R
Het Wartlcongres
Jeugd en muziek
Koninklijke hulp
OM DE KONINGIN
VRIJDAG 3 AUGUSTUS 1934
De nieuwe Motor- en
Rij wiel wet
V. V. s. u.
Het faillissement der
N.V. Atalanta
De zaak—Spansier
Jongen verdronken
Meer contact tusschen volk en
muziek door de school
Dans en jeugdbeweging
DOOR VICTOR BRIDGES
Veel rigoureuze bepalingen
NIEUWE COMMANDANT VAN
DE MARINE
ZIEKENDELEGATIE DER
De reis voortgezet
Behandeling in hooger beroep
R.K. HANDELSHOOGESCHOOL
Dr. A. van Ketel buitengewoon
hoogleeraar
rood „EENHEIDSFRONT" TE
ZAANDAM
Tegen den wil van het hoofd
bestuur der O.S.P.
Tot welke straf is hij veroordeeld?
MOORD UITGELOKT
Een belooning van tweehonderd
gulden
Deensche botemoteering
Enkele indrukken
Moedige redder weet een tweeden
drenkeling behouden aan den
wal te brengen
Bijdrage van H. M. voor tuinders
te Uithoorn en omgeving, die
verliezen leden door
hagelslag
TWEE MEISJES BEKNELD
Terugbetaling vergunningsrecht
Tabakswet
UIT DE STAATSCOURANT
De tweede dag van het R.K. Congres voor
Muzikale Opvoeding der Jeugd te 's Graven-
hage was Donderdag de dag der referaten on
der leiding van pastoor Th. M. Beukers. Het
eerst trad op de heer M. van Crevel, directeur
van een middelbare school te Den Haag. Tegen
woordig waren o.a. de leden van het eere
comité, Eere-Kan. pastoor W. P. J. Jansen en
pater dr. Caec. Huigens O.F.M., directeur der
Ned. R.K. Kerkmuziekschool te Utrecht.
De heer M. van Crevel sprak over „De mid
delbare school en de muziek," waarin hij aller
eerst het verschil in waardeering schetste, dat
hier te lande bestaat tusschen bijv. een voetbal
wedstrijd in het Stadion en de belangstelling
voor onze groote concerten, een verschijnsel,
waardoor minister Merchant zelfs zoozeer ge
troffen werd, dat hij bijstand van de sport voor
de muziek trachtte te verkrijgen. Deze ministe-
rieele handelswijze maakte het vraagstuk zeer
actueel. De belangstelling voor het openbare
muziekleven is vooral na den oorlog, door in
vloed van radio etc. sterk achteruitgegaan, en
het is dan ook verklaarbaar, dat men in de
laatste jaren zocht naar versterking van het
wegvallend contact tusschen volk en muziek.
Terecht wendde men zich allereerst tot de school
en op de L. S. is in deze reeds vordering te be
speuren. De M. S. bleef echter meerendeels nog
passief in dit opzicht. Hieraan kon tegemoet
gekomen worden door de vakmusici te interes
seeren voor de schoolmuziek-beweging, die
tevens in verband kan komen met de leeken-
en kerkmuziekbeweging. Er zou voor de invoe
ring van muziekonderwijs in de scholen een ge
zamenlijke actie kunnen worden begonnen. Het
onmiddellijk doel van dit onderwijs in de M.S.
moet zijn: de muzikale vorming der leerlingen
ln verband met hun algemeene ontwikkeling.
De groei-processen van deze ontwikkeling dient
men logisch naast elkaar te doen verloopen, met
ir. 't oog houden van de individueele vermogens
der leerlingen. Gelegenheid tot aanknooping bij
de muziekgeschiedenis moet steeds gezocht wor
den. Ook de volksdans kan hier veel bijdragen
tot verheldering van het muziek-onderwijs. Als
eventueele mogelijkheid ziet spr. hier bereik
baar, doch na lange voorbereiding eerst' het
jeugdconcert. De eisch moet bij dit alles blijven
dat het muziekonderricht onderdeel zij van de
algemeene vorming. De opleiding van den mu
ziekleeraar zal hierop gericht moeten zijn, hij
zal een degelijke algemeene kennis dienen te be
zitten. Een universitair verkregen bevoegdheid
zal voor het onderricht in de muziek vereischt
behooren te zijn. Spr. besluit met den wensch
dat de ministerieele belangstelling ons in dit
opzicht dichter bij het doel moge brengen.
Vervolgens gaven eenige patronaatsjongens
uit Hom, onder leiding van den heer Jos Len-
liard.i een demonstratie in blokfluitspel. Zij
droegen eenige liederen voor van Bach en
Handel.
Door den heer Henri Geraedts, leeraar aan
het Kon. Conservatorium, Den Haag, werd
daarna een voordracht gehouden over „Leek en
vakman in de muziek van onzen tijd."
Zoolang muziekliefhebbers en kunstenaars,
leeken en vakmenschen elkaar nog niet gevon
den hebben, kan men weinig bereiken, zij zijn
geheel op elkanders hulp aangewezen. Te stre
ven naar die samenwerking leek spr. een drin
gende noodzakelijkheid.
Na deze voordracht voerde een groepje school
meisjes onder leiding van mej. A. van Kuik
eenige aardige zangnummertjes met gebaren
spel uit.
Des middags hield de heer T. Creygton
Oubaas der R. K. Verkenners te Utrecht een
voordracht over: „De muziek en haar toekomst
in het „Verkennen" en in de andere jeugdver-
eenigingen."
De opvoeding der jeugd, aldus spr., ook de
muzikale opvoeding, geschiedt niet alleen in
huisgezin en op school, maar ook in een jeugd-
vereeniging. School en jeugdvereeniging behoo
ren elkaar hierbij aan te vullen, doch daaren
boven ook te voorzien in wat het huisgezin niet
kan geven. Het feit doet zich in dit verband
veelvuldig voor, dat de muzikaliteit van het
kind in het huisgezin dikwijls ongunstig wordt
beïnvloed. De school moet daarom een sterke
basis in de jonge kinderziel leggen en hiervoor
vindt zij een uitstekend hulpmiddel in de
Ward-methode. Jeugdvereenigingen zullen zich
voorloopig moeten bepalen tot het aankweeken
van fundamenteele gevoelens, waar deze nog
onvoldoende ontwikkeld zijn bij den jongen
mensch. De leiders hebben hier een terrein
voor zich, dat bijna nog volkomen braak ligt.
Samenwerking tusschen de betrokken ins anti :s
is dringend gewenscht, om het probleem in goe
de banen te leiden.
Hierna zong het R.K. knapenkoor „Lauda-
mus Dominum inter Angelos" te 's Gravenhage,
onder leiding van den heer Th. van Elferen
eenige gezangen voor meerstemmig jongenskoor
en herhaalden de patronaatsjongens uit Hom
hun blokfluitdemonstratie. Een zangvoordracht
met vrije begeleiding van blokfluit besloot dit
experimenteele gedeelte van het congres.
Des middags te half vijf stond op het, zeker
niet te kleine, congresprogramma, een voor
dracht van mevr. L. Terlingen—Lücker, over
Dans en zijn mogelijkheden in onze jeugd
beweging". Door de stipte leiding ving ook deze
voordracht precies op tijd aan; de vlotte af
werking van alles mag het uitvoerend comité
wel tot een bijzondere verdienste gerekend
worden.
Mevr Terlingen-Lücker ging uit van de stel
ling dat het begrip „religieuse dans" weer
levendig kan worden. De katholieke jeugd
organisatie biedt daarvoor inderdaad de gun
stigste gelegenheid. Wel eischt het danspro-
eram van vele jeugdorganisaties herziening. De
praktijk ervan moet berusten op een juister
37
Onze voortreffelijke koning," herhaalde de
kolonel dof. „Over wien spreekt u, sir Antony?"
Tony trok zijn wenkbrauwen op. „Wel, natuur
lijk over Peter," zei hij. „Fedro moest ik eigen
lijk zeggen Er zijn er toch niet meer dan een?"
Kolonel Saltero, die nog steeds was blijven
Staan, keek nog woedender dan te^ voren. „Die
ellendige indringer," riep hij. „Ik
„U verstaat ons verkeerd, sir," onderbrak hem
senor Congosta vriendelijk. „De persoon over
wien u spreekt heeft geen rechtmatigen aan
spraak op den troon van Livadia. Zooals alle
trouwe Loyalisten zijn wij aanhangers van wijlen
Ziine Majesteit koning Francisco den Eersten."
Het was een schokkende mededeeling, doch
dank zijn natuurlijke mate van zelfbedwang,
doorstond Tony het bericht meesterhjk.
„Werkelijk!" zei hij langzaam. „Dat is buiten
gewoon belangwekkend. Ik meende dat gij allen
waait uitgeroeid."
Senor Congosta glimlachte. „U zal het mij
wel willen vergeven als ik zeg, dat een grondige
kennis van Continentale aangelegenheden niet
tot uw overigens uitstekende Engelsche eigen
schappen behoort. Onze partij is op het oogen
inzicht in 't wezen van de in te voeren dan
sen. Om een kans voor hun ontwikkeling tot
volksdans te krijgen, is het een eerste ver-
eischte, dat onze pogingen in die richting, naar
hun aard, door jonge meisjes en jonge mannen,
met de noodige omzichtigheid, gezamenlijk
worden uitgevoerd. De belangrijke uiteenzet
tingen van spreekster, werden met practische
voorbeelden geïllustreerd door een groep on
derwijzeressen en onderwijzers uit Roermond,
die een demonstratie van Engelsche Country
dansen gaven.
Na afloop hiervan werd het congres geslo
ten door den ondervoorzitter, dr. H. Vroom,
professor te Culemborg, die alsnog allen me
dewerkenden hartelijk dank bracht voor hun
medewerking en aan den rector van het St.
Aloysius-college voor de beschikbaarstelling
van de aula.
Deze slotzitting van het congres Was nog bij
gewoond door den voorzitter van de Engelsche
St. Gregoriusvereeniging, Rev. J. B. Mc. El-
lingott O.S.B.
Mr. C. Schölvinck, juridisch adviseur van de
KdST.A.C., schrijft in het Clubnieuws van die
organisatie de volgende slotbeschouwing over
het nieuwe ontwerp-Motor- en rijwielwet.
Vele der nieuw-voorgestelde bepalingen zul
len door hen, die aan het wegverkeer delnemen,
hartelijk worden toegejuicht. Scherper toezicht,
scherper selectie op materieel en gebruiker zijn
desiderata, die maar al te lang op zich hebben
laten wachten. Te betreuren valt, dat een rege
ling, die de wettelijke aansprakelijkheids-ver
zekering tot plicht stelt, niet in het ontwerp is
opgenomen. Ik twijfel er echter riet aan, dat
ten deze het voorbeeld, dat het buitenland (o.a.
Engeland, Zwitserland, Scandinavië) ons geeft,
binnen afzienbaren tijd zal worden gevolgd.
Wat de rigoureuze strafbepalignen betreft:
de advocaat, die dagelijks met verkeersdeli-
quenten in aanraking komt en die weet dat
auto-ongevallen meestal het gevolg zijn van
tal van hoogst gecompliceerde omstandigheden,
waarbij de schuld van den delinquent vaak een
zéér geringe rol speelt, kan dit verscherpte
strafrecht weinig bewonderen. Indien ergens
dan geldt op verkeersgebied het spreekwoora
„La procédure pénale ménace tout le monde";
in werkelijkheid staat de automobilist voort
durend met één been in het ziekenhuis en met
het andere in de gevangenis.
Veel zal afhangen van de wijze waarop dit
ontwerp eenmaal wet geworden door de
politie en de justitie zal worden gehanteerd.
Ik kan niet nalaten reeds hier groote vrees te
uiten voor de niet geringe verantwoordelijkheid
die gelegd wordt in handen van eiken verbali-
seerenden ambtenaar, van den dorpsveldwach
ter tot den Hoofdcommissaris van ploitie toe,
die de bevoegdheid krijgen om in bepaalde om
standigheden zich onmiddellijk van des delin
quents rijbewijs meester te maken, waarbij het
hem onthouden kan worden gedurende den
ganschen loop van het daarop volgende straf
geding.
Ik acht deze bevoegdheid en verantwoorde
lijkheid zoo ingrijpend, dat m. i. te wenschen
is, dat zij niet aldus in de wet wordt neerge
legd, maar dat er een instantie wordt aange
wezen, die op verzoek van den verdachte en
na verhoor van dezen en den verbalisant, on
verwijld handhaving der inneming of terug
gave van het rijbewijs kan bevelen. Als zoo
danige instantie ware m. i. de kantonrechter
ter plaatse waar het feit is geschied, aan te be
velen. Aldus wordt bereikt, dat de verdachte
niet in een volkomen rechtelooze positie zich
tegenover het staatsgezag zal komen te be
vinden.
Met 27 Aug. is de vice-admiraal C. J. E. Bru-
tel de la Rivière eervol ontheven van de be
trekking van commandant der Marine te Wil
lemsoord, tevens commandant der Stelling van
den Helder.
Met 1 Sept. is aan den vee-admiraal C. J. E.
Brutel de la Riviere op verz. ter zake van lang-
durigen dienst eervol ontslag uit den zeedienst
verleend onder dankbetuiging voor de door hem
aan den lande bewezen langdurige en gewich
tige diensten.
De betrekking van commandant der Marine
te Willemsoord tevens commandant van de
Stelling van den Helder is met 27 Aug. opge
dragen aan den schout-bij-nacht T. L. Kruijs.
De ziekendelegatie naar Sowjet-Rusland,
welke, zooals gemeld, Woensdag door de Duit-
sche douane bij het overschrijden van de Ne-
derlandsch-Duitsche grens, is opgehouden, heeft
Donderdag de reis kunnen voortzetten, nadat dc
Nederlandsche consuls te Berlijn en te Bentheim,
alsmede de Sovjet-vertegenwoordiging te Ber
lijn, hun bemiddeling hadden verleend. De
Duitsche douane-autoriteiten hebben het ge
zelschap hun verontschuldiging aangeboden
voor het gebeurde, dat aan een vergissing moet
worden toegeschreven.
blik sterker dan zij ooit gedurende de laatste
vijftien jaar is geweest."
„Maar hoe staat het met de regeering?" zei
Tony. „Zij zal u toch evenmin genegen zijn als
Pedró en zijn aanhangers?"
,.De regeering!" Senor Congosta herhaalde het
woord met de diepste verachting. „Ik wil open
hartig tegenover u zijn sir Antony. De republi-
keinsche regeering is ten doode opgeschreven.
Te lang reeds heeft die troep verraders op mijn
ongelukkig vaderland geparasiteerd. Er si slechts
een vonkje noodig om de vlam te doen uit
slaan en dan Met een zwaai van zijn arm
gaf hij te kennen, wat het lot van den President
van Livadia en zijn ministers zou zijn."
„Dat begrijp ik," zei Tony langzaam. „Dus
heeft u wel wat origineel bezoek betrekking op
staatsaangelege nheden
Senor Congosta strekte zijn handen uit. „Het
heeft geen nut verder iets geheim te houden. Ik
geloof, dat u het met mij eens zult zijn, kolonel
Saltero, dat het het beste is, als wij dezen heer
de geheele waarheid blootleggen."
De kolonel bromde knorrig, dat het zijn ge
woonte niet was, om toe te stemmen, dat de ge
heele waarheid zoo maar aan iedereen werd ver
teld, doch hoe dit antwoord ook mocht genoemd
worden, het scheen voor zijn metgezel voldoende
te zijn.
„Reeds sedert eenigen rijd," begon deze,
„wachten de Loyalisten van Livadia slechts op
een voor hen gunstige gelegenheid. De republiek
is rot rot tot in de kern. Zij moet, als een
bedorven vrucht weldra vallen" hij wachtte
Donderdag is in hooger beroep voor de Raad
kamer van het Amsterdamsche Gerechtshof
behandeld het faillissement van de N. V. Ata
lanta, drukkerij van „de Tribune".
De N. V. Atalanta werd op 18 Juli door de
Rechtbank failliet verklaard, naar aanleiding
van een faillissementsaanvrage ingediend door
Mr. Steneker namens den Raad van Arbeid te
Amsterdam.
De N. V. Atalanta ging van dit vonnis in
hooger beroep. Voor haar traden op Mrs. S. de
Jong en P. van 't Hoff Stolk.
In Raadkamer voerde Mr. de Jong het woord.
Hü bepleitte vernietiging van het vonnis der
rechtbank op grond vari het feit, dat Mr. Ste
neker bij zijn aanvrage voor de Rechtbank niet
ontvankelijk had moeten worden verklaard door
deze Rechtbank, omdat het volledige bedrag,
verschuldigd aan den aanvrager, den Raad van
Arbeid, onmiddellijk contant .s aangeboden en
Mr. Steneker derhalve niet gerechtigd was ge
weest dit aanbod te weigeren.
Voorts betoogde pl. dat de N. V. Atalanta een
volkomen gezond bedrijf vormde, waarbij de
positie van debiteuren en crediteuren geen re
den tot bezorgdheid gaf.
Mr. Steneker lichtte zijn eisch uitvoerig toe,
daarbij den financieelen toestand van de N. V.
Atalanta besprekende.
De behandeling nam ruim vier uur in beslag;
Het gerechtshof zal 9 Augustus arrest wijzen.
en O.S.P. een eenheidsfront is tot stand gekO'
men. Wel is dit in strijd met den wil van het
hoofdbestuur der O.S.P., maar in dezen tijd, zoo
redeneerde spr., moeten wij niet zien naar wat
ons verdeelt, maar wat ons vereenigt.
Verder is het woord gevoerd door het Amster
damsche communistische raadslid L. Seegeis. den
communist W. de Exter en een vertegenwoor
diger van den communistischen jeugdbond.
Van de zijde der O.S.P.-ers gingen protes
ten op, toen de heer De Exter, in striid met de
afspraak, dat inwendige verhoudingen in C.P.H.
en O.S.P. buiten bespreking zouden blijven,
eenige onvriendelijkheden debiteerde over het
optreden in den laatsten tijd van den O.S.P.-
secretaris, J. de Kadt. De heer De Exter kreeg
in het oog, dat hü het „eenheidsfront" in gevaar
bracht en liet dit precaire onderwerp spoedig
varen om het niet meer aan te raken
De heer G. Bakker, behoorende tot de C. P.
H„ sprak een sluitingswoord.
Het Curatorium der R.K. Handelshoogeschool,
Hoogeschool voor Economische en Sociale We
tenschappen, heeft tot buitengewoon hooglee
raar in de bedrijfsleer, inzonderheid het finan
ciewezen der onderneming en de toegepaste be-
drijfshuishoudkunde, benoemd dr. A. B. A. van
Ketel te Bloemendaal.
De afdeelingen van C.P.H. en O.S.P. te Zaan
dam, hebben, naar „Het Volk" meedeelt, Woens
dagavond een door ruim honderd personen be
zochte openbare vergadering gehouden. De heer
J. Beunder, bestuurslid der O.S.P., sprak na
mens beide organisaties het openingswoord en
deelde mede, dat er in Zaandam tusschen C.P.H.
De correspondent van „Het Volk" te Berlijn
heeft geïnformeerd naar het verloop der recht
zitting tegen den Nijmeg-enaar Spansier, die,
zooals bekend, wegens landverraad Woensdag
voor het „Volksgerichtshof" terecht gestaan
heeft. De zaak werd met gesloten deuren be
handeld.
Den correspondent werd geantwoord, dat
Spansier reeds is veroordeeld, na te zijn ver
dedigd door den Duitschen advocaat Hubke.
Geen enkele buitenlandsche verdediger werd
toegelaten. Op de vraag, tot hoe lang Spansier
was veroordeeld, werd geantwoord, dat men dit
helaas niet kon zeggen.
Rechterhelft J
v.h. bord: wit; J
linkerhelft:
roode rand,
m. rood door- J
gestreept e
zwarto P)
Aan de linker-
zijde d. straat i de rechter-
is parkeeren straatheift is
verboden. dus vrij.
Voor de Rotterdamsche rechtbank heeft ziéh
Donderdag te verantwoorden gehad de 46-jarige
arbeider J. P. J. uit Krimpen a. d. IJsel, die in
Maart zekeren B. de H. wilde overhalen, om zijn
zwager, zuster en hun dochtertje van het leven
te berooven tegen een in uitzicht gestelde be
looning van tweehonderd gulden.
Gebleken is evenwel, dat de man vrijwel
zwakzinnig is.
Het O. M. heeft drie maanden geëischt, door te
brengen in de bijzondere strafgevangenis. Uit
spraak 9 Augustus.
De officieele botemoteering bedroeg Donder
dag 180 kronen of 60 cent per K. G.
In aansluiting op de verslagen van onzen
Haagscnen correspondent geeft onze medewer
ker voor muziek nog volgende indrukken van 't
R.K. Congres voor muzikale opvoeding der
Jeugd:
De kapel van het St. Aloysius-CoUege aan
de Oosfcauinlaan is vol. Uitverkocht!
Aan de communiebank bevindt zich de Scho-
laminiatuur, evenais 's avonds tevoren de
„matrozen"! Want de heer Th. Driessen diri
geert daar met zeer sober gebaar en 'n uitmun
tende chironomie zijn schooljongens, allen in
toog en koorhemd. Z'e behooren thuis in de St.
Joseph-parochie te Helmond en leggen 'n keu
rig getuigenis af van den Gregoriaanschen ar
beid daar in het fabrieksland. Vlekkeloos van
intonatie, geacheveerd in toonvorming zingen
deze jongens de wisselende gezangen van „St.
Petrus' Banden" (1 Augustus). Nu en dan
schijnt men de vaticana te volgen mèt rhyth-
mische teekens, dan weer zonder; soms houdt
men de liggende episema's, dan weer niet; en
kele quilisma's zijn precies, andere worden ver
onachtzaamd; de salicus heeft ook zijn ware
karakter niet. Waarom?
Maar de totaal-indruk is buitengewoon be
schaafd en het groot-rhythme uitstekend aan
gevoeld en uitgewerkt.
De „gemeente" wordt gevormd door een hon
derdtal schoolkinderen uit Den Haag (Parochie
H.H. Engelbewaarders) onder leiding van den
heer J. Bertels. Ook deze zang verdient allen
lof; alleen had het wat levendiger gekund. En
waarom is men Roomscher dan de Paus of
Roomscher dan Oosterhout? Ik bedoel: waarom
werkt men ook de vaste gezangen uit zonder
orgel? We behoeven toch onze sterk Calvinis
tische predikanten uit Sweelinck's tijd, of de
dito Urkers, die ook hevig sputterden tegen het
gebruik van het „heidensche" orgel in hun
eiland-kathedraal, niet na te volgen! Geen
Goede Vrijdag-stemming als het niet noodig is!
De actieve Haagsche Gregoriaansche Cen
trale, als ik het zoo eens noemen mag, heeft
onder leiding van haar directeur Waiter Hat-
tink in het portaal een zeer uitgebreide collec
tie van al wat men op het gebied van muziek,
muziekgeschiedenis, Gregoriaansch, volkszang,
volksdans, blokfluit-litteratuur en een volledige
verzameling dezer instrumenten maar kan
wenschen of uitdenken, tentoongesteld.
In de pauzes verdringen -de deelnemers van
het congres zich om deze rijk gedekte tafels en
ever. „dan zal de gelegenheid, waarvoor wij
klaar staan, gekomen zijn."
„En waarvoor," voegde Tony er aan toe, „Mar
kies Da Freitas ook volkomen klaar is."
De oogen van Congosta glinsterden. „Zoo!" zei
hij zacht. „Kent u hem?"
„Niet buitengewoon," zei Tony, „maar toch
wel goed genoeg om te weten, dat hü er waar-
schünlük wel bü zal zün, als er iets te halen
valt."
Congosta knikte oevestlgend. Er was een boos
aardige uitdrukking op zün g^st verschenen,
die hem bijna een even onheilspellend aanzien
gaf als den kolonel.
„Met Da Freitas," zei hü zacht, „zullen wü
moeten afrekenen, Met Da Freitas en nog
iemand. Een maand geleden was alles geregeld.
Wij wisten, dat de overweldiger hier in Enge
land intrigeerde en plannen smeedde voor het
herstel van zijn koningschap. Wü wisten dat hü
bü het leger en de vloot vele vrienden zou heb
ben, als de revolutie zou uitbreken. Maar wü
waren voorbereid. Op het oogenblik dat de on
lusten begonnen, waren wü .'oomemens onzen
slag te slaan en goed ook."
Hü zweeg.
„Wat wilde u dan gaan doen?" vroeg Tony
belangstellend.
„Wü zouden ons van het paleis meester ge
maakt hebben, voor de huurlingen en verraders
van Da Freitas gereed zouden zün en de dochter
van Francisco tot wettig erfgenaam van den
troon geproclameerd hebben."
Wederom ontstond er een korte pauze.
„Het was een goed plan," zei Tony, „maar ik
de heer Hattink geeft op allerlei wüzen toe
lichtingen en advies.
In de begroetings- en openingsspeech van
den voorzitter der Ned. St. Gregoriusvereeniging,
pastoor Th. Beukers, stelde spr. als ideaal, dat
via de lagere school, het mulo- en middelbaar
onderwüs plus de universiteit, ons geheele volk
aan het zingen en musiceeren zal slaan. De
Ward-methode heeft inderdaad bewezen, dat
„het daghet in het Westen!" Van Amerika
kwam de helpende hand ter victorie. Er werden
161 Ward-cursussen gegeven sedert 6 jaar in
49 plaatsen, waaraan 2400 cursisten deelnamen
en de officieele onderwüsrapporten, die vroe
ger over het zangonderwüs te zwügen hadden
of het juist doch onbarmhartig moesten ver-
oordeelen, beginnen nu enthousiaste passages
te vertoonen over den enormen vooruitgang van
het zangonderwüs door de Ward-methode en
speciaal in het „donkere" Zuiden.
Hulde aan U, duisterlingen, die deze officieele
rüks-complimenten hebt afgedwongen door uw
werk. De vak-musici moeten, volgens de ge
gevens van pastoor Beukers, niets hebben van
deze unieke methode. Zün de heeren daar te
knap voor? (Eigen schuld, dat ze dan ook voor-
bü geloopen worden Th. v. d. B.). De voor
uitgang in het zangonderwüs brengt nu reeds
vooruitgang in het instrumentale huisonderwijs.
Een belangrüke en boeiende voordracht was
die van den heer Lennaerts over de muzikale
opvoeding op de lagere school. De mutatie bü
de jongensstemmen schünt tegenwoordig
vroeger te vallen aan voorheen, dat er eenheid
in het zangonderwüs dient te zün en er min
stens twee uren per week, verdeeld in twintig-
minuten-lessen, aan zang moet besteed worden.
Het rhythme worde aangeleerd en ontwikkeld
door lichaamsbewegingen; onze oude Neder
landsche en Vlaamsche volksliederen moeten in
eere hersteld worden (de oude tonaliteit ligt ons
modern volk echter niet zoo bijster! v. d. B.).
Hoofdzaak zü het één-stemmige schoollied, la
ter kan men wat aan canon-zingen doen en 't
instrumentaal element (o.a. de gramophoon,
waarvoor een volledig schoolrepertoire bestaat)
bewüst onschatbare diensten aan de muzikale
ontwikkeling. Men legge verband met de an
dere schoolvakken en ten slotte komt Lennaerts
tot de alleszins juiste conclusie, dat de ter za
ke kundige klasse-onderwüzer dè aangewezen
leerkracht is.
Mejuffrouw M. Helling gaf met een tweede
leerjaar een frappante demonstratie volgens de
Ward-methode omtrent stemvorming, treffen,
rhythmische oefeningen met gebaren, melodisch
en rhythmische dictée, geheugenoefening, lezen
en zingen van den notenbalk, muzikale impro
visatie en lied.
Groot succes voor de leidster en de kleine
kleuters.
Eerste indruk van het congres: uitstekend!
THEO VAN DER BIJL.
Donderdagavond omstreeks 6 uur geraakten
in de rivier de Dommel nabü de Stationsbrug
te 's-Hertogenbosch twee jongens, toen ze een
bal uit het water wilden halen, te water. Het
waren de 11-jarige J. Wagemans en de 12-jarige
P. v. d. Putte, beiden uit Den Bosch. De jongens
hadden zich langs den Dommeldük begeven en
trachtten over een betonnen rand onder de brug
te loopen. Een der jongens schoof in het water
en ook de andere, die hem er nog uit wilde
halen, werd toen in het water getrokken.
De 17-jarige J. van Balen fietste op dat
oogenblik juist over de brug en bemerkte het
ongeval. Gekleed sprong hü de jongens van de
zes meter hooge brug na en kon beide drenke
lingen grijpen.
Hij zwom met hen naar den wal, maar een
van hen moest hü loslaten, daar hij te uitgeput
raakte.
Van der Putte kon hü behouden op het droge
brengen. Het andere knaapje zonk.
Twee instructeurs van de Bossche Reddings
brigade, die telefonisch gewaarschuwd waren, de
heeren C. Vogel en A. van Vugt, doken naar
den drenkeling en het mocht den heer Van
Vugt gelukken, den jongen boven te brengen.
De voorzitter van de Bossche Reddingsbrigade,
dr. Kortbeek, paste kunstmatige ademhaling toe
met behulp van een zuurstofapparaat, maar het
mocht niet gelukken de levensgeesten op te
wekken. Het lükje werd naar het Groot Zieken-
gasthuis overgebracht.
Naar wü vernemen, heeft H. M. de Ko
ningin een bedrag beschikbaar gesteld als
bü'drage in den steun voor de tuinders in
de gemeenten Uithoorn, Nieuwveen, Lei-
muiden en Mijdrecht, die tengevolge van
zwaren hagelslag op 18 Juli j.l. groote ver
liezen hebben geleden.
De bijdrage van H. M. de Koningin is ter
beschikking gesteld van den voorzitter van
het Comité, den burgemeester van Uithoorn.
Donderdagmiddag tegen vier uur zün op den
RÜksweg te Balk twee meisjes uit Langweer,
die daar fietsten, bekneld geraakt tusschen een
auto en een aan den rechterkant van den
weg staand hek.
Een der meisjes brak haar beide beenen en
is naar het ziekenhuis te Sneek vervoerd, het
andere meisje werd slechts licht gewond en
kon na verbonden te zün naar huis terugkeeren.
De minister van Financiën brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat teruggave zal plaats
hebben van hetgeen ingevolge de beslissing van
den toenmaligen minister van Financiën d.d.
29 Juni 1925, een vergunningsrecht ingevolge de
Tabakswet terzake van bedrijven, uitgeoefend
in vennootschappen onder een firma, wegens het
vorderen van dat recht van de leden der ven
nootschap meer is voldaan dan verschuldigd zou
zijn geweest indien het vergunningsrecht van de
vennootschap zou zün gevorderd.
Belanghebbenden wordt verzocht zich daartoe
vóór 15 September a.s. bij een ongezegeld ver
zoekschrift, onder overlegging van bescheiden,
die tot bewüs van hun aanspraken kunnen
strekken, te wenden tot den inspecteur der in
voerrechten en accijnzen, binnen wiens ambts
gebied het vergunningsrecht is betaald.
Het verzoek moet worden gedaan door of
namens de gezamenlüke, in het verzoek te ver
melden, personen, die met betrekking tot een
bepaalde vennootschap aanspraak of teruggaaf
meenen te kunnen maken.
In de daartoe leidende gevallen moet het ver
zoek vergezeld gaan van de aan de vennooten
uitgereikte bedrüfsvergunningen, ter verwisse
ling in een bedrijfsvergunning ten name der
vennootschap.
Bij K. B. is met ingang van 6 Augustus be
vorderd tot kapitein-luitenant ter zee de lui
tenant ter zee der le klasse C. H. Brouwer.
Bü K B. is met ingang van 6 Augustus aan
den luitenant ter zee le klasse bü de Ko-
ninklüke marine-reserve J. O. A. L. de Vries
op verzoek eervol ontslag uit den dienst ver-
Bij K. B. is op hun verzoek een eervol ontslag
uit den militairen dienst verleend aan den re-
serve-luitenant-kolonel J. Busquet van den
staf der Vie infanteriebrigade, aan den reserve-
dirigeerend-officier van gezondheid der tweede
klasse dr. F. B. M. B. Schiphorst en aan den
reserve-majoor J. T. H. Batta van het 17e re
giment infanterie.
Bü K. B. is aan den reserve-kapitein D. de
Jonge van den staf der infanterie een eervol
ontslag uit den militairen dienst verleend.
Bü K. B. zü'n benoemd tot reserve-officier
van gezondheid der tweede klasse bü de land
macht de dienstplichtige vaandrigs van de le
compagnie hospitaalsoldaten A. Schultz en J.
Kater, beiden arts, en de heer W. J. Roüaards,
arts.
Bü K. B. zün benoemd:
le in de provincie Groningen:
a tot lid van het bestuur van het water
schap de Johannes Kerckhovenpolder, J. A.
Waiboer, te Anna Paulowna;
b tot lid van het bestuur van het water
schap Ten Dyke, B. van Hoorn;
2e in de provincie Utrecht,
a tot dijkgraaf van het Grootwaterschap
Byleveld en de Meerdük, J. P. van Voorst van
Beest, te Zeist;
b tot hoogheemraad van het Grootwater
schap Byleveld en de Meerdük Prof. dr. ir. F.
A. Vening Meinesz te Amersfoort;
3e in de provincie Zuid-Holland:
met ingang van 1 Augustus, tot hoogheem
raad van het hoogheemraadschap van Schie-
land, mr. D. A. Kley te 's Gravenhage;
4e in de provincie Zeeland:
a met ingang van 24 Aug. tot dükgraaf van
den Schengepolder, W. Kakebeeke, te Goes;
b met ingang van 1 Aug. tot gezworene van
het waterschap Nieuw-Bommenede, N. A. van
Putte, te Zonnemaire;
c met ingang van 1 Aug. tot gezworene van
den Schengepolder N. de Kater, te Wolfaarts-
dük;
5e in de provincie Noord-Brabant:
a tot lid van het dagelijksch bestuur van
het waterschap de Groot Lindensche Sluis, J.
M. van Daal, te Linden;
b tot heemraad van den polder Oüen, J. A.
Schreven te Oijen c.a.
Met 3 Aug. is aan den off. van gez. le kl W.
F. K. Kooiman op verz. eervol ontslag uit den
zeedienst verleend; hü is benoemd tot off. van
gez. le kl. bü de Kon. marine-reserve.
Benoemd tot luitenant-kolonel, commandant
van het 5e reg. inf., de majoor J. Govers van
den staf der Vie inf.-brigade.
Aan Dr. M. Rutgers te 's Gravenhage is op
verz. op de meest eervolle wüze ontslag ver
leend als lid van het dag. bestuur van het Ned.
Roode Kruis, zulks onder dankbet.
Voor den tijd van vüf jaren is benoemd tot
lid van het dag. bestuur van het Ned. Roode
Kruis Dr. H. K. Offerhaus te 's Gravenhage.
Benoemd zün tot eerste-luit. bü het reg.
genietroepen de tweede-luits. H. Cool, J. H.
Hogendoom, J. Kroes en W. van Dük, allen
van dat reg.
Benoemd zijn tot res.-eerste-luit. bü het reg.
genetroepen de res.-tweede-luits. A. J. van Ro-
mondt, H. J. Houtman, Ir. B. W. Kok, T. K. J.
Koch, H, W. Steffelaar, Ir. E. van Dük, J. A.
van Heerde, Ir. F. C. van Zwieten, Ir. A. H. van
Assum, lr. J. G. Snip, E. W. Vreedenberg, Ir. N.
H. M. Tychon, C. van der Krol, Y. Best, Ir. L.
F. Schoeler, T. Brouwer en M. van de Beek,
allen van dat reg.
Benoemd zün tot res.-eerste-lult. bü 't Korps
pontonniers en torpedisten de res.-id. Mr. M. E.
Tjaden, T. A. Steenwinkel, H. W. de Haan, C.
A. Brugma, J. C. M. Johanknegt, H. W. Groe-
neveld, A. J. Blok, B. Verschoor, B. Schreuders,
M. de Zeeuw en J. van der Houwen, allen van
dat korps.
Met 17 Aug. is de kapitein-luit. t. z. J. A. Son-
nenberg eervol ontheven van het bevel over
Mr. Ms. instructieschip „van Speijk"; de waar
neming van dat bevel is alsdan tüd. opgedra
gen aan den luit. t. z. le kl. J. G. van Nauta
Lemke.
Met 24 Aug. is de kapitein t. z. D. Vreede eer
vol ontheven van de betrekking van ondercom
mandant der Marine te Vlissingen en van het
bevel over Hr. Ms. Wachtschip aldaar; met die
betrekking en dat bevel is belast de kapitein-
luit. t. z. J. A. Sonnenberg.
Bevorderd zijn tot schout-bü -nacht de kapi
teins ter zee D. Scalogne, D. Vreede, A. Vos en
T. L. Kruüs en tot kapitein-luit. t. z. de luit.
t. z. le kl. L. G. L. van der Kun.
Met 1 Sept. is aan den schout-bij-nacht D.
Vreede op verzoek ter zake van langdurigen
dienst eervol ontslag uit den zeedienst ver
leend.
Met 1 Sept. is aan den kapitein-luit. t. z. C.
C. P. Jager wegens langdurigen dienst eervol
ontslag uit den zeedienst verleend.
Met 16 Aug. is aan den kapitein t. z. J. van
Reede op verz. wegens langdurigen dienst eer
vol ontslag uit den zeedienst verleend.
Bü K. B. is de heer A. Molina benoemd tot
consul der Nederlanden te Coruna (Spanje),
buiten bezwaar van 's Lands schatkist.
Het ressort van het consulaat omvat de pro
vinciën Coruna en Lugo.
Aan den heer Molina moet in de Fransche
taal of Spaansche taal worden geschreven.
Bü K. B. is aan S. A. Leopold op zün verzoek
eervol ontslag verleend als leeraar aan de R.
H. B. S. te Goes.
Bü K. B. is toegekend de zilveren eeremedaille
der Oranje Nassau Orde aan mej. M. A. Avink,
directrice van een der Kinderbewaarplaatsen
van de Vereeniging tot oprichting van Kin
derbewaarplaatsen te 's Gravenhage.
maak uit uw woorden op, dat er ergens een kink
in den kabel is gekomen."
„Wü werden verraden," zei Congosta verdrie
tig. „Wü begingen de fout, een lafaard en een
dwaas ons vertrouwen te schenken. Het is de
prijs, welke iemand steeds voor zoo'n fout be
taalt."
„Wie was die man?" vroeg Tony onschuldig.
„Het was de zwager van den koning Count
de Sé. Hij werd volgens laatste wilsbeschikking
van wülen Züne Majesteit voogd over Prinses
Isabella. Steeds had hü voorgewend, met ons sa
men te werken en nu een maand geleden is hü
in het geheim naar Engeland gegaan en ver
raadde al onze plannen aan Da Freitas."
Kolonel Saltero ontwikkelde een vulkaanach
tig gebrom, alsof slechts de eenvoudige herinne
ring aan het incident reeds te veel voor zün ge
voelens was.
„Wü mogen dankbaar zün," vervolgde Congos
ta bitter, „dat de Prinses nog in leven is. Da
Freitas is niet kieskeurig wanneer zün belangen
in gevaar komen. Als het met zün plannen ge
strookt had
Hij maakte een gebaar, dat aan duidelükheid
niets te wenschen overliet.
„Het blükt, dat hü heeft geloofd, dat het plan
van Count de Sé even practlsch en misschien
nog zekerder voor hem was. Waarom zou Pedro
de Prinses niet trouwen? Als dan de revolutie
zou komen, was er maar één pretendent voor den
troon van Livadia en al onze plannen zouden in
duigen liggen."
„Het schünt mü toe," zei Tony peinzend, „dat
die Count de Sé is, wat wü hier in Engeland
een „hondsvot" noemen. Maar het is me met
dat al toch niet volkomen duidelük, wat hü er
mede voor had. Het zou toch voorzeker veel be
ter voor hem geweest zün als Isabella volgens
haar eigen rechten koningin was geworden."
,Hü was bang," zei Congosta boos. „Hü is een
lafaard en hü was bang dat er gevochten moest
worden en dat het plan kon mislukken. Hij heeft
geen moed voor zulke dingen. Het kwam hem
beter voor om onder bescherming van Da Frei
tas te leven."
„Hü zal niet lang leven!" snauwde de kolonel
dreigend.
„Zoodra wü vernamen, wat er gebeurd was,"
vervolgde Congosta, „hielden wü een 'oüeenkomst
te Portriga en er werd besloten, dat de kolonel
en ik naar Engeland zouden gaan. Wü hebben
vrienden en agenten hier en het was niet moei
lijk te vinden waar Count de Sé woonde. Ik
huurde voor een week een kamer te Richmond
en keek en wachtte, in de hoop de Prinses te
kunnen spreken. Ik was er van overtuigd, dat zü
totaal onkundig was, van hetgeen er zich in Li
vadia afspeelde en dat zü misschien in de mee
ning verkeerde, dat de vrienden van haar vader
allen dood waren of machteloos. Den eersten
dag ontdekte ik reeds, dat zü daar was, maar er
bestond geen kans haar te spreken, want zü
werd steeds vergezeld door een oude heks van
een Francaise, die haar nooit alleen liet en haar
bewaakte als een kat een muis. Eindelük op een
avond ging zij alleen uit. Eerst was ik op mijn
hoede. Ik vreesde, dat Da Freitas vernomen had,
dat ik te Richmond was en dat het zün bedoe
ling kon zün mü in een val te lokken. Eerst toen
zij naar het station ging en zich in de wachtka
mer verborg, begon ik te vermoeden, dat zü op
de vlucht was gegaan. Ik sprak haar toen niet
aan, want ik wilde haar niet doen schrikken. Ik
wist dat zij naar het Waterloostation ging, want
ik had haar het kaartje hooren nemen. Terwül
ik daar de aankomst van den trein afwachtte,
zond ik een telegram aan Saltemo, om mü daar
te ontmoeten; ik ging toen met denzelfden trein
als de Prinses naar Londen."
Hü rustte even, om adem te halen, want hü
had met buitengewone radheid van tong ge
sproken.
„Ik geloof, dat ik van de rest van de geschie
denis een vrü goed beeld in mün geheugen heb
bewaard," zei Tony.
Hü liet zich van de tafel glüden en ging voor
hen staan.
„Ik moet u beiden mün verontschuldiging
aanbieden," voegde hü er aan toe. „Ik vrees,
dat in onzen üver om de Prinses te hulp te ko
men, Bugg en ik onnoodig een weinig te hard
te werk gegaan zün."
Congosta stond op en maakte een diepe bui
ging. „Sir Antony Conway," sprak hü- „U han
delde, zooals ik onder die omstandigheden van
een Engelsch edelman zou verwacht hebben.
Noch kolonel Salterno noch ik dragen u, om de
ongelegenheid waarin u ons bracht, een kwaad
hart toe."
De kolonel, die een man van minder openhar
tige manieren was, bromde weer maar Tony gaf
dit gebrek aan enthousiasme geen kans om aan
de beschaafde speech van Congosta afbreuk te
doen, (Wordt vervolgd.)