H
m
Met iwftaal van den dag
D
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
1
Een beroemd Engelsch tooneelspeler
üp
Sm
Mi
SIR HERBERT TREE
HET PARLEMENT VAN
HET EILAND MAN
DE VROUW
Het Geheim van
het open Raam
DONDERDAG 12 JULI 1934
Honderden geschiedenissen en
anecdoten, waarvan hij het
middelpunt was worden
nog steeds verteld
Hoe hij zijn meester
vond
Zonneschijnrecord in
Mei
Nieuw radio-actief
element
Duizenden wonen steeds de ope
ningsplechtigheden bij
Zeer oude ceremonies
Een symbool van
saamhoorigheid
Helpt Uw noodlijdende Icnd-
genooten. Gebruikt voor Uw
correspondentie
Crisis-Postzegels
Frankeerwaarde 5 ct.
idem 6
Aan alle postkantoren en
bij Uw Plaatselijk Comité.
Gemeenteraad van Den
Bosch op
excursie
Woningvraagstuk en werk
verschaffing
ÏFSJFSiï. I Het schot in
den winkel I
Stuurlieden-examens
Staatsexamen akte onder-
wijzer(es)
Eindexamen H.B.S.
Retraitehuis Kapellerlaan
Roermond, Tel. 149
„Klooster v/d H. Geest" te Uden
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Detective-verhaal dooi
ANTHONIE GILBERT
Het is thans zeventien jaren geleden dat
sir Herbert Beerbohm Tree, de beroemd
ste tooneelspeler, dien Engeland sinds
Garrick voortgebracht heeft en zeker de
meest algemeen beminde stierf.
Zelfs het jongere geslacht dat hem nooit per
soonlijk gezien heeft, blijft een zekere vereering
voelen voor den man, wiens naam nog steeds
genoemd wordt als die van een der grootste
Londenaars, die zijn stempel heeft achtergelaten
op het leven eener stad die, wegens de gewel
dige uitgebreidheid der bevolking, zoo moeilijk
te beïnvloeden is. Maar sir Herbert heeft zijn
invloed niet alleen tijdens zijn leven uitgeoefend,
maar blijft voor velen de genius van het artis
tieke Westend, dat hij niet alleen als kunste
naar, maar door heel zijn merkwaardige per
soon, gevormd heeft.
Hij was een zeer geestig man en honderden
geschiedenissen en anecdotes, waarvan hij het
middelpunt was, worden nog steeds verteld en
oververteld, gedrukt en herdrukt. Als groot
meester van den geest was hij moeilijk te ver
slaan en uit duellen met vernuft trad hij bijna
steeds als overwinnaar te voorschijn.
Maar hij werd verslagen door kolonel Lowther,
den heer van Herstmonceux Castle, in Sussex.
Deze kolonel, die eenige jaren geleden stierf,
was de beruchtste „practical joker" van zijn tijd.
Hy maakte er niet alleen een sport, maar ook
een kunst van, de menschen erin te laten loo-
pen. Gastvry, gul en gemoedelijk in de hoogste
mate, had hy een uitgebreider vriendenkring
dan bijna alle andere „lions" van het begin
dezer eeuw: maar hoe bemind hy ook door zijn
vrienden was, recht veilig voelden dezen zich
nooit in zijn gezelschap. Hy was een geboren
mystificateur en kon onmogelijk weerstand bie
den aan de verleiding zyn eigenaardig, maar
hinderlijk talent den vrijen teugel te laten. Hy
had de lachers steeds aan zijn zijde, want zyn
„grappen" getuigden van zeldzaam vernuft en
ongewonen geest. Zelfs die slachtoffers, die er
het ergst ingevlogen waren, vergaven den be-
minnelijken kolonel weer spoedig en van gan-
scher harte. Bovendien wisten zy dat zy dan
nooit meer iets van hem te duchten zouden
hebben, want Lowther maakte nooit tweemaal
denzelfden persoon tot het voorwerp zijner mys
tificaties.
Er wordt de volgende anecdote van sir Herbert
Beerbohm Tree en kolonel Lowther verteld.
De beroemde acteur was gast op Herstmon
ceux Castle en wandelde met zyn gastheer door
het park, toen zy een groepje toeristen tegen
kwamen, die vroegen of zy het kasteel mochten
bezichtigen, dat toen nog niet voor het publiek
toegankelijk was.
Kolonel Lowther antwoordde, op sir Herbert
wijzende:
„Dit is de kolonel. .Misschien wil hy u ver
gunning geven."
„Zeker," zeide Tree. „Doet precies wat gy
wilt. Plukt zooveel bloemen en neem zooveel
Te Melbourne is voor de maand Mei een
zonneschynrecord gehomologeerd. Tot nu toe
was het record 154 uren zonneschijn voor de
maand Mei 1897. Dit jaar werden in de over
eenkomstige maand 180 uren van zonneschijn
geteld.
De Tsjecho-Slovaaksche geleerde Koblic, lei
der van het nationale Radium- en Uranium-
instituut, heeft een nieuw radio-actief element
weten te isoleeren. Hy heeft het den naam
„Bohemium" gegeven.
vruchten mede als gy gebruiken kunt. Dit
voegde hy eraan toe, op kolonel Lowther wij
zende is sir Herbert Tree, de beroemde ac
teur."
Reeds dacht hy zich erop te kunnen laten
voorstaan den beruchtsten grappenmaker van
dien tijd zyn trekken thuisgestuurd te hebben,
Maar kolonel Lowther aarzelde geen oogenblik.
„Ja," zei hy tot de opgetogen bezoekers, „en
wanneer een uwer ooit in de buurt van His
Majesty's Theatre mocht komen, iaat hy dan
vooral niet verzuimen naar my te vragen. Het
zal my ten allen tyde een groot genoegen zijn
hem biljetten voor de stalles te geven als mijn
stukken opgevoerd worden."
et oudste parlement ter wereld is weer
geopend het parlement van het eiland
Man.
De ceremoniën, waarmede dit jaarlijks ge
schiedt, vinden in grilligheid haar weerga niet
in Europa; vele gebruiken, die hierbij gevolgd
worden, vinden hun oorsprong in den tijd toen
bijna duizend jaren geleden deze volks
vertegenwoordiging ingesteld werd.
De openingsvergadering wordt de „Tynwald"
genoemd en gehouden op den Tynwald-heuvel,
te St. John, bij Peel. De heele bevolking van
het eiland heeft vacantie en duizenden wonen
de plechtigheid bij.
De beide Huizen van het Parlement, het
House of Keys" en de Wetgevende Raad, be
geven zich in processie naar de „mound" of
heuvel, waar de jaarlijksche openlucht zitting
gehouden wordt. Terwijl de zes-en-twintig wet
ten, die in den loop van het jaar aangenomen
zijn, afgekondigd worden, houdt de officieele
zwaarddrager het staatszwaard omhoog, dat
eenmaal toebehoorde aan koning Olaf, die het
in 1215 gebruikte bij een kruistocht tegen de
Mooren.
Het pad, waarlangs de processie der beide
Huizen en ook de gouverneur van het eiland,
sir Montague Butler, zich naar de Mound be
geven, is bestrooid met bieren, een gebruik dat
uit de vroege Middeleeuwen stamt.
De zes-en-twintig wetten worden zoowel in
het Manx, gelijk de taal van het eiland heet,
als in het Engelsch voorgelezen. Dit geschiedt
door den „deemster" of rechter en door den
aartsdiaken van het eiland.
Het parlement van Man is niet alleen het
oudste ter wereld, het is ook het eenige welks
constitutioneel of feitelijk bestaan nimmer on
derbroken is geworden. Bijna tien eeuwen lang
is de „Tynwald" elk jaar met dezelfde plechtig
heid gehouden; er bestaat, volgens de bewering
van deskundigen, heel weinig verschil tusschen
de ceremonie, die zich heden afspeelt en die
welke in 1434 of 1234 plaats had.
Het parlement bezit werkelijke macht, of-
schoon het eiland niet autonoom is en direct
van Londen uit geregeerd wordt. Ook de kanaal
eilanden hebben een eigen parlement en boven
dien eigen munten, maar nergens in het Ver-
eenigd Koninkrijk is het gewestelijk bewustzijn
zoo sterk ontwikkeld als op het kleine berg-
eiland Man, dat ondanks het 's zomers zeer
drukke badgastenbezoek zyn eigen zeden, ka
rakter en taal heeft kunnen bewaren en met
groote voorliefde in stand houdt.
Zoo nu en dan neemt burgemeester van
Lanschot zijn geheelen gemeenteraad mee
op excursie. Als de burgervader zoo'n uit-
noodiging uitzendt dan zijn er altijd raads
leden die ondeugend durven vragen: „Hoe
veel crediet is er weer noodig? 'n Ton? Wel
ke voorstellen zijn er weer in zicht? Moeten
we weer gelijmd worden met 'n rjjtoertje?"
Politieke uitdrukkingen zijn niet altijd vrien
delijk, dikwijls raak, vaak ook bedoeld als 'n
onschuldige schermutseling. Maar den Bosschen
burgemeester kan dat allemaal niets schelen.
Hij meent en hij heeft gelijk dat de Raad
't niet altijd van 't papier kan lezen en na
gaan, hoe de raadsbesluiten worden uitge
voerd, of welke situatie er door de omstandig
heden kan geschapen zijn.
En zoo komt het dat op een goeden of een
kwaden dag 'n groote geel-zwarte bus in de
Bossche kleuren! voor 't stadhuis rijdt en
de burgemeester met den gemeenteraad instap
pen om gewichtige zaken te gaan zien en te
bespreken.
Zoo betrof de tocht deze week den woning-
aillllllllllllllllll
iiiiiiiiiiimmim
In Parijs, de stad der droomen,
Van de Seine en den Eiffel,
Staat de vrouwmet wat haar
toekomt,
Schijnbaar altijd nog in twijfel.
Weer wordt een congres gehouden
Ter bespreking harer rechten
En vooral om de erkenning
Van haar arbeid te bevechten!
Al haar arbeid, al haar huiswerk,
Dat toch voor de huisvrouw zwaar is,
Geeft den vrouwen, zonder twijfel, I
Ook het recht op een salaris!
Zelfs mijn vrouw werd wat oproerig, 1
Toen zij daarvan had gelezen
En zij zei: „ik wil niet langer
Meer je gratis-huisvrouw wezen!
Waarom wel den man de duiten,
Waarom jij de heer in bonis,
Onderwijl ik maar moet zwoegen
Juist alsof dit heel gewoon is?
Ik verlang (dit met een vuistje)
Ik verlang voortaan salaris,
i Anders zal ik ieder zeggen,
Dat mijn man een stuk barbaar is!"
I En toen zei ik onderdanig:
„Ik erkende steeds je rechten,
Zoodat jij met mij niet langer
Om de centjes had te vechten.
I Want behalve slechts wat zakgeld,
Dat voor tram en voor sigaar is,
Gaf ik jou toch, sinds wij trouwden,
Steeds mijn hééle jaar-salaris?
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
aiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiimiiiiimimiiiimmiiiiiiiiiiiiiin?
bouw en de werkverschaffing, waarvoor van
Den Bosch ontzaglijk groote offers worden
gevergd en die door de omstandigheden telkens
nieuwe zorgen eischen, telkens weer andere
plannen noodig maken.
De oude woningnood heeft in Den Bosch
nog steeds een woningvraagstuk achtergelaten.
De groote verhuizing van de krotten naar de
nieuwe groote uitbreiding heeft zóóveel moei
lijkheden in den weg gebracht, dat niet dan
door een z.g.n. opschuifsysteem de gezinnen te
recht kunnen komen in de buurten waar ze
thuis hooren.
Om in den woningnood en tegelijk in de werk-
versqhaffing te voorzien, heeft de gemeente
jaren geleden in allerhaast honderden beton-
woningen gebouwd die niet solide en nog nim-
der duurzaam bleken te zijn. Vier honderd van
die arbeiderswoningen zijn daarom „ontman
teld" geworden, d.w.z. dat ze versterkt werden
door muren van baksteen en nu in huurwaarde
zyn gestegen. Er staan nu nog ongeveer een
paar honderd woningen te „ommantelen" waar
voor„een ton" noodig zal zyn!
Dan is daar de uitbreiding achter den Dage-
raadsweg. Daar komt de ophooging geleidelijk
gereed en wordt de grond bouwrijp. Als er nog
méér woningwijken komen, wordt de parochie
van pastoor Barten al te groot....
Dan maar weer 'n nieuwe parochie! redeneert
burgemeester van Lanschot. D&n maar weer
'n nieuwe kerk, 'n nieuwe pastoor!
De expansie van Den Bosch wijst er werke
lijk op, dat binnen afzienbaren tijd eenige nieu
we paroches te verwachten zijn!
De geel-zwarte bus reed ook naar de Voge
lenwijk waar nieuwe groote woningcomplexen,
bestemd voor de minst gesitueerden werden
bezichtigd. y
Die Vogelenwijk is den laatsten tijd in op
spraak.
Met Tijl Uilenspiegel kunnen de „Vogelen"
wel zeggen: ,,We maken het er naar!
Maar ten onrechte worden in deze dagen van
het Amsterdamsche oproer de Bossche men
schen uit de Vogelenwijk door sensatieschrij
vers „communisten" genoemd.
Nu deed zich bij het bezoek van den burge
meester en den gemeenteraad aan die buurt
de merkwaardigheid voor dat de bewoners uit
liepen en hun hart eens lucht gaven over de
beleediging door bedoelde krantenschrijvers
it is geen detective-verhaal en het schot
hier bedoeld geen schot dat pleegt te
vallen, doch een schot dat getimmerd
werd in den winkel van het Amsterdamsche de
pot der „Magdenburger MaschinenfabriK".
Dit filiaal iiad twee ingangen: één winkel
deur, die vaak openstond en achter een wijden
inrit voor de berg- en werkplaats, die tus
schen acht en zes nimmer werd gesloten. Wat
er gebeurde als iemand de middendeur open
de, ligt voor de hand. Dan tochtte het zóó on-
menschelijk, dat de paperassen door het lucht
ruim joegen als de sneeuwvlokken over de Si
berische laagvlakte en de binnenkomende door
het geheele tikgilde met een gekrijsch: „Deur
dicht....!!" werd begroet. Omdat de passage
van voor naar achter nogal druk was, had
dit mede tot gevolg, dat de sterkte der admi
nistratieve afdeeling, die nominaal op één do
zijn werd gesteld, tusschen de maanden Octo
ber en April, ondanks alle hoestballetjes, jum
pers en omslagdoeken, slechts bij uitzondering
een effectief van tien dames bereikte. De ove
rigen lagen met bronchitis te bed.
Deze toestand werd tenslotte onhoudbaar ge
acht. Er kwamen timmerlieden, glazenmakers
en schilders en na een week vol geklop, ge
sleep en verflucht, waren de dames door een
keurig hoog glazen schot van de tochtige bui
tenwereld afgesloten.
Vanzelfsprekend moesten de kosten hiervan
aan Maagdenburg worden gemeld en nu wil
den de omstandigheden, dat de geheele Duit
sche correspondentie rustte op de schouders
van juffrouw Hölderlin. Zij had deze betrekking
gekregen op den Duitschen klank van haar naam
en op haar heilige verzekering, dat ze een emi
nent Duitsch sprak en schreef. Ze bleef slechts
gehandhaafd door het feit, dat de directeur
overigens een gewiekst zakenman als self
made man nimmer goed Duitsch had geleerd.
De brieven die ze schreef waren in staat om
Goethets gebeente te doen klapperen, doch de
Maagdenburger heeren waren door de corres
pondentie met allerlei nationaliteiten gehard
Zoolang men slechts begrijpelijk bleef maakte
men daar geen aanmerkingen.
Wat nu het schot betreft, dat vinden we te
rug op den maandstaat der onkosten, waar
juffrouw Hölderlin, na het raadplegen van een
woordenboek met fraaie hand schreef: „Schusz
im Laden: f 217.13". Dat dit fout was, wist zij
niet en dat zij daarmee de eerste schrede op
weg naar het stadhuis zette zal ze evenmin
hebben vermoed.
Zooals te verwachten, bevatte de eerste brief
uit Maagdenburg een sarcastische alinea. Men
had de kranten nog eens nageslagen, doch nietss
gelezen over onlusten, zoodat men over dit
„Schusz", dat naar de kosten te oordeelen een
„Granateneinschlag" was, graag nadere in
lichtingen zag.
Juffrouw Hölderlin gaf ze. In gevoelige kleu
ren schilderde zy het lijden der dames, het
woeden der griep en de holle blafhoesten, waar
door men gedwongen was geweest de nijvere
schare door een schot voor klimaat, sanato
rium en graf te behoeden. Het was aldus
juffrouw Hölderlin geen „Kanonenschusz",
doch een „Windsehusz" en een nadere specifi
catie leerde den Maagdenburgers, hoe alle me
dewerkers hun deel van de uitgegeven f 217.13
hadden genoten.
Het antwoord was weer hatelijker dan het
eerste schrijven. Men lanceerde enkele boos
aardig hoonende opmerkingen over de Amster
damsche geneeswijzen en eischte met nadruk:
„endgültige Auf-
klarung". Wat
over hen uitgestort. En luide verzekerden die
menschen, dat ze geen oproerlingen, geen com
munisten zijn!
t Is ook wéér! De „bast" is hard, maar de
kern is gezond. Van vreemde smetten vrij!
Het bezoek gold verder de nieuwe zwemin
richting, die een enorm succes geeft en die
zoo waar reeds te klein is! Hier doet zich het
verschijnsel voor dat er méér dames zwemmen
dan heeren en het ruime gedeelte van „De
IJzeren Vrouw" voor de vrouwen moet worden
vergroot.
Voorts werden in oogenschouw genomen de
groote grondwerken nabij den Engelschen weg.
Daar verrijst de nieuwe fabriek van de N.V.
P. de Gruyter en Zoon en even verderop het
groote nieuwe Veilingsgebouw van de N. C.
Boerenbond.
Daar nabij wordt een nieuw industrieterrein
gevormd daar komt later een nieuwe haven.
Daar is nog véél te doen! Geleidelijk worden
honderden werkloozen aan den arbeid gezet en
met de vele plannen welke het gemeentebestuur
in grooten stijl ontwierp kan nog jaren de
werkverschaffing voortduren.
Dat is de conclusie op de excursie, die onge
twijfeld van buitengewoon belang is geweest en
de Bossche vroedschap een beter inzicht heeft
gegeven van den algemeenen toestand betref
fende de woningpolitiek en de werkverschaf
fing.
doch niet in j
staat om de di- f
rectie te bevredi- I I
zen. Men haalde
de schouders op mompelde iets over goedaardi»
gen waanzin en belde ten einde raad een der
Duitsche reizigers in Nederland op.
Deze startte met opgestreken zeilen, had een
buitengewoon luidruchtig en verward onderhoud
met den directeur en daalde toen, in het volle
besef van de majesteit die hem omgaf, naar
den winkel, om daar het „dummes Frauen-
zimmer" eens de les te lezen.
Om te begrijpen wat nu volgde, zou men
eigenlijk juffrouw Hölderlin gekend moeten
hebben. Pen en typewriter schieten te kort om
haar naar het leven te teekenen en daarom
zullen we volstaan met dit signalement: Lengte:
1.70 M.; gestalte: slank en koninklijk; gezicht:
lief ovaal; oogen: helder, groot en baby blauw;
neus: vroolijk wipmodel; lippen: kersrood en
fijnbesneden; kin: smal en rond; wangen: ge
vuld en rose; haar: rijk krullend, kleur hoog
goudblond; stem: zilveralt. Bijzondere kenmer
ken: permanente glimlach.
Door dit uiterlijk kwam het, dat het standje
in des reizigers mond bestierf en vervangen werd
door een uiteenzetting, die werkelijk charmant
mocht worden genoemd.
De vertegenwoordiger, nu in staat het be
doelde voorwerp te zien en te betasten,^kon op
heldering geven. Het was geen Schusz, doch
een Scheidewand. De klaterende lach, dien dit
misverstand by juffrouw Hölderlin opwekte,
was oorzaak, dat de reiziger, plots doldriest en
doortastend, haar op staanden voet voor de bi
oscoop inviteerde.
Het verdere verloop is volgens de overbeken
de, platgetreden immer nieuwe paden gegaan.
Juffrouw Hölderlin, thans Frau Bassemann,
woont tegenwoordig eveneens te Maagdenburg
en haar Duitsch heeft nu ongeveer de hoogte
bereikt, die zij lang geleden aan haar patroon
opgaf te bezitten. Zij spreekt, schrijft en leest
even gemakkelijk als in haar moedertaal en
slechts haar smaak is achtergebleven. De
schoonste deelen der Duitsche literatuur zinken
volgens haar in het niet bij dit ééne zinnetje:
„Schusz im Laden".
Voorzichtig strompelde ik verder naar den
zoom van het woud. „Bok, jongen wat heb
je me ongerust gemaakt," hoorde ik achter
mij zeggen. „Jongen, wat zie je er uit. Je bent
heelemaal gehavend, je handen bloeden, je
been is kapot, je gezicht zit vol schrammen,
vertel eens wat er gebeurd is?"
Hierop gaf ik een relaas van mijn ontmoe
tingen. 't Was erg avontuurlijk, oom. Die buf
fels zijn geen gemakkelijke jongens. Oom
Sidney keek mij verbaasd aan en gaf mij een
complimentje voor de manier, waarop ik alles
opgeknapt had, maar hij had in groote on
gerustheid gezeten over mijn uitblijven.
Ik dacht minstens dat je door wilde dieren
in je slaap was meegenomen. Je bent een
wondere kwibus, Bok" besloot oom Sidney zyn
overpeinzingen, maar nu wordt het tijd dat
wij verder gaan. De weg naar boven voerde
door dicht geboomte en struikgewas en met
onze kapmessen moesten wij ons een weg banen.
Het weggetje, dat wij tot dusver gevolgd
hadden, was hoe langer hoe smaller en on
dieper geworden en was tenslotte onder het
struikgewas verloren gegaan. Dit hinderde
echter niet, want we vonden thans verfris-
sching door groote sappige vruchten, een soort
meloenen, die hier veelvuldig groeiden.
DEN HAAG. Geslaagd voor stuurman KL
Stoomvaart: L. H. Vogelzang, J. J. Tuil, H. Wilde
man, W. Bootsman.
DEN HAAG. Geëx. 12 cand. Geslaagd
mes: H. J. Timmenga, Wassenaar; A. E. Schür-
hoff, Den Haag; J. C. Schell, Scheveningen; E.
E. Stoffel, Delft.
ALMELO, geslaagd C. A. Brinkhuls, W. Maassen
v. d. Brink, J. Bijkerk, H. Deinum, W. Exmann,
J. W. Haytink, E. S. Hirschel, E. S. v. d. Horst, IJ.
Iwema, E. de Jong, J. G Kamphuls, A. Kleijnsma,
F. W. Kuiper, W. G. M. Logman, H. W. Prinsen, G.
D. C. van de Riet, E. J. W. Sanders, H. P. K. San
ders, N. G. Stroink
Afgewezen 4.
Zaterdag 21—24 Juli ongeh. dames.
Zaterdag 2831 Juli K.J.V.-ers.
Woensdag 1—4 Aug. dames onderwijzeressen.
Dinsdag 814 Aug. K.J.V.-leidsters.
1418 Juli Apoth. Ass. e. a.
21—24 Meisjes-Congreganisten uit Den
Bosch e.a.
2528 Oeugd-leidsters e.a.
2831 Meisjes uit Eindhoven
31 Juli4 Aug. Onderwijzeressen e.a.
47 Aug. Meisjes uit Helmond
7—10
11—14
14—18
18—21
21—24
27—31
Gereserveerd.
K.J.V.-ers.
Ongehuwde dames.
Meisjes-Congreganisten.
Onderwijzeressen e.a.
Voor Vrouwelijke Afgestudeerden
v. Universiteiten, Hooge scholen e.a.
i /L 7»L op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f OTkflfï bij levenslange geheele ongeschiktheid t jt werken door f '7Cf\ by een ongeval met f OCfi bij verlies van een hand f 1 OT aij verlies van een f C/1 by een breuk van 4/1 by verlies van 'n
AHQ Q00TI/16 S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen f O l/lr U»" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen doodelljken afloop# dutfV» een voet of een oog# tfm duim of wijsvinger I %/V» been of arm# Tv. anderen vinger
33
(Korte inhoud van het voorafgaande:
Sir Hector Ascher gaat door voor een ver
woed verzamelaar van kostbare boeken
In Merlin St Hugh, waar hU op zyn bul
ten woont, leeft hit zeer afgezonderd met
zi1n nichtle Paula Parkston. die in het
geheim verloofd was met den secretaris
van sir Hector Arthur Newnham Door
een handlangster komt Ascher in het be
zit van een kostbaar werk. dat uit de bi
bliotheek van Burgoyne is gestolen
Ascher reist naar Frankrijk om een aantal
boeken te verkoopen. nagereisd door Bur
goyne en den letterkundige Egerton. In
een luguber hotelletje te Parits wordt
Ascher dan vermoord. Omtrent den dader
tast men In het duister Waarschymyk
is Ascher reeds in den trein vermoord
en in zyn boekenkoffer. door iemand die
zich voor hem uitgaf naar het hotel ver
voerd. Het tustitleel onderzoek wordt ge-
leid door den detective Lestrangel
„Ik stond zoo goed als op straat en wilde
hem voor het laatst overtuigen, dat hy
iverkeiyk in geweten verplicht was, me te
helpen, vooral omdat het voor hem zoo
joed als niets beteekende en ik zou voor
goed gered zijn. Ik rekende er op, dat hy
onder pressie van het zeer gespannen
oogenblik gemakkelijk tot hulp te bewegen
zou zyn. Bij de douane was ik hem een
beetje voor. Maar toen kregen Ve moeilijk
heden, en ik kwam in het eene rijtuig
terecht en hij in het andere. Hij reisde eerste
klas en het viel me niet zoo gemakkelijk bij
hem te komen. Toen ik hem eindelijk ont
dekte, terwijl ik door de gang liep, zag ik,
dat er iemand anders in zijn coupé zat. De
vreemdeling was vreeselijk woest en schreeuwde
en gesticuleerde, zoodat ik onmiddellijk zag
met een Franschman te doen te hebben. Sir
Hector zat er bij als een kleine jongen, die
schuld heeft en sprak geen woord. Ik pro
beerde nog eens voor de tweede maal met hem
in contact te komen, maar telkens als ik voorbij
kwam, zag ik den vreemdeling weer."
„Zou u hem herkennen?"
„Ik geloof het niet. Ik was bang, dat ze mij
herkennen zouden en liep vlug door met gebogen
hoofd. Ik kreeg wel den indruk, dat hij tame
lijk groot was en kaal en ik hoorde hem
vreeselijk woedend zeggen: „Voleur! Voleur!"
Egerton verried niet in het minst, wat er
in hem omging, maar zyn polsen begonnen
verschrikkelijk te kloppen.
„U zegt, dat u tweemaal langs hem geko
men bent? Hoe laat was dat voor de tweede
maal?"
Miss Ferris aarzelde.
„Zoowat kwart voor tien. Ik herinner me
heel goed, dat ik op mijn horloge keek. toen
ik naar mijn wagen terugwandelde en nog tegen
mezelf zei, dat we nu al lang genoeg gereden
hadden, om aan het andere eind van Europa
te zijn."
„Hebt u al dien tijd alleen gereisd?"
„Gedeeltelijk. In Calais kwam er een dame
by me zitten, een van die echte praatkousen,
van dat vervelend soort ouwe vrijsters, die
iedereen met hun gekwebbel moeten vervelen.
Ze heeft me wel duizend dingen gevraagd.
Waarom ik naar Parijs ging, of ik daar iemand
moest ontmoeten, of ik alleen reisde en teen
mijn antwoorden haar tamelijk onbevredigend
lieten, begon ze over zich zelf. Ze kwam van
Crickelwood, ze ze en ze heeftte Marsden en
ze ging haar zuster bezoeken in Parijs, die
weduwe was geworden. Toen ik voor den twee
den keer op onderzoek urging, nam ik mijn
bagage bij me, dat was trouwens niet veel,
onder voorwendsel, dat ik er reeds was, en ik
ging in een coupé vlak bij die van Sir Ascher
zitten. Hij was heelemaal leeg, want het was
een vreeselijke avond en er waren niet veel
passagiers."
„Hebt u daarna niet meer geprobeerd, Sir
Hector aan te klampen?"
„Jawel. Maar ik kreeg geen gelegenheid."
„Maar u hadt toch nog een heel uur vrij,
voordat de trein in Parijs zou aankomen?"
„Ik was het ook werkelijk wel van plan,
maar tegen tien uur, ik heb wel niet precies
op mijn horloge gekeken, maar ik zat slechts
enkele minuten in mijn nieuwen coupé, kwam
er een man binnen. Ik geef toe, dat ik
geweldig schrok in het begin. Hij wankelde en
keek erg wild uit zijn oogen en deed zoo
vreemd. Ik dacht werkelijk, dat hy dronken
was, maar ik zag spoedig, dat hy onwel was
geworden. Daarom gaf ik hem reukzout en deed
alles, wat ik kon, en ik heb hem niet meer
in den steek gelaten, voordat we in Parijs
kwamen. Toen dacht ik mijn plicht gedaan te
hebben. Er zou allicht een kruiei komen op
dagen en ik voelde er niets voor, om Sir
Hector uit het oog te verliezen, terwille van een
vreemden passagier."
„Hebt u Sir Hector inderdaad nog in Parijs
gevonden?"
„Ja, het regende dat het goot, maar hij
scheen zonder moeite een taxi te krijgen.
Ik was hem echter zoo op den voet gevolgd
dat ik hem het adres hoorde opgeven.
Poisson d'Or. Ik kende dat hotel heelemaal
niet, maar ik volgde de taxi een eindje te
voet, want ik wilde geen verdenking op me
laden, door hem per taxi te volgen Een
eindje verder vroeg ik een voorbijganger,
of hij me verder in kon lichten. Zoodra gk
de herberg zag, begreep ik wel, dat ik er als
dame alleen niet om een kamer kon vragen.
Ik ben echter al eens meer in Parijs geweest
en ik herinnerde me een kerk van de H. Maria
Magdalena, waar de crypte heel den nacht wordt
opengehouden ten behoeve van de vrouwen en
meisjes, die zich anders met de Seine tevreden
stellen. Jaren geleden heb ik daar eens een
dievegge gevolgd. Er is niemand, die je lastig
valt. Ik zocht in een donkeren hoek beschutting
tegen weer en wind en wachtte er, tot het
weer dag zou worden. Ik had natuurlijk best
naar het hotel kunnen gaan want zoo erg laat
was het nog niet, maar ik wilde beslist den
anderen morgen voor dag en dauw weer op
de been zijn. Ik veronderstelde, dat Sir Hector
eveneens verbazend vroeg uit de veeren zou
zijn. Ik wist, dat hij erg zenuwachtig was ge
weest en bang, dat iemand hem volgen zou.
Voordat de priester kwam, om de eerste H. Mis
te lezen, was ik dus alweer verdwenen. Maar
het was nog heelemaal rustig in en rond de
herberg. Ik bleef wat op en neer loopen, zorgde
voortdurend ija de buurt te blijven en wilde
enkele malen zelfs aanbellen en vragen, of ik hem
te spreken kon krijgen. Maar ik zag er van
af, omdat ik het te gevaarlijk vond."
„Wat was dan eigenlijk uw plan?"
„O, ik dacht dat ik hem zou kunnen dreigen
met de zaak bekend te maken, als hij my niet
beter liet deelen in zijn schandelijke winst. Ik
meende, dat ik hem naar mijn pijpen kon laten
dansen, want ik had tenslotte maar een ano-
niemen brief te zenden aan Mr. Burgoyne, met
een enkele aanwijzing, waar Sir Hector den
dag te Parijs had doorgebracht; en hy zou er
natuurlijk alles voor over hebben, om mij dat
te verhinderen. Het was zoowat tien uur, toen
ik na een langere wandeling dan de vorige,
terugkwam en drie, vier menschen voor de deur
van de herberg zag staan. Ik vond net ver
standig om me bij hen te voegen en zoo hoorde
ik wat er gebeurd was. Hij was dood. Toen
kreeg ik ineens angst. Ik bestelde een overtocht
naar Engeland en kwam onmiddellijk terug.
„Waarom was u zoo bang?"
Er lag een bijzondere scherpte in Egerton's
toon, maar het effect op Miss Ferris was niet
minder onverwacht. De tamelijk ruwe toon
waarmee zij hem had begroet, was langzamer
hand verdwenen en nu stond ze er weer als
de poovere bescheiden naaister, die naar Merlin
St. Hugh was gekomen op dien warmen zomer
middag, nu zoowat twee weken geleden.
„Heeren" begon ze vriendelijk „mijn positie
was werkelijk niet zoo benijdenswaardig. Ik
had hem om hulp gevraagd en hij had die
geweigerd. Ik reisde in een vermomming
iemand achterna, die geweigerd had, mij een
financieelen dienst te bewijzen. Ik had den weg
naar het hotel gevraagd, ik kon niet het minste
alibi opgeven voor den nacht en ten slotte was
ik druipnat. Toen hoorde ik, dat hij was dood
gestoken met een heel scherp voorwerp en dat
is juist iets voor een vrouw. Daar zijn vrouwen
die op een dergelijk moment ineens tot zoo'n
gewelddaad overgaan. Denkt u maar aan Char
lotte Corday. Maar ik ben dien tijd al lang
voorbij. Ik heb hem dien middag in de biblio
theek nog gezegd, dat ik bang was geworden.
Ik wenschte veiligheid en rust, en die kon ikv
alleen krijgen wanneer hij zich een beetje
schappelijk wilde toonen. De menschen zijn niet
gewend om zich in dergelijke penibele geval
len wat edelmoedig te toonen."
Wordt vervolgd)