De wijziging der steunnormen Wat de minister er van zegt HET MYSTIEKE BRUGGE Prikkeldraad „Ik heb mij ingespannen om de regelingen zoo te treffen, dat zij nog het minst pijnlijk zouden zijn De V.D.-9 naar de Noordzee DOOR DE ARDENNEN Van de oevers der.Rotte! DONDERDAG 31 MEI 1934 1 JULI IN WERKING De thans bestaande grondbedragen van acht gulden en lager zullen onder de wijziging niet lijden Er wordt ook verhoogd Niet boven het maximum Bepaling van het grondbedrag De kindertoeslag Het ethisch minimum Voor het groote gezin Haar kindje gedood 22-jarige moeder tot zes jaar ge vangenisstraf veroordeeld NATIONALE INDUSTRIE De Duitschers uit Laren Opnieuw inlichtingen aan den minister gevraagd VOLENDAM WEER TSAAR DE NOORDZEE POLITIEKE SCHELDKANON NADES Een hotel-kasteel met onvergelij kelijke vergezichten, gebouwd door een koning, maar bewoond door touristen Antwerpens tunnel m Chateau d'Ardennes Eerste stalen motorbotter gereed voor de vischvangst buitengaats Tweede schip nog op de werf KINDJE ERNSTIG GEWOND Drie personen van een wagen geslingerd Naar aanleiding van enkele persberichten heeft het Ned. Corr. Bureau zich gewend tot den minister van Sociale Zaken met de vraag, of reeds iets naders kan worden medegedeeld omtrent de voorgenomen wijziging in de steun regeling, waarover bij de interpellatie van het Kamerlid Kupers uitvoerig gesproken is. De minister antwoordde bevestigend en deel de mede, dat het in zijn voornemen ligt om met 1 Juli de nieuwe voorwaarden te doen ingaan, waarop voortaan de gemeenten subsi die van het Rijk zullen kunnen ontvangen in haar steun voor crisis-werkloozen. Binnenkort ontvangen de gemeenten opgave der nieuwe tarieven, die voor de onderscheiden groepen van gemeenten verschillend zullen zijn, gelijk dit ook tot heden het geval was. Het is bekend zoo zeide de minister dat de toestand der overheidskassen, zoowel van het Rijk als van gemeenten, met bittere noodzaak dwingt tot een maatregel, waardoor minder geld dan tot nog toe voor den steun zal worden uitgegeven. Het Rijk kan zijn subsidies onmo gelijk verhoogen. Het zal toch reeds de allergrootste moeite kosten om bij behoud van hetzelfde bedrag als voor dit jaar is beschikbaar gesteld voor werkverschaffing en steunverlee- ning de begrooting voor 1935 ge heel of nagenoeg te doen sluiten; in tegendeel zal op allerlei gebied dras tisch bezuinigd moeten worden. deel even zorgelijk voor; \>ij de interpellatie zoo zeide de minister heb ik reeds een aantal van 240 gemeenten genoemd, die toen reeds te zamen 15 millioen hadden uitgestooten; terwijl Amsterdam en Rotterdam dan nog met hun millioenen-tekort geheel buiten beschouwing- gelaten worden. Sindsdien is de toestand zeker niet verbe terd. Er moet dus onvermijdelijk op allerlei ge bied worden ingegrepen. Het zal waarlijk niet alleen de werkloozen-steun zijn, die de noodi- ge offers brengt; alom moeten pijnlijke dingën gebeuren. Ik ben echter overtuigd geworden zoo ging de minister voort dat óók de totaalbedragen voor werkloozen-steun niet zullen kunnen ge handhaafd worden. Van het oogenblik af, dat ik de noodzaak van verandering niet meer kon ontkennen, heb ik mij ingespannen om de re gelingen zóó te treffen, dat zij nog het minst pijnlijk zouden zijn. Meent u zoo vroegen wij met eenige aar zeling dat u daarin geslaagd is? Ik denk er niet over zoo luidde het ant woord om te zeggen, dat er geen pijn ge daan wordt. Laat ieder, die over de zaak zich een oordeel vormt, overtuigd zijn, hoezeer mijn beslissing mijzelf is ter harte gegaan. Maar onder deze „mits" kan ik toch verklaren, dat ik overtuigd ben, inderdaad eenigermate ge slaagd te zijn. Naast de overtuiging, dat maat regelen onvermijdelijk waren, put ik trouwens uit deze overtuiging de kracht om met beslist heid voort te gaan. Vooreerst moet u niet vergeten, dat een deel der maatregelen noodig zou zijn, ook als de overheidskassen er niet toe noopten. Het steun bedrag wordt in den regel aldus bepaald, dat men met een grondbedrag plus toeslag voor eenige kinderen komt aan het maximum-per cent, dat bereikt mag worden. Deze regeling is gemaakt om naar behoefte te kunnen steu nen; zoodat groote gezinnen meer krijgen dan kleine. Dit zal men wel algemeen goed vin den. Maar wat gebeurt er nu, als het loon daalt dat dit hier en daar enorm gebeurt, behoef ik u niet te zeggen? Dan daalt auto matisch het maximum, dat iemand mag berei ken; want dit bedraagt steeds een zeker per cent van het loon, dat thans zou kunnen ver diend worden, als njen niet werkloos was. Liet ik nu de grondbedragen onveranderd, dan zou iemand via het oude grondbedrag ai spoedig aan zijn nieuwe maximum toe zijn, zonder dat er nog ruimte was voor kindertoeslagen. Dit wordt echter door niemand verdedigd; met de daling van de loonen moet dus automatisch een daling van het grondbedrag gepaard gaan. Ik kan mij niet voorstellen, dat daartegen eenig redelijk verzet rijst. Acht Uwe Excellentie dit de hoofdzaak? zoo vragen wij. Allerminst; dit is nog maar het nuchter constateeren van een eenvoudig feit. Doch nu komt de rest. Waar de loondaling automatisch verminde ring van het maximum steunbedrag met zich brengt en waar de overheidsfinanciën ook af gezien daarvan vermindering vergden, daar moest ik overwegen, hoe met het beschikbare geld zoo ce handelen, dat binnen deze limiet de meest-behoeftigen het minst zouden lijden Daartoe heb ik allereerst besloten, dat de thans bestaande grondbedragen van ƒ8 en ïa- ger niet worden verlaagd. Ik moet hierbij een opmerking maken; want deze uitspraak kan misverstand wekken. Op allerlei gebied zal drastisch bezuinigd moeten worden om de begrooting voor 1935 geheel of nagenoeg geheel te doen sluiten. Reeds lang is er van arbeiderszijde op aange drongen, dat de gemeenten in verband met den daar geldenden levensstandaard in klassen of groepen verdeeld zouden worden voor de steunnormen. Ik heb thans daartoe besloten en er wordt aan mijn Departement in nauw overleg met de contactcommissies uit de ge meenten èn uit de vakcentrales krachtig gewerkt om een zoo zuiver mogelijke classificatie te ver krijgen. Daarbij kan het natuurlijk blijken, dat op een bepaald dorp de norm thans wel f 8 is doch f 7 zou moeten zijn. Dan komt daar dus een verlaging tot stand. Maar precies even denkbaar is, dat als norm f 7 gold, terwijl nu blijkt, dat het f 8 zou moeten wezen. Daar zou dus de verhooging moeten intreden. Dit één en ander is dan echter alleen het gevolg van een juistere classificatie, doch gaat geheel om bui ten de verlaging van de normen. Wel wordt ove rigens bij de nieuwe regeling b.v. een norm van f 13.50 verlaagd tot f 12.of een norm van f 10.50 tot f 9.50; maar f 8 niet tot f 7; f 7 niet tot f 6. mm® Prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, minister van Sociale Zaken Dan is er nog iets. Tot heden was voor dub- bel-uitgetrokkenen en ongeorganiseerden niet al leen het grondbedrag lager dan voor uitgetrok- kenen, doch ook de kinderbijslag. Zijn er eenige kinderen dan wordt aldus het inkomen voor de dubbel-uitgetrokkenen wel belangrijk lager dan voor de uitgetrokkenen. Dit zal nu algemeen ver anderen zooals ik het pas in Twente veran derd heb. Ik ben dan ook van oordeel, dat de kinderbijslag voor dubbel-uitgetrokkenen of on georganiseerden niet lager moet gesteld wor den dan voor de uitgetrokkenen wordt bepaald. Dat zijn dus al twee middelen om de minst- gesteunden tegemoet te komen. „Heeft Uwe Excellentie deze maatregelen ge nomen," zoo vragen wij, „om het zoogenaamde ethische minimum te handhaven?" De minister glimlacht eenigszins bitter. „De waarde van het ethische minimum," zoo antwoordt hij, „erken ik sociaal en moreel ten volle, maar ik kan er practisch zoo weinig mee doen. Een voorbeeld: Ik zal geen namen noemen, maar bij het uitgebreid overleg, dat ik met ver scheidene personen heb gehouden, werd van uit een paar gemeenten mij gezegd, dat het door mij in het oog gevatte grondbedrag voor bepaalde groepen uiterst ongewenscht is, omdat het ligt beneden het bestaansminimum, terwijl men in diezelfde gemeenten voor andere groe pen vrijwillig en geheel buiten mij om een la ger grondbedrag hanteerde. Ligt dat lagere dus niet beneden het bestaansminimum? Intusschen zoo keerde onze zegsman tot zijn rustiger betoog terug heeft de kwestie van het minimum mij zeer bezig gehouden. En niet alleen mij, doch ook de afdeeling aan mijn departement, die dit onderwerp regelmatig be handelt. Het resultaat is geweest, dat inplaats van de geldende maximum-percentages een schaal is vastgeteld, met een klimmend per centage. Daarin wordt uitgegaan van twee gegevens: de loonhoogte en het kindertal. Het is duide lijk, dat de nood stijgt naarmate de loonbasis lager ligt en de kinderschaar talrijker is. Om daaraan tegemoet te komen, zullen de werk- loozen met een hoogere loonbasis en met wei nig of geen kinderen relatief minder moeten ontvangen doch de anderen relatief meer. Ik ontveins mij niet, dat langs dezen weg nog meer dan vroeger met de behoefte wordt ge rekend. Maar nu ik binnen het bedrag, dat Rijk en gemeenten geven kunnen, óf de ééne óf de andere methode volgen moest, heb ik de me thode gekozen, die aan de slechts-gesitueer- den tegemoet komt en hun uitkeering verhoogd. „Verhoogd?" vroegen wij. „En u moet verla gen om geld te winnen!" Toch wordt er ook verhoogd, zei de minister met nadruk. Hoe meer het loon daalt en het gezin groeit, hoe meer het percent rijst, tot 90 pet. toé, ook in de steden. Een zeker aantal gezinnen zal door deze schaal voortaan méér ontvangen dan tot nog toe, ondanks de steun-„verlaging" Er zal dus een aantal personen, met goede loonbasis en klein gezin, gevoelig achteruit gaan. Niemand weet het beter dan ikzelf. Maar wie onder het hooger percentage komt te vallen en bij de nieuwe schaal méér geld in handen krijgen zal dan thans, vóórdat mijn maatregel werkt, die is dan toch geholpen. Overigens zeg ik dit één en ander niet zoo besloot de minister om den indruk te wek ken, alsof de. komende wijziging „zoo kwaad nog niet is", ik verkeer niet in de stemming om te railleeren. Wordt er bovendien geregeld korter dan 48 uur per week in een bedrijf gewerkt, dan wordt natuurlijk voortaan ook dit in rekening gebracht. Maar dat zal ook met beleid toegepast worden! aldus de minister. Waar een langere werktijd regel is, moet nu natuurlijk ook met het grooter aantal week-uren gerekend wor den. Alles te zameen genoben vertrouw ik, dat ik, gegeven de situatie zooveel doenlijk heb verzacht en dat ik menschelijk heb gehandeld. voorkeur op Zondagmorgen, met een clande- stienen zender, die zich aankondigde als de „Almelosche Amateur-zender". De ambtenaar van het O. M., meende dat verdachten in relatie moeten staan met de Twentsche bende, die allerwegen clandestiene uitzendingen verzorgde. Het werk dezer men- schen is van geen enkel nut en is zelfs een be wijs van een zeer ernstige degeneratie, gezien de politieke scheld-kanonnades. De overheid treedt hiertegen met kracht op, alhoewel het opsporen der daders zeer tijdroovend en kostbaar is. Het is gebleken, dat geldboeten ten dezen geen Dre- ventievè werking meer oefenen, ja zelfs de' po pulariteit van de betrekkelijke zenders kunnen vergrooten en dus neemt men zijn toevlucht tot hechtenisstraffen. Hiervan waren verdachten zich bewust en nochtans gingen zij voort met hun overtredin gen. Spreker achtte het ten laste gelegde wet tig en overtuigend bewezen en eischte tenslotte tegen J. S. drie maanden en tegen B. een maand hechtenis. De kantonrechter zal over een week schrifte lijk vonnis wijzen. Voor de Haarlemsche Rechtbank stond 17 Mei de 22-jarige gehuwde vrouw E. M. T. te recht, die op 14 November in haar woning aan de Stormstraat, te Haarlem, haar twee-jarig zoontje zoo ernstig mishandeld had, dat het kind eenige uren later aan de gevolgen over leed. Zij had het kind, dat ziekelijk en daardoor eenigszins lastig was, met de vuist tegen den grond geslagen en het toen door schoppen ernstig gewond. De Officier van Justitie, mr. Roeters van Len- nep, had bij de behandeling dezer zaak op 28 December 1933 8 jaar gevangenisstraf gcëischt. Op verzoek van den verdediger, mr. Slote maker, werd destijds besloten een psychiatrisch rapport in te winnen, dat uitgebracht werd door dr. H. J. Overbeek en dr. Bakker. Dezen kwamen tot de conclusie, dat de vrouw als er felijk belast kan worden beschouwd en voor 50 pet. verminderd toerekenbaar. Dit rapport is voor de Haarlemsche Rechtbank uitgebracht 17 Mei 1.1. De verdediger bepleitte uiterste clementie, maar de Officier van Justitie, nu mr. Andriga, handhaafde den eisch van 8 jaar. Vanmorgen volgde de uitspraak. De vrouw werd veroordeeld tot zes jaar ge vangenisstraf met aftrek van preventief (een half jaar). De rechtbank overwoog dat de vrouw gehan deld heeft met de bedoeling haar zoontje van het leven te berooven, zooals bleek uit den grooten hekel, dien zij aan het kind had en het aanhoudend intensief geweld, dat zij op het kind heeft uitgeoefend. Wel nam de rechtbank in aanmerking de ver minderde toerekeningsvatbaarheid van ver dachte en eveneens, dat zij afkomstig is uit een ongunstig milieu, weinig medewerking van raar echtgenoot bij haar huiselijke beslommeringen ontving en tenslotte dat zij de daad in drift ge pleegd heeft. In een circulaire aan de gemeentebesturen wijst de minister van Binnenlandsche Zaken er op, dat het, naar der Regeering is gebleken, nog meermalen, ondanks de verzoeken bij on derscheidene aanschrijvingen tot de gemeente besturen gericht, voorkomt, dat door publiek rechtelijke lichamen orders, welke aan de bin nenlandsche nijverheid ten goede hadden kun nen komen, in het buitenland worden geplaatst zonder dat met de Rijkscommissie voor werk verruiming overleg werd gepleegd. De minister meent te mogen aannemen, dat de noodzakelijkheid van het rekening houden met de belangen van de nationale industrie te zeer vanzelf spreekt, dan dat hij andermaal een uit eenzetting daarover zou moet engeven. Met den meesten aandrang verzoekt de minis ter stipt de hand te doen houden aan het ge stelde in de vorige desbetreffende circulaires. Naar wij vernemen, heeft het Tweede Ka merlid Sneevliet den Minister van Justitie vra gen gesteld over de uitzetting van de vier Duitschers uit Laren, die over de Duitsche grens geleid zijn. De kantonrechter te Enschede behandelde de geruchtmakende zaak tegen B. en J. S., die zich hadden te verantwoorden voor het feit, dat zij gedurende den tijd van ongeveer tien maanden te Enschede hadden uitgezonden, bij De V-D. 9, de eerste Volendammer stalen motorbotter, waarmee na veertig jaren Zuiderzeevisscherij de Volendammer weer de groote haringvijver op gaan zoeken Wanneer men na de Belgische kust be zocht te hebben in Brugge komt, krijgt men een gewaarwording, alsof men uit een lunaparkschommel midden in een Middel- eeuwsch klooster valt. Brugge is de stad dei- mystiek en ook der romantiek. Zelfs op de korte wandeling, welke wij door de Blinde Ezel straat en de Rozenkrans-Rei langs den spiege lenden Dijver maakten, werden wij gevangen door de heel bijzondere sfeer van deze oude kunststad, waar het Vlaamsche leven tusschen de grijze steenen van het grootsch verleden bloeit. Uit den hoogen toren van de Lieve Vrouwekerk rinkelden de melodieën van den concerteerer.aen beiaard over de lommerrijke boomen langs den wallenkant, een sproei-regen van zilverklinkend geluid, wegzinkend in het peinzende water van den Dijver. De oude grauwe, van groen en bloemen be klommen huizen stonden er te luisteren, even als de bronzen figuren van de Guldensporen slag-helden Jan Breydel en de Koninck op het Marktplein en de zomersch fleurige menschen. In het gothische raadhuis, waar wapens en standaarden herinneren aan het eenmaal glo rieuze gildeleven der poorters, werden wij door den burgemeester met hartelijke woorden ont vangen. In den hoek van het Marktplein naast het raadhuis staat de kapel van het H. Bloed: een zwarte steenen schrijn, waarin de reliquie en de herinnering van het mirakel bewaard worden en jaarlijks duizenden vrome pelgrims van heinde en verre uit het malsche Vlaan- derenland trekken. Het verleden is sterker dan het heden in Brugge, omdat het verleden te grootsch en te schoon was om zelfs na eeuwen geheel te kunnen sterven. Het is een stad, waarin men zich den tijd moet gunnen om den tijd te vergeten en weg te droomen in de poëzie der door den afstand van honderden jaren ge-* louterde middeleeuwen. Het nieuw gebouwde gemeente-museum bezit in de onlangs voor- treffelijx te Brussel gerestaureerde „Madonna van Kanunnik van der Paelen" een der schoonste meesterwerken van Van Eyck. Het is geen ascetische vroomheid, welke dit versch en toch diep flonkerende tafereel bezielt, maar een kinderlijke devootheid, blijmoedig en fijn, een geestelijk gesublimeerde vreugde om de schoon heid en de volheid van het leven, waarvan de milde heiligheid de hoogste uiting is. In deze schildering van Van Eyck met haar uiterlijken gloed en innerlijke noblesse wordt heel het harmonisch leven opengelegd van den tijd, waarin de meester werkte, een voorbijen tijd, ipaar die vervuld was van een boventijdelijke eeuwige gedachte, welke de sleutel is van alle toegevallen deuren, waartegen de ontkerstende menschheid heden ten dage zich het moede en waanwijze hoofd te pletter loopt. Na Brugge en de badplaatsen ging de reis der Engelsche en Nederlandsche journa listen met een snellen extratrein dwars door België naar de Ardennen. Binnen drie uur werden wij van Knocke naar Dinant ge transporteerd. Van daaruit reden wij met auto cars naar „Chateau d'Ardennes", het vorstelijk hotel-kasteel, dat door Koning Leopold II ge bouwd werd om hem tot buitenverblijf te die nen, maar tengevolge van 'sKonings overlijden nooit die bestemming heeft bereikt. Het is thans ingericht als een luxueus, comfortabel vacantie-oord voor sport- en natuurschoonlie- vende gasten, die er zich thuis kunnen voeler, als logeerden zij bij een onmetelijk rijken par ticulieren vriend,totdat hun de rekening wordt gepresenteerd. De golflinks als zachte, groene tapijten uitgelegd over de hellingen tus schen het welige geboomte van het park, zijn vermaard om hun schoone vergezichten over het Walenland. Men kan er tennissen en paardrijden en toeren met den wagen en het visschen van forellen in de Lesse beneden in het dal is een bijzonder genoegen voor lief hebbers. In den jachttijd komen hier de jagers samen om in de naburige dichte bosschen te jagen op groot en klein wild, maar het hert met het lichtende kruis tusschen het gewei, dat eens in deze streek Hubertus aan zijn Zondagsplicht herinnerde, komt hun hier niet meer vóór de geweren, ook al hebben zij de Mis in het kleine kapelletje van het Chateau verzuimd. De gezamenlijke lunch in dit ideale verblijf was overeenkomstig de omgeving; vor stelijk. Van „Chateau d'Ardennes" brachten de auto cars ons door het schilderachtige heuvelland langs Han en Rochefort naar Laroche, het vriendelijke stadje, waar Jacques Perk indertijd zijn laatste levensdagen heeft verkwijnd. De burgemeester, het type van 'n elegant Waalsch landedelman, ontving ons in de boven de stad gelegen vervallen burchtruïne, om ons te ont halen op champagne en broodjes met ham. Een zonderlinge combinatie, maar niet zonder linger dan die van een internationaal twintig- ste-eeuwsch gezelschap te midden van de ver brokkelde restanten van een oud roofridderslot. Over Vieil-Salm, Amblère en Stavelot bereikten wij tenslotte de „Parel der Ardennen", Spa. Spa ligt inderdaad in het dal als een parel in haar schelp Het heele vreemdelingenleven concentreert er zich om en in het badhuis en de speelzalen. Hier is wel geen zee, maar ae sfeer is er gelijk aan die van de vermaakscentra aan de kust, het is een sfeer, die doet denken aan een „kermesse d'été", De laatste uren van ons verblijf in België werden te Antwerpen doorgebracht. Bur gemeester Oamiel Huysmans, met zijn scherpen, nerveuzen, maar vermoeiden kop, die in de rijke pracht van de befaamde Leyszaal in het Stadhuis nog valer scheen dan anders, sprak behartenswaardige woorden over de noodzakelijkheid van een grootere economische samenwerking tusschen België en Nederland. Antwerpen lijdt zwaar onder de crisis, even zwaar als Rotterdam, maar dat heeft de Bel gische activiteit niet lam gelegd. De prachtige tunnels onder de Schelde door, blank als gan gen in een ziekenhuis en verlicht met Philips natriumlampen, werden in dezen tijd gebouwd. „De Hollanders kunnen hun voordeel doen met onze ervaringen", zei burgemeester Huys mans, sprekend over dit belangrijke werk. Dit woord klinkt als een invitatie, welke Nederland verstandig zal doen aan te nemen. De Schelde- tunnels zijn een monument der moderne tech niek. Van de oude Vlaamsche beschaving, waar van ons de gloed reeds van de wanden van de Leyszaal was tegengestraald, vonden wij de diepte en de stilte in het bekende Plantijn- museum, dat gevormd wordt door de woning en de werkplaatsen van den befaamden mees- terdrukker uit de 16e eeuw. Met een boottocht door een gedeelte van het enorme havencom plex werd onze tournée besloten, een vluchtige, maar niettemin belangwekkende tournée. Bel gië verlangt naar Hollandsche gasten om hun de schoonheden en vermakelijkheden te too- nen, waarover het in zoo ruime mate beschikt. Holland is niet minder verlangend naar het touristenbezoek vanuit het Zuiden. Het vreem delingenverkeer moet wederkeerig zijn, wil het bijdragen tot een vruchtbare en heilzame uit wisseling van cultuurgoederen en een betere verstandhouding tusschen de volkeren onder ling. Bij wederkeerigheid vinden allen baat. De vele autoriteiten, met wie wij op onze reis in contact kwamen, hebben dit volmondig be aamd. Aan Nederland thans de taak eenzelfde geestdriftige propaganda voor het karakteris tieke eigen schoon te yoeren als de Belgen heb ben gedaan in een geest van voorbeeldige sa menwerking met uitschakeling van allen klei nen, het nationale belang schadenden plaat- selijken concurrentienijd. Keurkorps! Wanneer men dit woord leest, denkt men onwillekeurig aan een elite- verzameling heerschappen, koen en stram; zwaar versierd met kwasten en passe ment, geschitter van verguldsel, blinkende knoopen, waaiende vederbossen, felle kleuren, flitsende wapens, parade-pas, enz Zoo'n keurkorps hebben wij niet op het oog. Wij bedoelen het korps keurders, dat zien momenteel voor de Rotterdamsche rechtbank heeft te verantwoorden wegens het na be- fooid te zijn goedkeuren van waterzuchtige afgeleefde paarden, runderen met uitgebreide borst- en buikvlies-tuberculose, waterzuchtige runderen, koeien met para-tuberculose, koeien met gewrichtsontsteking, koeien met nier- en bekken-ontsteking, kalveren, lijdende aan pola- thritus, koeien met sterke ziekte-teekenen aan ribben, lever, nieren en longen, koeien met tuberculose aan de wervels, waarbij de aange taste deelen waren uitgehakt, geslachte koeien met scherp in het hart, waarbij een stinkende massa zich om dit orgaan gevormd had, zeer vermagerde koeien, tengevolge van allerlei kwalen, koeien met knie- en klauw-ontstekin- een, en andere ongerechtigheden. Omdat alle acht keurmeesters meedeelden in het profijt kon dit duistere zaakje jarenlang worden voortgezet. Tot in Noord-Brabant toe was het bekend, hoe men zijn zieke vee aan de slagers kwijt kon raken; alleen de bevoegde autoriteiten wisten het niet! Het meest verrassende is nu, dat al het zieke vleesch, 't welk dit keurkorps een kwaliteits- stempel gaf, blijkbaar zonder eenig kwaad ge volg door de Rotterdamsche bevolking werd geconsumeerd. Respect voor zooveel menschelijk weerstands vermogen, 't welk bijna in staat zou zijn, twij fel te doen rijzen omtrent de vraag, of we niet een beetje te veel aan eubiotiek doen.... Er zijn er, die zich in verband met dit geval afvragen, of de overheid niet aan het verkeer de eindje begonnen is met haar hygiëne en of het haar niet bekend is, dat de ziel der volks gezondheid de gezondheid der volksziel is hierbij denkend aan den vloed van geestelijk vuil, dat in film, tooneel, lectuur en volks vermaak, straffeloos over gansch Nederland kan worden uitgestort. Welke keuringsdienst is noodzakelijker; die voor geestelijk of die voor lichamelijk voedsel? Dezer dagen viel in de haven te Volendam binnen de V. D. 9 Geer- truida Elisabeth, een stevig gebouwde stalen botter, uitgerust met een 80 P. K. „Industrie"-motor en bestemd voor de visscherij op de Noordzee. De V. D. 9 is met steun van het rijk gebouwd voor rekening van schipper J. Kwakman, Vo lendam, op de werf „Vooruit" te Enkhuizen. Schipper J. Kwakman is de eerste Volen dammer visscher die zich met deze uitrusting gaat toeleggen op het visschen buiten den af sluitdijk en op de Noordzee. Zeer binnenkort zal er echter nog een dergelijk vaartuig aan een Volendammer worden afgeleverd en wel aan schipper J. Molenaar. Deze Volendammers zullen dan weer in de gelegenheid zijn om het geheele jaar door te kunnen visschen. Het is waar dat er op het oogenblik in het IJselmeer betrekkelijk veel aal wordt gevangen, doch de aalvangst is maar een onderdeel van de visscherij en kan alleen beoefend worden gedurende de zomermaanden. Meer dan een half jaar moet nu zoo goed als de geheele vloot werkeloos blijven liggen. Dat vele Volendammers dan ook verlangend uitzien om, evenals schipper Kwakman, het bedrijf te kunnen omzetten voor de visscherij buiten den afsluitdijk en de Noordzee, laat zich begrijpen. Het is niet mogelijk, dat alle Volendammer visschers een zoo kostbaren motorbotter kunnen aanschaffen als waarmee de „Geertruida-Eli- sabeth" is uitgerust. Volendam zou voor een groot deel gered zijn als in de bestaande bot ters een behoorlijke motor zou kunnen worden geplaatst. Om verschillende Volendammers daaraan te helpen, werkt ook het comité „Redt Volen dam" dat zich in veel belangstelling mag ver heugen. Vele vrijwillige giften komen zonder ophouden binnen. De verkoop van ansichtkaar ten voor dat doel, waarvan veel resultaat wordt verwacht, moet echter practisch nog aanvan gen. Naar verschillende adressen zijn deze nu verzonden en gehoopt wordt dat daarmee een flink financieel resultaat mag worden bereikt opdat Roomsch Volendam zijn kern van vis- schersbevolking zal kunnen behouden. In Aarlanderveen, onder de gemeente Al phen aan den Rijn, reed de veehouder F. O van D. met een wagen, waarvoor een was gespannen. Bij den heer v. D. op der. zaten diens beide zoontjes van 8 en 3 jaar verwacht sloeg het paard op hol, waa alle drie van den wagen werden geslir Het jongste kind, dat een achterwiel van wagen over het onderlijf kreeg, werd dr zoo ernstig gewond, dat het in zorg we1'' n toestand naar het Academisch Ziekei uis ..e Leiden moest worden vervoerd. d >k ï- or d. en bij 'en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 9