'sWerelds ontroerendste drama te Oberammergau PRESIDENT ROOSEVELT HOUDT RECEPTIE Huurverlaging Werk neergelegd epif' CA 10 c BIJ DE PREMIERE VAN HET 3e EEUWFEEST ONZE STAATSSCHULD ZIJN HUIS STAAT OPEN VOOR HEEL HET LAND ZONDAG 20 MEI 1934 Indrukken uit het passiedorp Annuïteit op vier pet. Gemoedelijk praatje Hooge onderscheiding Verschenen: DE PRIJS BEDRAAGT f 0.10 Franco per post tegen inzending van f 0.12 Het Witte Huis te Washington tallen, spelers en toeschouwers voelen zich als broeders één in Hem, die voor allen heeft geleden Anton Lang, de proloogzegger der. Passiespelen In 1933 met f278 millioen toegenomen HET NATIONAAL PARK H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana zijn verrukt over de bloemenpracht Rentevermindering een eerste Regeeringsmaatregel Eiken Vrijdagmorgen ontvangt Roosevelt de journalisten, die vragen mogen wat ze willen Arbeiders uit Enschede en Olden- zaal door eigen schuld voor eenigen tijd van steun uitgesloten De Mangkoenegoro benoemd tot adjudant van H.M. de Koningin MARC CHADOURNË- Feiten en Documenten betreffende de Oosten- rijksche Revolutie. Door LEO SPEET Oberammergau, 17 Mei 1934 Overal in de wijde wereld zijn ze uitge hangen: het lichtende kruis over het droomende dorpje tusschen de donkere bergmassieven, dat stemmige plakkaat waar mede Duitschland de wereld uitnoodigde tot deelname aan het Derde Eeuwfeest van Ober ammergau'? Passiespel. Ik had het ünter den Linden gezien, in Piccadilly en op den Boule vard de l'Opéra. Het moet in de Kalverstraat hangen en op Fifth Avenue, in Batavia en Brussel, in Sydney en op Capri zoowel als in de schaarsche stadjes der Hongaarsche poestas en langs de Noorsche fjorden. Want deze op roep is even wereldomvattend als de Christen heid zelve, wier grootste drama het uitbeeldt: de laatste dagen van haar Goddelijken Stich ter, die het aanschijn der aarde vernieuwde. Uit de vervlakkende onbestemdheid van een internationalen D-terein gestapt lag daar Ober ammergau voor ons met myriaden sterren hoog in dat beetje hemel dat de torenende bergmas sieven nog vrijlieten. Met kleine huizen ver scholen onder intieme daken, met geen geluid dan het kabbelen der bergbeken. Pal voor ons stond het dorp in de personen van rijzige jonge menschen, lange golvende lokken over zonver brande volbebaarde gezichten, witte blouses en leeren korte broeken. Lenige, gespierde kerels die zware koffers als taartendoozen op htm schouders zetten. De werldpers deed haar intocht in het afge legen Beiersche Alpendorp. Japansche tele- graafbureaux werden ingekwartierd bij Aposte len, Fransche boulevardbladen bij Hoogepries- ters, want de naam van den krantenschrijver ging onder in dien van zijn krant, de naam van hotel- en pensionhouder in dien van zijn rol. „Az-Est" logeerde bij Pilatus, „Berlinske Ti- dende" bij Caiphas, de „Temps" bij Herodes en de „Times" bij Johannes. Mij nam Mathias mee naar huis en vertelde van zijn Mei-bowl. Die morgen der Generale Repetitie, waarbij het voorhang opgaat voor de wereldpremière, gingen aller schreden eerst naar de prachtige dorpskerk, waar om 6 uur de Hoogdienst ge zongen werd. Cello's smeekten het „Kyrie Elei- son" mee, bazuinen schalden door het „Credo" en een vioolsolo ontroerde schuchter de stilte welke de Consecratie geslagen had. - Baardige dorpers en cosmopolitische couran tiers zaten schouder aan schouder onder de als porseleinen koepel dezer wondermooie Beier sche barokkerk, waar tenors intoneerden en altstemmen het Hooglied voortzetten. Onbe zorgd zonde zich een klein poesje tusschen twee gouden kandelabers op een zij monument. Gods huis was hier het huis van al Zijn schep selen! Vijfduizend genoodigden stroomden door do zijnen poorten het Passietheater binnen. Met kussens en plaids, want nevels verzamelden Zich rond de bergtoppen en waren begonnen sluiers tusschen de wouden te stoeien. En vijf- en-twintig meter hoog spant de boog van het auditorium zich tegen de vrije open lucht die over het onbedekt uitgebouwde reuzentooneel praalt. Het is die openlucht atmospheer die aan het majesteitelijk sobere décor den aanblik geert alsof heel Jeruzalem er neergebouwd staat. In milde, elegische fanfares klinkt de ouver ture. Aan het hoofd van zijn koor, vijftig sterk, echrydt de proloog-zegger Anton Lang in sta ngen gang het voortooneel op. Het koor draagt gouden banden rond het hoofd en blauwgrijze mantels over de witte gewaden. Met patriar chale waardigheid zegt Lang zijn verzen, in krachtige schoonheid zingen de stemmen der solisten de inleiding tot elk hoofdstuk van het heroïsche drama: ,AUe seien gegrueszt, welche die Liebe hier urn den Heiland vereint trauemd ihm nachzugeh'n En onmiddellijk daarna vangt het schoon ste massa-tafereel van heel het stuk aan: Chnstus' intocht in Jeruzalem. In niet eindi gende golven spoelt Jeruzalem heel zijn bevol king op het tooneel, moeders met zuigelingen op den arm, jongens en meisjes, mannen en vrouwen en grijsaards met palmen, een triomf van perfecte massaregie, een jubel van bonte kleuren en imposanter nog dan het daverende «Hosanna, den Zoon van David!" is het stille, zegenende beeld van Christus Die, schraag op een kleine ezelin gezeten, Zijn intocht doet in Zijn hoofdstad. Het is onmogelijk een gedetailleerd relaas te geven van het Passieverhaal dat van 812 en van 26 uur duurt en dat overigens een ieder bekend is. Direct in den aanvang van het spel legt men de kiem van het conflict bloot, den nijd der hooggeplaatste Joden over den Naza- rener die de woekeraars uit den Tempel drijft. Niets ontbreekt aan de uitwerking van mo tieven en complotten. De oude Annas die den woedenden Caiphas opzweept; het lugubere ver raad van Judas, diens ontzettende vertwijfeling als hij zich de gevolgen van zijn daad bewust wordt; het kat en muisspel tusschen Pilatus, Herodes en het Sanhedrin; culmineerende in het gekuip der vijanden van Jezus om het goed- gelcovige, gemakkelijk te beïnvloeden volk tot dien uitzinnigen waan op te zwepen, waarmede bijna duizend spelers, later op den dag, van Pilatus Christus' kruisiging afdwingen en de vrijlating van den luguberen Barrabas. Acht uren is in veler meening een te gerekte tijd voor zelfs dit wereldgebeuren. De drama tische spanning stijgt en valt dan ook als een getij. In ebbe bij de prologen en tusschenscènes die alle, in koorgezang en tableaux-vivants op oud-Testamentische voorspellingen gebaseerd zijn; in vloed bij de poignante momenten die zelfs den vermoeidsten toeschouwer telkens weer opnieuw in alles vergetende ontroering dwingen. Daar is de heerlijke scène van het afscheid tusschen Moeder en Zoon in het stille Bethanië, dat den Meester zoo lief was. Waar Hij in kinderlijke dankzegging voor Zijn Moeder knielt en Haar aan Zijn vrienden toevertrouwd als het zoetste pand Zijner liefde. Vijfduizend toeschouwers stokt de adem bij het laatste avondmaal. Een koning wascht de voeten zijner dienaren met priesterlijke inge togenheid, een hoogepriester spreekt koninklijk de eerste consecratie ter wereld uit. Zelfs de vogels die anders over het tooneel vliegen zijn stil geworden als Christus, na Zijn leerlingen het brood en de wijn gereikt te hebben, het ,,Tut es zu meinem Gedaechtnis" spreekt. Met den doodangst op den Olijfberg sluit het ochtendgedeelte om na de middagpauze voortgezet te worden met de gevangenneming: de sterk gespeelde aanklacht van Caiphas, de taaie weerstand van Pilatus, de bespotting voor Herodes, de tragische Dcornenkroning en het „Ecce Homo", die geweldige volksscène het doodsvonnis afdwingend en de lange trieste gang, gebogen onder het Kruishout, naar den Calvarieberg. Petrus heeft de eerste biecht gesproken, zijn driemalige verloochening voor de wacht betreu rend, en onder het Kruis als met bijna rau we stem het „Eloi, Eloi, Lama Sabachthani" schril dcor de luchten, die zich in rouw met donkere wolken toegedekt hebben, schreit om daarna in een reutelend „Es ist vollbracht" den doodsstrijd af te stemmen wordt de Romein- sche Hoofdman in zijn Godsgetuigenis de eer ste bekeerling der met Christus' dood ingetre den nieuwe wereld epoche. De afname van het Kruis door Nicodemus en Joseph van Arimathea is een der zuiverste juweelen aan de kroon van het Passiespel, Paradoxaal als een guirlande hangt de witte dwaal over den kruisboom waarlangs bevende handen in pieuzen eerbied den Grootsten Doode afnemen, met een oneindige teederheid die de oogen der toeschouwers verduistert. Waarlijk: deze tooneelspelers zijn kunstenaars bij Gods gratie....- Christus rust in Zijn graftombe. „Wo trifft man eine Liebe an, die dieser Liebe gleichen kann?" zingt 't koor .Dan slaan de wachten ter aarde, de bodem scheurt, 'n witte gedaante schrijdt heen. En Magdalena heft den jubel zang aan, die later die der Kerk zou worden: „Oh, dat ik het uitroepen kon door alle werel den, dat de bergen en de rotsen, de hemel en de aarde er van weerschalden: Alleluja, Hij is verrezen!" Het slotbeeld neemt dien triomf en verheer lijking van Christus over, het Alleluja bruist machtig door de hallen. Een begeesterde me nigte breekt uit in stormachtig applaus. Doch de andere helft der toeschouwers gebiedt stilte: dit Goddelijk drama staat boven elke menschelijke appreciatie. En onmiddellijk ver stomt de bijval, de volmaakte stilte, die even ontstaat in den overgang, is als een dank gebed. „Alle fuehlen sich hier Eines in Brudersinn Als die Juenger des Einen, Die fuer alle gelitten hat!" zegt het de proloog, die hier epiloog moge zijn. KEES VAN HOEK (Noot der Redaktie: Onze medewerker komt in een slotartikel, een interview met den Chris tusvertolker Alois Lang, nog op verschillende aspecten van het Passiespel terug.) Blijkens het Algemeen Verslag bedroeg het totaal der Nederlandsche staatsschuld op 31 December 1933 3.371.447.832 tegen 3.093.650.412 in 1932, 2.865.735.833 in 1931 en 1.154.266.959 in 1913. De staatsschuld was in 1922 het hoogst met een totaal van 3.543.014.264. Het totaal der geconsolideerde schuld is in vergelijking met 31 December 1932 gestegen van 2.475.282.500 tot 2.722.844.300 en het totaal der vlottende schuld van 618.367.912 tot f 648.603.532. De totaalcijfers voor 1913 beliepen resp. 1.148.404.800 en 5.862.159, terwijl de gecon solideerde schuld in 1924 met 2.916.413.750 en de vlottende schuld in 1921 met 858.667.551 haar maxima hebben bereikt. In onze vorige editie hebben wij reeds me degedeeld, dat H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana een on-officieel bezoek hebben gebracht aan het voorbeeld van een Natuur park te Bilthoven (gelegen aan den Soest- dijkerstraatweg). Nadrukkelijk werd verzocht te berichten, dat men aan het Hof er prijs op zou stellen, dat het gemeentebestuur aan dit bezoek geen offi cieel karakter zou geven, reden waarom het gemeentebestuur dan ook niet officieel tegen woordig is geweest. Uit de mededeelingen van den heer J. H. van Straten van Nes, bestuurslid van het comité tot stichting van een Nationaal Park in Neder land, is gebleken, dat H.M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana, met groote waardee ring de bloemententoonstelling hebben gade geslagen. .Voorts deelde de heer Van Straten van Nes mede, dat de bedoeling van deze expositie is, om de millioenen planten, die thans als vulling van wegen worden gebruikt, beter tot haar recht te doen komen, en deze een plaats te bieden aan een park, alwaar ruimte is voor zooveel planten. Wanneer dit ideaal zal wor den bereikt, zullen de funeste gevolgen in het boomkweekersbedrijf van thans worden verlicht en zal het afzetgebied voor den boomkweeker weer grooter worden. Boskoop bezit voldoende planten om iedere stad in Nederland van plan ten te voorzien, terwijl er dan nog voldoende gewassen overblijven om een Nationaal Park te stichten. Met een crediet van de Regeering zou hier een goede oplossing tot stand kunnen worden gebracht. Voorts vernamen wij dat tot heden door de Regeering geen officieele mededeeling is ge daan aan het Comité, dat de Hooge Veluwe voor dit doel definitief van de baan is. Jhr. Tets van Goldschalkxoord wees op de groote waarde van de idee, omdat een dergelijk park duizenden Nederlanders en buitenlanders zal trekken. Voor de Vereeniging van Vreem delingenverkeer hier te lande ligt in deze kwes tie een vruchtbaar terrein. Door het stichten van zoo'n park zullen de Boskoopsche boom kweekers een groote verlichting krijgen van hun enorme schade, die zij thans ondervinden bij gebrek aan afzetgebied. Wanneer zij dit zullen bereiken, dan zal de saneering van hun bedrijven door de Regeering niet noodig zijn. Jhr. Van Tets dankte voor,ts, namens het co mité, de familie Kramer, die haar landgoed voor dit doel tijdelijk heeft afgestaan. Tenslotte willen wij een ieder opwekken om dit prachtige doel te steunen en een kijkje te gaan nemen aan de tentoonstelling te Bilt hoven, welke duurt tot en met 10 Juni a.s. Naar wij vernemen heeft de minister van Sociale Zaken aan de betrokken gemeente besturen de volgende circulaire toegezonden: Bij de Regeering zijn maatregelen in voorbereiding tot verlaging der huren van bestaande Woningwetwoningen. In samen hang daarmede wordt tevens een regeling voorbereid, welke ten doel heeft den aan bouw te bevorderen van arbeiderswoningen van passenden huurprijs door particulieren. De uitvoering dezer maatregelen, welke steunen op een samenwerking van het Rijk en de gemeenten, zal van publieke kassen financieele offers vragen. Alleen reeds des wege vorderen de beoogde voorzieningen een uitgebreid overleg. De Regeering heeft intusschen gemeend, reeds bij voorbaat een maatregel te kunnen treffen, welke in vele dringende gevallen reeds aanstonds huurverlaging zal maken. Zij heeft n.l. besloten de rente van uit 's Rijks kas verstrekte voorschotten voor woningbouw welke thans meer dan vier pet. bedraagt, tot dit percentage terug te bren gen, zulks met de bedoeling, dat de dienten gevolge verkregen vermindering van exploi tatielasten, daar, waar verlaging van de huren van Woningwetwoningen noodig is, ten volle tot dit doel zal worden aangewend. 1. De lagere rente zal voor het eerst worden toegepast over het annuiteitsjaar 1934-1935. Van de bedragen der herziene annuiteiten zal zoo dra mogelijk mededeeling worden gedaan. De Minister noodigt intusschen de gemeente besturen uit, in afwachting daarvan, en voor zoover zulks nog niet is geschied, onverwijld aan den directeur-generaal van Volksgezondheid een uitgewerkt en gemotiveerd voorstel te doen tot een met de besparing der renteverlaging ver band houdende huurverlaging, onder overleg ging van opgaven: a. van de thans geldende huren der Woning- wethuren; b. van de huren van gelijksoortige particuliere woningen in de gemeente; c. van de bouw- en grondkosten der woningen, wanneer deze onder de thans geldende om standigheden werden gebouwd; d. van het aantal leegstaande arbeiderswo ningen in de gemeente met vermelding van de daarvoor thans geldende huurprijzen. De Minister merkt tenslotte op, dat de rente verlaging algemeen zal worden doorgevoerd, dus ook in geval de daardoor te verkrijgen vermin dering van exploitatielasten niet of niet ten volle voor huurverlaging behoeft te worden aan gewend. In die gevallen zal aan de door rente verlaging te verkrijgen bate, in overleg met het gemeentebestuur, te zijner tijd een nadere be stemming worden gegeven. WASHINGTON, Mei. Al lang is het Witte Huis niet meer de rustieke woning van Geor ge Washington, waar Mrs. Abigail Adams, die er het eerst de rol van meesteres des huizes vervulde, moei te had om aan brandhout en water te komen. Maar niettemin is het toch nog steeds de meest democratische en de meest voor iedereen open staande van alle presidentieele resi denties ter wereld. Een afrastering welke den voorbijganger nauwelijks, tot de heupen reikt, omsluit een park dat eenigszins oploopt en midden da&rin staat het sierlijke achttiende eeuwsche huis met zijn ronde portiek en zijn breede vensters. Men vindt geen wacht voor de deur, men ont moet geen uniformen. Evenals in de ministeries, kan men, neger of blanke, Amerikaan of bui tenlander, kalm naar binnen stappen: „jart right in". Men kan door de lange gangen loo- pen waar het getik van schrijfmachines achter de witte deuren het eenige geluid is; men kan de portretten bekijken van de vroegere Presi denten en hun vrouwen waarbij ik die van Mr. en Mrs. Hoover niet heb kunnen vinden; men kan de spreekkamers en zelfs de ontvangzalen vrijelijk in- en uitloopen. Een eenvoudig kamer scherm geeft de grens aan der particuliere ver trekken. En zelfs die grens valt zonder veel moeite te overschrijden. Op mijn verzoek laat men mij zonder eenig bezwaar het zwembad zien waar Roosevelt dagelijks een uur wijdt aan de sport welke vrijwel de eenige is die zijn verlamde beenen hem toestaan. Dit zwembad is een ge schenk der democratische partij welke er een nationale inschrijving voor hield na de ver kiezing van den President. Een groot, maar niet al te deftig heeren huis dat open staat voor heel het land! In de gangen klinken de gemoedelijke afkor tingen der namen van hen die er wonen. „Missy" is miss Margret Lehaud, Roosevelt's secretaresse. „Mac" en „Steve" zijn de directe medewerkers van den President. „Gus", dat is August Genneriche, vertegenwoordigt zooVeel als Roosevelt's lijfwacht. „Sistie" en „Buzzie" zijn de kleinkinderen. Den President zien? Den President spreken? Maar niets is zoo eenvoudig. Men vertelt me dat een paar weken terug een kleine farmer, een neger nog wel, wiens eenige koe in beslag genomen werd, meteen het Witte Huis opbelde, den President te spreken vroeg enden Pre sident ook te spreken kreeg! Eiken Vrijdag ontvangt Roosevelt de journa listen. Het was juist een Vrijdagmorgen toen ik te Washington aankwam. Ik hoefde slechts een taxi te nemen naar het Witte Huis, mijn jas af te geven, met een veertigtal Amerikaan- sche en buitenlandsche collega's een paar mi nuten te wachten en „Come in!" Een beetje gedrang omdat een ieder graag de eerste wil zijn en daar stonden we dan in Roosevelt's werkkamer, in een halven kring voor zijn schrijftafel. Het is steeds een eigenaardige gewaarwording om plots tegenover iemand te staan wiens naam in alle werelddeelen bekend is en wiens portret men dagelijks tientallen keeren ziet. De leider die door zijn tegenstanders nu eens als bolsjewiek, dan weer als dictator uitgekreten wcfrdt, de hervormer, de durver van wien men weet dat zijn stoute, maar noodzakelijke proef het oogenblik der beslissing nadert, Roosevelt maakt een grooten indruk op mij. Pas heeft hij de industrie gewezen op haar zwaren plicht om te werken voor het algemeen welzijn, om de winsten te beperken, de sala rissen te verhoogen, 't aantal werkuren te ver minderen en zoo de koopkracht te verhoogen der 9 op de 10 Amerikanen die geen winsten deelen, maar leven moeten van hun salaris. En intusschen is hij al weer verder gegaan. Hij heeft aangekondigd dat de vier millioen werkloozen die door den staat te werk zijn gesteld, ontslagen moeten worden wegens geld gebrek. Kan de particuliere industrie ze op nemen? Het was aan den Minister van Bin- nenlandsche Zaken, Ickes, dat ik deze vraag stelde. „Ik weet het niet", zeide hij„Het eenige wat ik weet is dat er geld noodig is om ze werk te verschaffen, en dat wij geen geld hebben." Men weet niet wat men met die vier millioen aanvangen zal. Niemand weet het. Ook degene niet, die, zijn kastanjebruine wenkbrou- wen lichtelijk gefronst achter zijn bril, daar voor mij zit en in papieren bladert. Ik heb den tijd om Roosevelt rustig op te nemen. Zijn gelaat is zeer ernstig, maar niet stroef. Hij ziet er frisch uit en heeft een goede kleur die hem jong maakt. Al leen in zijn eerlijke, blauwe oogen ligt iets als van pijn. Het is ook vermoeiend dag in dag uit te moeten vechten tegen een ver lamming, in de wetenschap dat daaraan nooit een einde komen zal! Hij maakt met zijn breeden schouders 'n krachtigen, ener gieken indruk. Men vergeet licht dat zijn gestalte alleen maar zoo gevuld lijkt, om dat hij een breeden stalen gordel onder zijn blauw colbert draagt waaraan zijn beugels bevestigd zijn. Op zijn schrijftafel staan een vaas met bloe men, een inktkoker, het republikeinsche oli fantje en daarnaast twee ezeltjes, een van stof en een van hout: het symbool der democrati sche party. Aan de wanden hangen een paar oude gravures, een groote, fel gekleurde visch van hout of papier maché en daaronder een scheepje met gereefde zeilen dat den naam draagt van „prosperity". Roosevelt heft het hoofd op. Hy moet diep in gepeinzen verzonken zyn geweest, want het duurt een oogenblik voor hy zijn gedachten verzameld heeft en zyn lippen bhjven even open zonder dat er eenig geluid over komt. Een journalist begint. „U sehynt aardig wat te doen te hebben, me neer de President". „Ja, aan werk ontbreekt het my niet." Roosevelt is nog verstrooid. Hy spreekt zacht en heel vriendeiyk. Langzaam komt hy tot de werkelykheid terug. Hy ziet ons. Hy glimlacht. Geen gelegenheidslachje, maar de natuuriyke ontspanning van het masker van iemand die diep heeft nagedacht, wy zyn nu heel gemoe delijk onder elkaar. De President bewaart geen afstand. De eerste vraag wordt hem gesteld: „Wat is er besloten, meneer de President, in de kabinetszitting van vanochtend, over den Invoer van alcoholische dranken?" „Kabinetszitting? Vanmorgen? Oja, wy heb ben besloten dat gedurende 90 dagen vrij wyn kan worden ingevoerd." Er zyn er nu twee, drie te geiyk die iets vragen. Myn collega's winden er geen doekjes om en vragen op den man af. „Waarover heeft u gesproken, meneer (de president, in uw onderhoud met de Amerikaan- sche confederatie van den arbeid?" wil de ver tegenwoordiger van een communistisch blad weten. „Wat denkt u te doen voor de bank van Cuba?" „Meneer de President, u heeft de Sowjets er kend, maar houdt Litwinof zich nu ook aan zyn belofte en maakt hy geen communistische propaganda meer in de Vereenigde Staten?" Deze vraag, in den mond van den vertegen- Naar wy vernemen, hebben zich by de Rijkswerkverschaffing aan het Twente- Rynkanaal eenige strubbelingen voorgedaan, welke ertoe hebben geleid, dat ongeveer 250 tewerkgestelden uit Enschede en Oldenzaal voorloopig van plaatsing zyn uitgesloten. In verband met de nieuwe dienstregeling by de Ned. Spoorwegen zouden de arbeiders uit genoemde gemeenten des Zaterdagsmiddags, in plaats van om één uur, eerst te drie uur kunnen terugkeeren. Daarentegen is het uur van aan komst op de overige werkdagen 's middags ruim half vyf, d.i. ongeveer een uur vroeger gewor den dan bij de winterdienstregeling het geval was. Van de zyde der arbeiders werd nu verzocht, een betere regeling voor den Zaterdag te wil len maken. De inspectie voor de werkverschaf fing, welke ten deze overleg moet plegen met de Ned. Spoorwegen, heeft aanstonds toen haar het verzoek bereikte, dit overleg aangevat en wel, naar ons wordt medegedeeld, met gunstig resultaat. De arbeiders uit Enschede en Oldenzaal heb ben evenwel de resultaten van het op hun verzoek ingestelde overleg met de Spoorwegen niet afgewacht en zijn, tegen het advies der or ganisaties in, begonnen met den arbeid neer te leggen. Ongetwyfeld zal nu het gevolg zyn een uitsluiting van eenige weken, in welke ook geen hulp ingevolge de steunregeling mag worden ge geven. BUITENZORG, 19 Mei. (Aneta) By K. B. van 17 April 1934, Nr. 38, is benoemd tot adjudant in buitengewonen dienst van H. M. de Koningin Z. H. Pangeran A. A. Mangkoenegoro VII. Van deze onderscheiding is Z. H. heden op zijn 50sten verjaardag, namens den Gouver neur-Generaal van Ned.-Indië mededeeling ge daan door een deputatie, bestaande uit den commandant van het leger in Ned.-lndië en den Gouverneur van Soerakarta, waarby zich had aangesloten de kapitein ter zee J. S. C. Olivier marine-commandant te Soerabaja, na mens den Commandant der Zeemacht in Ned.- Indië. De Commandant van het leger in Ned.-Indië las Z. H. het Koninklyk Besluit voor, alsmede een brief van den Gouverneur-Generaal met geluk wenschen. De fungeerend intendant van het Huis yan den Gouverneur-Generaal, Ritmeester De Stoppelaar, bood Z. H. de persooniyke geluk: wenschen van den Gouverneur-Generaal aan met de den Zelfbestuurder ten deel gevallen onderscheiding en overhandigde Z. H. de nes tels, als geschenk van Jhr. de Jonge. woordiger eener republikeinsche krant, is, om het maar zacht te zeggen, natuurlijk niet zon der bybedoelingen. Roosevelt luistert scherp toe, terwijl hy de vragers recht in de oogen ziet. Met een hand gebaar bedwingt hy nu en dan hun ongeduld. Wanneer hy antwoordt, noemt hy dikwyis voornaam en achternaam van dengene die de vraag gesteld heeft. „Mr. G.?" Zijn lach wordt fyntjes: „Ja, die is hier geweest. Hij kwam vragen om een baan tje voor een goede kennis van hem." De journalisten lachen luid en Roosevelt lacht mee. Alleen de man van de communisti sche krant staat yverig te schrijven. Dat be looft wat voor vanavond! De President geeft een grondig overzicht van den toestand der bank van Cuba en steekt in tusschen 'n sigaret op. Zijn hand ligt rustig en sterk op den rand van de schryftafel als een matrozenhand op de reeling. Hy weet men ziet het hem aan dat zijn blik vertrouwen inboezemt, dat zyn figuur sym pathie verwekt. Maar hy coquetteert daar niet mee. Hy blijft eenvoudig en harteiyk. Het is begrypelijk dat hy niet op alle vragen welke hem gesteld worden, antwoorden kan. Hy ne geert zulke vragen niet en geeft er ook geen bitse antwoorden op, zooals Hoover nogal eens scheen te doen, maar maakt er zich af met een kwinkslag die den vrager tevreden stelt. Naar de vraag van den republikeinschen journalist over de communistische propaganda heeft hy met kinderlyke belangstelling zitten luisteren. Hy antwoordt er niet op, doch hoort uit: „Wat bedoelt u? U wilt toch niet zeggen dat u iets ter oore gekomen is of dat u bewyzen heeft?" „Stapels bewyzen", klinkt het onverstoorbaar. „Dan, meneer, is het uw plicht om oogenblik- kelijk naar het Ministerie van Buitenlandsche Zaken te gaan!" Roosevelt staat nooit met een mond vol tan den. Een andere collega krygt te hooren: „Wanneer ik uw vraag goed begryp, meneer, dan ligt het antwoord er al in besloten." Men herkent dadelyk den vlotten spreker, den gladden debater. En de ondervrager krygt niet het vervelende gevoel van: „Hy heeft me te pakken!" of: „Nu zit ik er in!" neen, hy begrypt dat het niet anders kan en hd besluit: „We zullen nog even geduld moeten hebben!" „Het schijnt dat u van plan is om naar het Zuiden te gaan, meneer de President." „Ja, ik heb rust noodig. Net als jullie, boys- Ik denk in Florida een paar vischjes te ver schalken. Ik zal eiken avond een telegram naar Wallstreet sturen, anders maken ze zich daar misschien ongerust over myn gezondheid." Roosevelt heeft succes met deze grap die tevens het einde is der conferentie, vyf, zes handen worden hem toegestoken en hy drukt ze hartelyk. Zoo menscheiyk is in den omgang deze m»n die zelf nooit met zyn vuist op tafel slaat en toch alle dagen dingen doet die even gedurfd zijn als de daden van Hitler of Mussolini. Het gebeurde verleden jaar dat Roosevelt de journalisten die reeds afscheid van hem hadden genomen, eensklaps terugriep: „O ja, jongens, ik had het byna vergeten te zeggen, maar ik geloof dat we vandaag den gouden standaard verlaten hebben." (Nadruk verboden). Bv° De Oostenrijksche Vastenavond-revolutie is een der geweldigste sensaties van den na-oorlogstijd geweest, én om haar ver-strekkende gevolgen voor de toekomst èn om de fantastische wijze, waarop zij met niet minder fantastische middelen gestreden werd. Tijdens de revolutiedagen hebben allen met voort durend stijgende belangstelling het verloop van den strijd gevolgd, en terstond na het einde van een der gruwelijkste burgeroorlogen, welke de menschheid ooit gekend heeft, is de vraag gerezen: Wie bezorgt ons een betrouwbaar verhaal dezer merkwaardige revolutie? Wie zal haar oorzaken vaststellen en haar gevolgen pogen te schetsen? Wie zal de door weinigen begrepen belangrijkheid van deze revolutie aantoonen? Wie zal de daaruit te trekken lessen bepalen? Het antwoord daarop levert u de boven aangekondigde brochure, waarin de heer Leo Speet, die reeds jaren lang een speciale studie maakte van het Austro- Marxisme in theorie en praktijk, uiteenzet, waarom de revolutie in Oostenrijk komen moest, hoe de burgeroorlog verliep en welke de conclusie behoort te zijn: de dooden vermanen! Sommige hoofdstukken zijn als fragmenten uit een boeienden roman; de documentatie van den schrijver oog-getuige is echter overal d&ar om te voorkomen, dat de lezer het verhaal vooral dat van de voor bereiding der revolutie ongeloofelij k zou vinden. De brochure is 48 bladzyden groot en is voorzien van verschillende sterk-documenteerende Illustraties. Verkrijgbaar aan alle bureaux der Vereen. Kath. Pers en bij haar agenten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 6