Katholiek Overheidspersoneel de Inktvisch Moeilijkheden bij de mijnen „ST. PAULUS" BIJEEN TE UTRECHT HUMFELD'S FINANCIER door peter baron DINSDAG 12 JUNI 1934 Als we een onverbrekelijke een heid blijven vormen, hebben we voor niets vrees" De loonsverlaging Openingsrede L. F. Guit Steun aan priester-studenten Centralisatie bondsleiding Ontslag der gehuwde onderwijzeres Ook bij het bijzonder onderwijs Grondstoffennood Gebrek aan rubber DE BACONSMOKKELARIJ HET CLEARING-INSTITUUT Dr. Hirschfeld voorzitter van den Raad van Beheer DE „OEHOE" ZENDT UIT Twee Nederlanders buiten vervolging SURINAAMSCHE SUIKER IN ONS LAND Regularisatie van den prys Gezins- en Gestichts- verplegïng Inleiding van prof. dr. Rutten voor het Katholiek Verbond voor Kind erbescherm ing „Opvoeding in vrijheid en gebondenheid" ZWARE BRAND TE BATAVIA Achthonderd menschen zonder dak JAARVERGADERING F.I.O.M. Ontploffing in garage Zenuwachtige man kon zich met moeite redden Op de conferentie met minister Colijn zijn vele urgente zaken besproken KAAS NAAR FRANKRIJK PATER H. DRIESSCHE f In de Jezuieten-missie op Java Door trein gegrepen en gedood Arbeiders van vreemde nationaliteit Belgische invoerrechten Vreemde arbeiders Dr. Ir. F. G. WALLER L. F. GUIT afdeelingsbesturen Maandag en Dinsdag wordt te Utrecht de bondsvergadering van den ,Ned. R.K. Bond van overheidspersoneel „St. Paulus" gehouden. Maandagmorgen om 11 uur werd in het ge bouw „Tivoli" de vergadering met het zingen van het strijdlied geopend. Daarna hield de voorzitter, de heer L. F. Guit, Den Haag, zijn openingsrede. Spreker begon met een korte schets van den economischen teruggang in het algemeen en wees er op, hoe in alle be drijven een aanval op het loon wordt gedaan. We ko men op een lager levens niveau. Vooral in dezen tijd is vertrouwen noodig in de leiders der arbeidersbewe ging, wier verantwoorde lijkheid groot is. Gelukkig bestaat dit vertrouwen in „St. Paulus", al is er dan ook critiek, waarvan het hoofdbestuur de oorzaak wel kan nagaan. Gebleven is de kameraadschap tusschen en het hoofdbestuur. Op deze vergadering zullen we, aldus spr., vooral aandacht moeten wijden aan de loons verlaging. Laten we ons de moeilijkheden van den tijd goed realiseeren. We zijn er nog niet, maar door middel van onze organisatie, die door ge loof, hoop en liefde is opgebouwd, zullen we trachten er weer bovenop te komen. Er zal vooral voor de groote gezinnen ge vochten moeten worden. In Amsterdam zijn de loonen zoodanig verlaagd, dat daarmee een afschrikwekkend voorbeeld is gesteld. Er zijn daaromtrent mededeelingen gedaan, waarvan aan de juistheid getwijfeld wordt, doch in het openbaar zal hierover nog niet ge sproken worden. De strijd van de arbeidersbeweging kon nu wel eens samengaan met een strijd voor het geloof en daarom is ook de verant woording van de St. Paulus-mannen zeer groot. Ernstig becritiseerde spr. de laatste minis- terieele circulaire omtrent de loonsverlaging. Moeten nu telkens weer opnieuw, zoo vraagt spr. zich af, de steuimormen worden verlaagd? We vreezen, dat als op den ingeslagen weg wordt voortgegaan, de arbeiders naar het pro letariaat zullen hollen. Er wordt nog al eens critiek uitgeoefend op het Georganiseerd Over leg, doch met nadruk merkt spr. op, dat het hoofdbestuur op het bestaan van dit instituut grooten prijs stelt, ook al stelt de Minister zich op het standpunt, dat het G. O. slechts heeft te adviseeren. Het G. O. blijft een fundament, waarop we moeten voortbouwen. In bijna alle Overleg-vergaderingen was een hoofdbestuurder aanwezig en het gevolg daar van was dikwijls, dat goede rechtspositie-rege lingen werden verkregen of bestaande behou den of verbeterd. Spr. maakt er ernstig aanmerking op, dat de Congregatie van de Broeder van Liefde heeft belet, dat de arbeiders bij de krankzinnigen gestichten werkzaam, zich organiseeren. Onge veer een gelijke klacht had spr. aan het adres van het college van regenten van het St. Ca- nisius-ziekenhuis te Nijmegen. Als we een onverbrekelijke eenheid blijven vormen, hebben we voor niemand of niets vrees, ook niet voor uit het buitenland geïmporteerde stelsels (applaus). De voorzitter deelde hierna een en ander mede omtrent het Priesterfonds, dat gesticht wordt door het R.K. Werkliedenverbond. Het hoofdbestuur stelt voor hierin deel te nemen met een maximum-bijdrage van 5 cent per lid. In dit verband werd er door een afgevaardig de uit Kerkrade op gewezen, dat in Limburg reeds een dergelijk fonds bestaat. De voorzitter antwoordde, dat het op te rich ten fonds bedoelt formeele hulp te verleenen aan zonen van leden der katholieke arbeiders beweging, die voor priester studeeren. De bestaande fondsen laat men voor wat ze zijn. Volgens het jaarverslag, dat thans aan de orde kwam, bedroeg het aantal leden op 1 April 1934 in totaal 6276 (1 April 1933 6633). Vanuit de vergadering werd een woord van protest geuit tegen de regeering, dat „St. Paulus" niet is gekend bij de samenstelling van het rapport-Schouten. De heer Smits, voorzitter der afdeeling Utrecht, sprak hierna tot de afgevaardigden een kort woord ter verwelkoming. Bij de bespreking van het beleid van het hoofdbestuur begon de afgevaardigde van Amsterdam met een kort woord van dank aan het hoofdbestuur, welk dankwoord door velen werd onderstreept. Een woord van afkeuring werd gesproken door den afgevaardigde van Heemstede over de pogingen, die worden ge daan, om menschen in overheidsdienst uit openbare vertegenwoordigende lichamen te weren. In zijn antwoord bracht de voorzitter de woorden van dank, die tot het hoofdbestuur waren gericht, terug op de leden voor hun ver trouwen en medewerking. Laten we zorgen, al dus spr., de goede verhouding, die er is, te handhaven, dan zal men nooit kans krijgen in den bond een splijtzwam te brengen. Wat de gemaakte opmerkingen betreft, spr. moest verschillende klachten ten aanzien van het verplegend personeel onderstreepen en hij laakte het, dat zoovele menschen uit den ge goeden stand in verplegings-inrichtingen gaan werken, waardoor gesalarieerde personen buiten de deur worden gehouden. Nogmaals wees spr. op de groote moeilijkheden om met katholieke gestichten, waarvan spr. enkele voorbeelden noemde, tot een goede sa menwerking te komen. Hetzelfde euvel bestaat bij sommige schoolbesturen. Door het hoofdbestuur worden pogingen aan gewend om de opleiding van leerlingen-verple- genden te regelen. Naar aanleiding van het protest over het weren van gesalarieerde bestuurders uit ver tegenwoordigende lichamen, merkte de voor zitter op, dat wanneer men zich op dezen weg begeeft, nog wel een stap verder gezet zal moe ten worden en ook andere leden van gemeente raad e.d. in aanmerking komen, die misschien met nog meer gouden koorden zijn gebonden aan de lichamen, die zij vertegenwoordigen. Dan zou er spoedig geen lid in een gemeente raad meer overblijven. De begrooting werd vastgesteld op f97.450. In de middagvergadering kwam een voorstel van het hoofdbestuur in behandeling om te komen tot een zoo volledig mogelijke centrali satie van het dagelijksch bestuur van den bond. De vergadering ging in het algemeen met dit voorstel accoord, doch eenige afgevaardigden uit het Zuiden gaven den wensch te kennen om in het Zuiden toch een hoofdbestuurder gesta- tionneerd te houden. Het lag n.l. in de bedoeling om zoo spoedig mogelijk na deze bondsvergadering de bonds- administratie op het bondskantoor bijeen te brengen, waardoor ook de financieele adminis tratie in Den Haag zal worden gevestigd. Met inachtname van het bondsbelang wor den de districtsbelangen tot zoo klein mogelijken omvang teruggebracht en de eventueel noodige verplaatsing van hoofdbestuurders in overleg met hen geregeld. De voorzitter zei in zijn antwoord op de ver schillende opmerkingen, die naar aanleiding van dit voorstel gemaakt waren, dat het be stuur nog onderling de functies moet verdee- len, maar het in ieder geval de bedoeling is de centrale leiding vanuit een plaats te doen uit gaan. Bij de uitwerking van het plan zal met de hier gemaakte opmerkingen rekening worden gehouden. Het voorstel van het hoofdbestuur werd aan genomen. Tot slot sprak Pastoor W. Nolet, Amsterdam, een kort woord over den heropbouw van de Abdij van Egmond, waarna de vergadering tot Dinsdag werd verdaagd. In de avonduren maakten de deelnemérs aan de bondsvergadering een autotocht door de provincie. lijk als excuus, dat hij zoo weinig had laten hooren. Hij heeft zich echter veel bezig gehouden met ontvangstproeven en berichtte, dat hij Bandoeng en Kootwijk voortdurend met goede sterkte ontvangt. Tot Jodphur werkte de „Oehoe" op 31 M. golf, daarna gaat hij over op de golf van 26.79 meter. Met betrekking tot het wetsontwerp wijziging van de artikelen 38, 56 en 97 der lager onder wijswet (ontslag huwende onderwijzeres) wordt er ter verduidelijking op gewezen, dat de rege ling, welke wordt voorgesteld voor de onder wijzeressen bij het openbaar lager onderwijs, ook wordt voorgesteld voor die bij het bijzonder lager onderwijs. Hiertoe dient het nieuw voorgestelde vlerae lid van artikel 97, krachtens hetwelk op de ver goeding aan de schoolbesturen in mindering wordt gebracht de jaarwedde of wedde van de gehuwde vrouw, voor zoover niet in het genot van wachtgeld, die benoemd wordt tot or,dei>- wijzeres, tenzij de minister wegens gewichtige redenen beslist, dat die vermindering niet zal plaats vinden; en de jaarwedde of wedde van de onderwijzeres, die in het huwelijk treedt en aan wie niet met ingang van den dag van het huwelijk ontslag is verleend. De regeling voor het bijzonder onderwijs is getroffen in een ander artikel en in een anderen vorm, dan die voor het openbaar onderwijs, doordat deze soorten onderwijs in positie onder ling verschillen. Echter is de strekking van de voorgestelde bepalingen voor openbaar en voor bijzonder onderwijs gelijk. De „Ueberwachungsstelle fiir Kautschuk" heeft een decreet uitgevaardigd, waarbij aan de grossiers in rijwielbanden bevolen wordt, precies hun voorraden op te geven. De verkoop van rij wielbanden is voorloopig verboden. Dus regel rechte rubbernood als tijdens den wereldoorlog. Leve het surrogaat! Overeenkomstig de stichtingsakte van het Nederlandsche clearingsinstituut heeft de mi nister van Economische Zaken a.i. met ingang van 26 Mei benoemd in den Raad van Deheer: tot lid en voorzitter dr. H. M. Hirschfeld, directeur-generaal van Handel en Nijverheid; tot lid ir. S. L. Louwes, regeeringscommissaris voor de uitvoering van de tarwewet. Als lid van den Raad van Beheer, belast met het directeur schap, is met ingang van 30 Mei j.l. benoemd prof. mr. G. J. W. J. Bruins. Voorts heeft de Nederlandsche Bank prof. mr. A. M. de Jong aangewezen als lid van den Raad van Beheer. In den nacht van Zaterdag op Zondag waren de heeren Hegener en Suttorp weer op den luisterpost der Phohi te Huizen. Eerst om 6.20 Amsterdamschen zomertijd hoorden zij den algemeenen oproep van de „Oehoe": „Ontvang op sleepdraad dertien golven. Na bovengenoemd bericht, dat op luidspreker opgenomen werd, is niets meer gehoord. De ontvangst-sterkte werd steeds zwakker, tot on- 166S)D&^Ï» Om 14 uur vernam men door bemiddeling van het personeel van den Indischen telefoon dienst, dat Bandoeng om 19.03 Midden-Java- tijd, de Oehoe" zwak ontving. Om 9.34 goed en om 9.45 nog steeds goed. Maandagochtend 1.40 seinde de „Oehoe": „Verlaten om 23.20 G.M.T. Jodphur op weg naar Allahabad, vliegen op 2000 Meter hoogte. Om 2.40: „Wij hooren Kootwijk heel goed. Hebben betrekkelijk weinig geseind." Dit laatste seinde de heer Loos waarschyn- Ter zake van de rechtszaak betreffende de baconsmokkelarij deelt „Het Handelsblad" nog mede, dat tegen den handelaar N. ,Sp. te Ouder kerk a. d. IJsel en zijn chauffeur G. T. geen vervolging zal worden ingesteld. Deze twee be hooren tot het viertal, dat indertijd tegelijk met den Belg C. v. d. E. gearresteerd werd in verband met de uitgebreide smokkelgeschiede- nis. Zij hebben beiden geruimen tijd in voor- loopige hechtenis doorgebracht, waaruit zij thans worden ontslagen. Zij zullen niet als getuige in de zaak tegen v. d. E. en A. P. voor de Rotter - damsche rechtbank verschijnen. In de zitting der Koloniale Staten van Suri name heeft de gedelegeerde van den gouver neur verklaard, dat een gemakkelijker plaats- sing bereikt was voor Surinaamsche suiker op de Nederlandsche markt. „De West" verneemt, dat de bedoeling der regeering is om de aan te voeren Surinaam sche suiker aan te wenden tot het regulari- seeren van den suikerprijs in Nederland. Op de vergadering van het Katholiek Ver bond voor kinderbescherming, welke Maandag in hotel „Kasteel van Antwerpen" te Utrecht werd gehouden, hield des middags Prof. Dr. Th. Rutten een inleiding over het onderwerp: In deze inleiding besprak de hoogleeraar de opvoeding dier kinderen, die tengevolge van verschillenden aard factoren in de gestichten of in vreemde gezinnen moeten worden onder gebracht. In den aanvang zijner rede constateerde spre ker, dat men met zeer jonge kinderen som» droevige ervaringen heeft opgedaan, wanneer zij in gestichten werden ondergebracht. Wat hun ontbroken heeft, is het persoonlijk contact met den volwassene, wat in een gezin geboden wordt. Het jonge kind vooral, heeft een volwassene noodig tot wien het zich vrij en onbevangen wenden kan. Ook voor de lichame lijke ontwikkeling is dit contact noodig. In het gezin heeft het kind een eigen, duide lijk omlijnde plaats in de familie, daarin komt de eigenwaarde tot uiting en die eigenwaarde heeft ook het jonge kind reeds broodnoodig. In gestichten en ziekenhuizen mist bet noodzake lijk dat besef van eigenwaarde. Voor het schoolkind daarentegen behoeft het gesticht niet minder gunstig te werken dan het gezin. Noodig is daarbij echter, dat het ge stichtsleven zich richt op het gezinsleven. Het instituut der opvoedingsgestichten is nu een maal een noodzakelijk kwaad, maar dat neemt niet weg, dat het ook voordeelen heeft, zooais daar b.v. zijn de regelmaat der dagmdeeling, de zorg voor zindelijkheid en netheid en het per soonlijke voorbeeld van volwassenen, die in de gestichten de charitas beoefenen. Verder vrij waart het gesticht in vele gevallen voor uiter lijke en innerlijke verwildering. Heel wat kin deren behoeven meer bescherming tegen de maatschappij, dan de maatschappij tegen hen. Vooral voor zwakzinnige kinderen is de ge- stichtsverpleging gewenscht, boven de plaatsing in een vreemd gezin. Zoo kan de dagschool de gevaren van de straat voor een debiel kind nooit geheel wegnemen. Daar komt bij, dat men in een gesticht over een rijke ervaring beschikt, waarop men zich steeds georiënteerd houdt. Nadeelen biedt het gesticht aan den anderen kant ook verschillende. Het feit, dat kinderen in een gesticht worden ondergebracht, is een vingerwijzing naar hun gebreken; daarin ver schilt het gesticht dus geheel van het gezin. De ouders zijn optimistisch waar het hun kinderen betreft, de gestichtsopvoeder niet, hij heeft daar geen reden toe. Een groot nadeel is ook, dat het kind went aan het gestichtsmiüeu, met het gevolg, dat het gevaar gaat dreigen, dat het zijn houding zoo aan de gestichtsverhoudingen gaat fixeeren, dat het een valsche waardeering krijgt van het vrije leven daarbuiten. De gestichts-omgeving is koud en zakelijk en daar buiten lijkt alles zoo goed en mooi. Spelen en wandelen enz. is in een gesticht altijd gedwongen, aan reglementen onderhevig: het kind krijgt geen gelegenheid in te grijpen in de machtspositie van een ander. Altyd is er toezicht, altijd leeft het in ahgst om, wan neer het zich vrij-uit wil leven, de vermanende of bestraffende stem van een toezichthoudend volwassene te hooren. Om deze gebreken te verzachten kan waar schijnlijk veel worden bereikt met een open of gedeeltelijk open gestichtsmilieu. Verder moet men in een gesticht zorgen, dat het tempo van den nieuwen tijd ook hier wordt ingevoerd. Ook moet er al het mogelijke worden gedaan om het kind te amuseeren door tooneel- en oioscoop- voorstellingen enz. Het is spr.'s vaste overtuiging, dat persoon lijk contact en spel de grootste opvoedkundige waarden hebben; dan komt eerst de arbeid Bij de sport leert het kind zich naar bepaalde re gels te schikken; de sport kweekt daarom eer lijkheid en gemeenschapsgevoel naast verant woordelijkheidsbesef. Verder wordt bij het spel nauwgezetheid aangekweekt en het geheugen getraind. Buitengewoon goed lijkt spreker voor het kind het „boy-scout" zijn: de padvinderij. D:r toch biedt alles waaraan het kind in zijn ontwikke ling behoefte heeft. Na deze inleiding werden Prof. Rutten ver schillende vragen gesteld, welke naar aller ge noegen door hem zijn beantwoord. BATAVIA, 11 Juni (Aneta) Bij een zwaren brand in de wijk Kwitang te Batavia gingen 200 pintoes in vlammen op, waardoor 800 per sonen dakloos werden. De Nederl. Federatie van Instellingen voor de ongehuwde moeder en haar kind (F.I.O.M.) hield Maandag te Utrecht haar jaarlijksche algem. vergadering in 't Jaarbeursgebouw, onder voor zitterschap van dr. N. M. Josephus Jitta. In de morgenuren werden over „het vraag stuk der hulpverleening aan de buitenlandsche Het blad van 9 Juni bevat art. over: Wat gebeurt er met de belasting inkomsten voortspr. uit de verzwegen vermogens en inkomsen? Nieuwe Amerik. dividend-politiek. Corresp. over Ned. Handel Mij. - Sumatra Rubber - British Bemberg enz. L. v. Meerderv. 64, Den Haag. Abonnementsprijs ƒ6 per half jaar. Losse nummers 30 ct. Giro 31600. oneghuwde moeder in Nederland" prae-advie- zen uitgebracht door den heer H. Clasie, inspec teur bij den Vreemdelingendienst aan 't hoofd bureau van politie te Amsterdam en door mevr. C. Smits de Wit, secretaresse der Zitavereeniging te Leiden. Door beide prae-adviseurs werd naar voren ge bracht, dat het gewenscht is, dat een uniforme regeling tot stand komt voor het geheele land, ten aanzien van de terugzending naar het buitenland van buitenlandsche ongehuwde moe ders. Des middags werden drie bestuursleden geko zen, t.w. mevr. C. J. van Heemskerck v. Beest baronesse van Reede tot Ter Aa, presidente van den Ned. Vrouwenbond tot verhooging van het zedelijk bewustzijn; mevr. C. van SchaikDob- belman, presidente van de vereeniging Onder linge Vrouwenbescherming en dr. G. J. Lubbers, geneesheer-directeur van de Kweekschool voor Vroedvrouwen te Heerlen. De voorzitter en de secretaris, dr. N. M. Josephus Jitta en mr. H. M. L. H. Sark, werden bij acclamatie herkozen. Over het onderwerp „Afstand van natuur lijke kinderen aan pleegouders" werden prae- adviezen uitgebracht door mr. J. Overwater, kinderrechter bij de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam en door mr. H. M. L. H. Sark, secretaris van de F.I.O.M. O.m. kwamen de beide prae-adviseurs tot de conclusie, dat wegens ju ridische, sociale en ethische bezwaren afstand van natuurlijke kinderen aan pleegouders prin cipieel moest worden veroordeeld. Slechts in zeer bijzondere gevallen, bijv. bij ongeneeslijke ziekte, krankzinnigheid of misdadigheid der moeder of in het geval van volkomen ongeschiktheid tot het opvoeden van een kind, is afstand ge rechtvaardigd. Een actie worde gevoerd tegen het opnemen van advertenties in de pers be treffende afstand en aanneming van kinderen. Bij de discussie kwam naar voren, dat voor de zeldzame gevallen, waarin afstand van het kind aan geschikte pleegouders wel gewenscht is een invoering bij de wet van adoptie nood zakelijk is. De vergadering, die druk bezocht was, werd bijgewoond door dr. Hemmes, inspecteur bij de Volksgezondheid, als vertegenwoordiger van den minister van Sociale Zaken. Maandagmorgen om half 11 is 'n flinke brand uitgebroken in de garage van J. Spierdijk in de Laurensstraat 51 te Rotterdam. In de garage stonden 2 luxe-auto's en een bestelauto. De 40- jarige J. Spierdijk wilde den bestelauto naar buiten rijden, waarop bij het aanslaan van den motor deze in brand vloog. S. verliet overhaast de garage, maar voor dat hij buiten kwam volgde een explosie, ver- moedëlük door het springen van een bus ben zine, waardoor de geheele garage dadelijk in lichter laaie stond. In zijn zenuwachtigheid wierp S. de garagedeur, die openstond, dicht, nog voordat hij buiten was. Door de explosie was een groot ruit boven de deur kapot ge sprongen en door deze ruit wist S. zich ten slotte in veiligheid te stellen. De garage brandde geheel uit. De auto's wer den geheel vernield. Zij waren niet verzekerd. De brandweer die spoedig ter plaatse kwam, wist het vuur in de garage met drie stralen te blusschen. Boven de garage bevinden zich drie etages die als meubelopslagplaats gebruikt worden. Daar de garage brandvrij was afge sloten en mede door het krachtige optreden van de brandweer, werd voorkomen dat deze etages, waar meubelen lagen, mede verbrand den. De waarnemend directeur-generaal van den Landbouw maakt bekend, dat, blijkens mede- deeling van den Rijkslandbouwconsulent te Parijs, Nederlandsche exporteurs van kaas moeilijkheden ondervinden bij den invoer van kaas in Frankrijk, wanneer de kaas rood ge kleurd is met een verfstof, genaamd Soudan IV. welke niet is opgenomen in de door de Fransche regeering vastgestelde Hjst van de voor dit doel geoorloofde kleurstoffen. Belanghebbenden wordt in overweging gegeven, zoolang genoemde kleurstof niet in bedoeld besluit zal zijn opgenomen, geen kaas gekleurd met die verfstof naar Frankrijk uit te voeren. Op 59-jarigen leeftijd is Zondag te Semarang in het St. Elisabeths-Ziekenhuis overleden pa ter H. E. F van Driessche S.J., onder-pastoor van Djokja. Pater van Driessche is priester gewijd in 1909 en is sinds 1912 werkzaam in de parochie aan de Kampementstraat te Djokja- k&rtE Het' stoffelijk overschot is Maandag naar Djokja overgebracht en te Moentilan begraven Te Buitenpost is het 9-jarig zoontje van den spoorwegwerker Pietersma, toen hij de spoorbrug over de Dokkummervaart overliep, door een trein gegrepen en gedood. In verband met de aan de burgemeesters van Heerlen, Kerkrade, Brunssum, Hoensbroek en Geleen door den minister-president dr. Colijn verleende audiëntie, over den noodtoestand in de mijnstreek, kan nog worden medegedeeld, dat een der kardinale punten, die ter sprake gebracht werden, was, de kwestie van de rege ling van den afzet van kolen in ons land en de contingenteering van den buitenlandschen invoer, daar de steenkool het eenige product is, dat niet aan beperkten invoer is onderwor pen. De regeering zit vast aan bepaalde ver dragen, o.a. met Duitschland, waarbij de in voer van 4.2 millioen ton steenkool is toege staan en eerst eindigt op het einde van dit jaar. Ons land daarentegen slechts 100.000 ton steenkool per maand aan Duitschland le veren. Deze levering gaat blijkbaar reeds met moeilijkheden gepaard. Op het oogenblik wor den ook groote hoeveelheden Poolsche steen kool ingevoerd. Over de eerste vier maanden van 1934 bedroeg het verschil tusschen den in- en uitvoer van steenkolen, vergeleken met hetzelfde tijdperk van het vorige jaar 274000 ton. Wij boeren dus belangrijk achteruit. Van belang is zeer zeker ook de kwestie van de door België geheven invoerrechten ad 10 francs per ton. Bij deze kwestie speelt echter het meest begunstigde verdrag een rol van niet geringe beteekenis. Van grooten invloed zou ook kunnen zijn 'n eventueel op te leggen verplichting aan open bare en semi-officieele lichamen Nederlandsche steenkool te doen gebruiken, waardoor het de biet van onze mijnen in eigen land aanzienlijk zou stijgen. Het is een wikken en wegen naar alle zijden, daar aan deze aangelegenheid andere kwesties zich onvermijdelijk aansluiten. De aangekon digde loonsverlaging door de gezamenlijke mijn- directies van 10 pet. per 1 Juli, kan uit den aard der zaak niet onbesproken zijn gebleven. Er zijn immers bovengrondsche arbeiders die per dag f 3.20 verdienen. Bij een werkweek van vier dagen daalt hun loon tot de uitkeeringen aan werkloozen en de loonen by de werkver schaffing. Op de audiëntie werd aangedrongen op het bevorderen van het ontslaan van vreemde ar beiders, die in het buitenland woonachtig zijn en hen te vervangen door Nederlandsche arbei ders. Eenzelfde maatregel werd eveneens be pleit ten aanzien van alle ongehuwde arbeiders van vreemde nationaliteit, die In Nederland zijn gevestigd, doch wier ouders in het buiten land woonachtig zyn. Daarenboven zou uitvoering van voorname werken in de mijnstreek, door werklooze mijn werkers (60 millioen gulden plan, b.v. aanleg van groote verkeerswegen en een verbindings kanaal van het hart der mijnstreek naar het Julianakanaal) een groote verlichting in de mijnstreek kunnen bevorderen. Ter sprake kwamen ook nog de verlaging van de woninghuren en annuïteiten, het verstrekken van rundvleesch in blik, van onvermengde mar garine en de verlaging van de spoorwegtarieven, die inmiddels van eexnige beteekenis is gewor den door de gedeeltelijke opening van het Ju lianakanaal. Het is thans 55 jaar geleden, dat de bekende dr. ir. F. G. Waller, oud-directeur der Nederl. Gist- en Spiritusfabriek te Delft als studee- rend technoloog aan de voormalige Polytech nische school aldaar, in dienst trad van ge noemde fabriek. In 1882 slaagde hij voor het examen van technoloog en werd aan de fabriek benoemd tot chef van fabricatie. 6 September 1884 werd hij benoemd tot onderdirecteur en 30 April 1885 tot mede-directeur, 29 April 1905 tot eenig directeur. 30 April 1906 werd hij benoemd tot president directeur. 3 Mei 1925 trad hij op 65-jarigen leeftijd af als president-directeur. Dr. Waller verkreeg 1 Juli 1914 den graad van doctor in de chemie, honoris causa, van de Universiteit te Groningen; op 6 October 1925 werd hem het doctoraat verleend in de technische wetenschap, honoris causa, door den Senaat der Technische Hoogeschool te Delft. 71 Korte Inhoud van het voorafgaande: John Richmond, agent van den Britschen Geheimen Dienst, wordt vermoord door den Squid", die hem door geheel Europa is gevolgd, in het huis van Sir Marcus Losely, die zelf ook gewond wordt. De Squid kan echter de geheime mededeelingen, die Rich mond bij zich heeft, niet bemachtigen Jaren later wordt bi) Sir Marcus ingebroken en een imitatie van de Losely-tlara, een kostbaar familiestuk, gestolen. In de tiara is een geheim document verborgen. De daders van den diefstal, die wederom werk van Squid ls, kan inspecteur Elveden ech ter niet te pakken krijgen. Freddie Leices ter, een neef van Sir Marcus, verdwijnt vervolgens plotseling en wordt door den Squld gevangen gehouden. Na eenige dagen ontsnapt hij, maar dan is Leslie Richmond, de dochter van John en pupil van Sir Mar cus door de bende ontvoerd. Jimmy Cra ven' weet zijn verloofde Leslie echter op te sporen). H« kwam naderbij, ging den hoek1 om en klopte tweemaal op de deur. Een der raam-lui ging naar de deur en deed die open. „Goeden avond, heeren," zei 'n gedempte stem. De bende boog als een man, de drie bij het vuur stonden op en gingen opzij, om plaats te maken voor hun leider. Met een kort knikje ging de Squid op den haard toe, en ging er met zijn rug naartoe staan. Zeven paar nieuwsgierige oogen waren op hem gevestigd. Rustig stak hy zün handen in zyn zakken en keek hen aan. Sommigen keken elkaar aan. Er hing iets vreemds in de lucht. En dat was zoo. Plotseling klonk van buiten het huis het sner pend geluid van een politiefluit. Als de bliksem sprongen de zeven op het raam toe. „Handen omhoog!" riep de Squid en veertien armen gingen de lucht in, toen de zeven anderen, zich omkeerend, in twee pistoolloopen keken. Plotseling werd de deur opengesmakt en een hoofdagent van politie kwam naar binnen stor men. „Geknipt," zei hij, met een voldaan glim- glachje; en zes agenten vulden nu het vertrek. De zeven gevangenen stonden als versteend Nog meer politie kwam naar binnen, totdat het vertrek geheel, bijna onaangenaam druk, ge vuld was. De Squid zette zijn masker af met een zucht van verlichting en een van de Teven, die blijk baar een Amerikaan was, barstte los. „Elveden!" riep hij uit. „Dus jij ben 't, Jak hals!" De inspecteur glimlachte vriendelijk. „Kijk of ze wapens hebben," beval hij, „en neem hun maskers af." i In vijf minuten tijd stonden de zeven mannen op een rij voor den inspecteur, ontwapend, zon der maskers en met handboeien aan. De hoofdagent overhandigde Elveden de mas- Elveden, nog steeds glimlachend, stak zijn re volver in zijn zak en keek de rij langs. „Een mooie vangst," zei hij. „Dat is Peter Staverton, geloof ik," vervolgde hij, „een heer en soms een inbreker." Toen keek hij naar den tweede in de rij. Aha onze vriend John, de butler, mompelde hij vriendelijk. Toen keek hij naar den Oosterling. „Zoo, zoo, Maha- radjah, jij had beter in Indië kunnen blijven, vind je ook niet? En jij Slim, wat ben jij in slecht gezelschap geraakt. Dat zijn Joch en Scapy en dat.... ja, ja, dat is onze graaf. Hoe staan de zaken, graafnogal.... eh Het aristocratische gelaat van den Fransch- man bleef onbewogen. „Neem die heele bende vlug mee r.aar den wagen," beval Elveden tenslotte. „Ik weet niet juist, hoeveel tijd we nog over hebben. Ik heb jou noodig en nog vijf anderen." De hoofdagent salueerde en gaf zijn mannen een bevel, die twee aan twee, telkens met een gevangene tusschen hen in, aftrokken. Elveden nam het masker van den Squid en zette het achter een van de rieten stoelen. Toen hij zich omkeerde, stond Freddie Leices ter in de deuropening. „De heele kliek geknipt?" vroeg hij. Elveden knikte. „Tot zoover is alles dus als gesmeerd gegaan," zei Freddie. „Ik dacht wel, dat 't hier een goede plaats zou zijn." Hij keek op zijn horloge: „Ik ga er maar weer eens tusschen uit," zei hy. „Hü kan elke minuut komen en ik wil de plech tige ontvangst niet graag bederven." Elveden slceg hem nauwlettend gade. „Waarom mengt u zich eigenlijk hierin?" vroeg hi). „Dat doe ik niet," antwoordde Freddie, „ik ga er uit. Ik houd niet van gewelddadigheden." Hij ging op de deur toe, maar Elveden hield hem even terug. „Uw geheimzinnige bewegingen bevallen me toch niet al te best, mijnheer Leicester," zei de inspecteur. „Me dunkt, u moet daar een verkla ring van geven." Freddie haalde de schouders op. „Is het u niet opgevallen," zei Freddie, „dat onze vriend de Squid van het zilte nat houdt, en dat hij deze plaats van bijeenkomst met opzet koos?" „Die reden gaf je me twee dagen geleden?" „Juist," zei Freddie. „De zee zou 'n mooien weg voor hem zijn, om over te ontsnappen. En vraag me nu niet meer, hij is geen Kanaal zwemmer." „Je bedoelt dat er ergens een jacht of een boot ligt," vroeg Elveden. ,,'t Is mogelijk, maar ik garandeer je, dat hij er geen gebruik van zal maken." „Hij is wel aan andere dingeq ontsnapt, zei Freddie. „Gebruik nou je verstand. Ik heb je een goede aanwijzing gegeven omtrent dit land- huls, en ik geef je er nu weer een. Laat,mij hier maar wat ronddwalen in de buurt, t Kan heusch geen kwaad." De inspecteur haalde de schouders op. „Zooals je wenscht," zei hij onwillig, „maar het is vergeefsche moeite. Als die man eenmaal een voet hier gezet heeft, dan heb ik hem stevig. En ik wil zoo weinig mogelijk kans van mislukking loopen. Het gaat nog om iets meer, dan wat gestolen diamanten." Onwillekeurig ging zijn hand naar den zak, waarin de brief stak van den commissaris. Hij glimlachte. Hy voelde er niets voor, zich de kans te laten ontnemen, die „paar juweelen" terug te krijgen.... en daarby een zeker docu ment, een geheimzinnigen brief, omtrent welken de instructies van zijn superieur zeer duidelijk waren. „Ja, 't gaat nog om heel wat anders,' zei Fred die onverschillig. Bij deze woorden schoot den inspecteur nog iets te binnen. „Ik weet 't niet," zei h«, jnaar ik heb zoon idee, dat jij meer van die zaak afweet, dan de eerste de beste buitenstaander." Freddie grijnsde en stapte achteruit. „Ik ben blij, dat je daar eindelijk ook achter komt." „Ik heb al wel eens zoo half gedachtbe gon Elveden, maar hij zei 't ook maar half, want de deur was dicht. Een paar oogenblikken stond de inspecteur be sluiteloos, toen ging hij op de deur toe, deed die open en trad naar buiten. Freddie was nergens te bespeuren. Hij ging terug in de kamer en dacht nog na, toen de hoofdagent met zijn vijf mannetjes te rugkwamen. De zes mannen trokken de kleeren van de bendeleden aan en de hoofdagent bood den in specteur 't costuum van den Amerikaan. „Doe de maskers voor," beval Elveden, en hij ontdeed zich haastig van zijn zwarte pak en handschoenen. Toen allen gekleed waren, beval hij de anderen, hun plaats in te nemen, terwijl hü zelf bij een van de ramen ging staan. „Wij moeten dit spel tot het einde toe uit spelen," zei hij. „Zoolang totdat hij ons vanzelf aan wijst, waar alles verborgen is. Denk er ook om, dat je het woord „present" in Morse seint door op de tafel te kloppen, als hij een nummer noemt. Jullie weet, wat ik op 't bureau gezegd heb." HU sloeg het woord nog eens af, op het hout werk van 't Venster, en de zes hoofden knikten. „Jullie let ook op, als ik 't waarschuwingstee- ken geef. Laat niemand spreken, of iets buiten gewoons doen, dat is alles." Hij keerde zich tot den hoofdagent. „Geen moeite daar beneden gehad by den wagen?" vroeg hy. „Nee, mynheer," antwoordde de sergeant. „Een of twee werden kwaad, omdat ze hun kleeren moesten afgeven, maar we hebben hen wel weten „over te halen." Ze zijn nu op weg naar Sea- ford." (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 3