Het wedden in Engeland
Jiet wrtfml van den daa
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
P
'N TROUWE KLANT
ERNSTIGE MISSTANDEN
WATER
Het Geheim van
het open Raam
VRIJDAG 22 JUNI 1934
Het is dringend noodig het pU'
bliek te beschermen tegen zijn
verwoedsten natuurlijken
hartstochthet wedden
Nationale tragedies
Na de operatie gearres
teerd
De moord op Prince
Universiteit te Bern be
staat een eeuw
Lastige kangeroes
Andorra krijgt een
anderen naam
Geen sensatie in de
Tsjechische pers
Alleen roode huizen in
Istamboel
uwtrnjd^heir j Roode iflkt
Vlammende kraters
a I 'vÊk
Nieuwe Donau-brui
te Weenen
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Detective-verhaal dooi
ANTHONIE GILBERT
In geen land wordt algemeener gewed dan
in Engeland, en in geen land wordt bet
wedden op moreele gronden scherper ver
oordeeld.
Het een is ongetwijfeld het gevolg van het
ander. Wie achter de natuurlijke ondeugden
van een volk wil komen moet opletten van
welke deugden het den mond het volst heeft.
Een volk, dat veel spreekt over eerlijkheid,
is van nature niet zco heel eerlijk; een volk,
dat erg dweept met zindelijkheid, is van na
ture niet al te zindelijk. Want over datgene,
dat als natuurlijk geldt, spreekt men niet. Het
Engelsche puritanisme was een reactie op het
libertinisme. Wanneer de Engeischen der 17de
en 18de eeuwen niet de grootste libertijnen van
Europa geweest waren, zouden er geen puri
teinen opgestaan zijn om de strengste zedelijk
heid als een specifiek-Engelsche deugd te ver
heerlijken. En wanneer in geen land met meer
overtuiging tegen het „dobbelen" geijverd wordt
dan in Engeland, dan volgt hieruit dat de En
geischen de onverbeterlijkste aller dobbelaars
zijn.
Tracht deze theorie niet te weerleggen. Denkt
aan ons eigen land. Het is een land van dijken.
Wat blijkt hieruit? Dat het van nature een land
van overstroomingen is. Zou het niet onzinnig
zijn te zeggen: Holland beeft dijken, dus is het
een droog land? Even onzinnig is het te zeg
gen: Engeland is het land der anti-dobbelpro-
paganda, bijgevolg zijn de Engeischen geen dob
belaars. Het tegendeel is natuurlijk het geval.
En wie in Engeland woont en het Engelsche
leven meeleeft, kan hoe weinig hij ook sym-
pathiseeren moge met het vaak dweepzieke en
eenzijdige drijven der anti-wedders toch on
mogelijk ontkennen dat veel te weinig gedaan
wcrdt om het volk te beschermen tegen zijn
verwoedsten natuurlijken hartstocht: wedden.
Er wordt thans een „safety firsf'week ge
houden niet omdat de wegen zoo veilig, maar
omdat zij zoo onveilig zijn; niet omdat er zoo
voorzichtig, maar omdat er zoo onvoorzichtig ge
reden wordt.
Er is, vooral voor den jongen automobilist,
iets heel aantrekkelijks in ..racen". Op een
breeden weg den indicator te zien oploopen
van 40 tot 50, van 50 tot 60, van 60 tot 70, van
70 tot 75 mijlen per uur baart hem een harts
tochtelijk genot, waaraan hij geen weerstand
bieden kan. Er wordt veel ofschoon mis
schien te weinig gedaan om dien hartstocht
te beteugelen.
Maar dit is het seizoen der rennen. De Derby
is juist verreden. Colombo, een der favorieten,
is niet no. 1 aangekomen. Hij werd ingehaald
door Windsor Lad. En een jcnge man, die alles
op Colombo gezet had, en die het meisje dat
hij beminde, zou kunnen huwen, werd gek toen
hij zag hce Windsor Lad Colombo inhaalde,
en hij beging de uiterste daad van krankzin
nigheid door de hand aan zichzelf te slaan.
De bladen staan er vol van. t Is zulk een
prachtige lectuur. Maar zelfs wanneer ik geen
Christen en geen Katholiek was, voor wien zelf
moord de onherstelbare misdaad is van den man
Een ongewoon voorval heeft zich te Reval
afgespeeld. De politie daar was een dokter op
het spoor, die er van verdacht werd, staatsge
vaarlijke propaganda te hebben gevoerd. De
politie drong binnen in de operatiekamer van
het ziekenhuis, waaraan de dokter verbonden
was en vond hem daar juist bij een moeilijke
operatie. De agenten wilden aanvankelijk den
verdachte wegleiden zonder eenig oog te hebben
voor de belangen van den patiënt en eerst na
groote moeite konden zij er van overtuigd wor
den, dat de operatie moest worden voortgezet
Bewaakt door de bajonetten der agenten vol
tooide de dokter zijn werk. Daarna werd hij ge
vankelijk weggevoerd.
die God zijn vertrouwen en zijn geloof opzegt,
zou ik „schande!" roepen. Niet over dien jon
gen man. wiens beoordeelaar en rechter ik niet
ben, maar over de hypocrisie van een overheid
die maatregelen neemt tegen de onschuldige
Iersche sweepstake, maar de groote rennen,
welke er de grondslag van zijn, als nationale
gebeurtenissen verheerlijkt.
Elke wedren is een nationale tragedie. De
sensatiebladen wijden thans hun schoonste
headlines aan dien ongelukkigen krankzinnige,
maar er zijn honderden die hetzelfde kunnen
zeggen als wat hij in zijn afscheidsbrief schreef:
„Het dobbelen zit mij in het bloed". Er zijn
honderden arme lieden die alles wagen en alles
verliezen, en voor wie de Derby de noodlottig-
ste dag van hun leven is. Want het dobbelen
zit het volk in het bloed, evengoed als het hard
rijden op breede wegen. De Djaggernaut-wagen
van Lord Derby en Lord Lonsdale en den
Agha Khan verplettert duizenden menschen. En
geen overheid denkt er aan een „safety firsf'
week op touw te zetten.
Den 20en Februari zag Jean Hubert, de bur
gemeester van Troyes in het district Pasques
op de straat een auto, welke de maximumsnel
heid overschreed. Hij droeg steeds zijn notitie
boekje bij zich, om onmiddellijk het autonum
mer der overtreders te kunnen opschrijven.
Hubert zag echter tot zijn v.erbazing, dat deze
auto geen nummer droeg. Nu is de weg door
Troyes wel niet den directen verbindingsweg
tusschen Parijs en Dyon, maar men kan Dyon
ook over dezen weg bereiken. Het lijk van
Prince werd den 21en Februari te Dyon ge
vonden. Burgemeester Hubert had weliswaar
niet het nummer van den wagen kunnen zien.
maar wel de gezichten der inzittenden. In
Maart werd de Parijsche politie-inspecteur ge
noemd in verband met de Stavisky-affaire en
zijn portret verscheen in alle bladen. Jean Hu-
bert herkende in dit portret een der inzitten
den van den auto, maar de onderlinge samen
hang van het gebeurde drong niet tot hem
door. Eerst dezer dagen dus drie maanden
later, ging hem een licht op en meldde hij zich
bij de politie te Dyon ais getuige. Men hoopt
in dit getuigenis een aanwijzing te vinden in
de richting der moordenaars van Raadsheer
Prince.
Nietwaar, U bent 'n trouw lezer van onze ru
briek „Omroepers". U moogt er graag eens in
grasduinen. De zakenman weet van üw speur-
lust te profiteeren, hij plaatst Zaken-Omroepers,
die onze rubriek juist zoo veelzijdig doen zijn en
die Uwe regelmatige belangstelling inderdaad
motiveeren.
Toen Bern zijn universiteit kreeg, was het
geen muzenstad. Veel geld bezat het niet en
zeventig jaren lang is de Bernsche hoogeschool
dan ook in een voormalig klooster gevestigd
geweest. In 1855 onderwezen er 31 docenten,
terwijl het aantal studeerenden maar 150 be
droeg. De verheffing van Bern tot Zwitsersche
bondshoofdstad maakte een ontwikkeling der
universiteit mogelijk. Een leger van ambtena
ren trok de gemeente binnen, vreemde gezan
ten werden er geïnstalleerd en internationale
kantoren zorgden voor levendigheid. Juist in
verband met de vele bij het rijk geëmployeer
den werd besloten de hoogeschool tot een drie
talige te maken, ten einde de heele bevolking
in staat te stellen, haar zonder bezwaar te be
zoeken. Niettemin heeft het bijna een eeuw
geduurd, eer de Zwitsers de beteekenis van het
instituut geheel begrepen. Vijf jaar geleden zijn
handel en industrie er mee begonnen een be
drag van 500.000 francs ten behoeve van het
wetenschappelijk onderzoek aan de Universi
teit af te staan. Te voren had het kanton de
financieele zorg en het heeft die nauwelijks
kunnen dragen. In 1855 kon het niet meer dan
de wel zeer kleine som van 92.842 francs uit
trekken, in 1932 besteedde men echter reeds
2.657.000 francs aan de Bernsche hoogeschool.
Tegenwoordig mag men Bern als universi
teitsstad met Bazel en Ziirich op één Ujn
stellen.
De klachten over de kangoeroes nemen steeds
toe en het zijn de Australische schapenfokkers,
die zich over deze dieren, welke toch overigens
de trots van het vijfde werelddeel zijn, on
vriendelijk uitlaten. Bijzonderlijk het Koroit-
distrlct wordt door buideldieren geteisterd; zij
grazen de weiden af met het gevolg, dat de
schapen te weinig voedsel kunnen vinden.
Wanneer het niet op de een of andere manier
lukt de kangoeroes in andere reservations onder
te brengen, dan zullen de farmers ondanks he;
strenge jacht- en vangverbod tot maatregelen
van noodweer overgaan. De autoriteiten zitten
met de handen in het haar, daar ten eerste de
dieren niet gemakkelijk te vangen zijn en ten
tweede men niet weet waarheen men ze moet
transporteeren.
LUIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIII1I
imiiiiiiiiiiiiiimiiimiu
In den laatsten tijd worden in Andorra tal
rijke hervormingen aangebracht. Eerst zijn de
voorschriften voor den Invoer van tabak en
alcohol gewijzigd en nu gaat de kleine herders
republiek in de Pyreneeën er zelfs toe over
haar geheelen naam te veranderen. Tot dus
verre was de officieele titel „La Republica
d'Andorra", die ook voorkwam op de door de
autoriteiten uitgegeven passen en de beteekenis
was van het teeken RA op de honderd auto's,
die van Andorra afkomstig zijn.
In het vervolg zal Andorra in de regeerings-
stukken, in de diplomatie en in de passen nog
slechts „Les Valls d'Andorra" heeten.
Inderdaad kon de oude naam door zijn bij
voegsel „La Republica" gemakkelijk den ver
keerden indruk wekken, dat Andorra volkomen
souverein is. Uit de laatste woelige gebeurte
nissen, waarbij het gebied door Fransche gen
darmes werd bezet, blijkt genoegzaam dat dit
niet het geval is. De officieele bestuursvorm is
deze, dat Andorra als neutraal gebied onder
het gemeenschappelijk protectoraat van Frank
rijk en van den bisschop van Urgel staat.
Frankrijk en de bisschop benoemen elk een
stadhouder en de rechter wordt om beurten
door een van beiden aangesteld.
Water is natuurlijk prettig,
Water is zoo lekker frisch,
1 Water houdt je altijd nuchter,
1 Wijl het water water is.
Als je dorst hebt met die hitte
Is het water lang niet slecht
En het komt met limonade
Altijd dankbaar tot z'n recht!
1 Water is natuurlijk prettig, I
Water is zoo heerlijk nat
En wanneer de zon je blakert
1 Snak je naar een waterbad,
I In de zee of in een vijver,
Een rivier of in een beek 1
En dan kom je, als de visschen, I
In het water weer op streek! i
I Maar je moet het water kénnen
En de zwemkunst ook verstaan, i
1 Anders blijf je toch maar liever
Uit zoo'n waterplas vandaan!
1 Want je maag is niet berekend
Op een hectoliter nat.
Daarom, als u niet kunt zwemmen, i
Wees voorzichtig met een bad!
MARTIN BERDEN
1 (Nadruk verboden)
aiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiH:
In het Tsjecho-Slowaaksche parlement zijn
een aantal wetsontwerpen ingediend tot be
strijding van sensatieberichten in de pers.
Boete en zelfs gevangenisstraf wordt geëischt
tegen degenen, die op de front-pagina van een
blad berichten, artikelen of afbeeldingen pu-
bliceeren van misdaden tegen het leven, de
personen of het eigendom.
Indien dergelijke berichten worden opgeno
men, moeten zij op een weinig in het oog val
lende plaats worden gedrukt en zonder groote
koppen. Elk periodiek verschijnend orgaan, dat
minstens vijf dagen per week uitkomt, is ver
plicht verschillende uitspraken van president
en ministers op te nemen. Bij weigering kan
het blad gestraft worden met een verbod tot
verschijnen of het ontnemen van de post-
voorrechten.
Verder wordt de regeering bij de ingediende
wetsontwerpen een groote macht verstrekt bij
de eischen van volledige correctie van mislei
dende berichten.
De reeds zeer sterke politieke en moreele
censuur op de Tsjecho-Slowaaksche bladen
wordt dus nog aanzienlijk verscherpt.
De gemeenteraad van Istamboel zal binnen
kort een verordening afkondigen, waarbij be
paald wordt dat alle huizen in de hoofdstraten
der stad in dezelfde kleur moeten worden ge
schilderd Tot de uitvoering dezer verordening
zal worden overgegaan, zoodra overeenstem
ming bereikt is over de meest geschikte kleur.
Naar verluidt, zal de roode kleur worden
gekozen.
Het- gemeentebestuur heeft geen redenen op
gegeven voor deze merkwaardige verordening,
welke krachtige oppositie heeft uitgelokt van
de zijde der huiseigenaars, winkeliers en hotel
houders.
Toen Alfons Day bij zijn vriend, den advo
caat Tornhill, binnenstapte, was hij op
gewonden, hetgeen hij trachtte te verber
gen achter een triomfantelijken glimlach.
„Alles is achter den rug, Tornhill," zei hij en
zijn stem klonk hard als staal. „Geef me een
glas whiskey, dan zal ik je vertellen hoe goed
het is gelukt."
Tornhill werd doodsbleek.
„Je hebtvroeg hij, „Goeie God!" Hij
wankelde meer dan hij liep naar de kast en
schonk zijn bondgenoot een stevige whiskey in.
Daarna kreeg hij het heele verhaal te hooren.
verteld met een sang-froid, een duivelsche
kalmte, die hem deed afgrijzen. Hoewel Torn
hill er reeds alles van af wist omdat hij in
het beramen en volbrengen van deze misdaad
eveneens zijn rol had gespeeld leerde hij uit
het verhaal het wreede karakter van zijn vriend
van een nog duivelscher kant kennen. Hij
voelde bewondering en tegelijk een hevigen af
keer en die beide gewaarwordingen bleven met
elkaar om den voorrang strijden in zijn ge
moed Reeds lang hadden zij samen het plan
opgevat om den oom van Alfons Day, Samuel
Read, te dwingen hun een deel van zijn for
tuin af te staan. De oude heer Read dreef zaken
en Alfons Day was bij hém op kantoor. Het was
Tornhill, die het eerst met dat denkbeeld voor
den dag kwam. Day zat in geldverlegenheid en
als hij moest wachten totdat Samuel Read het
tijdelijke met het eeuwige verwisseld had, dan
had hij nog een half leven voor den boeg, want
de oude heer maakte nog geen aanstalten om
dit tranendal te verlaten. Het vernuftige brein
van den advocaat overpeinsde verschillende mo
gelijkheden en plannen tot dat doel, maar
Day verwierp ze alle en wilde met één slag alles
hebben. Zijn plan was, kort en goed, zijn oom
te vermoorden en de erfenis opstrijken. Een
duivelsch plan, dat Tornhill nog meer afkeer
inboezemde door de geraffineerdheid waarmee
het werd beraamd. En thans was de misdaad
gepleegd.
„Niemand zal ons verdenken," zei Day. „De
dosis chloroform was groot genoeg en er zijn
geen sporen meer van over. Bovendien zul jij
getuigen dat ik vandaag den geheelen dag hier
ben geweest en niemand heeft me gezien toen
ik het kantoor van mijn oom binnenstapte.
Zooals je weet werkte hij nog laat na hij was
alleen. Alles klopt. Mijn alibi is volmaakt."
„En het is bekend dat je op goeden voet
stond met je oom," vulde Tornhill aan.
„Juist, ik ben volkomen veilig. We kunnen
met een gerust hart de komst van de politie
afwachten."
Den volgenden morgen kwam dat verwachte
bezoek. Het was inspecteur Higgins, die met het
onderzoek in deze zaak belast werd en er al
zijn speurders-talenten op scherpte. Higgins was
een knap politieman, die in zijn werk alleen in
den weg werd gestaan door zijn hart. Nooit was
het bekend geworden, maar het was wel voor
gekomen, dat hij sommige misdadigers had ge
holpen, inplaats van te arresteeren Higgins
meende dat de betreffende menschen eerder
aanspraak konden maken op den naam: zie
lige, beklagenswaardige stumperds, dan misda
digers. En hij had de ingeving Van zijn hart
gevolgd.
De moord op Samuel Read vervulde hem
echter met afkeer en hoe moeilijker het onder
zoek werd, des te meer spande hij zich in, en
kel en alleen omdat hij den man haatte, die
deze schanddaad had bedreven.
„Moord op een ouden, weerloozen man,"
gromde hij tusschen zijn opééngeklemde tan
den. Had de misdadiger die woorden kunnen
hooren, dan zou hij gehuiverd hebben! Het was
heel natuurlijk dat hij eerst van al Read's neef
ging opzieken. Door informaties was hij ei-
achter gekomen dat Alfons Day zijn vacantia
doorbracht bij zijn vriend, den advocaat Torn
hill, in diens landhuis buiten Londen.
Een huisknecht liet den inspecteur in de hall
ür.^kl?4t
"PoPK^O^6*-"-0
MOMTtlM?OPO
De Europeesche maaltijd deed ons goed. t
Was een heelen tijd geleden dat wij zoo heer
lijk gegeten hadden. Toen de maaltijd was
afgeloopen, verzocht de gastheer enkele van zijn
bedienden, binnen te komen. Schijnbaar waren
zij verschrikt en zagen ons aan voor slaven
handelaren of kannibalen, 't Duurde geruimen
tijd voor ze gerustgesteld waren. Toen ver
telden ze ons, dat er meer dwergen In het wcud
woonden, die wij wel mochten zien. Uit dank
kochten wij voor de kleine zwartjes zout, sui
ker en rijst, terwijl de leider nog een zwart
broekje en blauw jasje kreeg, wat hem heel
potsierlijk stond.
Den volgenden morgen trokken wij het bosch
in. De tocht was niet moeilijk. Toen wij ge-
ruimen tijd geloopen hadden, liet zich reeds
meer van dat kleine goedje zien. Nauwelijks
hadden ze ons gezien of ze namen de beenen
en trokken verder het woud in. Eenigen tijd
later keerde een groot aantal zwartjes terug
met in hun midden, gedragen door vier zwart
jes, het hoofd van het dwergendorp. Wij bo
gen, naar het voorbeeld van de beide dwergen,
die ons begeleidden, zeer diep voor den kleinen
negervorst, die onzen groet beantwoordde, maar
niet van zijn zetel kwam. Hij gebood rechts
omkeert, om ons naar zijn dorp te geleiden.
In het negerdorp heerschte groote vreugde.
De dwergen zongen en dansten van pleizier. De
vorst was de grootste en was ongeveer 1.30
Meter, terwijl de kleinste ongeveer 1 Meter
groot was. De vorst verklaarde ons bezoek op
hoogen prijs te stellen en bedankte voor de
toezegging van de zending rijst, suiker en zout,
waarvan ook een tamelijke voorraad aanwezig
was. Wy werden ten eten uitgenoodigd. Er
werd een groote kring gemaakt. Een groote pot
met ryst werd in 't midden gezet. Er werd
suiker en zout in gedaan en daarna maakten
de kleine vrouwtjes er balletjes van, die aan
de dwergen werden toegeworpen. De vorst en
wy werden met meer eerbied behandeld. De
vrouWen stopten ons de balletjes in den mond
en veegden ons den mond af, als deze vuil was.
De vorst was een veelvraat. Hy slikte alles in
eens door en wanneer zün keel weigerde dienst
te doen, vroeg hy om water, om het slikken
te vergemakkelijken.
Na den maaltyd namen we afscheid en ver
trokken, een eindweegs uitgeleide gedaan door
den vorst, die zyn hoogen zetel weer had in
genomen. By het afscheid nemen maakten wy
een diepe buiging, die door Z. M. werd beant
woord. Hy boog daarby echter te ver voorover
en buitelde uit zyn stoel. Het was een komisch
gezicht, en we hadden moeite om niet in lachen
uit te barsten. Gelukkig konden we ons echter
inhouden.
en ging het bezoek aankondigen. Daarna
bracht hij Higgins in de zitkamer. Als de huis
knecht een goed opmerker was geweest, zou hij
den plotseling veranderden blik in Higgins'
oogen hebben gezien.
„Mijne heerenzei Higgins.
Tornhill trad naar voren.
„Myn naam is Tornhill," zei hy, „en dit is
myn vriend Alfons Day. U wilde mij spreken,
inspecteur?"
Higgins boog.
„Ik moet den heer Day een mededeeling
doen," zei hij, en
zich tot Alfons
Day wendend:
Samuel Read, in
zyn kantoor ver- 5
moord. Ik ben
belast met het onderzoek
„Vermoord?!" riep Day uit, „Manr dat is
„Inderdaad," zei Higgins, „een vreeselyke ge
beurtenis. Het spyt me dat ik de brenger moet
zyn van die onheilstyding, vooral omdat u zeer
aan uw oom gehecht was. U bent bij hem op
kantoor, nietwaar? Mag ik u vragen of u gis
teren nog met hem gesproken hebt?"
Day was in zün stoel teruggevallen.
„Gisteren? Nee, ik heb vacantie en ben hier
sinds een paar dagen."
Tornhill bevestigde dit en de inspecteur was
bevredigd.
„Het is een moeilijke zaak," zei hij. ,.Ik ben
bang dat de dader nipt opgespoord zal kunnen
worden. Er is geen spoor. Geen vermoeden.
Maar u wilt zeker wel dadeiyk met me mee
willen gaan naar Londen, nietwaar? Voor de
regeling van allerlei zaken."
„Ik ben tot uw dienst," antwoordde Day, op
staand. Hij voelde zich yolkomen veilig. De in
specteur vermoedde geen oogenblik.
Doch buiten gekomen legde inspecteur Hig
gins met zachten drang zijn hand op Day's
schouder.
.Alfons Day," sprak hij langzaam. „Ik ar
resteer je wegens moord op je oom, Samuel
Read, en deel je mee dat alles wat je thans nog
zegt
Het was alsof de bliksem van Day's voeten
was ingeslagen. Hij verloor allen grond. De
wereld draaide om hem heen. Maar dan be-
lieerschte hy zich, want het hamerde nog steeds
door zijn brein dat hij veilig was, veilig, veilig!
„Ik ben ten hoogste verbaasd, inspecteur,"
begon hy rustig, op hoogen toon, maar Higgins
liet hem niet uitspreken.
„Het was een moeiiyke zaak, Day," zei hij.
„Er was geen spoor, geen aanwyzing. Maar er
was één ding, dat me bezig hieïd. De oude man
werd nameiyk verrast midden In zyn werk. Hij
teekende brieven en had het rubberstempeltje
met den firmanaam er op nog in de hand. Ik
vroeg me af of dit me kon helpen en daarom
heb ik me zooeven in de hall geïnteresseerd
voor de overjassen die daar hingen. En inder
daad, op één er van was een afdruk zichtbaar
van het stempeltje. In de korte worsteling had
Samuel Read instinctmatig de handen uitge
stoken tot afweer en toen de jas van den
moordenaar, onbewust, met rooden inkt gemerkt-
Toen ik binnenkwam wist ik niet van wien de
jas was, maar nu jy hem hebt aangetrok
ken
Day keek versuft voor zich uit.
In dé aan Methaangas 'Zeèf rijke streek van,;
Copshamica in Zevenburgen; is een krater, welké -
thans reeds bijna een geheel jaar op buiten
gewoon felle wijze aan het branden is, waarbij
vlammen van verscheidene honderden meters
omhoog schieten. Op een afstand van 300 K.M
in den omtrek kan men het vuur nog waar
nemen. Er zyn thans twee nieuwe kraters ont
staan, die naar schatting een hoeveelheid gas
van twee millioen kubieke meter per dag uit
spuwen. De geheele streek is in gas gehuld en
het geringste vonkje zou voldoende kunnen
zijn om een ware ramp te veroorzaken.
Volgens verklaringen van geologen is in de
streek voldoende methaangas aanwezig, om een
eventueel ontstaanden brand gedurende acht
eeuwen voedsel te geven. De boeren zijn ge
dwongen hun woonhuizen te verlaten. De over
heid heeft uitvoerige maatregelen genomen ter
voorkoming van een catastrophe.
De werkzaamheden aan de nieuwe ryksbrug
over den Donau te Weenen, die gebouwd wordt
als kettingbrug en tot de modernste bruggen
in Europa gaat behooren, vorderen sneb De
brug zal rusten op twee hoofdpyiers, waarvan
een op het land en een in den Donau wordt
gebouwd. Aan arbeidsloon, materiaal e.d. zyn
24 millioen schilling uitgetrokken.
De brug wordt 1200 meter lang en 24 meter
breed. Zestig wagons staal en 1000 wagons
cpment zyn noodig.
Honderden arbeiders hebben hierdoor werk
gevonden. De arbeidstijd is berekend op 860
werkdagen en de opening zal waarschyniyk
kunnen geschieden in Juli 1936.
A JL, °P dlt blad zlJn ingevolge de verzekerlngs voorwaard en tegen f 9/1/1/1 by levenslange geheele ongeschiktheid t pt werkendoor f 7 Cfk by een ongeval met O Cfk by
fxllC QOOTITIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen Ol/Uverlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f OU»~ doodeiyken afloop U»m eei
verlies van een hand f 1 9 C oy verlies van een f Cf.I by een breuk van f A fk by verlies van 'n
een voet of een oog of wysvlnger t/l>>"been of arm# anderen vinger
56.
(Korte inhoud van het voorafgaande
Sir Hector Asscher eaat door voor een ver.
woed verzamelaar van Kostbare boezen
In Merlin St Hugh, waar by op riln bui
ten woont leeft hU zeer afgezonderd met
zlin mchtle Paula Parkston die in bet
geheim verloofd was met den secretaris
van sir Hector Arthur Newnham Doei
een nandlangster komt Asscher tn het oe-
zit van een kostbaar werk. dat uit de bi
bliotheek van Burgoyne ls gestolen As
scher reist naar Frankrilk om een aantal
boeken te verkoopen. nagereisd door Bur
goyne en den letterkundige Eggerton In
een luguber hotelletje te Parijs wordt As.
scher dan vermoord Omtrent den dader
tast men in het duister Waarschtjnlyk
is Asscher reeds tn den trein vermoord
en in zyn boekenkoffer. door iemand die
zlcb voor nem uitgaf naar bet botei ver
voerd Het lustitieel onderzoek wordt ge
leld door den detective Lestrangei
„Ik ging wel naar de stad," fluisterde zy,
toen hy zyn vraag nogmaals had herhaald.
„Ja, ja, maar die stad heette Worthing,
drong de dectective aan. En van daar naar
8dat is de vlugste methode."
.Ja. maar ik kwam van Londen."
„Zoo? En wat voor reden had u laarvoor?"
„Dat had Mr. Newnham me voorgeslagen,
om te voorkomen, dat ze op Chancelbury pre
cies zouden weten, waar ik heen was. Waar
schijnlijk zouden de menschen my zien op
Victoria-station en daardoor zouden we aan
alle verdachtmaking ontsnappen."
„Zoo, slimmer dan ik vermoedde. U wenschte
zeker den indruk te geven, dat u naar het
buitenland ging of zooiets?"
Ze gaf dit met een zenuwachtig hoofdknikje
toe.
„Natuurlyk. Toen wist hier nog niemand iets
af van fien tragischen dood van uw pleegvader.
U was niet van plan om terug te komen?"
„Neen. Dat plan kwam eerst by me op oen
we op het Heiligdom aankwamen."
„Een landlooper had tydens Newnham's af
wezigheid ingebroken en al de gecondenseerde
melk meegenomen.... Als hy niet juist die
melk had meegenomen, zouden wy er nog
zittenMaar hyMr. Newnham. zei. dat
hy vlak in de buurt een boerdery wist en daar
wel even naar toe zou wandelen. Toen hy terug
kwam, zei hy, dat myn strenge voogd me nu
niet langer meer kon pesten dat woord is
van Mr. Newnham omdat hy morsdood was.
Hij had een krant te pakken gekregen en ik
wilde het lezen. Maar hy nam me die af en
vertelde my in t kort wat er gebeurd was.
Het was veel te verschrikkelyk om het zelf te
lezen zei hy. Toen kon ik ineens niet langer
meer bii hem blyven. in die stilte, terwyl myn
pleegvaderZe begon weer zenuwachtig
te snikken en toen ze even later wat bedaard
was, ging ze verder. „Toen nam Ik den trein
van 7.17 naar Chancelbury."
„Juist. Ja toen u eenmaal hoorde wat er
met Sir Hector was gebeurd, wilde u natuurlyk
niet langer blyven."
Ze keek hem verschrikt aan en liep hem
by na verwytend toe:
„Hoe zou ik dat gekund hebben?"
„Natuurlyk niet. Ik dank u wel voor uw
heel wat juistere verklaringen, Miss Parkton
Ik zal het even voor u voorlezen, Zorgt u nu,
dat u my punt voor punt byhoudt, opdat wil
vast en zeker zijn van een naar waarheid ge
geven getuigenis. Donderdagmorgen zeventien
Mei verliet u Merlin St. Hugh en nam den
trein van 1.01 van Chancelbury naar Londen.
Vandaar nam u den trein naar Worthing en
vervolgens ging u met de autobus naar S....
waar Mr. Newnham u stond op te wachten."
„Nee, nee, nee." viel ze hem haastig in de
rede. „Mr. Newnham kwam met me mee."
„Van Londen?" Hy maakte vlug een be
rekening om te zien of Newnham op dat uur
vanuit Croydon op tfld op Victoria Station was
aangekomen om nog den trein van Chancelbury
te halen en besloot zijn berekeningen met te
constateeren, dat dit Inderdaad mogelijk was.
Davidson zette groote oogen op en men zag
duideiyk, dat dit antwoord hem heelemaal niet
beviel.
„Van Chancelbury?"
„Ja."
„Was dat niet dom, als jullie niet wilden
gezien worden?"
„Ja, maar we reisden niet samen."
„Maar hy zat toch in een ander rijtuig? Hebt
u hem in den trein zien komen?"
„Neen, nee, nee. Want ik was vréeseiyk laat,
ziet u. Bruce had me zoolang opgehouden, en
daarom riep ik maar „abonnement," evenals
de meeste menschen en sprong in een rytuig."
„Waar kwam mr. Newnham by u?"
„In Raynham, dat is zoowat drie kwartier
van Chancelbury. Ik begon al een beetje
zenuwachtig te worden, want ik was bang, dat
er iets byzonders gebeurd zou zyn. Ik rekende
er vast op, dat hy alle moeite zou doen om
mijn coupé te vinden. Ik weet, dat het toen
precies tien voor elven was. Daar waren nog
'n paar andere menschen in den <-oupé, maar
hy kwam tamelyk dicht by me zitten en toen
iemand luisterde, voegde hy me fluisterend toe:
„Vraag niets aan 'n witkiel of zoo iemand, als
we er uit gaan, maar volg my op korten
afstand." Hy was voor my uit den trein, verliet
het station en kwam langs vóór weer binnen
met twee kaartjes. Ik bleef wat op het perron.
Plotseling zag ik, toen ik eens jpkeek, Miss
Marlowe by den controleur staan. Ik was heele
maal vergeten, dat rij dien morgen ook naar
Londen zou komen en ik stond op myn
knieën te bibberen, uit vrees dat ze me zien zou.
Daarom probeerde ik achter Mr. Newnham te
gaan staan om hem te waarschuwen Hij keek
ook naar haar. Toen ging hy achter een auto
matische weegschaal staan en ik verdween in
een toiletkamer zonder spiegel. Zoo hebben we
een paar minuten staan wachten, totdat ze
verdwenen was. Ik was vreeselijk zenuwachtig
en ik bleef naar elke vrouw kyken met een
blauwe japon totdat de trein eindelijk ver
trok. Ik had een idee, dat ze me werkslyk ge
zien had, en dat ze me nu achterna wilde
zitten. Zelfs in Worthing keek ik nog eens vlug
overal rond, voor het geval ze met ons mee
gereisd was, maar dat heeft ze natuurlijk niet
gedaan. Ik heb ze niet meer gezien. Toen was
ik er bly om: Nu zou ik er alles voor over
hebben, indien we midden op het station had
den gestaan, zoodat iedereen ons had moeten
zien."
De rest van haar verhaal kwam tamelyk
overeen met wat Newnham had verteld. Alleen
was het minder samenhangend. Terwyi ze
sprak, werd ze telkens afgeleid door de herin
nering aan dat bleeke, vertrokken gezicht van
haar verloofde, toen deze weer terugkwam in
het vriendelyke landhuisje, waar ze had zitten
wachten. Terwyi ze sprak, onderging ze weer
dien vreeseiyken schok van het oogenblik, toen
al haar vreugde overging in een dof verdriet,
zy was flauw gevallen, toen ze oesefte, wat
deze moord voor Newnham kon beteeke-
nen.
„Toch Is het wel vreemd," merkte Davidson
een beetje nydig op, „dat Miss Marlowe ook
in dienzelfden trein zat en noch u, noch Mr.
Newnham heeft gezien."
„De trein was zoo vreeseiyk vol," fluisterde
Paula zwak.
„Nu goed maar jullie moeten toch gezien
zyn door de controleurs, op zyn minst door je
buren. Dat is weer een nieuwe taak voor de
politie. Nog iets, Miss Parkton. Hoe wist u,
dat Mr Newnham in dien trein zou zitten?"
„B5jwy hadden dat zoo afgesproken."
„Wannéér?"
Op denzelfden dag, dat myn voogd...." en
ze hi'eld ineens op, daar ze het gevaar te laat
bemeirkte.
„Den dag, dat Sir Hector naar Frankryk
ging? Mr. Newnham is dus wel by u ge
weest? Slane heeft dus de waarheid ge
zegd?"
„Ja," gaf Paula wanhopig toe. „Hy kwam
me vertellen, dat ik naar het station moest
komen en daar den trein van 10.1 moest
nemen."
„Maar toch niet, om hem daar te ontmoe
ten?"
„Neen. Hy vond het niet veilig, dat wy aan
het station door iedereen gezien konden wor
den. Maar hy was erhy was er vast en
zeker." Ze wendde zich plotseling tot den
detective en schreeuwde het hem byna wan
hopig toe..
Davidscin merkte heel uit de hoogte od:
„Het is onze taak, Miss Parkton, om dit
verschrikk:elyke warnest zoo goed mogelijk vrij
te maken yan al zijn knoopen en raadsels. Dat
zal nog wel een tijd duren, maar ik twyfel er
niet aan, of eenmaal zullen we een waren
moordenaar vinden."
(Wordt vervolgd.)