De abdij van Egmond zal worden herbouwd De K.R.O. radio missiedag Botsing tusschen bus en auto EEN EDELMOEDIGE TOEZEGGING r OM DE KONINGIN J DINSDAG 26 JUNI 1934 ln de lente van 1935 zullen de Benedictijnen weer bezit nemen van deze historische plek St. Adalbert ter eere Altaarwijding Plechtige Hoogmis De meest historische plaats van Holland Waar de abdij eens stond Het groote nieuws St. Adalbert van Egmond Vindicamus Haereditatem Een bron ontsprong Indeeling van dienst plichtigen Wenschen betreffende de inlijving der lichting 1935 De steunverlaging in Twenthe Technisch en organisatorisch succes voor onzen omroep Missiewedstrijd wordt herhaald Goede ontvangst in Indië Pastoor LH. Perquin O.P Valsche Engelsche bank biljetten Zaak komt voor het Amster- damsche Hof Slachthuisdirecteur in arrest Oplichting gepleegd over een geruim aantal jaren Minister Kalff in de Wieringermeer BRANDSTICHTING TE ROTTERDAM Vier slachtoffers naar het zieken huis, terwijl drie thuis moeten worden verpleegd Zeven gewonden Haagsche Gemeente raad DOOR VICTOR BRIDGES „Doe van avond maar eens extra je best," Er bestond voor de viering van den St. Adal- bertusdag, gisteren te Egmond meer belang stelling dan vorige jaren. Dit vond zijn oorzaak in twee feiten: èn de Eerste Plechtige Hoogmis op het overdekte Al taar van den St. Adalbertusakker èn de ex cursie van de vrienden van Egmond naar het Abdjj-terrein. Reeds Zondag was op den Adalbertusakker een eenvoudige plechtigheid gehouden. Onder een stijlvolle overkapping is een altaar gebouwd en dit altaar werd door Deken E. P. Rengs van Alkmaar gewijd, waarna deze met assistentie van den pastoor P. v. d. Burg van Egmond aan den Hoef en rector M. Wevers, Montfor- taan uit Egmond aan Zee, een plechtige Hoog mis opdroeg, waaronder Zijn Hoogeerw. 'n toe spraak hield naar aanleiding van den tekst: „Deze plaats is heilig." Er bestond veel belangstelling voor deze plech tige gebeurtenis. Op den St. Adalbertusakker hadden zich gis terenmorgen eenige honderden vrienden van Egmond verzameld. Niet alleen was er een aan tal Benedictijner monniken, ook vele geeste lijken uit de omgeving, belangstellenden uit vele plaatsen, vele Egmonders en voorts een 100-tal deelnemers aan een reis van de V.K.P. uit Am sterdam. Om tien uur werd hier door Monseigneur Dr. P. J. M. van Gils een plechtige Hoogmis opgedragen met assistentie van Dom A. Beek man en Dom J. Caron van de St. Paulus-abdij van Oosterhout. Onder leiding van den heer J. Verheggen uit Egmond werden de Gregoriaansche misgezan gen uitgevoerd. Pastoor J. H. Hooijman uit Amersfoort hield de feestpredikatie, waarin hij St. Adalbertus schetste als den Apostel van Kennemerland. Op deze gewijde plaats leefde hij zijn eenzaam kloosterleven uit liefde tot God; hij was de ge- loofsprediker en de geloofsheld, die zichzelf ter wille van het Geloof opofferde. Kennemerland dankt hem het geluk van ge- loovig te zijn. Aan hem dankt deze plaats haar naam: Haec munda; deze plaats is heilig is gereinigd van het heidendom. De schoonste bloem van het Roomsche Ge loof, het kloosterleven, heeft hier gebloeid en het moet de wil zijn van St. Adalbert, dat het klooster hier eenmaal herbouwd zal worden. Wij zullen niet nalaten ernaar te streven, dat dit zijn erfdeel zal herrijzen in glorie, de glorie van de Kennemer Abdij. Onder de H. Mis naderden velen tot de H. Tafel; na de H. Mis werd de relikwie van St. Adalbert vereerd. Zoo noemde pastoor W. Nolet, die hierna terwijl in de verte de donder rommelde en af en toe een fiksche regenbui op de toehoorders neerviel een causerie hield den ouden St. Adalbertsakker. Hier begon de grootheid van het graafschap Holland. Na een historische uiteenzetting van het ter rein, volgens de gegevens van de opgravingen door Dr, Holwerda, herinnerde spreker er aan, hoe op de plaats, waar eens St. Adalbert begra ven lag, een bron ontstond, toen het lichaam van den heilige werd opgegraven om gelegd te worden in de Abdijkerk. Op deze plaats stond eens een kapel van hout op een tufsteenen fun dament; tot 740 heeft hier St. Adalbertus ge werkt en na zijn dood werd zijn lichaam in den duingrond begraven. Later werd rond dat graf deze kapel gebouwd, dit graf, later de bron, was een aanwijzing voor de opgraving en de vaststelling van het project van die kapel. Tot 922 heeft het lichaam van St. Adalbert hier gerust; toen werden de relie ken naar de Abdij, die onder zijn bescherming stond, overgebracht. Spr. herdacht voorts den grooten Egmond- vriend, Gerrit van den Bosch, die veel deed om de gedachte van het herstel der abdij gemeen goed te maken; zijn woorden waren: We beginnen op den akker en zoo gaan we Daar de Abdij. Het eerste gedeelte van deze profetie is ver vuld en spr. verheugt zich over de plechtige gebeurtenis van dezen morgen op deze histo rische plek. Het gezelschap trok voorts naar de Klooster hoeve, waar Dom. P. Beekman op een boerekar als preekstoel een redevoering hield over de ge- Een vriend van Egmond heeft zich garant verklaard voor het ontbrekende van de bouwsom voor het voorloopig klooster der Benedictijnen te Egmond. schiedenis van de monniken in ons land en over hun vaste nederzetting in Egmond. De missioneering van ons land geschiedde door reizende kloosters, die in voortdurend contact stonden met Rome, zoodat gezegd kan worden, dat onze voorvaderen van den Paus van Rome het H. Geloof ontvingen. De vernietiging van het Benedictijner Kloos terleven was een daad van barbarismede kloos ters beteekenden een steun voor het vorsten gezag, een cultureel bolwerk en een uitgangs punt voor de verbreiding van het Geloof. Onze tijd van nieuw heidendom heeft meer dan ooit kloosters noodig en het is verheugend, dat Katholiek Nederland toont dit te beseffen. Spr. eindigde met een project te geven van de oude en het nieuwe abdij. Dr. L. G. Kortenhorst wees erop, dat de be langstelling voor den wederopbouw van de Abdij nu haar derde stadium doormaakt; de eerste periode was die van van Lennep, de tweede die van Boissevain, v. d. Bosch e.a. en deze periode zou spr. willen noemen naar Jhr. Ruys de Beerenbrouck, die, ware hij niet ge roepen geweest tot eerste minister, wellicht als bedelman carrière gemaakt zou hebben. Van 3—21 Sept. e.k. wordt in het gemeente museum te Den Haag een tentoonstelling ge houden betrekking hebbende op de abdij; Min. Marchant zal die tentoonstelling openen. Spr. herinnerde aan de woorden van wijlen Prof. De Groot die nieuwheid een bij uitstek christelijke gedachte noemde; de monniken herbouwen hun abdij op den drempel van een nieuwen tijd, een tijd, die zich kenmerkt door den strijd tusschen geloof en ongeloof. Het staat voor spr. vast, dat katholiek Ne derland niet eerder in staat was deze daad te stellen. Na de monumenten van Dr. Ariëns in 't Oosten, Kardinaal van Rossum in 't Zuiden, zal hier in 't Noorden het monument van St. Adalbert verrijzen, de abdij van Egmond. Spr. acht zich gelukkig, de verheugende mededeeling t kunnen doen, dat, hoewel het bedrag van de bouwsom nog niet bijeen is, een edelmoedige vriend van Egmond zich ga rant heeft verklaard voor 't onbrekende be drag. Dank zij deze edelmoedige toezegging kan met Augustus de eerste spade den grond omwoelen en kan de komst van de eerste Benedictijner monniken, na 360 jarige bal lingschap, in de lente van 't volgend jaar tegemoet worden gezien. Holland ontwaak! Egmond herrijs! (Langdurig applaus). Besloten werd een telegram te zenden aan Jhr. Ruys, voor alles wat hij voor den herbouw van de abdij gedaan had. Vervolgens werd een rondgang over de terrei nen gemaakt, waarbij de Benedictijner monni ken aanwijzingen gaven. Des middags werd onder deskundige leiding van den heer N. Dresch, archivaris te Alkmaar, een bezoek gebracht aan de opgravingen van het Slot te Egmond a. d. Hoef, waarover wij reeds eerder een en ander publiceerden. De Angelsaksische monnik Adalbert, die de overlevering een koningszoon noemt, was de vertrouwde vriend van den H. Wille- brord. Hij vergezelde hem op zijn tochten, maar na de prediking in Kennemerland, bleef hij daar toen St. Wilbert verder trok. Lang leefde Adalbert als een missionaris in het dorpje achter de duinen wiens oude naam verloren is gegaan, maar dat nu Egmond heet. Adalbert, zegt de legende, noemde dit vlek „Haec-munda", gezuiverde plaats, omdat al wat heidensch was, na de prediking van Christu's Woord verstoven was als pluizen van de wilgen voor den lentewind. Haec-munda is tot Haegemund en later tot Egmond vervormd. Ook predikte Adalbert in de omliggende buurt schappen, en op een dezer reizen bekeerde hij Aldgild, den zoon van den Frieschen koning Radboud. Éénmaal, waarom weet men niet, heeft hij het land verlaten en stak over naar Engeland, maar hij keerde weer naar Egmond terug om daar te sterven „in reuk van groote heiligheid". Op St. Adalbertsakker werd hij begraven en men bouwde' een kapel bij zijn graf. Honderd jaar verliepen. Toen kwamen in den zomer, uit 't grimmige noorden de heidenen, die Odhin aanroepen, stroopten, brandend en plun derend de kusten af en waagden zich al die per het land in, tot dat ver in Frankrijk de ge- loovigen baden: „Van de woede der Noormannen, verlos ons, De bakermat van Nederland Ligt eeuwen reeds door duin verzand, De nazaat zint op wederhouw: Wenscht leven na deez' treur'gen rouw. Op Nederland, met al uw zonen! Wilt goeden wil door daden toonen! Hier is geen scheiding door 't geloof, 't Is Neerlands eer: afdoend betoog. J. M. E., Alkmaar. o, Heer" ((A furore Normannorum, libera nos, Domine) Toen ze bij Egmond landden, ging Adalbert's kerkje in vlammen op. De dorpelingen hadden in de dichte bosschen een schuilplaats gevonden en ze hadden hun ouden priester Amelech meegenomen. 's Avonds keerde deze terug en dwaalde treu rig langs de ruïne, toen plotseling een licht de plek omstraalde, waar Adalbert begraven lag, en Gods Engelen op aarde nederdaalden. De engelen spraken tot Amelech en zeiden dat hij den volgenden dag de kapel moest herbouwen, en voorspelden „hoeveel malen ze ook verwoest zal worden, steeds zal Adalbert's kapel herbouwd worden. Dienzelfden avond bevalen de Engelen aan drie jonge mannen om hun priester te helpen, en weldra herrees de kapel, en ofschoon ze me- nigkeer in de asch werd gelegd, altijd is ze mooier en grooter herrezen. Weer verliep een eeuw. Op een nacht had een non in 't Egmonder klooster een visioen. Adalbert verscheen haar en zeide haar, dat de Heer niet wilde, dat zijn lichaam onder de aarde bleef rusten, maar zij dacht gedroomd te hebben. Eerst bij den derden oproep ging zij naar de Abdis en met haar naar den vromen graaf van Holland, den eersten Dirk. En deze verwit tigde den bisschop van Utrecht van het won der. Bisschop en graaf waren beiden tegenwoor dig toen de kist uit het graf werd getild. Langzaam verrees zij, schurend langs de wan den, aan zware koorden. Nauwelijks was de kist boven aarde, of uit 't graf ontsprong een bron, de St. Adalbertsput, waarheen nog elk jaar, vele pelgrims trekken. Toen men de kist opende zagen allen, dat het kleed waar de Heilige in gewikkeld was, na die tweehonderd jaar nog geheel gaaf was. Graaf Dirk deed 't lichaam en de reliquien van den Heiligen Adalbert in een kerkje plaatsen, en daar geschiedden vele wonderen. J. R. W. S. De ingeschrevenen voor den dienstplicht, die hun wenschen met betrekking tot de in lijving niet reeds bij de keuring hebben opge geven, of die iets anders zouden wenschen, dan zij toen hebben medegedeeld, hebben tot 15 Juli 1934 gelegenheid, hun voorkeur op te geven aan den commandant van het indee- lingsdistrict. Het verdient aanbeveling, dit schriftelijk te doen. Deze voorkeur kan betreffen zoowel de indee ling bij de Zeemacht als bij een bepaald Korps, als het Garnizoen, den tijd van opkomst en de opleiding tot officier of onderofficier. Voor sommige gevallen zijn bij de keuring bij zondere aanwijzingen verstrekt omtrent de wij ze van aanmelding. Voor deze gevallen moeten die bijzondere aanwijzingen stipt worden opge volgd, ook al wijken zij af van hetgeen hierbo ven te kennen is gegeven. De hier bedoelde bij zondere aanwijzingen hebben voornamelijk be trekking op vervroegde inlijving, indeeling bij den motordienst en opleiding tot reserve-offi cier-vlieger of reserve-officier-waarnemer bij de luchtvaartafdeeling. Belanghebbenden behooren er rekening mede te houden, dat niet aan ieders wenschen kan worden voldaan. De regeeringspersdienst zendt ons eenige mededeelingen naar aanleiding van de pers conferentie, georganiseerd door de gezamenlijke plaatselijke vakcentrales te Almelo, welke con ferentie belegd was met het doel aan te toonen, dat de nieuwe steunregeling voor Twente, welke ook voor het heele land zal gelden, aan de groote gezinnen niet ten goede komt, maar integendeel zeer schadelijk daarvoor is. De mededeelingen van den regeeringspers dienst komen hierop neer, dat bij de beoor deeling van elk practisch geval het steeds nood zakelijk is, te vragen of het gezin buiten den steun nog andere inkomsten heeft. De werelduitzending van den K. R. O. op Zondagmiddag is een groot succes geworden. Reeds tien minuten nadat de laatste Neder- landsche klanken hun weg hadden gevonden door den wereldaether kwamen de telegrammen binnen, waarin de goede ontvangst werd beves tigd. Zoo seinden Beromünster, Milaan, Wee- nen, Keulen, Rome, Zürich, Parijs, Leipzig, Ma drid, Parijs, Langenberg, Brussel en Tokio hun dank en gelukwenschen. Van Kardinaal Phimasoni Biondi, prefect van de „Propaganda Fide", mocht de K. R. O. een schrijven ontvangen d.d. 19 Juni, waarin de Kardinaal o.m. mededeelt, dat de H. Vader zijn groote voldoening uit over de ontwikkeling en het nuttige werk dezer loffelijke instelling ten bate van de Missiën en van harte Zijn zegen schenkt aan alle medewerkenden. Ook uit het eigen land kwamen reeds den zelfden dag tal van telefonische en telegrafi sche gelukwenschen binnen. Ook het relayeeren door den K. R. O. van de stations, die des middags het programma van den K. R. O. doorzonden, had over het al gemeen een succesvol verloop. Dit relayeeren heeft technisch zeer veel werk gekost. De N. S. F. bemiddelde deze ontvangst. Gehoord werden brokstukken van programma's uit Weenen, Be romünster, Parijs, Roma-Napoli en de Ameri- kaansche zenders Columbia en National Broad casting. Kwalitatief mocht deze doorzending niet altijd onberispelijk zijn, als experiment heeft zij groote waarde. De aldus beluisterde programma's klonken over het algemeen goed. Tengevolge van luchtstoringen heeft de over komst soms iets geleden. Ondanks het feit, dat gewoekerd moest worden met de beschikbare telefoonlijnen is alles vlot en op de minuut verloopèn. Het wereldprogramma van den K. R. O. is in Indië uitnemend ontvangen. Het werd door den Gouvernementsradiodienst doorgegeven aan acht zenders van de N. I. R. O. M. op Java, al dus een Aneta-telegram uit Batavia. Aan het slot van den wereldmissiedag richtte pastoor Perquin zich voor de microfoon tot de Katholieken van Nederland. De dag van heden, aldus pastoor Perquin, is er een geweest van groote beteekenis. De K. R. O. heeft het Nederlandsche woord en den Nederlandschen klank en de beschrijving van het Nederlandsche landschap aan heel de wereld doen hooren als een echte nationale om roep. De K. R. O. heeft een organisatie tot stand gebracht, die in staat was de Nederlan ders in den vreemde op één dag te bereiken en wel door de eigen zenders van het land waarin zij wonen. Wanneer men eens wist, wat er door den leider van den missiezender en de prachtige kerels onder de onzen die hem geholpen hebben is voorbereid, wat er noodig is geweest om dezen missiedag te organiseeren, wat er onder handeld moest worden met de talrijke groote zenders in Europa en de vier werelddeelen, wat er is afgekabeld naar de verstverwijderde lan den van den aardbol, wat er moest overeenge komen en afgesproken worden om geheel dat net van lijnen aan elkaar te doen passen, wat een moeilijkheden van tijd en taal, van atmos ferische toestanden moesten worden overwon nen, dan moet men toegeven dat dit alles grenst aan het ongeloofbare en menschelijk onmogelijke. Een woord van hulde moet hier ook gebracht worden aan Rijkszenders, Phohi, N. S. F., wier ingenieurs-technikers met den voorzitter van het centrale comité der omroepen steeds tot alle hulp bereid waren. De geheele wereld weet thans dat er in het kleine Holland een omroep bestaat, waarover én ieder vaderlander en iedere Katholiek zich mag verheugen. Maar voor ons is dit feit, hoe groot ook van beteekenis, toch niet het voor naamste geweest. Het voornaamste was, dat onze werelduitzending op den Phohi één jaar bestond en daarbij bewezen had van het aller grootste nut te zijn voor lederen Nederlander in de verre landen, en voor de honderden mis sionarissen, priesters, broeders, zusters in het bijzonder. Onze missionarissen kunnen ons niet meer missen. Wij hebben hen aan het moederland verbonden, hoever zij er ook van verwijderd zijn. Tot slot van dezen zoo gedenkwaardigen en grootschen missiedag wilde spr. heel katholiek Nederland bedanken, voor alles het Hoogwaar dig Episcopaat en vooral den Aartsbisschop van Utrecht. Tenslotte kan nog worden medegedeeld, dat de Radio Missie-wedstrijd heden (Dinsdag)-» avond half negen zal worden herhaald. Door den Katholiekendag te Den Bosch, de St. Jansprocessie te Laren, de vergadering van St. Raphael te Heerlen, hebben velen de gele genheid gemist den wedstrijd te beluisteren, ter wijl verder atmosferische storingen de goede overkomst in tal van plaatsen hebben belem merd. De Hooge Raad heeft arrest gewezen in de zaak van H. de R., die door de Ilaagsche rechtbank is veroordeeld tot 4 jaar gevange nisstraf ter zake van het door het verschaffen van inlichtingen trachten een ander te brengen om te begaan het misdrijf van het opzettelijk tn voorraad hebben van buitenlandsche (En gelsche) bankbiljetten, waarvan de valschheid deze nander, toen hij ze ontving, bekend was, met het cogmerk om ze als echt en onver- valscht uit te geven. Het Haagsche Hof bevestigde dit vonnis. De advocaat-generaal had geconcludeerd we gens onvolledigheid der dagvaarding tot nie tigverklaring daarvan met vernietiging van het arrest en bevel tot opheffing van de voorloo- pige hechtenis. Op grond van onvoldoende motiveering van het arrest, heeft de Hooge Raad dit vernie tigd en de zaak verwezen naar het Hof te Amsterdam. Maandagochtend heeft de justitie te Amster dam gearresteerd den directeur van het slacht huis te Uithoorn van D., onder vermoeden, dat hij door onjuiste keuringsverslagen de veever- zekeringsmaatschappij heeft opgelicht. Hem zal oplichting en valschheid in geschrifte worden ten laste gelegd. Bedoelde oplichtingen gaan waarschijnlijk reeds over een geruim aantal jaren. In zijn keuringsverlagen gaf de man veel meer deelen van het gekeurde rund als ondeug delijk op, oan in werkelijkheid het geval was. Al deze zoogenaamde afgekeurde gedeelten werden dan door de verzekering vergoed, ter wijl in werkelijkheid de waarde van het rund normaal bleef. Aan dezen truc had dus de eigenaar en naar alle waarschijnlijkheid ook de directeur een geldelijk voordeel. De man is op last van den rechter-commis- saris mr. Smit in het Huis van Bewaring inge sloten. Maandag heeft de Minister van Waterstaat, vergezeld door den directeur-generaal van dit departement, dr. ir. Ringers, onder leiding van de Wieringermeer-directie een bezoek gebracht aan de Wieringermeer. Eerst werd het werkkamp „Joodsche arbeid" in oogenschouw genomen, waarna een tocht werd gemaakt langs de boerderijen, welke aan het eind van dit jaar zullen worden uitgegeven. Ook de dorpen werden bezichtigd, waarbij in het bijzonder aan de Koningin Emma-hoeve te Slootdorp en aan de te Middenmeer gebouwde kerken aandacht werd geschonken. De Hooge Raad heeft verworpen het cassa tieberoep van J. D., die wegens brandstichting in zijn winkel aan de Hoogstraat te Rotter dam door het Hof te 'sGravenhage is veroor deeld tot VA jaar gevangenisstraf. Maandagmiddag omstreeks kwart voor een is op den Rijksstraatweg te Soesterberg een ern stig auto-ongeval gebeurd. Dr. de Boer uit Soesterberg keerde per auto huis waarts. Juist toen hij met zijn wagen in de rich ting van zijn woning zou zwenken, werd hij van achteren aangereden door een autobus, die den dienst onderhoudt tusschen Assen en Utrecht en ten gevolge van de botsing reden beide voertuigen tegen 'n boom. De auto van dr. De B. werd nagenoeg geheel vernield. De autobus werd van voren ingedrukt. Dr. de Boer werd licht gewond. Voor de inzittenden van de auto bus waren de gevolgen ernstiger. Eenige van hen vlogen door de voorruit. In totaal moes ten 5 personen, twee vrouwen, twee mannen en een soldaat, naar het ziekenhuis „De Lichten berg" te Amersfoort worden overgebracht. Het vervoer geschiedde per ziekenauto, ziekenbran- card en gewone auto. Twee der gewonden heb ben een hersenschudding opgeloopen, twee an deren werden ernstig aan het hoofd verwond. Omtrent het droevig auto-ongeval op den Rijksstraatweg te Soesterberg vernamen wi) nog de volgende bijzonderheden: De autobus, bestuurd door P. van Dijk, uit Utrecht, kwam uit de richting Amersfoort. B(J Soesterberg wilde plotseling de auto van dr. de Boer uit Soesterberg den weg overstekén, doch volgens ooggetuigen zou dr. De Boer te laat den richtingwijzer hebben uitgestoken. Hierdoor was de botsing tusschen bus en auto niet meer te vermijden. Wel heeft Van Dijk nog zeer sterk geremd, maar met flinke kracht kwamen de wagens tegen elkaar. De auto van dr. De Boer werd totaal vernield. In dezen wagen zaten twee personen, n.l. dr. De Boer zelf en zijn 22-jarigen neef uit Over- veen, R. J. Sminia. Dr. de Boer werd vrij ern stig gewond, o.m. liep hij een hoofdwonde op. Hij kon naar zijn woning worden overgebracht, doch mocht gisteravond nog niet voor onder zoek gehoord worden. Levensgevaar bestaat er evenwel niet. Zijn neef werd eveneens gekwetst en is naar de woning van dr. De Boer over gebracht. In de bus zaten in totaal ongeveer 25 per sonen, die een uitstapje maakten in de omge ving van Utrecht. Allen zijn afkomstig uit het Noordelijk deel van ons land. Het ergst waren twee dames uit de bus er aan toe, n.l. mevrouw F. Wolf, 52 jaar oud, woonachtig te Groningen. In ernstigen toestand werd zij naar het ziekenhuis ,De Lichtenberg" te Amersfoort overgebracht. Haar toestand baart zorg, evenals die van haar zuster, mevr. L. Valk uit Wildervank, oud 46 jaar. Mevr. V. heeft een ernstige hoofdwonde bekomen, terwijl mevr. W. een zware hersenschudding opliep. Behalve deze beide slachtoffers zijn nog in het ziekenhuis opgenomen zekere M. de Wit uit Niezijl (gem. Grijpskerk), die 'n ernstige hoofd wonde opliep. Ook de bestuurder-mede-eige naar van de bus, Van Dijk, moest worden op genomen; ook hij had een hoofdwonde en snij- wonden aan andere lichaamsdeelen gekregen. Ten slotte is er nog een zevende slachtoffer, n.l. de soldaat J. Pluvier van het 3e bataljon veld artillerie uit Utrecht, die, na voorloopig in het ziekenhuis „De Lichtenberg" verbonden te zijn, naar Utrecht kon worden vervoerd ter verdere verpleging. De vroede vaderen van Den Haag hielden gisteren een bijzonder onbelangrijke vergade ring. Het eenige punt, waarover een breed de bat te wachten stond, kwam door allerlei be knopte speechjes over een reeks klein goed, pas laat in den middag aan de orde. En over dit punt, het voorstel om B. en W. te mach tigen tot eer reorganisatie van (ofwel bezuini ging op) de schoolkindervoeding, leverde de sociaal-democrate mevr. de VriesBruins een dusdanig taai en lang betoog, om zich tegen de door een speciale commissie ontworpen reor ganisatie te verklaren, dat den meesten leden de lust, om dit onderwerp in den mooien zo meravond nog verder te behandelen, meer en meer verging. Met 20 tegen 12 stemmen werd een voorstel, of pas op 9 Juli 2 Juli wordt de nieuwe burgemeester mr. de Monchy ge ïnstalleerd hiermee voort te gaan, aange nomen. Van de agenda is vermeldenswaard de aan vaarding met 30 tegen 2 stemmen van een af wijzend praeadvies, door B. en W. uitgebracht op een adres van de Vereeniging van Leeraren aan de openbare gymnasia en eenige andere onderwijzersorganisaties, waarin verzocht werd een zoodanige salarisverhooging, dat daardoor de van Rijkswege opgelegde verhooging van de bijdrage voor eigen pensioenen zou worden goedgemaakt. Tijdens de vergadering was er in de Lees kamer voor de leden en de journalisten een verrassing in den vorm van een schaal prach tige nieuwe Hollandsche haring met sand wiches, aangeboden door het Christelijk-Histo- rische raadslid de Niet, een Scheveningscn reeder. Op het eind van den middag verminderde de vergaderlust. 4 Het huis was een van die twee of drie vrien delijke ouderwetsche overblijfselen, welke nog in hun eigen tuinen staan, in de buurt van Jack Straw's Castle. Tony had de grondbezitting eenige jaren geleden opgekocht, want de eigen aardige oude gebouwen, uit den tijd van George, met hun heerlijke omgeving, trokken hem veel meer aan, dan zijn eigen somber familiepaleis op Belgrave-Square. Zooals hij zelf gaarne ver klaarde, leverde het alle genoegens van het bui tenleven op en was men toch zoo goed als in de stad. Eenige meters loopen over een grintpad, dat aan weerskanten door een dikke haag van lau rierkers was afgesloten, bracht hem bij de oefenzaal. De deur stond op een kier en het vlugge stappen en schuifelen van voetstappen maakte den indruk alsof een gezelschap ballet danseresjes een nieuwen en gecompliceerden vorm van step-dans aan het instudeeren was. Het schouwspel, dat zijn oogen ontwaarden, toen hij in de oefenzaal kwam, was echter niet van zoo verleidelijken aard. Slechts gekleed in een flandien broek, was een jongeman bezig op een aller. -nderlingste manier in alle richtingen te springen, terwijl hij tegelijkertijd bliksem schichtachtige bewegingen met hoofd en armen maakte. Voor den oningewijden toeschouwer had het den schijn, dat hij of rijp voor een krankzinnigengesticht was, of zich ijverig bezig hield met vliegen in hun vlucht te vangen. In werkelijkheid waren beide veronderstellingen absoluut onjuist. Hij hield zich onledig met, het geen onder boksers wordt genoemd, „schaduw boksen" en dat bestaat in een zeer levendigen strijd tegen een sterken doch denkbeeldigen tegenstander. Toen de jonge man in kwestie Tony zag, staakte hij plotseling zijn aanvallen en afwerin gen en bleef midden in de zaal staan, terwijl hij zijn wijsvinger naar zijn voorhoofd ophief. „Mogge, Sir 'n Tony," zei hij. Niettegenstaande zijn zware lichaamsbewegin- g ensprak hij zonder 'n zweempje ademversnel ling en was er niet het minste bewijs van zweet op zijn heldere witte huid te bespeuren. Hij zag er uit zooals hij was een prachtig gebouwde jongen van ongeveer negentien jaar, die tot den hoogsten graad van lichamelijke kracht en be drevenheid was getraind. Tony beschouwde hem met een goedkeuren den blik. „Goede morgen, Bugg," antwoordde hij. „Het doet mij genoegen, dat je in zoo goede conditie bent. Ik droomde vannacht, dat je je nek ge broken had." De jongen grinnikte vriendelijk. „Niks voor mij. Me heele leven niet lekkerder geweest. U zal van dien anderen snoeshaan gedroomd hebben." „Ik hoop het niet," zei Tony verlangend. „Ik heb gisteren weer voor twee honderd vijftig pond een weddenschap aangenomen en ik kan het geld niet opeischen, als er niet gebokst wordt. Wat ik zeggen wil, als jij het wint is er honderd voor jou bij, hoor." De jonge kampvechter keek eenigszins verle gen. „Da's al te erg, ofschoon wel bedankt, mijn heer. Ik zou een half dozijn kerels als Lopez voor de helft buiten gevecht stellen." „Je onbaatzuchtig karakter is een van je hoofdaantrekkelijkheden, Bugg," zei Tony. „Maar je moet het niet te ver rekken. Hoeveel geld heb je nu op de bank staan?'' Bugg krabde achter zijn rechteroor. „De laat ste maal, dat ik er was, mijnheer, vertelde die oude snaak met z'n bakkebaarden, dat het zoo wat om de elf honderd pond liep. „Nu, na morgen moeten het er vijftienhon derd zijn. Met andere woorden, Bugg, zal jij een kapitalist zijn en kan je, als je wilt, je rust ne men. Dat geld zal je, indien goed belegd, weke lijks dertig shilling opbrengen. Dus je kan als je wilt nu beginnen als onafhankelijk man te leven". Een plotselinge blik van onaangename verras sing schoot van af het vierkante gelaat van Bugg naar Sir Antony. „Wilt u daarmee zeggen, dat u mij den bons geeft, mijnheer?" vroeg hij somber. Tony lachte. „Natuurlijk niet, ben je mal, Bugg. Ik wilde je alleen maar uitleggen, dat als je op je zelf wilt gaan leven, je daartoe nu in staat zou zijn. Ik zal je zoolang blijven steunen als je zelf wilt, maar je moet je niet gebonden gevoelen, om hier te blijven, aJs je liever weg zou willen gaan. Het is hier eigenlijk geen be trekking voor een kampioen van Engeland, die nog zoo jong is en vijftien honderd pond op de bank heeft staan." „Ik dacht, dat u mij wilde loozen, mijnheer. Ik was er een oogenblik beroerd van!" „Dus je wilt niet weg?" Buggy lachte bijna verachtelijk. „Waar zou ik heen moeten, mijnheer?" vroeg hij. „Hoe lang zouden die vijftienhonderd pond duren, als ik op mijzelf zou moeten staan, met zoo'n troep schorriemorrie om mij heen, om het mij afhandig te maken. Behalve dat, zou ik niet willen veranderen. Ik zou mijn betrekking bij u niet kwjjt willen, al kon ik koning van Engeland worden. Als ik u niet had gehad, zou ik nu nog een arme schooier zijn en het nooit verder ge bracht hebben, dan op kermissen in een tent te boksen. Tijger-Bugg zal dat nooit vergeten. Als u genoeg van mij krijgt, geeft u mij maar een stomp op mijn maag en ik zal er mij bij neer leggen, maar zoolang ik u nog van dienst kan zijn, blijf ik hier; dat meen ik en daarmee basta." Het was de langste redevoering, welke ooit over de lippen van Tijger-Bugg was gevloeid en zeker de meest welsprekende. Tony, zichtbaar aangedaan, door den ernst, waarmede hij had gesproken, liep naar den jongen bokser en klop te hem op zijn schouder. „Mooi zoo, Tijger," sprak hij. „Je kunt hier steeds in betrekking blijven, al was het alleen maar, om mijn familie te ergeren." Hij zweeg even en stak een sigaret op. vervolgde hij. „Ik zou Da Freitas zoo graag eens op zijn neus zien kijken en als je het royaal wint, heeft Donaldson mij een wedstrijd voor de „Lonsdale-Belt" beloofd." De oogen van Bugg glinsterden en hij balde werktuigelijk zijn vuisten. „Als ik die kans krijg, dan zal u er eens een zien kopje duikelen. Ik hoop niet, dat ik lang op die gelegenheid moet wachten." Tony knikte en keerde terug naar den uit gang, met het doel zich te gaan kleeden. „Bugg, maak dat je om acht uur klaar bent, dan gaan wij samen met den auto." Toen hij de oefenzaal verlaten had, slenterde hij over het grintpad tot aan de kromming, waar het uitliep op een geasphalteerde plaats, waar een man in blauw werkpak het toilet van den grooten Peugeot in orde maakte. Hij was een groote roodharige zonderling, met een uit drukking van ongeneeselijke melancholie op zijn gelaat. „Goede morgen, Jennings," zei Tony, ,,'n mooie ochtend, vindt je niet?" De chauffeur wierp een verontwaardigden blik naar het wolkenlooze azuur boven hem. „Op het oogenblik is 't mooi, mijnheer, maar zulke extra mooie ochtenden hebben de gewoon te, dikwijls plotseling om te slaan." Tony ging naar den auto, deed de motorkap open en keek naar het netwerk van koper en nikkel, dat een welsprekende getuigenis aflegde van de buitengewone zorg, welke er aan be steed was. „Ik vond, dat h(j gisteren niet onberispelijk liep. Als je tijd hebt, moet je hem maar eens nakijken en alles nog eens goed stellen en vast zetten." De chauffeur knikte. „Als die groote racewa gens beginnen te sukkelen," antwoordde hij met een soort neerslachtig genot, „worden zij, om zoo te zeggen, nooit meer heelemaal goed. Ten minste dat is mijn idee." „En de Suiza, is die in orde?" „Die loopt best, mijnheer." „Maak dan dat je hem om een uur klaar hebt en om acht uur wilde ik graag dat je ons met de Rolls-Royce naar de club bracht." Hij zweeg eenige oogenblikken. „Heb je op Bugg gewed, Jennings?" vervolgde hij. Jennings schudde zijn melancholiek hoofd. „Ik niet mijnheer. Hij vliegt te hoog naar mijn zin, mijnheer. Naar al, wat ik er van hoor, is die Lopez een duivel. Het zal mij spijten, als Bugg verliest, maar zoo is het eenmaal, daar komen zij allemaal eens toe." „Ik praat grEiag met jou na het ontbijt, Jen nings," zei Tony. ,,Jü vroolijkt iemand voor den geheelen dag op." Jennings ontving het compliment met de meest denkbare onbewogen gelaatsuitdrukking. „Ik heb er niet veel vertrouwen in, mij zelf op te vroolijken," antwoordde hij op lamentatie- toon, „als er niets is, om vroolijk over te zijn." Hij ging naar den auto en vervolgde zijn werk en Tony, die nog eenige oogenblikken met kwij nende belangstelling zijn technische evolutiën had gadegeslagen, keerde zich om en slenterde terug naar huis (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 3