Likeurstokerijen in Danzig
ÏBOOTZ
Jid veiêaal mn den da§
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
IN DE „LACHSHA
DE GARNAAL
VRAAGT
BOOTZ'-RECORD
Het Geheim van
het open Raam
ZATERDAG 30 JUNI 1934
Nederlandsche uitgewekenen wa
ren de stichters van deze be
kende industrie in de oude
Hanzestad
Een receptenboek van
I6O6
De correcte bankroover
Vïckers heeft druk werk
Het raadsel van Venus
Lloyd George naar
Hollywood
Het Mausoleum van
Augustus
O
EN GIJ LEERT -OUDE
GENEVER-WAARDEEREN
Een zonderlinge erflater
De eerste margarine
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Detective-verhaal dooi
ANTHONIE GILBERT
ff
Jaren geleden slenterde schrijver dezes op
een kouden, sneeuwigen winteravond door
het oude Danzig, door die oude, gedrukte
straatjes, die zooveel lijken op de omgeving van
onze burgwalletjes en die weemoed wekken naar
de verre Amstelstad. Lang stond hij voor de
machtige Marienkirche. Merkwaardig, welke
Duitsche stad in protestantsche streken heeft
niet een Mariakerk behouden? De vreemdeling,
die voelt en leeft, wordt wel opgetogen over
de grootscbe schoonheid der oude havenstad
met haar groote gebouwen en hooge poorten.
Geluidloos viel de sneeuw in de stille stad. In
een warm-lichtschijnende steeg ging de deur
van een studentenknijp open en woeien door de
stilte flarden van het oude bekende: „Denkst
du daran, Genosser froher Stundenwie oft
wir beim schaumenden Glase.... Krambambuli,
das ist der TitelDat was in de Breitgasse,
in de schaduw der in de sneeuwjacht duister-
grootsche Marienkirche, in de Breitgasse. waar
de drie „Lachsh&user" staan, oud, knorrig,
voornaam. Kraag naar beneden, sneeuw afklop
pen en afstampen werk van een oogenblik.
En reeds sta je midden in het elysium der
vreugde, waar alledaagsche zorgen verdreven
worden reeds eeuwen door een krachtigen slok.
In de „Lachshauser" wordt de wereldberoemde
likeur gemaakt. Heimlsch, 'n beetje Hollandsch-
vaderlandsch is het er binnen in die ruimten
in Oud-Danziger stijl, in Hollandsche sfeer.
Hier is het geboorteoord van den Lachs' van
Danzig, van Goldwasser, Kurfürstlicher Magen.
Cordial en Pommerangen, wereldmerken, tong
en maag en ingewand streelend.
Hoe dikwijls zingen ook wij niet het lied van
Krambamboell.
Wilt u een stukje historie?
Alva woedde door de Nederlanden. Achtens
waardige burgers en vrijheidlievende adel wer
den om hun strijd om onafhankelijkheid en ge
loof in de gevangenissen geworpen, handel en
verkeer van het bloeiende land aan de zee
werden lam gelegd. In dien tijd doolden emi
granten overal in Europa rond, evenveel, mis
schien nog meer dan nu.... niets nieuws onder
de zon. Velen uit de Nederlanden gingen naar
Danzig, de toen reeds beroemde Hansastad.
Onder hen was ook Ambrosius Vermeulen (Ver-
möllen, heet hij in de Danziger kronijken). Deze
kreeg het brevet voor brandewijnbranden. Hij
werd de stichter van de „Lachs"-fabriek, die
tot op den dag van vandaag nog bestaat en nooit
door verkoop in andere handen overging. De
fabriek stond toen nog niet in de Breitgasse.
De opvolgers van Ambrosius waren Arend en
Peter Vermöllen. Van deze beiden stamt het
oude receptenboek van 1606, heden nog in ge
bruik. Arend liet de fabriek na aan zijn zoon
Salomon. Deze bleef kinderloos. Op den dag
van zijn gouden bruiloft schonk hij het reeds
bloeien, bedrijf aan zijn zwager Isaac Wed-
Ling.
Neen, vereerde, wantrouwende heeren Ariërs,
deze menschen met de Joodsche voornamen
waren geen gedoopte Joden. Zij waren van goed
Germaansch bloed. De Bijbelsche namen waren
veel in gebruik bij de Nederlandsche Menno
nieten en thans nog in Holland en by de Boeren
van Zuld-Afrika. Dit ter geruststelling van wel
licht opschuimend Arisch bloed, een bijzonder
soort guldenwater.
Verder in de historie. Isaac Wed-Ling huur
de in 1704 een huis in de Breitgasse. Naar Hol-
landsch gebruik kreeg 't een gevelsteen met een
zalm (Lachs) er op. Sindsdien heet het bedrijf,
ook nu nog, in den volksmond „Der Lachs."
Tweehonderd acht en twintig jaar is het be-
drijf thans in hetzelfde huis. By zyn dood ln
1711 liet Isaac Wed-Ling de zaak na aan zijn
weduwe, wier eenige dochter spoedig daarop
huwde met Dirk Hecker. De fabriek nam daar
op den naam van: Isaac Wed-Ling Wtwe
und Eidam (schoonzoon) Dirk Hecker. Dezen
naam heeft de firma nog. Zoo ging de fabriek
aldoor door erfenis in andere handen over,
maar steeds, sinds de Vermöllen's, in de han
den van dochters.
Heden is de firma het eigendom der „Erb-
gemeinschaft der Familie von der Marwitz."
De wereldberoemde likeursoorten van de
„Lachs" sierden altyd de tafel der Branden-
burgsche Keurvorsten, der heerschers van
Frankryk, Rusland en Polen. Men toont u in
net „Lachshaus" nog een rekening van keizerin
Sl-sabeth van Rusland, die luidt op 5152 gulden.
Ver buiten Danzigs grenzen was de „Lax" be-
ïoemd geworden. En niet alleen de vorsten, maar
heel de burgery aller landen wist de koste
lijke likeur te genieten.
Over elk volk, elk land komen in den loop
der eeuwen moeiiyke situaties. Voor Danzig
t:cf dit vooral, toen de stad door het verdrag
rrn Versailles van het moederland werd ge
scheiden. Ook de Lachsfabriek kwam in moei
lijkheden, die zy wist te ondervangen door in
Berlijn een nieuwe fabriek op te richten, die
werkt naar de oude, beproefde recepten.
Men toont u ook nog in de moederfabriek te
Danzig de wijze van fabrikatie en de oeroude
koperen ketels, waarin nu reeds eeuwen lang de
edele likeuren worden gestookt.
Sedert eeuwen is ook de „Danziger Lachs" in
de literatuur opgenomen. Herinnert u zich maar
de kostelijke scène in Lessing's „Minna von
Barnhelm", waarin de sluwe waard den dood-
cerlyken bediende van majoor von Tellheim wil
err koopen met „veritablem Danziger". Heinrich
von Kleist bouwde den Danziger in zyn „Zer-
brochener Kruch" een monument. En ook Kü-
gelgen, Hoffmann, Fontane en in nieuwe tijden
Gerhart Hauptmann en Max Halbe zingen den
lof van het Danziger guldenwater.
Het lied van Krambamboell weerklinkt nog
altijd. In het begin der achttiende eeuw werd
een bundeltje gepubliceerd met den titel: „Der
Kiambambulist, Ein Lobgedicht über die ge-
brannten Wasser im Lachs zu Danzig". De
dichter was vermoedelijk een muzenzoon, een
„fahrender Scholar". Zijn naam kan ons
eigenlijk onverschillig zyn, want de nadruk ligt
op het Krambamboeli! Maar het is toch aar
dig om te weten, welke zyn naam was. Hy
heette Wedewind en was een voorvader van
den dichter Frank Wedewind. En Krambam
boeli was een Lachs-likeur.
Erich Teuber dicht nog een goeden raad:
Tr.'nk Wasser wie die Bürstenbinder,
R°ist nach Pyrmont und Schwalbach zu,
Mein Danziger treibt viel gelinder,
Befordert Dauung, Schlaf und Ruh!
Was soli die mineralische Brüh?
Gesunder ist Krambambuli.
He» publiek heeft
Z'.lj gekozen!!
Allicht: TIP van Bootz
Is naar ieders smaak.
In het Zuid-Afrikaansche stadje Springfon
tein nam onlangs een jongeman zyn intrek in
een der hotels, 's Avonds bracht hij een be
zoek aan den directeur van een bankfiliaal,
dien hij met voorgehouden revolver dwong, hem
in zijn auto naar de bank te ryden en de noo-
dige sleutels mee te nemen. In het bankgebouw
moest de roover echter constateeren. dat een
der sleutels ontbrak en hij vernam, dat die in
het bezit van een ander functionaris was. Daar
na werd ook deze man in den auto gehaald en
nu was de roover in staat, de safe te openen en
een behoorlyk bedrag mee te nemen. Hy be
taalde vervolgens, zooals het behoort, zijn ho
telrekening, begaf zich als eerzaam burger naar
het station en vertrok met den eerstvolgenden
trein.
De Engelsche wapenfirma Vickers-Armstrong
heeft sinds Januari van dit jaar 3.000 nieuwe
werklieden in dienst genomen.
De wekelijksche loonbetalingen by deze fir
ma bedragen 4.000 pond meer dan in Januari.
Deze mededeeling werd gedaan door den com-
mercieelen directeur van de firma, kapitein Sir
Charles Craven.
Bij Vickers worden op het oogenblik dertien
schepen gebouwd, waaronder een kruiser, vier
torpedo-jagers en drie onderzeeërs voor de En
gelsche marine, alsmede drie onderzee-booten
voor Portugal.
Een opleidingschip voor de Braziliaansche
marine is zoo juist gereed gekomen.
Geleerden op astronomisch gebied zijn het
er eenparig over eens, dat Venus de schoon
ste aller sterren kan worden genoemd.
Haar lichtsterkte kan op sommige tyden een
50-tal sterren vertegenwoordigen. Wanneer deze
sterkte aanwezig is, is de ster zelfs op klaar
lichten dag met het bloote oog waarneembaar.
Wanneer op zulke tyden des nachts de maan
niet schynt, kan de ster Venus zelfs een zwakke
schaduw werpen. Dit bewijst de proef met een
potlood tegen het venster. Het potlood zal als
dan een schaduw werpen op het glas. In de
18e eeuw werd de astronomische wereld meer
malen opgeschrikt door de buitengewone hel
derheid, waarmede Venus overdag scheen.
Op sommige dagen straalde zy als de zon,
doch bleef ook des nachts zoo helder schynen,
dat zy de maan kon vervangen. In dien tyd
begon men te gelooven, dat Venus werd be
woond, doch toen de Amerikaan dr. Clarke met
zijn grondige onderzoekingen omtrent het raad
sel van Venus voor den dag kwam, geloofde
men dit niet lang meer. Immers Clarke be-
v/eerde, dat Venus niet de minste zuurstof be
vatte, waarom het niet mogelyk zou zyn, dat
zich hier een mensch in het leven kan houden.
Omtrent de ster Venus is in den loop der jaren
reeds heel veel gesproken en geschreven en ook
getwist onder de geleerden' op astronomisch ge
bied. De eene beweerde dat Venus haar felle
licht van de zon ontving, de ander kwam met
zijn stelling, volgens welke de ster haar licht
van de maan kreeg, terwijl 'n derde beweerde,
dat Venus geen ster, doch een deel van de
maan zelf zou zijn. In de laatste tientallen ja
ren gelooft men echter dat Venus een vulka
nische planeet is en dat haar lichtbestraling
sterk kan zyn, wanneer het vulkanisch element
in werking is.
±.iiiiiiiiiiiiiiim
iiiiiiimiiiiiië
Een dezer dagen zal een uitvoerrege-
ling afgekondigd worden voor ge-
pelde en ongepelde garnalen naar
Frankryk.
(Krantenbericht) E
i Kleinonoog'lijk, maar toch lekker
Is dat vischje, de garnaal,
i Met haar sprietjes recht naar voren
En haar lijfje in een schaal.
1 Slechts gestreeld door ruwe pelsters,
I Na eerst goed gekookt te zijn,
I Eindigt zij haar broze leven
i Met wat peper en azijn!
Maar hoe nietig en hoe kleintjes,
Angstig 't lichaampje gekromd,
Blijkt het dat zij door de crisis
i Thans in hooger aanzien komt!
E Want men neemt van haar notitie!
Dus zij stijgt ookin gewicht,
Nu zij op papier omschreven
Op ministerstafel ligt!
Er wordt thans van haar gesproken,
Niet in vischhal of op vlet
Maar op Buitenlandsche Zaken
In het hóógste Kabinet!
Zij veroorzaakt corfspondentie,
Deftig, in de Fransche taal,
En een ref'rendaris neusde
Naar vertaling van garnaal!
Zwaar gezegelde papieren,
in een officieele tasch,
Spreken over toekomstplannen
Van het klein garnalenras! i
I Consuls komen zelfs in actie!
i Conferenties! altemaal
Voor dat kleinste aller vischjes,
De onoog'lijke garnaal!
Maar in al dien hoogen rompslomp
Zit ook duid'lijk een moraal:
Hoever iemand het kan brengen1
Ook al is-ie.... een garnaal
MARTIN BERDEN f
1 (Nadruk verboden)
5iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiniiirc
Lloyd George, de eeuwig onrustige, vertrekt
binnenkort naar Hollywood, ten einde daar oog
te houden op het verfilmen van zijn oorlogs
herinneringen. De bewering alsof hij zelf aan
de film zou medewerken, wordt door hem ge
dementeerd.
Ter gelegenheid van den 2000sten geboorte
dag van Keizer Augustus, welke in 1937 zal
worden herdacht, worden te Rome feestelijk
heden en tentoonstellingen van velerlei aard
voorbereid. Tevens zullen in het jubeljaar ver
scheidene restauraties van overblyfselen der
Romeinsche beschaving o.a. van het Mau
soleum van Augustus voltooid zyn. De kei
zer heeft dit grootsche monument in het jaar
27 voor onze jaartelling, d i. 41 jaren voor zyn
dood, doen bouwen. Augustus' tijdgenoot, Stra-
bo van Amasea, wiens werken men zoo vele
aardrykskundige en geschiedkundige byzonder-
heden omtrent het Romeinsche keizerrijk
dankt, geeft een uitvoerige beschrijving van
het Mausoleum. Het was cirkelvormig in grond
plan en grootendeels opgetrokken in wit mar
mer, omgeven door met cypressen beplante
terrassen. Hier bevond zich ook een monumen
taal bronzen beeld van den keizer, alsmede vele
andere beeldhouwwerken en de obelisken, welke
inmiddels een plaats hebben gevonden op de
Piazza del Quirinale en de Piazza dell Esqui-
lino. Rondom het Mausoleum waren parken
aangelegd, welke zich langs de oevers van
den Tiber voortzetten. In den loop der eeuwen
is het Mausoleum meerdere malen voor ge
heel andere doeleinden gebruikt, o. a. als ves
ting, ontspanningsoord, als circus, theater,
arena voor stierengevechten, als beeldhouwers
atelier en als concertgebouw. Enkele jaren ge
leden heeft men intusschen de crypt gevon
den, waar eens de stoffeiyke resten der kei-
zeriyke familie werden bygezet; in een drie
tal nissen vond men urnen, welke de asch van
Augustus Livia en Octavianus bevatten. In
scripties herinneren aan Tiberius, Nero Agrip-
pina, Germanicus en Nerva.
Gaat u ook mee naar 't circus, tante?"
vroeg het tienjarig neefje.
„Wees toch kalm, Frits, en vraag dat
niet aan tante."
„Maar moeder, waarom mag ik tante niet
vragen of ze met ons meegaat?"
Tante Marie zat stil by 't raam en staarde
naar buiten. Ze was even opgeschrokken bij de
eerste vraag van den levendigen jongen. Moe
der trok Frits naar zich toe en fluisterde hem
in 't oor: „Tante gaat niet mee en het waarom
behoef je haar niet te vragen. Later zul je dat
misschien wel eens hooren. Zeg tante nu goe
den dag, dan gaan we."
Terwyi in 't circus de clowns hun dolste
sprongen maakten, dacht Frits er toch voort
durend over na, waarom tante niet meegegaan
was.
Deze zat echter nog steeds by het raam en
keek met droeve blikken naar buiten. In haar
ooren klonk nog steeds de vraag van haar
neefje: „waarom niet mee naar 't circus?" Ze
dacht terug aan al wat haar overkomen was,
nu bijna twintig jaar geleden. Ze zag hem weer
vóór zich, den grooten, krachtigen jongeman.
Ze herinnerde zich hoe Theo Hoogeboom aan
haar was voorgesteld en terstond al haar ge
dachten op zich getrokken had met onweer
staanbare kracht. Het was de eerste maal ge
weest dat een man zóó haar gedachten in be
slag nam.
By een neef had ze in een kleine badplaats
Theo leeren kennen. Haar neef wist van hem
dat hy een aardig en buitengewoon goed
mensch was, die van zijn geld leefde, zonder
eenige bezigheid uit te oefenen. Door den gere-
gelden omgang met hem leerde ze hem steeds
beter kennen en voelde zich ten volle tot hem
aangetrokken. Hy kon over alles zoo onder
houdend praten en had de wereld in alle rich
tingen doorkruist. Het kwam zoover, dat ze
zich in 't geheim verloofden. Theo wilde hun
verloving nog niet bekend maken; hy moest
nog een groote reis van drie maanden onder
nemen. Daarna zouden zy met hun plannen
voor den dag komen.
Onder tranen nam ze afscheid van hem en
haar eenige troost waren de brieven, die ze ge
regeld van hem ontving.
Zoo waren al eenige weken voorbygegaan,
toen ze een uitnoodiging ontving van een tante,
die in Zuid-Duitschland woonde. Graag nam
ze deze invitatie aan en bracht daar prettige
dagen door. Op zekeren dag ging ze met haar
oom en tante naar een groot circus. De voor
stellingen vonden veel byval, ook de komieke
intermezzo's der clowns. Ten slotte kwam het
glanspunt van den avond: „Signor Mortinl doet
den doodensprong."
In groote spanning zag men de voorbereidin
gen. Doch toen eindelyk Signor Mortini het
hooge zwevende trapezium beklommen had en
het publiek naar alle kanten vriendelyk toe
wuifde, slaakte Marie plotseling een gil.
De man daarboven hoort dit en wendt juist
op 't meest critieke oogenblik zyn hoofd af.
Dan volgt een luid, angstig geschreeuw der
menigte. Hy heeft den toer uitgevoerd, maar is
helaas mis gesprongen.... Men rent heen en
weer.... eenige dames zijn flauw gevallen, an
deren loopen angstig naar den uitgang. Een
dokter begeeft zich spoedig naar den gevallene.
„Marie, Marie, wat is er met je," vroeg tante,
want Marie was machteloos in de armen van
Per liter f. 3.60.
r
Daarop verdween hij weer in zyn hut en
kwam even later terug met twee lendedoekén,
welke hij Oom Sidney en my ten geschenke
aanbood. We accepteerden zyn gave, hoewel
we er niet aan dachten om van het geschenk
gebruik te maken. In mijn gedachten zag ik
ons al staan ln Zoeloe-tooi.
We slaagden erin, nu het daglicht ons wer
ken vergemakkeiykte, onze boot, die gelukkig
niet veel geleden had, weer in orde te krygen
en we bereikten na inscheping gelukkig zon
der verdere ongevallen Inhambane. Nog een
nacht genoten we de gastvryheid van bet echt
paar Schippers. Ik sliep echter niet zoo heel
prettig, want myn slaap werd nogal gestoord
door zware droomen, waarin groote heirlegers
insecten, van het soort dat ik dien dag by den
Zoeloe in de hut had opgedaan, een groote rol
speelden.
Den volgenden morgen vroeg namen wy har-
teiyk afscheid van het gastvrije echtpaar Schip
pers, dat ons een goede reis toewenschte.
wy vlogen thans op vry aanzieniyke hoogte
over Beetsjoeanaland, naar Zuid-West-Afrika,
waar wy eenige dagen dachten te biyven om
daarna nog een bezoek te brengen aan Zuid-
Nigeria. Langen tyd vlogen wij thans over
hooge bergen en woeste landschappen.
haar oom gevallen. „Waar is hij, breng me naat
hem toe," roept ze verward uit.
Oom, die niet weet wat ze eigeniyk wil,
brengt haar er heen, naar de garderobe, waar
hij is neergelegd. De dokter buigt zich juist
over hem heen.
„Theo, hoor je me nog?" fluistert Marie hem
toe. Doch de gevallene blijft zwijgen en de
dokter, die wel bemerkt dat zy in eenige be
trekking tot hem staat, deelt haar voorzichtig
mede dat hij dood is.
Wat er toen verder met haar gebeurd is, weet
ze zich niet meer
min iiiiiiiiiiiiiiiu 111111111 liiiiiiiitiiiiiiiuif
te herinneren.
Lang zweefde
ze tusschen leven o - i r .1
en dood. Toen ze I SlgJtOF MOVtlfll
eindelyk weer
herstellende was,
bracht men haar
papieren, waaruit bleek dat Theo fle zoon was
van een rijk handelsman en door jeugdigen
overmoed gedreven, zich had laten engageeren
by een circus.
Dit wilde hy voor Marie niet weten,
maar wijl zyn contract nog drie maanden liep,
moest hij daaraan voldoen, ondanks het feit,
dat hij Marie had leeren kennen en lief had.
Dit werd echter zijn dood
Marie zit nog steeds bij 't raam en peinst!
Daar stormt Frits de kamer binnen. Ze ko
men van 't circus terug.
O, tante, het was toch zoo mooi! Was u
toch maar meegegaan. Daar was een acrobaat,
die
„Dat kun je morgen wel vertellen, Frits,"
zegt moe.
Frits kijkt beiden verwonderd aan en schudt
het hoofd. Misschien begrypt hy later alles
beter!
Kort vóór zyn dood maakte een oude boer
naby Szegedin zyn testament. Hierin stond ge
schreven: „Ik laat myn cylinderhoed na aan
myn lieve zorgzame huishoudster Josephine Mar-
kowies en mijn vee aan mijn neef Jacob Novak
en wensch beiden geluk!" In het testament was
evenwel niets vermeld omtrent het geld, de
spaarduitjes, die de overledene boer had be
zeten en niet te vinden waren. De neef, die
inspecteur van politie is, gaf het geval in rech-
terlyke handen. De oude Josephine verklaarde
onder tranen, dat zij gedurende dertig jaren de
huishoudster van den boer was geweest en haar
meermalen door hem was beloofd, dat zy zich
geen zorgen omtrent de toekomst behoefde te
maken, omdat hij haar zijn geld zou nalaten.
Doch omdat deze bewering nergens op papier
stond, kon men dit niet voetstoots aannemen.
Het geld was nergens te vinden, totdat de neef
op het idee kwam, den hoed, die aan Josephine
was geschonken, na te kyken. Josephine ver
klaarde echter, dat zy den hoed van haar mees
ter eenige dagen te voren aan een armen buur
man had gegeven. Men tooog naar een buurman,
die met den cylinderhoed op het hoofd het land
stond te bewerken. Toen men hem vroeg den
hoed voor de som van honderd pengö te willen
verkoopen, weigerde hij en zeide. dat hy er het
vijfvoudige voor moest hebben. Blijkbaar drong
het tot den man door, dat de rechtbank dezen
hoed niet voor niets wilde koopen en er een
bedoeling mee had. Toen vroeg men hem den
hoed voor eenige oogenblikken te willen afstaan,
waarvoor men hem een vergoeding van twee
liter wyn zou geven. Met dit voorstel nam de
boer genoegen en men toog opnieuw naar de
rechtszaal, waar de neef een spaarbankboekje
uit den bodem van den hoed haalde. Thans
moest worden beslist, aan wien dit boekje toe
behoorde. De neef beweerde, dat het boekje
thans het eigendom was van den armen boer,
doch de rechtbank meende het anders en was
van oordeel, dat het boeI»je aan de huishoud
ster, de vrouw, die gedurende dertig jaren lang
den erflater had gediend, toekwam. Men schonk
den armen boer een nieuwen hoed en dacht,
dat de zaak thans wel in 't reine was gebracht.
Doch de neef, ontstemd over het oordeel van
de rechtbank, wilde de zaak in hooger beroep
deen behandelen. Hy vroeg de medewerking
van den armen boer, doch deze verklaarde
geenszins idee te hebben in zyn plannen en
voor geen geld van de wereld nogmaals met
de rechters te doen te willen hebben. Hy is ge
lukkig met zyn nieuwen hoed en zyn twee liters
wyn en het verder verloop van de zaak inte
resseert hem niet!
Sedert vele jaren kennen wy thans de kunst
boter, n.l. de margarine, doch van wien feite-
lyk het idee tot het vervaardigen van marga
rine uit is gegaan, zullen niet velen weten. Dit
idee is n.l. uitgegaan van Napoleon III in den
tyd dat Parys door de Duitschers werd be
legerd. Toen de boter en de verdere vetstoffen
hoe langer hoe schaarscher werden, loofde Na
poleon een geldprys uit voor dengene, die een
goede namaak van boter kon leveren. Velen
zetten zich aan den arbeid om een voortreffe-
lyke kunstboter te verkrijgen en het was de
chemicus Moge Mourie, aan wien het gelukte
margarine te verkrygen van afgeroomde melk,
vermengd met een vetsoort van de koe. Dit vet
verwerkte hy door de boter en kwam tot de
conclusie, dat deze substantie de helft op den
prys verschilde met hetgeen men betaalde voor
de zuivere boter. Alzoo ontstond de eerste mar
garine en Mourie ontving den prys, welke door
Napoleon III was uitgeloofd.
A I Ir» /rA/inn/i'o °P dit blad zyn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen Ofïflfï by levenslange geheele ongeschiktheid t pt werken door 7f/) by een ongeval met f O Cfk by verlies van een hand 1 O C oy verlies van een Cflj by een breuk van Af\ by verlies van 'n
£xllt£ U UUfl HU O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen f OUUU»m verlies van beide armen, belde beenen of belde oogen f doodelijken afloop £iOU»m een voet of een oog# JL £t O» - duim of wijsvinger t#l/»~been of arm# anderen vinger
63
(Korte inhoud van het voorafgaande:
Sir Hector Asscher gaat door voor een ver.
woed verzamelaar van kostbare boeken.
In Merlin St. Hugh, waar hy op zyn bul
ten woont, leeft hy zeer afgezonderd met
zyn nichtje Paula Parkston, die ln het
geheim verloofd was met den secretaris
van sir Hector. Arthur Newnham. Door
een handlangster komt Asscher in het De-
zit van een kostbaar werk, dat uit de bi
bliotheek van Burgoyne la gestolen. As
scher reist naar Frankryk om een aantal
boeken te verkoopen. nagereisd door Bur
goyne en den letterkundige Eggerton ln
een luguber hotelletje te Parys wordt As
scher dan vermoord. Omtrent den dader
tast men ln het duister Waarechymuk
ls Asscher reeds ln den trein vermoord
en ln zyn boekenkoffer. door lemaDd die
zich voor hem uitgaf, naar het hotel ver
voerd. Het lustltteel onderzoek wordt ge
leid door den detective Lestrange).
„Miss Parkton heeft aan myn vrouw ge
vraagd, of ik Je wilde komen bezoeken, en een
of ander wilde probeeren ter verdediging. Ik
vermoed wel, dat het zal lukken, een behoor
lijke reden tot Je vryiating te verkrygen, in
dien ons alle détails maar bekend zijn. Op het
oogenblik past er niets in elkander, zoodat het
niet mogelijk is iets te beginnen. Ik zal gaarne
myn hulp verleenen. Ik vrees echter, dat je in
een verbazend benarde positie bent geraakt en
als ik eens heel eerlyk tegen je mag zyn, heb
je de zaak zelf onnoodig verslechterd door de
politie een zoo geheimzinnige verklaring te
geven van je doen en laten tydens de uren van
den moord.
Miss Parkton heeft een verklaring afgelegd,
die je volkomen vry zou spreken, indien men
haar wilde gelooven. Ongelukkig genoeg zijn
groote heeren echter altyd verbazend sceptisch,
vooral indien dergelijke gloeiende pleidooien
uit den mond van een mooie, maar wat opper
vlakkige vrouw komen. Daarom ben ik per-
soonlyk naar je toe gekomen om te zien, wat
ik hier te weten kan komen. Je begrypt na-
tuuriyk wel, dat ik er niets voor voel, de held
uit een of ander biyspel te worden.
Je hebt van het begin af aan te kiezen tus
schen de volledige waarheid en myn onmiddel
lijk vertrek. Slechts indien ons niets meer ver
borgen blijft, zullen wy er misschien in slagen
de zaak nog juist bijtyds te redden. Ik herhaal
nogmaals, dat je er verbazend slecht voorstaat.
Eerlyk gezegd: erg& kan het al niet. Voel je er
iets voor om een paar vragen te beantwoor
den?"
Hy had werkeiyk alle reden om deze vraag
te stellen, want Newnham zat hem nog steeds
aan te staren, alsof hy met een spook te doen
had en mompelde:
„Groote genade! Egerton! De man die de
rollen verhing toen zy Bransky wilden ophan
gen. Myn ergste vijand zou me in geen beroer
der positie gebracht kunnen hebbenHij
hield even op en trachtte vergeefs op z'n ver
haal te komen. „Indien je ooit bent gearres
teerd," zeide hij, „zou je weten, wat een ver-
schrikkelyk gevoel het moet zyn, bij een put
te staan met een bengelenden strop boven je
hoofd. Ik heb er nooit aan getwyfeld, dat Miss
Parkton's verklaringen mij niet vry zouden
spreken. Ik weet eigenlijk niet wat zij me ten
laste leggen. Ze hebben het my niet verteld."
Hy lachte heesch. „Grappig, vind je niet?"
„Toe, probeer nou eens wat kalmer te wor
den, beste kerel," zei Egerton op vriendelijken
toon. „We hebben niet den heelen dag voor ons
en er ls nog heel wat te doen. Ik veronderstel,
dat je wel overtuigd zult zijn, dat het practisch
onmogelyk voor Je is, te bewyzen, dat je op dien
fatalen Donderdagmorgen om 10.1 te Chancel-
bury was of je zou een passagier moeten aan-
wyzen, dien jy gezien hebt en waarvan je zeker
bent, dat hij Jou heeft herkend."
NeWnham schudde het hoofd. Hij had een
krachtige poging gedaan om zyn vrees te over
winnen en sprak nu met een zekere waardig
heid.
„Dat kan ik, jammer genoeg, niet. Het was
zoo'n verschrikkelyke herrie, en myn gedach
ten waren op dat oogenblik heel ergens an
ders."
„Hoe laat kwam je op het station?"
„Ik kwam pas binnen op het laatste nip
pertje, omdat ik bang was, dat iemand my zien
zou. Het is Juist zoo droevig, dat ik er toen
alles op zette om aan ieders aandacht te ont
snappen."
„Waar kwam je vandaan?"
„Waarom?" vroeg Newnham.
„Wel een van onze moeiiykste opdrachten ls,
te bewyzen, waar Je den nacht van Woensdag
op Donderdag hebt doorgebracht. Volgens de
verklaringen der politie zat je in Parys, volgens
de Jouwe in het Heiligdom. Het is 'n zeer slech
te noot voor je, dat Arden juist op dien byzon-
deren avond bij je is binnengebroken. Dat geeft
een verbazenden ruggesteun aan de officieele
lezing van het geval. Waar zat je nu eigeniyk?"
„Ik wou," zei Newnham in gedachten ver
zonken, „dat je me eens precies vertelde, waf
Miss Parkton heeft gezegd."
Egerton werd nydig, toen hy dat hoorde.
„Dat had ik wel verw'acht. Maar je zult niets
van me te hooren krygen. Jullie zullen elkaar
alle twee nog dieper in den put helpen, als je
rustig door biyft gaan, met elkander te bescher
men tegen de politie en tegelijkertyd ons alle
maal bedriegt. Wij zijn nu overtuigd, dat zy
beslist de waarheid heeft gesproken. Indien er
eenige goede resultaten verkregen kunnen wor
den, heb je precies hetzelfde te doen. Als Je
daar niets voor voelt, dwing je me om tegen
Miss Parkton te zeggen, dat ik niets voor haar
of jou kan doen." Maar terwijl hy dat zeide,
kreeg hy al een gevoel van spyt, omdat hij aan
de vlammende woorden dacht, waarmede Ruth
Marlowe had gezegd:
„Myn zlelevreugde hangt af van mr. Newn-
ham's bevryding." En hy vroeg zich verbaasd
af, wat voor geheime gaven deze man toch moest
bezitten, om in twee vrouwen van zoo'n tegen
gesteld karakter dezelfde genegenheid te doen
ontvlammen. Miss Paula's sympathie was ten
slotte nog te verklaren. Maar Ruth Marlowe
moest toch sterker factoren hebben geëischt,
dan een teleurgesteld jeugdleven en een tame
lijk knap gezicht, wat jeugdige charme en
'hinderlijke onbezorgdheid.
Egerton herhaalde zonder eenigen nadruk:
,,Waar hebt u den nacht doorgebracht?"
Hy zag op en in Newnham's oogen ontdekte
hy een byna komische wanhoop.
„Ik moet op jou wel den indruk maken van
een buitengewonen lammeling en schaapskop,"
gaf hy toe. „Ik ging niet terug naar Sna-
tuuriyk. Ik dacht er ineens aan, dat het toch te
gek zou zyn, zelfs al werd ik niet aan het sta
tion herkend, om 's middags terug te komen,
dienzelfden avond weer te vertrekken, den vol
genden morgen met een vroegtrein aan te
komen en dan weer op het perron te hangen,
tegen dat de trein van 10.1 naar Londen zou
vertrekken. Je herinnert je nog wel, dat wy
onze plannen hadden gemaakt, in de veronder
stelling, dat Ascher ons onmiddellyk achterna
zou zitten. Daarom besloot ik, om den nacht
door te brengen onder een heg, in een van de
weiden. Ze zyn zoo leeg als een kerk in de week
en het was warm genoeg om buiten te biyvon.
Maar ik had natuurlyk met den regen geen
rekening gehouden, toen schoot me ineens een
kleine „hut" te binnen of wat dichters zoo be
lieven te noemen, doch wat in werkeiykheid
niets anders dan een primitieve schuilplaats
voor het vee is, zoowat een halve myi van het
voetpad naar het station. Daar wordt byna geen
gebruik meer van gemaakt. Ik had al myn
kracht noodig om het slot te forceeren."
,Heb je daar heel den nacht doorgebracht?"
„Ja. Dat klinkt weer erg ongeloofelijk, zeker,
't spyt me," en hy grinnikte eens.
,,'t Spyt me ook. Er is natuurlyk niemand
in de buurt geweest."
„Misschien wat vee."
„Ik zie het al. Toch kan ons dat meer van
dienst zyn, dan je denkt. Dit soort gevallen
zyn als een kruiswoordraadsel. Die kloppen
pas, als je eindelijk het allerlaatste woord hebt
gevonden. Laat me nu de rest eens hooren."
De rest van zyn verklaringen kwam byna
letterlyk overeen met die van Paula.
Egerton dacht by zichzelf: „Ze hebben'geen
tyd gehad om iets anders te verzinnen. Het
moet dus de waarheid zyn, die ze nu vertellen,
anders zouden ze beslist door de mand zyn ge
vallen." Luid voegde hy er weer aan toe: „l>e
moeilykheid is nu maar, om iemand te vinden,
die jouw verhaal waar kan maken. Zeg, vertel
me eens even, waar is Bramhall Place?"
Nooit van gehoord," zei Newnham. „Is dat
van eenig belang?"
„Nou, van het allergrootste belang. Denk nog
eens na."
(Wordt vervolgd)