Het jubileum van „De Amstel" Nadere wijziging landbouwcrisiswet ïlliiBi Woningvraagstuk OORDEEL DER TWEEDE KAMER DE EINDWEDSTRIJDEN Wekeli jksch beurs- overzicht ZONDAG 17 JUNI 1934 Heffing oliehoudende zaden Eigenaardige rechtzaak De tewater-lating van de „Bloemfontein" De Overnaadsche Vier voor „De Amstel" Huren moeten omlaag Betere samenwerking met het ge organiseerd bedrijfsleven bepleit Knoeierijen Steun aan andere bedrijfstakken Een nieuwe heffipg? T uchtrechtspraak Een afdoend stopteeken Een geschil over het Zwitsersche wapen en dat van het Roode Kruis De autoriteiten aan het woord URKER VISSCHERS IN MOEILIJKHEDEN Laga won in fraaien stijl het num mer Jonge Acht B van de Club Nautique de Gand Overnaadsche skiff Jonge skiff A Uitslag: 1 Willem m (Ten Houten) tyd 6 min. 1.5 sec.; 2 Njord (Bok) op ruim drie lengten. Lichte skiff Jonge Twee B Overnaadsche Vier Jonge Vier A Jonge Acht B De postvluchten De „Snip", op thuisreis, is te Jodphur aange komen. Dezer dagen publiceerden wij een beschou wing over de plannen omtrent de film „Dood Water". Hierboven Jan Musch als een Volendammer visscher Lezing van mr. Liebaert Peerbolte voor de adviesclub voor alge meene en sociale zaken De woningwet in den tegen woordigen tijd Lintbebouwing en verkeer Streekplannen ïsh (Samengesteld door de Spaame-Bank N.V. Amsterdam) Verschenen is het voorloopig verslag der Tweede Kamer inzake het wetsontwerp nadere wijziging van de landbouwcrisiswet 1933 en in trekking van de tarwewet 1931, de crisiszuivel- wet 1932 en de crisisvarkenswet 1932. Hoewel men algemeen instemde met het streven der regeering naar meer eenheid in het crisisbeleid, waren verscheidene leden voorals nog niet overtuigd, dat het ter bereiking daar van noodzakelijk zou zijn, de uitgewerkte rege lingen, neergelegd in de in te trekken wetten, te vervangen door de algemeene volmacht, aan de regeering in de landbouwcrisiswet verleend. Vele andere leden, hoewel niet blind voor de bezwaren, aan de beoogde centralisatie verbon den, beschouwden ze als noodzakelijk. In de praktijk zal h.i. een zeer groote feitelijke be voegdheid worden gelegd in handen van een klein college van regeeringscommissarissen; ook dit achtte men noodzakelijk. Echter uitten eenige leden de vrees, dat de beslissende macht inzake crisismaatrege len op deze wijze hoe langer hoe verder zal komen af te staan van degenen, voor wie en over wie deze maatregelen worden ge nomen. Daarom bepleitten sommige leden een betere samenwerking met het georgani seerde bedrijfsleven. Eenige andere leden voegden daaraan toe, lat, indien aan de organisaties meer macht zou worden gegeven, in ieder geval niet alleen de landbouworganisaties, doch ook de organisaties van die bedrijven welke slechts indirect bij de crisismaatregelen betrokken zijn, bij voorberei ding en uitvoering daarvan zouden moeten wor den erkend. Sommige leden brachten h.i. gerechtvaardigde critiek ter sprake, waaraan de uitvoering der crisiswetten bloot staat. Aardappelenhandelaren mogen niet aangewezen worden om beslissin gen te nemen omtrent aanvragen voor vergun ningen om als aardappelhandelaar op te treden. Directeuren van zuivelfabrieken mogen geen zeggenschap hebben omtrent het al of niet geven van vergunningen tot levering van consumptie- melk in hun district. Enz. Hiertegen werd opgemerkt, dat aan uitvoering door ondeskundigen nog grootere bezwaren ver bonden zijn. Voor ongewenschte practijken be hoeft thans te minder worden gevreesd, nu de uitvoering der crisismaatregelen reeds zoozeer is gecentraliseerd en gewestelijke crisisorgani saties, een crisisopsporingsdienst en een crisis- tuchtrechtspraak zijn ingesteld. Verscheidene leden critiseerden het optreden van ambtenaren; in het bijzonder bij de crisis varkenswet. Sommige leden betwijfelden echter, of het zelfs by gecentraliseerde en verbeterde contröle wel mogeiyk zal zijn, afdoende toezicht te hou den op de naleving van de tallooze voorschrif ten. Ondanks al deze voorschriften wordt de toestand in den landbouw steeds slechter. Zal de beoogde centralisatie, zoo vroegen deze leden in het byzonder, invloed kunnen hebben op de positie der varkenshouders? In hun krin gen heerscht groote ongerustheid. Maanden ge leden hebben de mesters hun varkens aan de plaatseiyke zaakvoerders der varkenscentrale ter aflevering tegen de door die centrale vast gestelde prijzen opgegeven. Thans echter heeft de centrale plotseling den prüs met 3 cent per K.G. verlaagd. Is het in gebreke biyven der centrale, behalve aan de verminderde uitvoer- mogeiykheid, ook niet voor een vry belangrijk deel toe te schreven aan de knoeieryen met oormerken en andere wetsontduikingen? Is daar in door doeltreffender toezicht en met behulp van de voorgestelde scherpere bepalingen der landbouwcrisiswet verbetering te brengen? Volgens andere leden moet men den in vloed van knoeierijen op het gebied van de crisisvarkenswet niet overschatten. De oor zaken van de bestaande moeilijkheden moe ten ook gezocht worden in den verminderden uitvoer. Verscheidene leden hadden echter den indruk gekregen, dat de regeering ten aanzien van den uitvoer ook naar Engeland te optimistisch is geweest. Zij vroegen in lichtingen omtrent de afneming door België en Frankrijk. Is met Italië iets omtrent de afneming overeengekomen? Wil de regeering de te zwaar geworden varkens alsnog doen overnemen? Van andere zyde werd In het algemeen crisis beleid vertrouwen uitgesproken. Met vermijding van groote schokken wordt naar aanpassing ge streefd. Het had echter verscheidene leden verwon derd, in de memorie van toelichting meegedeeld te zien, dat ten aanzien van het geheele crisis beleid der regeering vastomiynde denkbeelden bestaan. Zij vreesden, dat dit een wat al te posi tieve uitlating is. zy beriepen zich op de vee afslachting en de omzetting van gras- in bouw land. Verscheidene leden drongen er op aan, dat in de thans bestaande verhouding tusschen de prüzen van boter en margarine geen wijziging zal worden gebracht, daar dit zeer nadeelige gevolgen zou hebben voor de margarine-indus trie. Andere leden kwamen krachtig tegen dezen aandrang op. H.i. gaat het niet aan, de mar garineproductie op den tegenwoordigen voet in stand te houden, terwyi de veestapel moet wor den ingekrompen. De maatregelen tot beperking van de margarineproductie gingen hun niet ver genoeg. In verband met verschillende uitspraken der regeering, dat verdere uitspraken der tarwe- cultuur niet wenschelijk is, vertrouwden ver scheidene leden te mogen vernemen, dat een verhooging van het mengpercêntage niet in haar bedoeling ligt. Volgens dezelfde leden behoort een uitbrei ding van de steunverleening aan den landbouw niet plaats te vinden, althans niet, indien niet tegelijk maatregelen worden genomen ter onder steuning van andere bedrüfstakken, welke van den landbouwsteun nadeel ondervinden. Van andere zyde werd aangevoerd, dat het niet juist is, elke uitbreiding van den landbouw steun bij voorbaat af te wijzen. Of zulk een uitbreiding noodig zal zijn, zal toch afhangen van omstandigheden, welke thans nog niet over zien kunnen worden. Verscheidene leden scheen het niet juist, dat de middelen van het landbouwcrisisfonds ook kunnen worden aangewend ten behoeve van be drijfstakken, welke met den landbouw niets te maken hebben. Zij wilden die middelen uit sluitend reserveeren tot steun aan den eigen lijken landbouw, met inbegrip dan van veeteelt en tuinbouw. Tegen dit betoog rees van andere zijde krach tig verzet. Bij art. 1 is het eenigen leden niet duidelyk, waarom als motief voor het niet aanstonds in trekken der drie bedoelde wetten mede wordt opgegeven, dat eerst alle uit hoofde van deze wetten ingestelde vervolgingen zullen moeten worden afgehandeld. Bij art. 2 wordt er op gewezen dat in de lijst der crisisproducten ook oliehoudende zaden wor den opgenomen. In verband daarmede merkten eenige leden op dat daardoor de Begeering bui ten de volksvertegenwoordiging om, de bevoegd heid zal krijgen op deze zaden een heffing te leggen. Een dergelijke heffing nu zou tot ge volg hebben, dat de verschillende uit oliehou dende zaden geproduceerde olieën duurder zou den worden. Deze leden zouden het zeer op prijs stellen, indien de Regeering nader zou willen toelich ten, waarop zij de oliehoudende zaden onder de crisisproducten wil rangschikken. Mocht het in de bedoeling liggen in de toe komst inderdaad een heffing op deze zaden m te stellen, dan zouden deze leden reeds by voorbaat willen verklaren, dat zij daartegen ernstige bezwaren hadden. Een aantal leden bepleitten de opneming van hout onder de crisisproducten. Maatregelen ten behoeve van den Nederlandschen boschbouw mogen niet achterwege blyven. Voorts werd gevraagd, of het wel juist is, dat de steunmaatregelen ten behoeve van de veenderij eveneens uit het Landbouwcrisisfonds zullen worden betaald. Deze steun behoort naar de meening van sommige leden, meer thuis onder werkverschaffing. hoorzaamd zal worden, tenzij zij vergezeld zijn van een politie-ambtenaar in uniform. Aangedrongen werd op het vaststellen van een zoodanig stopteeken, dat afdoende blijkt, wie men voor zich heeft. Het geldt hier immers een contröle welke niet alleen aan de grenzen plaats heeft, zooals in het algemeen met het toezicht van de douane het geval is, doch over het ge heele land, ook op plaatsen, waar men niet licht de aanwezigheid van een ambtenaar, die tot stoppen maant, zou verwachten. Gevraagd werd, of van de beslissingen van den Minister, waarby deze de overtreders van steun kan uitsluiten, beroep mogelyk is. Zoo niet, ware er dan geen aanleiding, dit alsnog mogelijk te maken. Verscheidene leden achtten de delictom schrijving veel te weinig bepaald. Gezien de gerezen kwesties stelden de hier aan het woord zynde leden de vraag, of het niet beter was van de voorgenomen verandering in misdrijven af te zien. Nog juister achtte men echter een afzonderiyke omschrijving van elk der bij de Landbouw-Crisiswet strafbaar gestelde feiten. Sommige leden maakten bezwaar tegen de instelling van tuchtrechtspraak. Zy achtten deze rechtspraak, althans in den omvang, waar in zij reeds thans, nu de wet er in het geheel niet over spreekt, wordt toegepast, en waarin zy waarschijnlijk ook in den vervolge, wanneer de wet de mogelykheid ten minste zal noemen, zal blyven toegepast, moeilyk met de Grond wet in overeenstemming te brengen. Op deze wijze werden vrijwel alle handelingen van een zeer groot gedeelte onzer bevolking niet meer berecht door de gewone rechterlyke macht, welker rechtspraak met allerlei waarborgen is omgeven, doch door een speciale rechterlyke macht, die aan de voorschriften van het W. v. Strafrecht en het Wetboek van Strafvorde ring niet gebonden is, en die niet eens by de wet is ingesteld. Sommige andere leden merkten op, dat het in ieder geval aanbeveling verdient, aan de tuchtrechtspraak een betere wettelyke fundee ring te geven. De vrees werd uitgesproken, dat den opsporings ambtenaren, die een stopteeken geven, niet ge- Voor den Haagschen kantonrechter Mr. Fer guson, is Zaterdag een eigenaardige zaak be handeld op instigatie van het departement van Economische Zaken, dat op zyn beurt handelde op verzoek van het Zwitsersche Gezantschap. Het ging n.l. om de vraag of de N.V. Zwitser sche Wasschery en Ververy, gevestigd te Rys- wijk en sinds haar oprichting het Zwitsersche embleem: een wit kruis op rooden achtergrond, voerend, daartoe gerechtigd is in verband met traetaten ter bescherming van het wapen van Zwitserland en dat van het Roode Kruis. Ingevolge het tractaat, goedgekeurd bij de wet van 2 April 1909, is hier te lande het roode kruisteeken beschermd en in 1932 is aan de Zwitsersche Regeering toegezegd, dat maatrege len zouden worden genomen tot een dergelijke bescherming van het Zwitsersche wapen, dat denzelfden vorm heeft als het Roode Kruis, doch waarbij de kleuren precies aan elkander tegen overgesteld zijn. Tot wettelyke bepalingen in zake het witte kruis op rooden achtergrond het Zwitsersche wapen is het hier echter tot- nur-oe niet gekomen. Desalniettemin heeft het ministerie van Eco nomische Zaken op aandrang van het Zwitser sche gezantschap aan de Zwitsersche wasscherij voornoemd verzocht, op te houden met het voe ren van het Zwitsersche wapen. Daarentegen is de Zwitsersche Wasscherij van oordeel, dat geen enkele Nederlandsche wette lyke bepaling zich tegen het voeren van dat embleem verzet en dat het ook niet in strijd is mee den maatregel, waartoe volgens tractaat Nederland verplicht is, daar zij 't embleem niet gebruikt als handels- of fabrieksmerk. Immers als wasschery of ververij levert zij niets, doch behandelt eenvoudig andermans goederen voor een bepaalde bewerking. Weshalve zij, die sinds haar oprichting het Zwitsersche embleem als kenteeken bezigt, niet bereid was aan het ver zoek te voldoen. Het O. M. bij het Haagsche Kantongerecht heeft daarop op aandrang van het ministerie van Economische Zaken een vervolging tegen de Zwitsersche Wasschery ingesteld, evenwel niet op gTond, dat zij een embleem gebruikt, dat gelijk is aan het Zwitsersche wapen, doch op grond van overeenstemming van dat embleem met het wettelyk wèl beschermde Roode Kruis, zy het dan in andere formatie (n.l. dat de kleu ren in tegenovergestelden zin worden gebezigd) De ambtenaar van het O. M. vroeg ontslag van rechtsvervolging. De kantonrechter zal over veertien dagen uit spraak doen. Toen dr. Colijn zijn rede, die in het Neder- landsch en het Engelsch werd uitgesproken, had beëindigd, en het schip „Bloemfontein" door een sleepboot weer naar den wal werd ge trokken, begaven zich de autoriteiten naar de zinkerij, waar een kleine receptie werd gehou den. Byzonder trok daar de aandacht een schil- dery van den heer E. J. Ligtelyn, voorstellende de werf in feesttooi met de genoodigden op dezen stralenden zonnedag, en dat, even te vo ren vervaardigd, thans „heet van de naald" werd tentoongesteld. Het woord werd gevoerd door den Van Hou wen van Gordt, pres.-commissaris van de N.V. Vereenigde Scheepvaartmij., en vervolgens door dr. W. de VTugt als pres.-commissaris van de N.V. Ned. Scheepsbouw My., die in een betoog, dat nu en dan geaccentueerd werd door knal lende champagnekurken, de bijzondere betee- kenis van deze gebeurtenis schetste, en dat aan den minister-president, mevr. Lorentz van Nagell, de echtgenoote van den Nederl. gezant in Z.-Afrika, die tegenwoordig was, en aan den heer ing. A. van Donkelaar, de „auctor intel lectualis" van deze merkwaardige van-stapel loop. In een geestige speech in het Zuid-Afri- kaansch sprak vervolgens Ir. Exc. H. D. van Broekhuizen, gezant van dee Unie, die in sap pig Zuid-Afrikaansch zijn blydschap over deze gebeurtenis te kennen gaf. „Die hamer hè gegaan, die bottel hè gebarst en die schip hè geloop", zoo riep hy uit, en hij was bly, dat twee mannen, die beide hun man kunnen staan, Dr. Colijn en Generaal Herzog, door de wonderbare vondsten der techniek elkaar over een halve wereld de hand konden reiken. Ten slotte sprak nog de heer Coly'n, die de aan wezigen verraste met de mededeeling, dat ir. N. Goedkoop was benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau. Ten aanzien van de houding der regeering tegenover de Ned. Scheepvaart sprak Z. Exc. nog de gedenkwaardige woorden: Vier eeuwen lang heeft de Neder landsche vlag op alle zeeën gewap perd en voorzoover de regeering er iets aan kan doen, zal die vlag niet van de zeeën verdwijnen. Het Tweede Kamerlid van Dis (St. Ger. P.) heeft aan den Minister van Waterstaat de vol gende vragen gesteld: Kan de Minister mededeelen of het juist is, dat aan de Urkervisschers, die in het bezit zijn van vaartuigen met motoren boven 30 P.K., na 1 Juli a.s. geen vergunning meer zal worden verleend omo de visschery op het IJsselmeer uit te oefenen? Weet de Minister, dat de groote meerderheid der Urker visschers doör dezen maatregel zeer ernstig in hun bestaan zullen woren getroffen, aangezien de Noordzeevisschery voor hen geen voldoende bron van inkomsten oplevert? Is de Minister bereid om, indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, alsnog dit besluit ongedaan te maken en aan de Urker visschers met vaartuigen voorzien van motoren boven 30 P.K., ook na 1 Juli a.s. vergunning te verleenen tot het visschen op het IJsselmeer? Te Amsterdam zyn op den Amstel Zaterdag middag de jubileumwedstryden van de roei- vereeniging „De Amstel" voortgezet met de fi nales van het eerste gedeelte. Het was prach tig zonnig weer en er stond een matige wind, dien de roeiers mee hadden. De belangstelling, die niet overmatig groot was, concentreerde zien op de bruggen en op de terrassen der boothui zen. De afwerking der nummers had een vlot verloop. Het eerste nummer van het programma was de Overnaadsche skiff tusschen Boei I Spaarne (De Ridder) en boei 2 Poseidon (Moscou). De Poseidon-sciller nam dadelyk de leiding, verhoogde het tempo en weldra was er licht tusschen de booten. De Ridder was minder goed op dreef en het verschil bleef gehandhaafd. Beide skiffeurs passeerden zonder ongeluk ken de Amstelbrug. Daarna ontwikkelde zich een fraaie eindstrijd, waarby de Ridder mooi kwam opzetten en erin slaagde een stuk in te loopen. Het spande geducht, want Moscou gaf teekenen van vermoeidheid. Hy behield ech ter een voorsprong, die ruim drie kwart lengte was, en won de race in den tyd van 5 min. 563/5 sec. Uitslag: 1 Poseidon (Moscou), tyd 5 min. 56 3/5 sec.; 2 Spaarne (De Ridder) op ruim lengte. Daarna volgde het nummer Jonge Skiff A, tusschen boei 1 Willem III (Ten Houten) en boei 2 Njord (Bok). Dit werd een spel van kat en muis. Immers ten Houten is 'n veel beter roeier dan de Lei- denaar, die er over het algemeen weinig van terecht bracht, hoewel de Willem HI-skiller hem het grootste gedeelte van de race de lei ding overliet. Na een felle spurt kreeg de Njord-skiffeur een voorsprong van ongeveer een lengte. Ten Houten liet even loopen en weldra was er licht. Voorby Nereus kwam de Willem m- sculler opzetten en even voor de brug lagen de roeiers gelyk. By het passeeren van de gummi-boeien schoot Bok een bok. Ten Houten liet hem even bij komen, om daarna met een lengte voorsprong uit de brugopening te voor- schyn te komen. Ten Houten spande zich niet overmatig in, liet zich weer even passeeren, om zyn tegenstander voor de zooveelste maal op te jagen. Even voor het einde nam de Wil lem Ill-man met een paar forsche slagen de leiding om met niet minder dan ruim drie lengten te winnen in den tyd van 6 min. 1.5 sec. Om 13.30 startten in de Lichte Skiff aan boei 1 De Hoop (Van Niftrik) en aan boei 2 Nautilus (De Mooy). Van meet af aan had van Niftrik de leiding In mooien soepelen styd liep hy regelmatig uit en won met drie bootlengten voorsprong in den tyd van 6 min. 17 1/5 sec. Uitslag: 1 de Hoop (Van Niftrik) tijd 6 min. 171/5 sec.; 2 Nautilus (Mooy) op drie lengten. De nummers stylroeien voor dames hadden de volgende resultaten: Overnaadsche skiff (juniores) 1 De Hoop (mej. E. Staal)2 Willem II (mej. A. van Hou ten). Gladde Skiff. (Seniores)1. Arsa (mej. E. Fonteine), 2. De Maas (mej. E. van 't Kaar). Gladde Vier. (Seniores): 1. Spaarne, 2. Wil lem Hl, 3. De Hoop. De winnende ploeg bestond uit de dames: mej. H. H. Nilant (Boeg), mej. P. de Roos, mej. C. Timmermans, mej. E. Maks (sl.), mej. S. Spier (st. vr.). Overnaadsche Vier. (Juniores)1. de Hoop, 2. Nereus. 3. Spaarne. De winnende ploeg bestond uit de dames: mej. Th. C. M. Gunters (boeg), mej. A. de Jongh, mej. N. J. Boom, mej. J. de Beer (slag), mej. F. W. Denninghof stelling (st. vr.). Om 15 uur lagen klaar de Jonge Twee B aan boei I Willem III, aan boei 2 Laga. De Lagaslag ving een snoek in den start, waardoor Willem III meteen een voorsprong verkreeg. Het bleek al spoedig, dat de Amster dammers superieur waren. Bij de Berlagebrug leidden zy met een volle bootlengte. By het clubgebouw van Nereus was er licht tusschen de booten en bij dat van Poseidon bedroeg het ver schil twee lengten. Van stryd was geen sprake. De Delftenaren snoekten nog eens voor de fi nish en bleken daarna volkomen te zijn uitge roeid. Willem III won met vier lengten in den tyd van 8 min. 29.2 sec. Uitslag: 1. Willem III, tyd 8 min. 29.2 sec.; 2. Laga. De winnende ploeg bestond uit de heeren: M. Schroeder (boeg), K. Meyer (slag), H. H. Smits (stuurman). Daarna kreeg men de Overnaadsche Vier. Boei I Willem III, boei 2 De Amstel, boei 3 Aegir. Dit werd een aardige race, waarby de stryd voornamelijk ging tusschen Aegir en Willem ill om de tweede plaats. De Amstel lag van het begin af aan vóór en wist dezen voorsprong te behouden. De Gronin gers bezetten na den start de tweede plaats. Bij de Berlagebrug lagen Aegir en Willem Hl boord aan boord, één lengte achter de lichtblauwen. Willem III liep daarna wat uit, waardoor de Groningers naar de derde plaats werden ver drongen. By Poseidon bedroeg de achterstand van Aegir een bootlengte. De Groningsche ploeg zette er echter alles op, gaf tien harde onder de brug en had daarmede de tweede plaats weer heroverd. De Amsterdammers hielden taai vol en liepen wat in. De strijd tusschen beide ploegen was zeer vinnig. Aegir slaagde er met uiterste krachtsinspanning in, de tweede plaats te be houden, zy het ook met miniem verschil. De Amstel won onbedreigd met twee lengten voorsprong in den tyd van 7 min. 48 sec. Uitslag: 1. De Amstel, tyd 7 min. 48 sec.; 2. Aegir (op 2 lengten); 3. Willem ni. De winnende ploeg bestond uit de heeren: M. Scarf (boeg), P. L. W. de Ridder, A. de Bruin, L. L. Held (sl.) en L. Janus (st.). De volgende race was de Jonge Vier A, tus schen boei I Nereus, boei 2 Arsa. Na het uitlengten had Nereus een halve lengte voorsprong. Arsa liep daarna nog iets in, maar Nereus slaagde erin, het verschil te handhaven. De Amsterdamsche studenten liepen voorbij de Berlagebrug tot ruim een lengte uit. Het water en lichaamswerk van beide ploegen was niet bijster fraai. Even voor de Amstelbrug gaf Arsa teekenen van vermoeidheid, doch de ploeg ner- stelde zich en gaf nog een goede eindspurt te zien. Nereus won met een voorsprong van 1% bootlengte in den tyd van 7 min. 45 sec. Uitslag: 1. Nereus, tyd 7 min. 45 sec.; 2. Arsa (op 1 y2 lengte). De winnende ploeg bestond uit de heeren J. Keppler (boeg), H. Broekman, J. Regaut, P. Hoornweg (sl.), J. A. Smits (st.). Daarna lagen klaar voor de Jonge Acht B aan boei 1 Laga en aan boei 2 Club Nautique de Gand. Direct al hadden de Delftenaren de leiding, eerst met een halve lengte, Zy voerden den voorsprong regelmatig op en wonnen de race met vier bootlengten in den tyd van 6 min. 45 2/5 sec. De Belgische ploeg had weinig in te bren gen. Zij miste de noodige soepelheid en sloeg een te laag tempo. Het roeien van Laga viel echter evenmin te bewonderen. Uitslag: X. Laga, tyd 6 min. 45 2/5 sec.; 2. Club Nautique de Gand (op vier lengten). De winnende ploeg bestond uit de heeren: E. J. Broekers (boeg), N. S. R. Tyssens, Th. v. Eek, J. v. Swaay, J. Belle, D. M. W. Staring, W. R. van Vliet, A. Hellemans (slag), C. L. Begeman (stuurman). *:iK Zaterdagmiddag hield de adviesclub voor al gemeene en sociale zaken (instelling van den Ned bond van gemeente-ambtenaren) een ledenvergaderig te Utrecht in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen onder voorzitter schap van den heer G. H. J. Bonke (Almelo). Mr. L. Liebaert Peerbolte, directeur-generaal van den Volksgezondheid (Den Haag) hield een lezing over het onderwerp: De woningwet in den tegenwoordigen tijd. Spr. begon met de vraag te stellen of volkshuisvesting een onder werp is van autonomie of een onderwerp van zeitbestuur. Bij autonomie is er sprake van een spontane regeling, die een gemeente naar eigen aard kan en mag maken. By zelfbestuur is het kernpunt, dat de gemeente zonder opdracht van den wetgever niet de bevoegdheid heeft om bepaalde zaken te regelen. Door de woningwet van 1901 is uitgemaakt, dat volkshuisvesting rijkszaak is en dus onderwerp van zelfbestuur. Het doel van de woningwet is verbetering van de volkshuisvesting. Door die verbetering is het sterftecijfer gedaald, zijn bepaalde ziekten af genomen en zijn aan de gemeenschap vee) kos ten bespaard. Verbetering van de volkshuisves ting heeft zoowel ethische als sociale beteke nis, omdat slechte woningtoestanden demorali satie aankweeken en een geest van pauperisme. De woningwet droeg aan de gemeenten op om verordeningen te maken, waarin eischen wor den gesteld voor het bouwen van woningen. Ook moeten de gemeenten rooilynvoorschrifKn ma ken en zoo noodig verbetering van beslaande woningen voorschryven. Is een woning met meer voor verbetering vatbaar of worden de voorge schreven verbeteringen niet aangebracht, dan moet tot onbewoonbaarverklaring worden over gegaan. Het maken van uitbreidingsplannen en be bouwingsvoorschriften achtte spr. van groote bettekenis, omdat daardoor de grondspeoulatie, die een vyand is van de verbetering der volks huisvesting, wordt beperkt. De waarde van den grond is n.l. voor een groot gedeelte afhanKelijk van de waarde van den opstal. Is de opstal aan regiementen onderworpen, dan is daardoor de prijs van den grond voor een gedeelte vastge legd. Ten aanzien van de lintbebouwing merkte spr. op) dat deze manier van bouwen gevaren voor het verkeer oplevert en de rust der be woners verstoort. Ook uit een aesthetisch oog punt zijn er bezwaren. Door de rooilyn op een behoorlijken afstand te bepalen en door gesloten bebouwing niet toe te staan, kunnen de nadeelen der lintbebouwing grootendeels worden ondervangen. Als de ge meentebesturen op dit punt niet actiever wor den dan zullen provincie en ryk ook op dit ge bied dwingende regelingen moeten maken. Het zou echter beter zyn als de gemeenten dit on derwerp tijdig en naar eigen aard regelden. Een gevaarlijke beweging vond spr. net bou wen van de zoogenaamde zomerhuisjes. Het zou gewenseht zyn om daarvoor bestemmngsbepa- lingen te maken en daarop meer toezicht te houden. Het natuurschoon wordt vaak bedorven door het bouwen van genoemde huisjes en ook is gebleken, dat het gebruik der huisjes heel vaak moreel kwaad met zich meebrengt. Wordt er niet ingegrepen in deze ergerlyke wantoe standen, dan wordt het een vrijgevochten ben de. Het maken van streekplannen, zooals dit bij voorbeeld in Noord-Brabant gebeurt, juichte spr. ten zeerste toe. Streekplannen regelen de algemeene belangen voor een streek en treden niet in gemeentelijke uitbreidingsplannen. Een onderwerp voor een streekplan is byvoorbeeld het maken van wegen voor doorgaand ver keer. Ook worden door spr. eenige beschouwingen gewijd aan den financieelen kant van 't woning vraagstuk. Momenteel moete wenscheiykheden op dit gebied blyven rusten, maar een nood- zakelyk iets als het opruimen van krotten mag niet met een beroep op slechte tijden stil blij ven staan. Het huurpeil van arbeiderswoningen is nog te hoog en niet in overeenstemming met het loonpeil. Het is een ongezonde maatschap pelijke toestand als door middel van huursta- kingen een lager huurpeil moet worden ver overd. Ook de regeering ziet dit vraagstuk onder de oogen en zal het bouwen van arbeiders woningen op een lager huurpeil bevorderen. Het is te hopen, dat ook de woningbouwverenigin gen hun medewerking zullen verleenen. De ar beiderswoningen zullen aan bepaalde minimum- eischen moeten voldoen. Spr. verklaarde een voorstander te zyn van eengezinswoningen, die heusch niet zooveel duurder zijn dan verdie- pinpswoningen. De verdiepingswoningen geven aanleiding tot wantoestanden op moreel gebied terwyl de grond, waarop verdiepingswoningen mogen worden gebouwd, meestal duurder wordt gehouden dan grond, waar deze niet mogen i worden gebouwd. AMSTERDAM, 15 Juni 1934. Het Nederlandsche publiek heeft zich de ge heele week kunnen bezig houden met beschou wingen over economische, handelspolitieke en monetaire problemen, waarvoor de litteratuur haar op overvloedige wijze in den vorm van jaarverslagen der Nederlandsche Bank, Kon. Petroleum, Aku en H.V.A. werd verschaft. Na bestudeering van deze belangrijke geschriften komen wy tot de drie volgende conclusies: 1. de leiders van bovengenoemde instellingen zijn het r allen over eens, dat het conjunc- tuurverloop zijn dalende beweging heeft gestaakt en dat er zelfs sinds de tweede helft van 1933 een opwaartsche tendenz is waar te nemen. 2. De leiders zijn het in het geheel niet eens over de maatregelen, welke de Overheid moet nemen om een nieuwe daling van het welvaartspeil te voorkomen of om een stij ging te stimuleeren. Door onze beperkte binnenlandsche markt zal een nationalistische afsluitpolitieb voor Nederland niet baten. Onze geheele struc tuur, ligging en geaardheid van de bevolking maken het voor onze welvaart dringend noodzakelijk, dat wij onzen internationalen handel behouden en trachten uit te breiden, zooals de President van de Nederlandsche Bank het uitdrukt. Tot zoover zijn de ge leerden het rog eens. De heer Trip wil door een deflatie-proces, door een daling van het kosten- en prijzenpeil, door een ver sobering van staats- en particuliere huis houding onze concurrentie-mogelijkheid op de internationale markt vergrooten, en achter hem staat de regeering, het corps van ambtenaren en, zooals hij meent de groote meerderheid van het Nederlandsche volk. De directeur-generaal van het Ko ninklijke Olie-concern wil het lage prijspeil, dat tenslotte vernietigend gaat werken op zelfs de meest economische bedrijven, op een hooger niveau brengen en om dit te bereiken, moet een devaluatie van oen gul den plaats hebben, waardoor de verhouding tusschen ruilmiddel en goederen tot nor male proporties wordt teruggebracht, ter wyl ook langs dezen weg een kostenver laging plaats heeft. Hij telt zyn aanhan gers onder de theoretische economisten, scheepvaart- en exportkringen, terwijl ook hij op de meerderheid der bevolking denkt te kunnen steunen. Volgens mr. Trip zal een verlaten van den gouden standaard leiden tot een verscherpte valuta-concur- rentie, grootere onzekerheid, verzwakking van vertrouwen, kapitaalvlucht, oppotting van goud en een verdere ontwrichting van het wereldverkeer. De inflationisten, ook wel genoemd reflationisten, zien in ditzelfde experiment een der noodzakelijke voorwaar den voor een herstel. Het valt riet te loo chenen, dat de publieke opinie zich steeds meer in deze laatste richting gaat bewegen. In deze zelfde richting wijst ook de val van het Ministerie in België, waar de volksver tegenwoordiging zich tegen een politiek van verdere prysdaling verzette. 3. Het is opvallend, hoe v/einig de aandeel houders van den internen gang van zaken der groote concerns op de hoogte worden gebracht. Dat het begrip „aandeelhouder" synoniem is met mede-bezitter, schijnen de directies niet meer te voelen. De nieu we wet op de Naamlooze Vennootschappen heeft hierin niet veel verbetering kunnen brengen, hoewel de bepalingen betreffende publiciteit belangrijk verscherpt, en uitge- - breid zijn. Het verslag van de AKU vermeld^ een bedrag van bijna 1 miilioen gulden on der „andere winstbronnen", zonder dat aan deelhouders nader worden ingelicht. De H.V.A., welke in 1935 geen suiker meer zal produceeren, geeft geen nadere details over haar bij-cultures, welke momenteel de voor naamste en in de toekomst misschien de eenigste winstbron zullen vormen. Wy zien hierin een verwording van het aandeelen systeem, waartegen bezitters zich terecht steeds heftiger verzetten. De bovengenoemde vrij gunstige jaarverslagen hebben hun invloed gehad op de desbetreffende fondsen, maar konden in de lustelooze stemming ter beurze geen verandering brengen. De Dui1>- sche transfer-kwestie en de arbeidsgeschillen in Amerika, welke nog steeds niet zijn opgelost, weerhouden het publiek eenige affaire van be- teekenis te ondernemen. Belangstelling ondervonden aandeelen Kon. Olie, hetgeen niet te verwonderen is. daar het jaarverslag op vele plaatsen de zon laat door schijnen. De consumptie van olieproducten ver toont een toename, de spoorwegen tieder. op als nieuwe consumenten docr het invoeren van Dieseltractie, l et Amerikaansche Oou"°rnement maakt daadwerkelijk een eind? aan de over productie, de productie van Rusland loopt terug, de stikstoffabrieken werken op volle capaciteit, terwyl de Amerikansche fabrieken profiteeren van de devaluatie van den dollar. Het aanbod in Philips blijft aanhouden, zij het dan ook in mindere mate. Van bevoegde zyde vernemen wij, dat de buitenlandsche li quidaties hun einde naderen. Aku's waren lichtelijk gevraagd, naar aanlei ding van de toenemende behoefte van kunst- zyde-produeten. De toestand is echter nog te onzeker om tot een reorganisatie van dit con cern over te gaan. Voor cultuurwaarden was de animo zeer ge ring. De koersen van Rubber-aandeelen brok kelden een weinig af. Door de groote versche pingen der laatste maanden zyn de voorraden toegenomen, hetgeen de prijzen ongunstig be ïnvloedden. De toekomstige verwachtingen zyn hoog gespannen en algemeen voorspelt men betere prijzen voor dit product op later ter- royn. Tabakken waren gunstig gedisponeerd als resultaat der 4de inschrijving van Sumatra- tabak. De steming in Frascati was zeer willig en de pryzen overtroffen die der vorige veilin gen. De gemiddelde prys is nog niet bevredi gend en garandeert aan de „Big Four" nog geen groote winsten. Slotkoersen 4 pet. Nederl. 1934 4 H pet. N.-Ind. '26 3 H pet. Engeland 5lA pet. Young A. K. U Ford Philips Unilever Scheepv. Unie Koninkl Olie Redjang Lebong Amsterd. Rubber H. V. A Deli My Senembah Beth. Steel U. S. Steel Anaconda Intern. Nickel Marken Prolongatie 8 Juni 15 Juni 101% 100% b47/8 3SVs 37 201 2I6V4 74 34^ 153% 162 107H 172 12214 135 1 y?/t 24V4 7.4b3/, 1.47% 56 70 1 pCt .ol H IOOV2 647/8 35 39 204V3 2131/4 701/3 32 I6OI/3 16SVS 1057/g 1741/a 133 137 20% 241/4 9% 16% 7.451/4 1 47% 56.- 1 pCt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 6