Gevaren van den Zomer
Tl'p-
i
Onvolwaardigen
Moeder en kindje
omgekomen
Medische kroniek
een
ZONDAG 27 MEL 1934
IDEEËN
Jaarvergadering van de A.V.O.
te Utrecht gehouden
Voor- en nazorg van
geesteszieken
fit
WtlWBtljWt
IS
Adviesbureau voor onvol
waardigen
Door trein gegrepen
Vrouw hoorde de waar
schuwing niet
Auto reed bij station Nieuwer sluis
over een uitholling en vervolgens
in het Merwedekanaal
Voor wielrijdster uit
geweken
Buitenlandsch weeroverzicht
Koempoellan
Katholieke Verkennersleiders
en leidsters
KWAJONGENSBENDE
IN ARREST
Inlanders lafhartig mishandeld
Slaapmiddelen
Er is in den mensch veel tegenstrijdig
heid: hq heeft een verstand, waardoor
hij zich wezenlijk onderscheidt van het
dier; waardoor hij verheven is boven de rede-
looze schepselen. En toch heeft hij alle moeite
om niet tct het dierlijke te vervallen, ja hij
moet oppassen om, eenmaal op de helling be
land niet beneden het dier te zakken.
Hij heeft een ziel en van nature zijn zijn
streifvermogens op het eeuwige gericht. Toch
hangt hü aan het tijdelijke met ,,heel zijn
ziel" en schuwt hij den dood, die hem op zijn
bestemming moet brengen, als zijn grootste
ongeluk.
Een even groote tegenstrijdigheid in het
leven van zetr vele menschen is, dat de mooi
ste gedaante van de natuur voor den mensch
het gevaarlijkste is. Het laat zich denken dat,
Wanneer de dagen kort en de nachten lang
Zijn; wanneer buiten de storm giert; wanneer
mist en regen alles in een eentonig grijs hullen
en den mensch naar binnen jagen, dat hij dan
Van verveling plaatsen van vermaak opzoekt
en afleiding bedenkt, welke niet altijd de men-
schelijke waardigheid verhoogen. Zeker, ook
dan moet hij zich redelijk schepsel toonen; ook
dan zijn er middelen genoeg om geest en hart
op waardige wijze te voeden. Intusschen zijn
hier verzachtende omstandigheden voor de
Wilszwakken te bepleiten.
Maar wanneer de zon schijnt, de boomen in
feesttooi staan, wanneer een stralende hemel
het hart verblijdt, dan moest 's menschen geest
als vanzelf omhoog worden getrokken; dan
moest het hem meer dan ooit gemakkelijk val
len zijn eersten menschelijken plicht te ver-
Vullen n.m. den Schepper te verheerlijken in
de schepping.
En ziedaar de tegenstrijdigheid juist
die tijd van reine, juichende schoonheid, wan
neer heel de natuur één loflied is van den
oppermachtigen, algoeden en alwijzen Maker,
juist die tijd schijnt voor ontelbaren de moei
lijkste te zijn om hun menschwaardigheid hoog
te houden.
Steeds luider verheffen paus, bisschoppen,
Priesters, gcedmeenende voorlichters der pu
blieke opinie, bestuurders van godsdienstige en
sociale vereenigingen hun stem tegen de uit
spattingen in bosch en duin; aan strand en
zee. En ieder jaar weer ziet men c^e losban
digheid grooter worden.
Wij raken hier niet alleen een delicaat on
derwerp aan, maar beroeren een probleem,
Waarover helaas onder christenen, zelfs onder
katholieken niet gelijk wordt gedacht. Zeker,
er is nog een grens, waarbij a-ne waardeering
Wet enkel van wat zich christen noemt, maar
van ieder, die nog aanspraak op den naam van
fatsoenlijk mensch maakt, samenkomt; vanzelf
sprekend veroordeelen deze allen onzedelijke
handelingen in 't openbaar nog strenger dan in
besloten plaatsen, om de ergernis, welke er 't
gevolg van kan zijn. Maar achter die grens ligt
een breed veld van allerlei schakeeringen in de
beoordeeling over de wijze, waarop men zich
in de vrije natuur mag ontspannen en ver
maken. Hier blijkt de heidensche theorie van
haaktcultuur ook bij christenen al sterk te
hebben ingewerkt. En nu willen wij niet plei
ten voor een preutschheid, als waarmee ons
geslacht van een honderd jaar geleden behept
Was. Alle overdrijving schaadt, ook hier! Te-
ïecht wekken de zoogenaamde badcostuums
van onze overgrootmoeders thans den lachlust
op. Zoolang dan ook zwemmen en baden om
het genot van de vrije beweging, sterking der
spieren, in één woord uit een zuiver sportief
oogpunt en om gezondheidsredenen worden
beoefend, zal geen gezond denkend mensch
daarin iets laken. Integendeel! Ook dit kan
een goed gebruik van Gods gaven zijn.
Maar hiermee is de grens ook tevens aan
gegeven. De watersport eischt een minimale
lichaamsbedekking en dient dus zooveel moge
lijk als iets persoonlijks te worden beschouwd.
Het strijdt tegen alle regels van fatsoen om
een strand als openbare kleedkamer te ge
bruiken. Kleeden en ontkleeden zijn persoon
lijke handelingen, die ook aan een zeestrand
buiten de publieke belangstelling dienen te
blijven. Natuurlijk is de sfeer aan een zeestrand
een andere dan in een salon of vergaderzaal.
Daarom kan een zich bewegen van badgasten
tusschen zee en badkoetsen voor zedelijk gezon
de menschen geen gevaar opleveren. Maar wel
begint het gevaar te dreigen, wanneer in zulk
een sfeer geen scheiding van geslachten wordt
aangehouden, wanneer in de golven een luchtig
epel wordt gespeeld van personen van beider
lei kunne. Met de gemengde baden is de eer
ste stap op een verkeerden weg gezet.
Van het gemengd zwemmen is het gemeng
de luchtbad gekomen. En heel onze lange zee
kust biedt nu in den zomer een schaamtelooze
Uitstalling. Eenmaal als geoorloofd aanvaard,
dat men zich in badcostuum in het openbaar
«zont" kwam de menschelijke ijdelheid en de
behaagzucht onder het motto ,,mode" een
Woordje meespreken. De vrouw vraagt eerst
Wat haar in kleur het meest flatteert; dan
biedt de mode haar ook ontelbare variaties in
Vormen. En deze mode heeft de geneigdheid de
behaagzucht te prikkelen. Hce doet zij dit in
badcostuum beter, dan de lichaamsvormen hoe
langer hoe meer te doen uitkomen en hoe biedt
juist dit object gelegenheden voor geraffineerde
oplossingen. De badcostuums der laatste ja-
ïen mogen dan ook geen bekleeding meer hee-
ten; zij zijn slechts de aanduiding daarvan.
En in zulke minimale lichaamsbedekkingen lig
gen honderden menschen uren lang bijeen: als
Vreemd en familie, als vrij en verloofd, jong en
oud, gehuwd en ongehuwd. Er wordt gepraat
en gelachen, gestoeid en gespeeld. Neen, de
openbaarheid zal openbare schennis der eer
baarheid verbieden. Maar niemand kan zeg
gen, wat er kookt aan geheime hartstocht in
het binnenste van al deze zonaanbidders; wel
ke prikkels heel die sfeer van zwoele lucht en
naaktheid opwekt. Daarvan kunnen later de
bosschen en duinen getuigen, waarheen de na-
tuurgenieters afdwalen, wanneer de oogen ge
noeg genoten hebben.
Ziedaar de excessen, waartoe een niet in
toom gehouden geslacht gekomen is. Als een
lawine breidt de zucht naar zonnebaden zich
uit. De zeekust was velen te ver en niet lang
genosg. In het binnenland verrijzen overal na
tuurbaden. En de afstand van stad naar strand
is te lang om met verkleeden te wachten. In
lange rijen trekken de stadsnimfen op Zondag
morgen in minder dan een nachtcostuum al
fietsend langs de wegen, door steden en dor
pen, het gastvrije strand tegemoet.
Is het nog noodig te wijzen op de dwaasheid,
de inconsequentie en vooral de groote gevaren,
welke hierin gelegen zijn? Hoevelen gaan er
naar buiten in „Gods vrije natuur" van al die
tienduizenden, om werkelijk alleen van zon en
buitenlucht te genieten? Wordt voor een zeer
groot deel deze zomersche uitgang geen kermis
van ijdelheid, van verlokking, van sexueele
prikkeling met de barre consequenties daar
aan verbonden? Dit vragen is overbodig. De
bewijzen zijn er overvloedig, dat deze zooge
naamde zomergenoegens een volksverderf zijn.
En zij, die in haar onnoozelheid meenen, dat
er toch geen kwaad in kan steken, om in een
koket badpakje uren lang te kijk te zitten, om
dat er „toch niets gebeurt noch gebeuren kan"
die moeten maar eens vragen aan rechters en
zedenpolitie, aan leden van reclasseeringsver-
eenigingen, hoe honderden ongelukkigen tot een
zedendelict gekomen zijn. Door de cogen was de
begeerte opgewekt; niet de onbewuste verleid
ster, maar onschuldigen, heel vaak kinderen
werden tot slachtoffer, uren, soms dagen later.
Er moet, nu de kostelijke zomer met al Gods
rijke gaven weer tot ons is gekomen, niet enkel
gewaarschuwd worden. Een waarschuwing tct
de ouders, om hun kinderen te beschermen;
een waarschuwing tot de onnoozelen, die mee
doende aan mode en tijdgeest, zich schaamte
loos tentoonstellen, onbewust van de ergernis,
welke zij geven. Er dient bovendien geprotes
teerd te worden tegen een overheid, die te slap
is om de volkskracht te bewaren. Ons christen
volk mag er zich niet langer bij neerleggen,
dat het eene deel der menschheid Gods vrije
natuur misbruikt en het andere deel gedwon
gen wordt zijn kinderen op te sluiten. Er is nog
zoo iets als vrijheid in dit vrije land. Nog al
tijd mogen wij aannemen, dat de weldenken-
den in dit land de meerderheid vormen. Zij
eischen dan ook strenge handhaving van het
openbaar fatsoen op den publieken weg, in
bosch en heide, aan duin en strand!
LIBRA.
Correspondentie. Wij ontvingen nog tal
rijke stukken over ,,het karakter van de radio".
Wij kunnen deze niet verder behandelen. Deze
rubriek is er alleen om een goede gedachte op
te wekken, een woord van hart tot hart te
spreken. Wq hebben het vraagstuk der volks
opvoeding door de radio aan de orde gesteld;
het probleem worde elders verder behandeld!
LIBRA
Zaterdag werd te Utrecht de jaarvergadering
gehouden van de Ned. Vereen, tot bevordering
van den arbeid voor onvolwaardige arbeids
krachten (A.V.O.) in het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen. Voorzitter der vergadering
was mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen (Haar
lem), die in zijn openingswoord het overlqden
herdacht van den 2en secretaris der vereeni-
ging, den heer Th. W. te Nuyl.
Vyf aftredende bestuursleden werden bij ac
clamatie herkozen, n.l. prof. dr. L. v. d. Horst,
L. Heyermans, dr. N. M. Josephus Jitta, C. T.
Kortenhorst en C. W. J. Sierenberg de Boer.
Tot nieuw bestuurslid werd benoemd dr. A. van
Voorthuyzen, ryksinspecteur voor het buiten
gewoon lager onderwijs. Het bestuur vroeg aan
de vergadering machtiging dr. van Duyl, voor
zitter der Rijksverzekeringsbank, aan het be
stuur toe te vpegen wanneer deze zich bereid
zal verklaren een functie als bestuurslid te aan
vaarden, welke machtiging werd verleend.
Des middags om half een werden de deel
nemers aan de jaarvergadering officieel ont
vangen door het gemeentebestuur van Utrecht
in de St. Michaëlskapel, bij welke gelegenheid
de burgemeester, mr. dr. G. A. W. ter Pelkwyk
een toespraak hield.
In de middagvergadering werd overgegaan
tot behandeling der praeadviezen, uitgebracht
door dr. W. N. Donkersloot, Rotterdam, leider
van den buitendienst der Psychiatrische In
richting Maasoord en door dr. H. M. C. Jansen,
psychiater te Vught over de vóór- en nazorg
van geesteszieken.
Door dr. E. H. la Chapelle, orthopaedisch
chirurg te Amsterdam, door mevr. dr. M. J.
Deutz, gemeente-arts te Utrecht, door mevr.
M. J. A. SarkSchim van der Loeff te Assen
en door den heer E. P. Schuyt, hoofd „Nazorg
buitengewoon onderwas der gemeente Haarlem"
werden praeadviezen uitgebracht over „Advies-
bureaux voor onvolwaardigen".
Het prae-advies van dr. H. M. C. Jansen
werd ter vergadering mondeling uitgebracht.
Spr. wees er op dat evenals by de bestrijding
van tuberculose by de bestrijding van geestes
ziekten een voor- en nazorgdienst noodig is.
In dit verband wees spr. op de groote ver
diensten die consultatiebureaux voor zenuw- en
zielszieken zich op dit gebied verwerven. Door
het ontbreken van juiste inzichten bij het pu
bliek biedt de nazorg bij alcoholisten in het
byzonder groote practische moeiiykheden. Ook
by de voorzorg wordt door de consultatie
bureaux een rol gespeeld, evenals door de plaat-
seiyke wykverpleegsters. Door juiste inzichten
ten aanzien van geesteszieken by te brengen
kunnen veel moeilijkheden die de patiënten by
den terugkeer in de maatschappy ondervinden
worden ondervangen.
Dr. W. N. Donkersloot komt in zqn prae-
advies tot de conclusie dat, hoezeer hoofd-
HlTtÊÜ.
9 9 9 9
9 9 9 9
zakeiyk naar tactvolle leiding en voorlichting
gestreefd moet worden, materieele verzorging
van overgroote beteekenis is. Daarom is een
nauwe en voortdurende samenwerking noodig
met de diensten voor Maatschappeiyk Hulp
betoon.
Er dient gezorgd te worden voor goede huis
vesting en materieele verzorging maar niet min
der voor gelegenheid om te arbeiden.
Dr. E. H. La Chapelle zegt in zqn prae-advies
over Adviesbureaux voor onvolwaardigen het vol
gende: We kunnen ons de toekomstige inrich
ting der bureaux aldus voqrstellen: Rationeel
verspreid over het geheele land worden A.V.O.-
adviesbureaux opgericht, die met elkaar con
tact houden. De leiders dezer bureaux ontvan
gen schrifteiyk of mondeling op geregelde
zitdagen aanvragen om voorlichting. Aan
vrage en aanvrager worden onderzocht en aan
de hand van bekomen medische en sociale in
lichtingen wordt nagegaan of de oorzaak der
onvolwaardigheid nog door medische behande
ling of opvoeding is te verminderen, vooral
voorzoover het jeugdige personen betreft; of
door re-educatie tot een ander beroep by oude
ren met verkregen gebreken.
Zoolang de wereld en, in het klein, Nederland
nog zoo slecht den beschikbaren arbeid weet
te verdeelen, dat byv. Duitsche meisjes het
werk doen van Nederlandsche, en dezen weer
werk, dat gedaan kan worden door mannen,
zoolang byvoorbeeld de overheid uniforme
strenge keuringseischen heeft voor vaste aan
stellingen, zoolang zal ook de A.V.O. met haar
adviesbureaux een relatief gering succes kun
nen opleveren.
Toch zqn ze als èn als middel van opvoeding
voor de toekomst èn als direct positief werkende
instellingen ook nu meer waard dan menigeen
zou verwachten.
Naar aanleiding van de prae-adviezen had
een uitvoerige gedachtenwisseling plaats.
Ter gelegenheid van de jaarvergadering is
een excursie gehouden naar het T.B.C.-sana-
torium „Berg en Bosch" te Bilthoven met zqn
prachtige werkplaatsen voor arbeidstherapie en
nazorg en naar het nieuwe Blindeninstituut te
Bussum.
Op den onbewaakten overweg op den weg
Vriezenveen—Wierden is Zaterdag een doode-
ïyk ongeluk gebeurd.
De 43-jarige vrouw Gesina Hulscher, echt-
genoote van den landbouwer J. H. Roolfs, uit
Uelsen (Duitschl.) was met haar twee kinderen
en haar man per fiets op weg naar Goor om
familie een bezoek te brengen. By den overweg
waarschuwde haar man, dat zy niet meer kon
den passeeren, daar uit de richting Almelo een
trein naderde. De vrouw hoorde de waarschu
wing niet en reed door, met het noodlottig ge
volg, dat zy door den trein werd gegrepen.
Zwaar verminkt en reeds overleden werd zij
onder den trein uitgehaald. Het lqk werd naar
het station gebracht, vanwaar het naar Duitsch-
land zal worden vervoerd.
Zaterdagmiddag te vier uur is in
de nabijheid van het station Nieu-
wersluis, gemeente Loenen, 'n zeer
ernstig auto-ongeluk gebeurd, waar
bij twee personen, een 40-jarige
vrouw en haar 5-jarig dochtertje,
het leven verloren.
De heer H. Elderenbosch, die den auto be
stuurde, moest op een gegeven moment uitwy-
ken voor een wielrydster, om niet met haar in
botsing te komen.
Op die plaats was over den weg een uithol
ling, waardoor de heer E. de macht over zijn
stuur verloor. Mede door de tamelük snelle
vaart reeds de auto het Merwedekanaal in. De
heer Elderenbosch, die met zqn zoontje van 12
jaar voorin zat, wist zich te redden. Ook het
jongetje kon hq nog uit den auto trekken. On-
middeliyk schoot van alle kanten hulp toe.
Een voorbijvarend schip poogde den auto
aan de lier te haken, wat na eenigen tyd
gelukte. Toen de wagen boven water was
gebracht en mevrouw E. en haar 5-jarig
dochtertje er uit waren gehaald, bleken^de
levensgeesten echter reeds te zqn geweken.
De burgemeester, rqks- en gemeente-politie
en manschappen van de politie-troepen te
Nieuwerslius waren kort nadat het ongeluk
gebeurde, ter plaatse.
Door dr. K. de Snoo en den veld
wachter Quint werd kunstmatige ademhaling
toegepast, doch hW mocht niet gelukken de
levensgeesten op te wekken. De beide slacht
offers van dit droevig ongeluk zyn naar het iy-
kenhuisje te Loenen vervoerd.
De heer Elderenbosch is gezagvoerder ter
koopvaardq en is eerst sedert eenigen tyd uit
West-Indië in Holland teruggekeerd, hy is
woonachtig te Haarlem.
Het gebeurde verwekte in het dorp algemeene
verslagenheid.
Dit is het derde ongeluk in één week tijds,
waarbq een auto te water reed en menschen
omkwamen: aan het Beusichemsche veer, by
Hulst en thans bq Nieuwersluis.
Over de Britsche Eilanden heeft het hooge
drukgebied zich weer hersteld en breidt zich
vooral naar onze omgeving en Frankrijk uit.
Over Scandinavië vult de depressie slechts
langzaam op, nabij IJsland naderen nieuwe
flinke luchtdrukdalingen.
Waarschijnlqk zal bq ons de wind gaan
krimpen en hoewel de bovenlucht hedennacht
weer kouder geworden is, mag dan voor mor
gen overdag een langzame aanwarming verwacht
worden, de nacht zal nog wel koud zqn.
Over het algemeen is de temperatuur over
het geheele gebied beneden haar normale waar
de. Sinds Vrijdag is zq alleen in Zuid-Engeland
?n Denemarken van beteekenis gedaald. Het
weer is rustig over de Britsche Eilanden, waar
plaatselijk eenige regen viel en over Frankrqk
en Zuid-Duitschland.
Over Scandinavië en Noord-Duitschland
waaien krachtige winden, aan de Noorsche
kust sneeuwt het hier en daar.
De grootsche bqeenkomst van R. K. Verken
nersleiders, die vandaag een algemeene verga
dering in Den Haag houden, waarbq zes-
zevenhonderd deelnemers tegenwoordig zqn, be
gon Zaterdagavond om zes uur met een alge
meene vlaggenparade op „Duinrel" onder Was
senaar.
Onder het spelen van een vaandelgroet door
de Schotsche Band uit Schiedam, werden te-
gelijkertqd de driekleur, de vlag van N.P.V. en
de Pauselqke kleuren geheschen.
In tegenwoordigheid van den hoofdverken
ner van den N.P.V., Staatsraad J. J. Rambon-
net en de hoofdverkenners-geestelijke, rector J.
Mol, beiden uit Den Haag, en verschillende
hoofdbestuursleden van „De Katholieke Ver
kenners" werd namens het gemeentebestuur van
Wassenaar een welkomstwoord gesproken door
den burgemeester, den heer J. J. Wiegman.
Hierna haalden alle aanwezigen het Aller
heiligste in, dat door rector Mol vanuit de pa
rochiekerk te Wassenaar, in de groote tent werd
uitgesteld, waarbij een knapenkoor uit de Haag-
sche Verkenners zong.
Imposant was de intocht der leiders en
leidsters int alle streken van het land, die het
Allerheiligste by den kampingang hadden in
gehaald en tevens de gezamenlqke aanbidding.
Daarna voerden de Haagsche welpen eenige
demonstraties uit, waarop een gemeenschap-
pelqke kampmaaltyd volgde.
Des avonds om half tien hield men een groot
kampvuur, dat de bisschop van Haarlem, Z. H.
Excell. Mgr. J. D. J. Aengenent met zqn tegen
woordigheid vereerde.
SEMARANG, 26 Mei. (Aneta.) De politie
arresteerde 21 dezer een groep van 15- tot
10-jarige knapen, onder wie leerlingen van de
ambachtsschool en de Mulo. zy waren de bel
hamels van een uitgebreiden troep, welke sedert
November 200 tot 300 ongemotiveerde en laf
hartige mishandelingen pleegde op Inlanders,
die rustig langs stillere wegen liepen.
De laatste mishandeling van een gepension-
neerden assistent-wedana was aanleiding, dat
de politie kon overgaan tot arrestatie.
Op een der laatste vergaderingen van de
Royal Society of Medicine te Londen,
hielden de leden een discussie over ver-
doovende middelen.
Er ziin in hoofdzaak twee soorten, de mid
delen tegen pijn en de slaapmiddelen. Wan
neer iemand van pijn niet in slaap kan ko
men. kan men hem slaap bezorgen, niet met
een slaapmiddel, maar met een pijnstillend
middel, b.v. aspirine.
Prof. William Willcox, een bekend specialist
in de leer der vergiften, vond een combinatie
van deze twee middelen gevaarlijk en inder
daad, wanneer de pijn den slaap belet, is een
pijnstillend middel afdoende. Door het herhaal
delijk gebruik van een slaapmiddel wordt men
er aan gewend, en dit is niet ongevaarijk.
Er zqn evenwel ook onschuldige slaapmid
delen: en broom is een der voornaamste.
Niemand mag beginnen een ander sterker mid
del te gebruiken, indien hq niet eerst 's avonds
een gram broom geprobeerd heeft. Ik zeg dit,
want er zqn vele menschen. die zonder dokters
voorschrift allerlei slaapmiddelen gebruiken,
een allonalletje, een medinalletje of wat dan
ook. Toch is dit beslist af te raden.
Een ander onschuldig slaapmiddel is alco
hol in den een of anderen vorm, en in den re
gel is ook een aspirine ongevaarlijk.
Geregeld gebruik van slaapmiddelen heeft
echter vaak ernstige gevolgen. Tegen
woordig worden vooral de derivaten van
barbituurzuur gebruikt; het aantal van die
derivaten (afgeleide stoffen) is enorm groot
geworden; zeer bekend zqn veronal, medinal,
somnifeen, dial, proponal, luminal, drogenal;
vele andere bevattesn tevens een barbituur-
zuurverbinding, zooals allonal; maar de lijst is
te lang. Waarom is de lqst zoo lang? Is elk
nieuw preparaat een verbetering? Waarom
brengen de chemische fabrieken telkens
nieuwe middelen op de markt? Ik weet het
niet, maar wel weet ik, dat volgens de reclame,
die er voor gemaakt wordt, elk nieuw middel
onschadelqker is dan het voorlaatste. Inder
daad is geen enkel slaapmiddel onder alle om
standigheden en voor iedereen volkomen on-
schadelqk, wanneer wij tenminste middelen als
broom en alcohol buiten beschouwing laten.
En juist omdat slaapmiddelen, ook die van
de barbituurzuurgroep, niet volkomen onschade-
lqk zijn, omdat verder het gebruik in den re
gel niet gecontroleerd wordt, omdat men er
meer of minder aan gewend raakt, was prof.
Willcox tegen de combinatie van pqnstillende
middelen en slaapmiddelen.
Hij ging zelfs zoo ver te zeggen, dat een te
sterk gebruik van deze middelen de neiging tot
zelfmoord bevorderde. Sommige van deze men
schen hadden een ware obsessie van slapeloos
heid en het was niet mogelijk, om ze in slaap
te krijgen, dan door gevaarlijk hooge doses.
Toen hij dit gezegd had, werd hij door twee
andere leden van de Royal Society uitgelachen.
Dan zouden de couranten wel vol staan van
dergelijke zelfmoorden (ze komen echter bijna
nooit in de courant S.), en het was toch ook
waar, zeide de eene, dat er vele menschen in
hooge posities waren, die geregeld slaapmid
delen gebruikten en gezonde leden van de
maatschappq waren.
Prof. Willcox antwoordde, dat hij sprak uit
droevige ervaring, en dat hij zqn ziekte
geschiedenissen, waaruit bleek, dat hq waar
heid sprak, kon toonen.
Toch is het wel waar, dat er vele menschen
zijn, die geregeld slaapmiddelen innemen en
daarvan blqkbaar weinig last hebben. Ik spreek
hier natuurlqk niet van morphinisten want
daarover zqn allen het eens; doch over de ge
bruikers van allonal, adaline etc.
Het wil mij voorkomen, dat er om twee re
denen slaapmiddelen gebruikt worden. Een ge
zond gestel moet natuurlijk zulke middelen
kunnen ontberen, maar er zijn menschen, die
met zoovele en zoo dringende zaken den ge-
heelen dag bezig zqn, dat ze daarom den slaap
niet kunnen vatten. Normaal en gezond is het,
wanneer iemand na een lange dagtaak tot zich
zelf zegt: vandaag is het genoeg geweest, ik
heb mqn plicht en mqn werk gedaan, ik ben
verder niet meer verplicht mq thans zorgen te
maken, de rest is voor morgen. Daarop ant
woorden natuurlqk tal van drukke en bezorgde
menschen: „Ja dokte", u weet niet, wat een
zorgen een zakenman tegenwoordig heeft, wij
kunnen eenvoudig niet ophouden te zorgen en
te denken, dus geeft u mij maar een slaapmid
del." Deze goede menschen redeneeren zeer
onlogisch; indien ze werkelijk meenden niet
te kunnen ophouden, wel dan zouden ze moe
ten doorwerken; maar uit hun vraag om een
slaapmiddel blijkt, dat ze wel willen ophou
den. Zq missen de kracht en de zelfbeheer-
sching, om op een bepaald moment te zeggen:
best gedaan is genoeg gezorgd, elke dag heeft
aan zyn eigen zorg genoeg. Die kracht vragen
ze van het slaapmiddel. Voor zulke menschen
wordt het een echte kunst om in slaap te ko
men. Zq beginnen tegen hun zorgen te vech
ten, maar dat is niet de manier, om in slaap
te komen, want een gewoon mensch vecht niet
meer in bed. In de kinderjaren gaat men heer-
lqke fantasieën maken, zoo gauw men in bed
ligt; misschien dat dit geen slechte methode
is, om den slaap te vatten.
De tweede categorie slapeloozen, waar ik
vroeger al eens over gesproken heb, is veel ern
stiger. Het zqn niet gewone zorgen, maar het
is de groote angst, die hen uit den slaap houdt.
Voor wie 't niet weet, heeft dit woord „de
groote angst" niet de minste beteekenis. Zij zijn
te beklagen; zq zijn bang, dat wanneer zij niet
langer op hun qui vive zqn, het verschrikke-
Iqke zal gebeuren.
Voor deze menschen is er maar één genees
middel, en dat is te leeren leven in 't bewust
zijn, dat zq de meest doodgewone, eenvoudige,
burgerlqke menschen zijn, die er bestaan; dat
zij trachten, om zoo te zeggen, gelijk te worden
aan den buurman en de buurvrouw rechts en
links, boven en onder. Maar dat is moeilijk,
en we kunnen er hier ook niet verder op in
gaan.
Mauriac heeft er kortelings in zqn „Journal"
nog op gewezen, tot welke catastro^hen de
verdoovende middelen voeren. De dokters zijn
in 't algemeen zeer overtuigd van dit gevaar.
Een zekere dr. G. W. James zeide op de bo
vengenoemde bijeenkomst van de R. S., dat het
gedrag van den arts ten opzichte van de slaap
middelen in drie stadia verliep. De heel jonge
arts geeft met angst en beven voor de eerste
maal. Wanneer hij wat ouder wordt, verliest
hy zqn vrees en schrqft, wel is waar matig,
maar toch een weinig op goed geluk, alle mo
gelijke slaapmiddelen voor, daarin gesterkt,
door de groote hoeveelheid monsters, die hem
door de chemische fabrieken worden toegezon
den. In het derde stadium heeft de arts er
varingen gemaakt met zqn middelen en heeft
nu een klein ïystje van middelen, die hq door
en door kent, en met mate voorschrqft, maar
boven alles heeft de levenswqsheid, die hij op
gedaan heeft, hem geleerd om te zoeken naar
de oorzaak van de slapeloosheid, of liever de
tallooze oorzaken, want in bijna elk geval is
de oorzaak een andere. Dit zyn wijze woorden,
en het zou te wenschen zyn, dat de gebruikers
van slaapmiddelen van die wqsheid party trok
ken.
De mensch moet trachten, over dag zoo te
leven, dat hy 's avonds met gerustheid en
kalmte het hoofd neerlegt.
TH. H. SCHLJCHTING j