Het R.K. Werkliedenverbond
in den strijd
Loonsverlaging in
de mijnen
KRACHTIGE BEWEGING
BLIJFT NOODIG
DINSDAG 17 JULI 1934
Geen eigen politieke
partij
Rijksmiddelen in Juni
Geert volledig vertrouwen in de
Regeeringomdat zij te wei
nig christelijk-sociaal, doch
veeleer te individualis
tisch denkt
Gebreken der huidige
Regeering
Eigen verkiezingspolitiek
De crisis als bondgenoot
Nieuwe plannen
NIEUWE KERK TE DELFT
Bezichtiging tot 21 Juli
ZEVENTIGJARIGE STICHT
BRAND
Zichzelf bij de politie aangemeld
O. S. P.-ERS VEROORDEELD
Met „De Fakkel" gecolporteerd
DE HUURSTAKINGEN TE
ROTTERDAM
125 JAAR DEDEMSVAART
Uit Riga vertrokken
Bondsraad van den Alg. Mijnwer-
kersbond heeft de directie
voorstellen afgewezen
BENOEMINGEN
In het Aartsbisdom
H. H. WIJDINGEN
In het bisdom Haarlem
MISHANDELDE VARKENS
Korting op de officieele prijzen
DONATELLO
Lezing prof. v. d. Pluym
KORTING LANDVOOGDELIJKE
PENSIOENEN
Van dak gevallen
HET SCHAAKTOURNOOI TE
KLOST ER-N EU BURG
Nederlandsche successen
WIELRENNEN
PIET VAN KEMPEN—COZENS
NOG AAN DEN KOP
De Zesdaagsche te Londen
Mr. F. van Lanschot, burgemeester van Den Boschbood Maandag aan
den heer H. van Heeswijk de zilveren Bossche eeremedaille aan in verband
met zijn zilveren jubileum als architect der restauratie van de St. Jans
Basiliek.
Vandaag en morgen houdt het R.K. Werk
liedenverbond zijn jaarlijksche groote vergade
ring te Utrecht. Het voor de katholieke arbeiders
soo belangrijke congres is hedenmorgen geopend
met een rede van den verbondsvoorzitter, den
heer A. C. de Bruyn, lid der Eerste Kamer.
Ons land krijgt zijn deel, aldus spr., van het
leed, dat de menschheid zichzelf aandoet.
Arm aan grondstoffen en in belangrijke mate
op door- en uitvoer aangewezen, tracht het
zich, nu eertijds rijkvloeiende bronnen geheel
zijn drooggelegd, al vechtende door het leven te
slaan.
Heeft in een oorlog-met-de-wapens de Re
geering onbestreden de leiding, draagt zij de
Verantwoording, zoo moet als volkomen
natuurlijk worden vastgesteld en aanvaard, dat
in den tegenwoordigen economischen oorlog, met
zijn sociaal en cultureel nadeelige gevolgen, de
Regeering leiding, krachtige leiding heeft te
geven, omdat zij allereerst verantwoordelijk is
yoor het welzijn van land en volk.
Dat is de verklaring, als men wil: de rechts
grond, waarom ons volk en zijn organen, dus
ook het Verbond, allereerst en zoo veelvuldig een
beroep doen op de Regeering.
En nu is het ongerijmd, indien wordt beweerd,
dat deze Regeering zich hare groote verant
woordelijkheid niet bewust is, zooals het ook
ongerijmd is te beweren, dat het er deze Regee
ring bewust om te doen zou zijn, de tijdsomstan
digheden misbruikende, de arbeiders tot paupers
te maken. In een Regeering welke zich zooiets
ten doel zou stellen, ware stellig voor een
katholiek geen plaats.
Mogelijk is, dat men het met de wijze waarop
een Regeering het land, vooral in een tijd als
deze, meent te moeten besturen, in meer of
mindere mate oneens is. Het zijn allereerst de
politieke organen welke hebben te beoordeelen
of en in hoeverre zij een Regeering kunnen en
mogen steunen; zij hebben de consequenties
van hun overwegingen te aanvaarden; zij hebben
zich daaromtrent tegenover het land te ver
antwoorden.
Doch ook de sociale organisaties dragen ver
antwoordelijkheid.
Haar sociale en economische taak dwingt ertoe
tot en over de Regeering te spreken, nu zij zelf,
rechtstreeks, direct, geen in sociaal-economisch
opzicht afdoende daden kunnen stellen, doch
veelal van de Regeering afhankelijk zijn.
Het is die verantwoordelijkheid, welke ons,
aldus spr., zeer tot ons leedwezen doet zeggen,
dat wij op verschillende punten van het
beleid deze Regeering niet het overigens zoo
gewenschte vertrouwen kunnen schenken.
Indien wij zouden willen trachten ons ge
voelen over deze Regeering in enkele woorden
uit te drukken, dan zou het misschien zijn in
deze: zij denkt tè weinig christelijk-sociaal,
ze denkt tè individualistisch.
Voorbeelden?
De industrie worstelt reeds jaren tegen haar
met den ondergang bedreigende elementen; de
industrie wij schakelen enkele onverbeterlijke
liberalen uit roept luide om hulp. Slechts
schoorvoetend wordt die hulp geboden. Thans
ligt er een wetsontwerp dat de mogelijkheid
opent, dat de Regeering tusschen ondernemers
gesloten overeenkomsten algemeen verbindend,
d.w.z. ook voor niet tot de overeenkomst toege-
tredenen verbindend kan verklaren. Dat wets
ontwerp ademt een individualistischen geest; de
werkgeversorganisaties worden niet genoemd,
aan de arbeiders (organisaties), die ook eenig
belang hebben bij economische overeenkomsten,
is in het geheel niet gedacht.
De Regeering verklaart bij herhaling zelf, dat
de crisis voor een belangrijk deel een structureel
karakter heeft. Van een doelbewust streven om
het industrieele leven bij het gewijzde karakter
van de voortbrenging aan te passen, waarbij
o.m. het vraagstuk van den arbeidsduur om op
lossing vraagt, is niet veel te bemerken.
De Bedrijfsradenwet? Ze is een uiterst mini
mum van sociale ordening; er is nog geen be-
drijfsraad ingesteld.
De wet op de buitenlandsche arbeidskrachten?
Ze is nog niet in werking.
Zestig-millioenen-plan? Buiten de hardnekkig
verdedigde loonpolitiek zijn er nog weinig tee
kenen welke vertrouwen geven, dat het Werk
fonds 1934, bij de samenstelling waarvan de
sociale organisaties zijn geweerd, kans krijgt in
1934 op eenigszins beteekenende wijze de
industrie te helpen.
Bij de werkloozen-steunpolitiek schijnt het
christelijk-sociaal gevoel, ten deele althans,
absent, zooals wij een en ander maal, laatste
lijk nog voor enkele dagen, hebben trachten
duidelijk te maken.
Bij dat alles is de positie van de arbeiders en
Van de arbeidersbeweging verre van gemakklijk.
De bereikte resultaten zijn dikwijls, schijnbaar
althans, niet evenredig aan het aanhoudend en
moeizaam werken van velen.
#chynbaar, want vooropstellend de zeer moei
lijke economische positie, waarin ons land ver
keert, gegeven de anti- en a-sociale strevingen
van verschillenden, mag en moet worden aan
genomen, dat door het ijverig werken der arbei
dersbeweging zeer veel wordt in stand gehouden
van hetgeen, zonder haar, reeds lang verloren
zou zijn gegaan.
Waar zij er kans toe ziet, verzet zij zich tegen
bi. ongemotiveerde aanslagen op het bestaan
der arbeidersgezinnen.
De katholieke arbeidersbeweging heeft het bij
De Verbondsvoorzitter A. C. de Bruyn
dat alles niet gemakkelijk. Bij herhaling wordt
er in het land op aangedrongen, dat zü zelf aan
verkiezingspolitiek zal gaan doen, omdat men in
vertegenwoordigers van bestaande politieke par
tijen geen vertrouwen zegt te hebben.
Meer dan eens is dat vraagstuk besproken;
het is niet in de laatste plaats juist het belang
van de arbeiders en de bedienden zelf, dat deed
besluiten dien weg niet te betreden.
Spr. schetst dan de groote bezwaren, die aan
een dergelijke partijvorming verbonden zou zijn.
Indien de arbeiders, binnen de Staatspartij
willen, kunnen zij in een redelijke vertegenwoor
diging de menschen afvaardigen, waarin ze ver
trouwen hebben.
Overigens is het 'n utopie te meenen, dat een
zelfstandige katholieke arbeiderspartij, ge
schraagd door de katholieke arbeidersbeweging,
met een uiteraard beperkte vertegenwoordiging,
méér ten bate van de arbeiders zou bereiken,
dan thans in en met medewerking van de
Staatspartij het geval is.
Heeft men er wel ernstig aan gedacht in welke
positie men de katholieke arbeidersbeweging
zou wringen, indien het werken van zulk een
partij of haar afgevaardigden niet zou bevre
digen?
Ook de afgevaardigden van zulk een afzonder
lijke partij zouden de werkelijkheid niet anders
kunnen maken dan ze is; zouden, eerlijke men
schen zijnde, met die werkelijkheid rekening
moeten houden; zelfstandig beslissingen moeten
nemen.
Zouden die beslissingen allen altijd bevredigen?
Men spreekt wel eens van „uiterste noodzaak".
Alleen uiterste noodzaak, indien anderen hun
plicht jegens de arbeiders ernstig zouden ver
zaken, zou er misschien ooit toe kunnen leiden,
dien noodsprong te doen.
Als nooit te voren hebben de katholieke arbei
ders aan een hechte, door eenheid en solidari
teit sterke, onafhankelijke katholieke arbeiders
beweging dringend behoefte. Het is, ondanks
alle, dikwijls schier niet te dragen moeilijk
heden, dat de arbeidersbeweging haar taak met
opgewektheid en vertrouwen verricht.
Het Verbond is zich als Nederlandsche Centrale
der katholieke werkers zijn verantwoordelijke
positie volkomen bewust en voelt den plicht
geen deugdelijk middel onbeproefd te laten om
het belang van de werknemers te dienen.
Welbewust wordt, met alle geoorloofde mid
delen, op de zoo noodzakelijke reconstructie van
ons sociaal-economisch leven aangestuurd.
In dit verband kan de „crisis" als bondgenoote
worden genoemd; de crisis drijft en dringt naar
nieuwe vormen van ordening, waarbinnen, wil
len ze krachtig en houdbaar zijn, geen plaats zal
wezen nóch voor individualisme, noch voor
klassenstrijd.
Dat is het afdoende, het vertrouwenwekkende
perspectief, dat met overtuiging aan de hon
derdduizenden, vooral ook de jongere werkloozen,
en overige slachtoffers in dezen tijd kan (en
moet) geboden worden. Dat is de toekomst. Die
toekomst vuurt ons tot blijvende activiteit aan;
het principe en de feiten geven ons de zekerheid,
dat ons vertrouwen in de toekomst niet zal
worden beschaamd.
Naast den arbeid, ingesteld op het groote
reconstructiewerk, wordt hetgeen NU noodig is,
waarlijk niet vergeten.
Waardeering moet worden uitgesproken voor
hetgeen door de hoofdbestuurders van de aan
gesloten bonden dag aan dag ten bate van de
arbeiders wordt gedaan, alsmede voor onze
plaatselijk gecentraliseerde katholieke arbeiders
beweging, die niet moede wordt en er alles opzet
om den allerergsten nood voor zoovelen naar
vermogen te lenigen.
Duizenden jeugdige werkloozen zijn dankbaar,
dat onze katholieke arbeidersbeweging 34.000
per jaar beschikbaar heeft gesteld, waardoor
het door de Diocesane Bonden ondernomen
werk- en leer-kampwerk met succes kan worden
voortgezet.
De speciale „Jeugdwerkloozendienst" verricht
mooi werk.
Dat is ook het geval met de over het geheele
land verspreide werkloozendienst van het Ver
bond.
Is er, gelukkig, kentering gekomen in de men
taliteit van sommige medische kringen, waar
door de gewenschte overeenstemming met de
katholieke ziekenfondsen bevorderd wordt,
nog lang niet algemeen is naar het schijnt in
de medische kringen een gezond sociaal besef
doorgedrongen.
De Verbondsvoorzitter sprak het vertrouwen
uit, dat de toegezegde Ziekenfondswet moge
de behandeling, aanneming en begin van uit
voering niet langer dan een jaar tijds vragen
staketsels, welke een goede verhouding tusschen
medici en eigen beheerde fondsen belemmeren,
uit den weg zal weten te ruimen
De diverse instellingen, deelen van de Arbei
dersbeweging, welke voor haar de speciale be
langen van de gezinnen verzorgen, gaan uit
muntend.
Deze vergadering zal beslissen over het voor
stel tot stichting van een priester-studiefonds,
waaruit moge blijken, zooals zulks trouwens ook
uit anderen arbeid blijkt, dat de katholieke ar
beidersbeweging, ondanks alle materieele zorgen,
het geestelijke, het bovennatuurlijke niet uit het
oog verliest.
Het ligt in ons voornemen goedkeuring te
vragen voor de uitgave van een blad, speciaal
voor de geestelijke adviseurs bestemd.
In overweging is de vraag of onze katholieke
arbeidersbeweging nog niet meer dan tot nu toe
nut kan trekken door samenwerking met uni
versitair gevormden.
In September zullen onze leiders wederom in
de gelegenheid worden gesteld, door alleszins
bevoegde sprekers voorgelicht te worden over
het zeer gewichtige economische en monetaire
probleem van dezen tijd, terwijl morgen Prof. Ir.
Gelissen eenige economische perspectieven zal
openen.
Alles bijeen mag gezegd worden, dat er bin
nen de katholieke arbeidersbeweging een op
gewekt leven is.
Met een oproep aan allen besloot spr. zijn
openingsrede.
Na de openingsrede deelde de voorzitter mede,
dat op advies van de Jeugwerkloozenienst het
bestuur heeft besloten de rijwielbedevaart naar
Lourdes door jeugdige werkloozen niet te laten
doorgaan. De mogelijkheid van een rij wiel tocht
door eNderland zal nader worden overwogen.
Op 12 en 13 September zullen te Bilthoven in
„Berg en Bosch" studiedagen worden gehouden
voor de leiders der Katholieke Arbeidersbewe
ging.
De volgende onderwerpen zullen behandeld
worden: structuurveranderingen in de wereld
economie, economisch kwetsbaar Nederland in
de crisis; duurzaam economisch herstel alleen
mogelijk door ordening van productie en han
del; middelen tot verbetering der economische
situatie in Nederland.
De voorzitter hield vervolgens een toespraak
tot de heeren van Eynthoven, van Hamersveld,
Hellemons, K. en A. van Nieuwenhuizen, die
wegens hun leeftijd afscheid van hun leidende
functie in de arbeidersbeweging hebben geno
men. Dank werd hun gebracht voor de buiten
gewone verdiensten, welke zij ten opzichte van
d arbeidersbeweging heben verworven. Namens
het Verbond werd aan de scheidenden een
plaquette aangeboden.
Ook de geestelijke adviseur van het Verbond,
kanunnik J. G. van Schaik, sprak mede namens
de kerkelijke overheid eenige welgemeende
woorden van hulde en dank tot de afgetreden
leiders.
Aan de aanwezigen werd gelegenheid gege
ven van gedachten te wisselen naar aanleiding
van de openingsrede.
Een der sprekers wees op de moeilijkheden
welke de Katholieke Democratische Partij aan
de arbeidersbeweging veroorzaakt.
Een volgende spreker drukte den wensch uit,
at spoedig tot uitvoering der bedrijfsradenwet
zal worden overgegaan. (De vergadering duurt
voort).
Na overleg ten departemente van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, en gezien de groo
te belangstelling en de betere weersgesteldheid
voor de aanwezige bloemen en kransen, hebben
de kerkvoogden besloten nog eenige dagen de
kerk in rcuw voor bezichtiging open te stellen,
echter hoogstens tot Zaterdag 21 Juli. Zondag
is de kerk als altijd voor bezichtiging onher
roepelijk gesloten.
Hedennacht om drie uur is een brand ont
dekt in de schuur bij het logement van Van
Duren, aan de Noordenbergstraat te Deventer.
De brandweer was het vuur spoedig meester.
Het bleek, dat hier brandstichting in het spel
was. Nog in den loop van den nacht heeft de
dader, een zeventigjarige man, knecht bij Van
Duren, zich zelf by de politie aangemeld.
Voor den politierechter te Leeuwarden heb
ben Maandag terecht gestaan zes colporteurs
van „De Fakkel", orgaan van de O.S.P., die
Zaterdagavond zijn aangehouden in verband
met colporteeren met dit blad, waarin een op
ruiend artikel was opgenomen.
Tegen vier der verdachten eischte de officier
van justitie vrijspraak op grond van het feit,
dat niet bewezen is, dat verdachten het ge
wraakte artikel gelezen hebben.
De politierechter kon zich hiermede vereeni
gen.
Tegen den leider der colporteurs vroeg de
officier twee maanden gevangenisstraf, omdat
deze het artikel wél had gelezen. De politie
rechter veroordeelde hem tot zes weken ge
vangenisstraf.
Tegen den jongste der verdachten eischte de
officier een maand gevangenisstraf. De politie
rechter veroordeelde hem tot een week.
Enkele malen kwam het tot een botsing tus
schen den Officier van Justitie, mr. Wassen-
bergh en den verdediger, mr. van der Meulen.
Maandag hebben zü, die deelnemen aan de
huurstakingen te Rotterdam, welke naar aanlei
ding van de nieuwe steunregeling zijn uitgebro
ken, hun eenmaal ingenomen standpunt gehand
haafd. Een aantal menschen hebben opnieuw
I minder betaald, anderen wilden in het ge
heel geen huur betalen. Er deden zich geen
ongeregeldheden voor.
Gisteren en vandaag is het 125-jarig bestaan
van de Dedemsvaart feesteiyk herdacht. Maan
dagochtend zijn de leden van het eere-comité
officieel ten gemeentehuize ontvangen. Naast
diverse vermakeiykheden is ook een tentoon
stelling georganiseerd.
Blijkens by het Departement van Defensie
ingekomen bericht is het oefenverband bestaan
de uit HM. „Hertog Hendrik", „Evertsen",
„Z 5", „K 17" en „K 18", onder bevel van den
kapitein ter zee C. E. L. Helfrich, op 16 dezer
van Riga vertrokken.
De bondsraad van den Algemeenen Neder-
landschen Mynwerkersbond heeft in een Maan
dagavond te Heerlen gehouden vergadering de
jongste loonvoorstellen van de myndirecties
afgewezen.
In een uitvoerig adres aan den Ministerraad
wordt dit standpunt nader toegelicht.
De Bondsraad vraagt ten spoedigste een
regeeringsenquête in te stellen naar de juiste
verhouding in den Nederlandschen mynbouw
en in deze commissie ook vertegenwoordigers
der arbeiders op te nemen. De leiding dient
alle wettige middelen aan te wenden om zon
der verlaging van het toch reeds sterk gedaald
peil der mijnwerkers tot betere verhoudingen in
den Nederlandschen mynbouw te komen.
Het hoofdbestuur van den Prot.-Christeiyken
bond heeft besloten de ledenvergadering te
adviseeren de directie-voorstellen te aanvaar
den.
De neutrale bond heeft nog geen beslissing
genomen.
Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht
heeft benoemd tot pastoor te Amersfoort (O. L.
Vr. ten Hemelopn.) den Zeereerw. Heer A. W. J.
Spitzen en tot pastoor te Deventer (H. Joann.
B. Vianney) den Zeereerw. Heer J. A. H.
Schartman.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft
heden in de kapel van het Philosophicum te
Warmond de tonsuur toegediend aan de vol
gende Heeren:
J. A. J. Adank; H. P. Balestra; J. A. M.
Bon; P. Th. Brinkman; G. J. P. van der Byl;
J. A. E. van Dodewaard; J. W. van Eyk; H.
C. M. de Goede; P. C. Groenendyk; C. P.
GrootscholteC. N. M. Hammann; J. W. Hen-
fling; Th. Ph. van der Heyden; J. A. G. van
der Hoogte; A. H. Huyboom; J. J. A. M. Huyg;
G. B. Lammers; G. W. Lemmers; N. J. J.
Mol; H. J. van Nobelen; J. C. A. van Nooy;
B. j. w. M. van Pelt; J. Th. A. van Pol; F. H.
A. van Ravesteyn; B. P. M. Schoonebeek; C. J.
A. Schoonderwoerd; M. van Stee; Th. H. J.
Straathof; Th. C. J. van Tongeren; J. Th. van
der Valk; N. P. A. Velzeboer; L. P. M. Vester;
A. Chr. van der Voorn; M. L. M. Welling; J. J.
A. van der Zalm.
De Nederlandsche Varkenscentrale deelt
mede:
Onder de varkens, welke aan de Nederland
sche Varkenscentrale te rlevering worden
aangeboden, komen er van tijd tot tyd voor,
welke op de huid roode strepen, plekken of
schrammen vertoonen, ontstaan door het slaan,
by'ten of op andere wyze mishandelen van de
varkens.
De Nederlandsche Varkenscentrale heeft be
sloten met ingang van 23 Juli as. by de uit
betaling van deze varkens een korting op de
officieele pryzen toe te passen van 3 cent per
kilogram. Wanneer de beschadiging van em-
stigen aard is, zullen de varkens echter gelyk
tot heden het geval was, uitsluitend voor reke
ning en risico van den leverancier worden af
genomen.
Het komt voorts voor, dat varkens welke door
de leveranciers niet als zoodanig zün opgegeven
na slachting zeugen blyken te zyn. Deze varkens
zullen in het vervolg worden afgerekend tegen
de voor zeugen geldende pryzen.
Prof. v. d. Pluym heeft de serie lezingen
over Italiaansche beeldhouwkunst, die gehouden
worden in verband met de Italiaansche ten
toonstelling te Amsterdam, vervolgd met het
onderwerp: „Donatello" (13861466). Spreker
die de reeks geopend had met de Pisaneesche
school, welke kort na het midden der 13e eeuw
een nieuwe jonge plastiek inluidde voor Tos
cane, waar hy van de wereld der verdrooming
overging naar de wereld der werkelükheid,
komt nu met den beeldhouwer Donatello, die
deze realiteit zal consolideeren voor de eerst
volgende eeuwen. Hy beschouwt Florence om
en na 1400. In deze stad werd Donatello ge
boren, werkte hier het grootste gedeelte van
zyn leven en sterft er. Zoon van een fanatieken
politicus erfde hij van zijn vader de felheid
en het opstandige, dat zich bij hem niet ont
laadde in een staatkundigen wellust, doch in
zyn kunstzinnige daden. Spreker volgt hem in
zyn jeugd, hoe hij bij Ghiberti meehelpt aan
de bronzen deuren van het Baptisterium, staat
stil bij zijn vriendschap voor den bouwmeester
Bruneleschi, den universeelen geest. Verschil
lende jeugdwerken worden bekeken, o.a. de
Evangelist Johannes en de werken aan de Or
San Michelo-kerk, waarby voor den magistra
ten verkondiger St. Marcus en den fieren jeug
digen stryder voor het geloof, St. Joris de aan
dacht gevraagd wordt. Daarna komen de groote
statuën aan den klokketoren. Vervolgens be
spreekt hy de werkplaats die Donatello met
den beeldhouwer-bouwmeester Michelozzo sa
men opzet en hoe zij beiden als militaire inge
nieurs werkzaam zijn bij het beleg van Lucca.
Dan schynt Donatello ruim een jaar in Rome
te zyn geweest. Uit zijn rypen levenstyd wor
den bekeken de bronzen David, de terracotta
kop van Uzzano e.a. Ongemeen is ook zyn
liefde voor het bruisende jongensleven, dat
we zien in de zangerstribune voor den Dom te
Florence en den buiten-preekstoel aan den Dom
te Prato. In 1443 verhuist hij naar Padua,
waar hy opdrachten had voor de St. Antonius-
kerk en kort daama ook de bronzen reliefs
voor het hoogaltaar maakte. Aan het einde
dezer Paduaansche periode staat het bronzen
ruiterbeeld voor Gatta Melata, waardoor de
Romeinsche Oudheid voor het eerst weer een
rivaal krijgt van haar Marcus Aurelius-ruiter-
beeld. Na 1453 keert hy terug in Florence; hij
is dan 67 jaar en schijnt nog herhaaldelyk in
Siena te zijn geweest voor werk. Tot zyn be
langrijkste schepping uit de eindperiode mag
de Judith met Holofernes gerekend worden
en hoewel niet zijn laatste werk, klinkt het
toch als een zwanenzang. Nog eenmaal grypt
hy de rauwe menschelijke passie die hier in
beide wezens diabolisch broeide. Is het de weg
zinkende vitaliteit tegen welk verval de oude
mensch nog eenmaal zich met alle felheid
tracht te verzetten, waarby hy in die spanning
zyn anker werpt dwars door de herinnering
heen naar een vrq«er beleefde emotie? Wat
heeft hij in die wqplere vrouw gezien, hy die
noch een Semiramis, noch een Beatrice of een
wezen tusschen deze poten in verkozen had als
duurzaam pand?
Zooals bekend, hebben de oud-gouvemeurs-
generaal, in verband met de pensioenkorting
voor de Indische ambtenaren met 17 pCt., vry-
willig afstand gedaan van eenzelfde percen
tage van hun pensioenen.
De omstandigheid nu, dat op het ontwerp
der Indische begrooting voor 1935, zooals dit
by den Volksraad is ingediend, de post pen
sioenen voor oud-gouverneurs-generaal nog on
veranderd blijktte zijn geraamd, heeft aanlei
ding gegeven tot de in de pers uitgesproken
veronderstelling, dat aan het voornemen der
vrywillige korting geen uitvoering zou zyn ge
geven. Deze veronderstelling is onjuist.
Naar van gezaghebbende zyde wordt mede
gedeeld, is de bedoelde korting met 17 pCt. op
landvoogdelyke pensioenen reeds van 1 Januari
1934 af toegepast.
Maandagmiddag is H„ eigenaar van een
broodfabriek te Oosterhout. terwyl hij op het
dak stond om den schoorsteen te vegen van
een hoogte van ongeveer vier Meter naar bene
den gestort door 't wegschuiven van een dak
pan.
H. bleek bij zyn val den onderarm te hebben
gebroken, terwijl hij bovendien klaagde over
ernstige pijnen aan been en borst. Per zieken
auto overgebracht naar het St. Josephgesticht
te Oosterhout werd de eerste geneeskundige
hulp verleend. Daar H. bleef klagen over hevige
pünen in het been en de borst werd overbren
ging voor nader onderzoek, naar het Ziekenhuis
te Tilburg noodzakelijk geacht. H. werd in den
loop van den namiddag per ziekenauto daar
heen vervoerd.
De uitslagen van de vyfde ronde van het in
ternationaal schaaktournooi te Kloster-Neuburg
waren, zooals reeds eerder gemeld:
Grünfeld wint van Gilg. Thomas verliest van
Dr. Weil, Felderhof—Palda afgebroken. Erde-
lüf wint van Köberl, v. Doesburgh wint van
frl. Harum.
De vyfde ronde bracht eindelyk de goede re
sultaten voor onze landgenooten, waarnaar men
zoolang had uitgezien. Van Doesburgh speelde
zeer solide tegen de Fransche verdediging van
frl. Harum en won, doordat zy bij een moeiiy-
ken stand de juiste voortzetting miste.
Voor Felderhof was de dag buitengewoon ge
lukkig. Niet alleen dat hy, zooals reeds gemeld,
in de morgenuren van Dr. Weil op fraaie wyze
gewonnen had, maar ook des avonds zette hy
ei alles op tegen Palda, van wien hy na lange
verdediging, een pion wist te winnen. Het ont
stane eindspel van torens zal zeker voor hem
tot winst voeren en dan slaat hy met 3 uit 5
geen slecht figuur.
Doch onze beide landgenooten moeten nog
uitkomen tegen de sterkste spelers van het
tournooi, zoodat de score wel niet meer met
groote sprongen de hoogte in zal gaan.
Voor Thomas was de dag minder gelukkig.
Zün beteren stand tegen Köberl wist hy niet uit
te buiten en 's avonds speelde hy zeer bevan
gen tegen Dr. Weil, liet een voor de hand lig
gend offer toe en moest na 24 zetten de partij
opgeven.
Zeer interessant was de party tusschen de
Mèèr dan vroeger is er in de laatste
jaren een zekere belangstelling te con-
stateeren voor den maandelijkschen
staat der ryksontvangsten. En dit niet enkel
by het z.g. ingewijde, maar ook bij het gewone,
d.w.z. het niet deskundige publiek. Dit zal wel
voortkomen uit het besef, dat het wel en wee van
vele landgenooten voor een goed deel afhangt
van het meer of minder mild vloeien der ryks-
middelen. Doch öök, wyl men in dezen midde-
lenstaat terecht een barometer ziet, die den
stand van ons economisch teven vrij nauwkeu
rig registreert.
Byzondere interesse is er altijd voor de sta
ten, welke half Januari en half Juli verschynen,
wyl deze een soort half jaars balans zijn, al
mag men niet vergeten, dat beide jaarhelften
door allerlei oorzaken niet geheel gelijk zijn.
De staat van j.l. Mei gaf na de teleurstellen
de eerste vier maandenvan 1934 een ietwat
opgewekter beeld te zien. Het eerste trimester
toch had ten opzichte van de raming een te
kort opgeleverd van ongeveer 28 millioen. De
Meimaand vergrootte dit tekort met „slechts"
2 millioen. Vergelijkenderwijs gesproken dus
een gunstig resultaat.
Beschouwen we nu de resultaten van Juni.
Tegenover een raming van ƒ31.209.000 staat
een ontvangst van ƒ31.190.000. Een dégrès al-
zoo van een goede 1 millioen.
Men moet zich in dezen niet laten verblin
den door een vergelyking tusschen de cijfers
van Juni dit jaar en die van de overeenkom
stige maand in 1933. Deze vertoonen wel is
waar een verschil van bijna 5 millioen ten
gunste van het loopende jaar, maar dit werd
geheel opgebracht door de beide nieuwe mid
delen, de omzet- en de couponbelasting.
In totaal bracht het eerste half jaar 1934
op buiten de z.g. kohierbelastingen rond
162 millioen, tegenover vorig jaar 150 millioen.
Neemt men echter in aanmerking de beide
hierboven genoemde nieuwe middelen met te
zamen ƒ2424 millioen, dan is er per saldo een
tekort van 12J4 millioen.
Dit en meer nog de achterstand bij de ra
ming ad 31 millioen, maken dat we den toe
stand onzer landsfinanciën nog weinig roos
kleurig kunnen noemen.
Enkele der middelen vragen nog een kleine
afzonderlyke bespreking.
De Dividend- en Tantièmebelasting bracht
in Juni op 1.789.000 tegenover vorig jaar
1.482.000. Ook het halfjaarcijfer is niet zoo
kwaad: ƒ5.647.000 tegen ƒ4.584.000. Mogelyk
is natuurlijk, dat er dit jaar nog al wat divi
dend vroeger is gedeclareerd dan andere jaren,
maar aannemelijker lykt ons de verklaring, dat
heel wat zaken door reorganisatie e.d. zich aan
de huidige tijdsomstandigheden hebben aange
past en daardoor weer rendabel zyn geworden.
Met 7.210.000 hebben de Invoerrechten zich
weer wat hersteld en zijn gelyk gekomen met
Juni 1933. Toch blyft er over het eerste half
jaar nog een tekort by vorig jaar van 624
millioen en by de raming van 'n kleine 3 mil
lioen.
Over de Accijnzen valt ditmaal weinig te
zeggen. Zout en geslacht bleven onder vorig
jaar, evenals gedistilleerd en suiker. Wyn, bier
en tabak brachten iets meer op. In totaal echter
waren de nadeelige verschillen grooter dan de
voordeelige. Hoe zou het trouwens anders kun
nen, waar deze accijnzen als verbruiksbelas
tingen zoo gevoelig zijn voor de daling van de
koopkracht bij de massa.
Nog steeds is de Omzetbelasting niet op het
peil gekomen, waarop de minister haar gedacht
had. Nog geen 5 millioen bracht deze in de
kas, terwijl daarnaast een maandraming staat
van ƒ6.791.000. Per saldo is er op het eerste
half jaar een tekort van "byna 18 millioen. Nu
moge het waar zyn, dat in de eerste maanden
eenige achterstand verklaarbaar is we gaven
de oorzaken "daarvan reeds enkele maten
nu, na een half jaar hadden we toch gedacht,
dat langzamerhand dit middel op peil was ge
komen. Zou dan toch Minister Oud met deze
belasting wat te hoog gemikt hebben?
Van de overige middelen vermelden we nog,
dat de Loodsgelden alweer een stapje omhoog
gingen, terwijl de Successierechten met byna
2j4 millioen weer tot de raming naderden.
leiders Grünfeld en Gilg. Het werd een aange
nomen Damegambiet, waarbij Gilg in een vaar
water kwam, dat Grünfeld zeer goed kende.
Hierdoor kon Grünfeld nagenoeg a tempo spe
ten, terwyl Gilg eiken zet zoeken moest, zoodat
hy zeer veel tyd verspeelde en ten slotte in
tijdnood verloor. Erdeliji won regelmatig van
Köberl.
Hieronder laten we de interessante party vol
gen, gespeeld door R. van Doesburgh met wit
en frl. Harum met zwart.
•Fransche partij:
1. e2e4, e7e6; 2. d2—d4, d7—d5; 3. Pbl—
c3. d5 x e4; 4. Pc3 x e4, Pb8d7; 5. Pglf3,
Lf8—e7; 6. Lfl—d3, Pg8—f6; 7. Pe4—g3, c7—
c5; 8. c2c3, b7b6; 9. Ld3—b5, Dd8—cT; 10.
Lel—g5, 0—0; 11. Ddld2, Tf8—d8; 12. 0—0,
Pd7—f8; 13.Dd2e2, Lc8—b7; 14. Tfl—dl, Pf6
—5; 15. d4 x c5. De7 x c5; 16. Lg5 xe7,Dc5xe7;
17. Tdl—d4, Pf8g6. (De druk op f4 verschaft
zwart iets beter spel). 18. Pf3e5, Pd5f4; 19.
De2d2, Td8 x d4 (nemen op g2 mag niet we
gens Pc6 met verlies van de kwaliteit); 20. Dd2
x d4, Ta8d8; 21. Pe5 x g6, Pf4 x g6; 22. Dd4—
a4, De 7c5 (sterker was 22a6); 23. Lb5
e2.... (niet 23. Da7! wegens 23Db5: 24.
Db7: Db2: en zwart staat gewonnen); 23a?
a5; 24. Tal—dl, Dc5—c7; 25. Tdl—d4. Dc7—
e7; 26. Da4dl, Td8 x d4; 27. Ddl x d4, De 7
c7; 28. f2—f3, e8e5; 29. Dd4—d2, Dc7—c5t; 30.
Kglfl, Pg6—f8; 31. Pg3—f5 (met het ingrij
pen van dit paard komt wit in t voordeel)
31.... Pf8e6; 32. Dd2—d7, Lb7—c6?; 33. Dd7
x c6.
Zwart gaf het op. Zü komt een stuk achter
door 34. Pe7t
Hoewel de Olympia Hall te Londen nog lang
niet uitverkocht was, blykt er toch veel belang
stelling voor deze eerste Zesdaagsche te zyn.
Het vormen van het koppel Piet van Kempen
met den Engelschman Cozens blykt een goede
gedachte te zyn geweest, daar de Engelschen
hun landgenoot dank zy de hulp van Piet van
Kempen nog steeds aan den kop zien ryden en
kunnen toejuichen.
Er waren omstreeks middernacht ruim vyf-
duizend toeschouwers en veten van hen bleven
tot des morgens te zes uur by den aanvang van
de neutralisatie.
Toen er driehonderd myl gereden was, ver
loren van Kempen-Cozens de ronde voorsprong,
welke zy op alle andere koppels hadder.. Her
haalde malen hebben, vooral direct na de
sprints, vannacht jachten plaats gehad.
Toen er 474 myl gereden was, hedenochtend
by de neutralisatie, was de stand als volgt:
1. Piet van KempenCozens; 2. Bartell—Mal-
mesie;
Op een ronde.
3. Kilian—Vopel; 4. Miethe—Vroomen; 5.
WinterOttevaire;
Op drie ronden:
6. Torry— Buhler; 7. BockumMuller; 8 Pi
ano—Gi li berti; 9. Lepage—Audy; 10; Clig-
netKoomans; 11. AnhesAerts; 12. Marcil-
lac—Louet.