De wijziging der steunnormen
Wat de minister er van zegt
HET MYSTIEKE BRUGGE
Prikkeldraad
„Ik heb mij ingespannen om de regelingen
zoo te treffen, dat zij nog het minst
pijnlijk zouden zijn
De V.D.-9 naar de
Noordzee
DOOR DE ARDENNEN
Van de oevers der.Rotte!
DONDERDAG 31 MEI 1934
1 JULI IN WERKING
De thans bestaande grondbedragen
van acht gulden en lager zullen
onder de wijziging niet lijden
Er wordt ook verhoogd
Niet boven het maximum
Bepaling van het grondbedrag
De kindertoeslag
Het ethisch minimum
Voor het groote gezin
Haar kindje gedood
22-jarige moeder tot zes jaar ge
vangenisstraf veroordeeld
NATIONALE INDUSTRIE
De Duitschers uit Laren
Opnieuw inlichtingen aan den
minister gevraagd
VOLENDAM WEER TSAAR DE NOORDZEE
POLITIEKE SCHELDKANON
NADES
Een hotel-kasteel met onvergelij
kelijke vergezichten, gebouwd
door een koning, maar
bewoond door
touristen
Antwerpens tunnel
m
Chateau d'Ardennes
Eerste stalen motorbotter gereed
voor de vischvangst buitengaats
Tweede schip nog op
de werf
KINDJE ERNSTIG GEWOND
Drie personen van een wagen
geslingerd
Naar aanleiding van enkele persberichten
heeft het Ned. Corr. Bureau zich gewend tot
den minister van Sociale Zaken met de vraag,
of reeds iets naders kan worden medegedeeld
omtrent de voorgenomen wijziging in de steun
regeling, waarover bij de interpellatie van het
Kamerlid Kupers uitvoerig gesproken is.
De minister antwoordde bevestigend en deel
de mede, dat het in zijn voornemen ligt om
met 1 Juli de nieuwe voorwaarden te doen
ingaan, waarop voortaan de gemeenten subsi
die van het Rijk zullen kunnen ontvangen in
haar steun voor crisis-werkloozen. Binnenkort
ontvangen de gemeenten opgave der nieuwe
tarieven, die voor de onderscheiden groepen
van gemeenten verschillend zullen zijn, gelijk
dit ook tot heden het geval was.
Het is bekend zoo zeide de minister
dat de toestand der overheidskassen, zoowel
van het Rijk als van gemeenten, met bittere
noodzaak dwingt tot een maatregel, waardoor
minder geld dan tot nog toe voor den steun
zal worden uitgegeven.
Het Rijk kan zijn subsidies onmo
gelijk verhoogen. Het zal toch reeds
de allergrootste moeite kosten om
bij behoud van hetzelfde bedrag als
voor dit jaar is beschikbaar gesteld
voor werkverschaffing en steunverlee-
ning de begrooting voor 1935 ge
heel of nagenoeg te doen sluiten; in
tegendeel zal op allerlei gebied dras
tisch bezuinigd moeten worden.
deel even zorgelijk voor; \>ij de interpellatie
zoo zeide de minister heb ik reeds een aantal
van 240 gemeenten genoemd, die toen reeds te
zamen 15 millioen hadden uitgestooten; terwijl
Amsterdam en Rotterdam dan nog met hun
millioenen-tekort geheel buiten beschouwing-
gelaten worden.
Sindsdien is de toestand zeker niet verbe
terd.
Er moet dus onvermijdelijk op allerlei ge
bied worden ingegrepen. Het zal waarlijk niet
alleen de werkloozen-steun zijn, die de noodi-
ge offers brengt; alom moeten pijnlijke dingën
gebeuren.
Ik ben echter overtuigd geworden zoo ging
de minister voort dat óók de totaalbedragen
voor werkloozen-steun niet zullen kunnen ge
handhaafd worden. Van het oogenblik af, dat
ik de noodzaak van verandering niet meer kon
ontkennen, heb ik mij ingespannen om de re
gelingen zóó te treffen, dat zij nog het minst
pijnlijk zouden zijn.
Meent u zoo vroegen wij met eenige aar
zeling dat u daarin geslaagd is?
Ik denk er niet over zoo luidde het ant
woord om te zeggen, dat er geen pijn ge
daan wordt. Laat ieder, die over de zaak zich
een oordeel vormt, overtuigd zijn, hoezeer mijn
beslissing mijzelf is ter harte gegaan. Maar
onder deze „mits" kan ik toch verklaren, dat
ik overtuigd ben, inderdaad eenigermate ge
slaagd te zijn. Naast de overtuiging, dat maat
regelen onvermijdelijk waren, put ik trouwens
uit deze overtuiging de kracht om met beslist
heid voort te gaan.
Vooreerst moet u niet vergeten, dat een deel
der maatregelen noodig zou zijn, ook als de
overheidskassen er niet toe noopten. Het steun
bedrag wordt in den regel aldus bepaald, dat
men met een grondbedrag plus toeslag voor
eenige kinderen komt aan het maximum-per
cent, dat bereikt mag worden. Deze regeling
is gemaakt om naar behoefte te kunnen steu
nen; zoodat groote gezinnen meer krijgen dan
kleine. Dit zal men wel algemeen goed vin
den. Maar wat gebeurt er nu, als het loon
daalt dat dit hier en daar enorm gebeurt,
behoef ik u niet te zeggen? Dan daalt auto
matisch het maximum, dat iemand mag berei
ken; want dit bedraagt steeds een zeker per
cent van het loon, dat thans zou kunnen ver
diend worden, als njen niet werkloos was. Liet
ik nu de grondbedragen onveranderd, dan zou
iemand via het oude grondbedrag ai spoedig
aan zijn nieuwe maximum toe zijn, zonder dat
er nog ruimte was voor kindertoeslagen. Dit
wordt echter door niemand verdedigd; met de
daling van de loonen moet dus automatisch
een daling van het grondbedrag gepaard gaan.
Ik kan mij niet voorstellen, dat daartegen eenig
redelijk verzet rijst.
Acht Uwe Excellentie dit de hoofdzaak?
zoo vragen wij.
Allerminst; dit is nog maar het nuchter
constateeren van een eenvoudig feit. Doch nu
komt de rest.
Waar de loondaling automatisch verminde
ring van het maximum steunbedrag met zich
brengt en waar de overheidsfinanciën ook af
gezien daarvan vermindering vergden, daar
moest ik overwegen, hoe met het beschikbare
geld zoo ce handelen, dat binnen deze limiet
de meest-behoeftigen het minst zouden lijden
Daartoe heb ik allereerst besloten, dat de
thans bestaande grondbedragen van ƒ8 en ïa-
ger niet worden verlaagd.
Ik moet hierbij een opmerking maken; want
deze uitspraak kan misverstand wekken.
Op allerlei gebied zal drastisch
bezuinigd moeten worden om de
begrooting voor 1935 geheel of
nagenoeg geheel te doen sluiten.
Reeds lang is er van arbeiderszijde op aange
drongen, dat de gemeenten in verband met
den daar geldenden levensstandaard in klassen
of groepen verdeeld zouden worden voor de
steunnormen. Ik heb thans daartoe besloten
en er wordt aan mijn Departement in nauw
overleg met de contactcommissies uit de ge
meenten èn uit de vakcentrales krachtig gewerkt
om een zoo zuiver mogelijke classificatie te ver
krijgen. Daarbij kan het natuurlijk blijken, dat
op een bepaald dorp de norm thans wel f 8 is
doch f 7 zou moeten zijn. Dan komt daar dus
een verlaging tot stand. Maar precies even
denkbaar is, dat als norm f 7 gold, terwijl nu
blijkt, dat het f 8 zou moeten wezen. Daar zou
dus de verhooging moeten intreden. Dit één en
ander is dan echter alleen het gevolg van een
juistere classificatie, doch gaat geheel om bui
ten de verlaging van de normen. Wel wordt ove
rigens bij de nieuwe regeling b.v. een norm van
f 13.50 verlaagd tot f 12.of een norm van
f 10.50 tot f 9.50; maar f 8 niet tot f 7; f 7 niet
tot f 6.
mm®
Prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine,
minister van Sociale Zaken
Dan is er nog iets. Tot heden was voor dub-
bel-uitgetrokkenen en ongeorganiseerden niet al
leen het grondbedrag lager dan voor uitgetrok-
kenen, doch ook de kinderbijslag. Zijn er eenige
kinderen dan wordt aldus het inkomen voor de
dubbel-uitgetrokkenen wel belangrijk lager dan
voor de uitgetrokkenen. Dit zal nu algemeen ver
anderen zooals ik het pas in Twente veran
derd heb. Ik ben dan ook van oordeel, dat de
kinderbijslag voor dubbel-uitgetrokkenen of on
georganiseerden niet lager moet gesteld wor
den dan voor de uitgetrokkenen wordt bepaald.
Dat zijn dus al twee middelen om de minst-
gesteunden tegemoet te komen.
„Heeft Uwe Excellentie deze maatregelen ge
nomen," zoo vragen wij, „om het zoogenaamde
ethische minimum te handhaven?"
De minister glimlacht eenigszins bitter.
„De waarde van het ethische minimum," zoo
antwoordt hij, „erken ik sociaal en moreel ten
volle, maar ik kan er practisch zoo weinig mee
doen.
Een voorbeeld: Ik zal geen namen noemen,
maar bij het uitgebreid overleg, dat ik met ver
scheidene personen heb gehouden, werd van
uit een paar gemeenten mij gezegd, dat het
door mij in het oog gevatte grondbedrag voor
bepaalde groepen uiterst ongewenscht is, omdat
het ligt beneden het bestaansminimum, terwijl
men in diezelfde gemeenten voor andere groe
pen vrijwillig en geheel buiten mij om een la
ger grondbedrag hanteerde. Ligt dat lagere dus
niet beneden het bestaansminimum?
Intusschen zoo keerde onze zegsman tot
zijn rustiger betoog terug heeft de kwestie
van het minimum mij zeer bezig gehouden. En
niet alleen mij, doch ook de afdeeling aan mijn
departement, die dit onderwerp regelmatig be
handelt. Het resultaat is geweest, dat inplaats
van de geldende maximum-percentages een
schaal is vastgeteld, met een klimmend per
centage.
Daarin wordt uitgegaan van twee gegevens:
de loonhoogte en het kindertal. Het is duide
lijk, dat de nood stijgt naarmate de loonbasis
lager ligt en de kinderschaar talrijker is. Om
daaraan tegemoet te komen, zullen de werk-
loozen met een hoogere loonbasis en met wei
nig of geen kinderen relatief minder moeten
ontvangen doch de anderen relatief meer.
Ik ontveins mij niet, dat langs dezen weg nog
meer dan vroeger met de behoefte wordt ge
rekend. Maar nu ik binnen het bedrag, dat Rijk
en gemeenten geven kunnen, óf de ééne óf de
andere methode volgen moest, heb ik de me
thode gekozen, die aan de slechts-gesitueer-
den tegemoet komt en hun uitkeering verhoogd.
„Verhoogd?" vroegen wij. „En u moet verla
gen om geld te winnen!"
Toch wordt er ook verhoogd, zei de minister
met nadruk.
Hoe meer het loon daalt en het gezin groeit,
hoe meer het percent rijst, tot 90 pet. toé, ook
in de steden. Een zeker aantal gezinnen zal
door deze schaal voortaan méér ontvangen dan
tot nog toe, ondanks de steun-„verlaging"
Er zal dus een aantal personen, met goede
loonbasis en klein gezin, gevoelig achteruit
gaan. Niemand weet het beter dan ikzelf. Maar
wie onder het hooger percentage komt te
vallen en bij de nieuwe schaal méér geld in
handen krijgen zal dan thans, vóórdat mijn
maatregel werkt, die is dan toch geholpen.
Overigens zeg ik dit één en ander niet zoo
besloot de minister om den indruk te wek
ken, alsof de. komende wijziging „zoo kwaad
nog niet is", ik verkeer niet in de stemming
om te railleeren.
Wordt er bovendien geregeld korter dan 48
uur per week in een bedrijf gewerkt, dan
wordt natuurlijk voortaan ook dit in rekening
gebracht.
Maar dat zal ook met beleid toegepast
worden! aldus de minister. Waar een langere
werktijd regel is, moet nu natuurlijk ook met
het grooter aantal week-uren gerekend wor
den.
Alles te zameen genoben vertrouw ik, dat ik,
gegeven de situatie zooveel doenlijk heb
verzacht en dat ik menschelijk heb gehandeld.
voorkeur op Zondagmorgen, met een clande-
stienen zender, die zich aankondigde als de
„Almelosche Amateur-zender".
De ambtenaar van het O. M., meende dat
verdachten in relatie moeten staan met de
Twentsche bende, die allerwegen clandestiene
uitzendingen verzorgde. Het werk dezer men-
schen is van geen enkel nut en is zelfs een be
wijs van een zeer ernstige degeneratie, gezien de
politieke scheld-kanonnades. De overheid treedt
hiertegen met kracht op, alhoewel het opsporen
der daders zeer tijdroovend en kostbaar is. Het
is gebleken, dat geldboeten ten dezen geen Dre-
ventievè werking meer oefenen, ja zelfs de' po
pulariteit van de betrekkelijke zenders kunnen
vergrooten en dus neemt men zijn toevlucht tot
hechtenisstraffen.
Hiervan waren verdachten zich bewust en
nochtans gingen zij voort met hun overtredin
gen. Spreker achtte het ten laste gelegde wet
tig en overtuigend bewezen en eischte tenslotte
tegen J. S. drie maanden en tegen B. een
maand hechtenis.
De kantonrechter zal over een week schrifte
lijk vonnis wijzen.
Voor de Haarlemsche Rechtbank stond 17
Mei de 22-jarige gehuwde vrouw E. M. T. te
recht, die op 14 November in haar woning aan
de Stormstraat, te Haarlem, haar twee-jarig
zoontje zoo ernstig mishandeld had, dat het
kind eenige uren later aan de gevolgen over
leed.
Zij had het kind, dat ziekelijk en daardoor
eenigszins lastig was, met de vuist tegen den
grond geslagen en het toen door schoppen
ernstig gewond.
De Officier van Justitie, mr. Roeters van Len-
nep, had bij de behandeling dezer zaak op 28
December 1933 8 jaar gevangenisstraf gcëischt.
Op verzoek van den verdediger, mr. Slote
maker, werd destijds besloten een psychiatrisch
rapport in te winnen, dat uitgebracht werd
door dr. H. J. Overbeek en dr. Bakker. Dezen
kwamen tot de conclusie, dat de vrouw als er
felijk belast kan worden beschouwd en voor
50 pet. verminderd toerekenbaar. Dit rapport
is voor de Haarlemsche Rechtbank uitgebracht
17 Mei 1.1.
De verdediger bepleitte uiterste clementie,
maar de Officier van Justitie, nu mr. Andriga,
handhaafde den eisch van 8 jaar.
Vanmorgen volgde de uitspraak.
De vrouw werd veroordeeld tot zes jaar ge
vangenisstraf met aftrek van preventief (een
half jaar).
De rechtbank overwoog dat de vrouw gehan
deld heeft met de bedoeling haar zoontje van
het leven te berooven, zooals bleek uit den
grooten hekel, dien zij aan het kind had en
het aanhoudend intensief geweld, dat zij op het
kind heeft uitgeoefend.
Wel nam de rechtbank in aanmerking de ver
minderde toerekeningsvatbaarheid van ver
dachte en eveneens, dat zij afkomstig is uit een
ongunstig milieu, weinig medewerking van raar
echtgenoot bij haar huiselijke beslommeringen
ontving en tenslotte dat zij de daad in drift ge
pleegd heeft.
In een circulaire aan de gemeentebesturen
wijst de minister van Binnenlandsche Zaken
er op, dat het, naar der Regeering is gebleken,
nog meermalen, ondanks de verzoeken bij on
derscheidene aanschrijvingen tot de gemeente
besturen gericht, voorkomt, dat door publiek
rechtelijke lichamen orders, welke aan de bin
nenlandsche nijverheid ten goede hadden kun
nen komen, in het buitenland worden geplaatst
zonder dat met de Rijkscommissie voor werk
verruiming overleg werd gepleegd.
De minister meent te mogen aannemen, dat de
noodzakelijkheid van het rekening houden met
de belangen van de nationale industrie te zeer
vanzelf spreekt, dan dat hij andermaal een uit
eenzetting daarover zou moet engeven.
Met den meesten aandrang verzoekt de minis
ter stipt de hand te doen houden aan het ge
stelde in de vorige desbetreffende circulaires.
Naar wij vernemen, heeft het Tweede Ka
merlid Sneevliet den Minister van Justitie vra
gen gesteld over de uitzetting van de vier
Duitschers uit Laren, die over de Duitsche
grens geleid zijn.
De kantonrechter te Enschede behandelde de
geruchtmakende zaak tegen B. en J. S., die
zich hadden te verantwoorden voor het feit,
dat zij gedurende den tijd van ongeveer tien
maanden te Enschede hadden uitgezonden, bij
De V-D. 9, de eerste Volendammer stalen motorbotter, waarmee na veertig jaren
Zuiderzeevisscherij de Volendammer weer de groote haringvijver op gaan zoeken
Wanneer men na de Belgische kust be
zocht te hebben in Brugge komt, krijgt
men een gewaarwording, alsof men uit
een lunaparkschommel midden in een Middel-
eeuwsch klooster valt. Brugge is de stad dei-
mystiek en ook der romantiek. Zelfs op de
korte wandeling, welke wij door de Blinde Ezel
straat en de Rozenkrans-Rei langs den spiege
lenden Dijver maakten, werden wij gevangen
door de heel bijzondere sfeer van deze oude
kunststad, waar het Vlaamsche leven tusschen
de grijze steenen van het grootsch verleden
bloeit. Uit den hoogen toren van de Lieve
Vrouwekerk rinkelden de melodieën van den
concerteerer.aen beiaard over de lommerrijke
boomen langs den wallenkant, een sproei-regen
van zilverklinkend geluid, wegzinkend in het
peinzende water van den Dijver.
De oude grauwe, van groen en bloemen be
klommen huizen stonden er te luisteren, even
als de bronzen figuren van de Guldensporen
slag-helden Jan Breydel en de Koninck op het
Marktplein en de zomersch fleurige menschen.
In het gothische raadhuis, waar wapens en
standaarden herinneren aan het eenmaal glo
rieuze gildeleven der poorters, werden wij door
den burgemeester met hartelijke woorden ont
vangen. In den hoek van het Marktplein naast
het raadhuis staat de kapel van het H. Bloed:
een zwarte steenen schrijn, waarin de reliquie
en de herinnering van het mirakel bewaard
worden en jaarlijks duizenden vrome pelgrims
van heinde en verre uit het malsche Vlaan-
derenland trekken. Het verleden is sterker dan
het heden in Brugge, omdat het verleden te
grootsch en te schoon was om zelfs na eeuwen
geheel te kunnen sterven. Het is een stad,
waarin men zich den tijd moet gunnen om den
tijd te vergeten en weg te droomen in de poëzie
der door den afstand van honderden jaren ge-*
louterde middeleeuwen. Het nieuw gebouwde
gemeente-museum bezit in de onlangs voor-
treffelijx te Brussel gerestaureerde „Madonna
van Kanunnik van der Paelen" een der
schoonste meesterwerken van Van Eyck. Het is
geen ascetische vroomheid, welke dit versch en
toch diep flonkerende tafereel bezielt, maar een
kinderlijke devootheid, blijmoedig en fijn, een
geestelijk gesublimeerde vreugde om de schoon
heid en de volheid van het leven, waarvan de
milde heiligheid de hoogste uiting is. In deze
schildering van Van Eyck met haar uiterlijken
gloed en innerlijke noblesse wordt heel het
harmonisch leven opengelegd van den tijd,
waarin de meester werkte, een voorbijen tijd,
ipaar die vervuld was van een boventijdelijke
eeuwige gedachte, welke de sleutel is van alle
toegevallen deuren, waartegen de ontkerstende
menschheid heden ten dage zich het moede en
waanwijze hoofd te pletter loopt.
Na Brugge en de badplaatsen ging de reis
der Engelsche en Nederlandsche journa
listen met een snellen extratrein dwars
door België naar de Ardennen. Binnen drie
uur werden wij van Knocke naar Dinant ge
transporteerd. Van daaruit reden wij met auto
cars naar „Chateau d'Ardennes", het vorstelijk
hotel-kasteel, dat door Koning Leopold II ge
bouwd werd om hem tot buitenverblijf te die
nen, maar tengevolge van 'sKonings overlijden
nooit die bestemming heeft bereikt. Het is
thans ingericht als een luxueus, comfortabel
vacantie-oord voor sport- en natuurschoonlie-
vende gasten, die er zich thuis kunnen voeler,
als logeerden zij bij een onmetelijk rijken par
ticulieren vriend,totdat hun de rekening
wordt gepresenteerd. De golflinks als zachte,
groene tapijten uitgelegd over de hellingen tus
schen het welige geboomte van het park, zijn
vermaard om hun schoone vergezichten over
het Walenland. Men kan er tennissen en
paardrijden en toeren met den wagen en het
visschen van forellen in de Lesse beneden in
het dal is een bijzonder genoegen voor lief
hebbers. In den jachttijd komen hier de jagers
samen om in de naburige dichte bosschen te
jagen op groot en klein wild, maar het hert
met het lichtende kruis tusschen het gewei,
dat eens in deze streek Hubertus aan zijn
Zondagsplicht herinnerde, komt hun hier niet
meer vóór de geweren, ook al hebben zij de
Mis in het kleine kapelletje van het Chateau
verzuimd. De gezamenlijke lunch in dit ideale
verblijf was overeenkomstig de omgeving; vor
stelijk.
Van „Chateau d'Ardennes" brachten de auto
cars ons door het schilderachtige heuvelland
langs Han en Rochefort naar Laroche, het
vriendelijke stadje, waar Jacques Perk indertijd
zijn laatste levensdagen heeft verkwijnd. De
burgemeester, het type van 'n elegant Waalsch
landedelman, ontving ons in de boven de stad
gelegen vervallen burchtruïne, om ons te ont
halen op champagne en broodjes met ham.
Een zonderlinge combinatie, maar niet zonder
linger dan die van een internationaal twintig-
ste-eeuwsch gezelschap te midden van de ver
brokkelde restanten van een oud roofridderslot.
Over Vieil-Salm, Amblère en Stavelot bereikten
wij tenslotte de „Parel der Ardennen", Spa.
Spa ligt inderdaad in het dal als een parel in
haar schelp Het heele vreemdelingenleven
concentreert er zich om en in het badhuis en
de speelzalen. Hier is wel geen zee, maar ae
sfeer is er gelijk aan die van de vermaakscentra
aan de kust, het is een sfeer, die doet denken
aan een „kermesse d'été",
De laatste uren van ons verblijf in België
werden te Antwerpen doorgebracht. Bur
gemeester Oamiel Huysmans, met zijn
scherpen, nerveuzen, maar vermoeiden kop, die
in de rijke pracht van de befaamde Leyszaal
in het Stadhuis nog valer scheen dan anders,
sprak behartenswaardige woorden over de
noodzakelijkheid van een grootere economische
samenwerking tusschen België en Nederland.
Antwerpen lijdt zwaar onder de crisis, even
zwaar als Rotterdam, maar dat heeft de Bel
gische activiteit niet lam gelegd. De prachtige
tunnels onder de Schelde door, blank als gan
gen in een ziekenhuis en verlicht met Philips
natriumlampen, werden in dezen tijd gebouwd.
„De Hollanders kunnen hun voordeel doen
met onze ervaringen", zei burgemeester Huys
mans, sprekend over dit belangrijke werk. Dit
woord klinkt als een invitatie, welke Nederland
verstandig zal doen aan te nemen. De Schelde-
tunnels zijn een monument der moderne tech
niek. Van de oude Vlaamsche beschaving, waar
van ons de gloed reeds van de wanden van de
Leyszaal was tegengestraald, vonden wij de
diepte en de stilte in het bekende Plantijn-
museum, dat gevormd wordt door de woning
en de werkplaatsen van den befaamden mees-
terdrukker uit de 16e eeuw. Met een boottocht
door een gedeelte van het enorme havencom
plex werd onze tournée besloten, een vluchtige,
maar niettemin belangwekkende tournée. Bel
gië verlangt naar Hollandsche gasten om hun
de schoonheden en vermakelijkheden te too-
nen, waarover het in zoo ruime mate beschikt.
Holland is niet minder verlangend naar het
touristenbezoek vanuit het Zuiden. Het vreem
delingenverkeer moet wederkeerig zijn, wil het
bijdragen tot een vruchtbare en heilzame uit
wisseling van cultuurgoederen en een betere
verstandhouding tusschen de volkeren onder
ling. Bij wederkeerigheid vinden allen baat. De
vele autoriteiten, met wie wij op onze reis in
contact kwamen, hebben dit volmondig be
aamd. Aan Nederland thans de taak eenzelfde
geestdriftige propaganda voor het karakteris
tieke eigen schoon te yoeren als de Belgen heb
ben gedaan in een geest van voorbeeldige sa
menwerking met uitschakeling van allen klei
nen, het nationale belang schadenden plaat-
selijken concurrentienijd.
Keurkorps! Wanneer men dit woord leest,
denkt men onwillekeurig aan een elite-
verzameling heerschappen, koen en
stram; zwaar versierd met kwasten en passe
ment, geschitter van verguldsel, blinkende
knoopen, waaiende vederbossen, felle kleuren,
flitsende wapens, parade-pas, enz
Zoo'n keurkorps hebben wij niet op het oog.
Wij bedoelen het korps keurders, dat zien
momenteel voor de Rotterdamsche rechtbank
heeft te verantwoorden wegens het na be-
fooid te zijn goedkeuren van waterzuchtige
afgeleefde paarden, runderen met uitgebreide
borst- en buikvlies-tuberculose, waterzuchtige
runderen, koeien met para-tuberculose, koeien
met gewrichtsontsteking, koeien met nier- en
bekken-ontsteking, kalveren, lijdende aan pola-
thritus, koeien met sterke ziekte-teekenen aan
ribben, lever, nieren en longen, koeien met
tuberculose aan de wervels, waarbij de aange
taste deelen waren uitgehakt, geslachte koeien
met scherp in het hart, waarbij een stinkende
massa zich om dit orgaan gevormd had, zeer
vermagerde koeien, tengevolge van allerlei
kwalen, koeien met knie- en klauw-ontstekin-
een, en andere ongerechtigheden.
Omdat alle acht keurmeesters meedeelden in
het profijt kon dit duistere zaakje jarenlang
worden voortgezet.
Tot in Noord-Brabant toe was het bekend,
hoe men zijn zieke vee aan de slagers kwijt kon
raken; alleen de bevoegde autoriteiten wisten
het niet!
Het meest verrassende is nu, dat al het zieke
vleesch, 't welk dit keurkorps een kwaliteits-
stempel gaf, blijkbaar zonder eenig kwaad ge
volg door de Rotterdamsche bevolking werd
geconsumeerd.
Respect voor zooveel menschelijk weerstands
vermogen, 't welk bijna in staat zou zijn, twij
fel te doen rijzen omtrent de vraag, of we niet
een beetje te veel aan eubiotiek doen....
Er zijn er, die zich in verband met dit geval
afvragen, of de overheid niet aan het verkeer
de eindje begonnen is met haar hygiëne en of
het haar niet bekend is, dat de ziel der volks
gezondheid de gezondheid der volksziel is
hierbij denkend aan den vloed van geestelijk
vuil, dat in film, tooneel, lectuur en volks
vermaak, straffeloos over gansch Nederland
kan worden uitgestort.
Welke keuringsdienst is noodzakelijker; die
voor geestelijk of die voor lichamelijk voedsel?
Dezer dagen viel in de haven te
Volendam binnen de V. D. 9 Geer-
truida Elisabeth, een stevig gebouwde
stalen botter, uitgerust met een 80
P. K. „Industrie"-motor en bestemd
voor de visscherij op de Noordzee.
De V. D. 9 is met steun van het rijk gebouwd
voor rekening van schipper J. Kwakman, Vo
lendam, op de werf „Vooruit" te Enkhuizen.
Schipper J. Kwakman is de eerste Volen
dammer visscher die zich met deze uitrusting
gaat toeleggen op het visschen buiten den af
sluitdijk en op de Noordzee. Zeer binnenkort
zal er echter nog een dergelijk vaartuig aan
een Volendammer worden afgeleverd en wel
aan schipper J. Molenaar.
Deze Volendammers zullen dan weer in de
gelegenheid zijn om het geheele jaar door te
kunnen visschen. Het is waar dat er op het
oogenblik in het IJselmeer betrekkelijk veel
aal wordt gevangen, doch de aalvangst is maar
een onderdeel van de visscherij en kan alleen
beoefend worden gedurende de zomermaanden.
Meer dan een half jaar moet nu zoo goed als
de geheele vloot werkeloos blijven liggen.
Dat vele Volendammers dan ook verlangend
uitzien om, evenals schipper Kwakman, het
bedrijf te kunnen omzetten voor de visscherij
buiten den afsluitdijk en de Noordzee, laat zich
begrijpen.
Het is niet mogelijk, dat alle Volendammer
visschers een zoo kostbaren motorbotter kunnen
aanschaffen als waarmee de „Geertruida-Eli-
sabeth" is uitgerust. Volendam zou voor een
groot deel gered zijn als in de bestaande bot
ters een behoorlijke motor zou kunnen worden
geplaatst.
Om verschillende Volendammers daaraan te
helpen, werkt ook het comité „Redt Volen
dam" dat zich in veel belangstelling mag ver
heugen. Vele vrijwillige giften komen zonder
ophouden binnen. De verkoop van ansichtkaar
ten voor dat doel, waarvan veel resultaat wordt
verwacht, moet echter practisch nog aanvan
gen. Naar verschillende adressen zijn deze nu
verzonden en gehoopt wordt dat daarmee een
flink financieel resultaat mag worden bereikt
opdat Roomsch Volendam zijn kern van vis-
schersbevolking zal kunnen behouden.
In Aarlanderveen, onder de gemeente Al
phen aan den Rijn, reed de veehouder F. O
van D. met een wagen, waarvoor een
was gespannen. Bij den heer v. D. op der.
zaten diens beide zoontjes van 8 en 3 jaar
verwacht sloeg het paard op hol, waa
alle drie van den wagen werden geslir
Het jongste kind, dat een achterwiel van
wagen over het onderlijf kreeg, werd dr
zoo ernstig gewond, dat het in zorg we1'' n
toestand naar het Academisch Ziekei uis ..e
Leiden moest worden vervoerd.
d
>k
ï-
or
d.
en
bij
'en