KWIEK EN VIEF 3Ket vebfiaal mn den datf PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND De nazaten van den ijzeren hertog VELDHEER VAN GROOT FORMAAT DE AUTO Het Geheim van het open Raam DINSDAG 26 JUNI 1934 Wellington was een Anglo-ler heette oorspronkelijk Arthur Wellesley en Hooge belooningen Opgravingen te Bethlehem Frankrijk en de maand Mei Kroonprins Michael moet examen doen De mammouth-grot in Kentucky Fantastisch plan van Amerikaan- sche ingenieurs In de eenzaamheid van den Oceaan Rozen zonder doornen De tien verstandigste dieren Vulkanisch eiland in het Poolgebied heftige I De inbreker Oudste verpleegster ter wereld A. V. O.-feesten Maastricht Missie-week Wethouderspensioen te Roosendaal AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Detective-verhaal dooi ANTHONIE GILBERT so De juist op hoogen leeftijd gestorven Her tog van Wellington trad in het openbare leven van Engeland niet op den voor grond. Nadat een halve eeuw lang de Eerste Hertog, die in 1852 stierf, een rol gespeeld had gelijk zelden een Britsch veldheer en staats man ide Iron Duke was het eerste, en bewees het laatste niet te zijn) voor hem, hebben zijn opvolgers zich van hem onderscheiden door in het geheel geen rol te spelen. Dat Wellington niet alleen de naam is van een van Engelands roemruchte „helden", maar ook van een nog steeds voortlevend peers-geslacht, is zelfs den meesten Engelschen onbekend, zoo volmaakt obscuur zijn de Wellingtons sinds 1852 steeds buiten hun engen kring gebleven. De Hertogstitel van Wellington is thans bij na 120 jaren oud; het is de laatste hertogstitel die verleend geworden is. Markiezen zijn, of schoon in beperkten getale, ook in later tijd nog gecreëerd geworden, o.a. Markies Curzon en Markies Reading, maar zelfs de opperbevel hebber der Britsche troepen in den wereldoorlog Sir Douglas Haig, moest zich met een Earldom (graventitel) vergenoegen. Kitchener was slechts Viscount. Maar de in het begin van den we reldoorlog gestorven Lord Roberts, en de eer ste Britsche opperbevelhebber in Frankrijk. Lord French, waren Earls. Ofschoon de oorlog van 1914-1918 Engeland zeker een even groote krachtsinspanning ge kost heeft als honderd jaren daarvoor de strijd tegen Napoleon, is er nooit sprake van geweest dat de overwinnende veldheer beloond zou wor den met het hoogste eerbewijs, dat voor een Britsch onderdaan weggelegd is. Ook de gel delijke belooningen, die niet alleen den Duke, maar ook diens familieleden direct of indirect te beurt vielen, waren onnoemelijk grooter dan die welke aan andere zegevierende generaals werden toegekend. Zij waren groot genoeg om de Wellingtons voor onafzienbaren tijd in staat te stellen him hertogelijken rang waardig op te. houden. De kapitaalwaarde van de geschenken, welke de Hertog ontving, werd op 2.000 000 ge schat en dat in een tijd waarin het geld on noemelijk veel meer waarde had dan tegen woordig. De emolumenten, die zijn familieleden trokken uit verschillende ambten, waarmee zij bekleed werden, vertegenwoordigden een waar de van bijna 100.000 per jaar. De haast immoreel-hooge belooning van de diensten door Wellington maar toch niet door hem alleen aan het Vaderland bewezen, heeft men wel hieraan toegeschreven, dat het loon niet bepaald wordt door de verdiensten van den overwinnenden generaal, maar door de grootheid van den verslagen tegenstander, i.e. Napoleon. Men beweert dat Haig wel geen hertog, maar toch zeker markies geworden zou zijn, indien de bekwaamheden van Hindenburg en Ludendorf in één hunner vereenigd geweest waren! Wellington was een Anglo-ler en heette, ge lijk een ieder weet, Arthur Wellesley. Minder bekend is het dat deze naam eerst aangenomen werd door zijn grootvader, Richard Wellesley; het geslacht, dat reeds eenige eeuwen lang, zoo- JERUZALEM, 25 Juni. (V. D.) De archaeo- loog Harvey heeft bij opgravingswerk te Bethle hem ongeveer een meter onder den vloer van de bekende Grafkerk aldaar de grondslagen ge vonden van een oude kerk. Er werd o.a. een prachtige mozaïekvloer blootgelegd. (In plaats van het vorig V. D.-bericht.) wel in Ierland als in Engeland, een rol gespeeld had, heette eigenlijk Colley en Cowley. Wellesley of ook wel Wesley noemden de onmidde- lijke voorouders van den Hertog zich naar een landgoed in Oost-Engeland, en deze naam werd beroemd gemaakt, vele jaren vóór de geboorte van Wellington, door John Wesley, den stich ter van de sectie der Methodisten, die thans de grootste kerkelijke gemeenschap in Engeland is, na de Staatskerk. John Wesley behoorde tot dezelfde familie als de Iron Duke. Terwijl zoovele leden van dit geslacht ook Wellingtons oudere broer zich op verschil lend gebied onderscheiden hebben, is het merk waardig dat met den Hertog het familiegenie uitgeput scheen te zijn. De Wellingtons die na hem kwamen, traden allen in het keurregiment der garde, en voerden een leven van voorname obscuriteit. De vijfde maand van het jaar zou, naar men onlangs in een Fransch tijdschrift kon lezen, in verband staan met het gewicht der gebeurte nissen. Hoewel men waarschijnlijk voor iedere maand een staatje zou kunnen maken, waaruit dan de belangrijkheid van die maand zou moe ten blijken, is het merkwaardig te vernemen, wat de maand Mei Frankrijk in den loop der eeuwen geschonken heeft. Wij ontleenen aan de opsomming het vol gende; 24 Mei 1430 werd de maagd van Orleans gevangen gezet en den 30sten Mei van het jaar 1431 levend verbrand. Henri IV werd op 14 Mei 1610 vermoord; de dader, Ravailac, werd op 27 Mei gevierendeeld. De sterfdatum van Vol taire is 30 Mei 1778 en Lodewijk XIV overleed op 10 Mei 1774. Ook in Napoleon's leven speelt de maand Mei in zoover een rol dat hij op 26 Mei 1805 heerscher over Italië werd en op 5 Mei 1821 stierf. Den 8sten Mei 1870 keurt de bevolking de politiek van Napoleon III goed en op 10 Mei 1871 wordt de vrede van Frankfort geteekend. Den 22sten van de vijfde maand in het jaar 1885 stierf Victor Hugo, terwijl presi dent Doumer door Gorgoelof in Mei werd ver moord. Kroonprins Michaël van Roemenië is dezer dagen hard aan het blokken voor het eind examen van de lagere school. Hij studeert niet alleen, doch met twaalf an dere jongens, die als de verstandigste leerlin gen van andere scholen zijn uitgekozen. Om niet te behoeven onder te doen voor deze knappe leerlingen moet prins Michaël zeer hard werken. Tot het genoegen van zijn vader, Koning Carol, was Michaël er het vorige jaar. in ge slaagd, de tweede te worden van deze uitge lezen klas. Het denkbeeld om zijn zoon met andere knap pe leerlingen op te voeden, is afkomstig van den koning zelf, die van meening is, dat tegen den tijd dat Michaël 't bewind op zich zal nemen, er een zeer democratisch bestuur zal moeten worden ingevoerd en dat het daarom goed is dat de prins thans reeds nauw contact heeft met gewone burgers. is onze „Omroeper". Eiken avond weer opnieuw spreekt hij in 75.000 gezinnen, waar hij steeds een trouw gehoor vindt. Zaken-Omroepers 50 ct. per regel. Particuliere Omroepers 20 ct. per regel. Betrekkingen (gevraagd en aangeboden) 10 ct. per regel. In de nabijheid van Louisville bevindt zich de grootste grot ter wereld, die zich 250 M. lang in vijf verdiepingen uitstrekt. Het is de beroemde mammouth-grot van Kentucky en onlangs is zij plotseling weer in het middelpunt der be langstelling getreden. Er kwamen namelijk ingenieurs, die het na tuurwonder tot in de uiterste hoeken opmaten en fotografeerden. Daarna maakten ze plannen voor den bouw van bom- en gasvrije vertrek ken en zalen in deze grot. Dit project legden zij voor aan de regeering van den staat Kentucky en de heeren regeerders hadden er wel ooren naar. Intusschen verliest men niet uit het oog, dat de inrichting, waarin vele honderdduizen den onderdak vinden, ook vele honderden mil- lioenen dollars zou kosten. Maar met groot optimisme verdedigen de uit vinders hun merkwaardig luchtbeschermings plan, dat ongetwijfeld voorloopig wel alleen op papier zal blijven bestaan. Einde Februari 1.1. legde naar Londensche bladen meldden een groote Engelsche Oceaan- stoomer, die zich op een kruisvaart bevond, bij het eiland Tristan da Cunha aan, dat 2700 kilometer van Kaapstad verwijderd in den Zuidelijken Atlantischen Oceaan ligt. Even groot is de afstand van het eiland St. Helena, het laatste ballingsoord van Napoleon. Op dit eiland leven 150 menschen, die noch wet. noch politie kennen. Zij leven van land bouw en van vischvangst en hebben geen ver binding met de buitenwereld. Het zijn Engel schen, Hollanders, Italianen en eenige Negers. Sinds twee jaar was het het eerste stoom schip dat zijn anker uitwierp voor dit eenzame eiland en de bewoners een radio-ontvangst apparaat bracht, dat nu tusschen de bewoners en de buitenwereld zoo iets als een verbinding tot stand zal brengen. Tristan da Cunha is wel het eenzaamste, be woonde eiland der aarde, omspoeld door de golven van den uitgestrekten Oceaan, wiens eeuwig lied de stilte nog slechts vergroot. In een kweekerij te Blatna in Bohemen heeft men rozen gekweekt zonder doornen, hetgeen het resultaat is van vele jaren experimenteeren. Verleden jaar was men zoover dat op de plek v/aar de doorns gewoonlijk verschijnen nog slechts een ruwe oneffenheid groeide. Dit jaar heeft men vier soorten rozen verkre gen met volmaakt gladde stengels. Aan de schoonheid van de bloem wordt in geen enkel opzicht afbreuk gedaan. ÜIIIIIlllllHllliillllllll iiiiiiimiiiiiiiiuiiMië De auto brengt u overal, Waar u maar wezen moet. Zij doet dit altijd even graag I En ook met grooten spoed. De veering en de kussens zijn Ook werk'lijk ideaal. f En nergens vindt u zooveel steun Als in het gaspedaal! 1 De auto brengt u naar kantoor, i 't Prozaïsch element. Maar geeft u daarbij het gevoel, 1 Dat u in bonis bent. De auto brengt je ook naar huis En dit is niet zoo kwaad, Want u komt daardoor nog op tijd, Al heeft u zich verlaat! I De auto brengt u even goed I Naar strand, naar bosch of hei. En geeft u daarbij zoo joyeus Het schoon gevoel van vrij. De auto brengt u naar 't stadhuis Met haar dan wel met hem. En 't stopbord, dat men dan passeert, 1 Werkt daarbij nooit ad rem! Ja zelfs, zij brengt u waar u niet En ook niet graag wilt zijn. Want bedden in een ziekenzaal Zijn altijd eng en klein. Maar daarheen zelfs ook brengt zij u, i Loopt eens het zaakje mis Als er een boom wordt overzien Of wegmisbruiker is! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) aiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii De directeur van den dierentuin te New-York heeft in een interview zijn meening uiteengezet omtrent de vraag, welk dier het verstandigst is. Volgens hem komt in de eerste plaats de chimpansee die werkelijk eigen gedachten, verstandig overleg en geheugen toont. De twee de plaats kent hij toe aan den orang-oetang en de derde aan den olifant, dien hij ook bijzonder verstandig noemt. Ook de gorilla neemt een goede plaats op de ranglijst in en hij wordt op aen voet gevolgd door den hond. Daarna volgen bever, paard en zeeleeuw. De beer en de kat sluiten de rij. Bij den zeeleeuw is volgens den directeur in het bijzonder het geheugen te be wonderen, alsmede de hoedanigheid, waarmee dit dier zich bepaalde trucs aanwent. Er zijn heel wat zeldzame eilanden op onze aarde. Een der merkwaardigste is in ieder ge val het eiland Jan Mayen, dat Oostelijk van Groenland eenzaam in de Europeesche Noord zee onder 71 gr. N.B. in den drijfijsgordel ge legen is. Het bijzondere van dit eiland, dat slechts 370 vierk. kilometer groot is, bestaat hierin, dat het den grootsten vulkaan der Noordelijke Poolzeeën bevat, den 2500 M. hoogen Beerenberg, die ge heel bedekt is met gletschers. In 1921 werd de berg door den Poolvorscher Mercanton en twee kameraden voor het eerst bestegen en het was een groote verrassing voor hen, toen zij op den top een 200 M. diepen en 800 M. breeden met ijs gevulden krater ontdekten. Het eiland, dat onder souvereiniteit van Noorwegen staat, geldt met twee mistdagen per maand als de nevel- rijkste plaats der aarde. Het was een zwoele zomeravond. De onder gaande zon tooverde prachtige, warm- roode schijnsels over de wolken, een ge heimzinnig licht hing tusschen de roerlooze boomen en slechts het gefluit van tallooze vo gels verbrak de stilte, die in de eenzame af gelegen buitengemeente van Brussel heerschte. Ver uiteen lagen de villa's te droomen, wegge scholen langs de diehtbeboschte heuvels. En op dienzelfden rustigen zomeravond werd de stilte plotseling uiteengescheurd door een schelle, onbeheerschte vrouwenstem, die ineer gilde dan riep: „Moord! moord!" Een zoo ongewone gebeurtenis eischt eenige nadere verklaring. Ongeveer tien minuten voordat deze gruwe lijke kreet door de warme avondlucht trilde, zat mevrouw Verschaef te peinzen in de serre van de villa „l'Etoile"; deze serre grensde aan de eetkamer, waar het dienstmeisje bezig was de tafel af te ruimen. Nergens klonk eenig gerucht. Slechts het klinken van aardewerk en zilver onder de handen van het meisje en het onbe wogen, eentonige tikken van de eetkamerklok. In gedachten ging mevrouw Verschaef terug in het verleden en met ontstellende duidelijk heid herinnerde zij zich haar jarenlange ver blijft op een afgelegen regeeringspost in den Congo, waarheen zij haar man had gevolgd. Zij doorleefde weer de lange troostelooze dagen on der de brandende tropenzon. Het oerwoud was een starre onbeweeglijkheid, waarachter duis ternis, gevaar en geheimzinnigheid school. De rivier, waarlangs de regeeringspost was geves tigd, was breed en traag en onveranderlijk. Het jonge vrouwtje had daar de wildernis leeren kennen in al haar sombere grootschheid en barre onveranderlijkheid. En nu Het verleden herleefde in al zijn gruwelijk heid. Ook hier was de volslagen eenzaamheid, de stilte, die de zenuwen tot het uiterste span de, de duistere geheimzinnigheid, die in alle hoeken op den loer scheen te liggen. „Elsje, kind, je moest de radio eens aanzet ten." Zij herademde. De radio zou diè sloopende eenzaamheid wel verjagen. Ellendig ook, dat René nu weer laat moest werken! Het dienstmeisje vernielde de illusie. „Die gaat niet, mevrouw," zei ze, „u heeft het toch vanmorgen al gezien...." Ach ja, ze was het vergeten. Het ding was stuk en ze had er niet meer aan gedacht. „Vind je het hier niet stil, Elsje?" Alles was beter dan niets. Het mevrouwtje had in de tropen geleerd den afstand tusschen het personeel te bewaren, maar in deze tast bare stilte zou ze met een bedelaar gesproken hebben. ,,'tls erg eenzaam, mevrouw, zoo onbehaag lijk, hé?" Het mevrouwtje werd niet eens door de ge meenzaamheid van het meisje gehinderd. „En dat nu juist meneer niet thuis is en de radio stuk is!" „Ja, en 't wordt al laat ook." Dan, na een korte stilte: „Heb je vanavond ook dien groo ten, donkeren zwerver gezien, Elsje?" Het meisje aarzelde even. „Nu u 't zegtja. 't Leek me een...." Het mevrouwtje kneep de handen krampach tig ineen en beiden luisterden angstig. „Hoor je 't ook, Elsje?" Haar stem was niet meer dan een gefluister. „Voetstappen!" Het beeld van de tropen kwam terug. On hoorbaar liepen zwijgende negers langs de heu velpaden. Dragers met een kist op hun schou der. Vrouwen, star voor zich uitstarend naar het oerwoud. Stom, futloos, als geleid door een macht buiten zichzelf. Wat voor een duistere macht? Was het dat geheimzinnigs, iets dat van uit het onbeweeglijke oerwoud als een drei gende schaduw over het heete land hing? „Voetstappen!" En ze kwamen nader als een slang, die door het scherpe gras schuifelt. Was het een inbreker?" „Elsje!" We zochten een hotel op en juist toen ik bin nen wilde gaan, werd er een hand op mijn schouders gelegd en in onvervalscht Hollandsch klonk het „Welkom Bok Bols." Verrast draaide ik me om. Voor mij stond een man met een blij-lachend gezicht. Hij greep mijn handen en zei: „Welkom hier, jongen." Ik heb al veel van je gehoord en gelezen, en mijn vrouw en ik vin den het fijn dat je met mijnheer Sidney eens onzen kant bent uitgekomen. Nu kunnen we eens fijn over ons goede, beste Holland praten. Ik stond den spreker met open mond en oogen aan te staren. De man praatte maar aan een stuk door.. „Nu moeten jullie tijdens je ver blijf nier bij ons komen logeeren hoor. Jullie gaat niet in een hotel." Hij babbelde maar door en vergat zich zelfs voor te stellen. Ook oom Sidney keek verbaasd. Hij begreep er al evenmin wat van als ik. In m'n gedachten ging ik mijn kennissenreeks na maar ik kon dezen mijnheer toch niet thuis brengen. Toen de man zag dat we beiden zoo heel ver bouwereerd keken drong het eensklaps tot hem door dat hij zich ietwat zonderling aanstelde. Opeens kleurde hij en sprak verlegen. Ach, ver geeft u mij, dat ik zoo dom was om mij niet voor te stellen. Mijn naam is Schippers, leider van een Hollandsche factorij in deze omgeving. Hij had van onzen tocht gelezen en met zijn vrouw daar dikwijls over gesproken. Hij noodigde ons nogmaals tot een verblijf in zijn huis, hetgeen we na eenig beraad aannamen. We brachten eenige prettige dagen bij het zeer gastvrije en vriendelijke echtpaar Schippers door, en ondernamen in het gezelschap van bei den een tochtje in de omliggende uitgestrekte wouden, ,waarbij de barkas van den heer Schip pers ons op de rivier zeer dienstig was. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIK Het laatste restje zelfbeheersching was ver dwenen, maar ook het meisje trilde van angst. In haar verbeelding zag ze het naderend ge vaar, belichaamd in een groot gebouwden man met breede grijphanden en woeste oogen. En ook tot haar drong het door dat zij twee vrou wen waren in een eenzaam huis, onbeschermd. Buiten klonk een geluid alsof het scherp lemmet van een mes langs ijzer schuurde. Daar na rammelde er iets en iemand morrelde aan het I angstvlaag ren- den de beide vrouwen de serre uit en schril klonk haar kreet: .Moord! moord!" De oerwoud-geheimzinnigheid was in huis gekomen en dwaalde er rond als de schim van den holoogigen neger, die aan een uitterende koorts gestorven was. Begonnen daar niet de fatale trommels te slaan in het hart van de ondoordringbare duisternis? En opnieuw klonk hun kreet en thans daag de er hulp van vele kanten. Buurlui kwamen verschrikt aangehold. Stemmengegons druischte door den avond. Haastige voetstappen. Bewusteloos werd het mevrouwtje het huis binnengedragen en eerst nadat haar echtge noot zich tot het uiterste had ingespannen, kwam ze bij. „Réné! Er was.... o, wat ben ik blij dat Jij er bent." Hij kalmeerde haar zachtjes. „Ik was er al langen tijd," zei hij.... Heb een ongeval met de fiets gehad en mijn been verzwikt. Daarom had ik zoo'n moeite om bin nen te komen. En toen hoorde ik dien vreese- ljjken kreet! Stil maar, nu is alles in orde." Minerva Hartmann te San Francisco, vermoe delijk de oudste verpleegster ter wereld, is dezer dagen 102 jaar geworden. Zij heeft in vier oorlogen gediend, n.l. den Amerikaanschen Vrijheidsoorlog, den Indischen Oorlog, den Spaanschen Oorlog en den opstand op de Philippijnen. Zij heeft echter nooit pensioen gekregen van de Amerikaansche regeering, omdat de registra tie van haar dienst verloren is gegaan. De laatste 28 jaar woont zij in een oud huis, bekend als Minerva Fort" en zij weigert elke aanbieding tot ondersteuning. Bij gelegenheid van de door de A.V.O. (Ver- eeniging Arbeid voor Onvolwaardigen) en het Stadspark te Maastricht georganiseerde drie- daagsche feesten bood Zaterdagavond Zijne Ex cellentie de heer minister van Landsverdedi ging van het koninkrijk België een militair concert aan, hetwelk onder leiding van kapel meester luitenant Albert Lefebre werd gegeven door de stafmuziek van het 11e linieregiment uit Hasselt. Na ontvangst aan het station bracht het corps een hulde aan den consul van België, den heer L. T. A. Robert. Zoowel bij de officieele ontvangst ten stad- huize als tijdens de pauze van het concert spraken respectievelijk de loco-burgemeester, de heer Jules Schaepkens van Riempst en de bur gemeester, mr. L. B. J. van Oppen, over de goede verstandhouding der nabuurvolken België- Nederland. Aan H. M. de Koningin der Nederlanden en Z. M. den koning van België werden hulde- telegrammen verzonden. Naar wij vernemen heeft zich in het Deke naat Gouda een comité gevormd, dat zich ten doel stelt in de 2de helft van September een Missieweek te organiseeren. Het stelt zich voor te Gouda en in de voor naamste plaatsen van het Dekenaat als Bos koop, Haastrecht, Moordrecht, Nieuwerkerk a. d. IJssel, Oudew'ater, Schoonhoven, Reeuwijk, Waddinxveen en Wierden een Missie-Bidweek te organiseeren met lezingen, filmavonden e.d. Bovendien zal te Gouda zelf een groote ten toonstelling worden gehouden, waaraan min stens 8 Missioneerende Orden en de 3 Pause lijke Genootschappen zullen deelnemen. De monstraties en tooneeluitvoeringen zullen hier mede vergezeld gaan. De voorzitter van dit comité is de eerw. heer Kap. Th. van Seggelen. In de vergadering van Ged. Staten van Nrd.- Erabant, van Woensdag 20 Juni J.I., is de Ver ordening op het Wethouderspensioen der ge meente Roosendaal, waarover zooveel te doen is geweest, thans goedgekeurd. A list °P dlt blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden /llIC Q. DO Tl TIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen tegen Oflflfl bij levenslange geheele ongeschiktheid t pt werkendoor f '7Cfl bij een ongeval met OC/Ï bij verlies van een hand 1 9C ingen verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen/ doodelijken afloop# wt)!/#" een voet of een oog# f oij verlies van een Cfi duim of wijsvinger bij een breuk van bij verlies van "n been of arm tri/»" anderen vinger (Korte inhoud van het voorafgaande. Sir Hector Asscher gaat door voor een ver. woed verzamelaar van kostbare boeken In Merlin St. Hugh, waai hit op zijn Dui ten woont, leeft hij zeer afgezonderd met zijn nichtje Paula Parkston. die in het geheim verloofd was met den secretaris van sir Hector Arthur Newnham Dooi een handlangster komt Asscher in het De- zit van een kostbaar werk. dat uit de bi bliotheek van Burgoyne is gestolen As scher reist naar Frankritk om een aantal boeken te verkoopen. nagereisd door BUr- goyne en den letterkundlee Eggerton In een luguber hotelletje te Parijs wordt As scher dan vermoord. Omtrent den dader tast men in het duister Waarschljniilk ls Asscher reeds in den trein vermoord en in ztin Doekenkoffer, door lemaDd die zich voor hem uitgaf naar het hotel ver voerd. Het justitieel onderzoek wordt ge leld door den detective Lestrange). Ze moesten eerlijk tegenover de menschen dur ven staan, maar dat durven ze niet. O, ik weet wel, het was een politiek van wederzijdsche be scherming: hij kon niet dulden dat zij zou lij den en wenschte haar tot allen prijs uit deze hel te verlossen. Om zoo'n flauwe reden heb ben ze heel de zaak naar beneden gehaald. Daarom ook heeft hij zich niet ontzien om, evenals de eerste de beste slagersjongen, in het geheim te vrijen met de dochter van zijn pa troon. Zij werden hierin alleen gerechtvaardigd door hun wederzijdsche gevoelens, maar als die niet sterk genoeg zijn om de woede van een voogd te trotseeren, kan ik geen pardon voor hen vinden." Zij hield ineens op en een hoog rood kleurde haar anders bleeke gezicht. Rosemary maakte uit den verstrooiden blik van haar echtgenoot reeds op, dat het geen twijiel meer over liet, wat hij doen zou. Hij zou zich hals over kop in deze affaire mengen. Niet om Newnham te redden, evenmin vanwege miss Parkton, al was ze liefelijker dan een engel, maar juist vanwege deze hartstochtelijke on bevreesde vrouw, die zich door niets van haar plannen liet afbrengen. „Hoe neemt Newnham de zaak op?" vroeg hij. „Hij lijkt me erg onder den indruk, maar hij zegt natuurlijk niet veel. Hij tast nog steeds in het duister. Tot nu toe zijn alle verhooren beperkt gebleven tot louter formali teiten en hij weet eigenlijk niet, op welke gronden hij is gearresteerd. Ik moest alleen naar hem toe, om te vragen, wat hij dacht over de plannen voor zijn verdediging en hem te vertellen, dat Miss Parkton al de kosten wenschte te dekken. Hij schijnt niet eens fa milie te hebben." „Hebben wij dus carte blanche?" „Ik geloof het wel. Hij dacht niet, dat u zich met de zaak zou bemoeien. Hij kon niet in zien, waarom, daar hij niet het minste recht kon doen gelden op uwe hulp." Egerton stond op. Er viel voor vanavond niets meer te doen en morgen zou het een zware dag worden. „Ik zal doen, wat ik kan. Wanneer komt Miss Parkton naar de stad? Ik voel er niets voor, om morgen naar Merlin St. Hugh te gaan, daar wij zoo weinig mogelijk bij elkander moeten worden gezien en alle praatjes moeten zien ie voorkomen. De menschen zullen toch al gauw genoeg gaan kletsen. Hoe eerder Miss Parkton zich sterk genoeg zal voelen, om naar Londen te komen, des te beter. We moeten precies weten, wat er gebeurd is, maar ditmaal na tuurlijk naar de volle waarheid. Weet u ook of haar laatste verklaring veel verschilt van de eerste?" „Ik geloof zoowat in elk onderdeel," ant woordde Ruth met de kalmte der wanhoop. „Ik meen goed te doen, u te waarschuwen, dat Miss Parkton op het oogenblik allerminst in staat is, om de gedragingen der politie logisch te bezien. Zij schijnt het met Mr. Newnham eens te zijn, dat Sir Hector tegelijkertijd blind, doof en suf was. Ze kan maar niet gelooven, dat de politie ten slotte zeer goede gronden heeft voor deze arrestatie. Zij blijft er bij, dat haar verklaringen een voldoende alibi voor hem zijn; en voorzoover ik die ken, ben ik net met haar eens. 't Is alleen jammer, dat de politie van een tegengestelde meening is." „Ik vermoed niet, dat u hun dit kwalijk zult nemen. Jk heb me reeds vaak afgevraagd, waarom de menschen het toch als aangenomen beschouwen, dat liegen een natuurlijke gave is. Het kan zoo nu en dan bij wijze van uitzon dering eens voorkomen, maar bij de meeste menschen heeft de leugen, evenals alle dingen in ons leven, een zekere praktijk en training noodig. Indien het reeds moeilijk is de waar heid te ontdekken, die zich schuil houdt achter duizend sluiers der verbeelding, hoe oneindig veel zwaarder moet het dan niet zijn, om voort durend voor uw geest te houden het beeld van iets, dat heelemaal niet bestaat en dus vorm noch inhoud heeft." Ruth zuchtte. „Ik hoop maar, dat u daar Miss Parkton van zult overtuigen. U snapt wel, dat ik niets kan doen. Ze is er verbazend slecht aan toe." ,,Ach," merkte Egerton nadenkend op, „ik heb wel erger gevallen gekend dan dit, die ten slotte goed terecht kwamen. Het is een ver schrikkelijke tragedie.... dat geef ik toe... Zij viel hem in de rede en voegde hem toe: „Al dien tijd hebben zij als 't ware op een tragedie zitten wachten, 't Is hun eigen schuld. Begrijp me goed. Ik heb niet het minste mede lijden met hen, dat verdienen ze nu eenmaal niet, maar ongelukkig genoeg hangt mijn ziele- vrede af van Mr. Newnham's bevrijding.' Zij sprak deze woorden in zoo kalme belij denis uit, dat geen van drieën er zich door gehinderd voelde. Egerton stak haar zijn hand toe. „Dank u," zei hij. „Ik vind het heel flink van u, dat u open kaart kan spelen. Dat spaart heel wat tijd uit." „Er is nog iets," zeide Ruth, toen zij al bij de deur kwamen. „Slane vertelde me vandaag iets, dat hij, naar hij zegt, vergeten heeft, aan de politie bekend te maken, en dat toch zijn nut kan hebben voor iemand, die zich met deze zaak bezig houdt. Woensdagmorgen belde iemand op en vroeg of er nog kans zou zijn Sir Hector te spreken, voordat hij wegging. Slane gelooft, dat het een vrouw was, al was de stem verdraaid. Hij antwoordde, dat Sir Hector dienzelfden middag over zou steken en dus onmogelijk iemand kon ontvangen en vroeg naar den naam. Maar zooals u wel be grijpen kunt, hing de andere de telefoon op. Ik heb niet t minste idee, wie het geweest kan zijn. Ik dacht even aan Mr. Burgoyne of zijn secretaris, maar ik durf niets met zeker heid te zeggen. Ik vertel het u alleen, voor het geval u zich met de zaak gaat Demoeien." „Het is altijd heel goed, niets over het hoofd te zien, als je niet vast en zeker bent, dat het onbruikbaar is," gaf Egerton toe. „Dank uwel, Miss Marlowe. Ik zal waarschijnlijk in den loop dezer dagen naar Merlin St. Hugh komen „Dat is een verbazend wonderlijke vrouw." zeide hij, toen hij terug in de huiskamer kwam „Wat een geweldige leefkracht schuilt daar achter. Maar heel diep verborgenHij zelf was een en al enthousiasme. Rosemary merkte zelfs critisch op, dat hij eerlijk genoeg was om zijn gevoelens niet te verbergen. En met lichten spot merkte zij op: „Als jij met zoo'n vrouw getrouwd was, zou den jullie samen zoo dikwijls in extase zijn, dat het huis van de gezamenlijke hitte in lichterlaaie stond!" Egerton lachte en de rest van het gesprek had niets meer uit te staan met den moord op Ascher. H Paula kwam in Eaton Square aan, even na half twaalf en vond Rosemary alleen. Het verpletterende nieuws van Newnham's arresta tie, dat zij nooit had verwacht, had het laatste restje kleur uit haar gezicht verdreven en haar wilskracht gesloopt. Ze liep alsof elke stap haar een druppel bloed kostte en haar oogen ston den zoo hol, dat Rosemary de hare moest afwenden, om haar ontroering te verbergen. Egerton, die het beter had geoordeeld, dat zijn vrouw haar eerst zou ontmoeten, om hun gast wat op haar gemak te stellen, kwam even later binnen, gaf haar een hand en zei ter loops: „Komt Miss Marlowe ook? of „Nee," zei Paula Parkton. „Ze zei, dat ze U alles reeds verteld had, en dat ze er niets aan had toe te voegen. Daarom was het niet noodig dat ze kwam." „Ha, ha," mompelde de jongeman, „dan behoeven we dus op niets meer te wach ten." (Wordt vervolgd'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 10