KWIEK EN VIEF
3Ket vebfiaal mn den datf
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
De nazaten van den ijzeren hertog
VELDHEER VAN GROOT
FORMAAT
DE AUTO
Het Geheim van
het open Raam
DINSDAG 26 JUNI 1934
Wellington was een Anglo-ler
heette oorspronkelijk
Arthur Wellesley
en
Hooge belooningen
Opgravingen te
Bethlehem
Frankrijk en de maand
Mei
Kroonprins Michael
moet examen doen
De mammouth-grot in
Kentucky
Fantastisch plan van Amerikaan-
sche ingenieurs
In de eenzaamheid van
den Oceaan
Rozen zonder doornen
De tien verstandigste
dieren
Vulkanisch eiland in het
Poolgebied
heftige I De inbreker
Oudste verpleegster
ter wereld
A. V. O.-feesten Maastricht
Missie-week
Wethouderspensioen te
Roosendaal
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Detective-verhaal dooi
ANTHONIE GILBERT
so
De juist op hoogen leeftijd gestorven Her
tog van Wellington trad in het openbare
leven van Engeland niet op den voor
grond. Nadat een halve eeuw lang de Eerste
Hertog, die in 1852 stierf, een rol gespeeld had
gelijk zelden een Britsch veldheer en staats
man ide Iron Duke was het eerste, en bewees
het laatste niet te zijn) voor hem, hebben zijn
opvolgers zich van hem onderscheiden door in
het geheel geen rol te spelen. Dat Wellington
niet alleen de naam is van een van Engelands
roemruchte „helden", maar ook van een nog
steeds voortlevend peers-geslacht, is zelfs den
meesten Engelschen onbekend, zoo volmaakt
obscuur zijn de Wellingtons sinds 1852 steeds
buiten hun engen kring gebleven.
De Hertogstitel van Wellington is thans bij
na 120 jaren oud; het is de laatste hertogstitel
die verleend geworden is. Markiezen zijn, of
schoon in beperkten getale, ook in later tijd
nog gecreëerd geworden, o.a. Markies Curzon
en Markies Reading, maar zelfs de opperbevel
hebber der Britsche troepen in den wereldoorlog
Sir Douglas Haig, moest zich met een Earldom
(graventitel) vergenoegen. Kitchener was slechts
Viscount. Maar de in het begin van den we
reldoorlog gestorven Lord Roberts, en de eer
ste Britsche opperbevelhebber in Frankrijk.
Lord French, waren Earls.
Ofschoon de oorlog van 1914-1918 Engeland
zeker een even groote krachtsinspanning ge
kost heeft als honderd jaren daarvoor de strijd
tegen Napoleon, is er nooit sprake van geweest
dat de overwinnende veldheer beloond zou wor
den met het hoogste eerbewijs, dat voor een
Britsch onderdaan weggelegd is. Ook de gel
delijke belooningen, die niet alleen den Duke,
maar ook diens familieleden direct of indirect
te beurt vielen, waren onnoemelijk grooter dan
die welke aan andere zegevierende generaals
werden toegekend. Zij waren groot genoeg om
de Wellingtons voor onafzienbaren tijd in staat
te stellen him hertogelijken rang waardig op te.
houden. De kapitaalwaarde van de geschenken,
welke de Hertog ontving, werd op 2.000 000 ge
schat en dat in een tijd waarin het geld on
noemelijk veel meer waarde had dan tegen
woordig. De emolumenten, die zijn familieleden
trokken uit verschillende ambten, waarmee zij
bekleed werden, vertegenwoordigden een waar
de van bijna 100.000 per jaar.
De haast immoreel-hooge belooning van de
diensten door Wellington maar toch niet
door hem alleen aan het Vaderland bewezen,
heeft men wel hieraan toegeschreven, dat het
loon niet bepaald wordt door de verdiensten
van den overwinnenden generaal, maar door de
grootheid van den verslagen tegenstander, i.e.
Napoleon. Men beweert dat Haig wel geen
hertog, maar toch zeker markies geworden zou
zijn, indien de bekwaamheden van Hindenburg
en Ludendorf in één hunner vereenigd geweest
waren!
Wellington was een Anglo-ler en heette, ge
lijk een ieder weet, Arthur Wellesley. Minder
bekend is het dat deze naam eerst aangenomen
werd door zijn grootvader, Richard Wellesley;
het geslacht, dat reeds eenige eeuwen lang, zoo-
JERUZALEM, 25 Juni. (V. D.) De archaeo-
loog Harvey heeft bij opgravingswerk te Bethle
hem ongeveer een meter onder den vloer van
de bekende Grafkerk aldaar de grondslagen ge
vonden van een oude kerk. Er werd o.a. een
prachtige mozaïekvloer blootgelegd. (In plaats
van het vorig V. D.-bericht.)
wel in Ierland als in Engeland, een rol gespeeld
had, heette eigenlijk Colley en Cowley. Wellesley
of ook wel Wesley noemden de onmidde-
lijke voorouders van den Hertog zich naar een
landgoed in Oost-Engeland, en deze naam werd
beroemd gemaakt, vele jaren vóór de geboorte
van Wellington, door John Wesley, den stich
ter van de sectie der Methodisten, die thans de
grootste kerkelijke gemeenschap in Engeland
is, na de Staatskerk. John Wesley behoorde tot
dezelfde familie als de Iron Duke.
Terwijl zoovele leden van dit geslacht ook
Wellingtons oudere broer zich op verschil
lend gebied onderscheiden hebben, is het merk
waardig dat met den Hertog het familiegenie
uitgeput scheen te zijn. De Wellingtons die na
hem kwamen, traden allen in het keurregiment
der garde, en voerden een leven van voorname
obscuriteit.
De vijfde maand van het jaar zou, naar men
onlangs in een Fransch tijdschrift kon lezen, in
verband staan met het gewicht der gebeurte
nissen. Hoewel men waarschijnlijk voor iedere
maand een staatje zou kunnen maken, waaruit
dan de belangrijkheid van die maand zou moe
ten blijken, is het merkwaardig te vernemen,
wat de maand Mei Frankrijk in den loop der
eeuwen geschonken heeft.
Wij ontleenen aan de opsomming het vol
gende; 24 Mei 1430 werd de maagd van Orleans
gevangen gezet en den 30sten Mei van het jaar
1431 levend verbrand. Henri IV werd op 14 Mei
1610 vermoord; de dader, Ravailac, werd op
27 Mei gevierendeeld. De sterfdatum van Vol
taire is 30 Mei 1778 en Lodewijk XIV overleed
op 10 Mei 1774. Ook in Napoleon's leven speelt
de maand Mei in zoover een rol dat hij op
26 Mei 1805 heerscher over Italië werd en op
5 Mei 1821 stierf. Den 8sten Mei 1870 keurt de
bevolking de politiek van Napoleon III goed en
op 10 Mei 1871 wordt de vrede van Frankfort
geteekend. Den 22sten van de vijfde maand in
het jaar 1885 stierf Victor Hugo, terwijl presi
dent Doumer door Gorgoelof in Mei werd ver
moord.
Kroonprins Michaël van Roemenië is dezer
dagen hard aan het blokken voor het eind
examen van de lagere school.
Hij studeert niet alleen, doch met twaalf an
dere jongens, die als de verstandigste leerlin
gen van andere scholen zijn uitgekozen.
Om niet te behoeven onder te doen voor deze
knappe leerlingen moet prins Michaël zeer hard
werken.
Tot het genoegen van zijn vader, Koning
Carol, was Michaël er het vorige jaar. in ge
slaagd, de tweede te worden van deze uitge
lezen klas.
Het denkbeeld om zijn zoon met andere knap
pe leerlingen op te voeden, is afkomstig van
den koning zelf, die van meening is, dat tegen
den tijd dat Michaël 't bewind op zich zal nemen,
er een zeer democratisch bestuur zal moeten
worden ingevoerd en dat het daarom goed is
dat de prins thans reeds nauw contact heeft
met gewone burgers.
is onze „Omroeper". Eiken avond weer opnieuw
spreekt hij in 75.000 gezinnen, waar hij steeds
een trouw gehoor vindt. Zaken-Omroepers 50
ct. per regel. Particuliere Omroepers 20 ct. per
regel. Betrekkingen (gevraagd en aangeboden)
10 ct. per regel.
In de nabijheid van Louisville bevindt zich de
grootste grot ter wereld, die zich 250 M. lang in
vijf verdiepingen uitstrekt. Het is de beroemde
mammouth-grot van Kentucky en onlangs is
zij plotseling weer in het middelpunt der be
langstelling getreden.
Er kwamen namelijk ingenieurs, die het na
tuurwonder tot in de uiterste hoeken opmaten
en fotografeerden. Daarna maakten ze plannen
voor den bouw van bom- en gasvrije vertrek
ken en zalen in deze grot. Dit project legden zij
voor aan de regeering van den staat Kentucky
en de heeren regeerders hadden er wel ooren
naar. Intusschen verliest men niet uit het oog,
dat de inrichting, waarin vele honderdduizen
den onderdak vinden, ook vele honderden mil-
lioenen dollars zou kosten.
Maar met groot optimisme verdedigen de uit
vinders hun merkwaardig luchtbeschermings
plan, dat ongetwijfeld voorloopig wel alleen op
papier zal blijven bestaan.
Einde Februari 1.1. legde naar Londensche
bladen meldden een groote Engelsche Oceaan-
stoomer, die zich op een kruisvaart bevond, bij
het eiland Tristan da Cunha aan, dat 2700
kilometer van Kaapstad verwijderd in den
Zuidelijken Atlantischen Oceaan ligt.
Even groot is de afstand van het eiland St.
Helena, het laatste ballingsoord van Napoleon.
Op dit eiland leven 150 menschen, die noch
wet. noch politie kennen. Zij leven van land
bouw en van vischvangst en hebben geen ver
binding met de buitenwereld. Het zijn Engel
schen, Hollanders, Italianen en eenige Negers.
Sinds twee jaar was het het eerste stoom
schip dat zijn anker uitwierp voor dit eenzame
eiland en de bewoners een radio-ontvangst
apparaat bracht, dat nu tusschen de bewoners
en de buitenwereld zoo iets als een verbinding
tot stand zal brengen.
Tristan da Cunha is wel het eenzaamste, be
woonde eiland der aarde, omspoeld door de
golven van den uitgestrekten Oceaan, wiens
eeuwig lied de stilte nog slechts vergroot.
In een kweekerij te Blatna in Bohemen heeft
men rozen gekweekt zonder doornen, hetgeen
het resultaat is van vele jaren experimenteeren.
Verleden jaar was men zoover dat op de plek
v/aar de doorns gewoonlijk verschijnen nog
slechts een ruwe oneffenheid groeide.
Dit jaar heeft men vier soorten rozen verkre
gen met volmaakt gladde stengels.
Aan de schoonheid van de bloem wordt in
geen enkel opzicht afbreuk gedaan.
ÜIIIIIlllllHllliillllllll
iiiiiiimiiiiiiiiuiiMië
De auto brengt u overal,
Waar u maar wezen moet.
Zij doet dit altijd even graag
I En ook met grooten spoed.
De veering en de kussens zijn
Ook werk'lijk ideaal. f
En nergens vindt u zooveel steun
Als in het gaspedaal!
1 De auto brengt u naar kantoor,
i 't Prozaïsch element.
Maar geeft u daarbij het gevoel,
1 Dat u in bonis bent.
De auto brengt je ook naar huis
En dit is niet zoo kwaad,
Want u komt daardoor nog op tijd,
Al heeft u zich verlaat!
I De auto brengt u even goed I
Naar strand, naar bosch of hei.
En geeft u daarbij zoo joyeus
Het schoon gevoel van vrij.
De auto brengt u naar 't stadhuis
Met haar dan wel met hem.
En 't stopbord, dat men dan passeert,
1 Werkt daarbij nooit ad rem!
Ja zelfs, zij brengt u waar u niet
En ook niet graag wilt zijn.
Want bedden in een ziekenzaal
Zijn altijd eng en klein.
Maar daarheen zelfs ook brengt zij u, i
Loopt eens het zaakje mis
Als er een boom wordt overzien
Of wegmisbruiker is!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
aiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
De directeur van den dierentuin te New-York
heeft in een interview zijn meening uiteengezet
omtrent de vraag, welk dier het verstandigst is.
Volgens hem komt in de eerste plaats de
chimpansee die werkelijk eigen gedachten,
verstandig overleg en geheugen toont. De twee
de plaats kent hij toe aan den orang-oetang en
de derde aan den olifant, dien hij ook bijzonder
verstandig noemt. Ook de gorilla neemt een
goede plaats op de ranglijst in en hij wordt op
aen voet gevolgd door den hond. Daarna volgen
bever, paard en zeeleeuw. De beer en de kat
sluiten de rij. Bij den zeeleeuw is volgens den
directeur in het bijzonder het geheugen te be
wonderen, alsmede de hoedanigheid, waarmee
dit dier zich bepaalde trucs aanwent.
Er zijn heel wat zeldzame eilanden op onze
aarde. Een der merkwaardigste is in ieder ge
val het eiland Jan Mayen, dat Oostelijk van
Groenland eenzaam in de Europeesche Noord
zee onder 71 gr. N.B. in den drijfijsgordel ge
legen is.
Het bijzondere van dit eiland, dat slechts 370
vierk. kilometer groot is, bestaat hierin, dat het
den grootsten vulkaan der Noordelijke Poolzeeën
bevat, den 2500 M. hoogen Beerenberg, die ge
heel bedekt is met gletschers. In 1921 werd de
berg door den Poolvorscher Mercanton en twee
kameraden voor het eerst bestegen en het was
een groote verrassing voor hen, toen zij op den
top een 200 M. diepen en 800 M. breeden met
ijs gevulden krater ontdekten. Het eiland, dat
onder souvereiniteit van Noorwegen staat, geldt
met twee mistdagen per maand als de nevel-
rijkste plaats der aarde.
Het was een zwoele zomeravond. De onder
gaande zon tooverde prachtige, warm-
roode schijnsels over de wolken, een ge
heimzinnig licht hing tusschen de roerlooze
boomen en slechts het gefluit van tallooze vo
gels verbrak de stilte, die in de eenzame af
gelegen buitengemeente van Brussel heerschte.
Ver uiteen lagen de villa's te droomen, wegge
scholen langs de diehtbeboschte heuvels.
En op dienzelfden rustigen zomeravond werd
de stilte plotseling uiteengescheurd door een
schelle, onbeheerschte vrouwenstem, die ineer
gilde dan riep: „Moord! moord!"
Een zoo ongewone gebeurtenis eischt eenige
nadere verklaring.
Ongeveer tien minuten voordat deze gruwe
lijke kreet door de warme avondlucht trilde, zat
mevrouw Verschaef te peinzen in de serre van
de villa „l'Etoile"; deze serre grensde aan de
eetkamer, waar het dienstmeisje bezig was de
tafel af te ruimen. Nergens klonk eenig gerucht.
Slechts het klinken van aardewerk en zilver
onder de handen van het meisje en het onbe
wogen, eentonige tikken van de eetkamerklok.
In gedachten ging mevrouw Verschaef terug
in het verleden en met ontstellende duidelijk
heid herinnerde zij zich haar jarenlange ver
blijft op een afgelegen regeeringspost in den
Congo, waarheen zij haar man had gevolgd. Zij
doorleefde weer de lange troostelooze dagen on
der de brandende tropenzon. Het oerwoud was
een starre onbeweeglijkheid, waarachter duis
ternis, gevaar en geheimzinnigheid school. De
rivier, waarlangs de regeeringspost was geves
tigd, was breed en traag en onveranderlijk. Het
jonge vrouwtje had daar de wildernis leeren
kennen in al haar sombere grootschheid en
barre onveranderlijkheid.
En nu
Het verleden herleefde in al zijn gruwelijk
heid. Ook hier was de volslagen eenzaamheid,
de stilte, die de zenuwen tot het uiterste span
de, de duistere geheimzinnigheid, die in alle
hoeken op den loer scheen te liggen.
„Elsje, kind, je moest de radio eens aanzet
ten."
Zij herademde. De radio zou diè sloopende
eenzaamheid wel verjagen. Ellendig ook, dat
René nu weer laat moest werken!
Het dienstmeisje vernielde de illusie.
„Die gaat niet, mevrouw," zei ze, „u heeft
het toch vanmorgen al gezien...."
Ach ja, ze was het vergeten. Het ding was
stuk en ze had er niet meer aan gedacht.
„Vind je het hier niet stil, Elsje?"
Alles was beter dan niets. Het mevrouwtje
had in de tropen geleerd den afstand tusschen
het personeel te bewaren, maar in deze tast
bare stilte zou ze met een bedelaar gesproken
hebben.
,,'tls erg eenzaam, mevrouw, zoo onbehaag
lijk, hé?"
Het mevrouwtje werd niet eens door de ge
meenzaamheid van het meisje gehinderd.
„En dat nu juist meneer niet thuis is en de
radio stuk is!"
„Ja, en 't wordt al laat ook." Dan, na een
korte stilte: „Heb je vanavond ook dien groo
ten, donkeren zwerver gezien, Elsje?"
Het meisje aarzelde even.
„Nu u 't zegtja. 't Leek me een...."
Het mevrouwtje kneep de handen krampach
tig ineen en beiden luisterden angstig.
„Hoor je 't ook, Elsje?" Haar stem was niet
meer dan een gefluister.
„Voetstappen!"
Het beeld van de tropen kwam terug. On
hoorbaar liepen zwijgende negers langs de heu
velpaden. Dragers met een kist op hun schou
der. Vrouwen, star voor zich uitstarend naar
het oerwoud. Stom, futloos, als geleid door een
macht buiten zichzelf. Wat voor een duistere
macht? Was het dat geheimzinnigs, iets dat
van uit het onbeweeglijke oerwoud als een drei
gende schaduw over het heete land hing?
„Voetstappen!"
En ze kwamen nader als een slang, die door
het scherpe gras schuifelt.
Was het een inbreker?"
„Elsje!"
We zochten een hotel op en juist toen ik bin
nen wilde gaan, werd er een hand op mijn
schouders gelegd en in onvervalscht Hollandsch
klonk het „Welkom Bok Bols." Verrast draaide
ik me om. Voor mij stond een man met een
blij-lachend gezicht. Hij greep mijn handen en
zei: „Welkom hier, jongen." Ik heb al veel van
je gehoord en gelezen, en mijn vrouw en ik vin
den het fijn dat je met mijnheer Sidney eens
onzen kant bent uitgekomen. Nu kunnen we
eens fijn over ons goede, beste Holland praten.
Ik stond den spreker met open mond en
oogen aan te staren. De man praatte maar aan
een stuk door.. „Nu moeten jullie tijdens je ver
blijf nier bij ons komen logeeren hoor. Jullie
gaat niet in een hotel." Hij babbelde maar door
en vergat zich zelfs voor te stellen. Ook oom
Sidney keek verbaasd. Hij begreep er al evenmin
wat van als ik. In m'n gedachten ging ik mijn
kennissenreeks na maar ik kon dezen mijnheer
toch niet thuis brengen.
Toen de man zag dat we beiden zoo heel ver
bouwereerd keken drong het eensklaps tot hem
door dat hij zich ietwat zonderling aanstelde.
Opeens kleurde hij en sprak verlegen. Ach, ver
geeft u mij, dat ik zoo dom was om mij niet voor
te stellen. Mijn naam is Schippers, leider van
een Hollandsche factorij in deze omgeving. Hij
had van onzen tocht gelezen en met zijn vrouw
daar dikwijls over gesproken. Hij noodigde ons
nogmaals tot een verblijf in zijn huis, hetgeen
we na eenig beraad aannamen.
We brachten eenige prettige dagen bij het zeer
gastvrije en vriendelijke echtpaar Schippers
door, en ondernamen in het gezelschap van bei
den een tochtje in de omliggende uitgestrekte
wouden, ,waarbij de barkas van den heer Schip
pers ons op de rivier zeer dienstig was.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIK
Het laatste restje zelfbeheersching was ver
dwenen, maar ook het meisje trilde van angst.
In haar verbeelding zag ze het naderend ge
vaar, belichaamd in een groot gebouwden man
met breede grijphanden en woeste oogen. En
ook tot haar drong het door dat zij twee vrou
wen waren in een eenzaam huis, onbeschermd.
Buiten klonk een geluid alsof het scherp
lemmet van een mes langs ijzer schuurde. Daar
na rammelde er
iets en iemand
morrelde aan het I
angstvlaag ren-
den de beide
vrouwen de serre
uit en schril klonk haar kreet:
.Moord! moord!"
De oerwoud-geheimzinnigheid was in huis
gekomen en dwaalde er rond als de schim van
den holoogigen neger, die aan een uitterende
koorts gestorven was. Begonnen daar niet de
fatale trommels te slaan in het hart van de
ondoordringbare duisternis?
En opnieuw klonk hun kreet en thans daag
de er hulp van vele kanten. Buurlui kwamen
verschrikt aangehold. Stemmengegons druischte
door den avond. Haastige voetstappen.
Bewusteloos werd het mevrouwtje het huis
binnengedragen en eerst nadat haar echtge
noot zich tot het uiterste had ingespannen,
kwam ze bij.
„Réné! Er was.... o, wat ben ik blij dat Jij
er bent."
Hij kalmeerde haar zachtjes.
„Ik was er al langen tijd," zei hij.... Heb
een ongeval met de fiets gehad en mijn been
verzwikt. Daarom had ik zoo'n moeite om bin
nen te komen. En toen hoorde ik dien vreese-
ljjken kreet! Stil maar, nu is alles in orde."
Minerva Hartmann te San Francisco, vermoe
delijk de oudste verpleegster ter wereld, is dezer
dagen 102 jaar geworden.
Zij heeft in vier oorlogen gediend, n.l. den
Amerikaanschen Vrijheidsoorlog, den Indischen
Oorlog, den Spaanschen Oorlog en den opstand
op de Philippijnen.
Zij heeft echter nooit pensioen gekregen van
de Amerikaansche regeering, omdat de registra
tie van haar dienst verloren is gegaan.
De laatste 28 jaar woont zij in een oud huis,
bekend als Minerva Fort" en zij weigert elke
aanbieding tot ondersteuning.
Bij gelegenheid van de door de A.V.O. (Ver-
eeniging Arbeid voor Onvolwaardigen) en het
Stadspark te Maastricht georganiseerde drie-
daagsche feesten bood Zaterdagavond Zijne Ex
cellentie de heer minister van Landsverdedi
ging van het koninkrijk België een militair
concert aan, hetwelk onder leiding van kapel
meester luitenant Albert Lefebre werd gegeven
door de stafmuziek van het 11e linieregiment uit
Hasselt.
Na ontvangst aan het station bracht het
corps een hulde aan den consul van België, den
heer L. T. A. Robert.
Zoowel bij de officieele ontvangst ten stad-
huize als tijdens de pauze van het concert
spraken respectievelijk de loco-burgemeester, de
heer Jules Schaepkens van Riempst en de bur
gemeester, mr. L. B. J. van Oppen, over de
goede verstandhouding der nabuurvolken België-
Nederland.
Aan H. M. de Koningin der Nederlanden en
Z. M. den koning van België werden hulde-
telegrammen verzonden.
Naar wij vernemen heeft zich in het Deke
naat Gouda een comité gevormd, dat zich ten
doel stelt in de 2de helft van September een
Missieweek te organiseeren.
Het stelt zich voor te Gouda en in de voor
naamste plaatsen van het Dekenaat als Bos
koop, Haastrecht, Moordrecht, Nieuwerkerk a.
d. IJssel, Oudew'ater, Schoonhoven, Reeuwijk,
Waddinxveen en Wierden een Missie-Bidweek te
organiseeren met lezingen, filmavonden e.d.
Bovendien zal te Gouda zelf een groote ten
toonstelling worden gehouden, waaraan min
stens 8 Missioneerende Orden en de 3 Pause
lijke Genootschappen zullen deelnemen. De
monstraties en tooneeluitvoeringen zullen hier
mede vergezeld gaan.
De voorzitter van dit comité is de eerw. heer
Kap. Th. van Seggelen.
In de vergadering van Ged. Staten van Nrd.-
Erabant, van Woensdag 20 Juni J.I., is de Ver
ordening op het Wethouderspensioen der ge
meente Roosendaal, waarover zooveel te doen
is geweest, thans goedgekeurd.
A list °P dlt blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden
/llIC Q. DO Tl TIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen
tegen Oflflfl bij levenslange geheele ongeschiktheid t pt werkendoor f '7Cfl bij een ongeval met OC/Ï bij verlies van een hand 1 9C
ingen verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen/ doodelijken afloop# wt)!/#" een voet of een oog# f
oij verlies van een Cfi
duim of wijsvinger
bij een breuk van bij verlies van "n
been of arm tri/»" anderen vinger
(Korte inhoud van het voorafgaande.
Sir Hector Asscher gaat door voor een ver.
woed verzamelaar van kostbare boeken
In Merlin St. Hugh, waai hit op zijn Dui
ten woont, leeft hij zeer afgezonderd met
zijn nichtje Paula Parkston. die in het
geheim verloofd was met den secretaris
van sir Hector Arthur Newnham Dooi
een handlangster komt Asscher in het De-
zit van een kostbaar werk. dat uit de bi
bliotheek van Burgoyne is gestolen As
scher reist naar Frankritk om een aantal
boeken te verkoopen. nagereisd door BUr-
goyne en den letterkundlee Eggerton In
een luguber hotelletje te Parijs wordt As
scher dan vermoord. Omtrent den dader
tast men in het duister Waarschljniilk
ls Asscher reeds in den trein vermoord
en in ztin Doekenkoffer, door lemaDd die
zich voor hem uitgaf naar het hotel ver
voerd. Het justitieel onderzoek wordt ge
leld door den detective Lestrange).
Ze moesten eerlijk tegenover de menschen dur
ven staan, maar dat durven ze niet. O, ik weet
wel, het was een politiek van wederzijdsche be
scherming: hij kon niet dulden dat zij zou lij
den en wenschte haar tot allen prijs uit deze
hel te verlossen. Om zoo'n flauwe reden heb
ben ze heel de zaak naar beneden gehaald.
Daarom ook heeft hij zich niet ontzien om,
evenals de eerste de beste slagersjongen, in het
geheim te vrijen met de dochter van zijn pa
troon. Zij werden hierin alleen gerechtvaardigd
door hun wederzijdsche gevoelens, maar als die
niet sterk genoeg zijn om de woede van een
voogd te trotseeren, kan ik geen pardon voor
hen vinden." Zij hield ineens op en een hoog
rood kleurde haar anders bleeke gezicht.
Rosemary maakte uit den verstrooiden blik
van haar echtgenoot reeds op, dat het geen
twijiel meer over liet, wat hij doen zou. Hij zou
zich hals over kop in deze affaire mengen. Niet
om Newnham te redden, evenmin vanwege miss
Parkton, al was ze liefelijker dan een engel,
maar juist vanwege deze hartstochtelijke on
bevreesde vrouw, die zich door niets van haar
plannen liet afbrengen.
„Hoe neemt Newnham de zaak op?" vroeg hij.
„Hij lijkt me erg onder den indruk, maar
hij zegt natuurlijk niet veel. Hij tast nog
steeds in het duister. Tot nu toe zijn alle
verhooren beperkt gebleven tot louter formali
teiten en hij weet eigenlijk niet, op welke
gronden hij is gearresteerd. Ik moest alleen
naar hem toe, om te vragen, wat hij dacht over
de plannen voor zijn verdediging en hem te
vertellen, dat Miss Parkton al de kosten
wenschte te dekken. Hij schijnt niet eens fa
milie te hebben."
„Hebben wij dus carte blanche?"
„Ik geloof het wel. Hij dacht niet, dat u zich
met de zaak zou bemoeien. Hij kon niet in
zien, waarom, daar hij niet het minste recht
kon doen gelden op uwe hulp."
Egerton stond op. Er viel voor vanavond niets
meer te doen en morgen zou het een zware dag
worden.
„Ik zal doen, wat ik kan. Wanneer komt Miss
Parkton naar de stad? Ik voel er niets voor,
om morgen naar Merlin St. Hugh te gaan, daar
wij zoo weinig mogelijk bij elkander moeten
worden gezien en alle praatjes moeten zien ie
voorkomen. De menschen zullen toch al gauw
genoeg gaan kletsen. Hoe eerder Miss Parkton
zich sterk genoeg zal voelen, om naar Londen
te komen, des te beter. We moeten precies
weten, wat er gebeurd is, maar ditmaal na
tuurlijk naar de volle waarheid. Weet u ook
of haar laatste verklaring veel verschilt van
de eerste?"
„Ik geloof zoowat in elk onderdeel," ant
woordde Ruth met de kalmte der wanhoop.
„Ik meen goed te doen, u te waarschuwen, dat
Miss Parkton op het oogenblik allerminst in
staat is, om de gedragingen der politie logisch
te bezien. Zij schijnt het met Mr. Newnham
eens te zijn, dat Sir Hector tegelijkertijd blind,
doof en suf was. Ze kan maar niet gelooven,
dat de politie ten slotte zeer goede gronden
heeft voor deze arrestatie. Zij blijft er bij, dat
haar verklaringen een voldoende alibi voor
hem zijn; en voorzoover ik die ken, ben ik net
met haar eens. 't Is alleen jammer, dat de
politie van een tegengestelde meening is."
„Ik vermoed niet, dat u hun dit kwalijk zult
nemen. Jk heb me reeds vaak afgevraagd,
waarom de menschen het toch als aangenomen
beschouwen, dat liegen een natuurlijke gave is.
Het kan zoo nu en dan bij wijze van uitzon
dering eens voorkomen, maar bij de meeste
menschen heeft de leugen, evenals alle dingen
in ons leven, een zekere praktijk en training
noodig. Indien het reeds moeilijk is de waar
heid te ontdekken, die zich schuil houdt achter
duizend sluiers der verbeelding, hoe oneindig
veel zwaarder moet het dan niet zijn, om voort
durend voor uw geest te houden het beeld van
iets, dat heelemaal niet bestaat en dus vorm
noch inhoud heeft."
Ruth zuchtte.
„Ik hoop maar, dat u daar Miss Parkton van
zult overtuigen. U snapt wel, dat ik niets kan
doen. Ze is er verbazend slecht aan toe."
,,Ach," merkte Egerton nadenkend op, „ik
heb wel erger gevallen gekend dan dit, die ten
slotte goed terecht kwamen. Het is een ver
schrikkelijke tragedie.... dat geef ik toe...
Zij viel hem in de rede en voegde hem toe:
„Al dien tijd hebben zij als 't ware op een
tragedie zitten wachten, 't Is hun eigen schuld.
Begrijp me goed. Ik heb niet het minste mede
lijden met hen, dat verdienen ze nu eenmaal
niet, maar ongelukkig genoeg hangt mijn ziele-
vrede af van Mr. Newnham's bevrijding.'
Zij sprak deze woorden in zoo kalme belij
denis uit, dat geen van drieën er zich door
gehinderd voelde.
Egerton stak haar zijn hand toe.
„Dank u," zei hij. „Ik vind het heel flink
van u, dat u open kaart kan spelen. Dat spaart
heel wat tijd uit."
„Er is nog iets," zeide Ruth, toen zij al bij
de deur kwamen. „Slane vertelde me vandaag
iets, dat hij, naar hij zegt, vergeten heeft, aan
de politie bekend te maken, en dat toch zijn
nut kan hebben voor iemand, die zich met
deze zaak bezig houdt. Woensdagmorgen belde
iemand op en vroeg of er nog kans zou zijn
Sir Hector te spreken, voordat hij wegging.
Slane gelooft, dat het een vrouw was, al was
de stem verdraaid. Hij antwoordde, dat Sir
Hector dienzelfden middag over zou steken en
dus onmogelijk iemand kon ontvangen en
vroeg naar den naam. Maar zooals u wel be
grijpen kunt, hing de andere de telefoon op.
Ik heb niet t minste idee, wie het geweest
kan zijn. Ik dacht even aan Mr. Burgoyne of
zijn secretaris, maar ik durf niets met zeker
heid te zeggen. Ik vertel het u alleen, voor het
geval u zich met de zaak gaat Demoeien."
„Het is altijd heel goed, niets over het hoofd
te zien, als je niet vast en zeker bent, dat het
onbruikbaar is," gaf Egerton toe. „Dank uwel,
Miss Marlowe. Ik zal waarschijnlijk in den loop
dezer dagen naar Merlin St. Hugh komen
„Dat is een verbazend wonderlijke vrouw."
zeide hij, toen hij terug in de huiskamer kwam
„Wat een geweldige leefkracht schuilt daar
achter. Maar heel diep verborgenHij zelf
was een en al enthousiasme. Rosemary merkte
zelfs critisch op, dat hij eerlijk genoeg was om
zijn gevoelens niet te verbergen. En met lichten
spot merkte zij op:
„Als jij met zoo'n vrouw getrouwd was, zou
den jullie samen zoo dikwijls in extase zijn,
dat het huis van de gezamenlijke hitte in
lichterlaaie stond!"
Egerton lachte en de rest van het gesprek
had niets meer uit te staan met den moord op
Ascher.
H
Paula kwam in Eaton Square aan, even na
half twaalf en vond Rosemary alleen. Het
verpletterende nieuws van Newnham's arresta
tie, dat zij nooit had verwacht, had het laatste
restje kleur uit haar gezicht verdreven en haar
wilskracht gesloopt. Ze liep alsof elke stap haar
een druppel bloed kostte en haar oogen ston
den zoo hol, dat Rosemary de hare moest
afwenden, om haar ontroering te verbergen.
Egerton, die het beter had geoordeeld, dat
zijn vrouw haar eerst zou ontmoeten, om hun
gast wat op haar gemak te stellen, kwam even
later binnen, gaf haar een hand en zei ter
loops:
„Komt Miss Marlowe ook? of
„Nee," zei Paula Parkton. „Ze zei, dat ze U
alles reeds verteld had, en dat ze er niets aan
had toe te voegen. Daarom was het niet noodig
dat ze kwam."
„Ha, ha," mompelde de jongeman, „dan
behoeven we dus op niets meer te wach
ten."
(Wordt vervolgd'