Het jubileum van „De Amstel"
Nadere wijziging landbouwcrisiswet
ïlliiBi
Woningvraagstuk
OORDEEL DER TWEEDE
KAMER
DE EINDWEDSTRIJDEN
Wekeli jksch beurs-
overzicht
ZONDAG 17 JUNI 1934
Heffing oliehoudende
zaden
Eigenaardige rechtzaak
De tewater-lating van de
„Bloemfontein"
De Overnaadsche Vier
voor „De Amstel"
Huren moeten omlaag
Betere samenwerking met het ge
organiseerd bedrijfsleven
bepleit
Knoeierijen
Steun aan andere bedrijfstakken
Een nieuwe heffipg?
T uchtrechtspraak
Een afdoend stopteeken
Een geschil over het Zwitsersche
wapen en dat van het
Roode Kruis
De autoriteiten aan het woord
URKER VISSCHERS IN
MOEILIJKHEDEN
Laga won in fraaien stijl het num
mer Jonge Acht B van de Club
Nautique de Gand
Overnaadsche skiff
Jonge skiff A
Uitslag: 1 Willem m (Ten Houten) tyd 6
min. 1.5 sec.; 2 Njord (Bok) op ruim drie
lengten.
Lichte skiff
Jonge Twee B
Overnaadsche Vier
Jonge Vier A
Jonge Acht B
De postvluchten
De „Snip", op thuisreis, is te Jodphur aange
komen.
Dezer dagen publiceerden wij een beschou
wing over de plannen omtrent de film
„Dood Water". Hierboven Jan Musch als
een Volendammer visscher
Lezing van mr. Liebaert Peerbolte
voor de adviesclub voor alge
meene en sociale zaken
De woningwet in den tegen
woordigen tijd
Lintbebouwing en
verkeer
Streekplannen
ïsh
(Samengesteld door de Spaame-Bank N.V.
Amsterdam)
Verschenen is het voorloopig verslag der
Tweede Kamer inzake het wetsontwerp nadere
wijziging van de landbouwcrisiswet 1933 en in
trekking van de tarwewet 1931, de crisiszuivel-
wet 1932 en de crisisvarkenswet 1932.
Hoewel men algemeen instemde met het
streven der regeering naar meer eenheid in het
crisisbeleid, waren verscheidene leden voorals
nog niet overtuigd, dat het ter bereiking daar
van noodzakelijk zou zijn, de uitgewerkte rege
lingen, neergelegd in de in te trekken wetten,
te vervangen door de algemeene volmacht, aan
de regeering in de landbouwcrisiswet verleend.
Vele andere leden, hoewel niet blind voor de
bezwaren, aan de beoogde centralisatie verbon
den, beschouwden ze als noodzakelijk. In de
praktijk zal h.i. een zeer groote feitelijke be
voegdheid worden gelegd in handen van een
klein college van regeeringscommissarissen; ook
dit achtte men noodzakelijk.
Echter uitten eenige leden de vrees, dat
de beslissende macht inzake crisismaatrege
len op deze wijze hoe langer hoe verder zal
komen af te staan van degenen, voor wie
en over wie deze maatregelen worden ge
nomen. Daarom bepleitten sommige leden
een betere samenwerking met het georgani
seerde bedrijfsleven.
Eenige andere leden voegden daaraan toe,
lat, indien aan de organisaties meer macht zou
worden gegeven, in ieder geval niet alleen de
landbouworganisaties, doch ook de organisaties
van die bedrijven welke slechts indirect bij de
crisismaatregelen betrokken zijn, bij voorberei
ding en uitvoering daarvan zouden moeten wor
den erkend.
Sommige leden brachten h.i. gerechtvaardigde
critiek ter sprake, waaraan de uitvoering der
crisiswetten bloot staat. Aardappelenhandelaren
mogen niet aangewezen worden om beslissin
gen te nemen omtrent aanvragen voor vergun
ningen om als aardappelhandelaar op te treden.
Directeuren van zuivelfabrieken mogen geen
zeggenschap hebben omtrent het al of niet geven
van vergunningen tot levering van consumptie-
melk in hun district. Enz.
Hiertegen werd opgemerkt, dat aan uitvoering
door ondeskundigen nog grootere bezwaren ver
bonden zijn. Voor ongewenschte practijken be
hoeft thans te minder worden gevreesd, nu de
uitvoering der crisismaatregelen reeds zoozeer
is gecentraliseerd en gewestelijke crisisorgani
saties, een crisisopsporingsdienst en een crisis-
tuchtrechtspraak zijn ingesteld.
Verscheidene leden critiseerden het optreden
van ambtenaren; in het bijzonder bij de crisis
varkenswet.
Sommige leden betwijfelden echter, of het
zelfs by gecentraliseerde en verbeterde contröle
wel mogeiyk zal zijn, afdoende toezicht te hou
den op de naleving van de tallooze voorschrif
ten. Ondanks al deze voorschriften wordt de
toestand in den landbouw steeds slechter.
Zal de beoogde centralisatie, zoo vroegen deze
leden in het byzonder, invloed kunnen hebben
op de positie der varkenshouders? In hun krin
gen heerscht groote ongerustheid. Maanden ge
leden hebben de mesters hun varkens aan de
plaatseiyke zaakvoerders der varkenscentrale
ter aflevering tegen de door die centrale vast
gestelde prijzen opgegeven. Thans echter heeft
de centrale plotseling den prüs met 3 cent per
K.G. verlaagd. Is het in gebreke biyven der
centrale, behalve aan de verminderde uitvoer-
mogeiykheid, ook niet voor een vry belangrijk
deel toe te schreven aan de knoeieryen met
oormerken en andere wetsontduikingen? Is daar
in door doeltreffender toezicht en met behulp
van de voorgestelde scherpere bepalingen der
landbouwcrisiswet verbetering te brengen?
Volgens andere leden moet men den in
vloed van knoeierijen op het gebied van de
crisisvarkenswet niet overschatten. De oor
zaken van de bestaande moeilijkheden moe
ten ook gezocht worden in den verminderden
uitvoer. Verscheidene leden hadden echter
den indruk gekregen, dat de regeering ten
aanzien van den uitvoer ook naar Engeland
te optimistisch is geweest. Zij vroegen in
lichtingen omtrent de afneming door België
en Frankrijk. Is met Italië iets omtrent de
afneming overeengekomen? Wil de regeering
de te zwaar geworden varkens alsnog doen
overnemen?
Van andere zyde werd In het algemeen crisis
beleid vertrouwen uitgesproken. Met vermijding
van groote schokken wordt naar aanpassing ge
streefd.
Het had echter verscheidene leden verwon
derd, in de memorie van toelichting meegedeeld
te zien, dat ten aanzien van het geheele crisis
beleid der regeering vastomiynde denkbeelden
bestaan. Zij vreesden, dat dit een wat al te posi
tieve uitlating is. zy beriepen zich op de vee
afslachting en de omzetting van gras- in bouw
land.
Verscheidene leden drongen er op aan, dat
in de thans bestaande verhouding tusschen de
prüzen van boter en margarine geen wijziging
zal worden gebracht, daar dit zeer nadeelige
gevolgen zou hebben voor de margarine-indus
trie.
Andere leden kwamen krachtig tegen dezen
aandrang op. H.i. gaat het niet aan, de mar
garineproductie op den tegenwoordigen voet in
stand te houden, terwyi de veestapel moet wor
den ingekrompen. De maatregelen tot beperking
van de margarineproductie gingen hun niet ver
genoeg.
In verband met verschillende uitspraken der
regeering, dat verdere uitspraken der tarwe-
cultuur niet wenschelijk is, vertrouwden ver
scheidene leden te mogen vernemen, dat een
verhooging van het mengpercêntage niet in haar
bedoeling ligt.
Volgens dezelfde leden behoort een uitbrei
ding van de steunverleening aan den landbouw
niet plaats te vinden, althans niet, indien niet
tegelijk maatregelen worden genomen ter onder
steuning van andere bedrüfstakken, welke van
den landbouwsteun nadeel ondervinden.
Van andere zyde werd aangevoerd, dat het
niet juist is, elke uitbreiding van den landbouw
steun bij voorbaat af te wijzen. Of zulk een
uitbreiding noodig zal zijn, zal toch afhangen
van omstandigheden, welke thans nog niet over
zien kunnen worden.
Verscheidene leden scheen het niet juist, dat
de middelen van het landbouwcrisisfonds ook
kunnen worden aangewend ten behoeve van be
drijfstakken, welke met den landbouw niets te
maken hebben. Zij wilden die middelen uit
sluitend reserveeren tot steun aan den eigen
lijken landbouw, met inbegrip dan van veeteelt
en tuinbouw.
Tegen dit betoog rees van andere zijde krach
tig verzet.
Bij art. 1 is het eenigen leden niet duidelyk,
waarom als motief voor het niet aanstonds in
trekken der drie bedoelde wetten mede wordt
opgegeven, dat eerst alle uit hoofde van deze
wetten ingestelde vervolgingen zullen moeten
worden afgehandeld.
Bij art. 2 wordt er op gewezen dat in de lijst
der crisisproducten ook oliehoudende zaden wor
den opgenomen. In verband daarmede merkten
eenige leden op dat daardoor de Begeering bui
ten de volksvertegenwoordiging om, de bevoegd
heid zal krijgen op deze zaden een heffing te
leggen. Een dergelijke heffing nu zou tot ge
volg hebben, dat de verschillende uit oliehou
dende zaden geproduceerde olieën duurder zou
den worden.
Deze leden zouden het zeer op prijs stellen,
indien de Regeering nader zou willen toelich
ten, waarop zij de oliehoudende zaden onder
de crisisproducten wil rangschikken.
Mocht het in de bedoeling liggen in de toe
komst inderdaad een heffing op deze zaden m
te stellen, dan zouden deze leden reeds by
voorbaat willen verklaren, dat zij daartegen
ernstige bezwaren hadden.
Een aantal leden bepleitten de opneming van
hout onder de crisisproducten. Maatregelen ten
behoeve van den Nederlandschen boschbouw
mogen niet achterwege blyven.
Voorts werd gevraagd, of het wel juist is,
dat de steunmaatregelen ten behoeve van de
veenderij eveneens uit het Landbouwcrisisfonds
zullen worden betaald. Deze steun behoort naar
de meening van sommige leden, meer thuis
onder werkverschaffing.
hoorzaamd zal worden, tenzij zij vergezeld
zijn van een politie-ambtenaar in uniform.
Aangedrongen werd op het vaststellen van een
zoodanig stopteeken, dat afdoende blijkt, wie
men voor zich heeft. Het geldt hier immers een
contröle welke niet alleen aan de grenzen plaats
heeft, zooals in het algemeen met het toezicht
van de douane het geval is, doch over het ge
heele land, ook op plaatsen, waar men niet
licht de aanwezigheid van een ambtenaar, die
tot stoppen maant, zou verwachten.
Gevraagd werd, of van de beslissingen van
den Minister, waarby deze de overtreders van
steun kan uitsluiten, beroep mogelyk is. Zoo niet,
ware er dan geen aanleiding, dit alsnog mogelijk
te maken.
Verscheidene leden achtten de delictom
schrijving veel te weinig bepaald.
Gezien de gerezen kwesties stelden de hier
aan het woord zynde leden de vraag, of het
niet beter was van de voorgenomen verandering
in misdrijven af te zien. Nog juister achtte men
echter een afzonderiyke omschrijving van elk
der bij de Landbouw-Crisiswet strafbaar gestelde
feiten.
Sommige leden maakten bezwaar tegen de
instelling van tuchtrechtspraak. Zy achtten
deze rechtspraak, althans in den omvang, waar
in zij reeds thans, nu de wet er in het geheel
niet over spreekt, wordt toegepast, en waarin
zy waarschijnlijk ook in den vervolge, wanneer
de wet de mogelykheid ten minste zal noemen,
zal blyven toegepast, moeilyk met de Grond
wet in overeenstemming te brengen. Op deze
wijze werden vrijwel alle handelingen van een
zeer groot gedeelte onzer bevolking niet meer
berecht door de gewone rechterlyke macht,
welker rechtspraak met allerlei waarborgen is
omgeven, doch door een speciale rechterlyke
macht, die aan de voorschriften van het W.
v. Strafrecht en het Wetboek van Strafvorde
ring niet gebonden is, en die niet eens by de
wet is ingesteld.
Sommige andere leden merkten op, dat het
in ieder geval aanbeveling verdient, aan de
tuchtrechtspraak een betere wettelyke fundee
ring te geven.
De vrees werd uitgesproken, dat den opsporings
ambtenaren, die een stopteeken geven, niet ge-
Voor den Haagschen kantonrechter Mr. Fer
guson, is Zaterdag een eigenaardige zaak be
handeld op instigatie van het departement van
Economische Zaken, dat op zyn beurt handelde
op verzoek van het Zwitsersche Gezantschap.
Het ging n.l. om de vraag of de N.V. Zwitser
sche Wasschery en Ververy, gevestigd te Rys-
wijk en sinds haar oprichting het Zwitsersche
embleem: een wit kruis op rooden achtergrond,
voerend, daartoe gerechtigd is in verband met
traetaten ter bescherming van het wapen van
Zwitserland en dat van het Roode Kruis.
Ingevolge het tractaat, goedgekeurd bij de
wet van 2 April 1909, is hier te lande het roode
kruisteeken beschermd en in 1932 is aan de
Zwitsersche Regeering toegezegd, dat maatrege
len zouden worden genomen tot een dergelijke
bescherming van het Zwitsersche wapen, dat
denzelfden vorm heeft als het Roode Kruis, doch
waarbij de kleuren precies aan elkander tegen
overgesteld zijn. Tot wettelyke bepalingen in
zake het witte kruis op rooden achtergrond
het Zwitsersche wapen is het hier echter tot-
nur-oe niet gekomen.
Desalniettemin heeft het ministerie van Eco
nomische Zaken op aandrang van het Zwitser
sche gezantschap aan de Zwitsersche wasscherij
voornoemd verzocht, op te houden met het voe
ren van het Zwitsersche wapen.
Daarentegen is de Zwitsersche Wasscherij van
oordeel, dat geen enkele Nederlandsche wette
lyke bepaling zich tegen het voeren van dat
embleem verzet en dat het ook niet in strijd is
mee den maatregel, waartoe volgens tractaat
Nederland verplicht is, daar zij 't embleem niet
gebruikt als handels- of fabrieksmerk. Immers
als wasschery of ververij levert zij niets, doch
behandelt eenvoudig andermans goederen voor
een bepaalde bewerking. Weshalve zij, die sinds
haar oprichting het Zwitsersche embleem als
kenteeken bezigt, niet bereid was aan het ver
zoek te voldoen.
Het O. M. bij het Haagsche Kantongerecht
heeft daarop op aandrang van het ministerie
van Economische Zaken een vervolging tegen
de Zwitsersche Wasschery ingesteld, evenwel
niet op gTond, dat zij een embleem gebruikt, dat
gelijk is aan het Zwitsersche wapen, doch op
grond van overeenstemming van dat embleem
met het wettelyk wèl beschermde Roode Kruis,
zy het dan in andere formatie (n.l. dat de kleu
ren in tegenovergestelden zin worden gebezigd)
De ambtenaar van het O. M. vroeg ontslag
van rechtsvervolging.
De kantonrechter zal over veertien dagen uit
spraak doen.
Toen dr. Colijn zijn rede, die in het Neder-
landsch en het Engelsch werd uitgesproken, had
beëindigd, en het schip „Bloemfontein" door
een sleepboot weer naar den wal werd ge
trokken, begaven zich de autoriteiten naar de
zinkerij, waar een kleine receptie werd gehou
den. Byzonder trok daar de aandacht een schil-
dery van den heer E. J. Ligtelyn, voorstellende
de werf in feesttooi met de genoodigden op
dezen stralenden zonnedag, en dat, even te vo
ren vervaardigd, thans „heet van de naald"
werd tentoongesteld.
Het woord werd gevoerd door den Van Hou
wen van Gordt, pres.-commissaris van de N.V.
Vereenigde Scheepvaartmij., en vervolgens door
dr. W. de VTugt als pres.-commissaris van de
N.V. Ned. Scheepsbouw My., die in een betoog,
dat nu en dan geaccentueerd werd door knal
lende champagnekurken, de bijzondere betee-
kenis van deze gebeurtenis schetste, en dat
aan den minister-president, mevr. Lorentz van
Nagell, de echtgenoote van den Nederl. gezant
in Z.-Afrika, die tegenwoordig was, en aan den
heer ing. A. van Donkelaar, de „auctor intel
lectualis" van deze merkwaardige van-stapel
loop.
In een geestige speech in het Zuid-Afri-
kaansch sprak vervolgens Ir. Exc. H. D. van
Broekhuizen, gezant van dee Unie, die in sap
pig Zuid-Afrikaansch zijn blydschap over deze
gebeurtenis te kennen gaf.
„Die hamer hè gegaan, die bottel hè gebarst
en die schip hè geloop", zoo riep hy uit, en hij
was bly, dat twee mannen, die beide hun man
kunnen staan, Dr. Colijn en Generaal Herzog,
door de wonderbare vondsten der techniek
elkaar over een halve wereld de hand konden
reiken.
Ten slotte sprak nog de heer Coly'n, die de aan
wezigen verraste met de mededeeling, dat ir.
N. Goedkoop was benoemd tot officier in de
Orde van Oranje-Nassau.
Ten aanzien van de houding der regeering
tegenover de Ned. Scheepvaart sprak Z. Exc.
nog de gedenkwaardige woorden:
Vier eeuwen lang heeft de Neder
landsche vlag op alle zeeën gewap
perd en voorzoover de regeering er
iets aan kan doen, zal die vlag niet
van de zeeën verdwijnen.
Het Tweede Kamerlid van Dis (St. Ger. P.)
heeft aan den Minister van Waterstaat de vol
gende vragen gesteld:
Kan de Minister mededeelen of het juist is,
dat aan de Urkervisschers, die in het bezit zijn
van vaartuigen met motoren boven 30 P.K., na
1 Juli a.s. geen vergunning meer zal worden
verleend omo de visschery op het IJsselmeer uit
te oefenen?
Weet de Minister, dat de groote meerderheid
der Urker visschers doör dezen maatregel zeer
ernstig in hun bestaan zullen woren getroffen,
aangezien de Noordzeevisschery voor hen geen
voldoende bron van inkomsten oplevert?
Is de Minister bereid om, indien de eerste
vraag bevestigend wordt beantwoord, alsnog dit
besluit ongedaan te maken en aan de Urker
visschers met vaartuigen voorzien van motoren
boven 30 P.K., ook na 1 Juli a.s. vergunning te
verleenen tot het visschen op het IJsselmeer?
Te Amsterdam zyn op den Amstel Zaterdag
middag de jubileumwedstryden van de roei-
vereeniging „De Amstel" voortgezet met de fi
nales van het eerste gedeelte. Het was prach
tig zonnig weer en er stond een matige wind,
dien de roeiers mee hadden. De belangstelling,
die niet overmatig groot was, concentreerde zien
op de bruggen en op de terrassen der boothui
zen. De afwerking der nummers had een vlot
verloop.
Het eerste nummer van het programma was
de Overnaadsche skiff tusschen Boei I Spaarne
(De Ridder) en boei 2 Poseidon (Moscou).
De Poseidon-sciller nam dadelyk de leiding,
verhoogde het tempo en weldra was er licht
tusschen de booten.
De Ridder was minder goed op dreef en het
verschil bleef gehandhaafd.
Beide skiffeurs passeerden zonder ongeluk
ken de Amstelbrug. Daarna ontwikkelde zich
een fraaie eindstrijd, waarby de Ridder mooi
kwam opzetten en erin slaagde een stuk in
te loopen. Het spande geducht, want Moscou
gaf teekenen van vermoeidheid. Hy behield ech
ter een voorsprong, die ruim drie kwart lengte
was, en won de race in den tyd van 5 min.
563/5 sec.
Uitslag: 1 Poseidon (Moscou), tyd 5 min.
56 3/5 sec.; 2 Spaarne (De Ridder) op ruim
lengte.
Daarna volgde het nummer Jonge Skiff A,
tusschen boei 1 Willem III (Ten Houten) en
boei 2 Njord (Bok).
Dit werd een spel van kat en muis. Immers
ten Houten is 'n veel beter roeier dan de Lei-
denaar, die er over het algemeen weinig van
terecht bracht, hoewel de Willem HI-skiller
hem het grootste gedeelte van de race de lei
ding overliet.
Na een felle spurt kreeg de Njord-skiffeur
een voorsprong van ongeveer een lengte. Ten
Houten liet even loopen en weldra was er
licht. Voorby Nereus kwam de Willem m-
sculler opzetten en even voor de brug lagen
de roeiers gelyk. By het passeeren van de
gummi-boeien schoot Bok een bok. Ten Houten
liet hem even bij komen, om daarna met een
lengte voorsprong uit de brugopening te voor-
schyn te komen. Ten Houten spande zich niet
overmatig in, liet zich weer even passeeren,
om zyn tegenstander voor de zooveelste maal
op te jagen. Even voor het einde nam de Wil
lem Ill-man met een paar forsche slagen de
leiding om met niet minder dan ruim drie
lengten te winnen in den tyd van 6 min. 1.5
sec.
Om 13.30 startten in de Lichte Skiff aan
boei 1 De Hoop (Van Niftrik) en aan boei 2
Nautilus (De Mooy).
Van meet af aan had van Niftrik de leiding
In mooien soepelen styd liep hy regelmatig uit
en won met drie bootlengten voorsprong in
den tyd van 6 min. 17 1/5 sec.
Uitslag: 1 de Hoop (Van Niftrik) tijd 6 min.
171/5 sec.; 2 Nautilus (Mooy) op drie lengten.
De nummers stylroeien voor dames hadden
de volgende resultaten:
Overnaadsche skiff (juniores) 1 De Hoop
(mej. E. Staal)2 Willem II (mej. A. van Hou
ten).
Gladde Skiff. (Seniores)1. Arsa (mej. E.
Fonteine), 2. De Maas (mej. E. van 't Kaar).
Gladde Vier. (Seniores): 1. Spaarne, 2. Wil
lem Hl, 3. De Hoop.
De winnende ploeg bestond uit de dames:
mej. H. H. Nilant (Boeg), mej. P. de Roos, mej.
C. Timmermans, mej. E. Maks (sl.), mej. S.
Spier (st. vr.).
Overnaadsche Vier. (Juniores)1. de Hoop,
2. Nereus. 3. Spaarne.
De winnende ploeg bestond uit de dames:
mej. Th. C. M. Gunters (boeg), mej. A. de
Jongh, mej. N. J. Boom, mej. J. de Beer (slag),
mej. F. W. Denninghof stelling (st. vr.).
Om 15 uur lagen klaar de Jonge Twee B aan
boei I Willem III, aan boei 2 Laga.
De Lagaslag ving een snoek in den start,
waardoor Willem III meteen een voorsprong
verkreeg. Het bleek al spoedig, dat de Amster
dammers superieur waren. Bij de Berlagebrug
leidden zy met een volle bootlengte. By het
clubgebouw van Nereus was er licht tusschen de
booten en bij dat van Poseidon bedroeg het ver
schil twee lengten. Van stryd was geen sprake.
De Delftenaren snoekten nog eens voor de fi
nish en bleken daarna volkomen te zijn uitge
roeid. Willem III won met vier lengten in den
tyd van 8 min. 29.2 sec.
Uitslag: 1. Willem III, tyd 8 min. 29.2 sec.;
2. Laga.
De winnende ploeg bestond uit de heeren: M.
Schroeder (boeg), K. Meyer (slag), H. H. Smits
(stuurman).
Daarna kreeg men de Overnaadsche Vier.
Boei I Willem III, boei 2 De Amstel, boei 3
Aegir.
Dit werd een aardige race, waarby de stryd
voornamelijk ging tusschen Aegir en Willem
ill om de tweede plaats.
De Amstel lag van het begin af aan vóór en
wist dezen voorsprong te behouden. De Gronin
gers bezetten na den start de tweede plaats. Bij
de Berlagebrug lagen Aegir en Willem Hl boord
aan boord, één lengte achter de lichtblauwen.
Willem III liep daarna wat uit, waardoor de
Groningers naar de derde plaats werden ver
drongen. By Poseidon bedroeg de achterstand
van Aegir een bootlengte. De Groningsche ploeg
zette er echter alles op, gaf tien harde onder de
brug en had daarmede de tweede plaats weer
heroverd.
De Amsterdammers hielden taai vol en liepen
wat in. De strijd tusschen beide ploegen was
zeer vinnig. Aegir slaagde er met uiterste
krachtsinspanning in, de tweede plaats te be
houden, zy het ook met miniem verschil.
De Amstel won onbedreigd met twee lengten
voorsprong in den tyd van 7 min. 48 sec.
Uitslag: 1. De Amstel, tyd 7 min. 48 sec.; 2.
Aegir (op 2 lengten); 3. Willem ni.
De winnende ploeg bestond uit de heeren: M.
Scarf (boeg), P. L. W. de Ridder, A. de Bruin,
L. L. Held (sl.) en L. Janus (st.).
De volgende race was de Jonge Vier A, tus
schen boei I Nereus, boei 2 Arsa.
Na het uitlengten had Nereus een halve
lengte voorsprong.
Arsa liep daarna nog iets in, maar Nereus
slaagde erin, het verschil te handhaven. De
Amsterdamsche studenten liepen voorbij de
Berlagebrug tot ruim een lengte uit. Het water
en lichaamswerk van beide ploegen was niet
bijster fraai. Even voor de Amstelbrug gaf Arsa
teekenen van vermoeidheid, doch de ploeg ner-
stelde zich en gaf nog een goede eindspurt te
zien. Nereus won met een voorsprong van 1%
bootlengte in den tyd van 7 min. 45 sec.
Uitslag: 1. Nereus, tyd 7 min. 45 sec.; 2.
Arsa (op 1 y2 lengte).
De winnende ploeg bestond uit de heeren
J. Keppler (boeg), H. Broekman, J. Regaut,
P. Hoornweg (sl.), J. A. Smits (st.).
Daarna lagen klaar voor de Jonge Acht B
aan boei 1 Laga en aan boei 2 Club Nautique
de Gand.
Direct al hadden de Delftenaren de leiding,
eerst met een halve lengte, Zy voerden den
voorsprong regelmatig op en wonnen de race
met vier bootlengten in den tyd van 6 min.
45 2/5 sec.
De Belgische ploeg had weinig in te bren
gen. Zij miste de noodige soepelheid en sloeg
een te laag tempo. Het roeien van Laga viel
echter evenmin te bewonderen.
Uitslag: X. Laga, tyd 6 min. 45 2/5 sec.; 2.
Club Nautique de Gand (op vier lengten).
De winnende ploeg bestond uit de heeren:
E. J. Broekers (boeg), N. S. R. Tyssens, Th. v.
Eek, J. v. Swaay, J. Belle, D. M. W. Staring,
W. R. van Vliet, A. Hellemans (slag), C. L.
Begeman (stuurman).
*:iK
Zaterdagmiddag hield de adviesclub voor al
gemeene en sociale zaken (instelling van den
Ned bond van gemeente-ambtenaren) een
ledenvergaderig te Utrecht in het gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen onder voorzitter
schap van den heer G. H. J. Bonke (Almelo).
Mr. L. Liebaert Peerbolte, directeur-generaal
van den Volksgezondheid (Den Haag) hield een
lezing over het onderwerp: De woningwet in
den tegenwoordigen tijd. Spr. begon met de
vraag te stellen of volkshuisvesting een onder
werp is van autonomie of een onderwerp van
zeitbestuur. Bij autonomie is er sprake van een
spontane regeling, die een gemeente naar eigen
aard kan en mag maken. By zelfbestuur is het
kernpunt, dat de gemeente zonder opdracht
van den wetgever niet de bevoegdheid heeft om
bepaalde zaken te regelen. Door de woningwet
van 1901 is uitgemaakt, dat volkshuisvesting
rijkszaak is en dus onderwerp van zelfbestuur.
Het doel van de woningwet is verbetering van
de volkshuisvesting. Door die verbetering is het
sterftecijfer gedaald, zijn bepaalde ziekten af
genomen en zijn aan de gemeenschap vee) kos
ten bespaard. Verbetering van de volkshuisves
ting heeft zoowel ethische als sociale beteke
nis, omdat slechte woningtoestanden demorali
satie aankweeken en een geest van pauperisme.
De woningwet droeg aan de gemeenten op om
verordeningen te maken, waarin eischen wor
den gesteld voor het bouwen van woningen. Ook
moeten de gemeenten rooilynvoorschrifKn ma
ken en zoo noodig verbetering van beslaande
woningen voorschryven. Is een woning met meer
voor verbetering vatbaar of worden de voorge
schreven verbeteringen niet aangebracht, dan
moet tot onbewoonbaarverklaring worden over
gegaan.
Het maken van uitbreidingsplannen en be
bouwingsvoorschriften achtte spr. van groote
bettekenis, omdat daardoor de grondspeoulatie,
die een vyand is van de verbetering der volks
huisvesting, wordt beperkt. De waarde van den
grond is n.l. voor een groot gedeelte afhanKelijk
van de waarde van den opstal. Is de opstal aan
regiementen onderworpen, dan is daardoor de
prijs van den grond voor een gedeelte vastge
legd.
Ten aanzien van de lintbebouwing merkte
spr. op) dat deze manier van bouwen gevaren
voor het verkeer oplevert en de rust der be
woners verstoort. Ook uit een aesthetisch oog
punt zijn er bezwaren.
Door de rooilyn op een behoorlijken afstand
te bepalen en door gesloten bebouwing niet toe
te staan, kunnen de nadeelen der lintbebouwing
grootendeels worden ondervangen. Als de ge
meentebesturen op dit punt niet actiever wor
den dan zullen provincie en ryk ook op dit ge
bied dwingende regelingen moeten maken. Het
zou echter beter zyn als de gemeenten dit on
derwerp tijdig en naar eigen aard regelden.
Een gevaarlijke beweging vond spr. net bou
wen van de zoogenaamde zomerhuisjes. Het zou
gewenseht zyn om daarvoor bestemmngsbepa-
lingen te maken en daarop meer toezicht te
houden. Het natuurschoon wordt vaak bedorven
door het bouwen van genoemde huisjes en ook
is gebleken, dat het gebruik der huisjes heel
vaak moreel kwaad met zich meebrengt. Wordt
er niet ingegrepen in deze ergerlyke wantoe
standen, dan wordt het een vrijgevochten ben
de.
Het maken van streekplannen, zooals dit bij
voorbeeld in Noord-Brabant gebeurt, juichte
spr. ten zeerste toe. Streekplannen regelen de
algemeene belangen voor een streek en treden
niet in gemeentelijke uitbreidingsplannen. Een
onderwerp voor een streekplan is byvoorbeeld
het maken van wegen voor doorgaand ver
keer.
Ook worden door spr. eenige beschouwingen
gewijd aan den financieelen kant van 't woning
vraagstuk. Momenteel moete wenscheiykheden
op dit gebied blyven rusten, maar een nood-
zakelyk iets als het opruimen van krotten mag
niet met een beroep op slechte tijden stil blij
ven staan. Het huurpeil van arbeiderswoningen
is nog te hoog en niet in overeenstemming met
het loonpeil. Het is een ongezonde maatschap
pelijke toestand als door middel van huursta-
kingen een lager huurpeil moet worden ver
overd. Ook de regeering ziet dit vraagstuk onder
de oogen en zal het bouwen van arbeiders
woningen op een lager huurpeil bevorderen. Het
is te hopen, dat ook de woningbouwverenigin
gen hun medewerking zullen verleenen. De ar
beiderswoningen zullen aan bepaalde minimum-
eischen moeten voldoen. Spr. verklaarde een
voorstander te zyn van eengezinswoningen, die
heusch niet zooveel duurder zijn dan verdie-
pinpswoningen. De verdiepingswoningen geven
aanleiding tot wantoestanden op moreel gebied
terwyl de grond, waarop verdiepingswoningen
mogen worden gebouwd, meestal duurder wordt
gehouden dan grond, waar deze niet mogen
i worden gebouwd.
AMSTERDAM, 15 Juni 1934.
Het Nederlandsche publiek heeft zich de ge
heele week kunnen bezig houden met beschou
wingen over economische, handelspolitieke en
monetaire problemen, waarvoor de litteratuur
haar op overvloedige wijze in den vorm van
jaarverslagen der Nederlandsche Bank, Kon.
Petroleum, Aku en H.V.A. werd verschaft. Na
bestudeering van deze belangrijke geschriften
komen wy tot de drie volgende conclusies:
1. de leiders van bovengenoemde instellingen
zijn het r allen over eens, dat het conjunc-
tuurverloop zijn dalende beweging heeft
gestaakt en dat er zelfs sinds de tweede
helft van 1933 een opwaartsche tendenz is
waar te nemen.
2. De leiders zijn het in het geheel niet eens
over de maatregelen, welke de Overheid
moet nemen om een nieuwe daling van het
welvaartspeil te voorkomen of om een stij
ging te stimuleeren.
Door onze beperkte binnenlandsche markt
zal een nationalistische afsluitpolitieb voor
Nederland niet baten. Onze geheele struc
tuur, ligging en geaardheid van de bevolking
maken het voor onze welvaart dringend
noodzakelijk, dat wij onzen internationalen
handel behouden en trachten uit te breiden,
zooals de President van de Nederlandsche
Bank het uitdrukt. Tot zoover zijn de ge
leerden het rog eens. De heer Trip wil door
een deflatie-proces, door een daling van
het kosten- en prijzenpeil, door een ver
sobering van staats- en particuliere huis
houding onze concurrentie-mogelijkheid op
de internationale markt vergrooten, en
achter hem staat de regeering, het corps
van ambtenaren en, zooals hij meent de
groote meerderheid van het Nederlandsche
volk. De directeur-generaal van het Ko
ninklijke Olie-concern wil het lage prijspeil,
dat tenslotte vernietigend gaat werken op
zelfs de meest economische bedrijven, op
een hooger niveau brengen en om dit te
bereiken, moet een devaluatie van oen gul
den plaats hebben, waardoor de verhouding
tusschen ruilmiddel en goederen tot nor
male proporties wordt teruggebracht, ter
wyl ook langs dezen weg een kostenver
laging plaats heeft. Hij telt zyn aanhan
gers onder de theoretische economisten,
scheepvaart- en exportkringen, terwijl ook
hij op de meerderheid der bevolking denkt
te kunnen steunen. Volgens mr. Trip zal
een verlaten van den gouden standaard
leiden tot een verscherpte valuta-concur-
rentie, grootere onzekerheid, verzwakking
van vertrouwen, kapitaalvlucht, oppotting
van goud en een verdere ontwrichting van
het wereldverkeer. De inflationisten, ook
wel genoemd reflationisten, zien in ditzelfde
experiment een der noodzakelijke voorwaar
den voor een herstel. Het valt riet te loo
chenen, dat de publieke opinie zich steeds
meer in deze laatste richting gaat bewegen.
In deze zelfde richting wijst ook de val van
het Ministerie in België, waar de volksver
tegenwoordiging zich tegen een politiek van
verdere prysdaling verzette.
3. Het is opvallend, hoe v/einig de aandeel
houders van den internen gang van zaken
der groote concerns op de hoogte worden
gebracht. Dat het begrip „aandeelhouder"
synoniem is met mede-bezitter, schijnen
de directies niet meer te voelen. De nieu
we wet op de Naamlooze Vennootschappen
heeft hierin niet veel verbetering kunnen
brengen, hoewel de bepalingen betreffende
publiciteit belangrijk verscherpt, en uitge- -
breid zijn. Het verslag van de AKU vermeld^
een bedrag van bijna 1 miilioen gulden on
der „andere winstbronnen", zonder dat aan
deelhouders nader worden ingelicht. De
H.V.A., welke in 1935 geen suiker meer zal
produceeren, geeft geen nadere details over
haar bij-cultures, welke momenteel de voor
naamste en in de toekomst misschien de
eenigste winstbron zullen vormen. Wy zien
hierin een verwording van het aandeelen
systeem, waartegen bezitters zich terecht
steeds heftiger verzetten.
De bovengenoemde vrij gunstige jaarverslagen
hebben hun invloed gehad op de desbetreffende
fondsen, maar konden in de lustelooze stemming
ter beurze geen verandering brengen. De Dui1>-
sche transfer-kwestie en de arbeidsgeschillen
in Amerika, welke nog steeds niet zijn opgelost,
weerhouden het publiek eenige affaire van be-
teekenis te ondernemen.
Belangstelling ondervonden aandeelen Kon.
Olie, hetgeen niet te verwonderen is. daar het
jaarverslag op vele plaatsen de zon laat door
schijnen. De consumptie van olieproducten ver
toont een toename, de spoorwegen tieder. op
als nieuwe consumenten docr het invoeren van
Dieseltractie, l et Amerikaansche Oou"°rnement
maakt daadwerkelijk een eind? aan de over
productie, de productie van Rusland loopt terug,
de stikstoffabrieken werken op volle capaciteit,
terwyl de Amerikansche fabrieken profiteeren
van de devaluatie van den dollar.
Het aanbod in Philips blijft aanhouden, zij
het dan ook in mindere mate. Van bevoegde
zyde vernemen wij, dat de buitenlandsche li
quidaties hun einde naderen.
Aku's waren lichtelijk gevraagd, naar aanlei
ding van de toenemende behoefte van kunst-
zyde-produeten. De toestand is echter nog te
onzeker om tot een reorganisatie van dit con
cern over te gaan.
Voor cultuurwaarden was de animo zeer ge
ring. De koersen van Rubber-aandeelen brok
kelden een weinig af. Door de groote versche
pingen der laatste maanden zyn de voorraden
toegenomen, hetgeen de prijzen ongunstig be
ïnvloedden. De toekomstige verwachtingen zyn
hoog gespannen en algemeen voorspelt men
betere prijzen voor dit product op later ter-
royn.
Tabakken waren gunstig gedisponeerd als
resultaat der 4de inschrijving van Sumatra-
tabak. De steming in Frascati was zeer willig
en de pryzen overtroffen die der vorige veilin
gen. De gemiddelde prys is nog niet bevredi
gend en garandeert aan de „Big Four" nog geen
groote winsten.
Slotkoersen
4 pet. Nederl. 1934
4 H pet. N.-Ind. '26
3 H pet. Engeland
5lA pet. Young
A. K. U
Ford
Philips
Unilever
Scheepv. Unie
Koninkl Olie
Redjang Lebong
Amsterd. Rubber
H. V. A
Deli My
Senembah
Beth. Steel
U. S. Steel
Anaconda
Intern. Nickel
Marken
Prolongatie
8 Juni 15 Juni
101%
100%
b47/8
3SVs
37
201
2I6V4
74
34^
153%
162
107H
172
12214
135
1 y?/t
24V4
7.4b3/,
1.47%
56 70
1 pCt
.ol H
IOOV2
647/8
35
39
204V3
2131/4
701/3
32
I6OI/3
16SVS
1057/g
1741/a
133
137
20%
241/4
9%
16%
7.451/4
1 47%
56.-
1 pCt