ZESDE NEDERLANDSCHE KATHOLIEKENDAG Beschouwingen over het gezag De Kerk ontving van Haar Stichter dubbele macht: wijdings- en bestuursmacht Het nieuws van heden OVER DEN WENSCH DER BISSCHOPPEN r vj P. A. M. KAT DE BAROMETER VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS BUREAUX: NASSAUIAAN 51 - TEL. 13866 ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen per week 25 cent; per kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal f 3.58 bij vooruitbetaling DAGBLAD UITCEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM - TELEFOON 13866 ZONDAG 24 JUNI 1934 Ochtendblad De Overheid moet zich realiseeren, dat zij haar gezag van God heeft gekregen, om te voeren naar het gestelde doel Staatkundige eenheid Rede prof. Vroom S. J. Leiding geven Dr. F. Vroom, S.J. Intermezzo M iddagvergadering Het gezag in de Kerk Dubbele macht Christus' opdracht aan de Kerk Mgr. Dr. G. C. van Noort Wie oefenen het uit? De bestuursmacht En sprekende over het behoud der eenheid, Prof. mr. P. W. Kamphuisen Gezag in den Staat Gewetensvrijheid eerbiedigen Aan Goddelijke wetten onderworpen Verkeerde mentaliteit ACCOUNTANTSKANTOOR Rust DIT NUMMER BESTAAT UIT ACHT BLADZIJDEN Het Weer i K. N. S. M. FJORDEN-REIS IL. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ZEVEN EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 18810 Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 ct.; ingez. mededeelingen 50 cent; idem op pag. één 65 cent per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voor de kleine annonces „Omroepers" zie de rubriek De ochtendvergadering eindigde met de rede van den zeereerw. Pater Dr. F Vroom S.J., die het gezag beschouwdde in zijn algemeene as- r.pecten. Prof. VROOM ontwikkelde in deze rede, wel ke van een hooggestemde intellectualiteit was en misschier wel wat te academisch voor deze vergadering eenige zeer belangrijke stellingen Hij maakte onderscheid tusschen wilsgezag, dat wel en dat niet bindend was onder ge hoorzaamheid. Een wilsgezag is niet onder ge hoorzaamheid bindend Bij een vereeniging, die belangen van bijzonderer. aard behartigt en strekt zich aan niet verder uit, dan in zoover re de leden zich gebonden hebben. Bij eigen lijke gemeenschappen, die den geheelen mensch omvatten, bestaat persoonlijk wilsgezag, dat onder gehoorzaamheid Binden kan. Het onder scheid tusschen vereeniging en gemeenschap wordt niet op de spits gedreven. Er bestaan tusschenvormen van gemeenschappen en ver- eenigingen, waarbij verhoudingen kunnen be staan, die betrekking hebben op den gehee len mensen. De heerschende opvattingen daar omtrent zijn decadent, want daardoor wordt aan een contract soms te weinig inhoud toe gekend. T.a.v. de bevoegdheid van den gezagsdrager wat de middelen aangaat, kan deze Beschikken over al datgene, wat noodig is om de bevoegd heid te Kunnen uitoefenen. De gezagsdrager moet leiding geven: de da den zijn nooit abstract In een concrete wet kan niet ir alles worden voorzien. Daarom zijn deze arden vaak afhankelijk van den per soonlijken wii van den gezangsdrager In zich niet verplichte daden kunnen door den gezags drager als verplichtend worden opgelegd. De bevoegdheid strekt zich uit over heel het gemeenschappelijk welzijn, doch er zijn be grenzingen. Een element van begrenzing naar binnen rust op de waarheid dat de gemeen schap niet slechtswordt geconstitueerd door leden, maar ook door lagere gemeenschappen De menschelijke gemeenschap is geen orga nisme, doch een organisch gestructueerd ge heel, dat gedragen wordt door zelfstandige per soonlijkheden. Daarom moeten de individueele rechten en individueele ontplooiing worden ontwikkeld en beschermd De gezagsdrager in ondergeschikte gemeen schappen moeten de onderdanen leiden tot de hoogere gemeenschap. De gezagsdrager in noo- gere gemeenschappen kan de verplichtingen van de agere gemeenschappen krachtens zijo gezag urgeeren. Als begrenzing naar buiten moeten worden genomen de grenzen rond het terrein, waarover de gemeenschap zich uit strekt. Gezag bestaat niet alleen krachtens het doel, doch ook krachtens de voortbrenging zelf. Het menschelijk gezag vindt zijn grond in het deelgenoot zijn in het auctor zijn van God. T.a.v. het juridische gedeelte, zeide spr. in verband met de gehoorzaamheid, dat deze niet gebroken wordt, wanneer een bevel niet wordt nagekomen om intrinsieke waarden van het be vel, doch wie een bevel niet nakomt wegens het subjectieve oordeel over den persoon van den gezagsdrager, breekt de gehoorzaamheid wel. Het contröle-recht kan wel blijven bestaan, doch dan in den glans van den goeden wil om te dienen en te gehoorzamen. Spr. wil geen con flicten camoufleeren, doch bij de oplossing moet wil om te dienen blijven bestaan. Luid applaus beloonde den geleerden spreker voor zijn betoog. In het vrije middaguur had het uitvoerend co mité de vriendelijke attentie om de pers aan een lunch te vereenigen. De voorzitter, jhr. P. van Meeuwen, presideer de de tafel en richtte waardeerende woorden tot de pers, die door den heer J. Thomassen met een dankwoord werden beantwoord. De Middagvergadering werd wederom bijge woond door de bisschoppen, terwijl de zaal nog voller was dan in den ochtend. Baron VAN WIJNBERGEN opende de verga lt ing met eei woord van welkom tot allen, doch in het bijzonder tot Mgr .dr. van Noort, in wien Amsterdam aan dezer Katholiekendag het beste heeft gegeveft, wat het bezit. Met deze begroeting verleende de voorzitter het woord aan Mgr. VAN NOORT tot het hou den zijner voordracht over De geleerde inleider noemt het een dankbare opdracht over het gezag in de Kerk te mogen spreken. In den korten, hem toegemeten tijd wil hij trachten de rijke stof te behandelen en dui delijk maken, dat de Kerk het zichtbaar Gods rijk is op aarde. Vele argumenten zijn daarvoor aan te voeren, doch de voornaamste zijn wel, dat het voortbestaan der Kerk gewaarborgd is tot aan het einde der tijden en dat Christus aan Zijn Kerk voor altijd jegeven heeft gezagheb bende leiders in de Apostelen en hun wettige opvolgers, die niet enkel recht op volgzaamheid h°bben, maar ook op gehoorzaamheid in den vol- sten zin van het woord. Dit immers volgt, zegt spr., uit den aard der Kerk. Zij is een volmaakte vereeniging, omdat zij innerlijk volledig is en geen aanvulling van buiten noodig heeft om haar taak zelfstandig te vervullen. Krachtens haar doel toch is de Kerk de hoogste maatschappij, zoodat zij in waardigheidsorde bo ven elke maatschappij staat, ook boven den staat. Zij alleen kan het laatste en beslissende antwoord ge ven op de vraag, hoe ver haar ge zag gaat. Een dubbele macht heeft de Kerk van naar Stichter ontvangen. Zij kreeg de wijdingsmacht en de bestuursmacht. Door de wijdingsmacht kunnen de bestuur ders de genademiddelen uitdeelen, hetgeen ge schiedt door de Sacramenten. De wijdingsmacht echter is geen gezag, zy maakt eerbiedwaardig, maar verleent geen gezag en valt daarom Builen den kring van een bespreking. Heel anders staat het met de bestuursmacht, die aan de Kerk gegeven is om de innerlijke heiliging van de zielen voor te bereiden en de genade-gaven vruchtbaar te maken. In wezen en aard is dit een echt gezag, waarbij men de volle aan dacht moet geven aan de onder scheiding van zedelijke bevoegd heid en het denken en handelen der menschen. Voor zoover het ge zag het gelooven beheerscht is het leergezag, terwijl het voor het practisch handelen bestuursmacht is. Spr. zet verder uiteen, wat men onder het leergezag in de Kerk heeft te verstaan. In wezen is het Godsryk een bovennatuur lijke maatschappij met als grondslag de Chris- teiyke openbaring. De bestuurders moeten de bevoegdheid hebben vast te stellen, wat tot de openbaring behoort en wie zich daar aan heb ben te onderwerpen. Daarin heeft Christus zelf voorzien door de opdracht: Gaat de wereld aoor en predikt het Evangelie aan alle schepselen. Wie geloofd zal hebben zal zalig worden, wie niet gelooft, wordt verworpen. XJit die opdracht kan de Kerk bindende uitspraken geven over alle vraagstukken, die behooren tot de leer over geloof en zeden, over alle in de Christelijke openbaring be grepen waarheden en daarbü nog, doch zulks op de tweede plaats, over al zulke leer stellingen, die niet ontkend of betwijfeld kunnen worden zonder dat de openbaring zelf gevaar lijdt. Hierop beantwoordde spr. de vraag wie het kerkelijk leergezag uitoefenen. Dat leergezag is toevertrouwd alleen aan de van God gestelde bestuurders en zy, die van deze een wettige opdracht hebben ontvangen. In het vervolg zijner rede zette de inleider uiteen, hoe het leergezag wordt uitgeoefend, waarbij er de nadruk op werd gelegd dat nooit een onfeilbare uitspraak gegeven kan worden door een ondergeschikten leeraar of instantie. De volheid van het leergezag berust by het Episcopaat en bij den Paus sprekende ex cathe dra. Die volheid van leergezag kan nooit wor den meegedeeld aan een lageren gezagsdrager, doch ook alleen een onfeilbare uitspraak vraagt een stemmig en algeheel geloof. Spr. behandelt dan verder de z.g. voorloopige uitspraken, die gegeven kunnen worden en die in den regel in een bepaalde mate slechts bin dende kracht hebben. Als derde punt neemt spr. de vraag, wie aan het leergezag der Kerk zijn onderworpen. Aan dat leergezag zijn niet alleen de leden der Kerk, d.w.z. alle gedoopten, onderworpen, maar feitelijk alle menschen, wijl Christus ge zegd heeft: „Predikt het Evangelie aan alle volken." In het tweede deel zijner inleiding stond spr. uitvoerig stil by de eigeniyke bestuursmacht der Kerk. Ook daar heeft men een dubbel onderscheid en bij deze bestuursmacht is nooit sprake van onfeilbaarheid. Dit gebied, verdui- deiykt spr., wordt beheerscht door de vraag wat rechtvaardig is en heilzaam. Alle bestuursmacht in de Kerk komt van God langs den weg van wettige aanstelling en zending. Hierbij beschouwde de inleider eenige practische kwesties en maakte hy duideiyk, hoe de kerkelijke overheid niet alleen recht heeft op gehoorzaamheid, maar ook op volg zaamheid. De vaak gehoorde uitdrukking, zegt spr.De wensch van de bis schoppen is voor den oprechten Katholiek een bevel, is naar de letter niet juist, maar naar den geest is zij het voorzeker, zoodat men ook de wenschen der bisschoppen niet moet weerstreven, wijl zulks niet past aan den goeden Katholiek. Bij de uiteenzetting van het bestuursgezag in engeren zin, vervolgde Mgr. van Noort zyn rede letterlijk als volgt: Wie geen vreemdeling is in Jeruzalem, kan beseffen, dat het vraagstuk voor den bisschop, ook voor de bisschoppen, een eisch van voor zichtigheid wezen kan een eisch van voor zichtigheid. het belang der geheele Katholieke gemeenschap om ten slotte by uiterste nood zaak in strikt gebiedenden of verplichtenden vorm op te treden. Het is immers prijzenswaardige voorzichtig heid, zoo lang mogelijk rekening te houden met de gevoeligheden van andersdenkende landge- nooten, die al te spoedig van aanmatiging of ongepaste inmenging spreken. Eisch is het ook, voorzichtigen Katholieken, die min of meer te goeder trouw verkeerde pa den zijn ingeslagen, door mildheid van optreden den terugweg minder pijniyk te maken. Waar de ernstig denkende Katholiek beseft of vermoedt, dat anderen bij dergelijke overwegingen aan den vorm van raad of vermaan de voorkeur gege ven is, zal hij dubbel reden hebben om den wensch der overheid te aanvaarden, ofschoon het ook dan nog waar blijft, dat van een echt gebod, van de gehoorzaamheid in strikten zin, niet mag worden gesproken. Daarnaast dient echter met nadruk gezegd te worden wat, geloof ik, ieder Katholiek zal aan vaarden dat het alle grenzen van volgzaam heid te buiten gaat een openiyke actie te voe-. ren, die lynrecht tegen den wensch der over heid indruischt. Krachtens haar doel is de Kerk de hoogste maatschappij, omdat Zij in waardigheidsorde boven elke maatschappij staat, ook boven den Staat." (Mgr. dr. G. C. van Noort) zeiae Mgr.: „Indien in een land twee of meer staatkundige partyen zyn, alle bereid om de rechten van Godsdienst en Kerk zoo noodig te verdedigen, heeft de Kerk niet het recht te verordenen, dat haar kinderen zich by een be paalde party zullen aansluiten". Maar indien de feitelijke om standigheden in eenig land van dien aard zijn, dat staatkundige eenheid noodig is, om de onbelemmerde werkzaamheid der Kerk in dat land duurzaam te waarborgen, heeft Zij wel het recht om de Katholieken zeer ernstig aan te sporen en ook te verplichten, die eenheid te bewaren. Ik zeg „ook te verplichten", want ik zie geen enkelen grond, waarom het RECHT der Kerk hier enkel tot vermaan of leiding beperkt zou worden. Het recht der Kerk; want vooral by dergeiyke dingen zal de overheid altijd te overwegen heb ben, niet enkel hoever zy krachtens haar recht gaan kan, maar ook, wat in de concrete om standigheden voor de belangen, die zij te be hartigen heeft, het meest vruchtbaar belooft te wezen Zij is immers gehouden, evenals trou wens alle overheid, om haar macht te gebrui ker. tot nut en voordeel der gemeenschap, die zy bestuurt. Indien derhalve iemand iets tegen deze man- nen heeft, laat hij voor God en om God vrij- moedig spreken. Maar hy zy daarby zyn eigen staat indachtig. Deze aanmaning tot beschei denheid is ook hier in hooge mate op haar plaats. zyne rede samenvattend concludeerde de inleider, dat binnen de grenzen van hun rechts gebied de kerkeiyke gezagsdragers recht hebben op gehoorzaamheid, wanneer zij bindend, en op volgzaamheid wanneer zii slechts leidend op treden. Alle aangelegenheden die uiteraard tot het gebied van den godsdienst of de zedeiyk- heid behooren, kan het kerkeiyk gezag zelf re gelen. Alle zuiver profane aangelegenheden vallen buiten het kerkelijk rechtsgebied. In dingen, die uiteraard profaan zijn, maar by welke feitelijk godsdienst of zedelijkheid inner lijk betrokken zyn. kan de Kerk niet zelf re gelend optreden, maar Zij kan wel haar on derdanen verplichten, deze materie zoo te re gelen, dat de belangen van godsdienst en ze- deiykheid veilig worden gesteld. In een s'otbetoog behandelde spr. nog de ongepaste critiek op het kerkeiyk gezag, die om haar funeste gevolgen vermeden moet wor den. De volgende inleider was Prof. mr. P. W Kamphuisen die sprak over: Mr. KAMPHUISEN, prof. in het staatsrecht aan de R. K. Universiteit, wilde na de wijs- geerige uiteenzetting van dr. Vroom, de meet practische zyde behandelen van de kwestie: het gezag in den staat. De bemoeiingen van den staat hebben zich de laatste 50 jaar vermenigvuldigd. In de 19e eeuw zorgde de staat voor de rust en de orde en deed niet meer. Een voorbeeld hiervan .s de Armenwet die godsdienstige en particuliere liefdadigheid voorop zet. De staat moest alleen er voor zorgen, dat de armen nie: gevaariyk werden voor orde en rust Tegen woordig kan men zich afvragen of de staat niet teveel ingrypt. Wat zijn de natuuriyke grenzen van der staat? Deze worden gevonden in het natuur recht. In de laatste jaren wint dit begrip hot langer hoe meer recht bij andersdenkenden hoewel mer soms te veel wil bewijzen. In groote lynen kunnen we een afgrenzing vinden Bakkersstaking in geheel Griekenland. Politie in de winkels. Amnestievoorstel in het Saargebied betreffende politieke en crisisdelicten. Duitschland vlagt 28 Juni halfstoks als protest tegen het Verdrag van Versailles. Openlijke Belgische klacht over Frankrijks pro tectionistische handelspolitiek. Het Concours Hippique te Amsterdam. Luit. van Strijdonck (België) wint den Grooten Prjjs van Amsterdam. De T.T.-motorwedstrijden op het circuit van Drente. H. M. de Koningin is Zaterdagavond naar Zwitserland vertrokken. Nieuwe korting op pensioenen van Landsdiena ren in Indië wordt overwogen. Nieuwe regeling zou echter niet vóór 1 Januari 1936 gelden. Bende Rotterdammers, die veel op hun kerf stok hadden, ontmaskerd. Verandering in de structuur van den import- handel van Duitsche goederen in Nederland. Vcor de herdenking van het achtste eeuwfeest van de abdij van Berne te Heeswijk is het feestprogramma samengesteld. G. C. D. d' Aumale baron van Hardenbroeck, oud-lid der Eerste Kamer, overleden. Verschenen is de Memorie van Antwoord in zake de nadere wijziging van de Landbouw- crisiswet 1933 en intrekking van de Tarwewet. Belangrijke redevoeringen op den Zesden Ned. Katholiekendag over het gezag, o.m. gehouden door Mgr. dr. G. C. van Noort. Een drietal plannen is gereed voor uitvoering ingevolge het zestig-millioenen-werkverschaf- fingsplan. Deviezensmokkelaars in hooger beroep te Berlijn opnieuw veroordeeld. Bjj een motorongeluk in België is een dame uit Haarlem gedood. van de bevoegdheden. Om deze grenzen van de staatsmacht te vinden moet men uitgaan van het laatste doel van den staat, n.l. het alge meen welzijn, waardoor de individuen het door God gestelde doel kunnen bereiken. In zooverre het individu gemeenschapswezen is, moet de staat ook zorgen voor het indivi dueele welzyn. Voor het persooniyke heil moet de mensch zelf zorgen, hoewel de staat hem daarby behulpzaam kan zijn door het schep pen van de noodzakeiyke voorwaarden endoor het verhinderen van gelegenheden, die het in dividu schade doen. De staat moet de gewetensvryheid eerbiedi gen, waaruit soms conflicten kunnen ontstaan. De moeiiykheid kan hier zyn, dat er een con flict is tusschen een individu, dat niet anders kan, en een staat, die ook niet anders kan. De staat heeft het recht zyn gezag tot uiting te brengen, als de gezagsdragers het goede willen. Andere grenzen van de staatsmacht zyn ge legen in andere gemeenschappen, zooals Kerk en gezin; waarop de staat alleen bepaalde rech ten heeft. In theorie is de grens tusschen Kerk en Staat gemakkeiyk te trekken, doch in de practijk is dit zeer moeilük, want voor de uit oefening van de taak heeft de Kerk ook stof- felüke middelen noodig, terwijl de Staat reke ning moet houden met geestelijke stroomingen. Een andere beperking van de staatsmacht is die ten opzichte van de wüze, waarop het gezag moet worden uitgeoefend. De overheid is on derworpen aan dezelfde goddeiyke en moreele wetten als het individu. Daarom mag de Staat byv. ook niet dwingen tot sterilisatie tenzy in geval van straf. In Nederland verkeeren we practisch niet in de noodzakelijkheid ons tegen het gezag te verzet ten, omdat apert onzedelijke wetten hier wel nooit het Staatsblad zullen bereiken. Niettegenstaande deze beperkingen omvat het staatsgezag nog een groot gebied, waarop de Staat recht heeft op gehoorzaamheid, daar de Staat zyn gezag van God heeft. Wü moeten niet alleen het staatsgezag ge hoorzamen, maar ook eerbiedigen. Al neemt men aan, dat niet alle maatregelen even goed zyn en dat niet alle gezagsdragers even eerbied-afdwingend zyn, toch moet dit gezag worden geëerbiedigd. Minstens even belangrijk is, dat de overheid zich moet realiseeren, dat zij haar gezag van God heeft gekregen, niet om te doen wat zij wil, maar om te voeren naar het ge stelde doel. Een mentaliteit, die zich misschien wel niet tegen het gezag verzet, maar toch wel zooveel mogeiyk er zich aan onttrekt, is verkeerd en ty pisch Nederlandsch. Ook onder de gezagsdragers komt deze mentaliteit voor; hierdoor wordt het gezag neergehaald en dit is een van de groote ongelukken van dezen tyd.. Meer macht geven aan de overheid zal niet het geneesmiddel zijn, als de wil tot regeeren en geregeerd worden niet aanwezig is. OOSTERPARK 19 - AMSTERDAM - TEL. 53931 Na gedanen arbeid is het zoet rus ten. Maar de rust is niet synoniem met de luiheid. Wee hem, die meent dat zijn rust moet bestaan in het vol strekt niets doen. Dit worde overge laten aan de zieken, die de volstrekte luiheid noodig hebben om weer gezond te worden. Zij zouden liever anders willen; dat weet ge als ge ooit ziek ge weest bent als het U verboden was te zitten, te loopen, te lezen, te praten. Neen, de rust is geen luiheid. Ook niet onder de vacantie. Wie niet be zig is, rust daarom nog niet. Wie be zig is kan een weldoende rust genie ten. Wanneer men zijn vacantie door brengt met niets doen, dan maakt men 't zich uiterst moeilijk om weer aan den arbeid te gaan. Wanneer men echter ook in zijn vacantie een rustige bezigheid zoekt, dan behoeft men de luiheid niet af te wennen, wanneer de tijd van het werken weer aanbreekt. Men kan zelfs vermoeien de reizen maken en toch beweren dat men rust genoten heeft, want de ware rust is die, welke den geest van de dagelijksche beslommeringen af wendt en toespitst op andere zaken, op andere bezigheden, die nieuwe en frissche indrukken achterlaten, waar van men nog lang kan nagenieten. Dit alles wil niet zeggen, dat men niet eens een uurtje luieren mag tijdens den vrijen tijd, dien men vacantie noemt. Het zal U zelfs goed doen van tijd tot tijd eens lui te sluimeren Maar doe het geen dagen en zeker geen weken lang, want het zal U be rouwen, als gij weer actief moet wor den IlllllllllllllllilllllllllllllllllllüllllllllllllllB Verwachting: Meest matige wind uit EE =5 oostelijke richtingen, aanvankelijk licht h EE tot haifbewolkt, later toenemende be- =E wolking, droog weer, behoudens kans op EE EE onweer. Iets warmer. Verdere vooruitzichten: toenemende kans EE op onweer. EE Het geneesmiddel moet inwendig zyn. Vooreerst bij de regeerders, die hun taak moeten opvatten in den geest van dienen en liefhebben. Ook by de onderdanen moet de crisis van het gezag worden genezen, door den onderdanen by te brengen, dat het van even groote hoogheid getuigt zich te onderwerpen aan het burgeriyk gezag als aan het gezag van God. Deze christeiyke liefde zal de crisis van het gezag kunnen oplossen en deze alleen. Na deze rede deelde de voorzitter mede, dat officieele vertegenwoordigers van het Nymeeg- sche studentencorps by deze voordracht aan wezig waren geweest. (Vervolg op pag. 2) naaimachines eijlhouuiBr A'dam inherstraat 125, Naar de mooiste Fjorden per Mailschip „SIMON BOLIVAR" 24 AUG.—4 SEPT. Pryzen van ƒ90.— tot 200 KONINKL. NEDERL. STOOMBOOT MIJ. AMSTERDAM Stand op Zondag 1 uur v.m.: 764 Vorige stand: 763.9

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 1