Katholiek Overheidspersoneel
de Inktvisch
Moeilijkheden bij
de mijnen
„ST. PAULUS" BIJEEN
TE UTRECHT
HUMFELD'S FINANCIER
door peter baron
DINSDAG 12 JUNI 1934
Als we een onverbrekelijke een
heid blijven vormen, hebben
we voor niets vrees"
De loonsverlaging
Openingsrede L. F. Guit
Steun aan priester-studenten
Centralisatie bondsleiding
Ontslag der gehuwde
onderwijzeres
Ook bij het bijzonder onderwijs
Grondstoffennood
Gebrek aan rubber
DE BACONSMOKKELARIJ
HET CLEARING-INSTITUUT
Dr. Hirschfeld voorzitter van den
Raad van Beheer
DE „OEHOE" ZENDT UIT
Twee Nederlanders buiten
vervolging
SURINAAMSCHE SUIKER IN
ONS LAND
Regularisatie van den prys
Gezins- en Gestichts-
verplegïng
Inleiding van prof. dr. Rutten voor
het Katholiek Verbond voor
Kind erbescherm ing
„Opvoeding in vrijheid en
gebondenheid"
ZWARE BRAND TE BATAVIA
Achthonderd menschen zonder dak
JAARVERGADERING F.I.O.M.
Ontploffing in garage
Zenuwachtige man kon zich met
moeite redden
Op de conferentie met minister
Colijn zijn vele urgente zaken
besproken
KAAS NAAR FRANKRIJK
PATER H. DRIESSCHE f
In de Jezuieten-missie op Java
Door trein gegrepen en gedood
Arbeiders van vreemde
nationaliteit
Belgische invoerrechten
Vreemde arbeiders
Dr. Ir. F. G. WALLER
L. F. GUIT
afdeelingsbesturen
Maandag en Dinsdag wordt te Utrecht de
bondsvergadering van den ,Ned. R.K. Bond van
overheidspersoneel „St. Paulus" gehouden.
Maandagmorgen om 11 uur werd in het ge
bouw „Tivoli" de vergadering met het zingen
van het strijdlied geopend.
Daarna hield de voorzitter, de heer L. F. Guit,
Den Haag, zijn openingsrede.
Spreker begon met een korte schets van den
economischen teruggang in het algemeen en
wees er op, hoe in alle be
drijven een aanval op het
loon wordt gedaan. We ko
men op een lager levens
niveau. Vooral in dezen tijd
is vertrouwen noodig in de
leiders der arbeidersbewe
ging, wier verantwoorde
lijkheid groot is. Gelukkig
bestaat dit vertrouwen in
„St. Paulus", al is er dan
ook critiek, waarvan het
hoofdbestuur de oorzaak wel
kan nagaan. Gebleven is de
kameraadschap tusschen
en het hoofdbestuur.
Op deze vergadering zullen we, aldus spr.,
vooral aandacht moeten wijden aan de loons
verlaging.
Laten we ons de moeilijkheden van den tijd
goed realiseeren. We zijn er nog niet, maar
door middel van onze organisatie, die door ge
loof, hoop en liefde is opgebouwd, zullen we
trachten er weer bovenop te komen.
Er zal vooral voor de groote gezinnen ge
vochten moeten worden. In Amsterdam zijn de
loonen zoodanig verlaagd, dat daarmee een
afschrikwekkend voorbeeld is gesteld.
Er zijn daaromtrent mededeelingen gedaan,
waarvan aan de juistheid getwijfeld wordt,
doch in het openbaar zal hierover nog niet ge
sproken worden.
De strijd van de arbeidersbeweging kon
nu wel eens samengaan met een strijd voor
het geloof en daarom is ook de verant
woording van de St. Paulus-mannen zeer
groot.
Ernstig becritiseerde spr. de laatste minis-
terieele circulaire omtrent de loonsverlaging.
Moeten nu telkens weer opnieuw, zoo vraagt
spr. zich af, de steuimormen worden verlaagd?
We vreezen, dat als op den ingeslagen weg
wordt voortgegaan, de arbeiders naar het pro
letariaat zullen hollen. Er wordt nog al eens
critiek uitgeoefend op het Georganiseerd Over
leg, doch met nadruk merkt spr. op, dat het
hoofdbestuur op het bestaan van dit instituut
grooten prijs stelt, ook al stelt de Minister zich
op het standpunt, dat het G. O. slechts heeft
te adviseeren. Het G. O. blijft een fundament,
waarop we moeten voortbouwen.
In bijna alle Overleg-vergaderingen was een
hoofdbestuurder aanwezig en het gevolg daar
van was dikwijls, dat goede rechtspositie-rege
lingen werden verkregen of bestaande behou
den of verbeterd.
Spr. maakt er ernstig aanmerking op, dat de
Congregatie van de Broeder van Liefde heeft
belet, dat de arbeiders bij de krankzinnigen
gestichten werkzaam, zich organiseeren. Onge
veer een gelijke klacht had spr. aan het adres
van het college van regenten van het St. Ca-
nisius-ziekenhuis te Nijmegen.
Als we een onverbrekelijke eenheid blijven
vormen, hebben we voor niemand of niets vrees,
ook niet voor uit het buitenland geïmporteerde
stelsels (applaus).
De voorzitter deelde hierna een en ander
mede omtrent het Priesterfonds, dat gesticht
wordt door het R.K. Werkliedenverbond.
Het hoofdbestuur stelt voor hierin deel te
nemen met een maximum-bijdrage van 5 cent
per lid.
In dit verband werd er door een afgevaardig
de uit Kerkrade op gewezen, dat in Limburg
reeds een dergelijk fonds bestaat.
De voorzitter antwoordde, dat het op te rich
ten fonds bedoelt formeele hulp te verleenen
aan zonen van leden der katholieke arbeiders
beweging, die voor priester studeeren.
De bestaande fondsen laat men voor wat ze
zijn.
Volgens het jaarverslag, dat thans aan de
orde kwam, bedroeg het aantal leden op 1
April 1934 in totaal 6276 (1 April 1933 6633).
Vanuit de vergadering werd een woord van
protest geuit tegen de regeering, dat „St.
Paulus" niet is gekend bij de samenstelling van
het rapport-Schouten.
De heer Smits, voorzitter der afdeeling
Utrecht, sprak hierna tot de afgevaardigden
een kort woord ter verwelkoming.
Bij de bespreking van het beleid van het
hoofdbestuur begon de afgevaardigde van
Amsterdam met een kort woord van dank aan
het hoofdbestuur, welk dankwoord door velen
werd onderstreept. Een woord van afkeuring
werd gesproken door den afgevaardigde van
Heemstede over de pogingen, die worden ge
daan, om menschen in overheidsdienst uit
openbare vertegenwoordigende lichamen te
weren.
In zijn antwoord bracht de voorzitter de
woorden van dank, die tot het hoofdbestuur
waren gericht, terug op de leden voor hun ver
trouwen en medewerking. Laten we zorgen, al
dus spr., de goede verhouding, die er is, te
handhaven, dan zal men nooit kans krijgen in
den bond een splijtzwam te brengen.
Wat de gemaakte opmerkingen betreft, spr.
moest verschillende klachten ten aanzien van
het verplegend personeel onderstreepen en hij
laakte het, dat zoovele menschen uit den ge
goeden stand in verplegings-inrichtingen gaan
werken, waardoor gesalarieerde personen buiten
de deur worden gehouden.
Nogmaals wees spr. op de groote moeilijkheden
om met katholieke gestichten, waarvan spr.
enkele voorbeelden noemde, tot een goede sa
menwerking te komen. Hetzelfde euvel bestaat
bij sommige schoolbesturen.
Door het hoofdbestuur worden pogingen aan
gewend om de opleiding van leerlingen-verple-
genden te regelen.
Naar aanleiding van het protest over het
weren van gesalarieerde bestuurders uit ver
tegenwoordigende lichamen, merkte de voor
zitter op, dat wanneer men zich op dezen weg
begeeft, nog wel een stap verder gezet zal moe
ten worden en ook andere leden van gemeente
raad e.d. in aanmerking komen, die misschien
met nog meer gouden koorden zijn gebonden
aan de lichamen, die zij vertegenwoordigen.
Dan zou er spoedig geen lid in een gemeente
raad meer overblijven.
De begrooting werd vastgesteld op f97.450.
In de middagvergadering kwam een voorstel
van het hoofdbestuur in behandeling om te
komen tot een zoo volledig mogelijke centrali
satie van het dagelijksch bestuur van den bond.
De vergadering ging in het algemeen met dit
voorstel accoord, doch eenige afgevaardigden
uit het Zuiden gaven den wensch te kennen om
in het Zuiden toch een hoofdbestuurder gesta-
tionneerd te houden.
Het lag n.l. in de bedoeling om zoo spoedig
mogelijk na deze bondsvergadering de bonds-
administratie op het bondskantoor bijeen te
brengen, waardoor ook de financieele adminis
tratie in Den Haag zal worden gevestigd.
Met inachtname van het bondsbelang wor
den de districtsbelangen tot zoo klein mogelijken
omvang teruggebracht en de eventueel noodige
verplaatsing van hoofdbestuurders in overleg
met hen geregeld.
De voorzitter zei in zijn antwoord op de ver
schillende opmerkingen, die naar aanleiding
van dit voorstel gemaakt waren, dat het be
stuur nog onderling de functies moet verdee-
len, maar het in ieder geval de bedoeling is de
centrale leiding vanuit een plaats te doen uit
gaan. Bij de uitwerking van het plan zal met
de hier gemaakte opmerkingen rekening worden
gehouden.
Het voorstel van het hoofdbestuur werd aan
genomen.
Tot slot sprak Pastoor W. Nolet, Amsterdam,
een kort woord over den heropbouw van de
Abdij van Egmond, waarna de vergadering tot
Dinsdag werd verdaagd.
In de avonduren maakten de deelnemérs aan
de bondsvergadering een autotocht door de
provincie.
lijk als excuus, dat hij zoo weinig had laten
hooren.
Hij heeft zich echter veel bezig gehouden
met ontvangstproeven en berichtte, dat hij
Bandoeng en Kootwijk voortdurend met goede
sterkte ontvangt.
Tot Jodphur werkte de „Oehoe" op 31 M.
golf, daarna gaat hij over op de golf van 26.79
meter.
Met betrekking tot het wetsontwerp wijziging
van de artikelen 38, 56 en 97 der lager onder
wijswet (ontslag huwende onderwijzeres) wordt
er ter verduidelijking op gewezen, dat de rege
ling, welke wordt voorgesteld voor de onder
wijzeressen bij het openbaar lager onderwijs,
ook wordt voorgesteld voor die bij het bijzonder
lager onderwijs.
Hiertoe dient het nieuw voorgestelde vlerae
lid van artikel 97, krachtens hetwelk op de ver
goeding aan de schoolbesturen in mindering
wordt gebracht de jaarwedde of wedde van de
gehuwde vrouw, voor zoover niet in het genot
van wachtgeld, die benoemd wordt tot or,dei>-
wijzeres, tenzij de minister wegens gewichtige
redenen beslist, dat die vermindering niet zal
plaats vinden; en de jaarwedde of wedde van
de onderwijzeres, die in het huwelijk treedt en
aan wie niet met ingang van den dag van het
huwelijk ontslag is verleend.
De regeling voor het bijzonder onderwijs is
getroffen in een ander artikel en in een anderen
vorm, dan die voor het openbaar onderwijs,
doordat deze soorten onderwijs in positie onder
ling verschillen. Echter is de strekking van de
voorgestelde bepalingen voor openbaar en voor
bijzonder onderwijs gelijk.
De „Ueberwachungsstelle fiir Kautschuk"
heeft een decreet uitgevaardigd, waarbij aan de
grossiers in rijwielbanden bevolen wordt, precies
hun voorraden op te geven. De verkoop van rij
wielbanden is voorloopig verboden. Dus regel
rechte rubbernood als tijdens den wereldoorlog.
Leve het surrogaat!
Overeenkomstig de stichtingsakte van het
Nederlandsche clearingsinstituut heeft de mi
nister van Economische Zaken a.i. met ingang
van 26 Mei benoemd in den Raad van Deheer:
tot lid en voorzitter dr. H. M. Hirschfeld,
directeur-generaal van Handel en Nijverheid;
tot lid ir. S. L. Louwes, regeeringscommissaris
voor de uitvoering van de tarwewet. Als lid van
den Raad van Beheer, belast met het directeur
schap, is met ingang van 30 Mei j.l. benoemd
prof. mr. G. J. W. J. Bruins. Voorts heeft de
Nederlandsche Bank prof. mr. A. M. de Jong
aangewezen als lid van den Raad van Beheer.
In den nacht van Zaterdag op Zondag waren
de heeren Hegener en Suttorp weer op den
luisterpost der Phohi te Huizen.
Eerst om 6.20 Amsterdamschen zomertijd
hoorden zij den algemeenen oproep van de
„Oehoe":
„Ontvang op sleepdraad dertien golven.
Na bovengenoemd bericht, dat op luidspreker
opgenomen werd, is niets meer gehoord. De
ontvangst-sterkte werd steeds zwakker, tot on-
166S)D&^Ï»
Om 14 uur vernam men door bemiddeling
van het personeel van den Indischen telefoon
dienst, dat Bandoeng om 19.03 Midden-Java-
tijd, de Oehoe" zwak ontving. Om 9.34 goed
en om 9.45 nog steeds goed.
Maandagochtend 1.40 seinde de „Oehoe":
„Verlaten om 23.20 G.M.T. Jodphur op weg
naar Allahabad, vliegen op 2000 Meter hoogte.
Om 2.40: „Wij hooren Kootwijk heel goed.
Hebben betrekkelijk weinig geseind."
Dit laatste seinde de heer Loos waarschyn-
Ter zake van de rechtszaak betreffende de
baconsmokkelarij deelt „Het Handelsblad" nog
mede, dat tegen den handelaar N. ,Sp. te Ouder
kerk a. d. IJsel en zijn chauffeur G. T. geen
vervolging zal worden ingesteld. Deze twee be
hooren tot het viertal, dat indertijd tegelijk
met den Belg C. v. d. E. gearresteerd werd in
verband met de uitgebreide smokkelgeschiede-
nis. Zij hebben beiden geruimen tijd in voor-
loopige hechtenis doorgebracht, waaruit zij thans
worden ontslagen. Zij zullen niet als getuige in
de zaak tegen v. d. E. en A. P. voor de Rotter -
damsche rechtbank verschijnen.
In de zitting der Koloniale Staten van Suri
name heeft de gedelegeerde van den gouver
neur verklaard, dat een gemakkelijker plaats-
sing bereikt was voor Surinaamsche suiker op
de Nederlandsche markt.
„De West" verneemt, dat de bedoeling der
regeering is om de aan te voeren Surinaam
sche suiker aan te wenden tot het regulari-
seeren van den suikerprijs in Nederland.
Op de vergadering van het Katholiek Ver
bond voor kinderbescherming, welke Maandag
in hotel „Kasteel van Antwerpen" te Utrecht
werd gehouden, hield des middags Prof. Dr. Th.
Rutten een inleiding over het onderwerp:
In deze inleiding besprak de hoogleeraar de
opvoeding dier kinderen, die tengevolge van
verschillenden aard factoren in de gestichten
of in vreemde gezinnen moeten worden onder
gebracht.
In den aanvang zijner rede constateerde spre
ker, dat men met zeer jonge kinderen som»
droevige ervaringen heeft opgedaan, wanneer
zij in gestichten werden ondergebracht.
Wat hun ontbroken heeft, is het persoonlijk
contact met den volwassene, wat in een gezin
geboden wordt. Het jonge kind vooral, heeft
een volwassene noodig tot wien het zich vrij en
onbevangen wenden kan. Ook voor de lichame
lijke ontwikkeling is dit contact noodig.
In het gezin heeft het kind een eigen, duide
lijk omlijnde plaats in de familie, daarin komt
de eigenwaarde tot uiting en die eigenwaarde
heeft ook het jonge kind reeds broodnoodig. In
gestichten en ziekenhuizen mist bet noodzake
lijk dat besef van eigenwaarde.
Voor het schoolkind daarentegen behoeft het
gesticht niet minder gunstig te werken dan het
gezin. Noodig is daarbij echter, dat het ge
stichtsleven zich richt op het gezinsleven. Het
instituut der opvoedingsgestichten is nu een
maal een noodzakelijk kwaad, maar dat neemt
niet weg, dat het ook voordeelen heeft, zooais
daar b.v. zijn de regelmaat der dagmdeeling, de
zorg voor zindelijkheid en netheid en het per
soonlijke voorbeeld van volwassenen, die in de
gestichten de charitas beoefenen. Verder vrij
waart het gesticht in vele gevallen voor uiter
lijke en innerlijke verwildering. Heel wat kin
deren behoeven meer bescherming tegen de
maatschappij, dan de maatschappij tegen hen.
Vooral voor zwakzinnige kinderen is de ge-
stichtsverpleging gewenscht, boven de plaatsing
in een vreemd gezin. Zoo kan de dagschool de
gevaren van de straat voor een debiel kind nooit
geheel wegnemen.
Daar komt bij, dat men in een gesticht over
een rijke ervaring beschikt, waarop men zich
steeds georiënteerd houdt.
Nadeelen biedt het gesticht aan den anderen
kant ook verschillende. Het feit, dat kinderen
in een gesticht worden ondergebracht, is een
vingerwijzing naar hun gebreken; daarin ver
schilt het gesticht dus geheel van het gezin. De
ouders zijn optimistisch waar het hun kinderen
betreft, de gestichtsopvoeder niet, hij heeft daar
geen reden toe.
Een groot nadeel is ook, dat het kind went
aan het gestichtsmiüeu, met het gevolg, dat het
gevaar gaat dreigen, dat het zijn houding zoo
aan de gestichtsverhoudingen gaat fixeeren, dat
het een valsche waardeering krijgt van het vrije
leven daarbuiten. De gestichts-omgeving is koud
en zakelijk en daar buiten lijkt alles zoo goed
en mooi.
Spelen en wandelen enz. is in een gesticht
altijd gedwongen, aan reglementen onderhevig:
het kind krijgt geen gelegenheid in te grijpen
in de machtspositie van een ander. Altyd is
er toezicht, altijd leeft het in ahgst om, wan
neer het zich vrij-uit wil leven, de vermanende
of bestraffende stem van een toezichthoudend
volwassene te hooren.
Om deze gebreken te verzachten kan waar
schijnlijk veel worden bereikt met een open of
gedeeltelijk open gestichtsmilieu. Verder moet
men in een gesticht zorgen, dat het tempo van
den nieuwen tijd ook hier wordt ingevoerd. Ook
moet er al het mogelijke worden gedaan om het
kind te amuseeren door tooneel- en oioscoop-
voorstellingen enz.
Het is spr.'s vaste overtuiging, dat persoon
lijk contact en spel de grootste opvoedkundige
waarden hebben; dan komt eerst de arbeid Bij
de sport leert het kind zich naar bepaalde re
gels te schikken; de sport kweekt daarom eer
lijkheid en gemeenschapsgevoel naast verant
woordelijkheidsbesef. Verder wordt bij het spel
nauwgezetheid aangekweekt en het geheugen
getraind.
Buitengewoon goed lijkt spreker voor het kind
het „boy-scout" zijn: de padvinderij. D:r toch
biedt alles waaraan het kind in zijn ontwikke
ling behoefte heeft.
Na deze inleiding werden Prof. Rutten ver
schillende vragen gesteld, welke naar aller ge
noegen door hem zijn beantwoord.
BATAVIA, 11 Juni (Aneta) Bij een zwaren
brand in de wijk Kwitang te Batavia gingen
200 pintoes in vlammen op, waardoor 800 per
sonen dakloos werden.
De Nederl. Federatie van Instellingen voor de
ongehuwde moeder en haar kind (F.I.O.M.) hield
Maandag te Utrecht haar jaarlijksche algem.
vergadering in 't Jaarbeursgebouw, onder voor
zitterschap van dr. N. M. Josephus Jitta.
In de morgenuren werden over „het vraag
stuk der hulpverleening aan de buitenlandsche
Het blad van 9 Juni bevat art. over: Wat gebeurt er met de belasting
inkomsten voortspr. uit de verzwegen vermogens en inkomsen? Nieuwe
Amerik. dividend-politiek. Corresp. over Ned. Handel Mij. - Sumatra
Rubber - British Bemberg enz. L. v. Meerderv. 64, Den Haag.
Abonnementsprijs ƒ6 per half jaar. Losse nummers 30 ct. Giro 31600.
oneghuwde moeder in Nederland" prae-advie-
zen uitgebracht door den heer H. Clasie, inspec
teur bij den Vreemdelingendienst aan 't hoofd
bureau van politie te Amsterdam en door mevr.
C. Smits de Wit, secretaresse der Zitavereeniging
te Leiden.
Door beide prae-adviseurs werd naar voren ge
bracht, dat het gewenscht is, dat een uniforme
regeling tot stand komt voor het geheele land,
ten aanzien van de terugzending naar het
buitenland van buitenlandsche ongehuwde moe
ders.
Des middags werden drie bestuursleden geko
zen, t.w. mevr. C. J. van Heemskerck v. Beest
baronesse van Reede tot Ter Aa, presidente van
den Ned. Vrouwenbond tot verhooging van het
zedelijk bewustzijn; mevr. C. van SchaikDob-
belman, presidente van de vereeniging Onder
linge Vrouwenbescherming en dr. G. J. Lubbers,
geneesheer-directeur van de Kweekschool voor
Vroedvrouwen te Heerlen. De voorzitter en de
secretaris, dr. N. M. Josephus Jitta en mr. H. M.
L. H. Sark, werden bij acclamatie herkozen.
Over het onderwerp „Afstand van natuur
lijke kinderen aan pleegouders" werden prae-
adviezen uitgebracht door mr. J. Overwater,
kinderrechter bij de Arrondissementsrechtbank
te Rotterdam en door mr. H. M. L. H. Sark,
secretaris van de F.I.O.M. O.m. kwamen de beide
prae-adviseurs tot de conclusie, dat wegens ju
ridische, sociale en ethische bezwaren afstand
van natuurlijke kinderen aan pleegouders prin
cipieel moest worden veroordeeld. Slechts in zeer
bijzondere gevallen, bijv. bij ongeneeslijke ziekte,
krankzinnigheid of misdadigheid der moeder
of in het geval van volkomen ongeschiktheid
tot het opvoeden van een kind, is afstand ge
rechtvaardigd. Een actie worde gevoerd tegen
het opnemen van advertenties in de pers be
treffende afstand en aanneming van kinderen.
Bij de discussie kwam naar voren, dat voor
de zeldzame gevallen, waarin afstand van het
kind aan geschikte pleegouders wel gewenscht
is een invoering bij de wet van adoptie nood
zakelijk is.
De vergadering, die druk bezocht was, werd
bijgewoond door dr. Hemmes, inspecteur bij de
Volksgezondheid, als vertegenwoordiger van
den minister van Sociale Zaken.
Maandagmorgen om half 11 is 'n flinke brand
uitgebroken in de garage van J. Spierdijk in de
Laurensstraat 51 te Rotterdam. In de garage
stonden 2 luxe-auto's en een bestelauto. De 40-
jarige J. Spierdijk wilde den bestelauto naar
buiten rijden, waarop bij het aanslaan van
den motor deze in brand vloog.
S. verliet overhaast de garage, maar voor
dat hij buiten kwam volgde een explosie, ver-
moedëlük door het springen van een bus ben
zine, waardoor de geheele garage dadelijk in
lichter laaie stond. In zijn zenuwachtigheid
wierp S. de garagedeur, die openstond, dicht,
nog voordat hij buiten was. Door de explosie
was een groot ruit boven de deur kapot ge
sprongen en door deze ruit wist S. zich ten
slotte in veiligheid te stellen.
De garage brandde geheel uit. De auto's wer
den geheel vernield. Zij waren niet verzekerd.
De brandweer die spoedig ter plaatse kwam,
wist het vuur in de garage met drie stralen
te blusschen. Boven de garage bevinden zich
drie etages die als meubelopslagplaats gebruikt
worden. Daar de garage brandvrij was afge
sloten en mede door het krachtige optreden
van de brandweer, werd voorkomen dat deze
etages, waar meubelen lagen, mede verbrand
den.
De waarnemend directeur-generaal van den
Landbouw maakt bekend, dat, blijkens mede-
deeling van den Rijkslandbouwconsulent te
Parijs, Nederlandsche exporteurs van kaas
moeilijkheden ondervinden bij den invoer van
kaas in Frankrijk, wanneer de kaas rood ge
kleurd is met een verfstof, genaamd Soudan IV.
welke niet is opgenomen in de door de Fransche
regeering vastgestelde Hjst van de voor dit doel
geoorloofde kleurstoffen.
Belanghebbenden wordt in overweging gegeven,
zoolang genoemde kleurstof niet in bedoeld
besluit zal zijn opgenomen, geen kaas gekleurd
met die verfstof naar Frankrijk uit te voeren.
Op 59-jarigen leeftijd is Zondag te Semarang
in het St. Elisabeths-Ziekenhuis overleden pa
ter H. E. F van Driessche S.J., onder-pastoor
van Djokja. Pater van Driessche is priester
gewijd in 1909 en is sinds 1912 werkzaam in de
parochie aan de Kampementstraat te Djokja-
k&rtE
Het' stoffelijk overschot is Maandag naar
Djokja overgebracht en te Moentilan begraven
Te Buitenpost is het 9-jarig zoontje van
den spoorwegwerker Pietersma, toen hij de
spoorbrug over de Dokkummervaart overliep,
door een trein gegrepen en gedood.
In verband met de aan de burgemeesters van
Heerlen, Kerkrade, Brunssum, Hoensbroek en
Geleen door den minister-president dr. Colijn
verleende audiëntie, over den noodtoestand in
de mijnstreek, kan nog worden medegedeeld,
dat een der kardinale punten, die ter sprake
gebracht werden, was, de kwestie van de rege
ling van den afzet van kolen in ons land en
de contingenteering van den buitenlandschen
invoer, daar de steenkool het eenige product
is, dat niet aan beperkten invoer is onderwor
pen. De regeering zit vast aan bepaalde ver
dragen, o.a. met Duitschland, waarbij de in
voer van 4.2 millioen ton steenkool is toege
staan en eerst eindigt op het einde van dit
jaar. Ons land daarentegen slechts 100.000
ton steenkool per maand aan Duitschland le
veren. Deze levering gaat blijkbaar reeds met
moeilijkheden gepaard. Op het oogenblik wor
den ook groote hoeveelheden Poolsche steen
kool ingevoerd. Over de eerste vier maanden
van 1934 bedroeg het verschil tusschen den in-
en uitvoer van steenkolen, vergeleken met
hetzelfde tijdperk van het vorige jaar 274000
ton. Wij boeren dus belangrijk achteruit.
Van belang is zeer zeker ook de kwestie van
de door België geheven invoerrechten ad 10
francs per ton. Bij deze kwestie speelt echter
het meest begunstigde verdrag een rol van niet
geringe beteekenis.
Van grooten invloed zou ook kunnen zijn 'n
eventueel op te leggen verplichting aan open
bare en semi-officieele lichamen Nederlandsche
steenkool te doen gebruiken, waardoor het de
biet van onze mijnen in eigen land aanzienlijk
zou stijgen.
Het is een wikken en wegen naar alle zijden,
daar aan deze aangelegenheid andere kwesties
zich onvermijdelijk aansluiten. De aangekon
digde loonsverlaging door de gezamenlijke mijn-
directies van 10 pet. per 1 Juli, kan uit den
aard der zaak niet onbesproken zijn gebleven.
Er zijn immers bovengrondsche arbeiders die
per dag f 3.20 verdienen. Bij een werkweek van
vier dagen daalt hun loon tot de uitkeeringen
aan werkloozen en de loonen by de werkver
schaffing.
Op de audiëntie werd aangedrongen op het
bevorderen van het ontslaan van vreemde ar
beiders, die in het buitenland woonachtig zijn
en hen te vervangen door Nederlandsche arbei
ders. Eenzelfde maatregel werd eveneens be
pleit ten aanzien van alle ongehuwde arbeiders
van vreemde nationaliteit, die In Nederland
zijn gevestigd, doch wier ouders in het buiten
land woonachtig zyn.
Daarenboven zou uitvoering van voorname
werken in de mijnstreek, door werklooze mijn
werkers (60 millioen gulden plan, b.v. aanleg
van groote verkeerswegen en een verbindings
kanaal van het hart der mijnstreek naar het
Julianakanaal) een groote verlichting in de
mijnstreek kunnen bevorderen.
Ter sprake kwamen ook nog de verlaging van
de woninghuren en annuïteiten, het verstrekken
van rundvleesch in blik, van onvermengde mar
garine en de verlaging van de spoorwegtarieven,
die inmiddels van eexnige beteekenis is gewor
den door de gedeeltelijke opening van het Ju
lianakanaal.
Het is thans 55 jaar geleden, dat de bekende
dr. ir. F. G. Waller, oud-directeur der Nederl.
Gist- en Spiritusfabriek te Delft als studee-
rend technoloog aan de voormalige Polytech
nische school aldaar, in dienst trad van ge
noemde fabriek.
In 1882 slaagde hij voor het examen van
technoloog en werd aan de fabriek benoemd
tot chef van fabricatie. 6 September 1884 werd
hij benoemd tot onderdirecteur en 30 April
1885 tot mede-directeur, 29 April 1905 tot eenig
directeur.
30 April 1906 werd hij benoemd tot president
directeur. 3 Mei 1925 trad hij op 65-jarigen
leeftijd af als president-directeur.
Dr. Waller verkreeg 1 Juli 1914 den graad
van doctor in de chemie, honoris causa, van
de Universiteit te Groningen; op 6 October
1925 werd hem het doctoraat verleend in de
technische wetenschap, honoris causa, door den
Senaat der Technische Hoogeschool te Delft.
71
Korte Inhoud van het voorafgaande:
John Richmond, agent van den Britschen
Geheimen Dienst, wordt vermoord door den
Squid", die hem door geheel Europa is
gevolgd, in het huis van Sir Marcus Losely,
die zelf ook gewond wordt. De Squid kan
echter de geheime mededeelingen, die Rich
mond bij zich heeft, niet bemachtigen
Jaren later wordt bi) Sir Marcus ingebroken
en een imitatie van de Losely-tlara, een
kostbaar familiestuk, gestolen. In de tiara
is een geheim document verborgen. De
daders van den diefstal, die wederom werk
van Squid ls, kan inspecteur Elveden ech
ter niet te pakken krijgen. Freddie Leices
ter, een neef van Sir Marcus, verdwijnt
vervolgens plotseling en wordt door den
Squld gevangen gehouden. Na eenige dagen
ontsnapt hij, maar dan is Leslie Richmond,
de dochter van John en pupil van Sir Mar
cus door de bende ontvoerd. Jimmy Cra
ven' weet zijn verloofde Leslie echter op
te sporen).
H« kwam naderbij, ging den hoek1 om en
klopte tweemaal op de deur.
Een der raam-lui ging naar de deur en deed
die open.
„Goeden avond, heeren," zei 'n gedempte stem.
De bende boog als een man, de drie bij het
vuur stonden op en gingen opzij, om plaats te
maken voor hun leider.
Met een kort knikje ging de Squid op den
haard toe, en ging er met zijn rug naartoe staan.
Zeven paar nieuwsgierige oogen waren op hem
gevestigd.
Rustig stak hy zün handen in zyn zakken en
keek hen aan.
Sommigen keken elkaar aan. Er hing iets
vreemds in de lucht.
En dat was zoo.
Plotseling klonk van buiten het huis het sner
pend geluid van een politiefluit. Als de bliksem
sprongen de zeven op het raam toe.
„Handen omhoog!" riep de Squid en veertien
armen gingen de lucht in, toen de zeven anderen,
zich omkeerend, in twee pistoolloopen keken.
Plotseling werd de deur opengesmakt en een
hoofdagent van politie kwam naar binnen stor
men.
„Geknipt," zei hij, met een voldaan glim-
glachje; en zes agenten vulden nu het vertrek.
De zeven gevangenen stonden als versteend
Nog meer politie kwam naar binnen, totdat
het vertrek geheel, bijna onaangenaam druk, ge
vuld was.
De Squid zette zijn masker af met een zucht
van verlichting en een van de Teven, die blijk
baar een Amerikaan was, barstte los.
„Elveden!" riep hij uit. „Dus jij ben 't, Jak
hals!"
De inspecteur glimlachte vriendelijk.
„Kijk of ze wapens hebben," beval hij, „en
neem hun maskers af."
i In vijf minuten tijd stonden de zeven mannen
op een rij voor den inspecteur, ontwapend, zon
der maskers en met handboeien aan.
De hoofdagent overhandigde Elveden de mas-
Elveden, nog steeds glimlachend, stak zijn re
volver in zijn zak en keek de rij langs.
„Een mooie vangst," zei hij.
„Dat is Peter Staverton, geloof ik," vervolgde
hij, „een heer en soms een inbreker." Toen keek
hij naar den tweede in de rij. Aha onze vriend
John, de butler, mompelde hij vriendelijk. Toen
keek hij naar den Oosterling. „Zoo, zoo, Maha-
radjah, jij had beter in Indië kunnen blijven,
vind je ook niet? En jij Slim, wat ben jij in
slecht gezelschap geraakt. Dat zijn Joch en
Scapy en dat.... ja, ja, dat is onze graaf. Hoe
staan de zaken, graafnogal.... eh
Het aristocratische gelaat van den Fransch-
man bleef onbewogen.
„Neem die heele bende vlug mee r.aar den
wagen," beval Elveden tenslotte. „Ik weet niet
juist, hoeveel tijd we nog over hebben. Ik heb
jou noodig en nog vijf anderen."
De hoofdagent salueerde en gaf zijn mannen
een bevel, die twee aan twee, telkens met een
gevangene tusschen hen in, aftrokken.
Elveden nam het masker van den Squid en
zette het achter een van de rieten stoelen.
Toen hij zich omkeerde, stond Freddie Leices
ter in de deuropening.
„De heele kliek geknipt?" vroeg hij.
Elveden knikte.
„Tot zoover is alles dus als gesmeerd gegaan,"
zei Freddie. „Ik dacht wel, dat 't hier een goede
plaats zou zijn."
Hij keek op zijn horloge:
„Ik ga er maar weer eens tusschen uit," zei hy.
„Hü kan elke minuut komen en ik wil de plech
tige ontvangst niet graag bederven."
Elveden slceg hem nauwlettend gade.
„Waarom mengt u zich eigenlijk hierin?" vroeg
hi).
„Dat doe ik niet," antwoordde Freddie, „ik ga
er uit. Ik houd niet van gewelddadigheden."
Hij ging op de deur toe, maar Elveden hield
hem even terug.
„Uw geheimzinnige bewegingen bevallen me
toch niet al te best, mijnheer Leicester," zei de
inspecteur. „Me dunkt, u moet daar een verkla
ring van geven."
Freddie haalde de schouders op.
„Is het u niet opgevallen," zei Freddie, „dat
onze vriend de Squid van het zilte nat houdt, en
dat hij deze plaats van bijeenkomst met opzet
koos?"
„Die reden gaf je me twee dagen geleden?"
„Juist," zei Freddie. „De zee zou 'n mooien
weg voor hem zijn, om over te ontsnappen. En
vraag me nu niet meer, hij is geen Kanaal
zwemmer."
„Je bedoelt dat er ergens een jacht of een boot
ligt," vroeg Elveden. ,,'t Is mogelijk, maar ik
garandeer je, dat hij er geen gebruik van zal
maken."
„Hij is wel aan andere dingeq ontsnapt, zei
Freddie. „Gebruik nou je verstand. Ik heb je
een goede aanwijzing gegeven omtrent dit land-
huls, en ik geef je er nu weer een. Laat,mij hier
maar wat ronddwalen in de buurt, t Kan heusch
geen kwaad."
De inspecteur haalde de schouders op.
„Zooals je wenscht," zei hij onwillig, „maar
het is vergeefsche moeite. Als die man eenmaal
een voet hier gezet heeft, dan heb ik hem
stevig. En ik wil zoo weinig mogelijk kans van
mislukking loopen. Het gaat nog om iets meer,
dan wat gestolen diamanten."
Onwillekeurig ging zijn hand naar den zak,
waarin de brief stak van den commissaris.
Hij glimlachte. Hy voelde er niets voor, zich
de kans te laten ontnemen, die „paar juweelen"
terug te krijgen.... en daarby een zeker docu
ment, een geheimzinnigen brief, omtrent welken
de instructies van zijn superieur zeer duidelijk
waren.
„Ja, 't gaat nog om heel wat anders,' zei Fred
die onverschillig.
Bij deze woorden schoot den inspecteur nog
iets te binnen.
„Ik weet 't niet," zei h«, jnaar ik heb zoon
idee, dat jij meer van die zaak afweet, dan de
eerste de beste buitenstaander."
Freddie grijnsde en stapte achteruit.
„Ik ben blij, dat je daar eindelijk ook achter
komt."
„Ik heb al wel eens zoo half gedachtbe
gon Elveden, maar hij zei 't ook maar half, want
de deur was dicht.
Een paar oogenblikken stond de inspecteur be
sluiteloos, toen ging hij op de deur toe, deed die
open en trad naar buiten.
Freddie was nergens te bespeuren.
Hij ging terug in de kamer en dacht nog na,
toen de hoofdagent met zijn vijf mannetjes te
rugkwamen.
De zes mannen trokken de kleeren van de
bendeleden aan en de hoofdagent bood den in
specteur 't costuum van den Amerikaan.
„Doe de maskers voor," beval Elveden, en hij
ontdeed zich haastig van zijn zwarte pak en
handschoenen.
Toen allen gekleed waren, beval hij de anderen,
hun plaats in te nemen, terwijl hü zelf bij een
van de ramen ging staan.
„Wij moeten dit spel tot het einde toe uit
spelen," zei hij. „Zoolang totdat hij ons vanzelf
aan wijst, waar alles verborgen is. Denk er ook
om, dat je het woord „present" in Morse seint
door op de tafel te kloppen, als hij een nummer
noemt. Jullie weet, wat ik op 't bureau gezegd
heb."
HU sloeg het woord nog eens af, op het hout
werk van 't Venster, en de zes hoofden knikten.
„Jullie let ook op, als ik 't waarschuwingstee-
ken geef. Laat niemand spreken, of iets buiten
gewoons doen, dat is alles."
Hij keerde zich tot den hoofdagent.
„Geen moeite daar beneden gehad by den
wagen?" vroeg hy.
„Nee, mynheer," antwoordde de sergeant. „Een
of twee werden kwaad, omdat ze hun kleeren
moesten afgeven, maar we hebben hen wel weten
„over te halen." Ze zijn nu op weg naar Sea-
ford."
(Wordt vervolgd)