Het sprookjesslot Miramare <ïïet miaal van dm daa PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND ONZEN OMROEPER MAXIMILIAAN EN FRANZ FERDINAND BOLLENFEEST Het Geheim van het open Raam DINSDAG 19 JUNI 1934 De eerste werd in Mexico gefusiU leerd en de tweede vond den dood in Serajewow Tragisch einde van een romantisch leven 937 menschen ter dood gebracht Het geheim van de blauwe flesch Een fooi van 30.000 Pond! Antieke kunst in Tarente Groote sterfte onder de visch in Engeland wijzing i men. Houd je f £)e aan banden boven tafel! Ik heb lang I moeten wachten, maar je weet; de I Mislukte pogingen van den Turkschen fiscus Agenten in Alexandrië leeren zwemmen AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Detective-verhaal dooi ANTHONIE GILBERT ra Dezer dagen was het zeventig jaar geleden, dat de broeder van wijlen Keizer Franz Josef van Oostenrük-Hongarye, Aarts hertog Maximiliaan tot keizer van Mexico ge kroond werd. Op 11 Juni 1864. Drie jaren later 19 Juni 1867, werd hü te Queretaro gefusilleerd. Een keizerdroom was uitgedroomd, aan het leven van een romantischen en door ongeluk Vervolgden Habsburgschen prins was een on gekend tragisch einde gekomen. Tachtig jaren geleden begon Aartshertog Maximiliaan aan den bouw van het sprookjes- slot Miramare. Hij heeft het nooit afgezien. Van Mexico uit leidde de keizer geworden Prins den afbouw van hei slot. Hij zag het op Papier. Zijn Heimat was een droombeeld ge- Worden. evenals zijn veel te licht getimmerde troon in een onzegbaar vreemd en ver land hiets anders dan een droombeeld was Thans behoort Miramare aan de Dalmatische kusten, na den wereldoorlog Italiaansch ge- Worden, aan den hertog van Aosta. Moge hij er geluk vinden. Miramare was een ongeluksslot. Van hier hit ging Aartshertog Maximiliaan naar Mexico den dood in, van hier vertrok in Juli 1914 Aartshertog Franz Ferdinand naar Serajewow den dood in. Na den wereldoorlog, die als het ware hier begon, opende men het Italiaansch geworden slot voor bezoekers. Voor den prijs van vijf lire kwam men in een zonderlinge en melancholieke sprookjeswereld. Niet in een levend huis, in een rijk der schaduwen. De romantische Maxi miliaan had Miramare ingericht en gestoffeerd met verkwistende pracht Het lustslot gaf meer den indruk van bizar ^heater dan van een emstig-vorstelijke woonplaats voor den broeder Van den keizer van Oostenrijk. Iedereen, die door het „Gran Castello" dwaalde, speurde wel den adem van het romantische wezen van den droomer, die Maximiliaan eens was. Het kwam echter iedereen wel onbegrijpelijk voor, dat latere Habsburgers, niettegenstaande het avontuurlijk einde van den slotheer, nog lust hadden, om in dit, trots alle pracht, onbe woonbare poppenhuis te huizen. Vreemd onge luk kwam over hen. Franz Ferdinand werd vermoord. En keizer Karl, die hier ook woonde. Verloor troon en rijk en stierf als balling op Madeira. Heden bestaat Miramare eigenlijk niet meer, zooals het tot 1930 was. De historische inrich ting, waarin een levend mensch kwalijk kon Wonen, werd voor den intocht van den hertog van Aosta in het kasteel bijna geheel verwij derd. De historische stukken werden door den hertog verzameld en in de „Museo Massimiliano" ondergebracht. Het museum zelf bevindt zich in een historisch gebouw, het zoogenaamde Castellino. In dit „Castellino di Massimiliano" Woonden Maximiliaan en zijn gemalin Char lotte van België, toen zij Milaan na de neder lagen in den Lombardisch-Venetiaanschen oor log moesten verlaten en van slot Miramare al leen nog maar de naakte muren stonden. Dit echtpaar bewoonde eigenlijk Miramare nooit. Alleen werd de ontvangsthal van het slot ge tuige van een grootsche historische plechtig heid. De deputatie, die den Habsburgschen prins de kroon kwam aanbieden van een pro blematiek Mexikaansch keizerrijk, werd hier ontvangen. In die hal teekende Maximiliaan zijn toekomstig doodvonnis. In die hal werd het echtpaar voor het eerst gehuldigd als de Majesteiten van een nog niet bestaand kei zerrijk. Hun privé-leven speelde zich nog verder af in het Castellino. Het was met dezelfde weelde ingericht, die ook het Gran Castello onbewoon baar maakte. Bizar, romantisch. Als bouwheer en stoffeerder had Maximiliaan dezelfde teu- gellooze fantasie als Ludwig II van Beieren. Het groote kasteel bijvoorbeeld had in de mees te vertrekken blauw en rose geverfde ruiten. Vroeg men aan den Italiaanschen custos, waar voor die bonte vensters eigenlijk dienden, dan antwoordde hij met groote waardigheid; „Ferché? Massimiliano heeft het zoo gewild." Waarschijnlijk moest een blik door de rose vensters zonsondergangsstemming over de zee en door de blauwe glazen maneschijn voor- tooveren. De Aartshertog-romanticus wensch- te de dagtijden door draaien van een venster te regeeren. Aan al die bizarre eigenaardigheden van Maximiliaan wordt men thans nog herinnerd, wanneer men dwaalt door het Castellino. waar al de historische stukken zich thans bevinden. De vele honderden spiesen en lansen, waarvan vele uit het bezit van bloeddorstige inboor lingen stamden, bedekten vroeger de wanden van het groote slot. Nu zijn ze hier ter deco ratie opgestapeld. Alle meubelen, die zelfs voor Miramare te exotisch waren, zijn nu hier te vinden, bijvoorbeeld een weelderig, reusachtig groot rococo pronkbed van Madame Dubarry. Geweldige Sèvre-vazen herinneren aan de vriendschap van den derden Napoleon voor zijn „lieven broeder en neef", dien hij in Mexico zoo smadelijk in den steek liet. Stom opent de custos de eene deur na de andere en alle leiden in luxueuze vertrekken. Maar ook dit Castellino had nog deel aan de wereld gebeurtenissen. De kleine vertrekken, volge propt met allerlei herinneringen, zagen de laatste acte van het drama van Queretaro. Toen keizerin Charlotte uit Mexico vluchtte, om bij Napoleon III en by den Paus om hulp te smeeken voor den ongeluk'/'gen Maximiliaan, kwam zij ook naar Miramare. Zij zette echter geen voet in het Gran Castello, dat de glan zende huldigingsact by het aannemen der kroon had gezien, zy sloot zich op in het Cas tellino, waar zy na haar vergeefsche reizen naar Rome en Parijs als waanzinnige was ge bracht. Hier leefde de tragische vorstin nog eenigen tyd in betrekkelijke vrijheid, tot haar geestestoestand als ongeneeslijk werd vastge steld en de keizerin in een Belgisch kasteel werd opgesloten, waar zij steeds in den nacht van den waanzin in hoogen ouderdom den wereldoorlog nog overleefde. Kort geleden wa ren er in Miramare nog heel oude menschen, die de plaats aanwezen in het slotpark, waar de keizerin zat, turend urenlang onbeweegiyk en stom over de onmetelijke zee Volgens berichten uit Riga is Philipieff, eens Rusiands officieele beul, in groote armoede in een dorpje in de Ukraine gestorven. Gedurende zijn ambtsperiode heeft Philipieff in totaal 937 personen geëxecuteerd, 175 on der den laatsten Tsaar en 759 onder het Sovjet regiem in de jaren 1917 tot 1920. In 1920 moest hij wegens zijn geschokten zenuwtoestand ontslag nemen, ofschoon hy nog betrekkeiyk jong was. Van iedere terechtstelling hield Philipieff zorgvuldig aanteekening en by den naam van elk züner slachtoffers schreef hy hoe of de persoon zich met den dood voor oogen gedra gen had. Dit dagboek van den beul is voor een hoogen prijs aan een Amerikaan verkocht. hoort U niet door de radio. Toch heeft de radio zijn onverflauwde belangstelling. U wenscht 'n radiotoestel te verhandelen? Span onzen Om roeper er voor! Dagelijks bereikt hij 75.000 ge zinnen. Hy zal U dus zeker van dienst kunnen zyn. In de nabyheid van Londen, in Muswell Hill, stond een klein huisje, dat nu in vlammen is opgegaan. Hier woonde een Engelsche chemiker. die tijdens den oorlog een krachtdadig gifgas had uitgevonden en nu op de volgende tra gische en geheimzinnige wdjze om het leven gekomen is. De man was een zonderling. Hy leefde als een kluizenaar, sprak met geen mensch en bracht in zijn tuin overal bordjes aan, waarop hy tegen voetklemmen waarschuwde; slechts een oude huishoudster mocht zijn woning be treden en voor zyn eten zorgen. Men weet niet of deze chemicus een men- schenvijand geweest is of wel een geniale uit vinder, die vreesde dat men in zijn laboratoria zou rondsnuffelen. In ieder geval was deze man zeer ryk. In Londen en vooral in Muswell Hill breekt men zich het hoofd over dezen geheimzinnigen onderzoeker. Sedert de chemici zich bezig hielden met het produceeren van nieuwe gif gassen, zijn er ook steeds eenige uitzonderingen geweest, die trachtten tegengiffen uit te vin den. Een jaar geleden verscheen in de Engel sche pers een opzienbarende mededeeling, dat men er in geslaagd was een middel te vinden, waardoor niet alleen een gas, maar alle gif gassen onschadelijk zouden worden. Indertijd sprak men ook reeds over het einde van den gifgassenoorlog. Daar echter de minder gevoe lige chemici niet stilgezeten hebben, is het he laas niet zeker dat dit nu nog het geval is. Is het nu mogelijk, dat de chemicus van Muswell Hill aan deze uitvinding debet is? Zou het niet mogeiyk zijn dat zyn geweten einde lijk ontwaakt was en hij door een nieuwe uit vinding zich van dezen smaad wilde bevrijden? Het raadsel zal wel niet opgelost worden. Het geheim van Muswell Hill blijft in het duister gehuld. Tegen twee uur in den ochtend sloegen de vlammen uit met kleine huisje. Alle pogingen om het vuur te blusschen waren tevergeefs. Kort na de schemering drongen dappere man nen in het met rook gevulde gebouwtje. Te redden viel er niets meer. Naast het verkoolde lijk van den man vond men een leege blauwe flesch. Men vermoedt dat hierin gif gezeten heeft of een ontplofbare vloeistof, die den che micus noodlottig is geworden. Te Hamburg is een zeer gelukkig man uit New-York aangekomen, n.l. de kellner Joseph Marringer, een Hongaar. Hy werkte in een ho tel te New-York. Op een goeden dag gaf een gast hem in plaats van een fooi in geld een loterybriefje van den Ierschen Vrijstaat. By de spoedig daaropvolgende trekking trok Mar ringer met zijn gekregen lot het sommetje van 30.000 pond sterling. De geluksvogel heeft geen enkel vermoeden wie en waar zyn argelooze schenker is. Marringer is thans naar zyn va derland, Hongarye, gegaan, om daar een rus tig, onbezorgd leventje te leiden. 211111111UI11111 iiiiuiiiiiiimu Juist zooals de bloei der bollen Rondom Paschen wordt genoemd, Waardoor Holland tot ver buiten Zijn vier grenzen is beroemd, Zoo is thans de schoone bloeitijd Van het bolleboozen-feest, Bollen in diverse kleuren, Maar 't zijn bollennaar den geest! De commissie van de keuring Heeft beslist de handen vol Met het proeven, wikken, wegen Van den zeer geleerden bol! En zij strooit nu met diploma's Als het bollen-etiket, Want het officieele briefje Is nog immers altijd hèt! I Dus wij lezen thans van uitslag i Der examens met succes, Acte L.O. acte M.O. i Kiveekschool, Gym of H.B.S.l Van lycea, van den handel, I Van techniek en wat al niet. 't Intellect beslaat in Holland Een zeer uitgebreid gebied! Wat een namen! etiketten! 't Is beslist niet te gewaagd Als men zegt, dat dezen zomer 't Bollenfeest weer is geslaagd! MARTIN BERDEN 1 (Nadruk verboden) iiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiR Te Tarente, de Italiaansche havenstad aan de Jonische Zee, is dezer dagen een tentoonstel ling geopend van de antieke kunstvoortbreng selen, welke in het afgeloopen jaar in deze streek aan het licht zijn gekomen. De omge ving van Tarente is nl. byzonder ryk aan over- biyfselen van Grieksch-Romeinsche bescha ving en de voorwerpen, welke in deze archeolo gische zóne werden aangetroffen zyn van den meest uiteenloopenden aard. Tot de meest be langwekkende vondsten behoort een aantal Grieksche graftomben, welke van uitvoerig beeldhouwwerk voorzien zyn; sommige geven scènes uit het dagelijksche leven weer, andere mythologische voorstellingen of dierfiguren; bij enkele is het ornament sterk onder Oosterschen invloed. Interessant zyn vorm en indeeling van de Grieksche grafkamers, welke voor een deel in de rotsen waren uitgehouwen, voor het ove rige samengesteld uit kolossale marmerblokken. In het midden van zulk een grafkamer wer den de afgestorvenen in fraaie kleedy en met vele sieraden, op een doodsbed gelegd. Een zeer groot aantal gouden diademen, oorringen, halssieraden, ringen, bron zen spiegels en glazen vazen, uit verschil lende styiperiodes is dan ook in deze grafka mers aangetroffen. Voorts omvat de tentoon- stelmg een fraaie collectie antiek beeldhouw werk, en een verzameling gouden munten uit den tijd, toen Tarente het bloeiende centrum was van Magna Graecia. Korten tyd later ont aardde de uitbundige weelde van het leven in deze streek op ontstellende wyze, hetgeen op den duur den ondergang van deze Grieksche kolonie ten gevolge had. Een nog niet verklaarde sterfte onder de vis- schen der Engelsche wateren veroorzaakt op het oogenblik in Groot-Brittannië veel ongerust heid. Vanwege het ministerie van economie is een uitgebreid onderzoek naar de oorziken in gesteld. Waarschynlijk hangt de huidige toe stand met de ontzettende droogte samen. Het begon reeds donker te worden, toen Pierre Rogêrs zijn jas aantrok, een gladde, kleine revolver by zich stak en onhoorbaar zyn woning verliet. Eerst enkele dagen geleden was hy tot de ontdekking gekomen dat Lemmington in de zelfde stad woonde en hy had oogenblikkeiyk besloten zijn langgekoesterde plannen ten uit voer te brengen. Lemmington was jaren ge leden zijn compagnon geweest in enkele Zuid- Afrikaansche affaires, die goed winst hadden opgeleverd, maar die niet bepaald geschikt wa ren om aan de groote klok te worden gehan gen. Er was nog een man in betrokken geweest, een zekere Cunning, maar deze was verdwenen en Roger had alle reden om aan te nemen dat hij dood was. Hun goed voorbereide slag was naar wensch gelukt en op een bepaalden avond zouden zy elkaar in een café te Kaapstad ontmoeten om den buit, twee zakjes ruwe diamant, te ver- deelen. Terwijl Rogers door de halfduistere straten liep ging hy alle gebeurtenissen nog eens na. Hy was op tijd in het café aangekomen en had gewacht, gewacht, ma$r geen van zyn kamera den was komen opdagen. Dien langen avond, dien hij daar aan't morsige tafeltje doorbrachc. herinnerde hy zich nog duideiyk. Elk oogen blik hoopte hy een van zyn compagnons te zien verschynen, maar naarmate de tyd ver streek, versmolt zyn hoop en langzamerhand bekroop hem de ontstellende zekerheid, dat hij in den steek gelaten was. Den ganschen nacht had hy door de havenbuurten geloopen, dol van woede, maar geheel machteloos. Dem volgenden morgen spoelde er een ïyk aan, dat erg verminkt was, maar waarin de politie Cunning meende te herkennen Rogers had zich niet van de juistheid hiervan kunnen overtuigen, maar hy vond nooit meer eenig spoor van zijn compagnon, zoodat de politie in Kaapstad het wel by het rechte eind gehad zal hebben. Cunning was dus dood. Men vermoedde dat hij te water was geraakt en tijdens het vallen zyn hoofd vrijwel had verbrijzeld tegen de bazalt-besehoeiing. Geen oogenblik scheen de politie op het denkbeeld te zijn gekomen dat hij vermoord was, maar Rogers nam dat, reeds dadelijk, als vaststaand aan. En toen hij latei ontdekte dat Lemmington de boot naar Enge land had genomen en daar in zeer goeden doen leefde, had hy hieromtrent volkomen zeker heid. Het was dus Lemmington, die hem verraden en hulpeloos achtergelaten had en bovendien den geheelen buit voor zichzelf had behouden. Het duurde zeer lang, voordat Rogers er in slaagde uit Zuid-Afrika weg te komen. Al zijn geld had hy in de onderneming gestoken en door het verraad van Lemmington zat hy vol komen aan den grond. Hij zette echter door, alleen om Lemmington later om rekening en verantwoording te kun nen vragen, raakte over de moeiiykheden heen en belandde ten slotte in Parijs. En daar liep hij thans door de straten met een revolver op zak, vervuld van meedoogen- looze wraakplannen. Hy vond Lemmington's woning en merkte tot zyn grimmige voldoening dat zy tameiyk eenzaam was gelegen, omgeven door een ta melijk verwaarloosden tuin. Zonder moeite drong hy naar binnen. Hü had dit werk wel eens meer by de hand gehad. In de benedenverdieping was slechts één kamer waar licht brandde en daar trof hij Lemmington aan, achter een schrijfbureau. Zyn plotselinge verschijning deed den man opspringen, maar dadelyk daarop viel hij weer in zyn stoel terug, doodsbleek, want hy zag den loop van een revolver op eich gericht. „Houd je handen boven tafel, Lemmington," zei Rogers snydend. „Ik moet eens met je spre ken. En je weet natuurlyk wel waarover." Rogers had de deur achter zich dicht ge daan, maar hy kwam geen stap verder de ka mer binnen. In zijn hand blonk de gladde re volver en in zijn oogen lag een byna waanzin nige blik. Het duurde even voordat Lemming- ton zich hersteld had. Hy bewaarde zyn kalmte en glimlachte zelfs opgewekt, terwyi hy als verstrooid met een zilveren potlood speelde. Ondertusschen werkte zün brein met koorts achtige snelheid. „Ik had je al eerder verwacht, Rogers," zei hij langzaam. „Dat weet ik," gromde de ander. „Er is geen dag voorbygegaan sinds den tyd in Kaapstad, dat je me niet verwachtte. Maar eindelijk ben ik dan toch geko- molen der ge- "••■■■"••■««■••■■■s •:echtigheid maalt langzaam.... maar zeker!" „Wat je nu van plan bent, kun je geen ge rechtigheid noemen." „Over een woord zullen we geen nwie ma ken", viel Rogers hem in de rede. „Ik zal ook myn tyd raet aan je verspillen." Lemmington tikte schijnbaar afwezig met zijn potlood op het vloeiblad. „Luister eens," zei hij dan. „Ik zal je niet bedreigen, maar bedenk goed, dat wpt er hier ook gebeurt, heb jij op je verantwoording en Ik verzeker je dat je aan de echte gerechtig heid niet kunt ontsnappen. Wat die oude zaak betreft, ik ben bereid om je je deel uit te be talen. Even onopgemerkt als hy gekomen was, ver liet Rogers het huis weer. En terwyl hy zich vlug naar zijn woning begaf, overdacht hü alles wat zich in de kamer van Lemmington had afgespeeld. Angstvallig zocht hy naar een fout die de politie op zijn spoor zou kunnen brengen, maar hy vond er geen een. Niemand had het schot kunnen hooren. Er waren geen vingerafdrukken, geen enkel spoor. En boven dien zou niemand hem gemist hebben. Hij kwam onbemerkt thuis en ging toen even later weer uit. Ditmaal nam hij geen voorzorgen en klapte zelfs met het tuinhek. Zooals hij ver wacht had, verscheen het hoofd van zijn be moeizieken overbuurman uit het raam. „Ah, meneer Leroux," zei Rogers glimlachend. „Weet u ook of er iemand aan myn deur is geweest. Ik ben al studeerende in slaap geval len en zoo „Nee, er is niemand geweest," antwoordde de buurman, „nietwaar, ik had het toch zeker moeten bemerken, want vanuit myn kamer...." „Juist, zoo is het," zei Rogers. Hy bracht een brief naar een bus en keerde toen terug. Maar gerust was hij niet. Hij hoorde nog steeds Lem mington's woorden: Ik verzeker je dat je de gerechtigheid niet kunt ontsnappen. Zou het..? Maar nee, dwaasheid. Lemmington was dood. Cunning was dood. Niemand wist iets! Hij sliep rustig en kwam opgewekt aan het ontbijt. Tegen negen uur meldde de hulsknecht een bezoeker. „Meneer Pierre Rogers? Prachtig. Dan arresteer ik uHet was zoo overdonderend snel ge gaan, dat Rogers er volkomen door overrom peld werd. Zooals hij de zaak begreep, gebeurde hier een wonder, een mirakel, want hoe wist.. „Ja, het ging nogal eenvoudig," lachte de rechercheur, terwijl hy den misdadiger de hand boeien aanlegde. „De heer Lemmington werd weliswaar dood aangetroffen, maar hij had op zyn vloeiblad een zeer duideiyke vingerwyzing geschreven.... in morseteekens. En zoo behoef den we niet lang te zoeken naar den dader." l Het bleek, dat het defect te verhelpen was zonder nieuw materiaal. In betrekkeiyk korten tijd had oom Sidney, die weer was opgeknapt, den motor weer in orde. Er werd proef ge draaid, tot ontsteltenis van de zwarten, en 't ging best. We hadden echter geen benzine en olie en daarom werden eenige negers uitge zonden om dit te halen. De hoofdman hield ons gezelschap en bood ons aan de wacht by ons toestel te houden, om te voorkomen dat woud bewoners schade zouden aanrichten. 't Zou zeker enkele dagen duren voor de zwarten terug waren en toch herstelden we onze hut niet. De nabyheid van den hoofd man deed allen angst verdwynen. 's Nachts, als we in de cabine lagen te slapen, zat Amhara, dit was de naam van den hoofdman, by een vuur in de nabyheid van het toestel op wacht, 's Morgens boden wy hem aan in onze cabine een dutje te doen, doch hy weigerde en deelde mede, dat hy in staat was ons leeuwen te laten zien, als wy zorgden voor eenig aas en wel in den vorm van een dooden zebra. Oom Sidney stond aan Amhara, die zich een goed schutter toonde voor enkele oogenblikken zün jachtgeweer af. Niet lang daarna had hy een zebra neergeschoten en deze In de nabij heid van wat laag struikgewas en diep gras, niet ver van ons kamp gesleept. Hij nam ons daarna mee op een kleinen heuvel, 20 meter van het aas verwyderd. Met zijn hand wees hy toen in Noordelijke richting, waar een troep leeuwen in het woestynzand een dutje lag te doen. Lang behoefden we niet te wachten. Een der leeuwen stond op. Hy zwiepte met zyn staart en spoedig stonden er meer naast hem, alle den kop in onze richting gewend. Ze kwamen behoedzaam nader, zooveel mogelijk zich verschuilend achter het hooge gras. Maar zoodra een der leeuwen het doode beest ge zien had kwam hy in korte sprongen naar voren. Langzaam kwamen de andere leeuwen naby en niet lang daarna zat het heele ge zelschap zich te goed te doen aan den zebra. Bijna alle uithangborden zyn uit Istamboel verdwenen, als gevolg van de belasting die op het hebben van zulk een bord is geheven. De belasting-autoriteiten hadden verwacht, dat de winkeliers, restaurateurs en andere eigenaars van zaken hun uithangbord niet zou den willen missen, zoodat de nieuwe belasting een vry aanzieniyk bedrag zou opleveren. Doch de winkeliers, die reeds verschillende belastingen hebben op te brengen, waren van meening dat deze belasting te ver ging en zy verwyderden hun uithangbord. Het hoofd der politie te Alexandrië heeft ver ordend, dat alle agenten moeten leeren zwem men en een cursus moeten volgen in het redden van drenkelingen, teneinde zoowel bij ongeluk ken als bij pogingen tot zelfmoord door ver drinking actief te kunnen ingrypen. De hoofdcommissaris heeft dit besluit geno men, nadat onlangs een automobilist Ir. de ha ven was gereden en de dienstdoende agent niet kon ingrijpen, daar hij niet zwemmen kon, zoo- dat de man verdronk. by verlies van een hand f 1 OT olj verlies van een f Cfk by een breuk van f Afï bij verlies van 'n x duim of wysvlnger O"been of arm TT een voet of een oog J t 11 l 'f op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f 9/1/)/) by levenslange geheeleongeschiktheid t pt werkendoor f 7Cfh bij een ongeval met f OCf) AllQ GDOntlC S ongevallen verzekerd voor een der volgenae uitkeeringen tjifU verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen doodeiyken afloop# anderen vinger S3. (Korte Inhoud van het voorafgaande Sir Hector Asscher gaat door voor een ver woed verzamelaar van kostbare boeken In Merlin St Hugh waar hij op r-tln Dui ten woont, leeft hy zeer afgezonderd met zyn mchtle Paula Parkston. die ln het geheim verloofd was met den secretaris van sir Hector Arthur Newnham Doei een handlangster komt Asscher in het De- zit van een kostbaar werk. dat -uit de bi bliotheek van Burgoyne ts gestolen As scher reist naar Frankfflk om een aantal boeken te verkoopen. nagereisd door Sur- goyne en den letterkundige Eggerton ln een luguber hotelletje te Parijs wordt As scher dan vermoord Omtrent den dader tast men ln het duister Waarschijnlijk Is Asscher reeds ln den trein vermoord en ln zijn boekenkoffer. door iemand die zich voor hem uitgaf naar het hotel ver voerd Het tustltleel onderzoek wordt ge leld door den detective Lestrange) Zoodra hy zich dus rustig aan een tafeltje van een restaurant heeft neergezet, probeeren we ook Sandilands naar binnen te smokke'en. zoo dat deze al den tyd krijgt, om hem op zijn gemak te bestudeeren. We moeten hen zelfs met elkander in contact zien te brengen, zoodat Sandilands vooral het litteeken op den vinger kan bestudeeren. Indien daardoor bewezen wordt, dat hij den baard gekocht heeft en hy niet kan vertellen, waar hij Woensdagavond ge weest is hebben we met zijn schulden en zijn gespannen verhouding tot Ascher meer dan voldoende materiaal om tot een arrestatie over te gaan." Een half uur later kwam Traill terug met Newnham's adres. Het was een eenvoudig pension in Ebury Street. Hij had met eigen oogen het gezicht van den jongeman gezien, boven in het venster, toen hy tameiyk mistroos tig zyn omgeving eens opnam. Toen Newnham even later de deur uitging, had Traill onmiddel lijk aangebeld en zelf naar kamers geïnformeerd. Het bleek, dat er alleen maar ontbyt werd ge geven, zoodat Newnham verplicht was, om voo- de beide andere maaltyden ergens te gaan eten. Traill stelde zich voor om den volgenden morgen den jongeman in de gaten te houden en zoodra hy hem tot in een restaurant was gevolgd, Davidson op de Yard op te bellen. „Waarom?" vroeg Davidson, tameiyk uit zijn humeur. „Nou, dan kunt u onmiddellyk Sandilands op bellen en samen gaan kyken, of u met den goeden man te doen hebt." „Dat zal niet lukken. Ik ga morgen naar Sussex, om na te gaan of Newnham's verkla ringen kloppen. Trouwens het zou buitengewoon dom zijn, om Juist my met dien Sandilands in Newnham's nabyheid te brengen. Hü moet al erg stompzinnig zün, indien hy niet een van ons tweeën herkent. Dit zou zyn achterdocht opwekken en dan waren we hem voor goed kwijt. Neen, telefoneer jy zelf maar naar San dilands, ik zal hem vanavond nog een telegram sturen, waarin hy van alles op de hoogte wordt gebracht. Dan probeeren jullie maar op de meest handige wyze Newnham's hand duidelyk te zien te krijgen." „Goed, dat is afgesproken." Newnham verliet tegen elf uur zün kamers en bracht een uur door met wat in de straten en den ondergrondschen spoorweg te slenteren. Tegen kwart over twaalf betrad hü een klein restaurant in de buurt van Leycester Square en toen Traill hem een maaltyd had zien be stellen aan een kellner, belde hij onmiddellyk Sandilands op. Daar Burnham vlak bytöxford Street woonde, was het een kwestie van enkele minuten, voordat de melancholieke bediende kwam opdagen. Beide mannen gingen het res taurant binnen. Newnham was bij een tafeltje gaan zitten onder een van de vergulde spiegels, die langs den heelen wand van het restaurant liepen, zyn achtervolgers kozen een tafeltje op tamelijk eerbiedigen afstand, van waaruit zy hem echter heel gemakkeiyk konden gadeslaan. De spiegel toonde hun daarby den kant van het gezicht, die overigens voor hen verborgen bleef. Men begrijpt, dat Sandilands het verba zend interessant vond om iemand, en nog wel een moordenaar, te helpen arresteeren. Dan zou hy op zyn minst eenmaal in zyn leven een per soon van gewicht genoemd worden. „Ik geloof al zyn leven dat hy het is" mom pelde hy telkens. „Beslist, hy is het, maar hoe kan ik daar zeker van zyn. Die snor maakte hem zoo anders en dan dat verschrikkeiyke litteeken." Tegen het einde van den maaltyd gebeurde er echter iets, dat hem nog versterkte in zijn geloof. Newnham riep den kellner en vroeg om sigaretten. Onmiddellijk greep Sandilands zün metgezel bij den arm. „Hebt u dat gezien? Hy gebruikt een aan steker voor zyn sigaretten. De man met den baard deed precies het zelfde." „Nou, dat is maar louter toeval," antwoordde Traill. Maar toch voelde hy zich door deze kleine omstandigheid in zün vermoeden beves tigd. Toen Newnham opstond, riep de man van de Yard tamelijk vinnig om zijn rekening en hy liep met zyn kameraad naar het buffet. Traill was een en al spraakzaamheid. „Ja, riep hy uit, ik ben liberaal en het kan me niet schelen of ze het weten of niet, maar by de komende verkiezingen stem ik conservatief. Niet dat ik zoo met hun politieke beginselen wegloop, want die hebben ze volgens mij niet eens, maar louter en alleen, omdat ons land rust moet hebben. Als je my vraagt, wat wij noodlg hebben dan hebben we niks noodig dan rust. Dan komt er binnen drie jaar een groote party aan het hoofd...." Onder dekking van deze alleenspraak, duwde hy Sandilands tegen het buffet aan, terwU' Newnham zyn rekening betaalde. Hy had veel klein geld in ontvangst te nemen on ziende, dat er andere menschen stonden te wachten, ge bruikte hy beide handen, zoodat de mis vormde vinger van zijn rechterhand duidelijk zichtbaar was. Traill keek heel vlug naar zijn metgezel en zag dat de man allen twyfol over wonnen had. „Hy is het," zei Sandilands rustig, toen zy weer op straat stonden. „Zou je er zelfs op durven zweren, voor den rechter?" „Natuurlyk." „Kom dan met mij mee naar de Yards en teeken een verklaring, dat Newnham de man is, die op den vierden Mei bij jou °en baard gekocht heeft. Durf je dat?" „Natuurlyk," zei Sandilands voor de tweede maal. Nooit sprak eenig staatshoofd plechtiger een doodvonnis uit. ELFDE HOOFDSTUK I De Nasleep van een liefdesgeschiedenis Dienzelfden morgen nam Davidson den eersten trein naar Worthing, wandelde naar 't bagagedepót en vroeg den chef te reken. „Ik zou wel eens willen weten.' vroeg hy onnoozel weg, terwyl hy een eenvoudig klein koffertje overreikte, dat daar tot nader order moest worden bewaard, „of hier een zekere Newnham ook bagage heeft achtergelaten? Het is een man van middelbare lengte, erg blond." De ambtenaar zat met zün handen in het haar. „Dat zou ik u beslist niet kunnen zeggen, mijnheer, dat is bijna onmogeiyk. Er staat hier zoo'n massa bagageen hy wees langs de ryen valiezen." „Ik geef natuurlyk toe, dat het tameiyk onlogisch van my is, te verwachten, dat u hem zou terugkennen uit een heele massa reizigers," gaf Davidson toe met een welwillende uitdruk king op zyn gezicht. Maar het gaat om een tamelijk belangrijke kwestie. Wy gaan voor een maand op wandeltocht door de Downs en wy hadden afgesproken om elkaar hier te ontmoeten en er onze hoofdkwartieren op te siaan. Ik zou graag willen weten, of hy werkeiyk al aangekomen is. Indien dit niet zoo is, moet ik natuurlijk wachten." De ambtenaar zag wat zilver blinken in de vragende oogen, riep er een bediende by en vroeg: „Wat voor een naam was het. Sir?" .Newnham, Arthur Newnham. Wij voelen er niets voor om onze bagage overal te laten slingeren terwyl we naar kamers zoeken." De ambtenaar keek hem eens aan en grinnikte „Zit daar de kneep, Sir? Zeker van de politie hé? Ach mijnheer, ik dacht het onmiddellijk. De zwager van myn vrouw is ook politie agent, ergens in de buurt van Cheam. Dan leer je dat type wel kennen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 9