Kamergeleerde, opstandeling,
leider der natie
i
Father Coughlin van Royal Oak
MRS. ROOSEVELT, AMERIKA'S
..FIRST LADY"
EDUARD BENESJ' 50 STE
VERJAARDAG
DE RADIOPRIESTER
60.000 KM. EN 70
REDEVOERINGEN
ZONDAG 27 MEI 1934
Een geboren diplomaat
ft
De Savonarola van
Amerika
Volmaakte huisvrouw
De radio-missiedag
Het was de Wereldoorlog, die hem
uit zijn studeerkamer lokte
en een leider van hem
maakte
LIMBURGERS NAAR
ROTTERDAM
Een zeer geslaagde excursie
liö
Dr' Benesj
INSTELLING VERKEERSFONDS
OEFENREIS NAAR DE OOST-
ZEE
NIEUWENHUIZEN SEGAAR
Eenige der vele schilderachtige woningen te Oberammergau
,De radio is het moderne middel
om het Evangelie te verkon
digen aan alle volkeren"
Evenals haar man heeft ze ge
broken met de starre vorme
lijkheid van vroeger
Een wereld-programma en een
wedstrijd
EEN VERBODEN LOTERIJ
Nader onderzoek gelast
Schmeling wederom geblesseerd
Het Europa van na den Wereldoorlog telt
eenige mannen die de geschiedenis van den
nieuweren tijd in andere banen leidden.
Hun methoden verwekten misschien niet
altijd en niet overal een bijzondere sym
pathie, maar ze hebben groote dingen tot
stand gebracht en de edele beweegredenen
waardoor ze gedreven werden, kunnen ook
hun eerlijke tegenstanders niet ontkennen.
Sommigen grepen krachtig in, omdat ze
hun land, de natie waarvan ze deel uit
maakten, naar hun al dan niet juiste
meening, ten onder zagen gaan: Mussolini,
Hitler, Mustapha Kemél Pacha, Dollfuss.
Anderen moesten vechten om hun natie
het besef harer saamhoorigheid bij te bren
gen, om het gebied der natie op andere
naties te heroveren, om de vrijheid en de
onafhankelijkheid hunner natie erkend te
krijgen: Pilsudski, Masaryk, Carmona. Tot
hen behoort ook Eduard Benesj, de Minis
ter van Buitenlandsche Zaken van Tsje-
cho-Slowakije.
Benesj, die Maandag vijftig jaar wordt, speelt
reeds twintig jaren een groote rol in de Euro-
pèesche politiek. Het was de Wereldoorlog die
hem weg lokte uit de stille studeerkamer waar
hij zich uitsluitend aan sociologische studiën
wijdde en een groot aantal geschriften het
licht deed zien.
1914. Hij schrijft niet meer, hij studeert niet
mèer. Hij verlaat zijn studenten aan de Tech*
nische Hoogeschool van Praag. Hij doceert niet
langer sociologie aan de filosofische faculteit
van Praag. Hij herinnert zich alleen nog maar
de dissertatie waarop hij in 1907 aan de uni
versiteit van Dijon doctoreerde in de rechts
wetenschappen: ,,Het Oostenrijksch probleem
en het Tsjechisch vraagstuk". Hij voelt dat de
oorlog een einde zal maken aan het probleem
en het vraagstuk kan oplossen.
De professor, de kamergeleerde wordt op slag
een revolutionnair. Hij wordt het hoofd eener
wijd vertakte samenzwering. Hij mobiliseert de
Tsjechische patriotten in de „Maffia", vlucht
ten slotte uit Oostenrijk-Hongarije, eerst naar
Genève, dan naar Parijs.
Hij wordt secretaris van den Tsjecho-Slo-
wakschen Nationalen Raad te Parijs. Met
Masaryk en Stefanik werkt hij samen voor een
onafhankelijk Tsjecho-Slowakije. Er is veel
propaganda noodig. En de Kanselarijen zijn
nog erg voorzichtig, laten zich moeilijk over
tuigen. Onder het pseudoniem A. Belsky werkt
hij ijverig mee aan het tijdschrift „De Tsje
chische Natie" van prof. Denis. Hij voert daar
zelfs eenigen tijd de redactie van. Hij publi
ceert zijn vlammend vlugschrift: „Oostenrijk-
Hongarije moet uitgeroeid worden".
Hij wint. Langzaam gaat het en geleidelijk,
maar hij wint, hij overtuigt, vindt steun. Het
positieve werk begint. De Tsjechische legioenen
worden gevormd. De Tsjecho-Slowaksche Na
tionale Raad wordt als de officieele vertegen
woordiger der Tsjecho-Slowaksche natie er
ken. De Tsjechische legioenen gelden als het
leger van Tsjecho-Slowakije en trekken naar
het front met de Geallieerden.
Den 14en October 1918 wordt de Tsjecho-
Slowaksche Nationale Raad erkend als de re
geering van Tsjecho-Slowakije. Benesj is Mi
nister van Buitenlandsche Zaken. De wapen
stilstand komt. Benesj neemt deel aan de Con
ferentie van Parijs. De verdragen van Ver
sailles en van Saint-Germain plaatsen den
naam Tsjecho-Slowakije op de kaart van Eu
ropa en stellen de grenzen vast van den nieu
wen staat. Het groote werk is voltooid en ge
slaagd. In September 1919 kan Benesj eindelijk
terugkeeren naar Praag dat hij verlaten had
terwijl er de Habsburgers overmachtig heersch-
ten en dat hij nu, vier jaren later, terug vindt
als de hoofdstad van een onafhankelijk land.
Dankte hij het aan zijn jeugd? Benesj heeft
den moed en de kracht gevonden om in de
vredesverdragen het werkelijk einde van den
oorlog te zien. Terwijl de Clemenceau's, de
Poincaré's, de Lloyd George's en anderen den
overwonnen vijand bleven trappen en zochten
te vertrappen, reikte Benesj den vijand die geen
vijand meer was, de hand.
Hij versterkte den nieuwen toestand en
poogde dien te bevestigen door de stich
ting van de Kleine Entente en door samen
werking te zoeken met Polen en Frankrijk.
Hij liet na den terugkeer van Koning
Karei Hongarije zelfs weten dat Tsjecho-
Slowakije in een herstel der Habsburgers
een casus belli zou zien. Maar aan den
anderen kant erkende hij dat het econo
misch evenwicht van Duitschland, van Oos
tenrijk, van Hongarije, noodzakelijk was
voor den welstand van Europa.
Daarvoor heeft hij geijverd in de vijftien
jaren dat hij nu reeds Minister van Buiten
landsche Zaken is. Daarvoor ijvefde hi) in het
jaar, dat hij, behalve Minister van Buitenland
sche Zaken, ook nog Minister-President was.
Daarvoor ijverde hij sinds 1923 in den Volken
bond en op de internationale conferenties waar
van hij er sinds 1919 vrijwel geen heeft over
geslagen.
Eduard Benesj werd genoren als zoon van
een boer te Kozlany den 28 Mei 1884. Na het
gymnasium van Weinberg te hebben afgeloo-
pen, studeerde hij filologie, filosofie en socio
logie aan de universiteit van Praag. Later volg
de hij de colleges in de politieke wetenschap
pen aan de Sorbonne te Parijs, en in de rech
ten te Dijon. Hij voltooide zijn studie te Lon
den en te Berlijn, doctoreerde in de rechts
wetenschappen te Dijon en in de filosofie te
Praag.
In September 1909 begon hij als professor in
de economie aan de Handelshoogeschool van
Praag. In de zelfde stad werd hij drie jaren
later professor in de sociologie aan de filoso
fische faculteit der universiteit, en een jaar
daarop bovendien professor aan de Technische
Hoogeschool.
Zeer talrijk zijn de tijdschriftartikelen en
boeken, meestal over sociologische en po
litieke onderwerpen, die van zijn hand het
licht zagen. Ook in zijn functie van Minister
vond hij nog den tijd om te schrijven. Van na
den oorlog stamt zijn groote en zeer bekende
werk ,,den Opstand der Naties", dat voor de ge
schiedenis van het ontstaan van Tsjecho-Slo
wakije van groot belang is.
In zijn optreden is Benesj geheel en al de
kamergeleerde gebleven. Zijn figuur fascineert
niet en zijn voordracht is saai. Zijn grootste
zorg is het zijn gedachten volledig bloot te leg
gen en daarbij de mogelijkheid van het klein
ste misverstand buiten te sluiten. Zijn betoog
wordt daardoor spoedig dor en grenzenloos uit
voerig.
Zijn grootste kracht ligt in het werk van
technische commissies. Hij weet steeds nog een
middelweg te vinden om scherp gescheiden
partijen tot elkaar te brengen. Hij beschikt over
veel parate kennis, heeft een groot geheugen
en een scherp inzicht in de meest verwarde
kwesties.
Hij is een geboren diplomaat, soepel maar
niet karakterloos, heeft eenvoudige omgangs
vormen en is begaafd met een onuitputtelijke
werkkracht.
Eenigen tijd geleden noodigde ir. N. Th.
Koomans, directeur van het havenbedrijf te
Rotterdam, na een ezing van de Vereeniging
tot behartiging van Limburgsche Scheepvaart-
belangen te Maastricht, de leden uit tot een
bezoek aan Rotterdam. Donderdag werd aan
deze uitnoodiging gehoor gegeven en zoo ar
riveerde des morgens te kwart voor 10 uur aan
het Station D. P. een gezelschap van ruim 50
Limburgsche gasten, onder wie wij o.a. op
merkten mr. L. van Oppen, burgemeester van
Maastricht, de heeren Louis Daenen en mr. M.
Brouwers, resp. voorzitter en secretaris van de
Vereeniging tot Behartiging van Limburgsche
Scheepvaartbelangen, mr. R. Gielen, directeur
van het Economisch Technologisch Instituut,
Ch. Smeets, voorzitter van de afd. Grootbedrijf
van de Kamer van Koophandel te Maastricht,
A. Deursen, wethouder van Maastricht, Louis
Robert, Belgisch consul te Maastricht en verder
vele vooraanstaanden uit de financieele kringen.
Aan het station werden de gasten begroet
door ir. N. Th. Koomans, waarna per autocar
werd gereden naar het Raadhuis, alwaar het
gezelschap door den burgemeester, mr. P.
DroogleverFortuyn en den gemeente-secre
taris, mr. M. Smeding in de Burgerzaal werd
begroet.
Na het ronddienen van de koffie werd onder
leiding van den burgemeester een korte rond
wandeling gemaakt dooi1 een deel van het raad
huis.
Bij den terugkeer in de Burgerzaal werden de
gasten begroet met het Wilhelmus, gevolgd
door „Waar de breede stroom der Maas", en
dat deze attentie van den organist werd ge
waardeerd bewees het gemoedelijk Limburgsche
stemgeluid, dat uit volle borst het Limburgsche
volkslied meezong. Rotterdam en Limburg
hadden elkaar reeds gevonden.
Van het raadhuis werd vervolgens, met lood
sing door den burgervader, een tour door de
stad gemaakt en via de parksluizen, die terecht
de bewondering opwekten werd gereden naar
de Parkkade, waar het gezelschap zich in
scheepte aan boord van de „Stad Rotterdam",
om op uitnoodiging van het gemeentebestuur
een rondvaart te maken door de havens, waar
bij vooral de nieuwe stukgoedhavens in aller
aandacht werden aanbevolen. Zeer attent was
de „Stad Rotterdam" gesierd met den wimpel
Maastricht.
Op uitnoodiging van de Kamer van Koop
handel van Rotterdam, werd den gasten te pl.m.
half één een lunch aangeboden aan boord van
het s.s. „Rotterdam".
Het woord werd o.m. gevoerd door den voor
zitter der Rotterdamsche K. V. K., den heer
W. A. Engelbrecht en de burgemeesters van
Rotterdam en Maastricht.
Na dezen zeer geslaagden maaltijd werd eèn
bezoek gebracht aan de Rotterdamsche Droog
dok Mij. en het Zuider tuindorp.
Dos avonds te half zeven werd- door de Stich
ting Havenbelangen een diner aangeboden in
hotel Atlanta. Tijdens dit diner, waarbij de
echt Limburgsche stemming heerschte werd de
mededeeling gedaan dat de Ver. tot behartig
ging van Limburgsche Scheepvaartbelangen
den heer ir. N. Th. Koomans tot eerelid had
benoemd.
Blijkens haar verslag over het bovengenoemde
wetsontwerp zou de vaste Commissie voor Open
bare Werken, Verkeers- en Waterstaatsaange
legenheden uit de Tweede Kamer gaarne als
nog van de Regeering vernemen, of het in de
bedoeling ligt, uit het Verkeersfonds aan de la
gere publiekrechtelijke lichamen ook uitkeerih-
gen te doen, verband houdende niet met de
wegenverbetering, doch met andere uitgaven
ten behoeve van het verkeer. Daarbij valt in
het bijzonder te denken aan eventueels uitkee-
ringen aan gemeenten ter vergoeding van te
korten, voortvloeiende uit de exploitatie van
tramlijnen. Deze tekorten, geheel of gedeeltelijk
veroorzaakt door concurrentie van het motor
en rijwielverkeer, komen ten laste van de ge
meenten, terwijl de verhoogde belasting volgens
het wetsontwerp, uitsluitend ten goede zal ko
men aan de Rijksmiddelen.
Het reisplan voor het oefenverband 1934 naar
de Oostzee onder commando van den kapitein
ter zee C. E. L. Helfrich is als volgt samen
gesteld.
20 Juni 1934 Vertrek Nieuwediep H. Ms. „Her
tog Hendrik", „Evertsen", Z 5, Z 6, K XVII en
K XVIII.
23 Juni, aankomst H. Hs. Z 8 en Z 6 te Aar-
huus.
27 Juni, vertrek H. Ms, Z 8 en Z 6 uit Aar-
huus. Aankomst H. Ms. „Evertsen" te Gdynia.
Aankomst H. Ms. „Hertog Hendrik", Z 5, K
XVIII en X XVII te Koningsbergen.
30 Juni, aankomst H. Ms. Z 8 én Z 6 te
Nieuwediep.
2 Juli, vertrek H. Ms. „Evertsen" uit Gdynia.1
Vertrek H. Ms. „Hertog Hendrik", Z 5, K XVIII
en K XVII, uit Koningsbergen.
11 Juli. Aankomst H. Ms. „Hertog Hendrik",
Evertsen, Z 5, K XVIII en K XVII te Riga.
16 Juli. Vertrek bovengenoemde schepen uit
Riga.
23 Juli. Aankomst bovengenoemde schepen
te Kopenhagen.
Vlucht van een groep van 3 watervliegtuigen
van Nieuwediep naar Kopenhagen met een
tusschenlanding te Wilhelmshafen.
28 Juli. Vertrek bovengenoemde schepen uit
Kopenhagen. Vlucht van de groepvliegtuigen
van Kopenhagen naar Nieuwediep met een tus
schenlanding te Wilhelmshafen.
1 Augustus 1934. Aankomst bovengenoemde
schepen te Nieuwediep.
In den kunsthandel G. J. Nieuwenhuizen Segaar
te 's-Gravenhage wordt tot 21 Juni a.s. een
tentoonstelling gehouden van werken door W. B.
Tholen) Raoul Martinez, Charley Toorop, Luce.
Jacob Nieweg, Jan Sluyters, Tobeen. John
Radecker, T. G. M. van Hettinga Tromp.
Isaac israëls en Jo koster. Voorts worden
litho's van Gavarni geëxposeerd.
Hamilton in Ontario, een provincie van
Canada.
„Dit is geen meisjesschool," zegt een
broeder lachend tot een knaapje van vijf jaar,
dat voor 't eerst op school komt. „Je bent een
meisje, ga naar de meisjesschool!"
Het knaapje verontwaardigd: „Ik ben 'n
jongen, ben geen meisje."
„Nu daar ben ik nog niet zoo zeker van, ga 't
maar eens aan je moeder vragen en kom
dan terug, om te vertellen, wat zij zegt," lacht
de broeder.
Dit was de eerste stap en de eerste ervaring
in het maatschappelijke leven, die een zekere
Charlie Coughlin maakte, het zoontje van een
opstandigen Ierschen jongen man en een Cana-
deesche, die bij de zusters was opgevoed. En dit
jongetje met zijn gezicht als van een meisje,
met helderblauwe kijkertjes, zou later worden
de geweldige man, die thans Father Coughlin
is, de wereldberoemde radiopriester
Van zijn vader had hij het vurige Iersche
bloed, van zijn moeder rijpe, evenwichtige
geestesgaven, sterke naastenliefde, godsdienstzin
en menschelijke gracie. Zijn jeugd verloopt ge
lukkig gewoon als van een gewonen, speelschen
jongen. Maar er zit wat in, in dien jongen.
Nog heel jong declameert hij al graag en bij
een prijsuitdeeling, waarbij hij aardig decla
meert een liedje, dat profetisch is voor zijn
toekomst, krijgt hij den eersten prijs:
When I'm a man
I'll be a mason if I can
Buildings I'll build, and I think I'll be able
To build one as high as the Tower of Babel 1)
Hij zou later radiotorens bouwen, hoög en
geweldig. Hij kreeg nu voor zijn prijs een paar
extra oliebollen. Later den dank der geheele
katholieke wereld.
Al heel spoedig wil hij priester worden. Pla
gend zegt men hem: „Ja, priester en dan bis
schop." Maar zijn antwoord is beslist: „Neen,
alleen een goed priester!"
Hij gaat naar het seminarie, heeft als haast
elke jongen te doen met heimwee, maar zet
WASHINGTON, Mei.
De President der Vereenigde Staten heeft
in zijn vrouw een onvermoeide medewerk
ster. Evenals haar man, heeft ook Mrs.
Roosevelt gebroken met de starre vorme
lijkheid waaraan diens voorgangers zoo
krampachtig vasthielden. Bfj de ontvang
sten op het Witte Huis, waar het altijd zeer
stijfdeftig toeging, ziet men niét meer de
symbolische koorden van roode zijde waar-
tusschen de kudde der genoodigden opge
sloten, afgevloeid en door de salons geleid
werd. Tegenwoordig kunnen de gasten zich
vrijelijk bewegen. In den eenen salon kunnen
ze naar de muziek luisteren, in den anderen
salon kunnen ze wat converseeren, precies
zooals ze willen.
Een Amerikaansche Journalist vertelde mjj dit
aardige staaltje van den eenvoud harer manie
ren.
Den eersten keer dat de persfotografen naar
het Witte Huis trokken om een paar plaatjes
te maken van de installatie van den nieuwen
jiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiuiiiiminiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiie
I Marc Chadourne, die op zijn journa-
listieke reis om de wereld een bezoek
bracht aan het Witte Huis te Was-
hington en onzen lezers de vorige week
vertelde over een onderhoud dat hij, 3
I tegelijk met een aantal Amerikaan- I
I sche en buitenlandsche collega's, met
3 den President der Vereenigde Staten 1
3 had gehad, geeft in nevenstaand arti- 3
3 kei een overzicht der werkzaamheden
3 van Amerika's „first Lady," Mrs. Roo- f
3 sevelt, die het in het eerste jaar dat 3
3 haar man aan het bewind is, wist te
3 brengen to 'n populariteit welke zich
3 tot ver buiten de grenzen der Ver-
3 eenigde Staten uitstrekt.
TmiimiiiiimiiMmiiiiiiiimiiiiiiiiiiniiiiiiiuiiMinHiiitiiiiiMiiiiiiiiiNii"
President, bleven ze op een eerbiedigen afstand.
Mrs. Hoover, die niet duldde dat er een „close
up" van het omvangrijke hoofd van haar man
gemaakt werd, had het den fotografen ingepe
perd dat ze hem niet van dichtbij mochten fo
tografeeren. Telkens en telkens weer wees ze
hen gebiedend naar den uitersten hoek van het
vertrek.
„Lean back! Lean back!" commandèerde ze
onvermoeid: „Achteruit, achteruit!"
Al spoedig was er geen fotograaf meer die
Hoover's echtgenoote anders kende dan Mrs.
Lean Back!
Mrs. Roosevelt noodigde de verzamelde pers
broeders echter vriendelijk pit om wat naar
voren te komen.
„Komt u maar hier, mijnheeren. U kunt toch
niet zoo vèraf gaan staan, dat ik er mooier op
kom!"
Alle weken heeft ook Amerika's „first Lady"
haar eigen persconferentie, ten minste wan
neer zij in Washington is. Een paar jour
nalisten die ze kent, worden dan steeds
door haar uitgenoodigd om te blijven lun
chen of te komen dineeren. Alle weken
verschijnt er ook een artikel van haar in de
kranten. In den regel schrijft ze over op
voeding en hygiëne.
Vandaag heb ik een opstel van haar gelezen
in èen tijdschrift, waarvan ze de leiding heeft.
Ze behandelt de middelen om ontspanning te
geven aan kinderen. Vooral concerten en opera's
worden door haar warm aanbevolen.
„Zijn leven lang zal de liefhebber daar een
waar genot vinden, vooral wanneer hij in zijn
jeugd een muzikale opleiding heeft gehad. Mijn
man was nauwelijks negen jaren oud, toen hij
reeds naar Bayreuth ging".
Mrs. Roosevelt is de meening toegedaan dat
het gezin van den President niet achter ge
sloten gordijnen moet leven. Elk lid van dit
gezin heeft zijn eigen bezigheden en moet dié
zoo goed mogelijk verrichten. Het gezin van
den President heeft geen hoogere rechten dan
onverschillig welk ander gezin in den lande.
De menu's der presidentieele tafel worden
wekelijks meegedeeld aan de kranten. De recep
ten van bepaalde schotels worden er, evenals
een aantal practische raadgevingen voor de
keuken, aan toegevoegd.
Deze volmaakte huisvrouw is tevens een on
vermoeibare werkster op sociaal terrein. In de
politiek mengt ze zich niet, maar aan den an
deren kant toont ze een onafhankelijkheid en
een vrijheid van beweging, welke een ware
revolutie beteekenen in de tradities.
Ik heb een poging gedaan om aan haar voor
gesteld te worden.
„Ze is op reis naar Porto Rico en Santa Cruz"
werd mij geantwoord.
Santa Cruz is één Amerikaansche kolonie.
Het schijnt dat Mrs. Roosevelt op dit eiland de
arbeidsvoorwaarden onderzoekt en studie maakt
van de middelen waarmee hulp geboden kan
worden aan de arbeiders.
In het eerste jaar van Roosevelt's bewind
heeft zü in trein, vliegtuig en voor een goed
deel ook in de kleine twoseater die ze zelf
stuurt, meer dan zestig-duizend kilometer af
gelegd. In denzelfden tijd hield ze wat ook
een heele prestatie is! zeventig redevoerin
gen.
(Nadruk verboden).
MARC. CHADOURNE
door. Weldra is de ietwat meisjesachtige jongen
door stoere krachtsontwikkeling, primus in het
kaatsen, baseball,, rugby en in allerlei athletiek.
Hij wordt een gewilde jongen. „Alle jongens
zijn mijn vrienden," zegt hij blij. In de vacantie
loopt zijn ouderlijk huis over van zijn vriend
jes. Hij ontwikkelt zich in den loop der jaren
tot een „allround student". Literatuur trekt
hem aan. Het drama trekt zijn heele voorkeur.
Shakespeare is zijn aanbeden meester. Tevens
heeft hij een natuurlijken aanleg voor de
scholastieke filosofie. Hij oefent zich in het
spreken voor de vuist, hij worstelt met het
woord. Eens wordt hem opgegeven, onvoorbe
reid te spreken over het thema: de schoonheid
Gods. Hij aarzelt. Zijn professor bemoedigt
hem: „In illa hora dabitur vobis quod diceris"
(Op dat uur zal U worden gegeven wat gij te
zeggen hebt). Zijn improvisatie wordt een on
gekend succes. De achteloos gezegde bijbeltekst
speelt een rol door heel zijn later leven, in zijn
leven van wereldredenaar. En in dien tijd groeit
hij voortdurend als sportsman, vooral bij voet
bal en rugby. Hij maakt goals, hard als later
zijn zinnen door de radio. Zijn moed wordt een
karakterteeken. „Hij zal groote dingen doen
later," zegt een leeraar over hem, „maar hoog
moedig zal hij niet worden." In dien tijd open
baart zich voor hem ook de glorie van het so
ciale Pausschap. Leo XIII imponeert hem als
het genie van het menschelijk geslacht. Tot die
conclusie komt hij na diepe studie der Rerum
Novarum. Zijn warme liefde voor de sociale
rechtvaardigheid is nu voor immer diep in zijn
ziel.
In het tweede jaar van den wereldoorlog in
1916, wordt hij in St. Basil's Church In To-
ranto priester gewijd. Hij was 25 jaar. Als
jong geestelijke wijdt hij zich aan de jeugd,
aan herstel der verslapte congregaties. Heel het
publieke leven boezemt hem belang in. Hij leest
couranten, studeert tijdschriften en boeken. En
zijn kunde, zijn wetenschap, zijn liefde, draagt
hij uit zijn „mens sana in corpore sano," (uit
een gezonden geest, die uit een gezond lichaam
komt), over op allen. Hij is de wekker, de be
zieler. Hü zwoegt in de zielszorg. Allen vrijen
tijd besteedt hij aan de studie der sociale ency
clieken van Leo XIII tot Pius XI toe. Met zijn
„gouden stem" bereikt hij in zijn preeken dui
zenden later ongetelde millioenen.
Zijn bisschop heeft hem in woeste streken
naar Royal Oak (Michigan) gezonden, woest
door natuur en leven. Heel het Amerikaansche
moderne bederf heerscht er. De Ku Klux Klan
drijft er zijn onwezen. Hij moet er een kerk
bouwen en zal al de lasten van een kerkstich
ting dragen. Zijn bisschop, Mgr. Gallagher,
zegt tot hem: „Geef als patroonheilige aan Uw
kerkje de kleine Theresia van het Kindje Jezus
en preek voor de geloovigen over de rozen van
liefde, die zij uit den hemel zou doen neder
dalen." Vol moed trekt hij er op uit. Zijn ver
trouwen in de kleine heilige van den nieuwen
tijd is groot. Hij bouwt en werkt en overal
speurt hij om zich den beloofden zegen der
rozep.
In die dagen komt een vriend tot hem en
spreekt er hem over, dat de vooroordeelen tegen
het geloof, vooral tegen het katholicisme, erger
zijn dan ooit. Hij, Coughlin, kent de menschen,
is een modern man in den juisten zin voor den
tegenwoordigen tijd. Hoe zou het zijn, als hij in
den aether ging? Hij wil eenige dollars per week
voorschieten. Krijgt hij een radio-gemeente,
dan doet hij een hemelsch werk aan de zielen.
Deze vriend was Fritzpatrick. Coughlin wordt
warm, kijkt met groote, vurige oogen als naar
visioenen, 's Nachts heeft hij een wonderbaren
droom: de radio zal het hem mogelijk maken,
zijn kerkje in stand te houden en zijn druk
kende lasten te betalen. Daags daarop is hij
reeds bij den bisschop en haalt hem over met de
prachtige woorden: „De H. Theresia is de mo
derne apostel en de radio is het moderne mid
del, om het Evangelie te verkondigen aan alle
volken."
Direct begint hij. Hij zoekt niet zijn eigen
glorie, maar meent niet anders dan zijn plicht
te doen, om door de lucht Gods woord te ver
breiden ter opbeuring der zielen in de wilder
nissen van menschelijken nood en ellende.
Met oneindige moeite en met ver
bazingwekkende spaarzaamheid ont
staat een klein uitzendstation - het
zal een net worden van 25 radio
stations, waarover hij beschikken
zal, na korten tijd. Alles moet in
groote haast gebeuren. Werken
wordt het, dag en nacht. De tijd
dwingt tot de vlucht in de lucht.
„En de kleine Theresia wacht met
haar rozen," zegt Coughlin. Op 1 7
October 1926 houdt hü zijn eerste
preek voor de microfoon. Hü
spreekt direct van het altaar van zijn
kerkje, gekleed in de liturgische
gewaden. Vijf brieven krijgt hij na
een paar dagen en is blij als een
kind. Hij houdt een novene ter eere
zijner kleine heilige. Geestdriftig
roept hij zijn vrienden toe: „Is er
een beter middel dan de radio, om
de menschen te overtuigen van goed
en waar? Neen!"
En de predikaties volgen zich op. In zün
woorden en daden lijkt hij een Amerikaansche
Dr. Sonnenschein: „Godsdienst is dezelfde op
Zondag als op Maandag." Zoo een woord tee
kent beiden ten voeten uit, want daarin wordt
fel gehekeld de godsdienst-huichelarij. Hü pre
dikt op de eerste plaats ook de charitas en de
sociale rechtvaardigheid, niet opgeschroefd,
maar met mannelijken eenvoud. Socialisten en
communisten worden wakker. Wat is dat? Een
nieuw geluid? Zü zien het gevaar, bezorgen
Het K.R.O. Wereldprogramma, dat 24 Juni
op den Radio-Missiedag, bü gelegenheid van het
één-jarig bestaan der K. R. O. Phohi-Uitzen-
dingen, zal worden gegeven van 12.4515.00 uur
wordt naar thans vaststaat overgenomen door
alle Amerikaansche, Japansche Australische,
Indische (N.I.R.O.M.) zenders. België, Spanje,
Oostenrijk en Zwitserland (Beromünster) be
richtten reeds eveneens het Nederlandsche pro
gramma te zullen heruitzenden. Wat betreft
Afrika worden de technische moeilijkheden nog
onder de oogen gezien. Zoodra van dit wereld
deel, alsmede van enkele Europeesche landen,
welke in verband met him eigen programma en
andere omstandigheden nog voorbehoud moes
ten maken, bericht zal zijn ingekomen, wordt
dit nader bekend gemookt. Is het op zich onge
twijfeld een belangrijk feit, dat de K. R. O. de
verspreiding, over bijna geheel den aardbol van
een Nederlandsch programma durfde te orga-
niseeren, wanneer de heruitzending overal zal
slagen heeft dit Nederlandsch initiatief boven
dien de waarde ven een belangrü technisch
experiment.
Het avondprogramma van den 24en Juni zal
nog bevatten een wedstrijd, waarvoor tal van
groote en waardevolle prijzen belangeloos ter
beschiking werden gesteld Over dezen wedstrijd
en de daaraan verbonden prijzen, zullen t.z.t. de
noodige mededeelingen nog worden gedaan.
Doch men doet er thans reeds goed aan, zich
in te prenten, dat als hoofdvoorwaarde voor het
deelnemen aan dezen wedstrüd geldt, het in
zenden van het op 24 Juni gekochte insigne.
De Haagsche kantonrechter, Mr. Polak gister
uitspraak doende in de zaak tegen den 52-
jarigen M. M., directeur van de commanditaire
Vennootschap „De Toekomst", tegen wien het
O. M wegens het organiseeren van een verbo
den loterü drie maanden hechtenis heeft ge
vorderd, heeft overwogen, dat het onder
zoek in deze zaak niet volledig is geweest en
bepaald, dat dit zal worden hervat op Vrijdag
22 Juni des middags om 2 uur tot het hooren
van nog een viertal getuigen.
Max Schmeling, de Duitsche bokser, die een
veertiental dagen tegen Paolino in Barcelona
onbeslist bokstte, heeft wederom zijn duim bij
het trainen bezeerd en zal zeker niet vóór
Augustus weer kunnen boksen.
hem moeite en last met zendstations. Hü zet
tegenover hen Leo XIII: Rerum Novarum. Zijn
bisschop staat achter hem. En dat was noodig,
want ook het binnenkamersche katholicisme
werd bang voor het katholicisme der daad in
de lucht. Kleingeloovigen zü'n er alrijd.
En aldoor gaat hij verder. Hij grijpt in in
het maatschappelüke leven, bestrijdt de ideeën
van Ford, den automobielkoning, hü treedt op
tegen de valsche leuzen van den liberalen pre
sident Hoover, hü bekampt de uitwassen van
het kapitalisme en alle wondenplekken van het
zieke Amerika. Hü stoort zich aan niets, fier
uitgaande van zün leuze: „Charitas is de po
litiek van Christus." En wie kent nog de chari
tas in Amerika, waar alles vermorzeld wordt
onder de wielen van het naakte egoïsme?
Zün faam gaat door de couranten, zü noe
men hem: „Herder der lucht," „Militant Kruis
ridder," „Onversaagde apostel der waarheid,"
„Onbevreesde radio-priester." Rabbi's eeren
hem, protestanten stroomen hem toe, katholie
ken vereeren hem. Is het wonder, dat zün bis
schop hem laat begaan? En Coughlin gaat
door. Hü preekt zün „onpreekbaar woord." Hü
valt op onweerstaanbare wijze den zoogenaam-
den wereldschen voorspoed voor allen aan en
richt op hóóg den toren van de Mensch ge
worden Charitas aan het Kruis.
Hü moet een omvangrijk bureau
stichten. Dr iehonderd-vg f tig-dui-
zend brieven per week komen ge
middeld naar zijn pastorie. Ver
betering der maatschappij en haar
toestanden staat aldoor op zijn pro
gram. De oliemagnaten ondervinden
het. De bladen noemen hem nu,
naar het voorbeeld van den vroe-
geren strgdbaren president, den
„Teddy Roosevelt der lucht".
In de week sluit hü zich op, gewapend met
cigaretten, want hü is een intens rooker, stu
deert, dicteert. Zün secretaressen hebben scherp
gepunte potlooden en massa en hoopen bloc
notes. Hü verklaart strgd op leven en dood aan
alle vrijbuiterü. Veertig millioen luisteraars
heeft hü- De „Columbia Broadcasting Compa
ny" wil hem boycotten. Hü wint. Zün scherp
woord gaat tegen de woekerende misdaad in
New-York, tegen de onderwereld in Chicago.
Men vergelükt hem met Savonarola, den onbe-
vreesden monnik van Florence. Hij geeselt de
huichelarü der prohibitie en de valsche leuzen
van Hoover. „Pater, U hebt den president aan
stukken gescheurd," zegt men hem. En dat
was zoo. Hü heeft enorm veel bügedragen tot
de verkiezing van president Roosevelt, die uit
overtuiging zün vriend werd.
En het werk gaat door: „Ik heb nu 106 meis
jes in mün dienstDe post van Detroit
heeft twee vleugels aan haar gebouw voor mü
noodigdaar werken ook heel wat men
schenmün eigen drukkerij voor vérsprei
ding müner Zondagspreekenin dit seizoen
zün twee millioen stuks verzonden."
Twee millioen stuks dat zün de rozen der
heilige kleine Theresia.
Dit is het heilige wonder der radio.
De radio-priester bereikte dit onder Gods
zegen, onder voorbede der kleine rozenheilige
en de machtigste wapens in zün hand waren
de encyclieken der twee groote Pausen, Leo
XIII en Pi us XI.
En sterk in de mannelüke kracht züner vier en
veertig jaren, werkt en hopen we zal nog
verder werken, voortdurend en onverschrokken,
de Radio-Priester Father Ch. Coughling. On-
noemelük velen, die hü tot God terug bracht
en dichter bracht, danken hem.
1) Inhoud: Als ik een man ben, wil ik met
selaar worden en huizen bouwen en ik denk dat
ik ze dan bouwen kan zoo hoog als den toren
Babel.
Ruth Mugglebee: Father Coughlin of the
Shrince of Little Flower. Paye and company
(Boston),