R Het Wartlcongres Jeugd en muziek Koninklijke hulp OM DE KONINGIN VRIJDAG 3 AUGUSTUS 1934 De nieuwe Motor- en Rij wiel wet V. V. s. u. Het faillissement der N.V. Atalanta De zaak—Spansier Jongen verdronken Meer contact tusschen volk en muziek door de school Dans en jeugdbeweging DOOR VICTOR BRIDGES Veel rigoureuze bepalingen NIEUWE COMMANDANT VAN DE MARINE ZIEKENDELEGATIE DER De reis voortgezet Behandeling in hooger beroep R.K. HANDELSHOOGESCHOOL Dr. A. van Ketel buitengewoon hoogleeraar rood „EENHEIDSFRONT" TE ZAANDAM Tegen den wil van het hoofd bestuur der O.S.P. Tot welke straf is hij veroordeeld? MOORD UITGELOKT Een belooning van tweehonderd gulden Deensche botemoteering Enkele indrukken Moedige redder weet een tweeden drenkeling behouden aan den wal te brengen Bijdrage van H. M. voor tuinders te Uithoorn en omgeving, die verliezen leden door hagelslag TWEE MEISJES BEKNELD Terugbetaling vergunningsrecht Tabakswet UIT DE STAATSCOURANT De tweede dag van het R.K. Congres voor Muzikale Opvoeding der Jeugd te 's Graven- hage was Donderdag de dag der referaten on der leiding van pastoor Th. M. Beukers. Het eerst trad op de heer M. van Crevel, directeur van een middelbare school te Den Haag. Tegen woordig waren o.a. de leden van het eere comité, Eere-Kan. pastoor W. P. J. Jansen en pater dr. Caec. Huigens O.F.M., directeur der Ned. R.K. Kerkmuziekschool te Utrecht. De heer M. van Crevel sprak over „De mid delbare school en de muziek," waarin hij aller eerst het verschil in waardeering schetste, dat hier te lande bestaat tusschen bijv. een voetbal wedstrijd in het Stadion en de belangstelling voor onze groote concerten, een verschijnsel, waardoor minister Merchant zelfs zoozeer ge troffen werd, dat hij bijstand van de sport voor de muziek trachtte te verkrijgen. Deze ministe- rieele handelswijze maakte het vraagstuk zeer actueel. De belangstelling voor het openbare muziekleven is vooral na den oorlog, door in vloed van radio etc. sterk achteruitgegaan, en het is dan ook verklaarbaar, dat men in de laatste jaren zocht naar versterking van het wegvallend contact tusschen volk en muziek. Terecht wendde men zich allereerst tot de school en op de L. S. is in deze reeds vordering te be speuren. De M. S. bleef echter meerendeels nog passief in dit opzicht. Hieraan kon tegemoet gekomen worden door de vakmusici te interes seeren voor de schoolmuziek-beweging, die tevens in verband kan komen met de leeken- en kerkmuziekbeweging. Er zou voor de invoe ring van muziekonderwijs in de scholen een ge zamenlijke actie kunnen worden begonnen. Het onmiddellijk doel van dit onderwijs in de M.S. moet zijn: de muzikale vorming der leerlingen ln verband met hun algemeene ontwikkeling. De groei-processen van deze ontwikkeling dient men logisch naast elkaar te doen verloopen, met ir. 't oog houden van de individueele vermogens der leerlingen. Gelegenheid tot aanknooping bij de muziekgeschiedenis moet steeds gezocht wor den. Ook de volksdans kan hier veel bijdragen tot verheldering van het muziek-onderwijs. Als eventueele mogelijkheid ziet spr. hier bereik baar, doch na lange voorbereiding eerst' het jeugdconcert. De eisch moet bij dit alles blijven dat het muziekonderricht onderdeel zij van de algemeene vorming. De opleiding van den mu ziekleeraar zal hierop gericht moeten zijn, hij zal een degelijke algemeene kennis dienen te be zitten. Een universitair verkregen bevoegdheid zal voor het onderricht in de muziek vereischt behooren te zijn. Spr. besluit met den wensch dat de ministerieele belangstelling ons in dit opzicht dichter bij het doel moge brengen. Vervolgens gaven eenige patronaatsjongens uit Hom, onder leiding van den heer Jos Len- liard.i een demonstratie in blokfluitspel. Zij droegen eenige liederen voor van Bach en Handel. Door den heer Henri Geraedts, leeraar aan het Kon. Conservatorium, Den Haag, werd daarna een voordracht gehouden over „Leek en vakman in de muziek van onzen tijd." Zoolang muziekliefhebbers en kunstenaars, leeken en vakmenschen elkaar nog niet gevon den hebben, kan men weinig bereiken, zij zijn geheel op elkanders hulp aangewezen. Te stre ven naar die samenwerking leek spr. een drin gende noodzakelijkheid. Na deze voordracht voerde een groepje school meisjes onder leiding van mej. A. van Kuik eenige aardige zangnummertjes met gebaren spel uit. Des middags hield de heer T. Creygton Oubaas der R. K. Verkenners te Utrecht een voordracht over: „De muziek en haar toekomst in het „Verkennen" en in de andere jeugdver- eenigingen." De opvoeding der jeugd, aldus spr., ook de muzikale opvoeding, geschiedt niet alleen in huisgezin en op school, maar ook in een jeugd- vereeniging. School en jeugdvereeniging behoo ren elkaar hierbij aan te vullen, doch daaren boven ook te voorzien in wat het huisgezin niet kan geven. Het feit doet zich in dit verband veelvuldig voor, dat de muzikaliteit van het kind in het huisgezin dikwijls ongunstig wordt beïnvloed. De school moet daarom een sterke basis in de jonge kinderziel leggen en hiervoor vindt zij een uitstekend hulpmiddel in de Ward-methode. Jeugdvereenigingen zullen zich voorloopig moeten bepalen tot het aankweeken van fundamenteele gevoelens, waar deze nog onvoldoende ontwikkeld zijn bij den jongen mensch. De leiders hebben hier een terrein voor zich, dat bijna nog volkomen braak ligt. Samenwerking tusschen de betrokken ins anti :s is dringend gewenscht, om het probleem in goe de banen te leiden. Hierna zong het R.K. knapenkoor „Lauda- mus Dominum inter Angelos" te 's Gravenhage, onder leiding van den heer Th. van Elferen eenige gezangen voor meerstemmig jongenskoor en herhaalden de patronaatsjongens uit Hom hun blokfluitdemonstratie. Een zangvoordracht met vrije begeleiding van blokfluit besloot dit experimenteele gedeelte van het congres. Des middags te half vijf stond op het, zeker niet te kleine, congresprogramma, een voor dracht van mevr. L. Terlingen—Lücker, over Dans en zijn mogelijkheden in onze jeugd beweging". Door de stipte leiding ving ook deze voordracht precies op tijd aan; de vlotte af werking van alles mag het uitvoerend comité wel tot een bijzondere verdienste gerekend worden. Mevr Terlingen-Lücker ging uit van de stel ling dat het begrip „religieuse dans" weer levendig kan worden. De katholieke jeugd organisatie biedt daarvoor inderdaad de gun stigste gelegenheid. Wel eischt het danspro- eram van vele jeugdorganisaties herziening. De praktijk ervan moet berusten op een juister 37 Onze voortreffelijke koning," herhaalde de kolonel dof. „Over wien spreekt u, sir Antony?" Tony trok zijn wenkbrauwen op. „Wel, natuur lijk over Peter," zei hij. „Fedro moest ik eigen lijk zeggen Er zijn er toch niet meer dan een?" Kolonel Saltero, die nog steeds was blijven Staan, keek nog woedender dan te^ voren. „Die ellendige indringer," riep hij. „Ik „U verstaat ons verkeerd, sir," onderbrak hem senor Congosta vriendelijk. „De persoon over wien u spreekt heeft geen rechtmatigen aan spraak op den troon van Livadia. Zooals alle trouwe Loyalisten zijn wij aanhangers van wijlen Ziine Majesteit koning Francisco den Eersten." Het was een schokkende mededeeling, doch dank zijn natuurlijke mate van zelfbedwang, doorstond Tony het bericht meesterhjk. „Werkelijk!" zei hij langzaam. „Dat is buiten gewoon belangwekkend. Ik meende dat gij allen waait uitgeroeid." Senor Congosta glimlachte. „U zal het mij wel willen vergeven als ik zeg, dat een grondige kennis van Continentale aangelegenheden niet tot uw overigens uitstekende Engelsche eigen schappen behoort. Onze partij is op het oogen inzicht in 't wezen van de in te voeren dan sen. Om een kans voor hun ontwikkeling tot volksdans te krijgen, is het een eerste ver- eischte, dat onze pogingen in die richting, naar hun aard, door jonge meisjes en jonge mannen, met de noodige omzichtigheid, gezamenlijk worden uitgevoerd. De belangrijke uiteenzet tingen van spreekster, werden met practische voorbeelden geïllustreerd door een groep on derwijzeressen en onderwijzers uit Roermond, die een demonstratie van Engelsche Country dansen gaven. Na afloop hiervan werd het congres geslo ten door den ondervoorzitter, dr. H. Vroom, professor te Culemborg, die alsnog allen me dewerkenden hartelijk dank bracht voor hun medewerking en aan den rector van het St. Aloysius-college voor de beschikbaarstelling van de aula. Deze slotzitting van het congres Was nog bij gewoond door den voorzitter van de Engelsche St. Gregoriusvereeniging, Rev. J. B. Mc. El- lingott O.S.B. Mr. C. Schölvinck, juridisch adviseur van de KdST.A.C., schrijft in het Clubnieuws van die organisatie de volgende slotbeschouwing over het nieuwe ontwerp-Motor- en rijwielwet. Vele der nieuw-voorgestelde bepalingen zul len door hen, die aan het wegverkeer delnemen, hartelijk worden toegejuicht. Scherper toezicht, scherper selectie op materieel en gebruiker zijn desiderata, die maar al te lang op zich hebben laten wachten. Te betreuren valt, dat een rege ling, die de wettelijke aansprakelijkheids-ver zekering tot plicht stelt, niet in het ontwerp is opgenomen. Ik twijfel er echter riet aan, dat ten deze het voorbeeld, dat het buitenland (o.a. Engeland, Zwitserland, Scandinavië) ons geeft, binnen afzienbaren tijd zal worden gevolgd. Wat de rigoureuze strafbepalignen betreft: de advocaat, die dagelijks met verkeersdeli- quenten in aanraking komt en die weet dat auto-ongevallen meestal het gevolg zijn van tal van hoogst gecompliceerde omstandigheden, waarbij de schuld van den delinquent vaak een zéér geringe rol speelt, kan dit verscherpte strafrecht weinig bewonderen. Indien ergens dan geldt op verkeersgebied het spreekwoora „La procédure pénale ménace tout le monde"; in werkelijkheid staat de automobilist voort durend met één been in het ziekenhuis en met het andere in de gevangenis. Veel zal afhangen van de wijze waarop dit ontwerp eenmaal wet geworden door de politie en de justitie zal worden gehanteerd. Ik kan niet nalaten reeds hier groote vrees te uiten voor de niet geringe verantwoordelijkheid die gelegd wordt in handen van eiken verbali- seerenden ambtenaar, van den dorpsveldwach ter tot den Hoofdcommissaris van ploitie toe, die de bevoegdheid krijgen om in bepaalde om standigheden zich onmiddellijk van des delin quents rijbewijs meester te maken, waarbij het hem onthouden kan worden gedurende den ganschen loop van het daarop volgende straf geding. Ik acht deze bevoegdheid en verantwoorde lijkheid zoo ingrijpend, dat m. i. te wenschen is, dat zij niet aldus in de wet wordt neerge legd, maar dat er een instantie wordt aange wezen, die op verzoek van den verdachte en na verhoor van dezen en den verbalisant, on verwijld handhaving der inneming of terug gave van het rijbewijs kan bevelen. Als zoo danige instantie ware m. i. de kantonrechter ter plaatse waar het feit is geschied, aan te be velen. Aldus wordt bereikt, dat de verdachte niet in een volkomen rechtelooze positie zich tegenover het staatsgezag zal komen te be vinden. Met 27 Aug. is de vice-admiraal C. J. E. Bru- tel de la Rivière eervol ontheven van de be trekking van commandant der Marine te Wil lemsoord, tevens commandant der Stelling van den Helder. Met 1 Sept. is aan den vee-admiraal C. J. E. Brutel de la Riviere op verz. ter zake van lang- durigen dienst eervol ontslag uit den zeedienst verleend onder dankbetuiging voor de door hem aan den lande bewezen langdurige en gewich tige diensten. De betrekking van commandant der Marine te Willemsoord tevens commandant van de Stelling van den Helder is met 27 Aug. opge dragen aan den schout-bij-nacht T. L. Kruijs. De ziekendelegatie naar Sowjet-Rusland, welke, zooals gemeld, Woensdag door de Duit- sche douane bij het overschrijden van de Ne- derlandsch-Duitsche grens, is opgehouden, heeft Donderdag de reis kunnen voortzetten, nadat dc Nederlandsche consuls te Berlijn en te Bentheim, alsmede de Sovjet-vertegenwoordiging te Ber lijn, hun bemiddeling hadden verleend. De Duitsche douane-autoriteiten hebben het ge zelschap hun verontschuldiging aangeboden voor het gebeurde, dat aan een vergissing moet worden toegeschreven. blik sterker dan zij ooit gedurende de laatste vijftien jaar is geweest." „Maar hoe staat het met de regeering?" zei Tony. „Zij zal u toch evenmin genegen zijn als Pedró en zijn aanhangers?" ,.De regeering!" Senor Congosta herhaalde het woord met de diepste verachting. „Ik wil open hartig tegenover u zijn sir Antony. De republi- keinsche regeering is ten doode opgeschreven. Te lang reeds heeft die troep verraders op mijn ongelukkig vaderland geparasiteerd. Er si slechts een vonkje noodig om de vlam te doen uit slaan en dan Met een zwaai van zijn arm gaf hij te kennen, wat het lot van den President van Livadia en zijn ministers zou zijn." „Dat begrijp ik," zei Tony langzaam. „Dus heeft u wel wat origineel bezoek betrekking op staatsaangelege nheden Senor Congosta strekte zijn handen uit. „Het heeft geen nut verder iets geheim te houden. Ik geloof, dat u het met mij eens zult zijn, kolonel Saltero, dat het het beste is, als wij dezen heer de geheele waarheid blootleggen." De kolonel bromde knorrig, dat het zijn ge woonte niet was, om toe te stemmen, dat de ge heele waarheid zoo maar aan iedereen werd ver teld, doch hoe dit antwoord ook mocht genoemd worden, het scheen voor zijn metgezel voldoende te zijn. „Reeds sedert eenigen rijd," begon deze, „wachten de Loyalisten van Livadia slechts op een voor hen gunstige gelegenheid. De republiek is rot rot tot in de kern. Zij moet, als een bedorven vrucht weldra vallen" hij wachtte Donderdag is in hooger beroep voor de Raad kamer van het Amsterdamsche Gerechtshof behandeld het faillissement van de N. V. Ata lanta, drukkerij van „de Tribune". De N. V. Atalanta werd op 18 Juli door de Rechtbank failliet verklaard, naar aanleiding van een faillissementsaanvrage ingediend door Mr. Steneker namens den Raad van Arbeid te Amsterdam. De N. V. Atalanta ging van dit vonnis in hooger beroep. Voor haar traden op Mrs. S. de Jong en P. van 't Hoff Stolk. In Raadkamer voerde Mr. de Jong het woord. Hü bepleitte vernietiging van het vonnis der rechtbank op grond vari het feit, dat Mr. Ste neker bij zijn aanvrage voor de Rechtbank niet ontvankelijk had moeten worden verklaard door deze Rechtbank, omdat het volledige bedrag, verschuldigd aan den aanvrager, den Raad van Arbeid, onmiddellijk contant .s aangeboden en Mr. Steneker derhalve niet gerechtigd was ge weest dit aanbod te weigeren. Voorts betoogde pl. dat de N. V. Atalanta een volkomen gezond bedrijf vormde, waarbij de positie van debiteuren en crediteuren geen re den tot bezorgdheid gaf. Mr. Steneker lichtte zijn eisch uitvoerig toe, daarbij den financieelen toestand van de N. V. Atalanta besprekende. De behandeling nam ruim vier uur in beslag; Het gerechtshof zal 9 Augustus arrest wijzen. en O.S.P. een eenheidsfront is tot stand gekO' men. Wel is dit in strijd met den wil van het hoofdbestuur der O.S.P., maar in dezen tijd, zoo redeneerde spr., moeten wij niet zien naar wat ons verdeelt, maar wat ons vereenigt. Verder is het woord gevoerd door het Amster damsche communistische raadslid L. Seegeis. den communist W. de Exter en een vertegenwoor diger van den communistischen jeugdbond. Van de zijde der O.S.P.-ers gingen protes ten op, toen de heer De Exter, in striid met de afspraak, dat inwendige verhoudingen in C.P.H. en O.S.P. buiten bespreking zouden blijven, eenige onvriendelijkheden debiteerde over het optreden in den laatsten tijd van den O.S.P.- secretaris, J. de Kadt. De heer De Exter kreeg in het oog, dat hü het „eenheidsfront" in gevaar bracht en liet dit precaire onderwerp spoedig varen om het niet meer aan te raken De heer G. Bakker, behoorende tot de C. P. H„ sprak een sluitingswoord. Het Curatorium der R.K. Handelshoogeschool, Hoogeschool voor Economische en Sociale We tenschappen, heeft tot buitengewoon hooglee raar in de bedrijfsleer, inzonderheid het finan ciewezen der onderneming en de toegepaste be- drijfshuishoudkunde, benoemd dr. A. B. A. van Ketel te Bloemendaal. De afdeelingen van C.P.H. en O.S.P. te Zaan dam, hebben, naar „Het Volk" meedeelt, Woens dagavond een door ruim honderd personen be zochte openbare vergadering gehouden. De heer J. Beunder, bestuurslid der O.S.P., sprak na mens beide organisaties het openingswoord en deelde mede, dat er in Zaandam tusschen C.P.H. De correspondent van „Het Volk" te Berlijn heeft geïnformeerd naar het verloop der recht zitting tegen den Nijmeg-enaar Spansier, die, zooals bekend, wegens landverraad Woensdag voor het „Volksgerichtshof" terecht gestaan heeft. De zaak werd met gesloten deuren be handeld. Den correspondent werd geantwoord, dat Spansier reeds is veroordeeld, na te zijn ver dedigd door den Duitschen advocaat Hubke. Geen enkele buitenlandsche verdediger werd toegelaten. Op de vraag, tot hoe lang Spansier was veroordeeld, werd geantwoord, dat men dit helaas niet kon zeggen. Rechterhelft J v.h. bord: wit; J linkerhelft: roode rand, m. rood door- J gestreept e zwarto P) Aan de linker- zijde d. straat i de rechter- is parkeeren straatheift is verboden. dus vrij. Voor de Rotterdamsche rechtbank heeft ziéh Donderdag te verantwoorden gehad de 46-jarige arbeider J. P. J. uit Krimpen a. d. IJsel, die in Maart zekeren B. de H. wilde overhalen, om zijn zwager, zuster en hun dochtertje van het leven te berooven tegen een in uitzicht gestelde be looning van tweehonderd gulden. Gebleken is evenwel, dat de man vrijwel zwakzinnig is. Het O. M. heeft drie maanden geëischt, door te brengen in de bijzondere strafgevangenis. Uit spraak 9 Augustus. De officieele botemoteering bedroeg Donder dag 180 kronen of 60 cent per K. G. In aansluiting op de verslagen van onzen Haagscnen correspondent geeft onze medewer ker voor muziek nog volgende indrukken van 't R.K. Congres voor muzikale opvoeding der Jeugd: De kapel van het St. Aloysius-CoUege aan de Oosfcauinlaan is vol. Uitverkocht! Aan de communiebank bevindt zich de Scho- laminiatuur, evenais 's avonds tevoren de „matrozen"! Want de heer Th. Driessen diri geert daar met zeer sober gebaar en 'n uitmun tende chironomie zijn schooljongens, allen in toog en koorhemd. Z'e behooren thuis in de St. Joseph-parochie te Helmond en leggen 'n keu rig getuigenis af van den Gregoriaanschen ar beid daar in het fabrieksland. Vlekkeloos van intonatie, geacheveerd in toonvorming zingen deze jongens de wisselende gezangen van „St. Petrus' Banden" (1 Augustus). Nu en dan schijnt men de vaticana te volgen mèt rhyth- mische teekens, dan weer zonder; soms houdt men de liggende episema's, dan weer niet; en kele quilisma's zijn precies, andere worden ver onachtzaamd; de salicus heeft ook zijn ware karakter niet. Waarom? Maar de totaal-indruk is buitengewoon be schaafd en het groot-rhythme uitstekend aan gevoeld en uitgewerkt. De „gemeente" wordt gevormd door een hon derdtal schoolkinderen uit Den Haag (Parochie H.H. Engelbewaarders) onder leiding van den heer J. Bertels. Ook deze zang verdient allen lof; alleen had het wat levendiger gekund. En waarom is men Roomscher dan de Paus of Roomscher dan Oosterhout? Ik bedoel: waarom werkt men ook de vaste gezangen uit zonder orgel? We behoeven toch onze sterk Calvinis tische predikanten uit Sweelinck's tijd, of de dito Urkers, die ook hevig sputterden tegen het gebruik van het „heidensche" orgel in hun eiland-kathedraal, niet na te volgen! Geen Goede Vrijdag-stemming als het niet noodig is! De actieve Haagsche Gregoriaansche Cen trale, als ik het zoo eens noemen mag, heeft onder leiding van haar directeur Waiter Hat- tink in het portaal een zeer uitgebreide collec tie van al wat men op het gebied van muziek, muziekgeschiedenis, Gregoriaansch, volkszang, volksdans, blokfluit-litteratuur en een volledige verzameling dezer instrumenten maar kan wenschen of uitdenken, tentoongesteld. In de pauzes verdringen -de deelnemers van het congres zich om deze rijk gedekte tafels en ever. „dan zal de gelegenheid, waarvoor wij klaar staan, gekomen zijn." „En waarvoor," voegde Tony er aan toe, „Mar kies Da Freitas ook volkomen klaar is." De oogen van Congosta glinsterden. „Zoo!" zei hij zacht. „Kent u hem?" „Niet buitengewoon," zei Tony, „maar toch wel goed genoeg om te weten, dat hü er waar- schünlük wel bü zal zün, als er iets te halen valt." Congosta knikte oevestlgend. Er was een boos aardige uitdrukking op zün g^st verschenen, die hem bijna een even onheilspellend aanzien gaf als den kolonel. „Met Da Freitas," zei hü zacht, „zullen wü moeten afrekenen, Met Da Freitas en nog iemand. Een maand geleden was alles geregeld. Wij wisten, dat de overweldiger hier in Enge land intrigeerde en plannen smeedde voor het herstel van zijn koningschap. Wü wisten dat hü bü het leger en de vloot vele vrienden zou heb ben, als de revolutie zou uitbreken. Maar wü waren voorbereid. Op het oogenblik dat de on lusten begonnen, waren wü .'oomemens onzen slag te slaan en goed ook." Hü zweeg. „Wat wilde u dan gaan doen?" vroeg Tony belangstellend. „Wü zouden ons van het paleis meester ge maakt hebben, voor de huurlingen en verraders van Da Freitas gereed zouden zün en de dochter van Francisco tot wettig erfgenaam van den troon geproclameerd hebben." Wederom ontstond er een korte pauze. „Het was een goed plan," zei Tony, „maar ik de heer Hattink geeft op allerlei wüzen toe lichtingen en advies. In de begroetings- en openingsspeech van den voorzitter der Ned. St. Gregoriusvereeniging, pastoor Th. Beukers, stelde spr. als ideaal, dat via de lagere school, het mulo- en middelbaar onderwüs plus de universiteit, ons geheele volk aan het zingen en musiceeren zal slaan. De Ward-methode heeft inderdaad bewezen, dat „het daghet in het Westen!" Van Amerika kwam de helpende hand ter victorie. Er werden 161 Ward-cursussen gegeven sedert 6 jaar in 49 plaatsen, waaraan 2400 cursisten deelnamen en de officieele onderwüsrapporten, die vroe ger over het zangonderwüs te zwügen hadden of het juist doch onbarmhartig moesten ver- oordeelen, beginnen nu enthousiaste passages te vertoonen over den enormen vooruitgang van het zangonderwüs door de Ward-methode en speciaal in het „donkere" Zuiden. Hulde aan U, duisterlingen, die deze officieele rüks-complimenten hebt afgedwongen door uw werk. De vak-musici moeten, volgens de ge gevens van pastoor Beukers, niets hebben van deze unieke methode. Zün de heeren daar te knap voor? (Eigen schuld, dat ze dan ook voor- bü geloopen worden Th. v. d. B.). De voor uitgang in het zangonderwüs brengt nu reeds vooruitgang in het instrumentale huisonderwijs. Een belangrüke en boeiende voordracht was die van den heer Lennaerts over de muzikale opvoeding op de lagere school. De mutatie bü de jongensstemmen schünt tegenwoordig vroeger te vallen aan voorheen, dat er eenheid in het zangonderwüs dient te zün en er min stens twee uren per week, verdeeld in twintig- minuten-lessen, aan zang moet besteed worden. Het rhythme worde aangeleerd en ontwikkeld door lichaamsbewegingen; onze oude Neder landsche en Vlaamsche volksliederen moeten in eere hersteld worden (de oude tonaliteit ligt ons modern volk echter niet zoo bijster! v. d. B.). Hoofdzaak zü het één-stemmige schoollied, la ter kan men wat aan canon-zingen doen en 't instrumentaal element (o.a. de gramophoon, waarvoor een volledig schoolrepertoire bestaat) bewüst onschatbare diensten aan de muzikale ontwikkeling. Men legge verband met de an dere schoolvakken en ten slotte komt Lennaerts tot de alleszins juiste conclusie, dat de ter za ke kundige klasse-onderwüzer dè aangewezen leerkracht is. Mejuffrouw M. Helling gaf met een tweede leerjaar een frappante demonstratie volgens de Ward-methode omtrent stemvorming, treffen, rhythmische oefeningen met gebaren, melodisch en rhythmische dictée, geheugenoefening, lezen en zingen van den notenbalk, muzikale impro visatie en lied. Groot succes voor de leidster en de kleine kleuters. Eerste indruk van het congres: uitstekend! THEO VAN DER BIJL. Donderdagavond omstreeks 6 uur geraakten in de rivier de Dommel nabü de Stationsbrug te 's-Hertogenbosch twee jongens, toen ze een bal uit het water wilden halen, te water. Het waren de 11-jarige J. Wagemans en de 12-jarige P. v. d. Putte, beiden uit Den Bosch. De jongens hadden zich langs den Dommeldük begeven en trachtten over een betonnen rand onder de brug te loopen. Een der jongens schoof in het water en ook de andere, die hem er nog uit wilde halen, werd toen in het water getrokken. De 17-jarige J. van Balen fietste op dat oogenblik juist over de brug en bemerkte het ongeval. Gekleed sprong hü de jongens van de zes meter hooge brug na en kon beide drenke lingen grijpen. Hij zwom met hen naar den wal, maar een van hen moest hü loslaten, daar hij te uitgeput raakte. Van der Putte kon hü behouden op het droge brengen. Het andere knaapje zonk. Twee instructeurs van de Bossche Reddings brigade, die telefonisch gewaarschuwd waren, de heeren C. Vogel en A. van Vugt, doken naar den drenkeling en het mocht den heer Van Vugt gelukken, den jongen boven te brengen. De voorzitter van de Bossche Reddingsbrigade, dr. Kortbeek, paste kunstmatige ademhaling toe met behulp van een zuurstofapparaat, maar het mocht niet gelukken de levensgeesten op te wekken. Het lükje werd naar het Groot Zieken- gasthuis overgebracht. Naar wü vernemen, heeft H. M. de Ko ningin een bedrag beschikbaar gesteld als bü'drage in den steun voor de tuinders in de gemeenten Uithoorn, Nieuwveen, Lei- muiden en Mijdrecht, die tengevolge van zwaren hagelslag op 18 Juli j.l. groote ver liezen hebben geleden. De bijdrage van H. M. de Koningin is ter beschikking gesteld van den voorzitter van het Comité, den burgemeester van Uithoorn. Donderdagmiddag tegen vier uur zün op den RÜksweg te Balk twee meisjes uit Langweer, die daar fietsten, bekneld geraakt tusschen een auto en een aan den rechterkant van den weg staand hek. Een der meisjes brak haar beide beenen en is naar het ziekenhuis te Sneek vervoerd, het andere meisje werd slechts licht gewond en kon na verbonden te zün naar huis terugkeeren. De minister van Financiën brengt ter kennis van belanghebbenden, dat teruggave zal plaats hebben van hetgeen ingevolge de beslissing van den toenmaligen minister van Financiën d.d. 29 Juni 1925, een vergunningsrecht ingevolge de Tabakswet terzake van bedrijven, uitgeoefend in vennootschappen onder een firma, wegens het vorderen van dat recht van de leden der ven nootschap meer is voldaan dan verschuldigd zou zijn geweest indien het vergunningsrecht van de vennootschap zou zün gevorderd. Belanghebbenden wordt verzocht zich daartoe vóór 15 September a.s. bij een ongezegeld ver zoekschrift, onder overlegging van bescheiden, die tot bewüs van hun aanspraken kunnen strekken, te wenden tot den inspecteur der in voerrechten en accijnzen, binnen wiens ambts gebied het vergunningsrecht is betaald. Het verzoek moet worden gedaan door of namens de gezamenlüke, in het verzoek te ver melden, personen, die met betrekking tot een bepaalde vennootschap aanspraak of teruggaaf meenen te kunnen maken. In de daartoe leidende gevallen moet het ver zoek vergezeld gaan van de aan de vennooten uitgereikte bedrüfsvergunningen, ter verwisse ling in een bedrijfsvergunning ten name der vennootschap. Bij K. B. is met ingang van 6 Augustus be vorderd tot kapitein-luitenant ter zee de lui tenant ter zee der le klasse C. H. Brouwer. Bü K B. is met ingang van 6 Augustus aan den luitenant ter zee le klasse bü de Ko- ninklüke marine-reserve J. O. A. L. de Vries op verzoek eervol ontslag uit den dienst ver- Bij K. B. is op hun verzoek een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend aan den re- serve-luitenant-kolonel J. Busquet van den staf der Vie infanteriebrigade, aan den reserve- dirigeerend-officier van gezondheid der tweede klasse dr. F. B. M. B. Schiphorst en aan den reserve-majoor J. T. H. Batta van het 17e re giment infanterie. Bü K. B. is aan den reserve-kapitein D. de Jonge van den staf der infanterie een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend. Bü K. B. zü'n benoemd tot reserve-officier van gezondheid der tweede klasse bü de land macht de dienstplichtige vaandrigs van de le compagnie hospitaalsoldaten A. Schultz en J. Kater, beiden arts, en de heer W. J. Roüaards, arts. Bü K. B. zün benoemd: le in de provincie Groningen: a tot lid van het bestuur van het water schap de Johannes Kerckhovenpolder, J. A. Waiboer, te Anna Paulowna; b tot lid van het bestuur van het water schap Ten Dyke, B. van Hoorn; 2e in de provincie Utrecht, a tot dijkgraaf van het Grootwaterschap Byleveld en de Meerdük, J. P. van Voorst van Beest, te Zeist; b tot hoogheemraad van het Grootwater schap Byleveld en de Meerdük Prof. dr. ir. F. A. Vening Meinesz te Amersfoort; 3e in de provincie Zuid-Holland: met ingang van 1 Augustus, tot hoogheem raad van het hoogheemraadschap van Schie- land, mr. D. A. Kley te 's Gravenhage; 4e in de provincie Zeeland: a met ingang van 24 Aug. tot dükgraaf van den Schengepolder, W. Kakebeeke, te Goes; b met ingang van 1 Aug. tot gezworene van het waterschap Nieuw-Bommenede, N. A. van Putte, te Zonnemaire; c met ingang van 1 Aug. tot gezworene van den Schengepolder N. de Kater, te Wolfaarts- dük; 5e in de provincie Noord-Brabant: a tot lid van het dagelijksch bestuur van het waterschap de Groot Lindensche Sluis, J. M. van Daal, te Linden; b tot heemraad van den polder Oüen, J. A. Schreven te Oijen c.a. Met 3 Aug. is aan den off. van gez. le kl W. F. K. Kooiman op verz. eervol ontslag uit den zeedienst verleend; hü is benoemd tot off. van gez. le kl. bü de Kon. marine-reserve. Benoemd tot luitenant-kolonel, commandant van het 5e reg. inf., de majoor J. Govers van den staf der Vie inf.-brigade. Aan Dr. M. Rutgers te 's Gravenhage is op verz. op de meest eervolle wüze ontslag ver leend als lid van het dag. bestuur van het Ned. Roode Kruis, zulks onder dankbet. Voor den tijd van vüf jaren is benoemd tot lid van het dag. bestuur van het Ned. Roode Kruis Dr. H. K. Offerhaus te 's Gravenhage. Benoemd zün tot eerste-luit. bü het reg. genietroepen de tweede-luits. H. Cool, J. H. Hogendoom, J. Kroes en W. van Dük, allen van dat reg. Benoemd zijn tot res.-eerste-luit. bü het reg. genetroepen de res.-tweede-luits. A. J. van Ro- mondt, H. J. Houtman, Ir. B. W. Kok, T. K. J. Koch, H, W. Steffelaar, Ir. E. van Dük, J. A. van Heerde, Ir. F. C. van Zwieten, Ir. A. H. van Assum, lr. J. G. Snip, E. W. Vreedenberg, Ir. N. H. M. Tychon, C. van der Krol, Y. Best, Ir. L. F. Schoeler, T. Brouwer en M. van de Beek, allen van dat reg. Benoemd zün tot res.-eerste-lult. bü 't Korps pontonniers en torpedisten de res.-id. Mr. M. E. Tjaden, T. A. Steenwinkel, H. W. de Haan, C. A. Brugma, J. C. M. Johanknegt, H. W. Groe- neveld, A. J. Blok, B. Verschoor, B. Schreuders, M. de Zeeuw en J. van der Houwen, allen van dat korps. Met 17 Aug. is de kapitein-luit. t. z. J. A. Son- nenberg eervol ontheven van het bevel over Mr. Ms. instructieschip „van Speijk"; de waar neming van dat bevel is alsdan tüd. opgedra gen aan den luit. t. z. le kl. J. G. van Nauta Lemke. Met 24 Aug. is de kapitein t. z. D. Vreede eer vol ontheven van de betrekking van ondercom mandant der Marine te Vlissingen en van het bevel over Hr. Ms. Wachtschip aldaar; met die betrekking en dat bevel is belast de kapitein- luit. t. z. J. A. Sonnenberg. Bevorderd zijn tot schout-bü -nacht de kapi teins ter zee D. Scalogne, D. Vreede, A. Vos en T. L. Kruüs en tot kapitein-luit. t. z. de luit. t. z. le kl. L. G. L. van der Kun. Met 1 Sept. is aan den schout-bij-nacht D. Vreede op verzoek ter zake van langdurigen dienst eervol ontslag uit den zeedienst ver leend. Met 1 Sept. is aan den kapitein-luit. t. z. C. C. P. Jager wegens langdurigen dienst eervol ontslag uit den zeedienst verleend. Met 16 Aug. is aan den kapitein t. z. J. van Reede op verz. wegens langdurigen dienst eer vol ontslag uit den zeedienst verleend. Bü K. B. is de heer A. Molina benoemd tot consul der Nederlanden te Coruna (Spanje), buiten bezwaar van 's Lands schatkist. Het ressort van het consulaat omvat de pro vinciën Coruna en Lugo. Aan den heer Molina moet in de Fransche taal of Spaansche taal worden geschreven. Bü K. B. is aan S. A. Leopold op zün verzoek eervol ontslag verleend als leeraar aan de R. H. B. S. te Goes. Bü K. B. is toegekend de zilveren eeremedaille der Oranje Nassau Orde aan mej. M. A. Avink, directrice van een der Kinderbewaarplaatsen van de Vereeniging tot oprichting van Kin derbewaarplaatsen te 's Gravenhage. maak uit uw woorden op, dat er ergens een kink in den kabel is gekomen." „Wü werden verraden," zei Congosta verdrie tig. „Wü begingen de fout, een lafaard en een dwaas ons vertrouwen te schenken. Het is de prijs, welke iemand steeds voor zoo'n fout be taalt." „Wie was die man?" vroeg Tony onschuldig. „Het was de zwager van den koning Count de Sé. Hij werd volgens laatste wilsbeschikking van wülen Züne Majesteit voogd over Prinses Isabella. Steeds had hü voorgewend, met ons sa men te werken en nu een maand geleden is hü in het geheim naar Engeland gegaan en ver raadde al onze plannen aan Da Freitas." Kolonel Saltero ontwikkelde een vulkaanach tig gebrom, alsof slechts de eenvoudige herinne ring aan het incident reeds te veel voor zün ge voelens was. „Wü mogen dankbaar zün," vervolgde Congos ta bitter, „dat de Prinses nog in leven is. Da Freitas is niet kieskeurig wanneer zün belangen in gevaar komen. Als het met zün plannen ge strookt had Hij maakte een gebaar, dat aan duidelükheid niets te wenschen overliet. „Het blükt, dat hü heeft geloofd, dat het plan van Count de Sé even practlsch en misschien nog zekerder voor hem was. Waarom zou Pedro de Prinses niet trouwen? Als dan de revolutie zou komen, was er maar één pretendent voor den troon van Livadia en al onze plannen zouden in duigen liggen." „Het schünt mü toe," zei Tony peinzend, „dat die Count de Sé is, wat wü hier in Engeland een „hondsvot" noemen. Maar het is me met dat al toch niet volkomen duidelük, wat hü er mede voor had. Het zou toch voorzeker veel be ter voor hem geweest zün als Isabella volgens haar eigen rechten koningin was geworden." ,Hü was bang," zei Congosta boos. „Hü is een lafaard en hü was bang dat er gevochten moest worden en dat het plan kon mislukken. Hij heeft geen moed voor zulke dingen. Het kwam hem beter voor om onder bescherming van Da Frei tas te leven." „Hü zal niet lang leven!" snauwde de kolonel dreigend. „Zoodra wü vernamen, wat er gebeurd was," vervolgde Congosta, „hielden wü een 'oüeenkomst te Portriga en er werd besloten, dat de kolonel en ik naar Engeland zouden gaan. Wü hebben vrienden en agenten hier en het was niet moei lijk te vinden waar Count de Sé woonde. Ik huurde voor een week een kamer te Richmond en keek en wachtte, in de hoop de Prinses te kunnen spreken. Ik was er van overtuigd, dat zü totaal onkundig was, van hetgeen er zich in Li vadia afspeelde en dat zü misschien in de mee ning verkeerde, dat de vrienden van haar vader allen dood waren of machteloos. Den eersten dag ontdekte ik reeds, dat zü daar was, maar er bestond geen kans haar te spreken, want zü werd steeds vergezeld door een oude heks van een Francaise, die haar nooit alleen liet en haar bewaakte als een kat een muis. Eindelük op een avond ging zij alleen uit. Eerst was ik op mijn hoede. Ik vreesde, dat Da Freitas vernomen had, dat ik te Richmond was en dat het zün bedoe ling kon zün mü in een val te lokken. Eerst toen zij naar het station ging en zich in de wachtka mer verborg, begon ik te vermoeden, dat zü op de vlucht was gegaan. Ik sprak haar toen niet aan, want ik wilde haar niet doen schrikken. Ik wist dat zij naar het Waterloostation ging, want ik had haar het kaartje hooren nemen. Terwül ik daar de aankomst van den trein afwachtte, zond ik een telegram aan Saltemo, om mü daar te ontmoeten; ik ging toen met denzelfden trein als de Prinses naar Londen." Hü rustte even, om adem te halen, want hü had met buitengewone radheid van tong ge sproken. „Ik geloof, dat ik van de rest van de geschie denis een vrü goed beeld in mün geheugen heb bewaard," zei Tony. Hü liet zich van de tafel glüden en ging voor hen staan. „Ik moet u beiden mün verontschuldiging aanbieden," voegde hü er aan toe. „Ik vrees, dat in onzen üver om de Prinses te hulp te ko men, Bugg en ik onnoodig een weinig te hard te werk gegaan zün." Congosta stond op en maakte een diepe bui ging. „Sir Antony Conway," sprak hü- „U han delde, zooals ik onder die omstandigheden van een Engelsch edelman zou verwacht hebben. Noch kolonel Salterno noch ik dragen u, om de ongelegenheid waarin u ons bracht, een kwaad hart toe." De kolonel, die een man van minder openhar tige manieren was, bromde weer maar Tony gaf dit gebrek aan enthousiasme geen kans om aan de beschaafde speech van Congosta afbreuk te doen, (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 3