Mobilisatie in 1914 herdacht
VEEL BELANGSTELLING
MUZIKALE OPVOEDING
DONDERDAG 2 AUGUSTUS 1934
Koningin leefde en leed
voor haar volk
Saneering bloembollen
teelt
De „reisweek" In
Augustus
Neutrale zones
De mobilisatie heeft ons land vel'
lig gesteld en ons bewaard voor
het verliezen van onzen
eervollen nationalen
naam
Herd enkingsred e
RIJKSBEMIDDELING
Het conflict in het landbouw
bedrijf in Zeeland
Heffing op teeltvergunning ver
hoogd; commissie voor opkoop
van het surplus
Belangstelling van overheidswege
voor het Kath. Congres in
Den Haag
De vertegenwoordiger van
den Minister
Cijfer- en balkennotatie
Uitreiking diploma's
DOOR VICTOR BRIDGES
NEERSLAAN VAN WOLKEN
Proefnemingen van den heer
Veraart
Niet van groote propagandistische
waarde voor de Spoorwegen
HET WEER IN JULI
Veel zonneschijn en weinig regen
PROF. DR. F. VAN DEN BORNE
UIT DE STAATSCOURANT
Niet de beschikking over Neder-
landsch grondgebied
Bij het leger- en vlootmonument op den
Scheveningschen boulevard is Woensdagmiddag
een korte plechtigheid gehouden ter herden
king van het feit, dat twintig jaren geleden
leger en vloot werden gemobiliseerd. De plech
tigheid was georganiseerd door de hoofdbestu
ren van den Nat. Bond Het Mobilisatie Kruis,
de Kon. Ned. Ver. „Onze Vloot", bij welke
vereenigingen zich het Nat. Jongeren Verbond
had aangesloten.
Op het terras achter het gedenkteeken waren
door de Maatschappij „Zeebad" eenige rijen
stoelen geplaatst,, waarop autoriteiten plaats
namen. O.m. werden ter bijwoning van de
plechtigheid opgemerkt de commandant van
het Veldleger, luit.-generaal jhr. W. Röell, die
den minister van Defensie vertegenwoordigde,
generaal Snijders, oud-opperbevelhebber van
land- en zeemacht, gen. maj. Reynders, chef
van den Generalen Staf, gen.-maj. Boerstra,
chef van den Gen. Staf van het N. I. L„ vice-
admiraal De Graaff, chef van den marinestaf,
luit.-gen. Gerth van Wijk, voorzitter van „Het
Mobilisatie-Kruis", de heer van Bemmelen,
voorzitter van „Onze Vloot", de burgemeester
van Den Haag, mr. De Monchy, kolonel Onder-
dijk, waarnemend voorzitter van „Ons Leger",
kol. Sillevis, garnizoenscommandant, de heer
W. Inden, voorzitter van het Nat. Jongeren
Verbond, kol. Fruyt van Hertog, brigade-com
mandant der Grenadiers en Jagers, luit.kol.
jhr. De Brauw, commandant van het reg. Gre
nadiers, kapt. ter zee b. d. Boelen, luit.-gen.
b. d. Swart, oud-legercommandant in Ned.-
Indië, oud-vice-president van den Raad van
Ned. Indië, luit.-gen. b. d. Muller Massis, oud
commandant van het Veldleger, gen.-maj. Le-
clercq, kol. b. d. Mazel, luit.-kol. jhr. Repelaer
v. Driel, luit.-gen. b. d. v. Terwisga, oud-com-
candant van het veldleger, verder generaal
Weber en andere gepensionneerde militairen,
bestuursleden der vier vereenigingen en vele
dames.
Klokslag twee uur begon de herdenking met
het hijschen van een rood-wit-blauwe- en een
oranjevlag ter weerszijden van het monument,
waarna de herdenkingsrede werd uitgesproken
door ds. I. voorsteegh, voorzitter van den Bond
van Chr. Oranjevereenigingen. Spr. noemde
den len Augustus sinds 1914 een datum van
bijzondere historische beteekenis voor ons volk.
Immers was deze datum in 1914 de eerste dag
van de mobilisatie der Nederlandsche weer
macht, die tegen alle verwachting in geduren
de meer dan vier jaren geroepen zou worden
tot de vervulling van haar taak.
Met dankbaarheid zal ons volk
mogen blijven terugzien op datgene,
wat stoere volharding in die jaren,
onder Gods zegen, heeft mogen be
reiken tot heil van land en volk. De
weermacht toonde zich paraat!
Onder Koninklijke leiding stonden regeering,
land- en zeemacht en volk gereed, de neutrali
teit te handhaven, de vrijheid en onafhankelijk
heid te verdedigen. Sinds dien dag zijn heden
20 jaren voorbij gegaan. Er ware zeker aan
leiding om op breedere en grootsche wijze de
mobilisatie te herdenken, maar de rouw, over
Vorstenhuis en Volk is voor een zoodanige her
denking een begrijpelijke verhindering.
Terecht heeft men echter gemeend, dat stil
gestaan moest worden bij het feit, dat Koningin,
weermacht en volk standvastig waakten voor
's Lands veiligheid. Dat heeft respect afge
dwongen in de wereld!
Onomstootelijk staat vast, dat de
mobilisatie van land- en zeemacht
ons veilig heeft gesteld en ons be
waard heeft voor het verliezen van
onzen eervollen nationalen naam.
Spr. wilde niet verzwijgen den naam van den
toenmaligen minister-president mr. Cort v. d.
Linden en dien van generaal Snijders. Op ander
terrein dacht spr. aan mannen als dr. van Aalst
en zoovelen, die hun groote gaven en krachten
besteedden in 's Lands welzijn.
Maar boven alles en allen zeide spr. rijst
de heroïke figuur van H. M. onze geëerbiedigde
Koningin, die leefde en leed voor en met Haar
Volk en Haar verheven voorbeeld gaf bezieling
aan hen, die leiding hadden te geven aan heel
Generaal C. J. Snijders, opperbevelhebber
van land- en zeemacht bij de mobilisatie
in 1914
het volk. 't Volk in nood, dat beteekende naar
oude traditie: Oranje op de bres! (Geroep: leve
de Koningin!)
Spr. herdacht hierna de gevallen slachtoffers
en hoopte, dat ons volk zou blijven waken voor
zijn vrijheid en recht, zijn naam en zijn eer,
zijn onafhankelijkheid en zelfstandigheid. Naar
het Koninklijk woord zoo eindigde spr.
willen wij ons zelf zijn en blijven en allen, wien
het echte Neêrlandsche bloed, van vreemde
smetten vrij, door de aderen vloeit, blijven on
wankelbaar trouw aan Koningin en Vaderland.
Onmiddellijk na deze herdenkingsrede speelde
de Kon. Mil. Kapel, die op den Strandweg op
gesteld stond, twee coupletten van het Wilhel
mus.
Vervolgens begaven de vier voorzitters, ver
gezeld van generaal en mevr. Snijders, den
burgemeester, den vertegenwoordiger van den
minister van Defensie, de chefs der beide sta
ven, den garnizoenscommandant en de leden van
het uitvoerend comité zich langs de boulevard-
trap naar de voorzijde van het gedenkteeken.
De krans van het Mobilisatie-Kruis „Ons Le
ger" en „Onze Vloot" werd gedragen door een
matroos en een soldaat en de krans van het
N.J.V. door twee leden van dit Verbond.
I
De kransen werden resp. gelegd door generaal
Gerth v. Wijk, voorzitter van „Het Mobilisatie-
Kruis" en den heer W. Liden, voorzitter van het
Nat. Jongeren Verbond. Bij de kranslegging
werd niet gesproken. Eenige oogenblikken stilte
werden in acht genomen.
Hierna speelde de Kon. Mil. Kapel nog twee
coupletten van het Wien Neerlands Bloed.
Toen de autoriteiten op hun plaatsen waren
teruggekeerd, heeft generaal Gerth v. Wijk allen
voor hun tegenwoordigheid bedankt.
Woensdagavond is namens het Nationaal Jon
geren Verbond een krans gelegd aan den voet
van het monument, dat ter nagedachtenis van
de in den oorlog gevallen Scheveningsche vis-
schers aan den Scheveningschenweg bij het
Frankenslag is opgericht.
stralen van de grootê brandspuit, die met een
druk van 9 atmosferen tot ongeveer 40 Meter
hoogte in fijn verdeelden toestand tegen den
wind in werden gespoten. De waarnemende ge-
neraal-brandmeester de heer H. Brand, was
met den heer Veraart bij de proefnemingen
tegenwoordig.
Nadat van 3 uur tot 4 yt uur zonnetijd een
flinke regenbui was gevallen, werd om 4.15 de
zon, die den geheelen middag achter de wolken
massa's schuil was gegaan, zichbaar. Terwij',
nog eenigen tijd met spuiten werd doorgegaan,
brak de zon na kortere tusschenpoozen steeds
verder door en klaarde de lucht geleidelijk ge
heel op. Binnenkort zullen deze proefnemingen
gelijktijdig in verschillende gemeenten worden
gehouden, o.a. in Den Haag, Delft en het West-
land, in Noord-Holland, Utrecht, Gelderland,
Noord-Brabant en Limburg, waar tal van aan
eengesloten gemeenten medewerking hebben
toegezegd. Ook zullen deze maand proefnemin
gen vanuit vliegtuigen der K. L. M. en der
Luchtvaartafdeeling te Soesterberg worden ge
houden, o.a. boven de Noordzee tusschen Sche-
veningen en Katwijk.
Prof. mr. P. S. Gerbrandy te Amsterdam,
arbiter in de loongeschillen in het landbouw
bedrijf van het eiland Tholen en van Oost-
Zeeuwsch Vlaanderen (district Hulst) heeft de
eerste besprekingen gehad met de vertegen
woordigers van de landbouwers en van deland-
arbeidersbonden. Nog deze week zullen beide
partijen hun standpunt schriftelijk voor den
arbiter uiteenzetten. Zaterdag volgen de mon
delinge toelichtingen en besprekingen en wel
voor het district Tholen te St. Maartensdijk
en voor Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen te Bergen
op Zoom.
In het Staatsblad zijn afgekondigd drie Ko
ninklijke Besluiten betreffende het Bloembol-
lensaneeringsplan 1934, terwijl de daarop steu
nende beschikkingen in de Staatscourant zijn
gepubliceerd. Het nieuwe saneeringsplan sluit
geheel aan bij de regeling van het vorige jaar,
behoudens op de navolgende punten:
De uitvoering van de besluiten is opgedragen
aan de nieuw opgerichte stichting ^Nederland
sche Sierteeltcentrale", gevestigd te 's Graven-
bage. De heffing op teeltvergunningen is ver
hoogd van 0.35 per are (circa 5 ct. per R.R.)
op 12 per are voor hyacinthen en 4 per
are voor tulpen en narcissen. Het meerdere be
drag is bestemd om daaruit het surplus aan le
verbare bollen, dat aan het einde van het han
delsseizoen niet door den handel is opgenomen,
op te koopen tegen een prijs van 85 pCt. van
oen binnenlandschen minimumprijs. De hierbo
ven vermelde heffingen ad. 12 en 4 zijn
maxima en zoo' hoog gesteld, dat vermoedelijk
zelfs bij een zeer groot surplus het heffingsfonds
voldoende zal zijn om dit surplus te kunnen
wegwerken. De kans bestaat, dat de geheele
heffing niet benoodigd zal zijn, in welk geval
een gedeelte der heffing zal worden geresti
tueerd of niet ingevorderd.
Overwogen wordt een commissie in te stellen,
welke belast zal worden met de uitvoering van
den opkoop van het surplus.
Voorzoover nog niet ten volle voldaan is aan
den inleveringsplicht, wordt alsnog gelegenheid
gegeven tot inlevering tot 15 November a.s.
Het z.g.n. raam, waaraan de handel in voor
export bestemde bloembollen gebonden was, is
vervallen, zoodat deze handel door aangeslote
nen bij de centrale, voortaan niet meer aan
quantiteiten gebonden is.
De z.g.n. exportheffing is uniform op 3 pCt.
gebracht.
De kleinhandel zal zich dit jaar van borderel
len moeten bedienen, waarop nauwkeurig de in
houd van het postpakket is aangegeven.
Men bericht ons voorts dat een dezer dagen
de afkondiging is te verwachten van een nieu
we Teeltoverdrachtbeschikking, waarin de mo
gelijkheid van overdracht van teeltvergunnin
gen aanmerkelijk is verruimd. Voorts wordt een
invoermonopolie voor bloembollen ingesteld. Bij
invoer zal ter voorkoming van misbruiken een
prijsverschil moeten worden betaald, hetwelk
voor enkele nader genoemde soorten en voor
bollen, die ter acclimatiseering naar het buiten
land waren gezonden, zeer laag wordt gesteld.
Omtrent den eersten dag van het congres der
St. Gregoriusvereeniging, waarover we reeds
berichtten, zij nog vermeld dat de plechtige
Hoogmis in het H. Aloysiuscollege te 's-Graven-
hage werd opgedragen door rector H. Vullinghs,
directeur van het Ward-Instituut te Roermond,
diaken Pastoor Th. M. Beukers, Leiden en sub
diaken Pater Jos. Smits van Waesberghe S.J.
Tijdens dezen dienst werden de vaste gezangen
uitgevoerd door een driehonderdtal schoolkin
deren uit de parochie H. H. Engelbewaarders,
Den Haag, onder leiding van den heer J. Aertels
en de wisselende gezangen door het schoolkoor
der St. Josephparochie te Helmond, onder di
rectie van den heer Th. Driessen, een en ander
volgens de uitgave der St. Gregoriusvereeniging:
„Volkszang in de Hoogmis".
Daarna ving het eigenlijke Congres voor muzi
kale opvoeding der jeugd aan, waartoe zich alle
deelnemers hadden vereenigd in de Aula van het
St. Aloysius College. Pastoor Beukers, de voor
zitter van de Ned. St. Gregorius Vereeniging
opende deze eerste samenkomst, die werd bijge
woond door den vertegenwoordiger van den Mi
nister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen, den heer J. J. 't Hart, Inspecteur van de
Onderwijsopleiding, met een woord van welkom.
Tot haar leedwezen kan Mevr. Dr. Justine Ward
door ongesteldheid het Congres niet bijwonen.
Pastoor Beukers schetste in zijn openingswoord
het doel van het Congres en gaf een over
zicht van wat de St. Gregorius-vereeniging tot
dusverre deed in 't belang van de muzikale op
voeding der jeugd. Spr. illustreerde met citaten
uit verschillende uitspraken van Paus Pius X de
beteekenis van het streven naar betere muzikale
ontwikkeling. In 49 plaatsen in ons land werden
reeds cursussen volgens de Ward-methode
gegeven. Ondanks bestrijding bleek het Ward-
onderricht veld te winnen, zoo zelfs dat Rijks
inspecteurs van de Onderwijsinspectie herhaal
delijk de loffelijkste rapporten erover konden
uitbrengen. Spr. herinnerde hierbij aan de va-
cantie-cursussen te Nuth, die van 618 Augus
tus a.s. gehouden zullen worden en besloot met
den wensch dat het muzikaal onderricht volgens
de Ward-methode ook spoedig wettelijke erken
ning' moge verkrijgen.
Hierna voerde de vertegenwoordiger van Mi
nister Marchant, Eerevoorzitter van het Congres
de heer 't Hart het woord, waarbij hij de be
langstelling van den Minister, die buitenslands
vertoefde, aan het H.B. overbracht. In 't belang
van de cultureele intwikkeling der jeugd en van
het volk wenschte de Minister door zijn vertegen
woordiger, welslagen aan 't streven der congres
deelnemers toe.
Vervolgens hield de heer Jos. Lenriards een
lezing over „De muzikale ontwikkeling op de la
gere school."
Spr. wees op de beteekenis van de Ward-
methode o.a. voor de stemvorming, treffen,
rhythmsche oefeningen met gebaren, lezen en
zingen van de notenbalk, muzikale improvisatie
en zangles in hun onderling verband. In aanslui
ting op het behandelde door den heer Lennards,
volgde een zangdemonstratie met een 2e klasse
van de L. S., onder leiding van mej. M. Heilig.
Des middags te half drie werd het Congres
voortgezet. De voordracht, die gehouden zou
zyn door mevr. dr. Justine Ward over „Rhyth-
mische Vorming" werd wegens de reeds gemelde
verhindering van spreekster, thans voorgelezen
aan de aanwezigen. Wij ontleenen er het vol
gende aan: Het rhythme is de ziel van de mu
ziek. Vaak krijgt men z.g.n. model-uitvoeringen
te hooren, van vocale zoowel als van instrumen
tale muziek. Deze zijn dan wel è,f wat aangaat
klankgehalte, dynamiek en agogiek, maar ont
roeren onze ziel niet. Het levend, bezielend ele
ment ontbreekt eraan of komt er onvoldoende in
tot uiting. Vanzelf dingt zich de vraag op: is het
„rhythme"-gevoel wel voldoende ontwikkeld bij
de leiders ervan? Meestal blijft deze ontwikke
ling beperkt tot een sterk „maat"-gevoel. Het
is dan ook niet te verwonderen, dat aan de wer
kelijk rhythmische vorming nog al te weinig
aandacht wordt besteed. Hoe dit verholpen kan
worden door de Ward-methode, werd toegelicht
met voorbeelden en gebaren.
Na de voorlezing van de rede van mevrouw
Ward, die op zeer wetenschappelijk peil stond
en uitblonk door heldere verhandeling van de
stof, volgde dezen middag nog een voordracht
van Rector Vullinghs over: „Cijfer- en balk-
notatie", waarin hij 'de beteekenis van het no
tenschrift voor het toontreffen behandelde en
de voordeelen der Ward-methode schetste, die
voor het toontreffen gebruikt wordt in twee
soorten notaties. De cijfer- en de traditioneele
balknotatie.
Mede stelde hij de zoogenaamde Compas-
oefeningen in het licht en de verwerking van
de leerstof in de verschillende schooljaren.
Op het zwarte bord en met zangproeven werd
de voordracht van Rector Vullinghs verduide
lijkt.
Een hoogere klas van de lagere school, onder
leiding van den heer Th. Driessen gaf nu een
demonstratie Gregoriaansch met verklarende
analyse.
Aan het eind van den middag had een uit
reiking van dlpioma's plaats door pastoor Beu
kers, voor degenen, die de vereischte examens
voor het Waird-onderricht tot dusverre met
goed gevolg afgelegd hebben.
Des avonds te half acht opende pastoor Beu
kers het congres opnieuw en heette daarbij den
Eere-Kanunnik, pastoor W. P. J. Jansen, wel
kom, den oud-voorzitter van de Nederlandsche
Sint Gregorius-Vereeniging en lid van het Eere
comité.
Door de zangertjes van St. Joseph te Helmond,
werd vervolgens een Gregoraansch Passie-zang
spel opgevoerd onder leiding van den heer Th.
Driessen, die tevoren een korte verklaring gaf
van dit spel, dat begeleid werd met orgel en
blokfluit.
Het écht kinderlijke en artistieke karakter
van de opvoering kwam volkomen tot z'n recht
in de met vele belangstellenden gevulde zaal,
die aan het einde duidelijk van zijn voldoening
blijk gaf.
36
„Niet schieten, kameraad," zei hij. „Je mocht
de schilderijen eens beschadigen."
Terwijl hij sprak, schudde plotseling het ge
heele trapportaal, krakend van een geweldigen
slag en daarop volgde het doffe geluid van een
vallend lichaam. Tegelijkertijd verscheen het
hoofd van den „Tijger" boven de trapleuning.
„Alles wel beneden, meneer?" klonk het
eenigszins bezorgd.
Tony keek op. „Als je klaar bent, kan je wel
naar beneden komen en die revolver wegnemen,"
antwoordde hij kalm.
Dat Bugg klaar was bewees zijn onmiddellijk
reageeren. Met de vlugheid van een gems sprong
hij de trap af en haalde uit den achterzak van
den tegenstribbelenden gevangene, een onheil
spellend uitziende Mauser revolver te voorschijn.
„Daar heb ik 'm," zei hij vroolijk. „Goed ge
laden ook naar het schijnt."
Tony liet zijn greep los en de eigenaar van
het wapen tuimelde achteruit tegen den muur
en bleef daar staan hijgen als een visch die pas
op het droge is geraakt.
„Geef dat ding maar hier," zei Tony terwijl
h z n hand uitstak en toen Bugg hem het wa-
Dinsdagmiddag heeft de heer A. Veraart op
het terrein der brandweerkazerne te Dordrecht
een proefneming op kleinere schaal gehouden
voor het neerslaan van wolken, welke in den
loop der maand Augustus door experimenten
op grootere schaal zoowel te Dordrecht als in
vele andere gemeenten van Nederland zal wor
den gevolgd.
Doel dezer proefneming was: le. Om door
het krachtig omhoog spuiten van fijn verdeeld
water plaatselijk den neerslag te versterken, om
daarna meer zonneschijn te verkrijgen, ^e Om
door het neerslaan van wolken in het begin
van den namiddag te voorkomen, dat later op
den avond onweersbuien en voor den landbouw
zeer schadelijke hagelbuien zouden optreden.
Deze proefneming werd gehouden met twee
pen overhandigde, zei hij op de hem eigen ge
moedelijke langzame manier: „Als je dien heer
boven niet doodgeslagen hebt, ga hem dan even
halen en breng hem in de zitkamer.Daarna
wendde hij zich tot zijn gewezen tegenstander
en zei op gastvrijen toon: „Misschien wilt u ook
wel binnenkomen. Ik ben er zeker van, dat wij
een aangenaam onderhoud zullen hebben."
De vreemdeling die zich geleidelijk begon te
herstellen van de beerachtige omhelzing waar
mede Tony hem had vereerd, keek afschuwelijk
zuur.
Hy was geen innemende persoonlijkheid, want
behalve dat hij loensch was, werd zijn donker
terugstootend gelaat nog ontsierd door het lid-
teeken van een zwaardhouw, welks prijzens
waardig pogen, om een aanmerkelijk deel van
zijn kaak af te hakken, was mislukt. Toch had
hij iets krachtigs en heerschends over zich, dat
hem behoedde om voor een struikroover aange
zien te worden.
Behalve door zijn zuur gezicht, maakte hij
geen verder protest maar volgde Tony en de re
volver in de zitkamer waar hij zich met over
elkaar geslagen armen voor den haard plantte
en een uitdagende houding aannam.
Op de trap klonk het geluid van stompen en
stooten en een oogenblik later verscheen Bugg
op den drempel. Hij had zijn arm om het middel
van den anderen indringer geslagen en droeg
den half bewustelooze meer dan hij hem voort
duwde.
,,'t Is een beetje harder aangekomen dan ik
bedoelde," verklaarde Bugg verontschuldigend
In navolging van Zwitserland krijgen we een
Nederlandsche reisweek.
Maar voor wat de spoorwegen betreft, is het
hier niet zoo handig en eenvoudig ingepikt als
in Zwitserland, schrijft „Het Rechte Spoor",
orgaan van „St. Raphaël".
In Zwitserland gold gedurende de heele reis
week een enkele-reisbiljet voor een reis heen
en terug! Men gaf dus eenvoudig gedurende
die week op de spoorwegen een reductie van 50
pCt. Dat trok, tenminste de enkele treinen,
waarmee wij in die week in Zwitserland gereisd
hebben, zaten tjokvol!
Hier moet er weer wat onnoodige Holland-
schen rompslomp bij! Wil men in de reisweek
de in uitzicht gestelde reductie op de vacantie-
kaarten bekomen, dan moet eerst voorafgaan een
aanvrage bij de Ned. Reisvereeniging om een
legitimatiebewijs, dat men voor niets krijgt,
maar toch 12 centen aan porti kost.
Nu wil je met een vacantiekaart op reis. Best,
maar de reductie krijg je pas, als je ook terug
reist met een vacantiekaartop een anderen
dag dan waarop je je uitstapje begint.
Dat gaat maar niet zoo, want dat zou te een
voudig en te aantrekkelijk zijn.
Je gaat naar 't loket, betaalt den vollen prijs
en je moet je legitimatiebewijs laten afstempe
len.
Doe je dat niet, of ben je dat ding kwijt, of
verlies je 't voor dat je terug reist, dan is je
reductie foetsie. Als je nu geluk hebt en
dat legitimatiebewijs netjes bewaard hebt en
aan Tony, „maar hij begint al weer aardig bij te
komen.
Hij droeg den patiënt voorzichtig naar een ge-
makkelijken stoe en trok zich daarna op den
achtergrond terug om verdere bevelen af te
wachten.
De loensche heer echter, verbrak het eerst de
„In mijn vaderland," verklaarde hij eenigszins
onduidelijk, „zou zooiets u het leven kosten u
beiden bedoel ik."
Tony gimlachte toegeeflijk. „Daar ben ik ook
zeker van," zei hij. ,Maar dat is de mooie eigen
schap van Ha-mpstead; het is er zoo duivesch
gezond." Hij zweeg even. ,Gaat u zitten en maak
het u gemakkelijk," voegde hij er bij.
Er was zooiets onverwachts, zoowel in het ver
zoek als in de manier waarop het werd gedaan,
dat de bezoeker voor een oogenblik in het onze
kere scheen, wat te doen. Eindelijk nam hij
plaats op een hoek van de sofa, terwijl zijn
meest werkzame oog onvriendelijk op Tony was
gericht.
Op dit oogenblik begon zijn vriend in den stoel
teekenen van belangstelling voor zijn omgeving
aan den dag te eggen. Na eenig knipoogen en
een paar maal hoofdschudden, ging hij plotse-
ing rechtop zitten en keek eenigszins verbaasd
om zich heen. Zijn verbaasde blik beef ten slotte
nisten op den loop van de revolver, welke toe
vallig op dat oogenblik juist op zijn voorhoofd
was gericht.
„Gevoelt u zich al iets beter?" vroeg Tony
vriendelijk.
De uitdrukking op het gelaat van den aange-
weer om een vacantiekaart aan het loket komt,
dan krijg je tegen vertoon van je legitimatie
bewijs f 2.reductie op een 3e kl. f 2.75 op een
2e klas en f 3.50 op een le klas vacantiekaart!
Maar wil je een reisje heen en terug maken
op één dag, dan krijg je geen reductie!
Is dat nou geen fijne regeling!
Als wij „de spoor" willen verlossen van zijn
„stijve stroeve bureaucratische" reputatie, dan
moet dat net niet zóó gebeuren!
Al die briefjesschrijverij en legitimatieuitge
verij is nergens anders goed voor, dan om nog
meer vijanden van het spoor te maken.
Deze maatregel kan niet anders, dan weer
veel onnoodig misnoegen tegen de spoorwegen
gaan oproepen, door de vele teleurstellingen,
welke deze volmaakt overbodige poppekasterij te
weeg zal brengen.
O. i. zal deze reisweek, zóó opgezet als ze nu
volgens de persberichten is, voor het spoor van
zeer weinig beteekenis blijken te zijn.
Behallve de werkelijk hinderlijke rompslomp
welke aan de reductie op de vacantiekaarten
vastzit, hebben de verlagingen voor een „reis
week" te weinig om 't lijf om het volk in massa
naar het spoor te lokken.
Waarom de reductie op vacantiekaarten niet
per reis gesteld?
Waarom geen aantrekkelijke reductie gege
ven op de gewone enkele-reis-biljetten?
Daar zijn duizenden en duizenden menschen,
die wel eens uit willen, maar daarvoor nog geen
zes of meer gulden kunnen neertellen en ook
geen nacht uit kunnen blijven!
Deze „reisweek" laat het overgroote gros van
het publiek finaal ongemoeid, stoot dit van zich
af en bepaalt zich uitsluitend tot de kleine
minderheid, die zes en meer gulden aan een
reis kan besteden en een of meer dagen kan
uitblijven.
sprokene toonde duidelijk aan, dat het op de
trap afgespeelde tooneel hem in het geheugen
kwam, want instincmaig brach hij zijn hand
naar zijn kaak.
„Ik herinner mij nu iets," mompelde hij. „Er
kwam iets op mij neer, daar op de trap."
„Dat komt uit," zei Tony bemoedigend. „Het
was de vuist van Bugg. Er zijn maar weinig
menschen, die een kaakslag van Bugg ontvan-
rgen en zch later precies de détails kunnen her
inneren."
De vreemdeling keek Tony eenigszins nieuws
gierig aan. Hij had een beschaafder en scherp
zinniger gelaat dan zijn metgezel, terwijl uit het
weinige dat by gesproken had, te hooren was
geweest, dat zyn vreemd accent niet zoo opval
lend was.
„Ik veronderstel," sprak hy, „dat ik met sir
Antony Conway spreek.
Tony knikte. „U heeft tenminste op my voor,
dat u weet tot wien u het woord richt."
Een oogenblik was het stil. Toen klonk er een
strijdlustige lach op de sofa.
„Het is een voordeel, dat u mogelyk met ons
deelt," bromde de loensche.
Tony wendde zich tot hem. „Behalve het feit,
dat u tot het misdadigersgilde schynt te behoo-
ren," zei hy „heb ik niet de minste notie, wie gy
beiden zijt."
Met Iets dat als een onderdrukte vloek klonk,
stond de loensche van de sofa op, doch een klei
en verandering in de richting van de revolver,
hield hem plotseling in bedwang.
Het was zijn vriend, die den eenigermate ge
spannen toestand oploste.
Voorloopig overzicht van het weer in Juli
1934, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. In
stituut te De Bilt.
Gemiddeld over de vijf hoofdstations was in
Juli de ochtend-temperatuur een halve graad
boven normaal, in de eerste decade een halve
graad beneden, in de tweede en derde een
graad boven normaal.
De grootste afwijkingen kwamen voor op
den 2en en den 3 len resp. 2 '/2 graad beneden
en ih graad boven normaal.
De gemiddelde dagelijksche maximum-tempe
ratuur was 1 graad, het gemiddelde minimum
een halve ^raad* boven normaal.
Te De Bilt kwamen 13 dagen voor met een
maximum-temperatuur boven 25 graden, tegen
6 normaal.
De neerslag was over het geheele land be
neden normaal, in het Noordwesten 5 tot 20
pet., in het Zuiden 50 tot 70 pet., overigens
20 tot 50 pet. beneden normaal.
Te De Bilt werden 261 uren zonneschyn
waargenomen tegen 206 normaal.
Met ingang van 25 September is prof. dr. F.
van den Borne, O.F.M., lector in de Middel-
eeuwsche Kerkgeschiedenis en Franciscaansche
geschiedenis in het Minderbroedersklooster
„Alverna" te Wychen, benoemd tot hoogleeraar
in de Kerkgeschiedenis aan de Antoniaansche
Universiteit der Orde te Rome, bericht de
„Msb."
Bij beschikking van den Minister van Jus
titie zyn:
A. aangewezen met ingang van 1 Septem
ber 1934 voor den tyd van twee jaren in de
enkelvoudige Kamer voor de vereenvoudigde
behandeling van strafzaken van de Arrondis-
sements-rechtbank te:
's-Hertogenbosch
a. tot lid: mr. L. L. Beckeringh van Loenen,
rechter;
b. tot plaatsvervangend lid: 1. mr. K. C. J.
M. Sassen; 2. mr. A. A. van Schuijlenburch;
3. jhr. mr. P. G. M. van Meeuwen; 4. mr. J. E.
Poerink, allen rechter;
Breda
a. tot lid: mr. Ch. J. M. H. Roebroeck, vice-
president;
b. tot plaatsvervangend lid: mr. F. C. A. M.
Tilman, mr. G. J. Kronenberg, mr. A. Bis
schop Boele, mr. F. A. J. Marres, mr. J. F. B. J.
Godding, mr. H. W. W. Andreae, allen rechter,
Maastricht:
a. tot lid: mr. B. J. M. H. Ruland, rechter;
b. tot plaatsvervangend lid: mr. J. G. H. Ga-
diot, mr. Th. van Doorninck, mr. A. E. W.
Hustinx, mr. F. J. W. M. de Nerée tot Babbe-
rich, mr. H. M. F. H. Schillings, allen rechter;
Arnhem
a. tot lid: mr. J. Houwink, rechter;
„U vergeet kolonel" zei hy vriendelijk, „dat,
indien sir Antony Conway niet weet wie wy zyn,
ons gedrag hem ongetwyfeld een weinig zonder
ling moet toeschynen." Hy keerde zich naar
Tony. „Indien u ons het voorrecht van een kort
privé onderhoud zoudt willen toestaan, geloof ik,
dat wy beter tot een wederzydsch begrijpen zou
den geraken. Het is mogelyk dat er een misver
stand in het spel is."
„Dat zou my niet verwonderen," zei Tony
vriendelijk. „Wil je 'n oogenblik in de hal gaan,
Bugg. Het spijt mij, dat ik er jou buiten moet
houden, maar men moet de wenschen van zyn
gasten eerbiedigen."
Het was de eerste keer, dat Bugg aarzelde een
bevel van Tony onmiddellijk op te volgen.
,,'t Kan me niet schelen, wat ze te zeggen
hebben, meneer," zei hij verontschuldigend,
„maar ik heb er een hekel aan u met die kerels
alleen te laten."
„Ik ben niet alleen, „Tijger," zei Tony. „Deze
uitstekende revolver zal my gezelschap houden."
Met tegenzin liep Bugg naar de deur. „Ik blijf
vlak by de deur; als u een karreweitje voor my
heeft, klopt u maar, meneer."
„Dat zal ik," zei Tony op beslisten toon.
Hy wachtte tot Bugg de deur achter zich had
gesloten en ging toen op den hoek van de tafel
zitten met de revolver tusschen zyn knieën.
„U kunt beginnen, heeren," zei hy aanmoedi
gend.
,Sir Antony Conway," zei de grootste van de
twee, „mag ik u een openhartige vraag doen?
Is u zich bewust van de identiteit der jonge
Naar uit Washington gemeld wordt heeft de
verklaring van Baldwin over de luchtpolitiek
van Engeland geen byzondere verrassing ge
wekt. Men verklaart in Washington, dat Bald
win alleen openlijk heeft uitgesproken, wat
door de Engelsche bevolking, evenals buiten
Engeland, reeds sedert lang gedacht werd. In
politieke kringen van Washington verluidt
thans, dat reeds tijdens de economische wereld
conferentie staatssecretaris Hull in kennis zou
zijn gesteld van de Engelsche opvattingen.
Reeds toen zou hem zijn medegedeeld dat En
geland den wensch heeft, in België en Neder
land neutrale zónes ingesteld te zien, welker
voorhanden zijn een luchtaanval op de Britsche
eilanden zou verhinderen. De verklaring van
Baldwin wordt nu slechts beschouwd als een
verdere etappe van deze gedachte.
Te bevoegder plaatse is men, in verband met
Baldwins verklaring, van oordeel, dat ieder,
die ook maar eenigszins vertrouwd is met de
Nederlandsche regeeringspolitiek, reeds de on
mogelijkheid moet begrijpen van de veronder
stelling, dat over Nederlandsch grondgebied
beschikt kan worden voor de verdediging van
een anderen staat.
b. tot plaatsvervangend lid: jhr. mr. A. D. H.
Quintus, vice-president, mr. C. van Nievelt,
rechter, mr. A. H. van Beusekom, rechter, mr.
J. H. Smits, rechter, jhr. mr. F. J. M. van Nis
pen tot Sevenaer, rechter;
Zutphen
a. tot lid: mr. A. H. van der Giesen, rechter;
b. tot plaatsvervangend lid: mr. H. L. Mees,
mr. H. Sluijterman, mr. H. L. Wilkens, aller,
rechter;
Zwolle:
a. tot lid: mr. A. J. M. van Heyst, rechter;
b. tot plaatsvervangend lid mr. A. Mercier,
mr, W. A. Vos, beiden rechter;
Almelo:
tot lid: mr. A. Ikman van Burck, rechter;
tot plaatsvervangend lid: mr. A. C. Leen-
dertz, mr. C. G. Byleveld, mr. A. W. Kleinen-
hammans, jhr. mr. G. W. Mollerus, allen rech
ters;
's-Gravenhage
tot lid: jhr. mr. H. O. Feith, vice-president;
tot plaatsvervangend lid: mr. C. J. J. de
Joncheere, vice-president; mr. H. Haga. mr.
J. H. van Laer, mr. G. H. B. van den Boom,
mr. A. J. Paulus, mr. A. W. J. van Vryberghe
de Coningh, allen rechter;
Dordrecht:
tot lid: mr. M. van Aken, rechter;
tot plaatsvervangend lid: mr. J. Houvelink,
president; mr. J. Bentfort van Valkenburg, mr.
J. H. van Welsen, mr. G. A. Schreuder, allen
rechter;
Amsterdam:
tot lid: mr. dr. N. Muller, rechter;
tot plaatsvervangend lid: mr. J. Boon, mr.
V.'G. A. Boll, mr. dr. H.H. Boas, mr. H. J.
Hülsmann, mr. N. de Beneditty, mr. B. de Gaay
Fortman, mr. P. F. Swagerman, mr. H. D.
Feenstra, mr. J. J. ter Maten, mr. H. P. van
Berkum, mr. A. M. baron van Tuyll van Se-
rooskerken, mr. J. E. Hoekstra, mr. G. J. Jut
te, mr. A. C. N. P. Ruys, mr. J. Verdam, mr.
M. D. K. S. van Lier, mr. P. H. Smits. jhr.
mr. P. J. H. M. van der Does de Willebois, mr.
J. Sprey, mr. J. Meihuizen, mr. C. J. Heems
kerk, mr. W. P. C. Knuttel, allen rechter;
Alkmaar:
tot lid: mr. A. M. Ledeboer, rechter;
tot plaatsvervangend lid: mr. J. Krabbe, mr.
W. A. Ubbens, mr. H. M. Fruin, allen rechter;
Utrecht:
tot lid: mr. C. Veen, rechter;
tot plaatsvervangend lid: mr. M. E. Have-
laar, president, mr. J. E. van der Meulen, vice-
president, mr. D. Kaars Sypesteyn, rechter,
mr. T. J. Dorhout Mees, rechter, mr. A. D.
van Regteren Altena, rechter, mr. H. P. J. M.
Loeff, rechter;
Leeuwarden;
tot lid: mr. E. J. baron van Imhoff, vice-
president;
tot plaatsvervangend lid: mr. D. C. Korten-
bout van der Sluys, mr. J. F. van Beeck Cal-
koen, mr. B. Ph. baron van Harinxma tho Sloo-
ten, mr. J. Wedeven, allen rechter;
Groningen:
tot lid: mr. B. P. Enklaar, vice-president;
tot plaatsvervangend lid: mr. H. W. J. Klop-
penborg, Jhr. mr. W. E. W. Feith, mr. J. C. A.
Katten busch, mr. H. J. E. Engelkens, mr. J.
Feitsma, mr. C. J. J. W. van Groeningen, allen
rechter;
B. aangewezen met ingang van 1 September
voor den tyd van een jaar in de enkelvoudige
Kamer voor de vereenvoudigde behandeling
van strafzaken van de arr. rechtbank te As
sen: tot lid mr. L. van den By tel, rechter;
tot plaatsvervangend lid: jhr. mr. D. J. den
Beer Poortugael, president, mr. dr. G. M. Doorn
koen, mr. B. Ph. baron van Harinxma thoe
Slooten, mr. J. Wedeven, allen rechter;
By K. B. is benoemd tot districts-comman
dant der Ryksveldwacht R. F. Hoestra, inspec
teur van politie te 's-Gravenhage.
Bij K. B. is benoemd tot kantonrechter
plaatsvervanger in het kanton Heerlen mr. A.
H. M. Janssen, burgemeester van Nieuwen-
hagen.
By K. B. is benoemd tot officier in de Orde
van Oranje-Nassau L. Vuyk te Rotterdam, lid
van de directie van L. Smit en Co.'s Interna
tionalen Sleepdienst.
By beschikking van den Minister van On
derwijs, K. en W. is benoemd tot gedelegeerde
van de Nederlandsche Regeering bij het 12e
internationaal veeartsenijkundig congres, dat
van 13 tot 18 Augustus 1934 te New-York zal
worden gehouden, prof. dr. L. de Blieck, hoog
leeraar aan de Ryksuniversiteit te Utrecht.
dame, voor wie u zich zoo byzonder interes
seert?"
„Natuurlyk ben ik dat," zei Tony.
„En mogen wij aannemen, dat, toen u dacht
haar te hulp te komen, u uit geheel persoonlijke
beweegredenen handelde?" Met zichtbaar onge
duld wachtte hij het antwoord af.
Tony knikte. „Ik handel nooit anders, dan op
eigen initiatief," verklaarde hij.
De groote man wendde zich nu tot den loen
sche. „Het is juist zooals ik veronderstelde," zei
hij met een uitdrukking van triomf op zijn ge
laat.
De andere staarde echter nog wantrouwend
naar Tony.
„Wees voorzichtig," mompelde hij. „Wie ver
zekert je, dat hy de waarheid spreekt?"
De andere maakte een ongeduldig gebaar. „U
kent den Engelschen adel niet, kolonel." Nu
keerde hy zich weer tot Tony. „Sta ons toe, dat
wy ons aan u voorstellen, mijnheer: kolonel Sal-
tero van het Livadiaansche leger. Myn naam is
Congostasenor Eduardo Congosta. Het is een
naam die bij Livadiaansche Loyalisten niet on
bekend is."
Tony boog zeer beleefd naar hen. „Het doet
my zeer veel genoegen met u kennis te maken,"
sprak hy. „Ik kan wel geen groote bewondering
vcor uw voortreffelijken koning koesteren, maar
misschien heb ik met zyn betere eigenschappen
nog geen kennis gemadkt."
(Wordt vervolgd.)