Bescherming van de jeugd
H.M. de Koningin
terug
STRIJD VOOR GOEDE
ZEDEN
HARDNEKKIG ZAANDAM
OM DE KONINGIN
ZATERDAG 30 JUNI 1934
Een kloek rapport
Nijverheid en Handel
Ruwe koffie naar
Duitschland
De gevaarlijke zijweg
Noodzakelijke overheidsmaatrege
len tot bestrijding der zede
lijke gevaren, welke de
hedendaagsche jeugd
bedreigen
Gemis aan gezonde beginselen
Eén voortdurende prediking
De kleeding
Pornografie
Het bioscoopgevaar
Het dansen
Wijziging van het ambtenaren
reglement opnieuw verworpen
De verbinding van Noord en Zuid
DEN HAAG HEEFT BEZWAAR
Tegen invoering der steunver
laging op korten termijn
Vele belangstellenden in en buiten
het station te Den Haag ter
verwelkoming aanwezig
Aan het ziekbed
De regeling tot einde 1934
REGELING VOOR PEUL
VRUCHTEN
Treedt half Juli in werking
LUCHTWAPEN BIJ DE
ZEEMACHT
Commandant in Indië waarschuwt
tegen het vliegtuig als
hoofdwapen
GEDENKRAAM AANGEBODEN
ONGEMERKTE BOTER
Bepalingen voor niet-producenten
DE NIEUWE SPOORLIJN
ALPHEN—GOUDA
Opening waarschijnlijk in October
Wielrijder gegrepen en
ernstig gewond
,*DE TOEKOMST"
Een loterijkwestie
UIT DE STAATSCOURANT
Consulaten
DOOR VICTOR BRIDGES
Den 18en December 1933 stelde de Interdio
cesane Jeugdcommissie een commissie in, welke
tot taak kreeg na te gaan, in hoeverre van over
heidswege maatregelen dienen te worden getrof
fen in verband met de gevaren, die de jeugd
in onzen tijd in den overgangsleeftijd in zedelijk
opzicht bedreigen.
De commissie bestond uit de volgende hee-
ren:
Rector B. H. de Groot, voorzitter der inter
diocesane jeugdcommissie te Amersfoort;
Aalmoezenier G. P. J. Bannenberg, secretaris
der interdiocesane jeugdcommissie te Den Bosch;
mr. L. J. M. Beel, chef der afdeeling Sociale
Zaken ter gemeente-secretarie te Eindhoven;
mr. C. Ch. A. v. Haren, leider van het advies
bureau voor gemeente-politiek der R.K. Staats
partij
mr. G. J. A. Konig, gemeente-secretaris van
Oss:
mr. Emest Lamers, substituut-griffier by de
rechtbank te Den Bosch.
De commissie is thans met haar rapport ge
reed gekomen en heeft het het bestuur der
Diocesane Jeugdcommissie aangeboden.
Het is thans in druk verschenen en vormt een
brochure van 48 bladzyden.
Bij lezing geeft het een indruk van den grooten
ernst, waarmee de commissie haar opdracht
heeft vervuld en het is in ieder opzicht door
werkt.
Geheel in overeenstemming met de opdracht
is het rapport positief. De toon is zakelijk en
frisch, het leest gemakkelijk en is tevens weten
schappelijk samengesteld.
In de inleiding constateert het rapport gemis
aan heldere en gezonde beginselen op het ter
rein van de moraal, zooals die ook in het open
baar moet worden in acht genomen. Heldere
en gezonde beginselen dreigen voorts teloor te
gaan, waar het geldt de afbakening van het ge
deelte der opvoeding, dat is het gezin, het ge
deelte, dat aan de Kerk en het gedeelte, dat
aan den staat toebehoort.
Aan de hand van Pauselijke uitspraken be
schouwt het rapport dan het standpunt der Kerk.
Het groote werk der bescherming onzer jeugd,
zegt de commissie verder, tegen de gevaren
der toenemende zedenverwildering moet eerst
en vooral bestaan in één voortdurende, nimmer
ophoudende prediking en actie in eigen kring,
in en buiten onze kerkgebouwen, in jeugdver-
eenigingen, zoowel als in de organisaties der
ouderen en in de pers. Daarbij zullen van de
zijde der burgerlijke overheid in meer dan één
opzicht alsnog maatregelen behooren te worden
getroffen.
Allereerst zij handhaving en toepassing der
reeds bestaande en nog te treffen maatregelen
nauwgezet verzekerd.
De commissie behandelt dan uitvoerig de
volgende punten:
Ten eerste de kleeding op den openbaren
weg, het baden en zwemmen, alsmede het
kampeeren;
Ten tweede de pornografie;
Ten derde de filmkeuring, de contróle op
bioscoopprograms, het etaleeren van foto's
enz.
Ten vierde het dansen.
Het rapport komt dan tenslotte tot een samen
vatting van de volgende voorstellen:
A. Ten opzichte van de kleeding op den
openbaren weg, het baden en zwemmen en het
kampeeren.
1. vaststellen van voorschriften van gemeen
tewege ter vrijwaring der ingezetennen tegen
personen, die onvoldoende gekleed binnen de
gemeente zich in het openbaar ophouden.
2. vaststellen van voorschriften van gemeen
tewege, houdende verbod van baden en zwem
men in openbare wateren, of in wateren, zicht
baar vanaf den openbaren weg, anders dan op
daarvoor van overheidswege aangewezen en
onder haar toezicht te plaatsen.
3. streng politioneel toezicht op de naleving
der sub 1 en 2 gestelde voorschriften.
4. vaststelling van voorschriften van rijks-
Verschenen is thans het rapport
der interdiocesane jeugdcommissie,
dienende om bij Rijks- en Gemeen-
te-Overheid die maatregelen te
verkrijgen, welke onze jeugd kun
nen beschermen tegen de zedelijke
gevaren van (dezen tijd
of gemeentewege, krachtens welke het oprich
ten en exploiteeren van voor het publiek al dan
niet tegen betaling, toegankelijke particuliere
bad- en zweminrichtingen in het belang der
openbare gezondheid, zedelijkheid en veiligheid
aan voorafgaande vergunning van Burgemees
ter en Wethouders worde gebonden.
5. opneming onder de voorwaarden, waar
onder de sub 4 bedoelde vergunning wordt ver
leend van:
a. verbod van gemengd zonnebaden;
b. waar mogelijk van gemengd zwem
men;
c. afscheiding van de eigenlijke bad- en
zweminrichting van speel- en sportplaatsen,
café's, terrassen en van den openbaren weg;
d. regeling der inrichting van de kleedruim
ten.
6. vaststelling van bepalingen van gemeente
wege ter bestryding der immoraliteit aan zee-
en meerstrand en strenger politioneel toezicht
op de naleving dier voorschriften zoo moge
lijk verbod van rijkswege van gemengd zwem
men en zonnebaden
7. vaststelling van voorschriften, houdende
verbod van kampeeren, anders dan met ver
gunning van het gemeentebestuur.
B. Ten opzichte der pornografie.
1. aanvulling van het Wetboek van Straf
recht.
2. verruiming der geldende regeling inzake
mogelijkheid tot vernietiging van zedenkwet-
sende geschriften enz.
3. wijziging der opvattingen bij de rechter-
ïyke organen inzake de begrippen „aanstoote-
hjk voor de eerbaarheid" enz. in dien zin, dat
deze meer beantwoorden aan de eischen, welke
de Christeiyke moraal op dit punt stelt.
4. oplegging van zwaardere straffen.
5. strenger toezicht op stationsboekhandel en
kiosken en wering van alle moreel schadelyke
lectuur uit deze verkoopgelegenheden.
6. strenger toezicht op particuliere uitleen
bibliotheken en vaststelling van wetsbepalin
gen, krachtens welke de oprichting en exploi
tatie wordt gebonden aan voorafgaande over-
heidsvergunning onder de noodige voorwaar
den.
C. Ten opzichte van het bioscoopgevaar enz.
1. verruiming in strekking en uitwerking van
de bioscoopwet opzichtens de keuring van films,
welke vertoond worden aan personen beneden
den leeftijd van 18 jaren.
2. inschakeling der erkende jeugdorganisaties
in het werk der keuring van films.
3. ruimer gebruik door de gemeenteraden van
de bevoegdheden tot het treffen van nadere
voorschriften:
a. verbod van toelating van jeugdige per
sonen.
b. nakeuring.
c. beperking van het aantal filmvertoonin-
gen.
d. regeling der uren, waarop filmvertooningen
aan jeugdige personen tot 18 jaren mag plaats
vinden.
4. strengere contróle door de plaatseiyke
commissie, mede o. a. van bioscoopprcgrams,
étaleeren van foto's enz. en oprteden van
variété-artisten.
5. vaststellen van voorschriften van gemeen
tewege i.z. het étaleeren van foto's enz.
6. verbod van gemeentewege van het optre
den van variété-artisten onder de pauzes bij
voorstellingen, voor personen beneden den leef-
tyd van 18 jaren toegankeiyk, dan wel toe
lating onder voorbehoud van voorafgaande ver
gunning van het gemeentebestuur.
7. nauwer contact tusschen Centrale en
Plaatselpke Commissies met de erkende jeugd
organisaties.
D. Ten opzichte van het dansgevaar.
1. Vaststelling van nadere voorschriften van
gemeentewege tot:
a. verbod van toelating van personen be
neden 18 jaren in localiteiten enz. gedurende
den tyd, dat daarin wordt gedanst of gelegen
heid daartoe wordt gegeven (bij K. B. reeds
voor „dancings" bepaald).
b. verbod van verkoop enz. van alcoholhou
dende dranken gedurende den tijd, dat gedanst
wordt of daartoe gelegenheid wordt gegeven.
2. streng toezicht ook op personen, welke ais
„dansleider" optreden en vaststelling van in
structieve regelen met betrekking tot de uit te
voeren dansen en de toelating en wering van
personen uit de danszaal.
3. byzonöer toezicht tydens volksfeesten
carnaval en kermis.
4. overleg door de plaatselpke overheidsorga
nen met de erkende jeugdorganisaties terzake
de vaststelling van nadere voorschriften.
In den gemeenteraad van Zaandam heeft gis
teren (Vrpdagavond) de herstemming plaats
gehad over een voorstel van het anti-revolu-
tionnaire raadslid Tilkema, betreffende aan
vulling van het Ambtenarenreglement in ver
band met enkele circulaires van den Minister
van Binnenlandsche Zaken, o.m. aangaande
ontslag aan ambtenaren wegens revolutionnaire
gezindheid of wegens lid zijn van verboden ver-
eenigingen.
Zooals werd medegedeeld, oordeelden B. en
W. die bepalingen voor Zaandam niet noodig.
Als gevolg van een vraag van den voorzitter
van Ged. Staten van Noord-Holland of de Raad
bereid zou zijn het ambtenarenreglement in den
gewenschten geest te wijzigen heeft deze aan
gelegenheid in de Mei-vergadering een punt van
bespreking uitgemaakt.
Daarbp is door den heer Tilkema (A.R.) het
volgende voorstel gedaan.
„De Raad, van oordeel, dat het Gemeentelijk
Ambtenarenreglement wijziging en aanvulling
behoeft en in overeenstemming gebracht moet
worden met de wenken en voorschriften der
landsregeering volgens de aan het gemeentelijk
bestuur gezonden circulaire van 10 Januari 1934,
nader aangevuld bp schrijven van 17 Januari en
7 iPebruari d.a.v.,
verzoekt Burgemeester en Wethouders een
concept-Ambtenarenreglement in bovenom
schreven geest in te dienen."
Over dit voorstel hebben in die vergadering
de stemmen gestaakt.
Tegen hebben gestemd alle S.D.A.P.-leden,
het lid van de O.S.P. en de Communist; vóór
alle z.g. burgerlijke leden.
De soc.-dem. wethouder Kelder was wegens
ongesteldheid afwezig.
Bij de gisteravond gehouden stemming is het
voorstel-Tilkema in tweede instantie met 12 te
gen 11 stemmen verworpen.
Bij de tegenstemmers had zich thans ook de
soc.-dem. wethouder Kelder gevoegd.
Ter gelegenheid van de ontvangst door de
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Westelijk Noordbrabant van de deelnemers aan
de algemeene vergadering van de Nederlandsche
Mij. voor Npverheid en Handel sprak ir. A. P.
J. Beukers, voorzitter van de K. v. K„ een rede
uit.
Na de officieela begroeting schetste spreker
een paar aangelegenheden, die in de afgeloo-
pen jaren de warme belangstelling hadden van
K. v. K. en die niet alleen van gewestelpk,
maar ook van algemeen belang waren.
Vooreerst den bruggenbouw over de groote
rivieren. De brug te Keizersveer was een der
eerste, die de schakel vormde in de keten,
die Noord en Zuid verbinden moet. In samen
werking met de zusterinstelling te Rotterdam
en met andere belanghebbende Kamers heeft
men de uitvoering van de Moerdpk-overbrug-
ging krachtig bepleiten met succes. Er is
een begin gemaakt en nog slechts enkele jaren
scheiden ons van den dag, dat de verbinding
van het Noorden en het Zuiden van ons land
haar beslag heeft gekregen.
Uitvoerig ging spreker op de kanalenkwestie
in en citeerde hierby de woorden, die prof .jhr.
de Savomin Lohman bij de behandeling van de
onteigeningswet in de Eerste Kamer hierom
trent heeft gezegd en het bekende antwoord van
den minister daarop, waarin deze verklaarde,
dat Brabant recht heeft op behooriyke vaar
wegen en een behoorlyke afwatering.
In dit vertrouwen heeft dan ook de K. v. K.
een half jaar geleden opdracht gegeven tot het
uitwerken van een grootsch plan voor de bin
nenscheepvaart en de afwatering in het gebied
van Mark en Dintel, van den Roosendaalschen
en Steenbergschen vliet en van Bergen op Zoom
naar de Schelde.
Met dit zeer vluchtige overzicht van het werk
der Kamer besloot spr. met de verzekering, dat
waar de behartiging der belangen van npver
heid en handel haar het departement van de
maatschappij te Breda doet ontmoeten, zp
gaarne bereid blpft met dat departement samen
te werken.
B. en W. van Den Haag hebben, naar „Het
Volk" verneemt, bp de regeering bezwaar ge
maakt tegen de invoering van de steunverlaging
op 1 Juli. De officieele mededeeling der gewij
zigde regeling zou eerst op 25 Juni zyn inge
komen. Invoering op zoo korten termpn werd
onmogelijk geacht. De regeering heeft nog geen
nadere beslissing genomen.
Met den sneltrein van Basel, welke om 5.19
ure in den Haag moet aankomen, doch Vrpdag
met eenige minuten vertraging arriveerde, is
H. M. de Koningin uit Zwitserland in Den Haag
teruggekeerd in verband met de ongesteldheid
van Z. K. H. den Prins.
Er was zoowel op het perron als op het sta
tionsplein zeer veel belangstelling; de menschen
stonden vele rijen dik de aankomst van den
trein af te wachten.
In de Koninklpke wachtkamer bevond zich dr.
Hannema, geneesheer-directeur van het Roode
Kruis-ziekenhuis en behandelend geneesheer
van Z. K. H. den Prins.
Nadat de Koningin den trein verlaten had,
begaf zp zich naar de wachtkamer, waar zp
zich ruim een kwartier met dr. Hannema onder
hield, die H. M. op de hoogte stelde van het
verloop der ongesteldheid van den Prins.
Toen H. M. de wachtkamer verliet, werd zij
zeer hartelpk door het publiek begroet. Per
auto ging H. M. naar het paleis Huis ten Bosch.
Dr. Hannema keerde naar het paleis Noordeinde
terug.
H. M. de Koningin heeft Vrydagavond ge-
ruimen tpd aan het ziekbed van Haar gemaal
vertoefd en is daarna weer naar het paleis Huis
ten Bosch teruggekeerd.
De toestand van Z. K. H. den Prins was Vrij
dagavond onveranderd.
In verband met de met ingang van 1 Juli
in Duitschland geldende voorschriften ten aan
zien van den invoer van ruwe koffie, is de vol
gende regeling getroffen voor het tijdvak van
1 Juli tot en met 31 December 1934.
De invoer van ruwe koffie is van 1 Juli af
in Duitschland slechts mogelijk onder overleg
ging van een „Einfuhrbewilligung". Hiervoor
komt slechts in aanmerking degene, die gedu
rende 1933 ruwe koffie, ongeacht van welken
oorsprong, naar Duitschland heeft geëxporteerd,
en aanvankelijk tot een hoeveelheid van ten
hoogste 100 percent over hetgeen gedurende
1933 per zes maanden door hem naar Duitsch
land werd uitgevoerd.
Ter verkrijging dezer „Einfuhrbewilligung"
dienen de Nederlandsche exporteurs zich te
wenden tot het crisis-in- en uitvoerbureau, het
welk alsdan een aanvraagformulier ter be
schikking stelt. Dit formulier zal nauwkeurig
ingevuld aan het crisis-in- en uitvoerbureau
moeten worden teruggezonden. Het crisis-in- en
uitvoerbureau zal, indien de aanvrager aan de
gestelde eischen voldoet, daarna een „Einfuhr
bewilligung" uitreiken.
Als onkosten wordt hierbp in rekening ge
bracht 1 pro mille over de waarde der op de
„Einfuhrbewilligung" vermelde hoeveelheid.
De Regeeringscommissaris voor den steun aan
akkerbouw en veeteelt maakt bekend dat om
streeks half Juli op grond van de Landbouw-
Crisiswet 1933 de reeds vroeger door den Mi
nister van Economische Zaken aangekondigde
regeling zal worden getroffen ten aanzien van
de peulvruchten.
Onder de peulvruchten worden verstaan alle
soorten peulvruchten, zoowel in ongedorschten
als in gedorschten, niet verwerkten of bewerk
ten staat, met uitzondering van sojaboonen en
lupinen, met dien verstande, dat onder peul
vruchten mede zijn begrepen spliterwten, uit-
schoonsel, maalsel en piksel van peulvruchten,
erwten en boonenmeel.
Die regeling zal onder meer inhouden dat een
ieder, die peulvruchten in voorraad heeft in
een totaal-hoeveelheid van 500 K.G. of meer
uiterlpk 21 Juli as. aangesloten moet zijn,
voor zoover betreft handelaren bp de Nederland
sche Gxaancentrale, voor zoover betreft land
bouwers bij de Provinciale Landbouw-Crisls-
Organisatie.
Het op dien datum niet aangesloten zpn zal
strafbaar zijn ingevolge de bepalingen van de
Landbouw-Crisiswet 1933.
Wat betreft landbouwers en handelaren die
reeds bp de Provinciale Landbouw-Crisis-Orga-
nisatie zijn aangesloten, is bij reglement van
die organisatie, zooals de Minister van Econo
mische Zaken dat heeft vastgesteld, bepaald,
dat hij, die peulvruchten in voorraad heeft, in
een totaal-hoeveelheid van 500 K.G. of meer,
verplicht is vóór 9 Juli 1934 bij de Provinciale
Landbouw-Crisis-Organisatie op te geven zijn
voorraden van de verschillende soorten peul
vruchten.
Wat betreft landbouwers en handelaren die
eventueel nog niet mochten aangesloten zijn en
die peulvruchten in voorraad hebben in een to
taal-hoeveelheid van 500 K.G. of meer, dezen
moeten zich zoo spoedig mogelijk, doch uiterlijk
vóór 9 Juli a.s. opgeven bij de Provinciale Land
bouw-Crisis-Organisatie, onder vermelding van
hun voorraden van de verschillende soorten
peulvruchten.
SOERABAJA, 29 Juni. (Aneta). De „Indische
Courant" had een onderhoud met den comman
dant van de zeemacht, Schout-by-acht Van
Duim over de vraag welke waarde het vliegtuig
als maritiem strijdwapen heeft.
De commandant van de zeemacht verklaarde
deze zaak zoo te zien dat onze defensie in de
eerste plaats kracht moet zoeken in preventief
optreden. Daarbij staat vast dat oorlogsbodems
daarvoor beter geschikt zijn dan vliegtuigen.
De heer Van Duim merkte verder op dat men
den laatsten tpd sterk geneigd is net luchtwa-
pen als „het hoofdwapen" der Marine aan te
zien.
Op grond der ervaring opgedaan met torpe
dobooten meende de Schout-bij-Nacht tot voor
zichtigheid te moeten aanmanen met het aan
prijzen van het vliegtuig als zoodanig als hoofd
wapen. Hp gaf daarentegen gaarne toe, dat
vliegtuigen (bommenwerpers) belangrijke ge
vechtseenheden vormen. Hij achtte het daarom
zeer wenschelijk de gevechtswaarde van de
vloot met dat wapen te verhoogen, in welke
richting men reeds werkzaam .is, daar onze vloot
reeds thans ongeveer 70 watervliegtuigen telt,
terwyl het de bedoeling is dit aantal zoodra
mogelijk uit te breiden.
Vrijdagochtend is in het departement van ko
loniën een bijeenkomst gehouden, waarin het
gedenkraam, aangeboden door de ingezetenen
van Curacao ter herinnering aan het feit, dat
dit gebiedsdeel 300 jaren geleden met Nederland
vereenigd werd, aan den Minister van Koloniën
overgedragen.
Namens de ingezetenen van Curasao werd het
woord gevoerd door den heer Schotborgh, oud
administrateur van Financiën, die het raam
aanbood.
Minister Colpn, namens de Nederlandsche re
geering het gedenkraam aanvaardend, uitte zijn
bpzonderen dank jegens de Curagaosche bevol
king.
In aansluiting aan vroegere berichten brengt
de Crisis-Zuivel-Centrale ter kennis van be
langhebbenden, dat ingevolge ministerieele be
schikking met ingang van 1 Juli as. voor niet-
producenten van boter de volgende bepalingen
gelden:
Het vervoeren, verkoopen, afleveren en voor
handen hebben van ongemerkte boter is ver
boden in Zeeuwsch-Vlaanderen, Noord- en
Zuid-Beveland, Goeree en Overflakkee, Voorne-
Putten, Beyerland-Hoekschewaard en het Eiland
van Dordrecht.
Ongemerkte boter mag tot een maximum van
1 K.G. vervoerd, verkocht of afgeleverd wor
den in Zuid-Limburg, Schouwen en Duiveland,
Tholen en Walcheren (met uitzondering van
Middelburg en Vlissingen, waar het maximum
op 5 K.G. is gesteld, evenwel in eenheden van
ten hoogste 1 K.G.).
In het overige deel van het land mag onge
merkte boter in eenheden van ten hoogste een
K.G. tot een maximum hoeveelheid van 5 K.G.
vervoerd, verkocht of afgeleverd worden.
Voorzoover niet-producenten in verband met
bovenstaande bepalingen botermerken behoe
ven, dienen zij zich ten spoedigste tot den di
recteur van de Afd. Zuivelcontröle der C.Z.C.,
in wiens ressort zij gevestigd zpn, te wenden.
Ter voorkoming van misverstand wordt er
nog uitdrukkelijk de aandacht op gevestigd, dat
producenten alle boter moeten merken.
De nieuwe spoorlpn Alphen a. d. Rpn—
Gouda zal waarschpnlijk nog dit jaar in de
maand October worden geopend.
In verband met de tydsomstandigheden zal
echter elke.feestviering ter gelegenheid van dit
feit achterwege blpven.
Vrijdagavond kwam de landbouwer J. V. B.
uit Bladel met zijn fiets uit een der zijwegen op
den hoofdweg EindhovenBelgische grens, toen
juist een auto passeerde. De wielrijder werd
gegrepen en tegen den grond gesmakt. In hope-
loozen toestand werd het slachtoffer, voorzien
van de H.H. Sacramenten, naar 't ziekenhuis te
Eindhoven overgebracht.
De politie heeft de zaak in onderzoek, r
wagen is in beslag genomen.
Voor den Kantonrechter te Den Haag, cur.
Gelein Vitringa, is behandeld de zaak van M. M.,
oud-directeur van „De Toekomst", verdacht
van overtreding van de Loterijwet.
Ambtenaar van het O. M. was mr. Lange-
meyer, verdediger mr. De Vrieze. Er was
groote belangstelling voor deze zaak.
Als getuige werd gehoord de heer Schaap,
hoofdagent van „De Toekomst".
De Kantonrechter vroeg getuige of hij zon
der meer geld heeft uitgekeerd aan een wille-
keurigen vreemde, die hem met een gestem
pelde handteekening het verzoek deed, een
polis af te koopen. Get. zeide aan „De Toe
komst" gevraagd te hebben, of hij dit doen
kon, en toen is gezegd, dat het goed was.
Op een vraag van mr. De Vrieze verklaarde
getuige, dat verdachte hem gezegd had, dat
hij de brieven af kon koopen a pari en dat Us
heer Charlier, uit Brussel hem gezegd had.
dat hy ze af kon koopen tegen bedragen over
eenkomstig de prijzen die bij de Staats-
loterp waren gevallen.
Voorts werd gehoord de heer Assink, inspec
teur der recherche, die verklaarde te hebben
voldaan aan een opdracht om een onderzoek
in te stellen naar de „Fatum", de zaak van
den heer C., in België. Zijn vertrek maakte
heelemaal niet den indruk van een kantoor.
Het bleek getuige, dat de man niet zoo bar
veel van de zaak wist. Hij sprak steeds maar
over pourparlers, die hadden plaats gehad,
over voorbereidende maatregelen. Van de
gesties van „De Toekomst" was hij niet op de
hoogte. Get. meent, een spaarstrcok daar ge
zien te hebben.
Voorts heeft hij foto's genomen van ver
schillende etalages, waarin voor de toekomst
reclame werd gemaakt.
Getuige geeft dan een samenvatting van de
werkzaamheden. Het waren de werkzaamhe
den van de Staatsloterij; alleen ging het uit
gebreider. De zaak werd veranderd, toen de
ministerieele verklaring van geen bezwaar niut
kon worden verkregen, als Lotisico niet terug
ging naar zpn oude polisbedrijf. Dit is toen
geschied.
Mr. De Vrieze verzocht er akte van te
nemen, dat verdachte ontkent, van de inrich
ting van etalages instructies te hebben gege
ven.
Verd. merkte op, dat duidelijk gebleken is,
dat bij de inbeslagneming verscheidene voor
werpen niet verd. eigendom waren.
Alvorens na verder getuigenverhoor mr.
Langemeyer requisitoir nam, merkte mr.
De Vrieze op, dat het beter is, eerst nog ge
tuigen te hooren, omdat voor den kantonrech
ter en den Ambtenaar van het Openbaar Mi
nisterie, de zaak uit haar aard moeilijk is.
Met name stelde hy er prijs op den heer Van
der Does de Bye te hooren. En hij zal alsnog
probeeren, den heer Charlier hier te krijgen.
De kantonrechter bepaalde, dat de behan
deling van de zaak zal worden voortgezet en
20 Juli.
Bij K B. is benoemd tot auditeur-militair-plaats
vervanger bij den Krijgsraad voor de Landmacht
voor het Rijk in Europa te 's-Hertogenbosch mr.
A. M. P. A. Bloemarts, advocaat en procureur te
's-Hertogenbosch.
Bij beschikking van den minister van Finan
ciën is de inspecteur der directe belastingen, enz.
C. A. Mulder, toegevoegd aan het hoofd van de
inspectie der directe belastingen te Amsterdam,
verplaatst naar Roosendaal en toegevoegd aan
het hoofd van de inspectie der invoerrechten en
accijnzen aldaar en de inspecteur der directe be
lastingen, enz. J. R. Boonstra, toegevoegd aan
het hoofd van de inspectie der directe belastingen
te Eindhoven, verplaatst naar Leeuwarden en toe
gevoegd aan het hoofd van de inspectie der directe
belastingen aldaar.
Bij K.B. is met ingang van 1 Juli 1934 benoemd
tot burgemeester der gemeente Heerenveen J. J.
G. S. Falkena, met toekenning van gelijktijdig
eervol ontslag als burgemeester der gemeente
Schoterland.
De ccV.sul-generaal der Nederlanden te Bey
routh (Syrië), de heer A. A. Plant, is met verlof
van zijn post naar Europa vertrokken.
De vice-consul aldaar, de heer P. L. J. Camil-
lerl, is belast met de waarneming van het con
sulaat-generaal.
De consul der Nederlanden te Panda (Congo-
Kolonie), ir. H. J. Schuiling, is met verlof van
zijn post vertrokken.
De waarneming van het consulaat is opgedragen
aan Jr. J. F. Vaes.
De heer H. Brett is benoemd tot consul van
de Vereenlgde Staten van Amerika te Rotterdam,
zulks ter vervanging van den heer Carol H. Fos
ter, die naar elders is overgeplaatst.
De heer Kenneth S. Patton, consul-generaal
van de Vereenlgde Staten te Batavia, is in gelijke
hoedanigheid overgeplaatst naar Amsterdam, zulks
ter vervanging van den heer Charles L. Hoover,
die een nieuwe bestemming heeft verkregen.
De consul-generaal der Nederlanden te Helsing-
fors (Finland) de heer Ch. H. J. van Niftrik, is
met verlof naar Nederland vertrokken.
De consul aldaar, de heer K. Th. Seidenschnur,
is belast met de waarneming van het consulaat-
generaal.
8
Byna onmiddellijk werd Tony het middelpunt
van een aantal vrienden en bekenden en aan het
handschudden en feliciteeren kwam bijna geen
einde. Na een paar minuten slaagde hy er in,
zich van al die hartelijkheden te bevrijden en
begaf zich vlug naar den ring om te informee-
ren, hoe 't met den ongelukkigen Lopez was ge
steld. „Doggy" Donaldson bevond zich onder de
groep, welke den verslagen kampvechter om
ringde. Hy bukte zich over hem heen en stelde
een vluchtig onderzoek in. Toen stond hy met
een glans van zichtbare verlichting op.
,,'t Is in orde," sprak hy, ,,de arme kerel komt
al weer by. Ik dacht waarachtig een oogenblik,
dat het met hem gedaan was. Allemachtig, wat
was dat een mep!"
„Nu, ik ben blij, dat het niet erger is," zei
Tony.
De ander knikte. „Ja," zei hij, „wij mogen
allen wel dankbaar zyn. Het zou een onge-
■wenschte geschiedenis voor de club zyn, als hy
zyn nek had gebroken."
Hij begaf zich naar zijn kantoortje en Tony,
die Bugg wilde gaan opzoeken, ontmoette on
verwacht Da Freitas en, zyn koninklijken mees
ter, die blijkbaar uit belangstelling naar Lopez
kwamen informeeren. De markies keek even
suikerzet als altyd, maar het was moeilyk zich
een norscher gelaat voor te stellen, dan Zyne
Majesteit te aanschouwen gaf.
Da Freitas boog met een zweempje ironische
overdrijving.
„Sta my toe, u te feliciteeren, Sir Antony. Uw
overwinning is inderdaad verpletterend."
Tony keek hem met zyn gewoon vriendelyk
glimlachje aan.
„Ik dank u," sprak hij. „Het verheugt my by-
zonder, dat uw protégé geen ernstig letsel heeft
bekomen. Die wijze van aanvallen was een on
gelukkige keuze." Hy wendde zich vervolgens tot
Pedro. „U kunt ten allen tijde voor een revan-
chewedstryd over ons beschikken."
Zyne Majesteit zette een zuur gezicht. „Ik
dood hem liever, dan dat ik hem ooit weer onder
mijn bescherming laat boksen," sprak hij bitter.
Markies Da Freitas toonde zijn witte tanden
door een beleefd lachje.
„Ik geloof, dat u op het boksterrein te sterk
voor ons is. Misschien vinden wij den een of an
deren dag een gunstiger gevechtsveld."
„Dat hoop ik," zei Tony. „Ik vind het heer-
ïyk, steeds in wedstrijden en weddenschappen
gewikkeld te zyn. Ik vind dat hoogst interes
sant."
Hy gaf hun een paar vriendelyke knikjes en
verwyderde zich in de richting van de hal. Hy
schoot op zyn weg daarheen niet hard op, want
telkens wevd hy door vrienden tegengehouden,
die hem in de meest onstuimige bewoordingen
feliciteerden, terwyl enderen hem, meit den
meesten aandrang er toe trachtten te bewegen
aan een avondfeest deel te nemen, dat in een
van de naburige clubs zou gegeven worden.
Tony sloeg de uitnoodiging echter af onder
voorwendsel van een andere afspraak. Zooals hy
Guy onder het diner had verteld, was het zyn
onveranderlijke gewoonte, om Bugg, na een suc-
cesvollen wedstrijd mede te nemen naar Shep
herd, het beroemde oesterrestaurant in Coven-
trystreet, dat zeer druk door heeren liefhebbers
van boksen en andere sport werd bezocht. De
eenvoudige, gemoedelyke „Tyger" had voor niet
veel dingen een byzonder zwak, maar het ver
schafte hem zoo'n bovenmatig genoegen by die
gelegenheden daar by zyn patroon aan een ta
feltje te zitten, dat Tony hem dat genoegen
niet wilde ontzeggen, al had hij er de schitte
rendste partij aan moeten geven.
Toen hy in de kleedkamer kwam, vond hy
Bugg reeds geheel gereed met zyn toilet en om
ringd door eenige persmannen en boksiiefheb-
bers. Mac Farland was in zyn element en
schonk den bezoekers champagne, onder het
betoogen, dat zyn methode van training nog
niet was verbeterd, zooals nu wederom was ge
bleken.
Tony wachtte en maakte een vriendelyk
praatje met dezen en genen, tot hy kans zag
Bugg buiten den kring zyner bewonderaars te
voeren. Toen hem dit gelukt was, slopen zy sa
men rustig door een zyuitgang van de club, om
de menigte die by den hoofdingang op den Ty
ger" stond te wachten, te vermyden.
Toen zij met een zucht van verlichting de
koele nachtlucht van Long Acre voelden, stak
Tony een sigaret op en presenteerde er een aan
zyn metgezel.
„Je hebt je zelf vanavond overtroffen, Bugg,"
zei hy. „Het ergste is, dat, als je op die manier
doorgaat met steeds vlugger en sterker worden,
ik een ander beroep zal moeten kiezen. Niemand
zal meer tegen je durven wedden."
„Ik hoop niet, dat ik hem dien opstopper te
plotseling heb gegeven, mynheer. U zei toch,
dat u niet veel tyd had van avond?"
,,'t Was in één woord schitterend, Bugg," zei
Tony. „De eenige, die een aanmerking te maken
had, was koning Pedro."
Bugg snoof minachtend. „Hij hep niet veel
weg van een koning, mynheer, 't Verwondert me
niks, dat z'm den bons gegeven hebben. Een
echte koning zou zoo'n kif niet hebben, as ie een
pond of wat verloor."
„Ik geloof, dat je geiyk hebt," zei Tony. „Een
zekere roekeloosheid in geldzaken
Hy hield plotseling op en bleef een oogenblik
staan, waar was hy, terwyl hij strak naar den
overkant van de straat staarde. In de helle
lichtcirkel van de groote, veelarmige electrische
lantaarn zag hy de gedaante van een meisje,
dat hem op en afstand sterk aan Molly Monk
deed denken, zy was blykbaar zoo juist uit een
der deuren der flats gekomen en stond daar
met een koffertje in haar hand, in onzekere, be-
sluitelooze houding, alsof zy niet wist, wat zy
zou gaan doen.
Bedenkende, dat het Molly niet kon zyn, om
dat die natuuriyk in de schouwburg was, maak
te Tony een beweging om zijn weg te vervolgen,
toen, ict£ bijzonders zyn aandacht trok. v
Uit een donkere portiek waren plotseling twee
goed gekleede heeren te voorschijn gekomen en
vlug naar de plaats geloopen, waar het meisje
stond. Een oogenblik keken zy alle drie elkaar
aan en toen nam een van hen zijn hoed af en
sprak haar aan. Met een licht gebaar van
schrik, deinsde het meisje terug naar den muur
en keek angstig om zich heen, als zocht zij een
middel om te ontsnappen. De man die haar had
toegesproken volgde haar verder en deed, nog
steeds met zyn hoed in zijn hand, blykbaar po
gingen, om haar gerust te stellen.
Tony wendde zich tot Bugg. „Zooiets kunnen
wij in Long Acre toch niet toelaten," verklaarde
hij. „Het is altijd een byzonder nette straat ge
weest."
Hy gooide zyn sigaret weg en stak, gevolgd
door den toekomstigen kampioen van Engeland,
driftig de straat over.
Toen zij hun voetstappen hoorden, keerden de
mannen zich plotseling om. Het was hun duide
lijk aan te zien, dat zij vreemdelingen "waren en
de gele kleur van hun gelaat vervulde Tony met
een soort vaderlandslievend verantwoordelijk
heidsgevoel.
Zonder een van beiden eenige aandacht te
schenken, liep hij recht naar het meisje toe en
maakte, terwyl hy zyn hoed afnam, een lichte
buiging voor haar.
„Neemt u my niet kwalyk," sprak hy, „maar
van den overkant van de straat leek het, of deze
heeren het u lastig maakten. Kan ik u mis
schien van eenigen dienst zijn?"
Zij staarde hem met dankbare oogen aan. Van
nabij gezien, was haar gelykenis met Molly, of
schoon merkwaardig sterk, toch niet geheel mis
leidend. Zij was iets jonger en tengerder; ook
lag geheel haar uiterlyk een gratie van aange
boren voornaamheid.
„O, als u zoo vriendelijk zoudt willen zyn,"
sprak z met welluidende zachte stem. „Ik
wensch niet met deze mannen te spreken. Wilt
u hen wegzenden direct wegzenden.
„Ja, natuurlijk," antwoordde Tony met een
van zijn vriendelijkste glimlachjes. „Maak u
maar niet ongerust."
Hij wende zich tot de geelbruine vreemdelin
gen, die door zijn plotseling optreden blijkbaar
zeer ontstemd waren.
„Pak je weg," „en probeer het niet weer."
IV
Als een sprookje
Er volgde een korte pauze en toen deed de
kortste van de twee een stap voorwaarts. Hij zag
er strijdlustig uit en keek loensch. Met een licht
vreemd accent sprak hij Tony aan.
„Mijnheer, u vergist zich. Wij zijn niet voor
nemens deze dame te beleedigen. Wy zijn werke-
lyk haar beste vrienden. Als u dus zoo goed wilt
zyn uw's weegs te gaan
Met een vonk van vechtlust in zyn oogen,
stapte Bugg naast den spreker en tikte hem op
zyn elleboog.
„Zeg! heb je niet gehoord, wat mijnheer zegt?"
Hij wees met zijn duim over zyn linkerschouder.
„Hoepel op, als je niet afgedroogd wilt worden."
.(Wordt vervolgd)