Rondom de vakbond-idee :purol Prikkeldraad De Oostenrijksche politiek Wapensmokkel Blijde zielen achter doode oogen BIJ DE BLINDEN TE GRAVE Geneest We blijven zwijgen WOENSDAG 27 JUNI 1934 - .Et.., NEDERLAND—JAPAN Bestudeering van vraagstukken over import en export Politie te Utrecht heeft een goede vangst gedaan TERUGKOMST DER KONINGIN doorzitten zonnebrand Vreeselijk drama te Enschede Blinde jongetjes kunnen ook pret maken Broederschap van notarissen NA 'T DRAMA TE PUTBROEK MOBILISATIE 1914—1918 Een bewonderenswaardig werk van Caritas wordt verricht door de Fraters van Tilburg Een nieuw orgel! Het geheugen-wonder Schrijven en rekenen CONFLICT IN 'T VEENDERIJ- BEDRIJF Voor de katholieken van heel Europa heeft Dollfuss het probleem gesteld: overschrijdt de Staat de grenzen van zijn bevoegdheid, wanneer hij de bestaan de vakvereenigingen ontbindt en vervangt door een centrale organisatie, die niet meer in den geest van strijd, doch in dien van samenwerking heeft te handelen? Reeds eenigen tijd geleden gaven wij, in tegenstelling tot den heer Serrarens, secre taris van het Internationaal Christelijk Vakverbond, als onze opinie te kennen, dat de wijze, waarop in Oostenrijk dit probleem is opgelost niet in strijd komt met de pau selijke uitspraken in deze materie. Het lijkt ons thans, in verband met el ders gepubliceerde beschouwingen, wen- schelijk deze opinie nog nader toe te lich ten. Wij stellen de kwestie daartoe zóó: De Oostenrijksche regeering is ervan overtuigd, dat het economisch leven in den Katholieken Staat, dien zij wil opbouwen niet meer mag doordrongen worden door den geest van klassenstrijd, van marchan- deeren over de loonen, als ware de arbeid koopwaar. Zij wenscht in haar onderdanen arbeiders en werkgevers het maat- schaps-bewustzijn levendig te zien; zij wil sociale samenwerking van hen, die in den dagelij kschen arbeid economisch samenwer ken; zij wil de belangen van den arbeid maken van een machtskwestie tot een kwestie van recht. Afgezien nu van alle andere elementen, waaruit zij den Katholieken Staat wil op bouwen, deze gedachte is in wezen chris telijk, katholiek, gedragen door den ge meenschapszin, die ons meer dan eenige andere levensbeschouwing eigen is. En de ze gedachte is niet in de tegenwoordige vakbeweging doorgedrongen. De Paus zelf schrijft het bijzonder mooi in de Encycliek „Quadragesimo Anno" als hij erover klaagt, dat thans in tegenstelling tot wat Leo XIII leerde over den klassen strijd: „juist vraag en aanbod van arbeidskracht het menschdom op de „arbeidsmarkt" in twee partijen of kampen splitsen; en de on- eenigheid tusschen die twee partijen doet de arbeidsmarkt als in een slagveld verkeeren, waar front tegen front heftig wordt gestre den. Dat dit verschrikkelijk euvel, dat heel de maatschappij naar den afgrond sleurt, zon der uitstel moet worden weggenomen is voor eenieder duidelijk." Welnu: Dollfuss wilde „zonder uitstel" het euvel wegnemen en beschouwde als den daartoe aangewezen weg de opheffing der bestaan de bonden en de oprichting van één nieu wen, centralen vakbond. Zag hij daarbij juist? Naar onze overtuiging: ja! De leiders van de moderne vakbeweging mogen al zeggen, dat de gemeenschapsge dachte in hun organisatie groeit, zoolang wij de tastbare teekenen van het tegen deel blijven zien het steeds meer scher men met strijd- en weerstandkassen in de onderlinge concurrentie bijvoorbeeld zóó lang blijven wij de vrijheid behouden het tegengestelde aan te nemen. En de eenheidsgedachte? Het moge voor sommigen centralistisch lijken, maar het vereenigen van alle arbei ders in een Katholieken Staat tot één cen trale vakvereeniging heeft iets redelijks, om dat in een organisatie, die den heelen natio- nalen arbeid vertegenwoordigt, de verleiding om het welzijn der arbeiders op te offeren aan de glorie van den bond, die met andere bonden in demagogische schijn-activiteit moet concurreeren, aanmerkelijk wordt ver zwakt, zoo niet geheel wordt wegenomen. Dollfuss zag juist. Deed hij ook juist? Ook deze vraag meenen wij bevestigend te moeten beantwoorden. Vooreerst omdat zij, die met gemakkelij ke en voorbarige critiek gereed staan in den regel niet weten te zeggen, wat Doll fuss anders had moeten doen. Na het op heffen van de socialistische bonden, de christelijke laten voortbestaan? En wat dan? Waarheen dan met de 600.000 arbei ders van de ontbonden socialistische ver eenigingen? In de christelijke? Zouden deze die zelf maar goed 100.000 leden telden dan zónder ingrijpen van den Staat, waartegen de critiek zich richt nog christelijk gebleven zijn? Naast de christelijke bonden organiseeren dan? Waartoe, in een Katholieken Staat naast den christelijken bond nog een an dere? De christelijke dan maar tot centrale organisatie verheffen? Dus wél Staatsin- grijpen in het behoud van een christelijke leiding! Maar niet zóó, dat de Staat zeker heid heeft, dat de leiding in den samenwer- kings-geest van Quadragesimo Anno han delt? Hoe men het ook wendt of keert, men komt steeds in de omstandigheden waarin Oostenrijk na het neerslaan der Sociaal democratie verkeert, op een Staatsingrijpen, op een centralisatie en op een kerstening uit! En. dan: ook principieel kunnen wij een ingrijpen van den Staat in deze materie niet als in strijd met de katholieke beginselen beschou wen. Zeker: wij huldigen het coalitierecht. Doch wij huldigen niet de coalitie-vrij heid in alle omstandigheden. Wij spreken niet van een aanslag op de persoonlijke vrij heid, wanneer een vader twee vechtende broers van elkaar trekt en hen bij wijze van momenteelen noodmaatregel dwingt tot het samenspelen, zooals het onder broers na tuurlijk is. Evenmin spreken wij van een aanslag op het coalitierecht, wanneer de Staat paal en perk stelt aan het vormen van recht-organisaties zonder meer en de van nature op samenwerking aangeweze nen tijdelijk dwingt tot handelen naar een beter inzicht van hun maatschaps-plicht. En wanneer wij in „Quadragesimo Anno" nu lezen: „Het voornaamste doel, het voornaamste streven van den Staat, en alle invloedrijke burgers moet daarop gericht zijn den strijd der „klassen" te doen eindigen en een een drachtige samenwerking van „bedrijfschap pen" in het leven te roepen en in de hand te werken" (De vet gedrukte woorden van ons. Red.) dan lezen wij daarin een rechtvaardiging van Dollfuss' maatregelen in de omstandig heden, waarin hij was geplaatst. commissie, welke tot eerste taak heeft de bestu deering van de vraagstukken betreffende de sta tistiek van den import en export en daarmede verband houdende aangelegenheden, zoomede andere objectieve gegevens. De leden van de beide delegaties zullen aan de commissie alle mogelijke inlichtingen over bedoelde vraagstukken verstrekken. Door elke delegatie werden vier leden voor deze commissie aangewezen. Morgen vertrekt de voorzitter van de Japan sche delegatie, Minister Nagaoka, voor zijn reis over Java. BATAVIA, 27 Juni (Aneta). Tijdens de alge- meene vergadering van de Japansche en Neder- landsche delegaties voor de handelsbesprekin gen werd besloten tot het instellen van een In den afgeloopen nacht omstreeks twaalf uur, werd op den Pelmolenweg te Utrecht door twee inspecteurs van politie en eenige recher cheurs een luxe auto aangehouden, welke werd bestuurd door een Duitscher, terwijl ook nog een andere Duitscher en een Nederlander, af komstig uit Hilversum, zich in den auto bevon den. In den auto werden vijftig brownings en twaalf honderd vijftig scherpe patronen, welke ons land waren binnengesmokkeld, aangetrof fen. Bij een nauwkeurig onderzoek, waaraan de inhoud van den wagendoor de politie werd onderworpen, kwamen er voorts ongeveer hon derd doozen gevuld met gesmokkeld cigaretten- papier te voorschijn. Een van de Duitschers was in het bezit van een valsche pas. Door de politiemannen werden auto en la ding in beslag genomen en tevens werden de drie inzittenden, de twee Duitschers en de Ne derlander, gearresteerd. De auto was een vierpersoons Studebaker, licht van kleur en voorzien van het nummer GZ 12254. Het schijnt, dat de Utrechtsche politie hier de hand heeft weten te leggen op een paar beruchte smokkelaars. Wellicht zal, na onder zoek, nog wel meer aan het licht komen. H. M. de Koningin zal, naar wij vernemen, in het begin van Augustus uit het buitenland terugkeeren en dan eenigen tijd op Het Loo verblijven. E r/mV ,r-: v Z, H. ExcMgr. Diepen opende Dinsdag te Eindhoven de centrale R.K. Huishoudschool Doos30-60.Tube 80ct- Sinds geruimen tijd woonde te Enschede een dame met haar dochtertje van eenige jaren bij haar gehuwde zuster in. Haar man vertoefde in Engeland. Toen 't naar de meening van de gastvrouw Dinsdagmorgen wat lang stil bleef op de logeer kamer, poogde zij de kamer binnen te dringen, hetgeen haar echter niet gelukte. Met behulp van een ladder verschafte haar man zich later toegang, waarbij hij tot de vreeselijke ontdek king kwam, dat het dochtertje was gewurgd en de moeder vervolgens de hand aan zich zelve had geslagen. Hypothecair crediet De Broederschap der Notarissen in Neder land hield dit jaar de algemeene vergadering te Middelburg. De deelnemers werden Dinsdag avond door het gemeentebestuur op het stad huis ontvangen, de recipieerende ring ontving hen vervolgens in de Sociëteit „De Vergenoe ging" aan de Markt te Middelburg. De vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer had het hare bijgedragen om Zeelands hoofdstad op haar fraaist uit te doen komen. Het prachtige stadhuis was door schijnwerpers verlicht. Vandaag werd de vergadering gehouden, on der leiding van den voorzitter er Broederschap, den heer Dr. Fh. B. Libourel. Aan zijn openingsrede ontleenen wij het vol gende Reorganisatie Wanneer men zich thans in eenig land op maakt tot een reorganisatie van het notaris ambt, dan is dat, mijns erachtens, een symp toom, dat men hoopt en vertrouwt op betere tijden. Welaan, in een land, waar de economische toestand ook niet al te best is, in Duitschland, ligt een ontwerp tot algeheele reorganisatie van het notarisambt ter tafel. Waar zulke hervorming onze belangstelling verdient, wil ik er in grove trekken iets van vertellen. Waarnaar we met groote belangstelling uit zien, is welkë keuze het ontwerp heeft gedaan uit de drie hoofdmogelijkheden, ook te onzent als zoodanig niet onbekend: een notariaat be zoldigd staatsambt, een notariaat als vrij be roep, of een notariaat laat ik maar zeggen zooals het onze. Het laatste is de keus van het ontwerp; ik heb het met groote vreugde gezien. Het getal en de standplaatsen der notarissen worden volgens het ontwerp vastgesteld door de Notariskamers, in hoogste instantie door de Rijksnotariskamer, terwijl de benoeming tot no taris geschiedt door den Reichsjustizminister. Als eischen voor de benoembaarheid zijn ge steld: benoembaarheid tot rechter en twee jarige werkzaamheid op een notariskantoor. Uitvoerig zet spr. dan uiteen, op welke gron den en overwegingen het Duitsche reorganisatie plan is gebaseerd. Zoo ben ik dan weer in ons eigen land ge komen, aldus eindigt spr. Een ding slechts kan ik daarvan zeggen: Ceterum censeo, dat het de taak der Over heid is de zaakwaarnemerij te beperken. Praead viezen Aan het slot van de vergadering werden de beide praeadviezen behandeld, uitgebracht door de heeren Mr. J. Leopold, notaris te Rotter dam en Prof. Mr. P. G. Scheltema, hoogleeraar te Amsterdam, over „De rechten van tweede en verdere hypotheekhouders". Aan het prae-advies van den laatste ont leenen wij, dat de prae-adviseur meent, dat zijn beschouwingen steun geven aan de stelling, dat, zoo de wetgever er toe mocht overgaan, het ontwerp 1929 tot wet te verheffen, zulks aam alla bij het Nederlandsche hypothecair crediet betrokken belangen ten goede zal komen. Het prae-advies eindigt met den wensch, dat de regeering het initiatief tot zoodanige wets wijziging moge nemen; vooral in deze crisis tijden geldt, dat ook het objectieve recht aan de uiterste eischen van dloelmatigheid moet voldoen. De toegang tot de bosschen, waar de vier slachtoffers van het bekende moorddrama te Putbroek begraven liggen, is door den eigenaar Jhr. A. van Aefferden te Geulle, verboden. De ingang van den weg ter plaatse is thans afge rasterd. Het is een lezer, die nog altijd niet het leed te boven is, dat zijn voetbalminnend hart na „Neerlands" nederlaag te Milaan doorkerfde, opgevallen, dat na het échec var Milaan „onze natie" hier en daar in 't ootje genomen is, en hij stelt de vraag, waarom Italië er nu ook niet eens fijntjes „doorge haald" wordt. Veel materiaal stelt bedoelde vriend te onzer beschikking om de zonen van het zonnige Zui den te lijf te gaan. Hij beweert, dat vóór de wedstrijd begon, aan de Italiaansche ploeg werd medegedeeld, dat iedere speler, indien werd ge wonnen, 15.000 lire van een rijk landgenoot zou ontvangen (als een arm landgenoot deze geof freerd had, zou het effect allicht minder ver rassend zijn geweest); voorts verwijt hij Italië dat dit vier Argentijnen heeft; dat het geer. onpartijdigen scheidsrechter wenschte en dat de Italiaansche aanvalspelers zich gedroegen als stierenvechters. Dat is een heel requisitoir, maar de aankla ger zal ons er toch niet toe verleiden om als ambtenaar van het openbaar ministerie op te treden. Wat steekt er nu in, wanneer een Croesus een paar honderdduizend lire voor „de eer van zijn land" spendeeren wil? Wie weet of Bata niet uit zakelijk oogpunt aan de Tsjecho-Slowaak- sche ploeg eenzelfde, aanlokkelijk douceurtje in het vooruitzicht heeft gesteld! En dan die Argentijnen! Och, laten wy als Nederlanders daar nu hee- lemaal niets op aanmerken. Ieder jaar betrek ken wij van dit land voor tachtig millioen aan Argentijnsch vleesch en dito graan. Zou onze ploeg, materieel beschouwd, uit geen hooger percentage Argentünsche bestanddeelen hebben bestaan dan de Italiaansche? Het is maar een bescheiden vraag. De schei kundige ingenieurs en analysten van onze tal rijke Keuringsdiensten van Waren zullen met tertijd misschien het antwtoord wel geven! Zoo komen we tot de kwestie van den scheidsrechter. Men wenschte geen onpartijdi gen! Of het nu precies zoo gezegd is, betwijfelen wij, doch zelfs in dat geval moet het een daad van eenvoudige naastenliefde zijn geweest van de organisatoren, want zooals de zaken toen eenmaal stonden, was het op vyf vingers uit te rekenen, dat van een onpartijdig man, tusschen vijftigduizend gloeiend-heet gegloorde Italia nen, niets anders zou overschieten dan wat con- fectie-rafels en de droevige herinnering. Blyven de spelers met toreador-allures. Zie, daar zouden wij nu bepaald een paar hartige woorden aan hebben willen besteden, wanneer ten minste daar vóór ons geen courantenver slag lag van een kampgevecht in de Zeeuwsche hoofdstad tusschen Middelburg en Juliana (be grijp goed, beide voetbalclubs!). Neen, laten we dan toch liever de spreek- woordelyke hand in eigen boezem steken; méér letten op den balk in eigen oog en er het-zwij gen toe blijven doen. Het is trouwens voorzichtiger ook. In dezen prikkelbaren tijd van nationale ge voeligheden heeft men in een ommezien een vreemden diplomaat met een internationaal conflict op zijn dak zitten.... Aan het werk in de, mandenmakerij Een weetgierig dokter vroeg eens aan een blinde: „Maar als je nu droomt, wat zie je dan?" En het antwoord was: „Ik zie niets ik weet niet eens wat zien is." Beter dan uitgebreide verhandelingen over psychotechniek toont zulk een kort gesprek ons, zienden, den geweldigen afstand tusschen ons geestesleven en dat van hen, die het licht hun ner oogen missen. Vorm en klem-, die voor ons het middel zijn om alle dingen buiten ons te herkennen, zijn voor hen ten eenenmale onbe kende begrippen; Wy zouden ons totaal on bruikbaar, hulpeloos en verloren achten, wan neer wij het gezicht verloren hadden. Wat moet het leven troosteloos zijn voor kinderen die dit zintuig vanaf hun geboorte niet kunnen ge bruiken. Maar de natuur dringt, sterker dan al het andere, tot leven. Ook de blinde heeft in zich de onontkoombare drang tot leven, tot arbei den en tot nuttig zijn. In de maatschappij komt daar niets van terecht. De zienden hebben hun werk en hun liefhebberijen zy kunnen hun tijd niet besteden aan het helpen van de on- gelukkigen, die werkloos in een hoek moeten zitten, levend van den arbeid hunner naast- bestaanden, of de straat moeten opgaan.om te bedelen. Gelukkig zyn er menschen, die in onbegrij pelijke offervaardigheid hun geheele leven ten offer hebben gebracht om wat geluk te bren gen in dat van anderen. De blinden kunnen óók werken, óók spelen, óók zich ontwikkelen, doch het moet hun met veel geduld en toe wijding worden geleerd. En dat werk vergt ge duld, en boven alles liefde, liefde die slechts schaarsch te vinden is. Wij waren vorige week in het „St. Henricus Gesticht" te Grave, waar de Fraters van Tilburg dit heerlyk werk ter hand hebben genomen. Grave een klein stadje aan de Maas, stil en met weinig bezienswaardigheden. De gestichten zijn ook geen wonderen van architectuur, maar wie daar binnen gaat, en zoekt door te dringen in dat wondere land waar niet éénoog, maar fr. Willibrord koning is komt spoedig onder den indruk van de geweldige liefde die deze eenvoudige kloosterlingen beweegt tot het offer van hun leven voor hun ongelukkige mede- menschen. Eigenlijk zijn er te Grave twee instituten: het „St. Henricus-gesticht" voor mannelijke blin den en vyf minuten verder aan het andere einde der stad! het gesticht „De Wijnberg" voor blinde vrouwen en meisjes. Wy, die er slechts een halven dag waren, hebben alleen het eerste bezichtigd, doch alleen daar zyn al heel wat merkwaardige dingen te bezichtigen. Te zien niet alleen maar ook te hooren. Muziek door blinden Want de meeste blinden hebben als compen satie voor het gemis van hun gezichtsvermogen een bijzonder scherpe ontwikkeling van hun an dere zintuigen, en graag maken ze in hun vryen tyd wat muziek. Daarin hebben ze het dan ook een heel eind gebracht, dank zy het eindelooze geduld, waarmee de broeders hun het gebruik der instrumenten geleerd hebben. Van spelen „van het papier af" is natuurlijk geen sprake: Iedere maat moet hun zoo lang worden voor gespeeld tot zij haar in zich hebben opgenomen. En verrassende resultaten worden op die ma nier bereikt. Wy hoorden zuiver gespeelde duet ten, en later eenige nummers van de blinden- harmonie en het blinden-orkest, waar gespeeld wordt zonder dirigent en toch zonder dat ooit één het samenspel verbreekt. Want het muzi kaal gevoel van de meeste blinden is heel sterk ontwikkeld. Een ander staaltje van wondere verscherping van een bepaald geestvermogen hebben wy daarna gezien. Aan den arm van broeder Jozef, kwam tastend een andere jongen binnen: Jan Theunissen. Een simpele boerenjongen wij gelooven hem geen onrecht te doen als we zeg gen dat hij er uitzag of hij geen tien kon tel len „Jan, vertel eens, weet je nog wanneer de Maas hier by Grave door den dijk ging?" Jan speelt zenuwachtig met zijn vingers, maar antwoordt terstond: „31 December 1925." „Weet je nog dat hier de brug by Grave werd geopend?" Terstond noemt Jan den datum en vertelt dat het toen regende, en dat er muziek werd gemaakt in het stadje. „Was er 's avonds geen vuurwerk?" Een strik vraag van een onzer, want er wós geen vuur werk. Maar Jan laat zich niet nemen. „Daar ben ik niet by geweest." Veel vragen worden nog gesteld. Van hun trouwdag hebben de meesten onzer nog wel eenigen indruk over: en wy vragen aan Jan, welk weer het was op dien en dien datum. En Jan antwoordt prompt, en het komt altijd uit. Een wonderbaar vermogen. Zijn geheugen ver vaagt niet. Scherp staan hem nog dagelijksche gebeurtenissen voor van jaren geleden. „Welke introïtus zongen we op dien en dien Zondag in 1928?" Jan zingt prompt de heele introïtus voor.... Toen kwam Theo voor de heeren. Theo is een kleine rakker, bruingebrand en guitig kij kend, en hy zou eens zijn bedrevenheid in het schryven en rekenen laten zien. Een geheel eigen cultuur is door de zorg der blinden-broeders tot stand gekomen. Schrijven en lezen geschiedt allereerst door het braille schrift, waarvoor speciale schryfmachines be staan, die de tastbare bultjes in het papier slaan. De leerboeken, die de blinden by het onderricht gebruiken, dijen door het brail- leeren uit tot ware bijbels: met twee folianten onder hun arm gaan de jongens naar de klas en als we vragen wat dat is, blijkt het een lees boekje voor de lagere school te zyn. Voor reke nen hebben de fraters een eigen systeem be dacht, dat zoo blijkt te voldoen, dat het in de Ver. Staten door verschillende inrichtingen is overgenomen. Een rondgang door het gesticht besloot onze interessante bezichtiging. Wy zagen de man denmakerij, waar de oudere blinden te werk zyn gesteld onder de toegewijde leiding van een ouden broeder. De borstelmakerij, waar we onzen Jan Theunissen terugvonden bij zyn eenvoudig werk, in gezelschap van een kanarie vogeltje in een kooitje. Een typisch contrast met de rommelige werk plaats en de uitdrukkingslooze, vergeestelijkte gelaten der oude blinden, zweefden uit een luidspreker de piepende tonen van een moderne tango over de hoofden der werkers. De speelplaats zagen we, waar de jongens hun vogels hebben, zwarte kauwtjes, die hun beste vrienden zyn. Waar er in het rond fiet sen, zonder tegen den muur of tegen elkaar op te rijden, 's Winters wordt die plaats onder water gezet, dan schaatsen ze er. Nog veel meer zagen we in dit wondere mo nument van opofferende naastenliefde. Maar wij moeten ons beperken en wilen sluiten met te onthullen, waarom we eigenlyk in Grave kwamen. Op 22 September zal het feest zyn in Grave. Dan bestaat „St. Henricus" 75 jaar en daar voor heeft zich een comité gevormd, dat den weinig schoonklinkenden naam heeft: „Lande- lyk Comité tot aanbieding van een nationaal Huldeblijk by gelegenheid van het 75-jarig be staan van het St. Henricus-Instituut te Grave De naam is niet mooi, maar zij is zoo duidelijk, dat men er weinig meer bij hoeft te zeggen. Men wil aan de blinden een nieuw orgel aan bieden voor de kapel. Het oude orgel had men ten geschenke gekregen by de opening van het gesticht: dus 75 jaar geleden en toen was het al tweede-handsch. Een nieuw instrument is geen weeMe en de blinden zouden er zeer gelukkig mee zyn. De gelden probeert het comité by een te krij- gen door verkoop van brochures, van mapjes prentbriefkaarten en van een gedenkboek. Ook giften zyn welkom: postrekening 237210, ten name van bovengenoemd comité. Moge door het eendrachtig samenwerken van alle vrienden in den lande het initiatief slagen en aan den blinden van Grave deze verrassing verschaft worden op hun feest, waarop zy zich reeds thans verheugen. Herdenkingsbijeenkomst op 1 Aug. aan den Boulevard te Scheveningen In aansluiting met het eenigen tijd geleden verspreide bericht kan thans worden medege deeld, dat het in de bedoeling ligt van de Hoofdbesturen van den Nationalen Bond „Het Mobilisatiekruis", de Koninklijke Nederlandsche Vereeniging ,,Onze Vloot" om het feit dat het 1 Augustus a.s. twintig jaar geleden zal zijn, dat de Nederlandsche Weermacht werd gemo biliseerd, te herdenken door een eenvoudige plechtigheid op dien dag. Deze plechtigheid zal bestaan in een van wege genoemde hoofdbesturen te organiseeren samenkomst van deputaties van Vereenigingen, zetelende in de breede kringen van het Ne derlandsche volk, welke de beteekenis van de door de Weermacht tijdens den wereldoorlog vervulde taak erkennen en er van overtuigd zyn, dat zoowel in Nederland als in onze over- zeesche gewesten een deugdelijke Weermacht Leger en Vloot thans niet gemist kan worden. De samenkomst is by het „Gedenkteeken voor Leger en Vloot" (mobilisatie-monument) aan den Boulevard te Scheveningen. In een toespraak zal het mobilisatietijdperk 1914 1918 herdacht en de beteekenis eener krachtige weermacht voor Nederland en zijn overzeesche gewesten in het licht gesteld worden. Door de genoemde drie en andere vertegenwoordigde vereenigingen zullen aan den voet van het ge denkteeken kransen neergelegd worden, als biyk van waardeering van en verbondenheid met 's lands Weermacht. Het door de genoemde drie hoofdbesturen in gestelde „Uitvoeringscomité Herdenking Mobili satie 19141918" verzoekt den besturen van alle nationale vereenigingen, die aan de be doelde herdenkingsplechtigheid wenschen deel te nemen door het zenden eener deputatie (met vereenigingsvaandel, -vlag of -banier), om zich daartoe zoo spoedig mogelyk liefst vóór 15 Juli a.s. schriftelijk aan te melden bij het Comité, gevestigd Jan Pieterszn. Coenstraat 49, te 's-Gravenhage (telef. 772302). Dinsdag is een staking uitgebroken in het Veenderijbedrijf te Vinkeveen, waarby circa 100 personen betrokken zijn. De oorzaak is gelegen in een conflict tusschen de verveners en de veenarbeiders. De arbeiders eischen 1.55 per roede met contract. De verveners wenschen uit te betalen f 1.50 met contract of 1.55 zonder contract. Ondanks eenige vergaderingen van arbeiders en verveners is men niet tot over eenstemming kunnen komen. Als Ryksbemid- delaar treedt op de heer Dekker. Italiaansche onderscheiding De koning van Italië heeft aan ZExc. dr. M. W. R. van Vollenhoven, oud-gezant der Nederlanden, het Grootkruis in de Italiaansche Kroonorde verleend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 5