. S. Steel Anaconda Intern. Nickel Marksn Prolongatie 11 Mei 18 Mei 10 U/s 10IV* 100 100 65?/f 65% 36% 40^ 39V* 2093/« 2 8 228 2285 79% 76Vt§ 38% 554* 158 lo&Vt i1 2% .77 i 6S/* 132% 13tVj 141 lal 2156 22V* 26% 8,4» 9% 1 bh liLj$ 7.o3J/(. 7.51% 1.47 ■>8.23 58.18 1 pCt 5 Ex div

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 10