Kamergeleerde, opstandeling, leider der natie i Father Coughlin van Royal Oak MRS. ROOSEVELT, AMERIKA'S ..FIRST LADY" EDUARD BENESJ' 50 STE VERJAARDAG DE RADIOPRIESTER 60.000 KM. EN 70 REDEVOERINGEN ZONDAG 27 MEI 1934 Een geboren diplomaat ft De Savonarola van Amerika Volmaakte huisvrouw De radio-missiedag Het was de Wereldoorlog, die hem uit zijn studeerkamer lokte en een leider van hem maakte LIMBURGERS NAAR ROTTERDAM Een zeer geslaagde excursie liö Dr' Benesj INSTELLING VERKEERSFONDS OEFENREIS NAAR DE OOST- ZEE NIEUWENHUIZEN SEGAAR Eenige der vele schilderachtige woningen te Oberammergau ,De radio is het moderne middel om het Evangelie te verkon digen aan alle volkeren" Evenals haar man heeft ze ge broken met de starre vorme lijkheid van vroeger Een wereld-programma en een wedstrijd EEN VERBODEN LOTERIJ Nader onderzoek gelast Schmeling wederom geblesseerd Het Europa van na den Wereldoorlog telt eenige mannen die de geschiedenis van den nieuweren tijd in andere banen leidden. Hun methoden verwekten misschien niet altijd en niet overal een bijzondere sym pathie, maar ze hebben groote dingen tot stand gebracht en de edele beweegredenen waardoor ze gedreven werden, kunnen ook hun eerlijke tegenstanders niet ontkennen. Sommigen grepen krachtig in, omdat ze hun land, de natie waarvan ze deel uit maakten, naar hun al dan niet juiste meening, ten onder zagen gaan: Mussolini, Hitler, Mustapha Kemél Pacha, Dollfuss. Anderen moesten vechten om hun natie het besef harer saamhoorigheid bij te bren gen, om het gebied der natie op andere naties te heroveren, om de vrijheid en de onafhankelijkheid hunner natie erkend te krijgen: Pilsudski, Masaryk, Carmona. Tot hen behoort ook Eduard Benesj, de Minis ter van Buitenlandsche Zaken van Tsje- cho-Slowakije. Benesj, die Maandag vijftig jaar wordt, speelt reeds twintig jaren een groote rol in de Euro- pèesche politiek. Het was de Wereldoorlog die hem weg lokte uit de stille studeerkamer waar hij zich uitsluitend aan sociologische studiën wijdde en een groot aantal geschriften het licht deed zien. 1914. Hij schrijft niet meer, hij studeert niet mèer. Hij verlaat zijn studenten aan de Tech* nische Hoogeschool van Praag. Hij doceert niet langer sociologie aan de filosofische faculteit van Praag. Hij herinnert zich alleen nog maar de dissertatie waarop hij in 1907 aan de uni versiteit van Dijon doctoreerde in de rechts wetenschappen: ,,Het Oostenrijksch probleem en het Tsjechisch vraagstuk". Hij voelt dat de oorlog een einde zal maken aan het probleem en het vraagstuk kan oplossen. De professor, de kamergeleerde wordt op slag een revolutionnair. Hij wordt het hoofd eener wijd vertakte samenzwering. Hij mobiliseert de Tsjechische patriotten in de „Maffia", vlucht ten slotte uit Oostenrijk-Hongarije, eerst naar Genève, dan naar Parijs. Hij wordt secretaris van den Tsjecho-Slo- wakschen Nationalen Raad te Parijs. Met Masaryk en Stefanik werkt hij samen voor een onafhankelijk Tsjecho-Slowakije. Er is veel propaganda noodig. En de Kanselarijen zijn nog erg voorzichtig, laten zich moeilijk over tuigen. Onder het pseudoniem A. Belsky werkt hij ijverig mee aan het tijdschrift „De Tsje chische Natie" van prof. Denis. Hij voert daar zelfs eenigen tijd de redactie van. Hij publi ceert zijn vlammend vlugschrift: „Oostenrijk- Hongarije moet uitgeroeid worden". Hij wint. Langzaam gaat het en geleidelijk, maar hij wint, hij overtuigt, vindt steun. Het positieve werk begint. De Tsjechische legioenen worden gevormd. De Tsjecho-Slowaksche Na tionale Raad wordt als de officieele vertegen woordiger der Tsjecho-Slowaksche natie er ken. De Tsjechische legioenen gelden als het leger van Tsjecho-Slowakije en trekken naar het front met de Geallieerden. Den 14en October 1918 wordt de Tsjecho- Slowaksche Nationale Raad erkend als de re geering van Tsjecho-Slowakije. Benesj is Mi nister van Buitenlandsche Zaken. De wapen stilstand komt. Benesj neemt deel aan de Con ferentie van Parijs. De verdragen van Ver sailles en van Saint-Germain plaatsen den naam Tsjecho-Slowakije op de kaart van Eu ropa en stellen de grenzen vast van den nieu wen staat. Het groote werk is voltooid en ge slaagd. In September 1919 kan Benesj eindelijk terugkeeren naar Praag dat hij verlaten had terwijl er de Habsburgers overmachtig heersch- ten en dat hij nu, vier jaren later, terug vindt als de hoofdstad van een onafhankelijk land. Dankte hij het aan zijn jeugd? Benesj heeft den moed en de kracht gevonden om in de vredesverdragen het werkelijk einde van den oorlog te zien. Terwijl de Clemenceau's, de Poincaré's, de Lloyd George's en anderen den overwonnen vijand bleven trappen en zochten te vertrappen, reikte Benesj den vijand die geen vijand meer was, de hand. Hij versterkte den nieuwen toestand en poogde dien te bevestigen door de stich ting van de Kleine Entente en door samen werking te zoeken met Polen en Frankrijk. Hij liet na den terugkeer van Koning Karei Hongarije zelfs weten dat Tsjecho- Slowakije in een herstel der Habsburgers een casus belli zou zien. Maar aan den anderen kant erkende hij dat het econo misch evenwicht van Duitschland, van Oos tenrijk, van Hongarije, noodzakelijk was voor den welstand van Europa. Daarvoor heeft hij geijverd in de vijftien jaren dat hij nu reeds Minister van Buiten landsche Zaken is. Daarvoor ijvefde hi) in het jaar, dat hij, behalve Minister van Buitenland sche Zaken, ook nog Minister-President was. Daarvoor ijverde hij sinds 1923 in den Volken bond en op de internationale conferenties waar van hij er sinds 1919 vrijwel geen heeft over geslagen. Eduard Benesj werd genoren als zoon van een boer te Kozlany den 28 Mei 1884. Na het gymnasium van Weinberg te hebben afgeloo- pen, studeerde hij filologie, filosofie en socio logie aan de universiteit van Praag. Later volg de hij de colleges in de politieke wetenschap pen aan de Sorbonne te Parijs, en in de rech ten te Dijon. Hij voltooide zijn studie te Lon den en te Berlijn, doctoreerde in de rechts wetenschappen te Dijon en in de filosofie te Praag. In September 1909 begon hij als professor in de economie aan de Handelshoogeschool van Praag. In de zelfde stad werd hij drie jaren later professor in de sociologie aan de filoso fische faculteit der universiteit, en een jaar daarop bovendien professor aan de Technische Hoogeschool. Zeer talrijk zijn de tijdschriftartikelen en boeken, meestal over sociologische en po litieke onderwerpen, die van zijn hand het licht zagen. Ook in zijn functie van Minister vond hij nog den tijd om te schrijven. Van na den oorlog stamt zijn groote en zeer bekende werk ,,den Opstand der Naties", dat voor de ge schiedenis van het ontstaan van Tsjecho-Slo wakije van groot belang is. In zijn optreden is Benesj geheel en al de kamergeleerde gebleven. Zijn figuur fascineert niet en zijn voordracht is saai. Zijn grootste zorg is het zijn gedachten volledig bloot te leg gen en daarbij de mogelijkheid van het klein ste misverstand buiten te sluiten. Zijn betoog wordt daardoor spoedig dor en grenzenloos uit voerig. Zijn grootste kracht ligt in het werk van technische commissies. Hij weet steeds nog een middelweg te vinden om scherp gescheiden partijen tot elkaar te brengen. Hij beschikt over veel parate kennis, heeft een groot geheugen en een scherp inzicht in de meest verwarde kwesties. Hij is een geboren diplomaat, soepel maar niet karakterloos, heeft eenvoudige omgangs vormen en is begaafd met een onuitputtelijke werkkracht. Eenigen tijd geleden noodigde ir. N. Th. Koomans, directeur van het havenbedrijf te Rotterdam, na een ezing van de Vereeniging tot behartiging van Limburgsche Scheepvaart- belangen te Maastricht, de leden uit tot een bezoek aan Rotterdam. Donderdag werd aan deze uitnoodiging gehoor gegeven en zoo ar riveerde des morgens te kwart voor 10 uur aan het Station D. P. een gezelschap van ruim 50 Limburgsche gasten, onder wie wij o.a. op merkten mr. L. van Oppen, burgemeester van Maastricht, de heeren Louis Daenen en mr. M. Brouwers, resp. voorzitter en secretaris van de Vereeniging tot Behartiging van Limburgsche Scheepvaartbelangen, mr. R. Gielen, directeur van het Economisch Technologisch Instituut, Ch. Smeets, voorzitter van de afd. Grootbedrijf van de Kamer van Koophandel te Maastricht, A. Deursen, wethouder van Maastricht, Louis Robert, Belgisch consul te Maastricht en verder vele vooraanstaanden uit de financieele kringen. Aan het station werden de gasten begroet door ir. N. Th. Koomans, waarna per autocar werd gereden naar het Raadhuis, alwaar het gezelschap door den burgemeester, mr. P. DroogleverFortuyn en den gemeente-secre taris, mr. M. Smeding in de Burgerzaal werd begroet. Na het ronddienen van de koffie werd onder leiding van den burgemeester een korte rond wandeling gemaakt dooi1 een deel van het raad huis. Bij den terugkeer in de Burgerzaal werden de gasten begroet met het Wilhelmus, gevolgd door „Waar de breede stroom der Maas", en dat deze attentie van den organist werd ge waardeerd bewees het gemoedelijk Limburgsche stemgeluid, dat uit volle borst het Limburgsche volkslied meezong. Rotterdam en Limburg hadden elkaar reeds gevonden. Van het raadhuis werd vervolgens, met lood sing door den burgervader, een tour door de stad gemaakt en via de parksluizen, die terecht de bewondering opwekten werd gereden naar de Parkkade, waar het gezelschap zich in scheepte aan boord van de „Stad Rotterdam", om op uitnoodiging van het gemeentebestuur een rondvaart te maken door de havens, waar bij vooral de nieuwe stukgoedhavens in aller aandacht werden aanbevolen. Zeer attent was de „Stad Rotterdam" gesierd met den wimpel Maastricht. Op uitnoodiging van de Kamer van Koop handel van Rotterdam, werd den gasten te pl.m. half één een lunch aangeboden aan boord van het s.s. „Rotterdam". Het woord werd o.m. gevoerd door den voor zitter der Rotterdamsche K. V. K., den heer W. A. Engelbrecht en de burgemeesters van Rotterdam en Maastricht. Na dezen zeer geslaagden maaltijd werd eèn bezoek gebracht aan de Rotterdamsche Droog dok Mij. en het Zuider tuindorp. Dos avonds te half zeven werd- door de Stich ting Havenbelangen een diner aangeboden in hotel Atlanta. Tijdens dit diner, waarbij de echt Limburgsche stemming heerschte werd de mededeeling gedaan dat de Ver. tot behartig ging van Limburgsche Scheepvaartbelangen den heer ir. N. Th. Koomans tot eerelid had benoemd. Blijkens haar verslag over het bovengenoemde wetsontwerp zou de vaste Commissie voor Open bare Werken, Verkeers- en Waterstaatsaange legenheden uit de Tweede Kamer gaarne als nog van de Regeering vernemen, of het in de bedoeling ligt, uit het Verkeersfonds aan de la gere publiekrechtelijke lichamen ook uitkeerih- gen te doen, verband houdende niet met de wegenverbetering, doch met andere uitgaven ten behoeve van het verkeer. Daarbij valt in het bijzonder te denken aan eventueels uitkee- ringen aan gemeenten ter vergoeding van te korten, voortvloeiende uit de exploitatie van tramlijnen. Deze tekorten, geheel of gedeeltelijk veroorzaakt door concurrentie van het motor en rijwielverkeer, komen ten laste van de ge meenten, terwijl de verhoogde belasting volgens het wetsontwerp, uitsluitend ten goede zal ko men aan de Rijksmiddelen. Het reisplan voor het oefenverband 1934 naar de Oostzee onder commando van den kapitein ter zee C. E. L. Helfrich is als volgt samen gesteld. 20 Juni 1934 Vertrek Nieuwediep H. Ms. „Her tog Hendrik", „Evertsen", Z 5, Z 6, K XVII en K XVIII. 23 Juni, aankomst H. Hs. Z 8 en Z 6 te Aar- huus. 27 Juni, vertrek H. Ms, Z 8 en Z 6 uit Aar- huus. Aankomst H. Ms. „Evertsen" te Gdynia. Aankomst H. Ms. „Hertog Hendrik", Z 5, K XVIII en X XVII te Koningsbergen. 30 Juni, aankomst H. Ms. Z 8 én Z 6 te Nieuwediep. 2 Juli, vertrek H. Ms. „Evertsen" uit Gdynia.1 Vertrek H. Ms. „Hertog Hendrik", Z 5, K XVIII en K XVII, uit Koningsbergen. 11 Juli. Aankomst H. Ms. „Hertog Hendrik", Evertsen, Z 5, K XVIII en K XVII te Riga. 16 Juli. Vertrek bovengenoemde schepen uit Riga. 23 Juli. Aankomst bovengenoemde schepen te Kopenhagen. Vlucht van een groep van 3 watervliegtuigen van Nieuwediep naar Kopenhagen met een tusschenlanding te Wilhelmshafen. 28 Juli. Vertrek bovengenoemde schepen uit Kopenhagen. Vlucht van de groepvliegtuigen van Kopenhagen naar Nieuwediep met een tus schenlanding te Wilhelmshafen. 1 Augustus 1934. Aankomst bovengenoemde schepen te Nieuwediep. In den kunsthandel G. J. Nieuwenhuizen Segaar te 's-Gravenhage wordt tot 21 Juni a.s. een tentoonstelling gehouden van werken door W. B. Tholen) Raoul Martinez, Charley Toorop, Luce. Jacob Nieweg, Jan Sluyters, Tobeen. John Radecker, T. G. M. van Hettinga Tromp. Isaac israëls en Jo koster. Voorts worden litho's van Gavarni geëxposeerd. Hamilton in Ontario, een provincie van Canada. „Dit is geen meisjesschool," zegt een broeder lachend tot een knaapje van vijf jaar, dat voor 't eerst op school komt. „Je bent een meisje, ga naar de meisjesschool!" Het knaapje verontwaardigd: „Ik ben 'n jongen, ben geen meisje." „Nu daar ben ik nog niet zoo zeker van, ga 't maar eens aan je moeder vragen en kom dan terug, om te vertellen, wat zij zegt," lacht de broeder. Dit was de eerste stap en de eerste ervaring in het maatschappelijke leven, die een zekere Charlie Coughlin maakte, het zoontje van een opstandigen Ierschen jongen man en een Cana- deesche, die bij de zusters was opgevoed. En dit jongetje met zijn gezicht als van een meisje, met helderblauwe kijkertjes, zou later worden de geweldige man, die thans Father Coughlin is, de wereldberoemde radiopriester Van zijn vader had hij het vurige Iersche bloed, van zijn moeder rijpe, evenwichtige geestesgaven, sterke naastenliefde, godsdienstzin en menschelijke gracie. Zijn jeugd verloopt ge lukkig gewoon als van een gewonen, speelschen jongen. Maar er zit wat in, in dien jongen. Nog heel jong declameert hij al graag en bij een prijsuitdeeling, waarbij hij aardig decla meert een liedje, dat profetisch is voor zijn toekomst, krijgt hij den eersten prijs: When I'm a man I'll be a mason if I can Buildings I'll build, and I think I'll be able To build one as high as the Tower of Babel 1) Hij zou later radiotorens bouwen, hoög en geweldig. Hij kreeg nu voor zijn prijs een paar extra oliebollen. Later den dank der geheele katholieke wereld. Al heel spoedig wil hij priester worden. Pla gend zegt men hem: „Ja, priester en dan bis schop." Maar zijn antwoord is beslist: „Neen, alleen een goed priester!" Hij gaat naar het seminarie, heeft als haast elke jongen te doen met heimwee, maar zet WASHINGTON, Mei. De President der Vereenigde Staten heeft in zijn vrouw een onvermoeide medewerk ster. Evenals haar man, heeft ook Mrs. Roosevelt gebroken met de starre vorme lijkheid waaraan diens voorgangers zoo krampachtig vasthielden. Bfj de ontvang sten op het Witte Huis, waar het altijd zeer stijfdeftig toeging, ziet men niét meer de symbolische koorden van roode zijde waar- tusschen de kudde der genoodigden opge sloten, afgevloeid en door de salons geleid werd. Tegenwoordig kunnen de gasten zich vrijelijk bewegen. In den eenen salon kunnen ze naar de muziek luisteren, in den anderen salon kunnen ze wat converseeren, precies zooals ze willen. Een Amerikaansche Journalist vertelde mjj dit aardige staaltje van den eenvoud harer manie ren. Den eersten keer dat de persfotografen naar het Witte Huis trokken om een paar plaatjes te maken van de installatie van den nieuwen jiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiuiiiiminiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiie I Marc Chadourne, die op zijn journa- listieke reis om de wereld een bezoek bracht aan het Witte Huis te Was- hington en onzen lezers de vorige week vertelde over een onderhoud dat hij, 3 I tegelijk met een aantal Amerikaan- I I sche en buitenlandsche collega's, met 3 den President der Vereenigde Staten 1 3 had gehad, geeft in nevenstaand arti- 3 3 kei een overzicht der werkzaamheden 3 van Amerika's „first Lady," Mrs. Roo- f 3 sevelt, die het in het eerste jaar dat 3 3 haar man aan het bewind is, wist te 3 brengen to 'n populariteit welke zich 3 tot ver buiten de grenzen der Ver- 3 eenigde Staten uitstrekt. TmiimiiiiimiiMmiiiiiiiimiiiiiiiiiiniiiiiiiuiiMinHiiitiiiiiMiiiiiiiiiNii" President, bleven ze op een eerbiedigen afstand. Mrs. Hoover, die niet duldde dat er een „close up" van het omvangrijke hoofd van haar man gemaakt werd, had het den fotografen ingepe perd dat ze hem niet van dichtbij mochten fo tografeeren. Telkens en telkens weer wees ze hen gebiedend naar den uitersten hoek van het vertrek. „Lean back! Lean back!" commandèerde ze onvermoeid: „Achteruit, achteruit!" Al spoedig was er geen fotograaf meer die Hoover's echtgenoote anders kende dan Mrs. Lean Back! Mrs. Roosevelt noodigde de verzamelde pers broeders echter vriendelijk pit om wat naar voren te komen. „Komt u maar hier, mijnheeren. U kunt toch niet zoo vèraf gaan staan, dat ik er mooier op kom!" Alle weken heeft ook Amerika's „first Lady" haar eigen persconferentie, ten minste wan neer zij in Washington is. Een paar jour nalisten die ze kent, worden dan steeds door haar uitgenoodigd om te blijven lun chen of te komen dineeren. Alle weken verschijnt er ook een artikel van haar in de kranten. In den regel schrijft ze over op voeding en hygiëne. Vandaag heb ik een opstel van haar gelezen in èen tijdschrift, waarvan ze de leiding heeft. Ze behandelt de middelen om ontspanning te geven aan kinderen. Vooral concerten en opera's worden door haar warm aanbevolen. „Zijn leven lang zal de liefhebber daar een waar genot vinden, vooral wanneer hij in zijn jeugd een muzikale opleiding heeft gehad. Mijn man was nauwelijks negen jaren oud, toen hij reeds naar Bayreuth ging". Mrs. Roosevelt is de meening toegedaan dat het gezin van den President niet achter ge sloten gordijnen moet leven. Elk lid van dit gezin heeft zijn eigen bezigheden en moet dié zoo goed mogelijk verrichten. Het gezin van den President heeft geen hoogere rechten dan onverschillig welk ander gezin in den lande. De menu's der presidentieele tafel worden wekelijks meegedeeld aan de kranten. De recep ten van bepaalde schotels worden er, evenals een aantal practische raadgevingen voor de keuken, aan toegevoegd. Deze volmaakte huisvrouw is tevens een on vermoeibare werkster op sociaal terrein. In de politiek mengt ze zich niet, maar aan den an deren kant toont ze een onafhankelijkheid en een vrijheid van beweging, welke een ware revolutie beteekenen in de tradities. Ik heb een poging gedaan om aan haar voor gesteld te worden. „Ze is op reis naar Porto Rico en Santa Cruz" werd mij geantwoord. Santa Cruz is één Amerikaansche kolonie. Het schijnt dat Mrs. Roosevelt op dit eiland de arbeidsvoorwaarden onderzoekt en studie maakt van de middelen waarmee hulp geboden kan worden aan de arbeiders. In het eerste jaar van Roosevelt's bewind heeft zü in trein, vliegtuig en voor een goed deel ook in de kleine twoseater die ze zelf stuurt, meer dan zestig-duizend kilometer af gelegd. In denzelfden tijd hield ze wat ook een heele prestatie is! zeventig redevoerin gen. (Nadruk verboden). MARC. CHADOURNE door. Weldra is de ietwat meisjesachtige jongen door stoere krachtsontwikkeling, primus in het kaatsen, baseball,, rugby en in allerlei athletiek. Hij wordt een gewilde jongen. „Alle jongens zijn mijn vrienden," zegt hij blij. In de vacantie loopt zijn ouderlijk huis over van zijn vriend jes. Hij ontwikkelt zich in den loop der jaren tot een „allround student". Literatuur trekt hem aan. Het drama trekt zijn heele voorkeur. Shakespeare is zijn aanbeden meester. Tevens heeft hij een natuurlijken aanleg voor de scholastieke filosofie. Hij oefent zich in het spreken voor de vuist, hij worstelt met het woord. Eens wordt hem opgegeven, onvoorbe reid te spreken over het thema: de schoonheid Gods. Hij aarzelt. Zijn professor bemoedigt hem: „In illa hora dabitur vobis quod diceris" (Op dat uur zal U worden gegeven wat gij te zeggen hebt). Zijn improvisatie wordt een on gekend succes. De achteloos gezegde bijbeltekst speelt een rol door heel zijn later leven, in zijn leven van wereldredenaar. En in dien tijd groeit hij voortdurend als sportsman, vooral bij voet bal en rugby. Hij maakt goals, hard als later zijn zinnen door de radio. Zijn moed wordt een karakterteeken. „Hij zal groote dingen doen later," zegt een leeraar over hem, „maar hoog moedig zal hij niet worden." In dien tijd open baart zich voor hem ook de glorie van het so ciale Pausschap. Leo XIII imponeert hem als het genie van het menschelijk geslacht. Tot die conclusie komt hij na diepe studie der Rerum Novarum. Zijn warme liefde voor de sociale rechtvaardigheid is nu voor immer diep in zijn ziel. In het tweede jaar van den wereldoorlog in 1916, wordt hij in St. Basil's Church In To- ranto priester gewijd. Hij was 25 jaar. Als jong geestelijke wijdt hij zich aan de jeugd, aan herstel der verslapte congregaties. Heel het publieke leven boezemt hem belang in. Hij leest couranten, studeert tijdschriften en boeken. En zijn kunde, zijn wetenschap, zijn liefde, draagt hij uit zijn „mens sana in corpore sano," (uit een gezonden geest, die uit een gezond lichaam komt), over op allen. Hij is de wekker, de be zieler. Hü zwoegt in de zielszorg. Allen vrijen tijd besteedt hij aan de studie der sociale ency clieken van Leo XIII tot Pius XI toe. Met zijn „gouden stem" bereikt hij in zijn preeken dui zenden later ongetelde millioenen. Zijn bisschop heeft hem in woeste streken naar Royal Oak (Michigan) gezonden, woest door natuur en leven. Heel het Amerikaansche moderne bederf heerscht er. De Ku Klux Klan drijft er zijn onwezen. Hij moet er een kerk bouwen en zal al de lasten van een kerkstich ting dragen. Zijn bisschop, Mgr. Gallagher, zegt tot hem: „Geef als patroonheilige aan Uw kerkje de kleine Theresia van het Kindje Jezus en preek voor de geloovigen over de rozen van liefde, die zij uit den hemel zou doen neder dalen." Vol moed trekt hij er op uit. Zijn ver trouwen in de kleine heilige van den nieuwen tijd is groot. Hij bouwt en werkt en overal speurt hij om zich den beloofden zegen der rozep. In die dagen komt een vriend tot hem en spreekt er hem over, dat de vooroordeelen tegen het geloof, vooral tegen het katholicisme, erger zijn dan ooit. Hij, Coughlin, kent de menschen, is een modern man in den juisten zin voor den tegenwoordigen tijd. Hoe zou het zijn, als hij in den aether ging? Hij wil eenige dollars per week voorschieten. Krijgt hij een radio-gemeente, dan doet hij een hemelsch werk aan de zielen. Deze vriend was Fritzpatrick. Coughlin wordt warm, kijkt met groote, vurige oogen als naar visioenen, 's Nachts heeft hij een wonderbaren droom: de radio zal het hem mogelijk maken, zijn kerkje in stand te houden en zijn druk kende lasten te betalen. Daags daarop is hij reeds bij den bisschop en haalt hem over met de prachtige woorden: „De H. Theresia is de mo derne apostel en de radio is het moderne mid del, om het Evangelie te verkondigen aan alle volken." Direct begint hij. Hij zoekt niet zijn eigen glorie, maar meent niet anders dan zijn plicht te doen, om door de lucht Gods woord te ver breiden ter opbeuring der zielen in de wilder nissen van menschelijken nood en ellende. Met oneindige moeite en met ver bazingwekkende spaarzaamheid ont staat een klein uitzendstation - het zal een net worden van 25 radio stations, waarover hij beschikken zal, na korten tijd. Alles moet in groote haast gebeuren. Werken wordt het, dag en nacht. De tijd dwingt tot de vlucht in de lucht. „En de kleine Theresia wacht met haar rozen," zegt Coughlin. Op 1 7 October 1926 houdt hü zijn eerste preek voor de microfoon. Hü spreekt direct van het altaar van zijn kerkje, gekleed in de liturgische gewaden. Vijf brieven krijgt hij na een paar dagen en is blij als een kind. Hij houdt een novene ter eere zijner kleine heilige. Geestdriftig roept hij zijn vrienden toe: „Is er een beter middel dan de radio, om de menschen te overtuigen van goed en waar? Neen!" En de predikaties volgen zich op. In zün woorden en daden lijkt hij een Amerikaansche Dr. Sonnenschein: „Godsdienst is dezelfde op Zondag als op Maandag." Zoo een woord tee kent beiden ten voeten uit, want daarin wordt fel gehekeld de godsdienst-huichelarij. Hü pre dikt op de eerste plaats ook de charitas en de sociale rechtvaardigheid, niet opgeschroefd, maar met mannelijken eenvoud. Socialisten en communisten worden wakker. Wat is dat? Een nieuw geluid? Zü zien het gevaar, bezorgen Het K.R.O. Wereldprogramma, dat 24 Juni op den Radio-Missiedag, bü gelegenheid van het één-jarig bestaan der K. R. O. Phohi-Uitzen- dingen, zal worden gegeven van 12.4515.00 uur wordt naar thans vaststaat overgenomen door alle Amerikaansche, Japansche Australische, Indische (N.I.R.O.M.) zenders. België, Spanje, Oostenrijk en Zwitserland (Beromünster) be richtten reeds eveneens het Nederlandsche pro gramma te zullen heruitzenden. Wat betreft Afrika worden de technische moeilijkheden nog onder de oogen gezien. Zoodra van dit wereld deel, alsmede van enkele Europeesche landen, welke in verband met him eigen programma en andere omstandigheden nog voorbehoud moes ten maken, bericht zal zijn ingekomen, wordt dit nader bekend gemookt. Is het op zich onge twijfeld een belangrijk feit, dat de K. R. O. de verspreiding, over bijna geheel den aardbol van een Nederlandsch programma durfde te orga- niseeren, wanneer de heruitzending overal zal slagen heeft dit Nederlandsch initiatief boven dien de waarde ven een belangrü technisch experiment. Het avondprogramma van den 24en Juni zal nog bevatten een wedstrijd, waarvoor tal van groote en waardevolle prijzen belangeloos ter beschiking werden gesteld Over dezen wedstrijd en de daaraan verbonden prijzen, zullen t.z.t. de noodige mededeelingen nog worden gedaan. Doch men doet er thans reeds goed aan, zich in te prenten, dat als hoofdvoorwaarde voor het deelnemen aan dezen wedstrüd geldt, het in zenden van het op 24 Juni gekochte insigne. De Haagsche kantonrechter, Mr. Polak gister uitspraak doende in de zaak tegen den 52- jarigen M. M., directeur van de commanditaire Vennootschap „De Toekomst", tegen wien het O. M wegens het organiseeren van een verbo den loterü drie maanden hechtenis heeft ge vorderd, heeft overwogen, dat het onder zoek in deze zaak niet volledig is geweest en bepaald, dat dit zal worden hervat op Vrijdag 22 Juni des middags om 2 uur tot het hooren van nog een viertal getuigen. Max Schmeling, de Duitsche bokser, die een veertiental dagen tegen Paolino in Barcelona onbeslist bokstte, heeft wederom zijn duim bij het trainen bezeerd en zal zeker niet vóór Augustus weer kunnen boksen. hem moeite en last met zendstations. Hü zet tegenover hen Leo XIII: Rerum Novarum. Zijn bisschop staat achter hem. En dat was noodig, want ook het binnenkamersche katholicisme werd bang voor het katholicisme der daad in de lucht. Kleingeloovigen zü'n er alrijd. En aldoor gaat hij verder. Hij grijpt in in het maatschappelüke leven, bestrijdt de ideeën van Ford, den automobielkoning, hü treedt op tegen de valsche leuzen van den liberalen pre sident Hoover, hü bekampt de uitwassen van het kapitalisme en alle wondenplekken van het zieke Amerika. Hü stoort zich aan niets, fier uitgaande van zün leuze: „Charitas is de po litiek van Christus." En wie kent nog de chari tas in Amerika, waar alles vermorzeld wordt onder de wielen van het naakte egoïsme? Zün faam gaat door de couranten, zü noe men hem: „Herder der lucht," „Militant Kruis ridder," „Onversaagde apostel der waarheid," „Onbevreesde radio-priester." Rabbi's eeren hem, protestanten stroomen hem toe, katholie ken vereeren hem. Is het wonder, dat zün bis schop hem laat begaan? En Coughlin gaat door. Hü preekt zün „onpreekbaar woord." Hü valt op onweerstaanbare wijze den zoogenaam- den wereldschen voorspoed voor allen aan en richt op hóóg den toren van de Mensch ge worden Charitas aan het Kruis. Hü moet een omvangrijk bureau stichten. Dr iehonderd-vg f tig-dui- zend brieven per week komen ge middeld naar zijn pastorie. Ver betering der maatschappij en haar toestanden staat aldoor op zijn pro gram. De oliemagnaten ondervinden het. De bladen noemen hem nu, naar het voorbeeld van den vroe- geren strgdbaren president, den „Teddy Roosevelt der lucht". In de week sluit hü zich op, gewapend met cigaretten, want hü is een intens rooker, stu deert, dicteert. Zün secretaressen hebben scherp gepunte potlooden en massa en hoopen bloc notes. Hü verklaart strgd op leven en dood aan alle vrijbuiterü. Veertig millioen luisteraars heeft hü- De „Columbia Broadcasting Compa ny" wil hem boycotten. Hü wint. Zün scherp woord gaat tegen de woekerende misdaad in New-York, tegen de onderwereld in Chicago. Men vergelükt hem met Savonarola, den onbe- vreesden monnik van Florence. Hij geeselt de huichelarü der prohibitie en de valsche leuzen van Hoover. „Pater, U hebt den president aan stukken gescheurd," zegt men hem. En dat was zoo. Hü heeft enorm veel bügedragen tot de verkiezing van president Roosevelt, die uit overtuiging zün vriend werd. En het werk gaat door: „Ik heb nu 106 meis jes in mün dienstDe post van Detroit heeft twee vleugels aan haar gebouw voor mü noodigdaar werken ook heel wat men schenmün eigen drukkerij voor vérsprei ding müner Zondagspreekenin dit seizoen zün twee millioen stuks verzonden." Twee millioen stuks dat zün de rozen der heilige kleine Theresia. Dit is het heilige wonder der radio. De radio-priester bereikte dit onder Gods zegen, onder voorbede der kleine rozenheilige en de machtigste wapens in zün hand waren de encyclieken der twee groote Pausen, Leo XIII en Pi us XI. En sterk in de mannelüke kracht züner vier en veertig jaren, werkt en hopen we zal nog verder werken, voortdurend en onverschrokken, de Radio-Priester Father Ch. Coughling. On- noemelük velen, die hü tot God terug bracht en dichter bracht, danken hem. 1) Inhoud: Als ik een man ben, wil ik met selaar worden en huizen bouwen en ik denk dat ik ze dan bouwen kan zoo hoog als den toren Babel. Ruth Mugglebee: Father Coughlin of the Shrince of Little Flower. Paye and company (Boston),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 7