De opgravingen te Paestum
I f 375 keerden wij heden uit
I ONZE 317e UITKEERING
f 81.165.-
Met wdiaal aan den daa
HOUDT DIT IN DE GATEN..
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
OOK VOOR DE VATEN 111
GROOT-GRIEKENLAND
Het Geheim van
het open Raam
DONDERDAG 19 JULI 1934
Waardevolle monumenten der
oude Grieksche cultuur wer
den in Paestum bloot
gelegd
Graf van den apostel
Mattheus
ingevolge de voor onze abonné's geldende
gratis-ongevallenverzekering aan den Heer
A. VOORN, Wouwermansfraat 13 rood, Haarlem
wegens een aan hem overkomen verkeersongeval
I Dit is
I WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN I
1 aan onze verzekerde abonné's is uitgekeerd.
DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS
Radiumwinning in
Canada
Zwaluwenkolonies in
Italië
PnoftSjl
De dichter
Afschuwelijk ongeluk
in een dierentuin
Oppasser door twee grizzly-
beren gedood
Een wereldrecord lang-
typen
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Detective-verhaal dooi
ANTHONIE GILBERT
Halfweg tusschen Rome en Napels, als de
trein de tunnel bij Gaeta dóór is, be
gint men hiér en daar iets te bespeu
ren, dat van al het tot nu toe geziene en ge
voelde verschilt. Het zijn Herinneringen resten,
nageuren van de Grieksche wereld, die hier
geleefd heeft en nog immer niet gestorven is.
In de taal, in de menschen, in de bouwwerken
en in het landschap en den plantengroei zelf
speurt men een nieuw element, dat moeilijk te
ontleden en te omschrijven is, maar dat zich
onmerkbaar van de zinnen meester maakt: een
rijker en tegelijk edeler levensgenot, dat de
wereld met zijn pansfluit melodiseert.
Groot-Griekenland. Hoe ver heeft dit kleine
volk zijn bonte zeilen naar alle kanten uitge
zonden om overal de sporen van zijn onverge
lijke schoonheids cultuur te laten. Sicilië.
Klein Azië, Italië dragen monumenten van die
cultuur, die even kostbaar zijn als die van
Griekenland zelf. Cultuur is uit haar aard
mededeelzaam en verspreidt zich als net zaad
van een bloem. Maar het is zonderling te be
denken, dat al die Grieksche cultuurcentra als
handelskolonies ontstonden en dat de wind, die
dit stuifmeel over de Middellandsche Zee droeg,
de wind van Hermes' vlerken was. De tempel,
zoo zou men kunnen zeggen, veronderstelt de
beurs. Voor ons klinkt het zeker vreemd.
Een van de plaatsen, waar de Grieksche cul
tuur haar grootste en schoonste monumenten
heeft achtergelaten, en tevens het noordelijk
ste oord, waar men Griekenland vinden san, is
Paestum, 40 K.M. ten zuiden van Salerno. Po-
seidonia heette de stad bij haar Griessche stich
ters, die haar toewijdden aan den zeegod, die
hen, ongeveer zes eeuwen vóór Christus. over
zijn turkooizen golven herwaarts had gedragen.
Aan Poseidon is ook de grootste en vol-
maakste van de drie Dorische tempels toege
wijd, die Paestum tot een bedevaartsoord der
schoonheid maken. Hij is de jongste van de
drie, iets ranker en gracelijker dan zijn beide
voorgangers, maar even majesteitelijk en kloek
en harmonisch, terwijl de eeuwen in zün ver
weerde travertijnsteen een rossige kleur heb
ben ontstoken, die smeult als avondgoud De
oudste van de drie, de zoog. BasilieK. moet
reeds kort na de stichting der stad gebouwd
zijn en dateert van de eerste helft der zesde
eeuw voor Christus. In de tweede helft dier
eeuw werd de kleinere Cerestempel gebouwd,
wiens elegante lijnen al uit de archaische
zwaarte van de Basiliek ontgroeid zijn. Maar
het Poseidonion is de volmaaktste en gelukkig
tegelijk de minst beschadigde van de drie. De
zesendertig zuilen, die zijn omgang vormen
zes aan de korte zijden, die 24 meter meten en
14 aan de lange zijden, die 60 meter lang zijn
staan alle nog overeind en schragen de
gave balken en de beide tympanons, terwijl van
het binnenste heiligdom, de cella, nog beide
zuilenrijen staan, die elk een rij van kleinere
zuiltjes dragen, waarop de architraaf rust. Het
is méér dan genoeg, om een volledigen indruk
te geven van den Griekschen tempel in al zijn
edele schoonheid.
Paestums vroegste geschiedenis speelt zich af
als die van een welvarende handelsstad, die
verdragen sluit met de Sibarieten en later met
de Etruskers, oorlog voert met de Lucaniërs, die
de stad omtrent het jaar 400 innemen en haar
naam tot Paistum veranderen, bevrijd wordt
door Alexander van Epirus (332) maar spoedig
weer door de Lucaniërs wordt hernomen (326),
totdat zij in 273 in de machtssfeer der Romei
nen kwam, door wie het een nieuwen bloei
kende en die het in de Punische oorlogen met
macht en, zooals dat een handelsstad past,
vooral met geld en koren steunde.
Het Christendom vond m Paestum een goe
den bodem, zoo dat de stad sedert 370 waardig
was, het lichaam van den apostel Matthaeus te
bezitten, dat nu in het naoije Salerno rust. Het
is niet onwaarschijnlijk, dat de Dorische tem
pels het onbloedige offer van Christus onder
hun dak jagen. Het verval van het keizerrijk
bracht de bloeiende stad in verval door de in
vallen der barbaren en door de malaria, die
overal opkomt, waar de waterstaatsdienst van
het Romeinsche rijk verslapt, de malaiia. die
nu nog de omgeving van Paestums ruïnenveld
ontvolkt. Na de barbaren en de malaria kwa
men omstreeks 880 de Saracenen en lieten
bouwvallen achter, die nimmer meer bewoners
vonden. In de elfde eeuw haalden de Noor
mannen hier marmer en Peelden om den Dom
van Salemo mee te sieren. Daarna lagen
de prachtige tempelruimen vergeten te midden
van een door de malaria ontvolkte woestenij.
Alleen enkele kunstkenners gewaagden ervan,
bijna als van een legende.
Eerst in den laatsten tijd is de belangstelling
voor deze grootsche monumenten meer alge
meen ontwaakt. De trein heeft, er dichtoü een
station gekregen en toeristen stroomen toe.
Belangrijke uitgravingen nebben het forum en
andere ruïnen bloot gelegd, terwijl men bijzon
der veel belang hecht aan een kleineren tempel,
waarvan alleen de vloer en de inplantingen der
zuilen waren overgebleven. Dit is de zoog tem
pel van den vrede, die door bepaalde stijl-ele
menten gekenmerkt is als ontstaan na, de ver
overing van Paestum door de Lucaniërs
Het is het voornaamste monument, dat de
Lucaniërs in Paestum hebben nagelaten, de
eerste Italische tempel van Paestum, dus als
het ware een symbool van overwinning der in
gezeten stammen van Italië op de Giieksche
koloniën. Deze historisch-politieke beteekenis
maakt dit monument bijzonder dierbaar aan
het fascistische bewind. Men is er in geslaagd
eenige resten van zuilen van dezen tempel bij
een en op hun plaats te brengen, waarna de
„Italische tempel", officieel als zoodanig er
kend, enkele weken geleden plechtig is ingewijd.
Doch de bezoeker van Paestum vergeet de
geschiedenis en de oudheidkunde en eerst recht
de politiek, en vereert alleen de schoonheid.
Uit het vlakke grijze ruïnenveld, dat zich tus
schen de heuvels en de blauwe zee uitstrekt,
verheffen zich eenzaam de drie tempels in hun
wonderbare rhythmische harmonie.
Tempels in het. landschap. Men heeft tus
schen de Romeinsche en de Grieksche bouw
kunst het onderscheid willen maken, dat de
eerste ruimtebouwkunst is, die een bepaalde
ruimte vormt en omsluit, terwijl de tweede niet
om een ruimte heen bouwt, doch zich opent
naar buiten, architectuur in het landschap is.
Het is moeilijk te zeggen, hoeveel waars daar
aan is. Ook de tempels van Paestum hebben
aan smalle straten tusschen dichtbewoonde
buurten gelegen. Maar de formule van de .Ar
chitectuur in het landschap" past wonderbaar,
nu deze glorieuze tempels eenzaam vei rijzen
tusschen de heuvels en de zee, alleen cmgeven
door een krans van roode rozenstruiken, die
hier, zooals een vers van Vergilius zegt twee-
HiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiH
ïïiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiimiiiiiiimiiiminiminnnnnni
maal bloeien in den kringloop van een jaar.
Rozen waren immer het zinnebeeld van de zoet
heid des levens en van zijn vergankelijkheid.
Nergens zijn zij beter op hun plaats dan hier.
De vlakte is verlaten. Korenvelden wisselen
af met een wildernis, die in geen eeuwen een
ploegschaar heeft gekend. Heinde en ver is
geen gerucht dan het klapwieken van de raven,
die in de ruïnen huizen, het zoemen van de
bijen, het ritselen van een hagedis in het dorre
gras, het suizen van den luwen zeewind langs
de verweerde zuilen.
In den gonzenden zomermiddag kunt ge een
zaam want hier komen weinig bezoekers
door het droge, geurige gras en het moeiende
struikgewas rondom de tempels wandelen, of
neerzitten tusschen de zuilen en staren naar
de plaats, waar het offeraltaar stond, en naar
de bergen en naar de blauwe zee.
Langzamerhand vergeet ge den wagen, waar
mee ge gekomen zjjt. Langzamerhand vergeet
gij alles, en tusschen den hemel, de bergen en
de zee blijft alleen dit edel en eeuwig schoon
steenen gebaar, waarin een vergaan volk vyf
en twintig eeuwen geleden zijn ziel wist uit
te drukken.
In Canada is de nieuwe mijnonderneming
Hottah Lake Mines Ltd. opgericht, die de ex
ploitatie van de voorraden uranium-erts aan
het Hottah Lake, honderd mijl ten zuiden van
het Groote Beer-meer zal ter hand nemen. Dit
erts is tot dusverre reeds in vrij aanzienlijke
hoeveelheden gevonden aan het Groote Beer-
meer en wordt daar sedert eenige jaren ook
reeds geëxploiteerd door de Eldorado Mining
Co. Men heeft daarna de onderzoekingen voort
gezet in de richting van het Hottah-Lake met
het bovengenoemde resultaat.
De Italiaansche regeering richt op 't oogen-
blik zwaluwenkolonies op in het belang van
landbouw en volksgezondheid. De eerste kolo
nie is reeds gevestigd te Castel Fusano en an
dere zullen worden gevestigd in de voormalige
Pontijnsche moerassen.
De zwaluwen zijn een belangrijke factor bij
de bestrijding van de malaria-muggen. Maar
in Augustus verhuizen de vogels van Zuid- en
Midden-Italië naar het Noorden, zoodat er in
de twee meest bedreigde maanden, Augustus
en September, geen zwaluwen zijn in de stre
ken, waar zij het meeste nut kunnen brengen.
Men hoopt thans door het inrichten van dui
zenden nesten en door het beschikbaarstellen
van voedsel in overvloed de zwaluwen ook in
Augustus en September in Zuid- en Midden-
Italië te kunnen houden. Er zijn ook maatrege
len genomen om de vogels te beschermen tegen
de koude nachten.
Het was zijn geluk geweest, dat de natuur
hem als dichter geboren deed worden.
Misschien was hij zelfs wel de eemge
dichter, die ooit bestaan heeft, voor wien zijn
dichterschap een geluk was! Hij was een slan
ke, donkere, knappe jongeman met bescheiden,
hoffelijke manieren en wien, behalve zijn naam
Stephan Pétard, niets anders bekend was, dan
dat hij „verrukkelijke gedichten" maakte. Deze
gedichten redden hem van alle mogelijke twij
felingen en vermoedens. Zij stonden in literaire
bladen, die gaarne bijdragen hadden van jonge
menschen, die nog te verrukt zijn over het ge
noegen „zich gedrukt te zien," om ooit hono
rarium te verwachten. Verder placht Stephan
zijn gedichten op te dragen aan personen, die
hem volgens zijn zeggen geïnspireerd hadden.
En waar is de vrouw te vinden, die zich door
gedichten niet laat bekoren, als ze dan boven
dien nog goed zijn ook? Stephan placht ook
heel dikwijls zich te laten inspireeren juist niet
al te jonge vrouwen uit te zoeken. En geen
dankbaarheid evenaart die van de vrouw, van
vijf en dertig jaren, die bezongen wordt in
vloeiende verzen als een achttien-jarige. Door
dit alles had Stephan zich een plaatsje ver
overd in het hart van menige dame der groote
wereld. Want alleen aan dezulken waren zijn
kunstwerken natuurlijk opgedragen. En, via die
harten, had hij ook zelf een plaatsje in deze
wereld gekregen.
Hij leefde daarin rustig en bescheiden, ge
acht en verwend. Men hield hem voor een jon
geman van goede familie, niet zonder fortuin.
Hü kwam altijd keurig voor den dag en be
woonde goed-gemeubileerde kamers op goeden
stand. Men vond hem een keurigen jongen,
heel anders dan meestal zulke dichters zijn. Hij
had nooit afgedragen pakken, trachtte nooit
geld te leenen, men zag hem nooit met rare
typen en Bohémiens, kortom hij was een gent
leman. En zoo bescheiden! Nooit drong hij zich
op den voorgrond, maar hij liet zich ook weer
niet bidden, als hem verzocht werd een van zijn
heerlijke gedichten voor te dragen." En hij ver
overde er aller harten mee.
Is het wonder, dat men hem nooit verdacht?
Zelfs niet toen de comtesse de Belford tijdens
een soiree, waarop hij eenige prachtige verzen
voordroeg, op onverklaarbare wijze een kost
baar paarlsnoer kwijtraakte. Zelfs niet toen
haar zuster even geheimzinnig een platina
armband met robijnen moest verliezen. Mis
schien zou Stephan Pétard nog hebben kunnen
voortgaan op deze onopvallende wijze zijn brood
te verdienen, gedekt door zijn interessant dich
terschap en uitstekende manieren, als hij niet
een domheid begaan had bij zijn poging om in
het bezit te komen van een diamanten collier
van de vrouw van den millionnair Parker, 'n
Amerikaansche, die, dank zij hare millioenen,
zich in de groote wereld had weten in te drin
gen. Zij had gemeend niet beter te kunnen
doen dan den charmanten Stephan Pétard te
protegeeren. Dus zag Stephan schoone kansen
voor zich in het verschiet. Helaas, hoe slecht
gebruikte hü ze ditmaal. Was hü onhandiger
dan vroeger? Was de Amerikaansche sluwer?
Of had ze meer menschenkennis? Hoe het zü,
Stephan Pétard, de dichter, blameerde zich
iiiiiiimiiiini
iiiiiiiiiiiiiii
inso
Na een tocht van een paar uur kwamen we
boven de bedreigde plaats aan. We kwamen
dichter bü elkaar vliegen zoodat het touw slap
ging hangen en de mand den grond raakte.
Nieuwsgierig en vol spanning keken wê naar
beneden of de zwartjes in de mand zouden
klimmen en, jawel hoor, na eenige aarzeling
klommen in totaal zes personen een voor een
in de mand. We waren nog net op tüd ge
komen voor de redding.
Nadat de zwarten waren ingestegen, gingen
we hooger vliegen en brachten de zwartjes over
den lavastroom naar de woestün, waar ze weer
uitstapten. De toudkabel werd gekapt en daar
na vlogen we in de richting van Windhoek.
Het Britsche vliegtuig was met groote snel
heid vooruit gevlogen en had ons achter zich
gelaten, wat wü in het geheel niet sportief von
den.
Geruimen tijd na fyet andere toestel kwamen
we in Windhoek aan, besloten daar ons toe
stel te laten nazien en nieuwe olie en benzine
in te nemen om dan weer weg te vliegen, nu
voor ons bezoek aan de Dzompeze, een kanni-
balenstam in Midden-Afrika, waarna we af
scheid zouden nemen van Afrika.
We kozen weer de landingsplaats aan den
buitenkant van de stad. En merkwaardig
daar stonden de Britsche autoriteiten met de
vliegers ons op te wachten. Nauwelüks stond
het toestel stil of wü werden uit de cabine
getrokken en in triofmtocht rondgedragen. Uit
alles bleek, dat wü toovenaars af en thans
hun grootste vrienden waren.
dermate, dat hij moest verdwijnen, heel blij dat
mrs. Parker, die geen schandaal wilde, hem
niet liet vervolgen.
Het was dus uit met de loopbaan van Ste
phan Pétard. De jongeman zag in, dat hem
niets anders restte dan te veranderenvan
naam. Hij werd dus Armand Lafèbre. En onder
dien naam trok hij naar het buitenland.
Jaren verliepen. En Stephan Pétard. alias
Armand Lafèbre, die niet slecht geboerd had
in het buitenland, kreeg heimwee. Het beviel
hem niet langer als banneling rond te zwer
ven. En hij overwoog ernstig, of het niet mo
gelijk zou zün het oude spelletje opnieuw te
gaan spelen, tusschen de oud-slachtoffers op
het terrein van zijn vroegere nederlaag.
Het was ge
vaagd. Lang over-
woog hü. Armand
Lafèbre bezat val-
sche papieren en i
relaties, die niet
oeter wisten of hij i s
was de zoon uit
een keurige familie in Zuid-Frankrük. En na
lang wikken en wegen besloot hü het erop te
wagen.
Weggegaan uit Parijs als een jongeman van
even vijf en twintig jaar, een slank figuur,
gladgeschoren, bescheiden en vol dichterhjke
ontboezemingen, keerde hij terug als een niet
geheel slank meer zijnde man, die ouder leek
dan veertig jaren door een keurig verzorgd
puntbaardje. Hij was veranderd in den loop
der jaren. Hü dichtte niet meer, maar wist over
alles mee te spreken met autoriteiten en
maakte den indruk van een zeer belezen en
ontwikkeld man. Hü huurde een keurig apar-
tement en op den dag, dat hü voor het eerst
weer in een Parijschen salon zou verschijnen,
stond hü lang voor den spiegel, zich bewust van
een weinig plankenkoorts. Het trof wel toeval
lig, dat het bij de comtesse de Belford was, dat
hü werd verwacht. Een buitenlandsche relatie
had hem deze invitatie bezorgd. Het was goed
bedoeld en zijn kennis kon niet weten, dat hü
hem innerlük verwenschte. Het ware zooveel
aangenamer geweest eerst eenige nieuwe ken
nissen op te doen en dan geleidelijk aan, zich
in het „hol van den leeuw" te wagen. Maar nu
juist de allereerste maal van zijn terugkeer, bij
één van zijn oude kennissen te moeten ver
schijnen.... waar hü gedichten voorgedragen
had en een paarlsnoer geroofd
De spiegel weerkaatste echter een man, die
zoo weinig geleek op Stephan Pétard, dat hü
moed vatte. Kom, een beetje van zün gewone
brutaliteit en alles kwam in orde. Hü zou dit
maal omzichtig te werk gaan en zorgen, dat hü
nu ééns en vooral „binnen" kwam.
Vastberaden stapte hü in een taxi. En met
vasten tred betrad hij het bekende huis Alles
leek eenvoudig, nu hij er eenmaal voorstond.
Zijn gewone brutaliteit keerde terug en zijn
hart klopte nauwelüks iets vlugger, toen hü
zün kaartje afgaf aan den lakei, die de namen
afriep.
Maar toen merkte hij op, dat deze lakei hem
strak aankeek, alsof hü nadacht. Dan fluister
de hü: „O, pardonde baard bracht mü in
de war." En zonder zelfs een blik op het
kaartje te werpen, opende hü wüd de deur en
kondigde met luider stemme aan: De heer
Stephan Pétard!
Pas later herinnerde Stephan Pétard, alias
Armand Lafèbre zich het gezicht van den lakei
en herkende in hem den man, die jaren ge
leden, hem eiken dag was komen opknappen.
In den dierentuin te Denver in Colorado heb
ben twee grizzly-beren hun getrouwen oppas
ser gedood. Honderden bezoekers waren getui
gen van dit afschuwelüke voorval, terwijl zü
moesten toezien, hoe de oppassers tevergeefs
trachtten hun ongelukkigen collega van de die
ren te bevrijden.
De zeventigjarige oppasser was bezig de kooien
te reinigen en richtte den waterstraal op de
beide beren. De dieren wierpen zich toen op
den ongelukkige, dien zü tegen den grond sloe
gen. Onder vreeselijk gebrul sleepten zü hun
slachtoffer heen en weer, totdat deze in den
vüver viel. De dieren sprongen hem na en eerst
toen de oppasser was verdronken, verdwenen
de beren in hun hol, waar zy later werden
afgemaakt.
Antonio Arpon, een steno-typist, uit Madrid,
heeft het klaar gespeeld 23 uur zonder onder
breking te typen. Hü beweert dat hü daarmede
een wereldrecord heeft gevestigd.
A /L op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Ofififi bij levenslange geheele ongeschiktheid t Dt w'erkendoor f JtTfi bü een ongeval met OCfl m bij verlies van een hand f ?C 1$Ie^}eLY,?J? ®!5 f 50 -wn®" f 40.' anderen® vineer
Alle ahonne S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen T óUl/U.' verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f f OU.' doodelijken afloop# KtOU. een voet of een oog# i£tO. duim of wijsvinger JV. been of arm# ~l/« ad g
78
(Korte Inhoud van het voorafgaande
Sir Hector Ascher gaat door voor een ver
woed verzamelaar van kostbare boeken
In Merlin St Hugh, waar hü op zün Dui
ten woont, leeft hi1 zeer afgezonderd met
eün mchtle Paula Parkston die m het
geheim verloofd was met den secretaris
van sir Hector Arthur Newnham Door
een handlangster komt Ascher in het be
zit van een kostbaar werk dat uit de bi
bliotheek van Burgoyne is gestoler
Ascher reist naar Frankrük om een aantal
boeken te verkoopen. nagereisd door Bur
goyne en den letterkundige Egerton. in
een luguber hotelletje te Parüs wordt
Ascher dan vermoord Omtrent den dader
tast men tn het duister WaarschlinlUk
ls Ascher reeds in den trein vermoord
en in zün boekenkoffer. door iemand die
zich voor hem uitgaf naar het hotel ver
voerd Het lustltleel onderzoek wordt ge
leld door den detective Lestrange).
Dat verklaart dus het vraagstuk van de
snor zooals Dubois 't noemde. Hü had die
heelemaal niet behoeven af te scheren, indien
hü alleen maar van plan geweest was om
Ascher voor te stellen. Dan had hü kunnen
volstaan met den baard. Maar hü was van
Plan om in het halve duister voor een vrouw
door te gaan en als zoodanig moest hü zich
van de snor ontdoen. Halverwege d.n weg
naar het station voegde hij zich bü Miss
Parkton en zij gingen samen naar Worthing.
Het is nooit in hem opgekomen, denk ik, dat
zü zou trachten deze feiten te ontkennen;
het moet een leelüke slag voor hem geweest
zün, want het gooide heel zün alibi aan gruze
lementen. Indien men hen ergens samen bad
aangetroffen, zou de politie nooit eenige reden
hebben gehad, om hem in hechtenis te nemen.
Die kwam eerst, toen hü geen voldoende ver
klaring kon vinden voor de wijze, waarop hü
den nacht had doorgebracht ofschoon nie
mand vooruit rekening had kunnen houden met
dien Arden. Dit was ook werkelük een onvoor
ziene fatale omstandigheid. Ik heb je toch ge
zegd, Beaumont, dat het toeval altüd iets voor
je verborgen houdt."
„Maar," vroeg Beaumont, „hoe los jü die
kwestie NewnhamParkton op? Wil je bewe
ren, dat Miss Parkton voor dien kerel niets
beteekende?"
Egerton gaf eerst geen antwoord. Doch ten
slotte sprak hü:
„Dat weet ik niet. Hü was natuurlük van
plan met haar te trouwen. Binnen enkele weken
is Miss Parkton een welgestelde vrouw, indien
zü eenmaal in het bezit is van haar eigen
vermogen uit de erfenis van tante Honoria.
In ieder geval voel ik er niets voor om deze
vraag verder uit te werken. Ze beeft hier geen
practische waarde. De kerel zal aangetrokken
zün door haar tragische positie, haar schoon
heid, haar jeugd. Van den anderen kant stond
hü geheel onder invloed van Miss Marlowe.
Dat is de groote, sluwe, berekenende stuwkracht
tot zün noodlottige daad. Zü heeft hem rustig
z'n romantisch spel laten spelen met Miss
Parkton, en toen op het psychologische moment
zijn woede tegen Ascher uitgespeeld, om sir
Hector uit den weg te ruimen. Maar daar kom
ik straks wel aan."
„Hoe heeft Miss Parkton het opgenomen?"
vroeg Burgoyne.
„Aanvankelük reageerde ze heel vrouwelük,
door onmiddellijk in zwijm te vallen. De dokter
zegt, dat ze nog koorts heeft. Ze is echter jong
genoeg om den schok te doorstaan. Ik twijfel
er niet aan, of ze zal spoedig genoeg van haar
waan genezen zijn en inzien, dat ze in haar
onbezonnenheid zich dreigde over te leveren
aan een nietswaardigen slappeling, die haar met
z'n vernisje van elegance en mooie woorden
even had bekoord."
„Dus," zei Beaumont, na een oogenblik stilte,
„Miss Ferris heeft met heel den moord niets
uit te staan. Zelfs niet als getuige? Waarom
was jü er dan zoo op gesteld haar te ont
moeten."
„Ik wilde er zeker van zün, dat zü nooit den
brief had geschreven, dien wü onder Sir Ascher's
vloeiblad hebben gevonden."
„Nooit?"
„Neen. Dat heeft Miss Marlowe gedaan
natuurlük. Zü was in een verbazend sterke
positie. Zü bleef op het terrein der handeling
en kon van moment tot moment volgen, wat
voor sprongen de kat zou maken. Toen het
mogelük werd. de verdenking op Miss Ferris te
duwen, heeft ze geen oogenblik geaarzeld.
Daarom heeft ze dien brief geschreven. Zij had
immers het handschrift van Miss Ferris in
haar bezit."
„Ben je daar zeker van?"
„Ten eerste heeft de politie heel de biblio
theek afgezocht. Ze zün heusch niet zoo mal,
om niet een vloeiblad te onderzoeken. Ten
tweede was Ascher evenmin een idioot. Hü zou
zoo'n brief nooit hebben achtergelaten. Ten
derde liet Miss Marlowe zich leelük in de kaart
kijken, door te beweren, dat ze zelf op dien
Vry dagmorgen het vloeiblad voor het laatst
verwisseld had. Maar ze had even tevoren ge
zegd, dat de politie zeer teleurgesteld was,
doordat zij Donderdag slechts een blanco vel
hadden gevonden. Waarom moest zü dan den
volgenden morgen nog eens het vloeiblad ver
wisselen, daar dit immers niet was gebruikt?
Wie kon het anders gebruikt hebben dan zü
zelf? Maar ik wilde Miss Ferris' eigen ver
klaringen hebben, voordat ik zeker dorst te zün
van mün conclusies."
„Nu goed, wat dacht 't meisje nu eigenlük
met heel dit spel te winnen?"
„Miss Marlowe was een energieke, sluwe en
berekende vrouw, een product van den moder
nen, goddeloozen geest. Iemand, die zich alleen
liet leiden door haar eerzucht, haar opstandige
verlangen om 'n onafhankelüke, rüke vrouw
te worden ten koste van alles. Zü wist heel wat
meer van boeken af dan Newnham; was vol
komen op de hoogte van de enorme waarde
der boeken, die Ascher mee naar het buiten
land zou nemen. Daar kwam nog bü, dat haar
betrekking practisch gesproken op een einde
liep. Indien Ascher's boek eenmaal af was en
dat scheelde niet veel meer, had hü geen typiste
meer noodig Zooals de toestand op het oogen
blik is, zag het er niet naar uit, dat zü voor-
loopig iets anders zou kunnen vinden. Ze zou
zich hoogstens tevreden moeten stellen met
een bescheiden plaatsje op 'n onbekend kan
toortje tegen 'n schamel inkomen. Ik weet niet,
of ze al lang met het plan heeft rondgeloopen,
om Ascher vandaag of morgen van kant te
maken. Ze is een van die koele, nuchtere
naturen, die het rustig aan kunnen zien, dat
iemand anders onder hun oogen allerlei onrecht
bedrijft. Had Newnham dit bemerkt, dan zou hü
verontwaardigd zün opgestoven. Miss Marlowe
is „verstandiger." Eenmaal zal zü Ascher, den
bedrieger, zelf bedriegen. Eenmaal zal zü haar
slag weten te slaan.
De sentimenteele Newnham is dan een ge
willig werktuig in haar hand. Als ze dus hoort,
dat Ascher naar Frankrük zal gaan, om een
aantal kostbare, maar gestolen boeken van de
hand te doen, werkt ze een schema uit, om
in het bezit te komen van de manuscripten en
de boeken, en die later zelf te verkoopen,
zoodra het rumoer om zün dood zou zijn ver
stild. Ik weet niet, of ze van plan was, nog
meer uit de bibliotheek weg te nemen. Waar-
schünlük wel. Uit haar praktijk wist zü de
menschen te vinden, die nooit naar herkomst
vragen. Je kunt er zeker van zün, dat haar
buitengewone schranderheid en haar jarenlange
dienst bü Ascher, haar in dit dramatische
geval op tragische wüze te pas zün gekomen.
En Newnham, die ook op straat stond, en
wanhopig verliefd was op het mooie onbereik
bare pleegdochtertje, was natuurlük een werk
tuig in haar hand,
Zü heeft hem langs twee kanten geprest om
te helpen. Ten eerste door hem voor te spiege
len, dat hü daardoor Miss Parkton van haar
beul zou bevrüden. En niet minder door hem
een aanzienhjk deel in de winst te beloven
waardoor hü zün enorme wed-schulden zou
kunnen betalen. Herinnert u zich niet meer,
zün belofte aan z'n geldschieters om binnen
enkele weken alles te zullen betalen. Waar-
schünlük heeft zü hem alvast de vijftig pond
bezorgd uit haar eigen spaarfonds om hem
voorgoed aan zich te binden.
Het is jammer, dat het meisje niet ge
leerd heeft, haar knappe verstand in dienst
te stellen van een hooger levensdoel, dan de
adoratie van den geest en het eigen ik."
Er hing even 'n stilte. Toen ging Egerton
verder;
„Herinner je je nog het stukje papier, dat
we in Newnham's zak vonden in het Heiligdom?
Dat stukje steno? Dat was van haar. Ik zag
het, toen wü hier naar toe kwamen, dat groote
rechte schrift: denzelfden dag, Beaumont, dat
jü den vinger op de zeere plek legde, zonder
het te weten, toen je die opmerking maakte
over die boordevolle planken. Want Ascher had
een heelen koffer met boeken mee. Waar bleven
dan de open plaatsen? We weten, dat de En
cyclopaedic uit het zijkamertje kwam."
„De eenige persoon," merkte Burgoyne een
beetje spottend op, „die niet de minste fouten
schünt te hebben gemaakt, ben jü zelf."
„Toch wel, één!"
„Maar een? Beste kerel, welke dan?"
„Toen ik zei, dat ik die boeken nooit meer
te zien zou krügen."
Burgoyne stond op en riep uit:
„Wat ben jü toch een onbeschaamde rekel.
Je staat hier in een vertrek, waar een groote
week geleden iemand op de schunnigste
manier is vermoord, en denkt nog aan mooie
boeken!"
,Kn waarom niet," merkte Egerton nuchter
op. „Wou je hebben, dat ik nog aan Ascher
dacht? Dat was een eenvoudig klein-mannetje;
er was niets onsterfelüks aan hem; een mie
zerige kerel die leefde van bedrog en zich niet
ontzag om de kostelüke boeken te misbruiken
voor zün schurkenstreken. Daarom vind ik het
zoo heerlük, dat ik hier in dezen tuin van
rozen mag staan en me te goed kan doen
aan hun heerlijke geuren. Deze boeken," zei
hü met een smachtenden blik op de kostelüke
schat en een pathetisch gebaar langs de bestof
te banden, „de boeken duren langer dan een
zondig menschenleven.
EINDE