In memoriam Paul von Beneckendorff und Hindenburg Met den slag bij Tannenberg was zijn naam wereldberoemd en bijna wereldgehaat Hij ontplooide groote energie, gevolg van zijn hooge op vattingen over plicht DONDERDAG 2 AUGUSTUS 1934 De groote oorlog Op den achtergrond het gehoortehuis van Von Hindenhurg in Posen, in zijn huidigen toestand. In het midden de rijks president in maarschalk-tenue. Links de overledene als cadet in 1860 en in veldtenue als luitenant in 1866. Rechts als adjudant in den oorlog van 1870 en als generaal commandant van Stettin in 1878. Eer en roem Rijkspresident Hindenburg ontvangt Hitier op zijn landgoed te Neudeck voor een bespreking over den politieken toestand Oorlogsherinnering Een leider Hindenburg in grootveldmaarschalk tenue bij de begrafenis van Prins Sigismund van Pruisen et Rijkspresident von Hindenburg is een figuur heengegaan, die niet alleen tot de beroemdste mannen van zijn tijd behoorde, maar die ook een leven van ongewone werkkracht en grootsche daden ten einde heeft gebracht. Paul von Beneckendorff und Hindenburg, zooals zijn volledige naam luidt, werd op 2 Oc tober 1847 in Posen geboren als zoon van een officier uit ouden adel. Deze officier von Benec kendorff vereenigde door zijn huwelijk zijn naam met dien van de Hindenburgs. In Wahlstaat werd de jonge von Hindenhurg op de cadettenschool geplaatst en in 1866 trad hij als tweede luitenant in het leger bij het derde regiment infanterie. In hetzelfde jaar werd hij in den veldtocht tegen Oostenrijk licht gewond en spoedig kreeg hij gelegenheid In grootere veldslagen grootere kansen te wagen. De Fransch-Duitsche oorlog gaf hem die ge legenheid, toen hij met zijn regiment deelnam aan den slag bij Gravelotte, Sedan en St. Pri- vat en aan het beleg van Parijs. In 1900 werd hij benoemd tot luitenant-generaal en com mandant der 28ste divisie en drie jaar later commandeerend generaal van het vierde Armee korps. In Maart 1911 nam hij afscheid van het leger en vestigde zich metterwoon in Hannover. Sinds 1879 was von Hindenburg gehuwd met Gertrud von Sperling, die in 1921 stierf en hem twee dochters en een zoon naliet. Zijn zoon is Oskar von Hindenburg, luitenant in het Duit- sche leger en thans zijn persoonlijke adjudant. Zijn oudste dochter Irmengard was gehuwd met den grondbezitter von Brockhusen in Pom- meren, zijn jongste dochter Anne-Marie is ge huwd met ritmeester von Pentz, van het der tiende regiment cavalerie in Lüneberg. Zoo zou de levensgeschiedenis van von Hin denburg geluid hebben, als in 1914 niet de wereldoorlog uitgebroken was. Deze levensge schiedenis zou kort geweest zijn, doch eervol, want de carrière die von Hindenburg gemaakt heeft in zijn diensttijd was de meest glansrijke, die een Duitsch officier in normale tijden, dus in vredestijden maken kon. Helaas, het is voor een officier ipet bijzondere krijgsmansgaven minder gemakkelijk eer en roem te behalen in vredestijd dan in tijden van onmenschelijke oor logen en toen in 1914 de storm over Europa los brak, was voor den grijzen en vredelievenden veldheer het groote oogenblik van zijn leven aangebroken, zonder dat hij dit aanvankelijk vermoedde. Toen de Russische troepen in het begin van den grooten oorlog Pruisen van de Oostzijde binnenvielen en daarmede overrompelend snel op het hart van Duitschland aanrukten, was de legerleiding in Oost-Pruisen niet krachtig ge noeg om aan den aanval weerstand te bieden. Dit was het oogenblik, dat de keizer als opper ste legerleider een beroep deed op den griizen aanvoerder, die reeds op zijn lauweren rustte in Hannover. Ludendorff werd hem toegevoegd als chef van den generalen staf en hijzelf nam het algemeene commando op zich. Slechts enkele dagen later, op 29 Augustus 1914 werd de groote slag bij Tannenberg geleverd. De Russen wer den volkomen verslagen en Oost-Pruisen was dank zij het krijgsbeleid van von Hindenburg van vijanden bevrijd. Met één slag was von Hindenburgs naam wereldberoemd en bijna wereldgehaat. Op 12 September leverde hij op nieuw slag bij de Massurische meren, waar de Russen bij duizenden sneuvelden, deels onder het moordend vuur van von Hindenburgs kanon nen, deels door verdrinking in de meren en moerassen. Naar men zegt zal de naam van de Massurische meren voor altijd met von Hinden burgs naam verbonden blijven door de geniale manoeuvres waarmede hij den vijand steeds nauwer omsloot om hen tenslotte aan het vuur en het water prijs te geven. Daarop volgden de tocht naar Polen, een tactisch terugtrekken en een nieuwe aanval bij Lodz en de slag aan de Rawka-rivier. In enkele weken dus had von Hindenburg een viertal voorbeeldige krijgsver richtingen uitgevoerd, voor zoover men bij oor logvoeren van voorbeeldig kan spreken. De winter viel in en een noodzakelijke rust het gevolg. Maar reeds in Februari werd een nieuwe slag geleverd in Masuren, waar de Russen definitief werden verdreven. Toen volgden weer de tocht naar Kurland en een algemeen offensief van von Hindenburgs legers tegen het geheele Russische front, dat een ontzaglijke uitgestrektheid bezat. En op hetzelfde oogenblik, dat aan het Westfront de slag bij de Somme werd geleverd, raakte von Hindenburg slaags met den Russischen generaal Brussilow, welke slag de slag Brussilow werd genoemd. Intusschen werd de toestand voor Duitschland er niet beter op. Europa brandde in het Westen en in het Oosten. In 1916 trad Roemenië tot den oorlog toe. Tot op dat oogenblik was gene raal Falkenhain opperbevelhebber van het ge heele Duitsche leger. In dat jaar echter werd von Hindenburg in zijn plaats benoemd met Ludendorff als eersten generaal kwartiermeester. Roemenië werd bedwongen en het eerste wat von Hindenburg in het Westen deed, was het terugtrekken van het leger tot aan de sterke z.g. Hindenburglinie, waardoor de Engeischen en Franschen gelegenheid kregen hun groot offensief te beginnen, dat men algemeen kent onder den naam: de slag in Vlaanderen. In den herfst van 1917 valt de tocht naar Italië en in 1918 begint het groote Duitsche offensief in Frankrijk, waarbij de Duitsche legers door drongen tot Amiëns en ten tweeden male de Marne bereikten. Een derde offensief in Cham pagne mislukte en hier begon de krijgskans der Duitsche legers te keeren. De beroemde aanval van Foch, het enorme tegen-offensief in Augustus, brak den Duitschen tegenstand en langzaam aan begon het Duitsche leger terug te trekken, tot het einde October de Antwer- pen-Maaslinie genaderd was. Den elfden van de elfde maand volgde de wapenstilstand, waar door een einde werd gemaakt aan den groot sten oorlog, dien de wereldgeschiedenis heeft gekend. Een groot man als von Hindenburg was, zag den toenmaligen toestand helder in. Hij begreep, dat de algeheele ineenstorting van het leger van het vaderland verschrikkelijke gevolgen kon hebben en besloot daarom, toen een nieuwe regeering in Duitschland zich gevormd had, zich ter beschikking van de machthebbers te stellen en zijn leger zoo goed als het ging, terug te voeren naar de Heimat. De keizer was reeds gevlucht, na afgezet te zijn en von Hindenburg volbracht den terugtocht op meesterlijke wijze. Toen legde hij het opperbevel neer en nam in een manifest afscheid van zijn soldaten en officieren. Het heeft von Hindenburg, althans tijdens den oorlog niet aan roem en eer ontbroken. Voor de schitterende krijgsverrichtingen was hem reeds in 1918 na den grooten slag in Frankrijk, 't grootkruis van het IJzeren Kruis verleend, dat vóór hem alleen Blücher had gedragen. Boven dien is von Hindenburg eeredoctor van alle Duitsche universiteiten en eereburger van 172 Duitsche steden. Wederom trok de oude krijgs man zich terug in Hannover, in de veronder stelling, dat hij zijn vaderland voldoende ge diend had. Dit had hij inderdaad gedaan. Wie had meer dan hij bijgedragen tot den roem van de Duitsche krijgskunst en wie had meer dan hij het vaderland verdedigd? Zonder een man als von Hindenburg had de oorlog misschien korter geduurd, maar dit zou dan toch ver moedelijk gebeurd zijn, doordat Duitschland vroeger uitgeput ware geweest. Tenslotte: wie had meer dan von Hindenburg zijn verdiensten voor de nog vrij groote resten van het verslagen Duitsche leger, dat hij in een genialen terug tocht veilig weer naar huis wist te brengen? Maar ook deze rust zou niet lang meer duren. Rust? Nog altijd wist de grijze generaal niet van rusten. Nauwelijks had hij zich terugge trokken, of hij begon ernstig te werken aan zijn gedenkschriften, die hij in 1920 uitgaf onder den titel: „Uit mijn leven" bij den uitgever S. Hirzel in Leipzig. In 1919 noodigde de regeering hem tegelijk met Ludendorff uit om deel te nemen aan de beraadslagingen over een te sluiten vrede. Na het schrijven van zijn mémoires liet het lot van Duitschland hem nog steeds geen rust. Het volk had hem wederom noodig, voor den zooveelsten keer. In 1925, toen de verkiezingen om het presi dentschap plaats hadden, was von Hindenburg 78 jaar oud. Dit belette echter de rechtsche partijen niet om hem te verzoeken een can- didatuur voor het Rijkspresidentschap te aan vaarden. Aanvankelijk aarzelde de generaal, maar tenslotte bezweek hij voor den aandrang en stemde toe. Met meer dan veertien en een half millioen stemmen werd hij op 26 April 1925 verkozen tot Rijkspresident Op 12 Mei aanvaardde hij zijn ambt en legde hij in den Rijksdag den eed af. Zeer dikwijls richtte hij zich niet tot zijn volk, maar als hij het deed, dan drong hij telkens weer aan op een zoo groot mogelijke eenheid van het volk. Hij had een helder oog voor de nooden van dezen tijd, ver loor zich niet in bespiegelingen van het ver leden, maar wist in te zien, wat voor Duitsch land in deze tijden noodzakelijk was. Dit alles bevocht hij met groote energie, die een gevolg was van zijn hooge opvattingen over plicht. Een bewogen presidentschap kon men 't zijne noemen. Daarin vielen o.a. 't verdrag van Locar no, het kabinet-Luther, de volksstemming bil de onteigening der vorsten, het kabinet-Marx de terugkeer van generaal von Seeckt, zijn rede bij de onthulling van het gedenkteeken voor den slag bij Tannenberg, waarbij hij met nadruk de schuld van den oorlog afwees. In 1929 vielen zijn bemoeiingen inzake de herdenking van het verdrag van Versailles en van het Volksbe- gehren van Hugenberg. In 1930 het Young-plan en de oproep van den Rijkspresident om door gezamenlijken arbeid vrede te stichten tusschen de partijen. Dan het kabinet-Miiller, zijn opge geven reis naar het Rijnland wegens het niet- opheffen van het Stahlhelmverbod. In 1931 roept hij de hulp in van Hoover wegens den diepen nood waarin Duitschland verkeerde, vaardigt hij vier noodverordeningen uit betref fende het bankwezen, den deviezenhandel en belastingzaken. Het kabinet-Brüning treedt af en dr. Brüning krijgt een nieuwe opdracht tot kabinetsvorming. Dan volgt de nieuwe presi dentsverkiezing, waarbij von Hindenburg 18 millioen en Hitier 11 millioen stemmen behaal den, zoodat von Hindenburg met groote meer derheid van stemmen werd herkozen Op dit tijdstip beginnen de eerste onderhan delingen van Von Hindenburg met Hitier. Voor- loopig zijdelings door von Papen. De Rijksdag wordt ontbonden. Hitler's stemmen stijgen met millioenen tegelijk en in den nieuwen Rijksdag is de fractie der nazi's verreweg de sttrkste. De uniformverboden zijn inmiddels opgeheven. De groote strijd gaat beginnen. Hindenburg laat zich overhalen om de Pruisische regeering, be staande uit sociaal-democraten en Centrum, prijs te geven. Hij benoemt von Papen, den Kanselier tot Regeeringscommissaris van Prui sen. Na korten tijd komt von Papen door intri ges van von Schleicher ten val. Deze neemt 't bewind van het Rijk over, eigenlijk tegen den wil van von Hindenburg Begin 1933 is de dam tegen de nazi's niet te houden. Schleicher ver dwijnt „sang und klanglos". Hitier wordt Rijks kanselier, von Papen vice-kanselier. De nazi's heffen de partijen op en leggen beslag op heel den staat als eene totaliteit. Het hakenkruis heeft Duitschland veroverd. De nazi's toonen zich dankbaar en vaardigen een wet uit, die het besluit bevat, dat alle goe deren van den Rijkspresident voortaan vry van belasting zullen zijn. Zoo heeft von Hindenburg, de veldmaar schalk, zijn vaderland kunnen dienen onder zeer wisselende omstandigheden, die zijn taak niet lichter maar wel dankbaarder maakten en die hem grootere verdiensten deden verzamelen dan in andere tijden wellicht mogelijk ware geweest. Hoezeer de toestand van het Duitsche volk hem ter harte ging, moge blijken uit zijn be kende radio-rede, die hij hield vóór Nieuwjaar 1932. Hij begon zijn rede met een beroep te doen op zijn ouderdom en het feit dat hij pre sident was van de Duitsche republiek. Zijn ouderdom immers had hem in staat gesteld een groot deel van de geschiedenis van zijn land mede te leven en van nabij te volgen. Hij wist dat hij veel vroeg aan zijn volk en dat aller samenwerking noodig zou zijn om de moeilijk heden te boven te komen, maar hij rekende er op, dat het Duitsche volk dit door eigen kracht zou kunnen bereiken. „Het Duitsche volk," aldus de grijze president, „verdient den dank der wereld omdat het ge toond heeft bereid te zijn tot het brengen van offers en omdat het met groot geduld heeft geleden en den laster over zich heen heeft laten gaan." Daarom hoopte hij, eischte hij zelfs, dat het buitenland niet van het Duitsche volk zou vragen, dat het tot onmogelijke pres taties zou overgaan. Hij memoreerde Tannen berg, toen immers de toestand ook moeilijk was. Toen moest hij het uiterste van de troepen eischen en hij wist dat er velen waren, die bezwaren moesten hebben tegen deze eischefi, maar een absolute samenwerking was noodig om de overwinning te behalen. De overwinning wérd behaald en aan deze overwinning was veel te danken geweest. Op diezelfde samenwerking deed von Hindenburg voor het intreden van het nieuwe jaar 1932 een beroep. Sedert dien hoorde men niet -veel meer van von Hindenburg. Zeker is, dat hij niet „con amore" de ontwikkeling van het Hitler-bewind volgde Het werd stil om den ouden maarschalk en hy zelf werd nog meer zwijger dan hij reeds altijd was geweest. De twee grootste althans verststrekkende daden van krijgsgeweld, die von Hindenburg in den oorlog heeft gesteld, waren ongetwijfeld de groote overwinningen bij Tannenberg en de Masurische meren. De eerste berichten van het Oostfront vermeldden wel, dat von Hinden burg de Russen had verslagen, maar de groote beteekenis van deze overwinning drong pas een paar dagen later door. Zes dagen lang vochten de soldaten van von Hindenburg en ook de Oostenrijkers streden met 'n volharding, welke in Duitschland groote bewondering wekte. Meer dan zestigduizend Russen werden krijgsgevangen gemaakt. Weliswaar deden de Russische pers berichten alsof er geen vuiltje aan de lucht was en meldden de Fransche en Engelsche pers diensten, dat het best ging aan de Oostgrens van Pruisen, maar spoedig drong de juiste lezing door. Onnoemelijk was het verlies dat de Russen hadden geleden. Deze opfrissching had den de Duitschers trouwens noodig, toen het Westfront hun niet veel goeds bracht. Het ont zettend getal der Russische soldaten maakte bovendien groote overwinningen noodzakelijk Zoo groot was de toevoer van de Russische strijdkrachten, dat de geallieerden niet ten on rechte hoopten op een overrompeling door de massa, door het groote aantal, dat de Duitschers telkens weer opnieuw voor zich zouden zien. Daarom kan men ook de tactiek van von Hin denburg begrijpen, die het er op aanlegde zoo veel mogelijk vijanden te vangen of te dooden. De opwinding in Parijs was in die dagen zóó groot, dat men overal de mogelijkheid besprak of de kozakken in Berlijn zouden verschijnen Inderdaad konden de Russen enkele dagen later eenige flinke successen boeken, maar lang duurde hun vreugde niet. Zij namen Lemberg in Galicië onder generaal Loeski, terwijl Broes- silof Halix innam. Dan op het oogenblik, dat de Duitschers op weg waren naar Parijs, rukten de Russen nog even voort, terwijl zij aan de Oostenrijksche grens een kleine nederlaag te lijden hadden. Men sprak destijds van 20.000 dooden onder de Oostenrijkers, doch ook van 900.000 gevangenen onder de Russen. Maar de Oostenrijkers leden eenige malen geduchte nederlagen, die een nieuwe overwinning van von Hindenburg meer dan noodzakelijk maak ten. Toen kwam het bericht dat versche Rus sische troepen ten getale van vijf millioen sol daten waren gemobiliseerd onder persoonlijk be vel van den Tsaar. Toen kwam de tweede slag bij de Massurische meren, welke beslissend was voor de Russische nederlaag. Pas toen werd van Russische zijde erkend, dat de Russische legers goeddeels verslagen waren, zij .iet dan ook, dat het in oorlogstaal heette, dat de legers in goede orde waren teruggetrokken. Op 8 Februari 1915 begonnen de Duitsche musketiers op te trekken naar het oosten, aldus meldde een Duitsch oorlogscorrespondent. Zij vroegen niet om slaap of voedsel er. trokken vrijwel dag en nacht voort. Den Russen werd voor een goed deel de terugtocht afgesneden en een geweldig bombardement, alsmede de snelle opmarsch overrompelden de Russen zoodanig, dat duizen den zich geen tijd hadden gegund om hun schoenen aan te trekken, zoodat zij in overijlde vlucht hun heil zochten. Sommige Russische stellingen, die zich niet eens bewust waren van het naderend gevaar, werden overrompeld, terwijl de soldaten rustig bij het vuur in de huizen zaten. De geweren werden later gevonden, zooals zij keurig gerangschikt tegen den muur stonden. Het gevolg van een en ander was, dat in enkele dagen tijds geheel Oost- Pruisen van Russen gezuiverd was. Deze veldslagen zijn het geweest, die generaal von Hindenburg zijn grooten naam hebben be zorgd als redder van Oost-Pruisen. Wat niemand voor mogelijk had gehouden nJL de verdrijving van de Russen, die zelfs na de grootste neder laag met telkens grooter legers terugkwamen, heeft Hindenburg volbracht, niet overijld, maar na kalm overleg en door een geforceerd door zetten van de eenmaal genomen besluiten. Deze overwinningen, die zijn groot veldheerstalent duidelijk demonstreerden, waren dan ook de di recte aanleiding tot zijn benoeming als genera lissimus van alle Duitsche legers, welke functie hem meteen naar het Westen bracht, waar hij den strijd weliswaar niet heeft kunnen winnen, maar waar hij zijn legers, uitgeput en niet lan ger meer tegen de overmacht opgewassen, met dezelfde kalmte en zekerheid, waarmede hij veld slagen won, naar hun land terugleidde. Er zijn deskundigen, die deze manoeuvre van Hinden burg zijn grootste oorlogsfeit noemen. Er is dikwijls de vraag gesteld, of Hindenburg eigenlijk wel een volkomen onafhankelijk en zelf standig leider was op militair gebied. Tijdens den wereldoorlog heette het altijd weer. dat niet hij, maar zijn kwartiermeester-generaal Ludendorff de eigenlijke bevelhebber was. Hoe dit ook zij, een zelfstandig, hoog-begaafd militair en strateeg was Hindenburg zeker Wie de om standigheden in het voor-oorlogsche Duitsch land heeft gekend, met name in de armee, weet, dat een man, die niet bouwen kon op familierelaties en kruiwagens, een man. die ab soluut geen society- of hofkwaliteiten bezat, als Hindenburg inderdaad was, nooit in de Generale Staf zou zijn gekomen zonder geestelijken ar beid en zonder hoogstaande geestelijke gaven. De beteekenis van de anekdote van een, zooals beweerd wordt, waar woord van Hindenburg, dat hij sedert zijn sergeantentijd geen boek meer heeft gelezen, is wel niet woordelijk te nemen. De these, dat Hindenburg niets anders was dan het type van een onderdaan, van een volgzaam man, die hij in ieder geval geen lei dende persoonlijkheid was, staat toch wel in krasse tegenspraak, wat hij bewezen heeft als aanvoerder van groote troepenmassa's te zijn. Passief was zijn rol daarbij absoluut niet. Zijn activiteit kan daarbij natuurlijk gesteund en misschien wel overvleugeld zijn geweest door zijn medewerkers in den Staf. Er zijn veldheeren ge weest, die zóó geniaal en begaafd waren, oat zij alles overschaduwden en zelf chef van hun staf waren, dit waren de genieën Frederik de Groote, Napoleon en de Moltke van 1870. Maar er zijn ook veldheeren en zij zijn met het oog op de resultaten niet minder groot wier beteekenis is gelegen in de kunst en vaardigheid van groo te en klare wilsdaden en in de kracht van een buitengewoon karakter. Tot deze laatste groep behoorde vol en gansch maarschalk von Hinden burg. De sergeantlegende valt weg voor den veld- maarschalksroem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 9