H m Met iwftaal van den dag D PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND 1 Een beroemd Engelsch tooneelspeler üp Sm Mi SIR HERBERT TREE HET PARLEMENT VAN HET EILAND MAN DE VROUW Het Geheim van het open Raam DONDERDAG 12 JULI 1934 Honderden geschiedenissen en anecdoten, waarvan hij het middelpunt was worden nog steeds verteld Hoe hij zijn meester vond Zonneschijnrecord in Mei Nieuw radio-actief element Duizenden wonen steeds de ope ningsplechtigheden bij Zeer oude ceremonies Een symbool van saamhoorigheid Helpt Uw noodlijdende Icnd- genooten. Gebruikt voor Uw correspondentie Crisis-Postzegels Frankeerwaarde 5 ct. idem 6 Aan alle postkantoren en bij Uw Plaatselijk Comité. Gemeenteraad van Den Bosch op excursie Woningvraagstuk en werk verschaffing ÏFSJFSiï. I Het schot in den winkel I Stuurlieden-examens Staatsexamen akte onder- wijzer(es) Eindexamen H.B.S. Retraitehuis Kapellerlaan Roermond, Tel. 149 „Klooster v/d H. Geest" te Uden AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Detective-verhaal dooi ANTHONIE GILBERT Het is thans zeventien jaren geleden dat sir Herbert Beerbohm Tree, de beroemd ste tooneelspeler, dien Engeland sinds Garrick voortgebracht heeft en zeker de meest algemeen beminde stierf. Zelfs het jongere geslacht dat hem nooit per soonlijk gezien heeft, blijft een zekere vereering voelen voor den man, wiens naam nog steeds genoemd wordt als die van een der grootste Londenaars, die zijn stempel heeft achtergelaten op het leven eener stad die, wegens de gewel dige uitgebreidheid der bevolking, zoo moeilijk te beïnvloeden is. Maar sir Herbert heeft zijn invloed niet alleen tijdens zijn leven uitgeoefend, maar blijft voor velen de genius van het artis tieke Westend, dat hij niet alleen als kunste naar, maar door heel zijn merkwaardige per soon, gevormd heeft. Hij was een zeer geestig man en honderden geschiedenissen en anecdotes, waarvan hij het middelpunt was, worden nog steeds verteld en oververteld, gedrukt en herdrukt. Als groot meester van den geest was hij moeilijk te ver slaan en uit duellen met vernuft trad hij bijna steeds als overwinnaar te voorschijn. Maar hij werd verslagen door kolonel Lowther, den heer van Herstmonceux Castle, in Sussex. Deze kolonel, die eenige jaren geleden stierf, was de beruchtste „practical joker" van zijn tijd. Hy maakte er niet alleen een sport, maar ook een kunst van, de menschen erin te laten loo- pen. Gastvry, gul en gemoedelijk in de hoogste mate, had hy een uitgebreider vriendenkring dan bijna alle andere „lions" van het begin dezer eeuw: maar hoe bemind hy ook door zijn vrienden was, recht veilig voelden dezen zich nooit in zijn gezelschap. Hy was een geboren mystificateur en kon onmogelijk weerstand bie den aan de verleiding zyn eigenaardig, maar hinderlijk talent den vrijen teugel te laten. Hy had de lachers steeds aan zijn zijde, want zyn „grappen" getuigden van zeldzaam vernuft en ongewonen geest. Zelfs die slachtoffers, die er het ergst ingevlogen waren, vergaven den be- minnelijken kolonel weer spoedig en van gan- scher harte. Bovendien wisten zy dat zy dan nooit meer iets van hem te duchten zouden hebben, want Lowther maakte nooit tweemaal denzelfden persoon tot het voorwerp zijner mys tificaties. Er wordt de volgende anecdote van sir Herbert Beerbohm Tree en kolonel Lowther verteld. De beroemde acteur was gast op Herstmon ceux Castle en wandelde met zyn gastheer door het park, toen zy een groepje toeristen tegen kwamen, die vroegen of zy het kasteel mochten bezichtigen, dat toen nog niet voor het publiek toegankelijk was. Kolonel Lowther antwoordde, op sir Herbert wijzende: „Dit is de kolonel. .Misschien wil hy u ver gunning geven." „Zeker," zeide Tree. „Doet precies wat gy wilt. Plukt zooveel bloemen en neem zooveel Te Melbourne is voor de maand Mei een zonneschynrecord gehomologeerd. Tot nu toe was het record 154 uren zonneschijn voor de maand Mei 1897. Dit jaar werden in de over eenkomstige maand 180 uren van zonneschijn geteld. De Tsjecho-Slovaaksche geleerde Koblic, lei der van het nationale Radium- en Uranium- instituut, heeft een nieuw radio-actief element weten te isoleeren. Hy heeft het den naam „Bohemium" gegeven. vruchten mede als gy gebruiken kunt. Dit voegde hy eraan toe, op kolonel Lowther wij zende is sir Herbert Tree, de beroemde ac teur." Reeds dacht hy zich erop te kunnen laten voorstaan den beruchtsten grappenmaker van dien tijd zyn trekken thuisgestuurd te hebben, Maar kolonel Lowther aarzelde geen oogenblik. „Ja," zei hy tot de opgetogen bezoekers, „en wanneer een uwer ooit in de buurt van His Majesty's Theatre mocht komen, iaat hy dan vooral niet verzuimen naar my te vragen. Het zal my ten allen tyde een groot genoegen zijn hem biljetten voor de stalles te geven als mijn stukken opgevoerd worden." et oudste parlement ter wereld is weer geopend het parlement van het eiland Man. De ceremoniën, waarmede dit jaarlijks ge schiedt, vinden in grilligheid haar weerga niet in Europa; vele gebruiken, die hierbij gevolgd worden, vinden hun oorsprong in den tijd toen bijna duizend jaren geleden deze volks vertegenwoordiging ingesteld werd. De openingsvergadering wordt de „Tynwald" genoemd en gehouden op den Tynwald-heuvel, te St. John, bij Peel. De heele bevolking van het eiland heeft vacantie en duizenden wonen de plechtigheid bij. De beide Huizen van het Parlement, het House of Keys" en de Wetgevende Raad, be geven zich in processie naar de „mound" of heuvel, waar de jaarlijksche openlucht zitting gehouden wordt. Terwijl de zes-en-twintig wet ten, die in den loop van het jaar aangenomen zijn, afgekondigd worden, houdt de officieele zwaarddrager het staatszwaard omhoog, dat eenmaal toebehoorde aan koning Olaf, die het in 1215 gebruikte bij een kruistocht tegen de Mooren. Het pad, waarlangs de processie der beide Huizen en ook de gouverneur van het eiland, sir Montague Butler, zich naar de Mound be geven, is bestrooid met bieren, een gebruik dat uit de vroege Middeleeuwen stamt. De zes-en-twintig wetten worden zoowel in het Manx, gelijk de taal van het eiland heet, als in het Engelsch voorgelezen. Dit geschiedt door den „deemster" of rechter en door den aartsdiaken van het eiland. Het parlement van Man is niet alleen het oudste ter wereld, het is ook het eenige welks constitutioneel of feitelijk bestaan nimmer on derbroken is geworden. Bijna tien eeuwen lang is de „Tynwald" elk jaar met dezelfde plechtig heid gehouden; er bestaat, volgens de bewering van deskundigen, heel weinig verschil tusschen de ceremonie, die zich heden afspeelt en die welke in 1434 of 1234 plaats had. Het parlement bezit werkelijke macht, of- schoon het eiland niet autonoom is en direct van Londen uit geregeerd wordt. Ook de kanaal eilanden hebben een eigen parlement en boven dien eigen munten, maar nergens in het Ver- eenigd Koninkrijk is het gewestelijk bewustzijn zoo sterk ontwikkeld als op het kleine berg- eiland Man, dat ondanks het 's zomers zeer drukke badgastenbezoek zyn eigen zeden, ka rakter en taal heeft kunnen bewaren en met groote voorliefde in stand houdt. Zoo nu en dan neemt burgemeester van Lanschot zijn geheelen gemeenteraad mee op excursie. Als de burgervader zoo'n uit- noodiging uitzendt dan zijn er altijd raads leden die ondeugend durven vragen: „Hoe veel crediet is er weer noodig? 'n Ton? Wel ke voorstellen zijn er weer in zicht? Moeten we weer gelijmd worden met 'n rjjtoertje?" Politieke uitdrukkingen zijn niet altijd vrien delijk, dikwijls raak, vaak ook bedoeld als 'n onschuldige schermutseling. Maar den Bosschen burgemeester kan dat allemaal niets schelen. Hij meent en hij heeft gelijk dat de Raad 't niet altijd van 't papier kan lezen en na gaan, hoe de raadsbesluiten worden uitge voerd, of welke situatie er door de omstandig heden kan geschapen zijn. En zoo komt het dat op een goeden of een kwaden dag 'n groote geel-zwarte bus in de Bossche kleuren! voor 't stadhuis rijdt en de burgemeester met den gemeenteraad instap pen om gewichtige zaken te gaan zien en te bespreken. Zoo betrof de tocht deze week den woning- aillllllllllllllllll iiiiiiiiiiimmim In Parijs, de stad der droomen, Van de Seine en den Eiffel, Staat de vrouwmet wat haar toekomt, Schijnbaar altijd nog in twijfel. Weer wordt een congres gehouden Ter bespreking harer rechten En vooral om de erkenning Van haar arbeid te bevechten! Al haar arbeid, al haar huiswerk, Dat toch voor de huisvrouw zwaar is, Geeft den vrouwen, zonder twijfel, I Ook het recht op een salaris! Zelfs mijn vrouw werd wat oproerig, 1 Toen zij daarvan had gelezen En zij zei: „ik wil niet langer Meer je gratis-huisvrouw wezen! Waarom wel den man de duiten, Waarom jij de heer in bonis, Onderwijl ik maar moet zwoegen Juist alsof dit heel gewoon is? Ik verlang (dit met een vuistje) Ik verlang voortaan salaris, i Anders zal ik ieder zeggen, Dat mijn man een stuk barbaar is!" I En toen zei ik onderdanig: „Ik erkende steeds je rechten, Zoodat jij met mij niet langer Om de centjes had te vechten. I Want behalve slechts wat zakgeld, Dat voor tram en voor sigaar is, Gaf ik jou toch, sinds wij trouwden, Steeds mijn hééle jaar-salaris? MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) aiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiimiiiiimimiiiimmiiiiiiiiiiiiiin? bouw en de werkverschaffing, waarvoor van Den Bosch ontzaglijk groote offers worden gevergd en die door de omstandigheden telkens nieuwe zorgen eischen, telkens weer andere plannen noodig maken. De oude woningnood heeft in Den Bosch nog steeds een woningvraagstuk achtergelaten. De groote verhuizing van de krotten naar de nieuwe groote uitbreiding heeft zóóveel moei lijkheden in den weg gebracht, dat niet dan door een z.g.n. opschuifsysteem de gezinnen te recht kunnen komen in de buurten waar ze thuis hooren. Om in den woningnood en tegelijk in de werk- versqhaffing te voorzien, heeft de gemeente jaren geleden in allerhaast honderden beton- woningen gebouwd die niet solide en nog nim- der duurzaam bleken te zijn. Vier honderd van die arbeiderswoningen zijn daarom „ontman teld" geworden, d.w.z. dat ze versterkt werden door muren van baksteen en nu in huurwaarde zyn gestegen. Er staan nu nog ongeveer een paar honderd woningen te „ommantelen" waar voor„een ton" noodig zal zyn! Dan is daar de uitbreiding achter den Dage- raadsweg. Daar komt de ophooging geleidelijk gereed en wordt de grond bouwrijp. Als er nog méér woningwijken komen, wordt de parochie van pastoor Barten al te groot.... Dan maar weer 'n nieuwe parochie! redeneert burgemeester van Lanschot. D&n maar weer 'n nieuwe kerk, 'n nieuwe pastoor! De expansie van Den Bosch wijst er werke lijk op, dat binnen afzienbaren tijd eenige nieu we paroches te verwachten zijn! De geel-zwarte bus reed ook naar de Voge lenwijk waar nieuwe groote woningcomplexen, bestemd voor de minst gesitueerden werden bezichtigd. y Die Vogelenwijk is den laatsten tijd in op spraak. Met Tijl Uilenspiegel kunnen de „Vogelen" wel zeggen: ,,We maken het er naar! Maar ten onrechte worden in deze dagen van het Amsterdamsche oproer de Bossche men schen uit de Vogelenwijk door sensatieschrij vers „communisten" genoemd. Nu deed zich bij het bezoek van den burge meester en den gemeenteraad aan die buurt de merkwaardigheid voor dat de bewoners uit liepen en hun hart eens lucht gaven over de beleediging door bedoelde krantenschrijvers it is geen detective-verhaal en het schot hier bedoeld geen schot dat pleegt te vallen, doch een schot dat getimmerd werd in den winkel van het Amsterdamsche de pot der „Magdenburger MaschinenfabriK". Dit filiaal iiad twee ingangen: één winkel deur, die vaak openstond en achter een wijden inrit voor de berg- en werkplaats, die tus schen acht en zes nimmer werd gesloten. Wat er gebeurde als iemand de middendeur open de, ligt voor de hand. Dan tochtte het zóó on- menschelijk, dat de paperassen door het lucht ruim joegen als de sneeuwvlokken over de Si berische laagvlakte en de binnenkomende door het geheele tikgilde met een gekrijsch: „Deur dicht....!!" werd begroet. Omdat de passage van voor naar achter nogal druk was, had dit mede tot gevolg, dat de sterkte der admi nistratieve afdeeling, die nominaal op één do zijn werd gesteld, tusschen de maanden Octo ber en April, ondanks alle hoestballetjes, jum pers en omslagdoeken, slechts bij uitzondering een effectief van tien dames bereikte. De ove rigen lagen met bronchitis te bed. Deze toestand werd tenslotte onhoudbaar ge acht. Er kwamen timmerlieden, glazenmakers en schilders en na een week vol geklop, ge sleep en verflucht, waren de dames door een keurig hoog glazen schot van de tochtige bui tenwereld afgesloten. Vanzelfsprekend moesten de kosten hiervan aan Maagdenburg worden gemeld en nu wil den de omstandigheden, dat de geheele Duit sche correspondentie rustte op de schouders van juffrouw Hölderlin. Zij had deze betrekking gekregen op den Duitschen klank van haar naam en op haar heilige verzekering, dat ze een emi nent Duitsch sprak en schreef. Ze bleef slechts gehandhaafd door het feit, dat de directeur overigens een gewiekst zakenman als self made man nimmer goed Duitsch had geleerd. De brieven die ze schreef waren in staat om Goethets gebeente te doen klapperen, doch de Maagdenburger heeren waren door de corres pondentie met allerlei nationaliteiten gehard Zoolang men slechts begrijpelijk bleef maakte men daar geen aanmerkingen. Wat nu het schot betreft, dat vinden we te rug op den maandstaat der onkosten, waar juffrouw Hölderlin, na het raadplegen van een woordenboek met fraaie hand schreef: „Schusz im Laden: f 217.13". Dat dit fout was, wist zij niet en dat zij daarmee de eerste schrede op weg naar het stadhuis zette zal ze evenmin hebben vermoed. Zooals te verwachten, bevatte de eerste brief uit Maagdenburg een sarcastische alinea. Men had de kranten nog eens nageslagen, doch nietss gelezen over onlusten, zoodat men over dit „Schusz", dat naar de kosten te oordeelen een „Granateneinschlag" was, graag nadere in lichtingen zag. Juffrouw Hölderlin gaf ze. In gevoelige kleu ren schilderde zy het lijden der dames, het woeden der griep en de holle blafhoesten, waar door men gedwongen was geweest de nijvere schare door een schot voor klimaat, sanato rium en graf te behoeden. Het was aldus juffrouw Hölderlin geen „Kanonenschusz", doch een „Windsehusz" en een nadere specifi catie leerde den Maagdenburgers, hoe alle me dewerkers hun deel van de uitgegeven f 217.13 hadden genoten. Het antwoord was weer hatelijker dan het eerste schrijven. Men lanceerde enkele boos aardig hoonende opmerkingen over de Amster damsche geneeswijzen en eischte met nadruk: „endgültige Auf- klarung". Wat over hen uitgestort. En luide verzekerden die menschen, dat ze geen oproerlingen, geen com munisten zijn! t Is ook wéér! De „bast" is hard, maar de kern is gezond. Van vreemde smetten vrij! Het bezoek gold verder de nieuwe zwemin richting, die een enorm succes geeft en die zoo waar reeds te klein is! Hier doet zich het verschijnsel voor dat er méér dames zwemmen dan heeren en het ruime gedeelte van „De IJzeren Vrouw" voor de vrouwen moet worden vergroot. Voorts werden in oogenschouw genomen de groote grondwerken nabij den Engelschen weg. Daar verrijst de nieuwe fabriek van de N.V. P. de Gruyter en Zoon en even verderop het groote nieuwe Veilingsgebouw van de N. C. Boerenbond. Daar nabij wordt een nieuw industrieterrein gevormd daar komt later een nieuwe haven. Daar is nog véél te doen! Geleidelijk worden honderden werkloozen aan den arbeid gezet en met de vele plannen welke het gemeentebestuur in grooten stijl ontwierp kan nog jaren de werkverschaffing voortduren. Dat is de conclusie op de excursie, die onge twijfeld van buitengewoon belang is geweest en de Bossche vroedschap een beter inzicht heeft gegeven van den algemeenen toestand betref fende de woningpolitiek en de werkverschaf fing. doch niet in j staat om de di- f rectie te bevredi- I I zen. Men haalde de schouders op mompelde iets over goedaardi» gen waanzin en belde ten einde raad een der Duitsche reizigers in Nederland op. Deze startte met opgestreken zeilen, had een buitengewoon luidruchtig en verward onderhoud met den directeur en daalde toen, in het volle besef van de majesteit die hem omgaf, naar den winkel, om daar het „dummes Frauen- zimmer" eens de les te lezen. Om te begrijpen wat nu volgde, zou men eigenlijk juffrouw Hölderlin gekend moeten hebben. Pen en typewriter schieten te kort om haar naar het leven te teekenen en daarom zullen we volstaan met dit signalement: Lengte: 1.70 M.; gestalte: slank en koninklijk; gezicht: lief ovaal; oogen: helder, groot en baby blauw; neus: vroolijk wipmodel; lippen: kersrood en fijnbesneden; kin: smal en rond; wangen: ge vuld en rose; haar: rijk krullend, kleur hoog goudblond; stem: zilveralt. Bijzondere kenmer ken: permanente glimlach. Door dit uiterlijk kwam het, dat het standje in des reizigers mond bestierf en vervangen werd door een uiteenzetting, die werkelijk charmant mocht worden genoemd. De vertegenwoordiger, nu in staat het be doelde voorwerp te zien en te betasten,^kon op heldering geven. Het was geen Schusz, doch een Scheidewand. De klaterende lach, dien dit misverstand by juffrouw Hölderlin opwekte, was oorzaak, dat de reiziger, plots doldriest en doortastend, haar op staanden voet voor de bi oscoop inviteerde. Het verdere verloop is volgens de overbeken de, platgetreden immer nieuwe paden gegaan. Juffrouw Hölderlin, thans Frau Bassemann, woont tegenwoordig eveneens te Maagdenburg en haar Duitsch heeft nu ongeveer de hoogte bereikt, die zij lang geleden aan haar patroon opgaf te bezitten. Zij spreekt, schrijft en leest even gemakkelijk als in haar moedertaal en slechts haar smaak is achtergebleven. De schoonste deelen der Duitsche literatuur zinken volgens haar in het niet bij dit ééne zinnetje: „Schusz im Laden". Voorzichtig strompelde ik verder naar den zoom van het woud. „Bok, jongen wat heb je me ongerust gemaakt," hoorde ik achter mij zeggen. „Jongen, wat zie je er uit. Je bent heelemaal gehavend, je handen bloeden, je been is kapot, je gezicht zit vol schrammen, vertel eens wat er gebeurd is?" Hierop gaf ik een relaas van mijn ontmoe tingen. 't Was erg avontuurlijk, oom. Die buf fels zijn geen gemakkelijke jongens. Oom Sidney keek mij verbaasd aan en gaf mij een complimentje voor de manier, waarop ik alles opgeknapt had, maar hij had in groote on gerustheid gezeten over mijn uitblijven. Ik dacht minstens dat je door wilde dieren in je slaap was meegenomen. Je bent een wondere kwibus, Bok" besloot oom Sidney zyn overpeinzingen, maar nu wordt het tijd dat wij verder gaan. De weg naar boven voerde door dicht geboomte en struikgewas en met onze kapmessen moesten wij ons een weg banen. Het weggetje, dat wij tot dusver gevolgd hadden, was hoe langer hoe smaller en on dieper geworden en was tenslotte onder het struikgewas verloren gegaan. Dit hinderde echter niet, want we vonden thans verfris- sching door groote sappige vruchten, een soort meloenen, die hier veelvuldig groeiden. DEN HAAG. Geslaagd voor stuurman KL Stoomvaart: L. H. Vogelzang, J. J. Tuil, H. Wilde man, W. Bootsman. DEN HAAG. Geëx. 12 cand. Geslaagd mes: H. J. Timmenga, Wassenaar; A. E. Schür- hoff, Den Haag; J. C. Schell, Scheveningen; E. E. Stoffel, Delft. ALMELO, geslaagd C. A. Brinkhuls, W. Maassen v. d. Brink, J. Bijkerk, H. Deinum, W. Exmann, J. W. Haytink, E. S. Hirschel, E. S. v. d. Horst, IJ. Iwema, E. de Jong, J. G Kamphuls, A. Kleijnsma, F. W. Kuiper, W. G. M. Logman, H. W. Prinsen, G. D. C. van de Riet, E. J. W. Sanders, H. P. K. San ders, N. G. Stroink Afgewezen 4. Zaterdag 21—24 Juli ongeh. dames. Zaterdag 2831 Juli K.J.V.-ers. Woensdag 1—4 Aug. dames onderwijzeressen. Dinsdag 814 Aug. K.J.V.-leidsters. 1418 Juli Apoth. Ass. e. a. 21—24 Meisjes-Congreganisten uit Den Bosch e.a. 2528 Oeugd-leidsters e.a. 2831 Meisjes uit Eindhoven 31 Juli4 Aug. Onderwijzeressen e.a. 47 Aug. Meisjes uit Helmond 7—10 11—14 14—18 18—21 21—24 27—31 Gereserveerd. K.J.V.-ers. Ongehuwde dames. Meisjes-Congreganisten. Onderwijzeressen e.a. Voor Vrouwelijke Afgestudeerden v. Universiteiten, Hooge scholen e.a. i /L 7»L op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f OTkflfï bij levenslange geheele ongeschiktheid t jt werken door f '7Cf\ by een ongeval met f OCfi bij verlies van een hand f 1 OT aij verlies van een f C/1 by een breuk van 4/1 by verlies van 'n AHQ Q00TI/16 S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen f O l/lr U»" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen doodelljken afloop# dutfV» een voet of een oog# tfm duim of wijsvinger I %/V» been of arm# Tv. anderen vinger 33 (Korte inhoud van het voorafgaande: Sir Hector Ascher gaat door voor een ver woed verzamelaar van kostbare boeken In Merlin St Hugh, waar hU op zyn bul ten woont, leeft hit zeer afgezonderd met zi1n nichtle Paula Parkston. die in het geheim verloofd was met den secretaris van sir Hector Arthur Newnham Door een handlangster komt Ascher in het be zit van een kostbaar werk. dat uit de bi bliotheek van Burgoyne is gestolen Ascher reist naar Frankrijk om een aantal boeken te verkoopen. nagereisd door Bur goyne en den letterkundige Egerton. In een luguber hotelletje te Parits wordt Ascher dan vermoord. Omtrent den dader tast men In het duister Waarschymyk is Ascher reeds in den trein vermoord en in zyn boekenkoffer. door iemand die zich voor hem uitgaf naar het hotel ver voerd. Het tustitleel onderzoek wordt ge- leid door den detective Lestrangel „Ik stond zoo goed als op straat en wilde hem voor het laatst overtuigen, dat hy iverkeiyk in geweten verplicht was, me te helpen, vooral omdat het voor hem zoo joed als niets beteekende en ik zou voor goed gered zijn. Ik rekende er op, dat hy onder pressie van het zeer gespannen oogenblik gemakkelijk tot hulp te bewegen zou zyn. Bij de douane was ik hem een beetje voor. Maar toen kregen Ve moeilijk heden, en ik kwam in het eene rijtuig terecht en hij in het andere. Hij reisde eerste klas en het viel me niet zoo gemakkelijk bij hem te komen. Toen ik hem eindelijk ont dekte, terwijl ik door de gang liep, zag ik, dat er iemand anders in zijn coupé zat. De vreemdeling was vreeselijk woest en schreeuwde en gesticuleerde, zoodat ik onmiddellijk zag met een Franschman te doen te hebben. Sir Hector zat er bij als een kleine jongen, die schuld heeft en sprak geen woord. Ik pro beerde nog eens voor de tweede maal met hem in contact te komen, maar telkens als ik voorbij kwam, zag ik den vreemdeling weer." „Zou u hem herkennen?" „Ik geloof het niet. Ik was bang, dat ze mij herkennen zouden en liep vlug door met gebogen hoofd. Ik kreeg wel den indruk, dat hij tame lijk groot was en kaal en ik hoorde hem vreeselijk woedend zeggen: „Voleur! Voleur!" Egerton verried niet in het minst, wat er in hem omging, maar zyn polsen begonnen verschrikkelijk te kloppen. „U zegt, dat u tweemaal langs hem geko men bent? Hoe laat was dat voor de tweede maal?" Miss Ferris aarzelde. „Zoowat kwart voor tien. Ik herinner me heel goed, dat ik op mijn horloge keek. toen ik naar mijn wagen terugwandelde en nog tegen mezelf zei, dat we nu al lang genoeg gereden hadden, om aan het andere eind van Europa te zijn." „Hebt u al dien tijd alleen gereisd?" „Gedeeltelijk. In Calais kwam er een dame by me zitten, een van die echte praatkousen, van dat vervelend soort ouwe vrijsters, die iedereen met hun gekwebbel moeten vervelen. Ze heeft me wel duizend dingen gevraagd. Waarom ik naar Parijs ging, of ik daar iemand moest ontmoeten, of ik alleen reisde en teen mijn antwoorden haar tamelijk onbevredigend lieten, begon ze over zich zelf. Ze kwam van Crickelwood, ze ze en ze heeftte Marsden en ze ging haar zuster bezoeken in Parijs, die weduwe was geworden. Toen ik voor den twee den keer op onderzoek urging, nam ik mijn bagage bij me, dat was trouwens niet veel, onder voorwendsel, dat ik er reeds was, en ik ging in een coupé vlak bij die van Sir Ascher zitten. Hij was heelemaal leeg, want het was een vreeselijke avond en er waren niet veel passagiers." „Hebt u daarna niet meer geprobeerd, Sir Hector aan te klampen?" „Jawel. Maar ik kreeg geen gelegenheid." „Maar u hadt toch nog een heel uur vrij, voordat de trein in Parijs zou aankomen?" „Ik was het ook werkelijk wel van plan, maar tegen tien uur, ik heb wel niet precies op mijn horloge gekeken, maar ik zat slechts enkele minuten in mijn nieuwen coupé, kwam er een man binnen. Ik geef toe, dat ik geweldig schrok in het begin. Hij wankelde en keek erg wild uit zijn oogen en deed zoo vreemd. Ik dacht werkelijk, dat hy dronken was, maar ik zag spoedig, dat hy onwel was geworden. Daarom gaf ik hem reukzout en deed alles, wat ik kon, en ik heb hem niet meer in den steek gelaten, voordat we in Parijs kwamen. Toen dacht ik mijn plicht gedaan te hebben. Er zou allicht een kruiei komen op dagen en ik voelde er niets voor, om Sir Hector uit het oog te verliezen, terwille van een vreemden passagier." „Hebt u Sir Hector inderdaad nog in Parijs gevonden?" „Ja, het regende dat het goot, maar hij scheen zonder moeite een taxi te krijgen. Ik was hem echter zoo op den voet gevolgd dat ik hem het adres hoorde opgeven. Poisson d'Or. Ik kende dat hotel heelemaal niet, maar ik volgde de taxi een eindje te voet, want ik wilde geen verdenking op me laden, door hem per taxi te volgen Een eindje verder vroeg ik een voorbijganger, of hij me verder in kon lichten. Zoodra gk de herberg zag, begreep ik wel, dat ik er als dame alleen niet om een kamer kon vragen. Ik ben echter al eens meer in Parijs geweest en ik herinnerde me een kerk van de H. Maria Magdalena, waar de crypte heel den nacht wordt opengehouden ten behoeve van de vrouwen en meisjes, die zich anders met de Seine tevreden stellen. Jaren geleden heb ik daar eens een dievegge gevolgd. Er is niemand, die je lastig valt. Ik zocht in een donkeren hoek beschutting tegen weer en wind en wachtte er, tot het weer dag zou worden. Ik had natuurlijk best naar het hotel kunnen gaan want zoo erg laat was het nog niet, maar ik wilde beslist den anderen morgen voor dag en dauw weer op de been zijn. Ik veronderstelde, dat Sir Hector eveneens verbazend vroeg uit de veeren zou zijn. Ik wist, dat hij erg zenuwachtig was ge weest en bang, dat iemand hem volgen zou. Voordat de priester kwam, om de eerste H. Mis te lezen, was ik dus alweer verdwenen. Maar het was nog heelemaal rustig in en rond de herberg. Ik bleef wat op en neer loopen, zorgde voortdurend ija de buurt te blijven en wilde enkele malen zelfs aanbellen en vragen, of ik hem te spreken kon krijgen. Maar ik zag er van af, omdat ik het te gevaarlijk vond." „Wat was dan eigenlijk uw plan?" „O, ik dacht dat ik hem zou kunnen dreigen met de zaak bekend te maken, als hij my niet beter liet deelen in zijn schandelijke winst. Ik meende, dat ik hem naar mijn pijpen kon laten dansen, want ik had tenslotte maar een ano- niemen brief te zenden aan Mr. Burgoyne, met een enkele aanwijzing, waar Sir Hector den dag te Parijs had doorgebracht; en hy zou er natuurlijk alles voor over hebben, om mij dat te verhinderen. Het was zoowat tien uur, toen ik na een langere wandeling dan de vorige, terugkwam en drie, vier menschen voor de deur van de herberg zag staan. Ik vond net ver standig om me bij hen te voegen en zoo hoorde ik wat er gebeurd was. Hij was dood. Toen kreeg ik ineens angst. Ik bestelde een overtocht naar Engeland en kwam onmiddellijk terug. „Waarom was u zoo bang?" Er lag een bijzondere scherpte in Egerton's toon, maar het effect op Miss Ferris was niet minder onverwacht. De tamelijk ruwe toon waarmee zij hem had begroet, was langzamer hand verdwenen en nu stond ze er weer als de poovere bescheiden naaister, die naar Merlin St. Hugh was gekomen op dien warmen zomer middag, nu zoowat twee weken geleden. „Heeren" begon ze vriendelijk „mijn positie was werkelijk niet zoo benijdenswaardig. Ik had hem om hulp gevraagd en hij had die geweigerd. Ik reisde in een vermomming iemand achterna, die geweigerd had, mij een financieelen dienst te bewijzen. Ik had den weg naar het hotel gevraagd, ik kon niet het minste alibi opgeven voor den nacht en ten slotte was ik druipnat. Toen hoorde ik, dat hij was dood gestoken met een heel scherp voorwerp en dat is juist iets voor een vrouw. Daar zijn vrouwen die op een dergelijk moment ineens tot zoo'n gewelddaad overgaan. Denkt u maar aan Char lotte Corday. Maar ik ben dien tijd al lang voorbij. Ik heb hem dien middag in de biblio theek nog gezegd, dat ik bang was geworden. Ik wenschte veiligheid en rust, en die kon ikv alleen krijgen wanneer hij zich een beetje schappelijk wilde toonen. De menschen zijn niet gewend om zich in dergelijke penibele geval len wat edelmoedig te toonen." Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 11