Verstarrende sterren Jiet wJml van den daa PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND K Gelouterd Productie-film en avant-garde Aan banden die waren versleten. werd menig ongeluk geweten! BRUIN DINSDAG 7 AUGUSTUS 1934 Pianist als chauffeur Mont Blanc eischt zes dooden Septemberfeesten in Trente brandkast*1 zijn' 1 De OPCTt Val Wil je me even S de combinatie van het letterslot Ringspoorweg om den Vesuvius Opium in citroenen Een gans voor den Paus AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL NAAR HET SPAANSCH Het ligt in de ordenende natuur van den mensch om de eindelooze verscheiden heid der dingen, welke hij om zich heen waarneemt, te classificeeren, in te dammen, te conserveeren. Zijn behoudzucht brengt hem er tevens toe, Uit den eindeloozen stroom die het leven is, dat vast te houaen en te bestendigen wat hem in teresseert er boeit. Uit deze eigenschappen ontstaat het sym bool. Het symbool is de schijnbare bestendiging van het vervloeiende; ofwel de zichtbaar ge maakte, verdichte idee. Het is dus een sim plisme en een attribuut van het primitieve denken. De primitieve kunst is altijd vol sym boliek maar, naarmate men de veelheid der verschijnselen beter beheerscht en het „zien" gedeferentieerder wordt, verliest de symboliek aan beteekenis. Een kunst welke afgestemd is op de groote massa, op het publiek, zal dus altijd meer be hoefte aan symboliek hebben dan die welke voor een selecten kring is bedoeld. Van alle takken van kunst nu, welke afge stemd zijn op den grootsten gemeenen deeler, neemt die van de film wel de grootste plaats in. De film werkt voor 'n wereldpubliek en zal dus in zijn grootproductie zeer simplistisch te werk moeten gaan. Na een embryonale periode (ik reken hier de filmproductie van af het moment dat de film als zelfstandigheid werd beschouwd en dus, althans in theorie, los kwam van het gefotografeerde tooneel), waarin het de massa voor de oogen duizelde (de experimenten van Richter, het kabinet van Dr. Caligari, Clair's eerste films enz.), vond dan ook de film de bakens, waarlangs een veilige en rendabele productie kon worden geleid. Men vond het symbool; en wel, in den vorm van de geclas sificeerde stars. Van af het moment dat de „echte" film haar wereldproductie begon en zijn relaties met het tooneel verbrak, kregen de stars een bijzondere beteekenis aan het filmfirmament. Hadden zij zich vroege als planeten bewogen tusschen de vele mogelijkheden die de filmhemel bood. thans werden zij meer en meer tot vaste sterren. Elke ster werd het symbool voor een bepaalde mentaliteit, een psychisch complex. En nu reeds zijn we toegerust met een verzameling stars, die alle mogelijke schakeeringen van de men- schelijke psyche ver-symboliseeren. Tot groot gerief van publiek, zoowel als van scenario schrijver. Het is begonnen met sterren als Garbo en Mariene Dietrich. En zóóver reeds zijn deze sterren tot symbool geworden, dat we ons nu Mariene onmogelijk meer kunnen voorstellen als de revuegirl in de Weensche show, of als het frêle figuurtje in haar eerste films. We kennen haat uit de portretten van dien tijd niet meer terug, want er gaapt een afgrond tusschen haar individueele gelaat uit den Ween- schen tijd en het „symbolische" masker in Hollywood. Langzamerhand nu gaan alle tragédiennes en karakterspelers van weleer dien kant uit. Wie b.v. denkt aan Mary Dressier, denkt aan het symbool der moederlijke vrouwelijkheid; wie over Garbo spreekt heeft het over den schijn baar hopeïoozen tocht naar het geluk en de smartelijke berusting in dit onbereikbare. Joan Crawford is het symbool van de gespleten lief de. De eene helft van haar hart heeft de po- teijtie om redeloos lief te hebben, de andere helft verlieft zich uit meer redelijke gronden: moederlijke bezorgdheid, zielsverwantschap, tot liefde ontbloeide dankbaarheid enz. En op deze thema's bouwt dan de scenario schrijver zijn draaiboek. Zoo ook hebben we een zeer bepaalde voor stelling van het symbool: Dorothea Wieck, Bri- gitta Helm, Elisabeth Bergner en van vele anderen. Ook het komische genre heeft zijn symbolische phenomenen in Chaplin, Laurel en Hardy, Cohen en Kelly e.a. Aan bovengenoemde voorbeelden zou men kunnen afleiden dat dit verschijnsel meer spe ciaal voor de Amerikaansche film geldt. Het treedt in Amerika dan ook het meest op den voorgrond en dat komt om dat Amerika het meest op de wereld-productie is ingesteld en omdat in dit land het star-systeem reeds vóór het symbolisme in de film, het sterkst ontwik keld was. Dat dit verschijnsel zich echter niet tot Amerika beperkt heeft blijkt wel als we b.v. de Russische film nader beschouwen. Daar hier geen star-systeem aanwezig was moest het symbool ergens anders gezocht worden en men vond het iu het versteende begrip; in de ge conserveerde idee. „Potemkin", „de Moeder", „Turksib": het zijn alle titels, waarvan een veel grootere suggestie uitgaat dan b.v. van „Bommen op Monte-Carlo", of „a Bedtime-story", en dat komt omdat, na het zien van die Russische films, deze titels een symbool voor ons zijn geworden van een idee. Potemkin b.v. is geen toevallige historie, maar in de film verheven tot de klassieke tra gedie van den opstand: zoo en niet anders. Potemkin had een stormkreet kunnen worden. Achter „Turksib" leeft de idee van de groeien de internationale. En deze ideologieën gaven den Russischen films die gebondenheid en tragische stuwkracht, welke wfj er zoo in bewonderden. Met dit al is het duidelijk dat de film niet lang in deze symboliek zal kunnen blijven vol harden. Niets immers wordt spoediger tot cliché dan juist het symbool. We zien dit reeds overduidelijk aan het cliché-matige der latere scenario's welke alle bouwen op het versteende star-type. Wij wezen er al terloops op dat de symboljek in de film een groote wijziging heeft gebracht in de positie van de star. Beheerschte vroeger de star de film, zoodat de scenarioschrijver, in alles rekening houdend met de kwaliteiten van dit phenomeen, ziin ge gevens opbouwde naar de speciale eischen welke dit vroeg; nu bestaat de star bij de grafie van het symbool dat zij of hij vertegenwoordigt. Het symbool is veelal het product van een soort compromis tusschen publiek en producer en hiermee is de positie van de star danig ver zwakt. Niet de star heeft meer de leiding maar producer en publiek, uitgedrukt in het symbool, dat de star te aanvaarden heeft. Er zit overigens wel een goeden kant aan deze kwestie en dat is dat de film, dusdoende, ge raakt uit het hyper-individueele van het too neel van heden ten dage en evolueert naar het meer volksche, het meer algemeen menschelijk (ik noem uit vele films van den laatsten tijd nu maar Cavalcade, 20.000 years in Sing Sing, I am a Fugitive). Maar ook direct wordt men het gevaar gewaar dat dit systeem aankleeft, als men nagaat hoeveel Nachahmungen deze films nu reeds ondergingen. Er bestaat echter nog een ander gevaar bij dit filmisch symbolisme en dat is de jalousie en de concurrentie-jacht ten opzichte van het fa voriet-symbool. Men heeft het in den laatsten tijd herhaal delijk kunnen opmerken, hoe een bepaalde star die in een bepaalde film succes had, door an deren rechtstreeks werd bec<#icurreerd. Ik her inner maar aan het geval Garbo-Dietrich-Berg- ner. Alle drie sterren kwamen ongeveer ter zelf der tijd in een koninginnen-film uit en bij alle drie was het resultaat gering. Een dergelijke gang van zaken nu toont ons het beste de verzwakte positie van de stars èn van het publiek Want het is zeker dat by een doorgezette concurrentiejacht der producers het oog meer gericht zal zijn op de cash dan op het publiek en d&n staan we weer op het zelfde punt als voor tien jaar terug, toen de avant-garde haar werkzaamheid begon. Er is dan ook den laatsten tijd een duidelijke achteruitgang op het gebied van de filmproduc tie te bespeuren. Er is een zekere apathie merk baar, ook bij de groote regisseurs, Mamoulian, Clair, Lubitsch, Eisensteinen we spreken al mèèr over het verleden dan over het neden. En de toekomst Ik ben de meening toegedaan dat de groot ste ramp in filmland de gelijkschakeling van de avant-garde is geweest. Het maandblad Filmliga moge dit feit al van alle kanten goed praten en beweren dat de Liga haar taak vol bracht had, omdat de productiefilm de idealen van de avant-garde nu ook verwezenlijkte en op een plan gekomen was, waarbij het nutte loos leek haar nog te bestrijden, wij voor ons zijn er van overtuigd dat een louter kapitalis tische onderneming als de productiefilm, het idealistisch correctief en de spiritueele stuw kracht der avant-garde, nu niet en nimmer zal kunnen ontberen, op straffe van af te zak ken naar het plan waar de hoogste cash en de minste kosten de norm zijn. In een volgend artikel hopen we de taak van de avant-garde al is 't dan „in imagine" door te trekken en zullen we ons tevens af vragen, of hier niet een mooi werkterrein voor Filmfront openligt. ALEX CAMPAERT. Uit Londen wordt gemeld, dat Le Vin, die eens den grooten zanger Caruso op de piano be geleidde, chauffeur is geworden. Na den dood van Caruso bleek Le Vin's talent zoo middel matig, dat hij zich niet kon handhaven. VZCSB'p De Mont Blanc heeft in eenige dagen een zestal slachtoffers geëischt. In een pas nabij den gletscher Miage is een toerist, de heer Felix uit Ugine, in een diepte van 1200 voet gevallen. Hij was onmiddellijk dood. In een pas van de Aiguille du Goüter, is de gids Broisat uit Cha- momx door een vallenden steen getroffen, waar door hij zoo zwaar gewond werd, dat hij spoedig overleed. Boven Argentière is een Tsjecho-Slo- waaksche, mej. Pickowa van een grashelling ge gleden terwijl zij Edelweiss plukte en in een diepte van ongeveer 100 Meter gevallen. Ook zij was op slag dood. De heer Cordaillat uit Genève die de Gaillandsrotsen beklom, stortte honderd voet naar beneden, doordat een stuk steen on der zijn voet afbrokkelde. Ook hij werd gedood. Eenige toeristen, die op den gletscher Bionas- say afgedwaald waren, hebben het lijk ontdekt van een ongeveer vijftig-jarigen man, die klaar blijkelijk ongeveer een jaar in het ijs ingevroren heeft gelegen. Daar de man geen papieren bij zich droeg, kon zijn identiteit nog niet worden vastgesteld. Een zestien-jarige jongen uit Zürich is om gekomen op de Krachenhorn op ongeveer 15 K M. van Davos. Naar verluidt heeft een groep Duitsche Al pinisten een prijs uitgeloofd van 15000 Mark voor den Alpinist, die erin slaagt de Grandes Jorasses, langs den tot nog toe nog nooit be klommen Noorderwand te bestijgen. Dit feit acht men de oorzaak van het betrekkelijk groot aantal Duitschers en Oostenrijkers, die in de laatste jaren getracht hebben deze moeilijke beklimming tot stand te brengen en die daarbij den dood gevonden hebben. In 1933 werden daar vier personen en in '32 zes personen ge dood. Kort geleden nog heeft de gids uit Cha- monix Armand Charlet een poging gedaan om den Noorderwand te beklimmen, maar hij kwam voor zulke onoverkomelijke moeilijkheden te iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiii iiiiiiiiiihiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu I Als je in de maand Augustus Ook wilt meegaan met je tijd, Dan behoort je huid te wezen Van een bruine kwaliteit! 't Staat nu echt vaeantie-achtig I Ben je bruin genuanceerd, Want dan ben je in het vrije Door de zon gedecoreerd! Bruin is thans zoo'n heerlijk kleurtje, 't Staat sportief en dus charmant, Bruin, dat wijst op roeien, reizen Of een dagje aan het strand. Bruin, dat duidt op zeilen, tennis, Op kampeeren in de hei, Bruin, dat kan je enkel krijgen, Niet van werken, maar van vrij! En je heele schaar van vrienden, Met je schoonmama in spe Zegt dan met een smaak'lijk lachje: Jij was zeker aan de zee? Bruin ontmoet je op de straten, Bruin, dat zie je in de tram, Bruin, dat zie je zoo wel enkel Als gearmd gaan met een hem! Bruin ontmoet je achter toonbank 1 En je kunt die kleur ook zien Aan de cassa, in de lunchroom, Aan 't loket en schrijfmachien! Want de oorsprong is vacantie Met de zon op haar beloop 1 Maarhet is óók bij den kapper In een tubetjete kööp! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) 0 Hu in i mm i M iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii mi iiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii hui lï? staan, dat hij de poging heeft opgegeven. Dezer dagen hebben twee Weeners wederom een po ging gedaan ondanks het onzekere weer. Uit Chamonix is men met behulp van teles copen de Alpinisten gevolgd, doch toen men Dinsdagavond op de rots geen kamplichten zag verschijnen, heeft men een hulpexpeditie uitge zonden, met het gevolg dat het lijk van een der toeristen aan den voet van den berg is ge vonden. De andere toerist is wel is waar uitgeput, maar nog in leven, gered. Te Trente, een der belangrijkste Italiaansche druiven- en wijncentra zullen in September a.s. verschillende feestelijkheden, voornamelijk van folkloristischen aard, plaats vinden. Behalve eenige exposities en demonstraties op het ge bied van wijnbouw, wordt er een tentoonstelling van kunstnijverheid uit deze streek gehouden. Voorts worden bijeenkomsten met zang, dans en volksspelen georganiseerd, waaraan een aantal inwoners uit alle dorpen in de omgeving van Trente, in de zoo schilderachtige plaatse lijke kleederdrachten deelneemt. De City-bank te Culmertown was geves' tigd in een oud heerenhuis en maakte slechts weinig indruk. Dat was echter geheel in overeenstemming met het karakter van deze financieele instelling, want de City bank was slechts een onbeduidend filiaal in een onbeduidende provincieplaats. Dat was echter voor Dan Combes geen beletsel om haar uit te kiezen voor een berooving. Dan Combes was een Mexicaan, langzaam in zijn bewegingen en daarbij uiterst geraffineerd. Hij overschatte nimmer zijn krachten en wist dus dat sensationeele bankovervallen met be hulp van maskers en pantserauto's niet in zijn lijn lagen. Bovendien werkte hij gewoonlijk al leen, zoodat hij dus een beperkt terrein kon bestrijken. Maar dat deed hij dan ook reeds jarenlang met een geslepenheid en durf, die hem tot nog toe uit de handen der Amerikaan sche politie had gehouden. Van te voren had hij in Culmertown het ter rein verkend, zoodat hij op alle eventualiteiten was voorbereid, toen hij door den avondsche mer gedekt, het onaanzienlijke heerenhuis bin nendrong. Er heerschte de intense rust, die hil voor zijn plannen zoo goed kon gebruiken. Op de bovenverdieping brandde licht. Daar moest mr Rand, de jonge directeur, op het oogenbiik be zig zijn. Volgens Dan's inlichtingen was de di recteur op dat oogenbiik de eenige levende ziel in het gebouw. Zonder moeite kwam Dan binnen via een achterdeur en even later had hij de werkkamer van mr. Rand bereikt. Een oogenbiik haalde Dan Combes diep adem Vervolgens opende hij de deur en stond als een dreigende Nemesis, met de revolver in de hand in de deuropening. „Great scot!" vloekte de directeur, lijkbleek door het plotseling van den overval. Hij was zoo volkomen overrompeld, dat hij niets kon doen dan onbeweeglijk zitten staren naar den indringer, wiens gelaat overschaduwd werd door d.en breeden rand van zijn hoed. Langzaam kwam Dan de kamer binnen, de revolver onafgebroken gericht houdend op den sidderenden directeur. „W-wat wil je?" stotterde mr. Rand. „In de eerste plaats dat u zich niet beweegt en niet schreeuwt," antwoordde Combes. „Dat zal ook het verstandigste zijn dat u doen kunt want ik schiet vlug en goed." Mr. Rand zei niets, maar terwijl hij luisterde naar de beschaafde stem van zijn bedreiger, herstelde hij zich van den schrik. De kleur kwam op zijn wangen terug en zijn hersens werkten weer normaal, zij het dan in versneld tempo. Bliksemsnel overdacht hij de situatie, zocht naar uitwegen, maar vond er geen. Hij was er van overtuigd, dat de indringer zou schieten, indien hij zich bewoog of schreeuwde. Maar buiten dat: wat zou het hem helpen? Hij was ongewapend en al schreeuwde hij zijn longen stuk, dan zou waarschijnlijk toch niemand hem hooren. Er zat dus niets anders op dan af te wachten tot het toeval een middel aan de hand zou doen om te kunnen ontsnappen. „Ik zal me niet bewegen," beloofde hij, rus tiger na „Zoo mag ik het hooren," zei Dan spottend. „Ik heb nog al haast, weet u? En uw mede werking stel ik op hoogen prijs. Ga achter dat bureau vandaan en blijf tegen den muur staan. Déér, ja." Nadat Rand aan het bevel had gehoorzaamd, doorzocht Dan de laden van het bureau zon der zijn blik of de revolver van zijn slachtoffei af te wenden. Hij tastte naar wapens, die mo gelijk in een der laden verborgen konden zijn. Toen hij niets vond, was hij gerustgesteld. „En nu zult u me verplichten door de brand kast te openen," vervolgde hij rustig, maar met een beslisten klank in z'n stem, die geen plaats liet voor tegenspraak. Rand schudde het hoofd. ,,'t Spijt me," antwoordde hij, „maar dat is onmogelijk. Zooals je ziet, heeft dat ding een letterslot en mijn procuratiehouder is de eenige die de combinatie kent. 'tls hier maar een kleine instelling, zie je, en we doen alles nog een beetje patriarchaal." Dit was iets waarop Dan Combes niet gere kend had. Hij was geneigd om aan te nemen dat de directeur loog, maar dat zou hem niet helpen om de brandkast te openen. „Ik wil wel even den procuratiehouder op bellen," opperde Rand. „En de politie waarschuwen!" vulde Dan aan „Nee, mannetje, dat zal niet gaan. Daartoe laat ik je geen kans. Bel dien man op en vraag de combinatie, maar ik geef je de verzekering, dat ik je neerschiet, zoodra je ook maar één woord zegt- dat niet in den haak is." Rand greep de telefoon en draaide het num mer. Combes' revolver was nauwelijks een me ter van zijn hoofd verwijderd. „Met Shiith?" vroeg hij. „Och, i" Smith, ik moet i zeggen? L. G. X. Z.? Prachtig! Dank je wel." Rand's hand sidderde, toen hij den hoorn weer op den haak legde. „L. G. X Z." zei hij, „dat is de combinatie." „Maak nu de kast open en haal er alles uit wat directe waarde heeft. Geen effecten. Munt specie en bankbiljetten heb ik het liefst." Rand aarzelde, maar een blik op de onmee- doogende revolver was voldoende om hem te doen gehoorzamen. Langzaam volgde hij het bevel op, opende de kast en bracht het geld te voorschijn. „Nu kruip je zelf in de brandkast," vervolgde Dan. „Het zal erg onprettig zijn, maar er is lucht genoeg om twee tot drie uur in leven te kunnen blijven. Over een uur is de politie ingelicht en zal je komen bevrijden." Er zat niets anders op dan te gehoorzamen. Dan sloot de kast en borg vliegensvlug den buit tusschen zijn kleeren. Hij keek om zich heen of hij niets had vergeten en sloop toen de ka mer uit naar beneden. Had hij geweten dat hij zich in een val be vond, die hij zelf had opengezet, dan zou hij anders gehandeld hebben. Op het moment dat hij de achterdeur zou doorgaan, klapte de val dicht. Drie politiemannen vielen zwijgend op hem aan en vóór hij goed en wel wist wat er ge beurde, lag Dan Combes geboeid op den grond. Even later werd ook mr. Rand verlost „Goddank!" zei hij opgelucht. „Is Smith hier? Ja? Nou, kerel, geef me een hand. Ik heb altijd gezegd dat je hersens had, maar nu heb je er het beste bewijs van gegeven." ,.'tWas nogal eenvoudig meneer," zei de pro curatiehouder bescheiden. „Ik wist dat u de combinatie bekend was, dus er waren slechts twee mogelijkheden: óf u was het werkelijk vergeten óf er was onraad. Voor de veiligheid heb ik maar het laatste aangenomen en de val met politiehulp afgesloten." Van den in aanleg zijnden spoorweg rondom den Vesuvius is dezer dagen wederom een ge deelte voltooid, en wel het traject NapelsCas- tellamare di Stabia. Dit is uit toeristisch oog punt van bijzondere beteekenis, omdat óp deze wijze de badplaatsen in de omgeving van Sor- rente gemakkelijk bereikbaar zijn. De Italiaan sche kroonprins heeft de nieuwe spoorlijn of ficieel geopend. Oom lachte en zei tegen tante: „zie je wel, het is nog dezelfde avontuurlijke jongen. En tot mij: „Ja Bok, ik had zeker een plan. Ik wilde n.l. met mijn vliegtuig de landen en streken bezoeken, waar ik nog nooit ben ge weest, en dat is heel wat." Prachtig, Oom, riep ik opgetogen. Ik ben Uw man, ik ga met U mee, al moesten we naar de Noordpool. Ho, ho, ho, lachte Oom. Niet zoo voortva rend, mannetje, je zult toch zeker eerst wel op toestemming van je ouders willen wachten, hè?" Ja, dat was zoo, daar had ik zoo gauw niet aan gedacht. „Kijk eens Bok, zei Oom. Tante en ik gaan met het vliegtuig naar Am sterdam, om te probeeren de ouders voor 'tplan te winnen." Dat vond ik een reuze idee. Daar gaan we, schreeuwde ik. Oom en tante Sidney lachten. Ik had vast afscheid genomen van Oom en tante Sidney en ik had nog eenige uren den tijd voor ik weer naai' Amsterdam zou ver trekken. Ik was vol verwachting over de plan nen van oom. Wat zouden die zijn? Waar zou hij naar toe gaan? Ik had alle moeite om mijn hoofd helder te houden voor mijn vliegtocht naar Amsterdam. Ik landde gelukkig behouden met mijn toe stel op Schiphol, wat wel een wonder ge noemd mag worden, want mijn gedachten wa ren aldoor bij Oom Sidney's plannen. Toen ik met mijn fiets naar huis reed, was ik zoo in gedachten verzonken, dat ik op den Sloterweg pardoes een groentenkar ramde. Met een smak kwam ik op de straat terecht. In Stamboel werd een merkwaardige smok kelaarszaak aan 't licht gebracht. Eenigen amb tenaren bij de douanen, die belast waren met de bewaking van het inladen van citroenen, viel het op, dat enkele van deze vruchten ge vuld schenen te zijn. Zij stelden een onderzoek in en vonden in de citroenen opium. In totaal werd zeven K.G. in beslag genomen. Toen een Amerikaansche Passionist van de Apostolische Prefectuur Schenchau in Hounan gepreekt had over het schitterende werk van de Voortplanting des Geloofs en hij de gelcovi- gen dringend had aangespoord om voor de Missies een kleine bijdrage te schenken, kwamen, aldus meldt Argentia Fides uit Peking, talrijke toehoorders na de H. Mis terug om een kleine bijdrage te schenken teneinde den nood der Missiën te helpen lenigen. Hierbij hebben zich treffende tooneelen af gespeeld. Zoo kwam er een klein Chineesch meisje bij den Missionaris, met een grooten gans in haar handen. „Hier hebt U een gans voor den Paus" zei het kind. De Pater, die ten zeer ste getroffen was door deze mooie gift, moest het kind echter teleurstellen met te zeggen dat de Paus met den gans niets kon doen. Toen ging het meisje schreiend weg, doch even later kwam het weer terug met een Mexicaanschen dollar, waarvoor het de gans had weten te verkoopen. A 11*% A**% °P dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen Ofïfïfi bij levenslange geheele ongeschiktheid t pt werken door '7Cf\ bU een ongeval met OC/l bij verlies van een hand 1 9C jjti verlies van een Cfï bij een breuk van Afl bij verlies van 'n JtllC aoonne S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen# dooclelijkcn afloop# een voet of een oog# duim of wijsvinger been of arm tr anderen vinger 16 IV Reina, met haar witte japon, haar onschul dig gezichtje, en haar feilen blos, zag er zóé lief uit, dat de jongeman, die op dat oogen biik door haar grootvader aan haar werd voor gesteld, als betooverd bleef staan, en als het ware vergat, om zijn plaats af te staan aan den burgemeester, die zijn beurt afwachtte, om zijn compliment te maken. Ten laatste ging hij ietwat achteruit, van onder het scherpe licht vandaan, en kon Reina hem beter in de oogen zien. Met zijn smoking leek hij zooveel grooter. en zijn voorkomen was zóó geheel dat van een grooten mijnheer, dat zij slechts met moeite in hem den ruiter zou herkend hebben, dien zij bij het hek van het park ontmoet had, en dien zij met den veearts had verward. De naam Lorenzo Carvajal, dien haar grootvader genoemd had, deed Reina den sleutel van velerlei dingen aan de hand. In de eetzaal spreidde de tafel een smaak volle weelde ten toon. Het keurig geborduurde tafellaken, de zilveren vaas met roode sleutel bloemen in het midden, het rijke kristal, het, tafelzilver, dat alles maakte een indruk van voornaamheid. Ook het groote buffet bood een schat van vorstelijk tafelgerei. Tal van luchters verspreidden een zee van licht. Reina ging aanzitten op de plaats, die men haar had aangewezen, tusschen haar groot vader, rechts van haar, en den jongen mijn heer Carvajal. Zij was zenuwachtig, alsof dit intieme diner iets officieels was. Als ze met Isabel Lugue wel eens uitging, had ae hertogin haar nog niet als jongedame behandeld, en altijd als er gasten te dineeren waren, de meisjes afzonderlijk bediend. De soep dampte op de borden, en de stilte was ingetreden, die tijdens ieder diner pleegt in acht genomen te worden tot het eerste ge recht is afgeloopen. Reina, die teveel met zich zelf bezig was, bemerkte niet, zooals Marilena, die scherpzinniger was, het bemerkt had, dat er iets gedwongens was in de atmosfeer, en als het ware op de gezichten te lezen stond. Wat was er aan de hand? Thans richtte de markies het woord tot zijn neef. kolonel Roca- madre. Zijn stem klonk ietwat ongerust, en zijn woorden waren blijkbaar de voortzetting van een gesprek, dat straks onderbroken was. Onderbroken door mijn komst.... dacht de barones. En jij, die soldaat bent, en er verstand van hebt geloof jij werkelijk, dat de Mooren zóó dicht bij Melilla hebben kunnen komen? Het zou een onbegrijpelijke zorgeloosheid van onzen kant wezen, mompelde de rechter, een nog jonge en knappe man. Kijk eens, oom, zei de kolonel Ik geloof alles en niets. Maar zoolang ej verraders zijn, kunt u op verrassingen rekenen. Ik bedoel n.et onze soldaten, maar de Mooren, die altijd sluw en onbetrouwbaar zijn. Het lijkt mij een beetje kras, dat ze voor de poorten van Melilla zouden staan, maar u moet er op rekenen, dat de pop pen aan het dansen zijn. Dat er iets ernstigs gebeurd is, en niet bepaald gunstig voor ons, daar is helaas geen twijfel aan. Zoodat, als er maar een deel waar is van wat ze zeggen, we reden zullen hebben, om ons, ons heele leven, den 21sten Juli te herinneren, zei de notaris ernstig. En de pers zegt er niets over! prevelde de markies. Die van vandaag niet, natuurlijk. De cen suur heeft alle berichten vastgehouden. Dat is heel logisch. Om de menschen niet ongerust te maken Maar de kranten van morgen zullen zeker bijzonderheden brengen. Er moeten heel wat dooden zijn, en nog veel meer gewonden.... Arme drommels! en een menigte vermisten, waaronder de generaal zelf. Gevangen genomen, natuurlijk. Dat zullen we maar denken Wat ik weet, heb ik uit heel particuliere bron. Het publiek hebben ze nog niets officieel meegedeeld. Daar is het te vroeg voor. Eerst moeten de feiten worden vastgesteld. Daar kunnen wel jaren mee heengaan, prevelde de markies. En zijn er nog vrienden of bekenden bij. die het slachtoffer van de tragedie zijn? Mijn neef Mendizabal, was die óók niet in Alcantara? Dat was hij. Maar kijk, die heeft geluk gehad. Hij vroeg om overgeplaatst te worden, en een dag of veertien geleden is in zijn plaats vertrokken weet je wie? zei hij, zich tot Marilena en Carmen Carvajal wendend, die met dezelfde bezorgdheid luisterden, als al de anderen. Nu, wie dan? vroegen ze allebei tegelijk, met een heel laag stemmetje. Ze zeggen, dat hij tot de vermisten of ge sneuvelden behoort Pablo Souza. Mevrouw Carvajal uitte een kreet van pijn. Arme jongen! riep ze uit, op smartelijken toon. Marilena zei niets. Haar vingers omklemden haar lepel, terwijl zij langzaam een paar iepels soep naar binnen werkte. De uitdrukking van haar gelaat was koud en onverschillig alleen dat ze héél bleek geworden was, en in haar prachtige oogen iets als doodelijke angst te lezen stond. Het koude zweet parelde op haar voor hoofd gelukkig, dat het door de afhangende krullen bedekt werd. Alles draaide om haar heen. Zij voelde, dat zij zou bezwijmen. Als in een droom hoorde zij, hoe haar grootvader be vestigde: Ja, die was, net als mijn neef Mendizébal, in Alcéntara. Doch Marilena was een krachtige natuur. Haar trots kwam haar te hulp, om die vreese- lijke ontroering meester te worden, en nog nad zij voldoende kracht, om op onverschillige toon te zeggen- Wie kan het eigenlijk zeggen? De eerste oogenblikken fantaseeren ze van alles Marilena Tallarea was geen vrouw, die flauw viel. Toen Reina Solvadal van de piano opstond, waar zij enkele stukken ten beste had gege ven, om zich aan de algemeene sfeer van ge druktheid te onttrekken, die de Jongste be richten over den stryd in Marokko bij de gasten hadden teweeg gebracht, bemerkte zij, dat een elegante figuur die van Lorenzo Carvajal onbeweeglijk in de deuropening van het terras stond. Hij had vol aandacht geluisterd. Toen hij zag, dat het meisje opstond, bleef hij kalm staan, doch zijn groote oogen zeiden heel duidelijk: waarom speelt u niet nog een poosje door? Reina Solvadal wierp een snellen blik om zich heen. Door de openstaande deur zag zij haar grootvader, den burgemeester en den dokter aanstalten maken voor hun spelletje kaarten. De rechter en de notaris stonden Dij de tafel met „mah-jong" waarvoor de drie dames gezeten waren. De dobbelsteenen hadden Maria Rocamadre aangewezen, om te beginnen. Speel jij niet, Reina?, zei ze, even op houdend. Neen, tante, antwoordde het meisje lachend. Een van deze heeren kan miln plaats innemen. Ik ben onbekwaam om de schijven te onderscheiden, en bovendien geef ik om geen enkel spel wat, Neemt u plaats, meneer Velasco, verzocht Marilena den rechter. Deze zette zich ietwat gemelijk aan de tafel, niet zonder een blik vol heimwee naar de piano en naar de bevallige figuur van Reina geworpen te hebben. Het sympathieke meisje, met haar schrander gezicht, trok hem aan, en hij zou graag enkele woorden met haar gewis seld hebben, om te zien, of ze even verstandig als knap was. Maar de hoffelijkheid bond hem aan den stoel, dien de barones hem reeds bad aangeboden. De notaris, een heer van middelbaren leef tijd, kende al die dingen. Het was werkelijk hard voor een Jongeman van dertig jaar, in deze woestijn, die Aledo heette, waar men zoo goed als nooit jongedames tegenkwam om zich met zoo'n onbenullig spelletje op te houden, in gezelschap van drie heel knapoe en heel achtenswaardige dames, waar hij evenwel niets aan had, in plaats van het genoegen te hebben, om een praatje te maken met dat aardige juf fertje Solvadal, dat zich tijdens het heele diner gruwelijk verveeld moest hebben naast dien onnoozelen hannes van een Carvajal. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 7