De werken van Jan Klaaszen
dertig cents
it&éaal mn den daa
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
F
'^rÜJTvsIug
HISTORISCH
TABELLARISCHE STAAT
Het Geheim van
het open Raam
MAANDAG 4 JUNI 1934
Toen de suppoost van het Staats-
museum een schild er ij endief
wilde arresteeren
De ontdekking van den
directeur
WIM NIJS
De Feestdag voor Zuid-Afrika
pooooooooooooooooooooooooc
Tegen betaling van
is aan onze bureaux verkrijgbaar
een op stevig carton uitgevoerde
van gegevens omtrent
Onze Rubbermaatschappijen
VEREEN. KATH. PERS
ÖOOOCOOOOOCCCX500COOOOOOOOOOOOÖ
Opdrachten voor nieuw werk
ARCHIEF VAN CURACAO
300 jaar gezagsvestiging
Goud veranderd in
cement
Een bereisd souvenir
Goud ligt op straat
Optische techniek
Retraiten
„De Thabor**
„De Thabor
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Detective-verhaal dooi
ANTHONIE GILBERT
Zoo gebeurde het ergens in midden-
Europa. Het kén zoo gebeuren in oude,
doode musea, die nog volgeladen zijn
als pakhuizen van kunst, waar, volgens den
Rembrandt-Deutsche, ieder schilderij het an
dere doodslaat en alle schilderijen samen den
bezoeker.
Aan de heele geschiedenis, daar ergens in
midden-Europa was eigenlijk een bioscoopbe
zoek schuld. De zaalwachter van een staats-
museum had de sensationeele film „De gesto
len Michelangelo" gezien en had bü die gelegen
heid een detectivistische ader ontdekt in zich.
Direct krijgt hij argwaan, als hij in zaal 16
(Spaansche classici: Greco, Velasquez, Murillo)
een man schichtig ziet ronddwalen, die iets
onder zijn jas schijnt te verbergen. De onver
biddelijke oogen van den zaalwachter vermoe
den onder de opgebelde jas een gestolen mees
terwerk.
Het is een kostelijke zomerdag en het mu
seum, dat toch maar zwak wordt bezocht, is
zoo goed als leeg. De suppoost kan dus gemak
kelijk den man bereiken. Hij plant zich voor
hem in heel zijn waardigheid van beambte en
zegt onhoffelijk, maar beslist: „Doe Uw jas
open."
De man begint als alle onervaren booswichten
te sidderen en stottert: „Waarom?"
„Niet tegenspreken!", schreeuwt de suppoost
en reeds trekt hij de misdadigersjas open. In
zijn oogen straalt triumf, want onder de jas
steekt inderdaad een tamelijk groot schilderij
in oude gouden lijst.
Met een ijzeren vuist houdt hij den dief vast,
met de andere ijzeren vuist grijpt hü het ge
stolen doek vast, dan uit hij een gillende hulp
kreet. Andere wachters schieten toe en sleepen
den dief naar den directeur van het museum.
„Hoe is het mogelijk!", stamelt de verschrikte
directeur.
„Onder z'n jas had-ie 't schilderij, een der
Spaansche klassieken. Ik heb 'm net nog ge
snapt". Trotsch zegt het de suppoost.
De directeur komt dreigend op den dief toe:
„Dat komt je duur te staan. Dat schilderij is
een vermogen waard. Deze diefstal zal je je
heele leven heugen".
„Maar ik heb niets willen stelen", verdedigt
zich de man. Hoongelach van alle aanwezigen.
De directeur zucht smartelijk: „Zulk een ge
meenheid!" En met alle ironie, waarover hij in
dit tragisch oogenblik beschikt, vraagt hü
„Als iemand gesnapt wordt met een schilderij
onder zijn jas, wat wil hij daar dan mee doen?"
En allen staan met wagenwijde monden, als
de man antwoordt: „Ik wou het ophangen."
De directeur greep het schilderij uit de
ijzeren vuist van den suppoost. Het was een
stilleven, dat een paar baarsjes voorstelde, om
geven door een krans van meloenen en dui
delijk was de signatuur zeggen we: Jan
Klaaszen.
De stem van den directeur sloeg haast over
Van emotie, toen hij vroeg: „Wie in 's hemels
haam is Jan Klaaszen?"
„Ik", verklaarde de verdachte eenvoudig.
„Dien rommel heb jij geschilderd?"
„Het stuk is goed", zeide de man gekrenkt.
„Dit ding wou U ophangen tusschen de
schilderijen van het staatsmuseum?"
•da", zei Jan Klaaszen, „dit schilderij moest
zijn plaats krijgen onder de andere meester
werken."
„Die man is waanzinnig", schreeuwde de
directeur. Dan tot den triesten schilder: „En
dat onmogelijke ding wilde je juist bij de
klassieken hangen, stumperd!"
„Ik begrijp Uw opwinding niet", zeide de
man. „Ik doe het al een paar maanden!"
Als door den bliksem getroffen zonk de di
recteur in zijn stoel: „Wat doet U al een paar
maanden?"
„Ik hang mijn schilderijen in het staats
museum".
Verder kwam hij niet. De museumdirecteur
rende als een aangeschoten haas weg. Zijn
mannen volgden hem. Hij stormde voorbij een
paar verliefde paartjes en eenige Engelschen,
die zich in het museum verpoosden.
En toen bleek het ontzettende.
In zaal 25, waar de oude Hollandsche mees
ters hingen uit de 15e eeuw, zagen ontzette
oogen tusschen Frans Hals, Jan Molenaer,
Adriaan v. d. Venne drie origineele werken van
Jan Klaaszen.
In zaal 33 (meesters van het Rokoko) hingen
naast Watteau, Fragonard en Boucher drie
origineele Jan Klaaszen's.
Onder de Florentijnen van zaal 42 (Andrea
del Sarto, Bugiardini, Fra Bartelomeo) vond
men slechts één doek van den veelzijdigen Jan
Klaaszen.
In zaal 54 echter (Titiaan en tijdgenooten)
prijkten tusschen Palma Vecchio, Paris Bor-
done, Lorenzo Lotto, Paolo Veronese en Sebas-
tiano del Plombo niet minder dan zeven origi
neele werken (vrouwelijke schoonheden) uit de
werkplaats van Jan Klaaszen. En elk der schil
derijen droeg duidelijk de signatuur van den
meester.
Maanden lang hadden de bezoekers van het
staatsmuseum Jan Klaaszen voor een meester
van het Rokoko gehouden, ten deele voor een
ouden Hollander. Zij hadden met eerbiedige
bewondering gestaard naar zijn schilderijen,
ten deele als naar meesterwerken der Floren-
tijnsche school, deels als naar scheppingen uit
den kring om Titiaan.
Maanden lang hing een dozijn stukken van
Jan Klaaszen in de zalen van het staats
museum. Noch den bezoekers, noch den sup
poosten was al dien tijd iets opgevallen.
En de museumdirecteur hield in dien tijd
juist geen inspectie of misschien ook wel.
Onder de velen, die hun opwachting bij den
gezant kwamen maken, waren de Engelsche
gezant, Sir Hubert Montgomery, enkele andere
leden van het corps diplomatique, de oud-ge
zanten dr. Leyds en dr. Hendrik P. N. Muller,
de heeren K. F. v. d. Berg en Obreen, voor
zitter en secretaris van de Commissie voor den
Zuid-Afrikaanschen Handel, dr. Domela Nieu-
wenhuis, oud-consul-generaal van Nederland in
Transvaal, de voorzitter van het Algemeen Ne-
derlandsch Verbond, de heer de Kanter met
verschillende andere leden van het bestuur,
de handelscommissaris der Unie, de heer
Schilthuis, zeer vele Zuid-Afrikaanse,he stu
denten, die hier te lande studeeren en voorts
tal van belangstellenden.
Ter gelegenheid van den Nationalen Feest
dag in Zuid-Afrika, den Uniedag, hebben de
Zuid-Afrikaansche gezant bij het Nederland-
sche Hof, dr. van Broekhuizen en mevrouw van
Broekhuizen, gisterenmiddag ten hunnen huize
in de Amaliastraat een zeer druk bezochte re
ceptie gehouden.
By verzending p. post wordt
de prijs met 10 ets. verhoogd.
Aanvragen te richten:
ADMINISTRATIE
N. Z. VOORBURGWAL 67-73
Amsterdam-C. - Giro 22884
Op den dag der opening van het Museum
van Nieuwe Religieuze Kunst te Utrecht mocht
de schilder-beeldhouwer Wim Nijs van een der
bezoekers der plechtigheid, een bekend archi
tect, opdracht ontvangen tot het maken van
een Madonna-schilderij in den geest van de
teekening, die de kunstenaar aan dit museum
ten geschenke gaf.
In zijn atelier te Blaricum werkt Nijs thans
aan een preekstoel, geheel versierd met figu-
raal beeldhouwwerk, bestemd voor de kerk te
Harmeien en aan de kapiteelen van de kapel
van het nieuwe Seminarie te Apeldoorn, waar
op tafereelen uit het Oude en Nieuwe Testa
ment zullen gehouwen worden.
In de college-zaal van het Rijks-archief aan
het Blijenburg te 's Gravenhage,'is een en an
der uit de hier te lande ondergebrachte archie
ven van Curacao tentoongesteld.
Uiteraard bestaat het materiaal uit vrij
droge bescheiden, die echter door de rang
schikking en bijgevoegde verklaringen hun
eigenaardig effect herkregen hebben. Zoo ligt
er als oudste geschrift het octrooi van de
Staten-Generaal, gegeven aan de West-Indi
sche Compagnie tot inbezitneming van het
eiland. Ook het schrijven van Adm. Piet Hein,
waarin hij o.a. voorstelde de Spaansche zilver
vloot aan te vallen, is er aanwezig, evenals
zijn verslag na de verovering van dezen oor
logsbuit. Naast enkele boeken uit dien tijd in
Holland bewaard, ziet men er twee uit de ko
lonie, door klimatologische invloeden en insec
ten zeer beschadigd; het zijn een Notarieel
Protocol van den secretaris, van Directeur en
Raden van Curacao, alsmede het Doopboek
der Ned. Herv. Kerk aldaar van 1727 tot 1730,
dit laatste is thans gerestaureerd. Dan vindt
men er nog het authentieke verslag van Pierre
le Grand betreffende de verovering van het
eiland op de Spanjaarden in 1634, een lijst van
de Directeuren van Curacao en de in Holland
gedrukte beschrijving van de verovering, van
Johannes de Laet uit Leiden.
Schetskaarten en latere land- en zeekaarten,
benevens de teekeningen der plannen voor for
tificaties rond Willemstad vullen het topo-
graphische gedeelte der expositie, waartoe ook
nog eenige prenten behooren van vestigingen
der W. I. Compagnie te Nieuw Amsterdam ('t
huidige New York) te St. George del Mina,
aan de Goudkust, te Olinda en Paraiba op de
Braziliaansche kust.
Op deze uitstekend voorbereide en goedver
zorgde tentoonstelling misten wij echter iedere
aanwijzing, dat er ook door katholieken iets is
tot stand gebracht op dit bij uitstek katho
lieke eiland. Het zou o.i. voorzeker aanbeveling
verdienen, indien bij een volgende gelegenheid
eens een onderzoek in deze richting gedaan
werd in het uitgebreide archiefmateriaal, waar
bij men wellicht interessante vondsten op dit
gebied zou doen.
v. O.
Eeuwen lang tracht de mensch reeds uit
andere stoffen goud te maken. Niettegenstaan
de de duizenden proeven is men daar nooit m
geslaagd. Zonder het echter te willen heeft
wel plaatsgevonden het omgekeerde, n.l. dat
goud in cement verandert.
Tijdens een kortgeleden goudtransport ter
waarde van 50.000, van Zuid-Rodesia naar
Londen, gebeurde dit. De kisten werden door
twaalf detectives bewaakt, die geen seconde
van hun post weken. Toen de kisten in Londen
aankwamen, werden zij behoedzaam aan de
autoriteiten overhandigd en toen men aan de
verschillende douaneformaliteiten had voldaan,
kon men de kisten openen. Men vond er toen
in: cement. Hoe het mogelijk is, dat niettegen
staande de scherpe bewaking het goud verruild
kon worden voor de cement, is onbegrijpelijk.
Een officier-vlieger van een petroleum-maat-
schappij te Australië heeft van den eere-secre-
taris van de Mid-Canterbury Aero Club in
Nieuw Zeeland, den heer J. Halket Millar, een
gedeelte van een stuk hout cadeau gekregen,
hetwelk den heer Millar door Kingsford Smith
vereerd is geworden.
Het stuk hout is genomen van een vleugel
van de „Southern Cros", nadat dit vliegtuig
in het begin van 1933 een ongeluk had in het
noorden van Palmerstone. Derhalve heeft dit
stuk hout groote reizen medegemaakt. Eens
maakte het deel uit van het benedenvlak van
den vleugel van den eendekker, welke gebouwd
is voor de noordpoolvlucht van Sir Herbert
Wilkins. Deze eendekker stortte nabij de noord
pool neer en lag verscheidene maanden in
sneeuw en ijs. Later werd het toestel geborgen,
wederom hersteld en herschapen in de be
roemde „Southern Cross".
De tochten door het stukje hout als vlieg
tuigmateriaal gemaakt zijn vele. Het kruiste
de Stille Zuidzee en den Atlantischen Oceaan,
voorts driemaal de Tasmanzee. Het vloog over
heel Australië; van Australië naar Engeland,
kruiste over de Vereenigde Staten en maakte
als laatste reis de postvlucht van Nieuw Zee
land naar Australië.
De inwoners van Perth in West-Australië
hebben zich aanvankelijk bitter beklaagd over
den vloed, die hun stad en Kalgoorlie heeft ge
teisterd. Maar nu zijn zij voor dienzelfden vloed
dankbaar, want hij heeft een tot dusverre on
bekenden rijkdom verraden. Wie had ook ooit
kunnen denken, dat Kalgoorlie op goud is ge
bouwd, ja, dat de straten met goud geplaveid
zijn?
En toch is het zoo: de vloed heeft het stra-
tendek hier en daar vernield en in de steenen
zijn goudkorrels gevonden, die in enkele ge
vallen zelfs een waarde van vijf pond sterling
vertegenwoordigen.
Men kan dus wel zeggen, dat Kalgoorlie, waar
zich plotseling bijzonder veel menschen uit
Perth vestigen, het kostbaarste stratendek ter
wereld bezit.
Waar dat goud vandaan komt? Men heeft
indertijd de steenen voor de bestrating uit een
naburige, oude goudmijn gehaald, die niet
meer geëxploiteerd werd. Men had er geen ver
moeden van, welk een groote waarde men met
hamer en wals fijnstampte. En nu worden de
straten van Kalgoorlie ontgonnen
Laat ik u vooral niet storen," zei de dokter
toen hij onhoorbaar de kamer binnen trad
cp z'n dikke, vilten pantoffels.
De heer, die bezig was het zilver uit het
buffet te nemen, keek vragend op en z'n as
sistent, die bezig was de goede stukken netjes
in een nog al versleten valies te pakken, scheen
verbaasd.
De dokter echter was erg kalm, volkomen
op z'n gemak. Hij was een kleine, maar zware
man, met breede, ronde schouders en een
lachend, gladgeschoren gezicht waaraan een
kaal hoofd en een gouden bril een treffende
uitdrukking van minzaamheid gaven. Hij had
z'n pijp in den mond, z'n krant in de hand
en een fluweelen jasje aan.
„Ik dacht, dat ik het geluid herkende, waar
mee m'n zilveren theebus dicht klapt," zei hij
terwijl hü op z'n gemak in z'n gewonen leun
stoel ging zitten.
,Neem u me niet kwalijk," zei de heer bij 't
buffet, „ik kon den aandrang niet weerstaan,
om in 't busje te kijken, wat u voor thee ge
bruikte. Ik wist niet, dat het van zelf dicht
klikte, 't Lijkt me geen slechte thee, maar ik
heb liever Pecco-Souchon.
„Uitstekend voor de spijsvertering," zei de
dokter. „Hebt u daar misschien last mee?"
„Heelemaal niet."
„Dat doet me plezier," zei de dokter hoffelijk.
„Nachtelijke arbeid kan veel kwaad doen. Er is
een scharniertje van dat theebusje los, maar ik
heb er nooit van kunnen scheiden om 't te
laten repareeren."
„Wij zuilen 't wel repareeren," zei de inbre
ker, en gaf het voorwerp aan z'n assistent over.
„Help me maar onthouden, Jan."
„Pardon," zei de dokter, „er staat nog een
glas met zilveren voet in 't buffet."
„Ouderwetsch! Moet ik niet hebben. Slechte
lijn."
„Alweer pech!" riep de dokter, ..niemand
wil me van dat ding afhelpen. Ik heb al eens
geprobeerd om 't te verliezen en om 't stuk te
gooien; maar zooals alle dingen uit dien tijd
is 't even selied van constructie als slecht van
teekening.'
„Ik doe alleen in modern zilver," zei de heer
aan 't buffet nonchalant. „Een mensch moet
zich wel specialiseeren tegenwoordig."
Hij scheen 'n man van orde en netheid te zijn,
want terwijl hij sprak, nam hij den tafelborstel
van den dokter en veegde van 't Turksche ta
pijt met zorg het zaagsel op, dat hij veroorzaakt
had door 't uitzagen van 't patentslot. waar de
dokter ~oo trotsch op was.
„En mag ik vragen," sprak de dokter min
zaam, „hoe u weet, dat u hier een voldoende
hoeveelheid zilver zou vinden?"
„Jan," met een kort knikje naar z'n assis
tent, „heeft vroeger bij Morell den zilversmid
gewerkt."
„Dus u bent echte inbrekers?"
„Inderdaad," glimlachte de andere.
„Neemt u me niet kwalijk, maar ik heb den
laatsten tijd zooveel verhalen over inbraak ge
lezen, dat ik niet goed meer weet, wat eigenlijk
een echte inbreker is. U bent toch geen leden
van de Inbrekersclub?"
„Nooit van gehoord? Wat is dat?"
„Een vereeniging van hertogen en markiezen
en zoo", legde de dokter uit, „die hun eigen
amusementen 'n beetje beu zijn. en 't nu op jullie
manier willen probeeren. 't Spijt me, dat u niet
tot die club behoort. Als u daar lid van ge
weest was, had ik al m'n zilver binnen 24 uur
teruggekregen. Maar wat ik zeggen wil, hoe zijn
jullie hier gekomen? Ik geloof, dat het tegen
woordig onder inbrekers tot den goeden toon
behoort, een auto te gebruiken. Er zijn er zelfs
met vliegmachines. Hebt u de „Luchtbrekers"
gelezen?"
„Ik heb geen tijd om te lezen," antwoordde
de echte inbreker. „Auto's maken te veel lawaai
en vliegmachines zijn te kostbaar. Wij loopen.
Loopen is de manier van voortbeweging die het
minste opvalt. We trachten zooveel mogelijk op
gewone menschen te lijken."
Uw methode," zei de dokter, „bezit den
eenvoud van 't genie. Maar zeg me eens.
schaamt u zich nooit, dat u steelt?"
's Avonds werden wij aan het hof ontboden.
Men was daar ten zeerste ontstemd over de
wijze waarop ik het vliegtocht je had uitge
voerd. De oude hofdame was nog geheel in de
war en had zelfs bij het avontuur lichte kneu
zingen bekomen, hetgeen haar jegens mij na
tuurlijk niet milder stemde. De vorst stelde
ons voor om maar zoo spoedig mogelijk met
onze machine te vertrekken, teneinde de goede
stemming aan het hof niet te verstoren. Aan
zijn verzoek voldeden wij natuurlijk gaarne.
Den volgenden morgen vroeg stegen Oom
en ik met ons vliegtuig op en wij zetten koers
naar het Zuiden. Wij vlogen over het Rudolf-
meer een combinatie van negen meren en
zeer laag vliegende, zag ik aan den oever de
krokodillen den kop boven water steken. Aan
den zoom van het oerwoud zag ik ook een
groote kudde olifanten.
Al vliegende, werd onze aandacht getrokken
op een zwarte bank, die boven den Zuidelijken
horizon verscheen. Steeds grooter werd deze
donkerte en Oom vermoedde dat dit wel een
zandstorm kon zijn. Daar er met het oog op
de terreinsgesteldheid aan een landing niet te
denken viel, besloot Oom Sidney het maar te
wagen om verder te vliegen.
Zoo vlogen we dan verder naar het Zuiden,
totdat we vlak bij de, naar wij meenden, zand
wolken waren gekomen. Tot onze groote ver
bazing bleek dit echter een millioenen-zwerm
sprinkhanen te zijn, waar we opeens midden in
zaten. Verscheiden minuten duurde deze zon
derlinge vlucht, waarbij onze schroef zeker
tienduizenden dezer insecten verpletterde. Ech
ter bemerkten we tot onzen schrik dat door 't
vliegen in deze levende wolk, onze motor defect
begon te raken, zoodat een noodlanding nood
zakelijk bleek.
„Neen," zei de oudste inbreker. „Er zijn wel
erger dingen dan stelen."
„Zooals?
„Zwendel en kale bluf. Kwakzalvers en par
venu's. Wij hebben ook onze fouten, maar in
braak is ten minste een oprechte manier van
stelen, ik haat parvenu's; 't is voor parvenu's
goed, dat zc hun zilver kwijt raken."
„Maar ik." riposteerde de dokter zacht ver
wijtend, „ben geen parvenu."
„Neen," zei de
inbreker weer,
„anders zat u nu r~\ - i,
niet met mij te f TJC Handige
praten. Maar zegt
u nu zelf, of 't in dOtZtei"
alle geleerde be-
roepen niet over
loopt van kwakzalverij en zwendel?"
„Nu," zei de dokter vergoelijkend, „er moet
natuurlijk wel eens een beetje geschipperd en
handig voorgesteld worden. Een advocaat
b.vT is z'n vak."
„En dokters?"
„Ik zal eerlijk zijn. Ik doe ook wel eens een
beetje aan humbug. Ik trek soms een heel ge
wichtig gezicht bij een ziekte van niets."
„Ja dokter en de icis-eker bewoog een waar
schuwenden vinger in de richting van den heer
des huizes, „als je in een glazen huisje woont
Maar we hebben toch prettig samen geboomd.
U bent een filosoof, dokter. De meeste men
schen zouden zich zenuwachtig gemaakt heb
ben, nijdig op ons geweest zijn en met pistolen
hebben gewerkt of op een andere manier be
spottelijk zijn opgetreden, maar u
„Ik," zei de dokter vriendelijk, en Keek om
naar de deuropening, waar juist drie zwijgende
gestalten, in donkerblauwe uniform, zich ver
toonden, ,ik heb kalm de politie opgebeld en
ben toen raar heneden gekomen om een
praatje met u te maken, tot de agenten kwa
men. Ik ben bang, dat ik u opzettelijk een
beetje heb opgehouden; ik heb ons onderhoud
ook heel prettig gevonden, t Spijt me alleen
dat 't op die manier moet worden afgebroken.
Maar u bent een eigenwijze misdadiger Als u
smaak had gehad voor ouderwetsch zilver en
niet voor moderne dingen had ik u misschien
niet zoo langen tijd aan den praat behoeven
te houden.'
En tot de agenten: „Heeren, doet uw plicht!"
De koning van Italië heeft de Landbouwten
toonstelling te Florence geopend. Van bijzonder
belang is de binnen het kader van deze expo
sitie ingerichte optische afdeeling, waarin niet
alleen een historisch overzicht wordt gegeven
van het werk van verschillende groote uitvin
ders men vindt er den verrekijker van Ga
lilei, instrumenten van Torricelli en andere
groote natuurkundigen doch waar tevens de
laatste uitingen der optische techniek worden
getoond. Men vindt er o.a. alle gegevens om
trent den nieuwen telescoop, bestemd voor het
observatorium te Padua. Dit instrument is van
zeer bijzondere constructie, afmetingen en ca
paciteit; het weegt 19.500 k.g., de diameter van
den parabolischen spiegel bedraagt 1.20 M
47 Juni Gehuwden f 6.50.
1013 Juni Meisjes die roeping gevoelen voor
t religieuze leven 6.50.
1821 Juni Gehuwde dames 8.50.
2528 Juni Ongeh. dames 8-50.
25 Juli Gehuwden 6 50.
912 Juli Meisjes 6.50.
1620 Juli Dames 15.
2225 Juli Meisjes 6.50.
29—1 Aug. Meisjes 6.50.
710 Juli St. Joseph's Gezellen.
1013 Juli Gehuwde Dames.
1417 Juli Jonge Middenstanders.
2124 Juli Mannen.
2427 Juli Meisjes boven 17 j.
2831 Juli Mannen.
14 Aug. Jeugd Tertiarissen 6.50.
610 Aug. Dames 12.50.
1114 Aug. Meisjes Congreganisten 6.50.
1518 Aug. Meisjes Congreganisten 6.50.
1922 Aug. Graalleden.
2225 Aug. Onderw. en Jongedames 10.
2730 Aug. Meisjes 6.50.
Pde Procureur-Gene
raal, het duurste adres om
te hooren, dat uw auto niet
in orde was. Een goede
reparateur is „toch voor-
deeltger" I
A 11*% op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Ofkfkfk bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor 7C/J bij een ongeval met f O Cfk by verlies van een hand f 1 O C Dij verlies van een f Cfk bij een breuk van f Afk bij verlies van *n
fxllC UUOIlTMz O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen I «Jl/ï/t/»" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen I OU." doodelijken afloop t £iOV»m een voet of een oog f duim of wijsvinger f t/l/.-been of arm# tri/»" anderen vinger
40.
(Korte Inhoud van het voorafgaande:
Sir Hector Asscher gaat door voor een ver.
woed verzamelaar van kostbare boeken.
In Merlin St. Hugh, waar hi) op zijn bul
ten woont, leeft ht! zeer afgezonderd met
zijn nichtje Paula Parkston. die ln het
geheim verloofd was met den secretaris
van sir Hector. Arthur Newnham. Dooi
een handlangster komt Asscher ln het be
zit van een kostbaar werk, dat uit de bi
bliotheek van Burgoyne ls gestolen. As
scher reist naar Frankrijk om een aantal
boeken te verkoopen, nagereisd door Bur
goyne en den letterkundige Eggerton. ln
een luguber hotelletje te Parijs wordt As
scher dan vermoord. Omtrent den dader
tast men ln het duister. Waarschijnlijk
ls Asscher reeds ln den tréln vermoord
en ln ziln boekenkoffer, door Iemand die
zich voor hem uitgaf, naar het hotel ver
voerd. Het lustitleel onderzoek wordt ge
leid door den detective Lestrange).
Neen, ik geloof werkelijk, dat hij heel
iiep in den put zat en als ik een
beetje kijk heb op Ascher, was dat niet
de man om hem ook maar met een stuiver
te helpen. Laat ik nu eerst eens wat gebrui
ken." Hij stond op, schonk zich een slappe
whisky in, nam een teug en zocht de krant op
Wat zouden die er wel van schrijven?
Op een tafel lagen twee of drie avondbladen.
Davidson vouwde ze open en keek onmiddellijk
naar de laatste berichten. Maar er viel niets
uit te geven. Natuurlijk vulden Ascher's geweld
dadige dood en zijn wetenschappelijke loopbaan
in elke krant heele kolommen, maar veel
nieuws brachten die hem niet. De detective
keek even langs de plaatjes om wat verstrooiing
te vinden en ging toen over tot de gemengde
berichten. Hij zag, dat een adellijke dame
een zeer dubieus echtscheidingsproces had
weten te winnen. Dat een vrouw, die haar
man lysol had ingegeven, werd vrijgesproken
onder verzachtende omstandigheid, dat zij deze
poging tot moord had gedaan in een vlaag van
verstandsverbijstering.
Dat men den moordenaar van argelooze fiet
sers, in het Noorden van Engeland, op het
spoor was gekomen. Dat een gedetineerde met
name Arden, die uit een asyl langs de Zuidkust
had weten te ontsnappen, weer gevangen was
genomen in het dorp Dryburgh Combe, waar
men hem slapend in een goot had gevonden
met een leege flesch Black White Whisky
naast hem. Toen hii dit las, moest Davidson
even lachen. Hij had zelf drie jaren geleden
hard meegedaan, om dezen Arden te pakken
te krijgen, toen hij een ontzettend groote hoe
veelheid juweelen had weten te gappen En hij
herinnerde zich, dat de man toen eveneens door
whisky in de val was geloopen. De booswicht
was blijkbaar ditmaal in een leege vilia in de
buurt van Combe binnengebroken tijdens het
noodweer van dien stormachtigen nacht, en had
zich tegoed gedaan aan wat busjes vleesch en
biscuit, om den volgenden morgen zijn schuil
plaats te verlaten met een whiskyflesch onder
den arm. Ik geloof, dat wij allemaal onzen
Achilleshiel hebben, dacht Davidson met een
beetje minachting voor het heele geval. Newnham
heeft een zwak voor paarden, ik zou wel eens
willen weten wat Miss Marlowe's zwakke plaats
is. Die van Miss Parkton is niet ver te zoeken.
Zij behoort tot dat soort vrouwen, dat een
eeuw geleden zou zijn weggekwijnd door een
ongelukkige liefde.
ACHTSTE HOOFDSTUK
WAT HET VALIES VERBORG
Den volgenden morgen was er nog steeds geen
nieuws van Newnham, en Davidson besloot,
formeel te onderzoeken, of Ruth Marlcwe de
waarheid had gesproken, vóór dat hij zich
zette aan de heel wat lastiger taak: de
authenticiteit van Miss Parkton's relaas vast te
stellen. Hij stond erg sceptisch tegenover deze
laatste moeilijkheid en had er heel wat voor
over, om de waarheid te weten te komen.
„Ik vermoed," dacht hij misnoegd, „dat zij
den kerel schuil houdt. Ik zou haast durven
zweren, dat hij dien middag thuis was."
Zooals hij wel vermoed had, viel het niet
moeilijk om Ruth's verklaringen te verifiëeren.
Nummer een en twintig Jasper Street was een
verbazend groot huis, van een onzuivere archi
tectuur. Zoowat twee eeuwen geleden was het
een eenvoudige patriciërswoning geweest, maar
de komende geslachten hadden er telkens iets
aan toegevoegd, met het gevolg, dat het nu
een heterogeen mengsel was van alle mogelijke
stijlen. Een flinke vrouw, van het slag, dat
niet bepaald jong meer is, maar toch nooit oud
zal worden, kwam op zijn bellen naar de
deur.
Hij vroeg naar Ruth, ofschoon hü juist ge
wacht had, tot hij haar had zien vertrekken.
„Die is vertrokken," zei de vrouw. „Ze is al
een tijdje de deur uit, en dan moet men knap
zijn om haar nog in te halen. Ze loopt vlug
ger dan de meeste mannen."
Davidson deed erg teleurgesteld.
„Vertrokken? Dat spijt me! Ik dacht, dat
ze nooit anders dan rond negen uur ver
trok."
„Precies half negen, mijnheer. Eiken mor
gen zonder eenige uitzondering. U kunt er
de klok wel op gelijk zetten, en nooit thuis
voor zeven uur, meest' nog later. En zoodra
ze haar eten op heeft, hangt ze het schilde
rijtje van kroonprins Samuel buiten aan haar
deur. Dat beteekent, dat niemand haar mag
storen. Ze studeert voor advocaat en ze werkt
lederen avond tot ver over middernacht. Dat
gaat zoo avond aan avond maar door. Geen
wonder dat het arme kind van tijd tct tijd
oververmoeid is. Nou kan ik u wel zeggen, toen
ik haar gisterenavond in dien geweldigen
storm naar huis zag komen, dacht ik dat ze
het besterven zou."
„Heeft zij dan al dien tijd door den regen
gebaggerd?"
„Neen, mijnheer. Zij nam een taxi. Ik kan
u wel vertellen, dat ik niet goed wist, hoe ik
het had. Ik dacht eerst, dat ik een nieuwen
commensaal zou krijgen, want mijn heeren
komen gewoonlijk in taxi's. Het zijn bijna
allemaal eenvoudige Jongelui, en die zijn zoo
wispelturig, dat ze al weer weg zijn, voor dat
je aan hun gezicht bent gewend geraakt. Nou,
ik zeg u dit maar, om eens te laten zien, dat
het mij dien avond bijzonder opviel. Ik zat op
mijn opkamertje en daar had ik een lekker
kopje sterke thee gezet. Als het zoo regent,
moet een mensch iets warms hebben, wat zegt
u, en daar hoorde ik een taxi aankomen. En
toen stond ik op en ik dacht, ik ga eens naar
de trap, wie weet, is het geen nieuwe klant.
Terwijl ik ln de Hall stond, deed zij haar
Mackin uit, zette haar parapluie in de bak
o, met haar heb ik nooit last, zij zal mijn
kostelijke gang niet vol regen helpen, of vol
modder, nee. wie d'r trouwt, heeft er 'n stipt
en proper vrouwtje aan, daar kunt u zeker
van zijn en toen trok ze zich langs de trap
naar boven, alsof ze doodziek was. Toen kreeg
ik zóó met dat arme kind te doen, dat ik
haar achterna ging en vroeg, of ze soms een
lekker kopje thee wilde hebben, maar toen riep
ze met zoo'n vreemde stem terug, neen, niets!
dat ik eigenlijk niet wist, hoe ik net met haar
had. Ja, zegt u nou zelf. dan wil een mensch
al goed zijn en dan biedt hjj buiten de huur
nog een kopje thee aan en dan word je zoo
afgesnauwd. Maar ach, toen dacht ik weer
met mijn goede hart, misschien ls het kind
niet erg lekker en ik hoopte maar dat ze vlug
zou gaan slapen en niet te lang' zou blijven
werken. Maar jawel, nog geen kwartier later
hing Samuel weer op zijn gewone plaats.
„U begrijpt wel, dat het me toen niets ver
wonderde, dat ze den trein van 10.1 nam,
maar als je het me vraagt, heeft ze uren zit
ten werken, voor dat ze vertrok, en al dien
tijd ratelde haar schrijfmachine maai door:
tlk-tik-tik, dat het een lust was. Nou, wat er
ginds in huis allemaal gebeurde, is voldoende
om iemand half ziek te maken. Ik ging
gisteravond even naar boven om te zien of ik
nog wat meer van haar te hooren kon krijgen.
Clara had overdag een mooi vaasje van haar
gebroken zoo slordig als die moderne
dienstmeisjes toch zijn, daar hebt u geen idee
van maar, ja, ik zie het al, mijnheer heeft
haast. Nou, Clara dan, had dat vaasje ge
broken en ik dacht vast en zeker, dat Miss
Marlowe er over zou beginnen, maar ze was
zoo moe, dat ze er niet eens aan dacht. Op
mijn vraag antwoordde ze, ja, ze had het wel
bemerkt, en toen zei ze er bij, dat het drie
gulden vijftig kostte. Nou, als iemand van
mijn kostheeren me met een dergelijk verhaal
kwam aandragen, zou ik hem onmiddelijk
vertellen, waar de deur is, maar bij Miss Mar
lowe is 'dat heel wat anders.
(Wordt vervolgd)