GEEN VREEMDE GODEN nmw- HA v Bevoorrechting Medische kroniek SIMON, DE ZONDAGSJAGER Met onwillige honden is slecht hazen vangen ZONDAG 3 JUNI 1934 IDEEËN 5'rJ" «a— V - v- t aH - - PPtfll Door cijfers weersproken geruchten over onevenredige versterking van de katholieken in de legerleiding De roode pers in het geweer Sprekende cijfers De chaos in de haven van Rotterdam Een nadere verklaring Lichamelijke oefening Politieke tegenstanders mishandeld Ernstige vechtpartij te Rotterdam Oude zaak weer opge rakeld? Belangrijke verduistering in Indië R.K. STAATSPARTIJ De taak der jongeren Hysterie Mr. L. van Regteren Altena Van de tien geboden door Mozes op den Sinaii uit Gods mond zelf opgeteekend, aanvaardt de christenheid en tracht zü er te onderhouden negen; één, n.m. het eerste, beschouwen de meesten als een plechtige inlei ding en een voorschrift, slechts aan de joden gegeven: voor onzen tijd heeft dat naar hun meening geen practische waarde meer. Im mers, nadat Jehovah onder dondergerommel en hemelvuur op de steenen tafelen had doen vastleggen: Ik ben de Heer uw God! wendde Hij zich klaarblijkelijk tot de joden, met de Vermaning: gij zult geen vreemde goden voor Uw oogen hebben; gij zult u geen gesneden beelden maken en deze niet godsdienstig ver eeren. Tegenover de joden, die leefden te mid den van heidensche volkeren, welke aan af godsbeelden goddelijke vereering brachten, was deze vermaning alleszins op haar plaats. En toen later Christus' leerlingen tot de hei densche volkeren van Klein Azië, Griekenland en Italië gingen en de opvolgers der apostelen zich wendden tot de Franken en Germanen en al de ruwe bewoners dezer lage landen, zal dit eerste der geboden van Sinaii's grondwet hun tot grooten steun zijn geweest bij het ver brijzelen der afgodsbeelden, welke zij overal op hun weg ontrri betten. En ook voor de missio narissen van dezen tijd heeft dat eerste der tien geboden nog groote practische waarde, wanneer zij zich tot de heidensche volkeren Van de andere Wërelddeelen wenden. Voor het beschaafde deel van de aarde, inzonderheid van Europa, heeft datzelfde gebod echter slechts de beteekenis van een historisch document. Het ware te wenschen, dat deze opvatting juist was! Wanneer het eerste der Tien ge boden naar letter en geest algemeene toepas sing had gevonden, wat zou de wereld van van daag er anders en beter uitzien! Wij verstaan het eerste gebod wel zeer slecht wanneer wij er niet anders dan deze bedoeling aan ontlee- nen, dat wij voor een steenen of metalen beeld uiet mogen knielen, daarvoor geen wierook mogen branden of op geen andere wijze zulk een voorwerp goddelijke vereering mogen aan doen. Dat is slechts een deel van het gebod. Toen de apostelen en hun metgezellen in Grie kenland en Rome kwamen, troffen zij daar geen afgodendienaars aan in den beperkten zin van stofaanbidders. De verlichte heidensche Wereld van dien tijd beschouwde al de verha len over den godenhemel evengoed als wij als fabels en verdichtsels; in een beeld van Venus of Mars of Zeus zag men geen goddelijk wezen en zelfs niet de beeltenis er van. Toch had den zij vele „vreemde goden voor hun oogen. Het bijgeloof, het geloof aan den invloed van een geestenwereld, was sterker dan ooit te voren. Voor de Romeinen was de Romeinsche staat in ieder geval een goddelijk werk en de keizer een goddelijk persoon. Millioenen verkeeren in onze dagen in den zelfden geestestoestand. Zeker, in onze zooge naamd beschaafde omgeving knielt niemand meer voor een houten of bronzen beeld als voor een god. Er zijn weinig of geen absolute godloochenaars noch afgodendienaars in den letterlijken zin van het woord. Maar ontelbaar zijn degenen, die evenals de cultuur volkeren in het begin onzer jaartelling, het hoofd vol bij geloof hebben, die omtrent het hiernamaals allerlei onredelijke, vage geesitesvoarstellinger. hebben; die uit gebrek aan levensernst aan allen innerlijken drang naar een oplossing voor de gewichtigste levensvragen het zwijgen op leggen en hun god zoeken in hun auto, in den voetbal, in den dans of wanneer zij wat meer innerlijke beschaving hebben, in de kunst of wetenschap. Tegenover deze allen heeft de Kerk en hebben wij, christenen, denzelfden plicht als de eerste nazaten van Christus' geest, door woord en daad te prediken en te ge tuigen, dat eens een stem uit de wolken ge klonken heeft: Ik ben de Heer uw God; gij zult geen vreemde goden voor uw oogen hebben! Vóór alles dient bij elke poging tot hernieuw de kerstening van onze heidensche wereld de eisch te staan, dat geloofd zal worden in den éénen, waren God. Zonder dat geloof is al het andere ijdel. Nog weinige jaren geleden zou een betoog, als wij hierboven neerschreven, als onzakelijk en overbodig zijn beschouwd. Immers, wij leef den in de overtuiging, dat het rationalisme der achttiende en negentiende eeuw had afgedaan Er was een meer algemeene waardeering van het christendom waar te nemen en het was bijna onfatsoenlijk zich godloochenaar te noemen. Idealisten droomden al van een alge- meenen terugkeer tot en een uiteindelijke ver- eeniging van alle christelijke kerken. De practijk is wel een andere geweest! Uit den baaierd van oorlogsruïnen, van nationale vernederingen, van haat tegen internationalis ten, van economischen nood en afgesloten per spectieven is de god van het nationalisme ver rezen, die in de leiders van nieuwe, onbloedige revoluties zijn profeten vond. Dat nationalisme is een gevaarlijker god dan de steenen of hou ten beelden, welke de oude heidenen aanba den. En de eenmaal gekerstende westerlingen worden feller en fanatieker afgodendienaars, wanneer zij het geloof hunner vaderen verlaten en den nieuwen eeredienst aanhangen. Immers, wanneer men oudtijds een afgodenbeeld ver brijzelde en de vertwijfelde omstanders zagen, dat die aanslag op hun god geen gevolg had. waren zij gemakkelijk van hun dwaling te over tuigen. Maar het nieuwe geloof in de heiligheid van den Staat, in de goddelijkheid van bloed en ras, dringt in hart en nieren door en hoe meer men de aanhangers daarvan op hun dwaling wijst, hoe dweepzieker zij worden. Alle objec tief oordeel ls verdwenen; alle redeneering heeft opgehouden; als Mahomed, zoo dwingen ook de profeten van de nieuwe leer allen, te vuur en te zwaard, in te gaan of te verdwijnen: voor overtuiging, voor critiek, voor een gezon den geestesstrijd is geen plaats meer. Dat de dwaling van het nationalisme geen voorbijgaande politieke leus is, zooals er in den tyd zoovele zijn opgekomen en spoedig weer door andere werden overstemd, maar dat het hier wel degelijk gaat om een nieuwe levens opvatting, die beslag legt op den ge he el en mensch, is tot op heden in alle landen gebleken, welke er door werden bezocht. Nu, na een do zijn jaren, zijn wij de ernstige conflicten tus- schen de Kerk en het fascisme in Italië weer bijna vergeten. Maar wie de dagbladen van zes tot tien jaar geleden nog eens opslaat, zal daar uit zien, hoe het jonge fascisme beslag legde op den geheelen mensch, vooral op de jeugd en wel op zijn ziel en licl&am. De grootheid van het vaderland werd als een nieuwe god uitgeroepen en de Duce was van die godheid de aardsche stedehouder, tegenover wien een blinde gehoorzaamheid paste. Slechts door groote waakzaamheid, bewonderenswaardig ge duld en fijnen tact naast apostolischen moed en vastberadenheid gelukte het aan een wijs en krachtig Paus als Pius XI na vele jaren van wrijving en moeizaam overleg een althans draaglijken toestand te scheppen, waarbij in de opgroeiende jeugd de godsdienst nog behouden kan blijven. Maar wie oog blijft hebben voor de overdreven chauvinistische jeugdopvoeding; voor den gevaarlijken waan van de superiori teit van de staatsidee boven alles; voor de on derdrukking van de katholieke pers en zoovele andere verschijnselen, die gevoelt, dat ook in Italië de geestelijke toestand nog zeer pré cair is. Duitschland, waar de nieuwe idee nog aan het gisten is, toont duidelijker den ernst van het gevaar. Het „Deutschtum" is een volksgods dienst, een religie voor millioenen geworden, wat zich het scherpst in de stichting van de kerk der Duitsche christenen getoond heeft. Wanneer het ging om zuiver politieke of sociale leuzen, zou er nimmer een godsdienstoorlog hebben kunnen ontstaan als waarvan wij nu getuigen zijn. Het feit, dat dr. Jacobi, de recht zinnige dominé van de Gedachteniskirche te Berlijn, dezer dagen een felle rede hield tegen de Duitsche christenen, wien hij verweet, dat zij het eerste der Tien geboden Gods overtra den, omdat n.m. vele dominé's een beeltenis van Hitier op het altaar hadden geplaatst, zulk een optreden spreekt boekdeelen. Vóór ons ligt een „vertrauerlicher Bericht" van een voor den dienst opgeroepen „Land- jahrführer". Met ontsteltenis leest men hieruit tot welk een kadaverdiscipline de nationaal- socialistische kerntroepen worden gedwongen. Maar laten wij ons bepalen tot een klein uit treksel uit de handleidingen voor legerleiders, leiders en helpers, die blijkbaar in 80 refera ten, voordrachten van een kwartier, zijn samen gesteld. Ziehier enkele markante passages: „Nationaal socialisme is een godsdienst (niet zoo maar een politieke wereldbeschouwing), de nieuwe, alleen ware religie, geboren uit bloed en vaderlandschen bodem, Noorschen geest en Arische ziel. De nog bestaande godsdiensten (katholieke en evangelische) moeten zoo snel mogelijk verdwijnen, eventueel, wanneer zij zich niet vrijwillig oplossen, van staatswege worden opgeheven. Paragraaf 24 van het par tijprogram (handelend over de vrijheid van godsdienst Libra) is slechts een voor de pro paganda opgenomen lokaas voor de zwarten van alle schakeering. Alleen een volslagen idioot verlaat zich op dat program en het con cordaat met Rome. Voor iederen ingewijde is het duidelijk, dat nationaal-socialisme en christendom doodsvijanden zijn „In den nationaal-socialistischen staat zijn kerken ondenkbaar. De kerken zijn politieke instellingen en als zoodanig, als staatsgevaar lijke instituten, dienen zij uitgeroeid te wor den „Er bestaat geen gewetensvrijheid noch vrij heid van leer of gedachte. De Staat in zijn totaliteit neemt de volle en algeheele verant woordelijkheid voor leer en leven op zich „Nationaal-socialisme is de nieuwe, alleen gerechtigde religie van de toekomst. Nationaal- socialisten niet religie-dienaars met aarze lingen en voorbehoud zijn de verkondigers, de dragers en de vormers van dezen nieuwen godsdienst voor heden en toekomst Ziedaar enkele aanhalingen. Wij zouden ze met tientallen kunnen vermeerderen. Maar ge noeg om te bewijzen, dat ook voor dit geslacht geldt: gij zult geen vreemde goden voor uw oogen hebben! Midden in een misleid en ver dwaasd volk staat het afgodsbeeld van het na tionalisme opgericht, 't Is een trotsche, een wreede, een egoïstische god. Hij eischt van zijn volgelingen, dat zij den bodem, waarop zij leven en het bloed, dat in hun aderen stroomt als heilig zullen beschouwen, dat zij zijn profeet blindelings zullen volgen en redeloos zullen aannemen al wat hij hun voorhoudt. Laten wij bij zulke excessen niet onze schou ders ophalen en zulke mededeelingen niet on- geloovig opzij schuiven. De geschiedenis heeft telkens weer de ongeloofelijkste afwijkingen getoond, wanneer een volk eenmaal van een waan bezeten was. Wie zou in het voorjaar van 1789 geloofd hebben, dat het volk van Parijs eenige maanden later een deern van de straat op een altaar zou plaatsen en als aan „de ko ningin der rede" goddelijke eer bewijzen? Het nationalisme is een geestelijke ziekte van onzen tijd, het is een nieuwe afgoderij en als bij alle groote dwalingen is geen land of volk veilig voor de bacillen daarvan. Men lette er maar eens op, hoe gemakkelijk iemand, die de nieuwe staatkundige ideeën bewondert, met felle critiek op het menschelijke in de Kerk meegaat. Dat kan de eerste stap naar de ver blinding zijn. Liefde voor ras, volk, vaderland kan alleen zuiver zijn, wanneer ze blijft in de door God gestelde orde en tot Hem terugkeert. Zonder Hem heeft ze geen waarde, is ze gevaarlijk en zinloos en voert tot afgoderij, omdat ze het eerste en voornaamste gebod miskent: Ik ben de Heer uw God; gij zult geen vreemde goden voor uw oogen hebben! LIBRA Naschrift. Naar aanleiding van onze vo rige beschouwing over „genoegens van den zomer" verzoekt een verkoopster van een groot modehuis in Amsterdam ons er de aandacht op te vestigen, dat ouders vaak de groote schuldi gen aan de zedenverwildering zijn. Herhaalde lijk, schrijft zij, komen bij mij katholieke moe ders met groote dochters om badcostuums te koopen. Zij beginnen meestal met een licht protest over het pakje, dat bijna niets meer bedekt; maar zij zwichten altijd voor den aandrang van de meisjes. Wanneer de katho lieke vrouwen eens weigerden onbehoorlijke badcostuums te koopen, zouden de fabrikanten wel voor andere modellen zorgen! Aldus een deskundige. Zegt het voort! -tA-Wsa-jé 'V< 't t V-'V. -T'V w -W' Dezer dagen bevatte „Het Volk" een alar- meerend bericht over de groote ontevredenheid die er in hoogere legerkringen zou bestaan over bevoorrechting van katholieken bij benoe mingen. De ontevredenheid, die in legerkringen reeds geruimen tijd bestaat over de bevoorrechting van katholieke officieren en onderofficieren, neemt thans, zoo zegt het blad, zoodanige af metingen aan, dat meer en meer over deze kwestie naar buiten lekt. Het is een bekend feit, dat sinds jaren de in vloed van het katholieke deel van het leger- kader toeneemt; een verschijnsel, dat echter na het optreden van de beide Roomsch-Katholieke minister Lambooy en Deckers, als hoofd van het Departement van Defensie, in beduidend sterker mate is opgetreden. Zoo kon men o.a. mededeelen, dat in protes- tantsche kringen de Hoogere Krijgsschool niet meer als zoodanig wordt betiteld, doch het „seminarium" wordt genoemd! Intusschen, zoo vervolgt de roode redactie, schijnt het kwaad nog ernstiger vormen aan te nemen. Het is bekend, dat verschillende of ficieren lid zijn van een vrijmetselaarsloge. Meer en meer vat de idee onder deze leden post, dat zij bij keuze-bevorderingen, bij be noeming tot generale-staf-officieren enz. een voudig worden genegeerd. Onder deze protestantsche groep heerscht thans een ernstige ontevredenheid en ongerust heid. Verschillenden lieten zich reeds- er over uit, dat zij overwegen het lidmaatschap van hun loge te beëindigen; men noemde reeds met stelligheid den naam van een lid, dat inmiddels bedankt zou hebben. Lang pleizier zal het roode blad niet hebben van deze opgeblazen critiek op het ministerie van defensie, want uit een door het Corr. Bu reau verstrekt communiqué blijkt overduidelijk, dat twee katholieke ministers de bevoorrechting van zekere niet-katholieke groepen niet onge daan hebben kunnen maken. Evenals bij zoovele andere ambten en be trekkingen en met name bij de rechterlijke macht, vormen de katholieken ook in de leger leiding een naar evenredigheid veel te gering percentage, om van bevoorrechting nog maar niet eens te spreken. de controlelijsten, welke bij de korpsen be rusten. Dat het insinueerend artikel volkomen be zijden de waarheid is, moge uit het volgende blijken. Gedurende de ambtsperiode van Minister Deckers zijn de secretaris-generaal en tien af- deelingshoofden (waarvan twee katholiek wa ren) allen vervangen door niet-katholieken. Van de vijftien afdeelingshoofden is er thans slechts één katholiek. Onder de vlag-officieren bij de Marine is thans geen enkele officier ka tholiek. De onlangs afgetreden commandant der Zeemacht is katholiek. Van de vijftien generaals, waarover het Ne- dërlandsche leger beschikt, zijn er vier katho liek. De Commandant van het Veldleger, de chef van den Generalen Staf en de Gouverneur der Koninklijke Militaire Academie zijn allen niet katholiek. Van de 33 officieren van den Generalen Staf zijn er voor zooveel kan worden nagegaan ten hoogste zes katholiek. Bij de Hoogere Krijgsschool is de directeur katholiek. Van de twaalf officieren-leeraren zijn er drie katholiek (Indië en Holland). Van de 43 leerlingen zijn er zeven katholiek. Hieruit blijkt wel ten volle wat voor waarde aan het bericht moet worden gehecht. Bij het Departement van Defensie wordt geen aanteekening gehouden wie katholiek is en wie niet. Een en ander staat slechts vermeld op De Zaterdag gehouden zitting van den Raad voor de Scheepvaart werd geopend door een verklaring van den inspecteur-generaal inzake de uitlating, die hij, zooals gemeld, dezer dagen deed over den chaos in de Rotterdamscne ha ven. Hij verklaarde het geval aanvaring s.s. „Co- ral" en Rijnaak „Mannheim II" een voorbeeld te hebben genoemd van de in de Rotterdam- sche haven voorkomende chaos. Het lag niet in zijn bedoeling hierbij uiting te geven aan eenige grief tegenover de haven autoriteiten, die zooveel doenlijk regelend op treden en toezicht houden, zij kunnen echter niet overal aanwezig zijn. De opmerKing was gericht tegen den kapitein van de .sleepboot, die bij zijn getuigenis voor den Raad zijn on geoorloofde wijze van aan de verkeerde zijde van het water varen en het geven van niet toegestane seinen als gewoon en normaal voor stelde. Het practisch en theoretisch gedeelte akte- examens Lichamelijke oefening M. O. zal wor den gehouden te Amsterdam van 4 Juni tot en met 11 Juli. De examens zijn openbaar, behalve op de dagen 14 tot en niet 19 Juni en 28 Juni tot en met 3 Juli. Donderdag is het op den Strevelsweg te Rot terdam tot een ernstige vechtpartij gekomen, waarbij twee NSB-ers door een groote groep politieke tegenstanders zijn mishandeld. Een van de NSB-ers was werkloos en stem pelde aan een stempellokaal aan de Vonder aan den Linker-Maasoever te Rotterdam. De man droeg een insigne van zijn organisatie en al verscheidene malen hadden politieke tegen standers hem gezegd, dit insigne weg te laten. Woensdag was het wederom tot een woorden wisseling gekomen en de tegenstanders zeiden den man, dat hij den volgenden dag niet ver gezeld van zijn kind naar het stempellokaal moest komen. De man is toen Donderdag met een kameraad, ook een NSB-er, naar het stem pellokaal gegaan. Na gestempeld te hebben, werden beiden ge volgd door een groote groep tegenstanders, die hen op den Strevelsweg aanvielen. De twee NSB-ers werden tegen den grond geslagen, hun kleeren werden vernield. Zij liepen verschillen de wonden op. De laffe aanvallers namen de vlucht, waarna de twee mannen zich naar het ziekenhuis be gaven, waar zij behandeld zijn. Een van hen had een ernstige wonde aan het oog bekomen, zoodat hij in een oogüjdersgesticht behandeld moest worden. Vrijdag is de politie erin geslaagd de drie hoofddaders van den overval op te sporen. Het zijn de 30-jarige M. H., de 22-jarige C. B. L. en de 22-jarige J. G. SEMARANG, 2 Juni. (Aneta) Op verzoek van den Officier van Justitie bij den Raad van Justitie te Padang gaf het Semarangsche Par ket last tot arrestatie van den agent voor Mid- den-Java van D.E.N.I.S. Hypotheekbank, den heer D. J. D„ welke arrestatie dezer dagen door de politie te Solo geschiedde. D. was vioeger woonachtig te Padang en Fort-de-Kock en werd verdacht van verduistering aldaar van ongeveer een halve ton, welke zaak twee jaar geleden zeer waarschijnlijk in de doofpot werd gestopt. Het maandblad van de R. K. Staatspartij deelt mede, dat het proefnummer van het Pro pagandablad 10 Juni zal verschijnen. Blijken er 25.000 abonné's te komen, dan zal, na de administratieve voorbereiding, in Augus tus, het Propagandablad op 1 September a.s. definitief als veertiendaagsch orgaan verschij nen. Blijft het aantal abonné's beneden 25000, dan verschijnt het blad niet Sommige menschen hebben het woord „hysterisch" zoo spoedig in den mond. Telkens wanneer zij iemand ontmoeten, die groote gevoelsuitbarstingen ten beste geeft, dan noemen zij „hem" hysterisch. Nu is er één ding, waar alle deskundigen het over eens zijn, en dat is dat ook de heftigste uitingen van gevoel, van toom, van verontwaardiging, op zichzelf in het geheel niet hysterisch zijn. Laten wij nu vooropstellen, dat de hysterie 'n soort ziekte is, hoe zullen wij er dan achter komen, van welken aard die ziekte is, of zij veroorzaakt wordt door een organisch letsel, waarbij dus werkelijk een lichaamsdeel is be schadigd, of wel veroorzaakt door suggestie, of z.g. zelfsuggestie, of door het gevoel. Vergelijken we nu hysterie b.v. met een heel bekende ziekte, den buiktyphus (febris typhoi- dea). Er zijn gevallen van buiktyphus, waar bij de patiënt slechts één of twee dagen ziek is, ja het komt zelfs voor, dat de patiënt op de been blijft. Welnu, het is duidelijk, dat men door de bestudeering van deze uiterst lichte gevallen nooit achter den waren aard van den typhus zou gekomen zijn: men moet altijd uit gaan van de duidelijke en hevige gevallen. Wat zijn nu de duidelijke en hevige gevallen van hysterie? Zeker niet de min of meer ge motiveerde gevoelsuitbarstingen van prikkel bare menschen, een echt geval van hysterie is veel ernstiger. In hoofdzaak zijn er twee ernstige uitingen van hysterie, en de eerste daarvan is de hysterische aanval. Deze aan val is gekenmerkt door heftige samentrekkin gen van de spieren, krampen zou men zeg gen, meestal schokkend van karakter, een gedeeltelijk verlies van het bewustzijn, neer vallen vaak. Vroeger in den tijd van Charcot, den beroemden Franschen zenuwarts, zeide men, dat deze aanval of crisis verliep in drie phases: hij begon met de krampen, daarna nam de patiënt de houding aan van een halven boog, waarbij hij (maar meestal zij) alleen maar met de hielen en het hoofd op den grond rustte, en het derde gedeelte bestond uit de z.g. gepassionneerde houdingen, too- neelhoudingen, als b.v. van iemand, die smeekt, iemand die dreigt enz. Dat zulk een aanval, die uit drie stukken bestond, eigenlijk de echte hysterische aanval was, heeft tientallen jaren als waarheid gegolden. Maar toen kwam de beroemde ontgoocheling. Het bleek, dat dergelijke aanvallen kunstmatig gekweekt wa ren. De hysterische patiënt werd vertoond, in de hoop, dat hij een dergelijken fraaien aan val zou krijgen, en de patiënten voldeden aan die verwachting. Zij deden elkaar na. En toen dat ontdekt was, was het uit met de leer, dat een hysterische aanval uit drie deelen bestond. Gelukkig was de beroemde Charcot toen over leden; het zou een geweldige blamage voor hem geweest zijn. Dat echter de patiënten elkander imiteeren, heb ik zelf eens meegemaakt. Eén kreeg een aanval, en oogenblikkelijk volgden er in twee hoeken van de zaal twee anderen. Merk waardig was, dat ze allen netjes op hun bed neervielen. Iemand, die zich bezeert, of zijn tong stukbijt in die krampen, is geen lijder aan hysterie, maar aan vallende ziekte of epilepsie. De andere belangrijke uiting van hysterie zijn verlammingen en contracturen. Een con tractuur is een langdurige samentrekking van spieren, waardoor een bepaald lichaamsdeel een abnormale houding aanneemt. Zoo ziet men b.v. vaak bij lijders aan beroerte, dat hun hand niet meer geopend kan worden; en dat komt dan omdat de spieren, die de hand openen, verlamd zijn, en de spieren, die dé hand sluiten, zich al te sterk samentrekken. Zeer bekend bij hysteriepatiënten zijn b.v. de halfzijdige verlammingen, of verlammingen van beide beenen of van een been. Deze ver lammingen kunnen jaren en jaren duren, en ook die contracturen kunnen jarenlang be staan. Maar en nu komt het interessante soms is die verlamming plotseling verdwenen, en even plotseling komt ze weer te voorschijn. Dit zijn de twee voornaamste uitingen van hysterie, maar er zijn er ook andere, die den toeschouwer niet minder treffen, zooals de hysterische staarheid. of hysterische blindheid. Ook deze kunnen plotseling verdwijnen, ook wel onder den indruk van een heftigen schril:. Volgens sommige auteurs, o. a. van den pas gestorven grooten neuroloog Babinski, speelt de suggestie een heel groote rol by de hysterie, en hij had v%ar deze ziekte zelfs een nieuwen naam uitgevonden, n.l. pithiatisme, van het Grieksche woord peitho, overreden. Welnu, net is zeker niet waar, dat de hysterie op sug gestie berust en evenmin op de z.g. auto suggestie, d.w.z., de handeling, waardoor men zich zelf iets suggereert, of wijs maakt. Kan men zich zelve iets wijs maken? Of laten wij de vraag anders stellen: heeft iemand, die zich iets wijs maakt, precies dezelfde over tuiging, hetzelfde soort overtuiging, en het zelfde gevoel van overtuiging, als iemand, die na rustig nadenken, en min of meer wijs be raad, tot een overtuiging gekomen is? Immers neen! Het is veel gemakkelijker iemand an ders iets wijs te maken, b.v., dat hij een ziekte heeft, dan zich zelf zoo iets wijs te maken. Een dokter zou gemakkelijk spel hebben, cm een lichtgeloovig en zelfs een normaal per soon, indien deze zich niet geheel prettig ge voelt, een ziekte te suggereeren, omdat hij meer deskundig is; maar zichzelf zoo iets te suggereeren, is moeilijk, want hij is even des kundig als hij zelf. Iemand, die zich zelf iets wijs maakt, wil iets. Heel vaak is het zoo, dat iemand, die zich zelf wijs maakt, een be paalde ziekte te hebben, die ziekte werkelijk zou wenschen te hebben, wel te verstaan, niet de ziekte zelf, maar de gevolgen. En wat zijn de gevolgen van een ziekte: dat men niet meer behoeft te werken, en dat men door iedereen naar de oogen gezien wordt, soms zelfs, dat men zijn omgeving kan tyranniseeren. Zulk een persoon heeft er dus belang bij, dat hij voor een ernstigen zieke gehouden wordt. En wat is dan het eerste wat den medicus ter stond tegemoet komt bij de kennismaking met zulk een patiënt? Weerstand. Wanneer men een gewonen zieke onderzoekt en hem zegt: „het valt nogal mee", dan is hy blij en slaakt een zucht van verlichting. Maar wanneer het een hysterisch persoon is, dan zegt hij maar dokter, die en die heeft gezegd, dat het ongeneeslijk is, en op die andere plaats heb ik ook nog pijn. Zoo is het dus duidelijk, dat een ernstige overtuiging niet hetzelfde effect in de ziel te weegbrengt als het zichzelf iets wijs maken. In dit laatste geval is de patiënt steeds on rustig en biedt weerstand. En men zou zelfs verder kunnen gaan en beweren, dat echte auto-suggestie niet bestaat. Laat iemand er maar eens ernstig voor gaan zitten, en zich zelf wijs maken, dat hij b.v. pijn aan het hart heeft. Dat gelukt hem wel, maar over een kwartier is hij het vergeten. De suggestie is niet de oorzaak van hysterie, men kan iemand gelukkig ook niet door suggestie echt hysterisch maken. Maar wat dan wel? Daarover zijn de opinies van de ge leerden zeer uiteengeloapen. TH. H. SCHLICHTING. Mr. L. van Regteren Altena, oud-kassier- generaal van de Nederlandsche Bank, is op 69- jarigen leeftijd te Bergen overleden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 5