Verstarrende sterren
Jiet wJml van den daa
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
K
Gelouterd
Productie-film en
avant-garde
Aan banden die waren
versleten.
werd menig ongeluk
geweten!
BRUIN
DINSDAG 7 AUGUSTUS 1934
Pianist als chauffeur
Mont Blanc eischt zes
dooden
Septemberfeesten in
Trente
brandkast*1 zijn' 1 De OPCTt Val
Wil je me even S
de combinatie
van het letterslot
Ringspoorweg om den
Vesuvius
Opium in citroenen
Een gans voor den Paus
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
NAAR HET SPAANSCH
Het ligt in de ordenende natuur van den
mensch om de eindelooze verscheiden
heid der dingen, welke hij om zich heen
waarneemt, te classificeeren, in te dammen, te
conserveeren.
Zijn behoudzucht brengt hem er tevens toe,
Uit den eindeloozen stroom die het leven is, dat
vast te houaen en te bestendigen wat hem in
teresseert er boeit.
Uit deze eigenschappen ontstaat het sym
bool. Het symbool is de schijnbare bestendiging
van het vervloeiende; ofwel de zichtbaar ge
maakte, verdichte idee. Het is dus een sim
plisme en een attribuut van het primitieve
denken. De primitieve kunst is altijd vol sym
boliek maar, naarmate men de veelheid der
verschijnselen beter beheerscht en het „zien"
gedeferentieerder wordt, verliest de symboliek
aan beteekenis.
Een kunst welke afgestemd is op de groote
massa, op het publiek, zal dus altijd meer be
hoefte aan symboliek hebben dan die welke
voor een selecten kring is bedoeld.
Van alle takken van kunst nu, welke afge
stemd zijn op den grootsten gemeenen deeler,
neemt die van de film wel de grootste plaats in.
De film werkt voor 'n wereldpubliek en zal dus
in zijn grootproductie zeer simplistisch te werk
moeten gaan. Na een embryonale periode (ik
reken hier de filmproductie van af het moment
dat de film als zelfstandigheid werd beschouwd
en dus, althans in theorie, los kwam van het
gefotografeerde tooneel), waarin het de massa
voor de oogen duizelde (de experimenten van
Richter, het kabinet van Dr. Caligari, Clair's
eerste films enz.), vond dan ook de film de
bakens, waarlangs een veilige en rendabele
productie kon worden geleid. Men vond het
symbool; en wel, in den vorm van de geclas
sificeerde stars.
Van af het moment dat de „echte" film haar
wereldproductie begon en zijn relaties met het
tooneel verbrak, kregen de stars een bijzondere
beteekenis aan het filmfirmament. Hadden zij
zich vroege als planeten bewogen tusschen de
vele mogelijkheden die de filmhemel bood. thans
werden zij meer en meer tot vaste sterren.
Elke ster werd het symbool voor een bepaalde
mentaliteit, een psychisch complex. En nu reeds
zijn we toegerust met een verzameling stars,
die alle mogelijke schakeeringen van de men-
schelijke psyche ver-symboliseeren. Tot groot
gerief van publiek, zoowel als van scenario
schrijver.
Het is begonnen met sterren als Garbo en
Mariene Dietrich. En zóóver reeds zijn deze
sterren tot symbool geworden, dat we ons nu
Mariene onmogelijk meer kunnen voorstellen
als de revuegirl in de Weensche show, of als
het frêle figuurtje in haar eerste films. We
kennen haat uit de portretten van dien tijd
niet meer terug, want er gaapt een afgrond
tusschen haar individueele gelaat uit den Ween-
schen tijd en het „symbolische" masker in
Hollywood.
Langzamerhand nu gaan alle tragédiennes en
karakterspelers van weleer dien kant uit. Wie
b.v. denkt aan Mary Dressier, denkt aan het
symbool der moederlijke vrouwelijkheid; wie
over Garbo spreekt heeft het over den schijn
baar hopeïoozen tocht naar het geluk en de
smartelijke berusting in dit onbereikbare. Joan
Crawford is het symbool van de gespleten lief
de. De eene helft van haar hart heeft de po-
teijtie om redeloos lief te hebben, de andere
helft verlieft zich uit meer redelijke gronden:
moederlijke bezorgdheid, zielsverwantschap, tot
liefde ontbloeide dankbaarheid enz.
En op deze thema's bouwt dan de scenario
schrijver zijn draaiboek.
Zoo ook hebben we een zeer bepaalde voor
stelling van het symbool: Dorothea Wieck, Bri-
gitta Helm, Elisabeth Bergner en van vele
anderen. Ook het komische genre heeft zijn
symbolische phenomenen in Chaplin, Laurel en
Hardy, Cohen en Kelly e.a.
Aan bovengenoemde voorbeelden zou men
kunnen afleiden dat dit verschijnsel meer spe
ciaal voor de Amerikaansche film geldt. Het
treedt in Amerika dan ook het meest op den
voorgrond en dat komt om dat Amerika het
meest op de wereld-productie is ingesteld en
omdat in dit land het star-systeem reeds vóór
het symbolisme in de film, het sterkst ontwik
keld was.
Dat dit verschijnsel zich echter niet tot
Amerika beperkt heeft blijkt wel als we b.v. de
Russische film nader beschouwen. Daar hier
geen star-systeem aanwezig was moest het
symbool ergens anders gezocht worden en men
vond het iu het versteende begrip; in de ge
conserveerde idee.
„Potemkin", „de Moeder", „Turksib": het zijn
alle titels, waarvan een veel grootere suggestie
uitgaat dan b.v. van „Bommen op Monte-Carlo",
of „a Bedtime-story", en dat komt omdat, na
het zien van die Russische films, deze titels
een symbool voor ons zijn geworden van een
idee. Potemkin b.v. is geen toevallige historie,
maar in de film verheven tot de klassieke tra
gedie van den opstand: zoo en niet anders.
Potemkin had een stormkreet kunnen worden.
Achter „Turksib" leeft de idee van de groeien
de internationale.
En deze ideologieën gaven den Russischen films
die gebondenheid en tragische stuwkracht,
welke wfj er zoo in bewonderden.
Met dit al is het duidelijk dat de film niet
lang in deze symboliek zal kunnen blijven vol
harden. Niets immers wordt spoediger tot
cliché dan juist het symbool. We zien dit reeds
overduidelijk aan het cliché-matige der latere
scenario's welke alle bouwen op het versteende
star-type.
Wij wezen er al terloops op dat de symboljek
in de film een groote wijziging heeft gebracht
in de positie van de star.
Beheerschte vroeger de star de film, zoodat
de scenarioschrijver, in alles rekening houdend
met de kwaliteiten van dit phenomeen, ziin ge
gevens opbouwde naar de speciale eischen welke
dit vroeg; nu bestaat de star bij de grafie van
het symbool dat zij of hij vertegenwoordigt.
Het symbool is veelal het product van een
soort compromis tusschen publiek en producer
en hiermee is de positie van de star danig ver
zwakt. Niet de star heeft meer de leiding maar
producer en publiek, uitgedrukt in het symbool,
dat de star te aanvaarden heeft.
Er zit overigens wel een goeden kant aan deze
kwestie en dat is dat de film, dusdoende, ge
raakt uit het hyper-individueele van het too
neel van heden ten dage en evolueert naar het
meer volksche, het meer algemeen menschelijk
(ik noem uit vele films van den laatsten tijd
nu maar Cavalcade, 20.000 years in Sing Sing,
I am a Fugitive). Maar ook direct wordt men
het gevaar gewaar dat dit systeem aankleeft,
als men nagaat hoeveel Nachahmungen deze
films nu reeds ondergingen.
Er bestaat echter nog een ander gevaar bij
dit filmisch symbolisme en dat is de jalousie en
de concurrentie-jacht ten opzichte van het fa
voriet-symbool.
Men heeft het in den laatsten tijd herhaal
delijk kunnen opmerken, hoe een bepaalde star
die in een bepaalde film succes had, door an
deren rechtstreeks werd bec<#icurreerd. Ik her
inner maar aan het geval Garbo-Dietrich-Berg-
ner. Alle drie sterren kwamen ongeveer ter
zelf der tijd in een koninginnen-film uit en bij
alle drie was het resultaat gering.
Een dergelijke gang van zaken nu toont ons
het beste de verzwakte positie van de stars
èn van het publiek Want het is zeker dat by
een doorgezette concurrentiejacht der producers
het oog meer gericht zal zijn op de cash dan
op het publiek en d&n staan we weer op het
zelfde punt als voor tien jaar terug, toen de
avant-garde haar werkzaamheid begon.
Er is dan ook den laatsten tijd een duidelijke
achteruitgang op het gebied van de filmproduc
tie te bespeuren. Er is een zekere apathie merk
baar, ook bij de groote regisseurs, Mamoulian,
Clair, Lubitsch, Eisensteinen we spreken
al mèèr over het verleden dan over het neden.
En de toekomst
Ik ben de meening toegedaan dat de groot
ste ramp in filmland de gelijkschakeling van
de avant-garde is geweest. Het maandblad
Filmliga moge dit feit al van alle kanten goed
praten en beweren dat de Liga haar taak vol
bracht had, omdat de productiefilm de idealen
van de avant-garde nu ook verwezenlijkte en
op een plan gekomen was, waarbij het nutte
loos leek haar nog te bestrijden, wij voor ons
zijn er van overtuigd dat een louter kapitalis
tische onderneming als de productiefilm, het
idealistisch correctief en de spiritueele stuw
kracht der avant-garde, nu niet en nimmer
zal kunnen ontberen, op straffe van af te zak
ken naar het plan waar de hoogste cash en de
minste kosten de norm zijn.
In een volgend artikel hopen we de taak van
de avant-garde al is 't dan „in imagine"
door te trekken en zullen we ons tevens af
vragen, of hier niet een mooi werkterrein voor
Filmfront openligt. ALEX CAMPAERT.
Uit Londen wordt gemeld, dat Le Vin, die
eens den grooten zanger Caruso op de piano be
geleidde, chauffeur is geworden. Na den dood
van Caruso bleek Le Vin's talent zoo middel
matig, dat hij zich niet kon handhaven.
VZCSB'p
De Mont Blanc heeft in eenige dagen een
zestal slachtoffers geëischt. In een pas nabij den
gletscher Miage is een toerist, de heer Felix
uit Ugine, in een diepte van 1200 voet gevallen.
Hij was onmiddellijk dood. In een pas van de
Aiguille du Goüter, is de gids Broisat uit Cha-
momx door een vallenden steen getroffen, waar
door hij zoo zwaar gewond werd, dat hij spoedig
overleed. Boven Argentière is een Tsjecho-Slo-
waaksche, mej. Pickowa van een grashelling ge
gleden terwijl zij Edelweiss plukte en in een
diepte van ongeveer 100 Meter gevallen. Ook zij
was op slag dood. De heer Cordaillat uit Genève
die de Gaillandsrotsen beklom, stortte honderd
voet naar beneden, doordat een stuk steen on
der zijn voet afbrokkelde. Ook hij werd gedood.
Eenige toeristen, die op den gletscher Bionas-
say afgedwaald waren, hebben het lijk ontdekt
van een ongeveer vijftig-jarigen man, die klaar
blijkelijk ongeveer een jaar in het ijs ingevroren
heeft gelegen. Daar de man geen papieren bij
zich droeg, kon zijn identiteit nog niet worden
vastgesteld.
Een zestien-jarige jongen uit Zürich is om
gekomen op de Krachenhorn op ongeveer 15
K M. van Davos.
Naar verluidt heeft een groep Duitsche Al
pinisten een prijs uitgeloofd van 15000 Mark
voor den Alpinist, die erin slaagt de Grandes
Jorasses, langs den tot nog toe nog nooit be
klommen Noorderwand te bestijgen. Dit feit
acht men de oorzaak van het betrekkelijk groot
aantal Duitschers en Oostenrijkers, die in de
laatste jaren getracht hebben deze moeilijke
beklimming tot stand te brengen en die daarbij
den dood gevonden hebben. In 1933 werden
daar vier personen en in '32 zes personen ge
dood. Kort geleden nog heeft de gids uit Cha-
monix Armand Charlet een poging gedaan om
den Noorderwand te beklimmen, maar hij kwam
voor zulke onoverkomelijke moeilijkheden te
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiii
iiiiiiiiiihiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu
I Als je in de maand Augustus
Ook wilt meegaan met je tijd,
Dan behoort je huid te wezen
Van een bruine kwaliteit!
't Staat nu echt vaeantie-achtig
I Ben je bruin genuanceerd,
Want dan ben je in het vrije
Door de zon gedecoreerd!
Bruin is thans zoo'n heerlijk kleurtje,
't Staat sportief en dus charmant,
Bruin, dat wijst op roeien, reizen
Of een dagje aan het strand.
Bruin, dat duidt op zeilen, tennis,
Op kampeeren in de hei,
Bruin, dat kan je enkel krijgen,
Niet van werken, maar van vrij!
En je heele schaar van vrienden,
Met je schoonmama in spe
Zegt dan met een smaak'lijk lachje:
Jij was zeker aan de zee?
Bruin ontmoet je op de straten,
Bruin, dat zie je in de tram,
Bruin, dat zie je zoo wel enkel
Als gearmd gaan met een hem!
Bruin ontmoet je achter toonbank
1 En je kunt die kleur ook zien
Aan de cassa, in de lunchroom,
Aan 't loket en schrijfmachien!
Want de oorsprong is vacantie
Met de zon op haar beloop
1 Maarhet is óók bij den kapper
In een tubetjete kööp!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden) 0
Hu in i mm i M iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii mi iiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii hui lï?
staan, dat hij de poging heeft opgegeven. Dezer
dagen hebben twee Weeners wederom een po
ging gedaan ondanks het onzekere weer. Uit
Chamonix is men met behulp van teles
copen de Alpinisten gevolgd, doch toen men
Dinsdagavond op de rots geen kamplichten zag
verschijnen, heeft men een hulpexpeditie uitge
zonden, met het gevolg dat het lijk van een
der toeristen aan den voet van den berg is ge
vonden. De andere toerist is wel is waar uitgeput,
maar nog in leven, gered.
Te Trente, een der belangrijkste Italiaansche
druiven- en wijncentra zullen in September a.s.
verschillende feestelijkheden, voornamelijk van
folkloristischen aard, plaats vinden. Behalve
eenige exposities en demonstraties op het ge
bied van wijnbouw, wordt er een tentoonstelling
van kunstnijverheid uit deze streek gehouden.
Voorts worden bijeenkomsten met zang, dans
en volksspelen georganiseerd, waaraan een
aantal inwoners uit alle dorpen in de omgeving
van Trente, in de zoo schilderachtige plaatse
lijke kleederdrachten deelneemt.
De City-bank te Culmertown was geves'
tigd in een oud heerenhuis en maakte
slechts weinig indruk. Dat was echter
geheel in overeenstemming met het karakter
van deze financieele instelling, want de City
bank was slechts een onbeduidend filiaal in een
onbeduidende provincieplaats. Dat was echter
voor Dan Combes geen beletsel om haar uit te
kiezen voor een berooving.
Dan Combes was een Mexicaan, langzaam in
zijn bewegingen en daarbij uiterst geraffineerd.
Hij overschatte nimmer zijn krachten en wist
dus dat sensationeele bankovervallen met be
hulp van maskers en pantserauto's niet in zijn
lijn lagen. Bovendien werkte hij gewoonlijk al
leen, zoodat hij dus een beperkt terrein kon
bestrijken. Maar dat deed hij dan ook reeds
jarenlang met een geslepenheid en durf, die
hem tot nog toe uit de handen der Amerikaan
sche politie had gehouden.
Van te voren had hij in Culmertown het ter
rein verkend, zoodat hij op alle eventualiteiten
was voorbereid, toen hij door den avondsche
mer gedekt, het onaanzienlijke heerenhuis bin
nendrong.
Er heerschte de intense rust, die hil voor
zijn plannen zoo goed kon gebruiken. Op de
bovenverdieping brandde licht. Daar moest mr
Rand, de jonge directeur, op het oogenbiik be
zig zijn. Volgens Dan's inlichtingen was de di
recteur op dat oogenbiik de eenige levende ziel
in het gebouw.
Zonder moeite kwam Dan binnen via een
achterdeur en even later had hij de werkkamer
van mr. Rand bereikt.
Een oogenbiik haalde Dan Combes diep adem
Vervolgens opende hij de deur en stond als een
dreigende Nemesis, met de revolver in de hand
in de deuropening.
„Great scot!" vloekte de directeur, lijkbleek
door het plotseling van den overval. Hij was
zoo volkomen overrompeld, dat hij niets kon
doen dan onbeweeglijk zitten staren naar den
indringer, wiens gelaat overschaduwd werd door
d.en breeden rand van zijn hoed.
Langzaam kwam Dan de kamer binnen, de
revolver onafgebroken gericht houdend op den
sidderenden directeur.
„W-wat wil je?" stotterde mr. Rand.
„In de eerste plaats dat u zich niet beweegt
en niet schreeuwt," antwoordde Combes. „Dat
zal ook het verstandigste zijn dat u doen kunt
want ik schiet vlug en goed."
Mr. Rand zei niets, maar terwijl hij luisterde
naar de beschaafde stem van zijn bedreiger,
herstelde hij zich van den schrik. De kleur
kwam op zijn wangen terug en zijn hersens
werkten weer normaal, zij het dan in versneld
tempo.
Bliksemsnel overdacht hij de situatie, zocht
naar uitwegen, maar vond er geen. Hij was er
van overtuigd, dat de indringer zou schieten,
indien hij zich bewoog of schreeuwde. Maar
buiten dat: wat zou het hem helpen? Hij was
ongewapend en al schreeuwde hij zijn longen
stuk, dan zou waarschijnlijk toch niemand hem
hooren. Er zat dus niets anders op dan af te
wachten tot het toeval een middel aan de hand
zou doen om te kunnen ontsnappen.
„Ik zal me niet bewegen," beloofde hij, rus
tiger na
„Zoo mag ik het hooren," zei Dan spottend.
„Ik heb nog al haast, weet u? En uw mede
werking stel ik op hoogen prijs. Ga achter dat
bureau vandaan en blijf tegen den muur staan.
Déér, ja."
Nadat Rand aan het bevel had gehoorzaamd,
doorzocht Dan de laden van het bureau zon
der zijn blik of de revolver van zijn slachtoffei
af te wenden. Hij tastte naar wapens, die mo
gelijk in een der laden verborgen konden zijn.
Toen hij niets vond, was hij gerustgesteld.
„En nu zult u me verplichten door de brand
kast te openen," vervolgde hij rustig, maar met
een beslisten klank in z'n stem, die geen plaats
liet voor tegenspraak.
Rand schudde het hoofd.
,,'t Spijt me," antwoordde hij, „maar dat is
onmogelijk. Zooals je ziet, heeft dat ding een
letterslot en mijn procuratiehouder is de eenige
die de combinatie kent. 'tls hier maar een
kleine instelling, zie je, en we doen alles nog
een beetje patriarchaal."
Dit was iets waarop Dan Combes niet gere
kend had. Hij was geneigd om aan te nemen
dat de directeur loog, maar dat zou hem niet
helpen om de brandkast te openen.
„Ik wil wel even den procuratiehouder op
bellen," opperde Rand.
„En de politie waarschuwen!" vulde Dan aan
„Nee, mannetje, dat zal niet gaan. Daartoe laat
ik je geen kans. Bel dien man op en vraag de
combinatie, maar ik geef je de verzekering, dat
ik je neerschiet, zoodra je ook maar één woord
zegt- dat niet in den haak is."
Rand greep de telefoon en draaide het num
mer. Combes' revolver was nauwelijks een me
ter van zijn hoofd verwijderd.
„Met Shiith?"
vroeg hij. „Och, i"
Smith, ik moet i
zeggen? L. G. X. Z.? Prachtig! Dank je
wel."
Rand's hand sidderde, toen hij den hoorn weer
op den haak legde.
„L. G. X Z." zei hij, „dat is de combinatie."
„Maak nu de kast open en haal er alles uit
wat directe waarde heeft. Geen effecten. Munt
specie en bankbiljetten heb ik het liefst."
Rand aarzelde, maar een blik op de onmee-
doogende revolver was voldoende om hem te
doen gehoorzamen.
Langzaam volgde hij het bevel op, opende de
kast en bracht het geld te voorschijn.
„Nu kruip je zelf in de brandkast," vervolgde
Dan. „Het zal erg onprettig zijn, maar er is
lucht genoeg om twee tot drie uur in leven
te kunnen blijven. Over een uur is de politie
ingelicht en zal je komen bevrijden."
Er zat niets anders op dan te gehoorzamen.
Dan sloot de kast en borg vliegensvlug den buit
tusschen zijn kleeren. Hij keek om zich heen
of hij niets had vergeten en sloop toen de ka
mer uit naar beneden.
Had hij geweten dat hij zich in een val be
vond, die hij zelf had opengezet, dan zou hij
anders gehandeld hebben. Op het moment dat
hij de achterdeur zou doorgaan, klapte de val
dicht.
Drie politiemannen vielen zwijgend op hem
aan en vóór hij goed en wel wist wat er ge
beurde, lag Dan Combes geboeid op den grond.
Even later werd ook mr. Rand verlost
„Goddank!" zei hij opgelucht. „Is Smith
hier? Ja? Nou, kerel, geef me een hand. Ik heb
altijd gezegd dat je hersens had, maar nu heb
je er het beste bewijs van gegeven."
,.'tWas nogal eenvoudig meneer," zei de pro
curatiehouder bescheiden. „Ik wist dat u de
combinatie bekend was, dus er waren slechts
twee mogelijkheden: óf u was het werkelijk
vergeten óf er was onraad. Voor de veiligheid
heb ik maar het laatste aangenomen en de val
met politiehulp afgesloten."
Van den in aanleg zijnden spoorweg rondom
den Vesuvius is dezer dagen wederom een ge
deelte voltooid, en wel het traject NapelsCas-
tellamare di Stabia. Dit is uit toeristisch oog
punt van bijzondere beteekenis, omdat óp deze
wijze de badplaatsen in de omgeving van Sor-
rente gemakkelijk bereikbaar zijn. De Italiaan
sche kroonprins heeft de nieuwe spoorlijn of
ficieel geopend.
Oom lachte en zei tegen tante: „zie je wel,
het is nog dezelfde avontuurlijke jongen. En
tot mij: „Ja Bok, ik had zeker een plan. Ik
wilde n.l. met mijn vliegtuig de landen en
streken bezoeken, waar ik nog nooit ben ge
weest, en dat is heel wat." Prachtig, Oom, riep
ik opgetogen. Ik ben Uw man, ik ga met U
mee, al moesten we naar de Noordpool.
Ho, ho, ho, lachte Oom. Niet zoo voortva
rend, mannetje, je zult toch zeker eerst wel op
toestemming van je ouders willen wachten,
hè?" Ja, dat was zoo, daar had ik zoo gauw
niet aan gedacht. „Kijk eens Bok, zei Oom.
Tante en ik gaan met het vliegtuig naar Am
sterdam, om te probeeren de ouders voor 'tplan
te winnen." Dat vond ik een reuze idee. Daar
gaan we, schreeuwde ik. Oom en tante Sidney
lachten.
Ik had vast afscheid genomen van Oom en
tante Sidney en ik had nog eenige uren den
tijd voor ik weer naai' Amsterdam zou ver
trekken. Ik was vol verwachting over de plan
nen van oom. Wat zouden die zijn? Waar zou
hij naar toe gaan? Ik had alle moeite om mijn
hoofd helder te houden voor mijn vliegtocht
naar Amsterdam.
Ik landde gelukkig behouden met mijn toe
stel op Schiphol, wat wel een wonder ge
noemd mag worden, want mijn gedachten wa
ren aldoor bij Oom Sidney's plannen. Toen ik
met mijn fiets naar huis reed, was ik zoo in
gedachten verzonken, dat ik op den Sloterweg
pardoes een groentenkar ramde. Met een smak
kwam ik op de straat terecht.
In Stamboel werd een merkwaardige smok
kelaarszaak aan 't licht gebracht. Eenigen amb
tenaren bij de douanen, die belast waren met
de bewaking van het inladen van citroenen,
viel het op, dat enkele van deze vruchten ge
vuld schenen te zijn. Zij stelden een onderzoek
in en vonden in de citroenen opium. In totaal
werd zeven K.G. in beslag genomen.
Toen een Amerikaansche Passionist van de
Apostolische Prefectuur Schenchau in Hounan
gepreekt had over het schitterende werk van
de Voortplanting des Geloofs en hij de gelcovi-
gen dringend had aangespoord om voor de
Missies een kleine bijdrage te schenken, kwamen,
aldus meldt Argentia Fides uit Peking, talrijke
toehoorders na de H. Mis terug om een kleine
bijdrage te schenken teneinde den nood der
Missiën te helpen lenigen.
Hierbij hebben zich treffende tooneelen af
gespeeld. Zoo kwam er een klein Chineesch
meisje bij den Missionaris, met een grooten gans
in haar handen. „Hier hebt U een gans voor
den Paus" zei het kind. De Pater, die ten zeer
ste getroffen was door deze mooie gift, moest
het kind echter teleurstellen met te zeggen dat
de Paus met den gans niets kon doen. Toen
ging het meisje schreiend weg, doch even later
kwam het weer terug met een Mexicaanschen
dollar, waarvoor het de gans had weten te
verkoopen.
A 11*% A**% °P dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen Ofïfïfi bij levenslange geheele ongeschiktheid t pt werken door '7Cf\ bU een ongeval met OC/l bij verlies van een hand 1 9C jjti verlies van een Cfï bij een breuk van Afl bij verlies van 'n
JtllC aoonne S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen# dooclelijkcn afloop# een voet of een oog# duim of wijsvinger been of arm tr anderen vinger
16
IV
Reina, met haar witte japon, haar onschul
dig gezichtje, en haar feilen blos, zag er zóé
lief uit, dat de jongeman, die op dat oogen
biik door haar grootvader aan haar werd voor
gesteld, als betooverd bleef staan, en als het
ware vergat, om zijn plaats af te staan aan
den burgemeester, die zijn beurt afwachtte, om
zijn compliment te maken. Ten laatste ging hij
ietwat achteruit, van onder het scherpe licht
vandaan, en kon Reina hem beter in de oogen
zien. Met zijn smoking leek hij zooveel grooter.
en zijn voorkomen was zóó geheel dat van een
grooten mijnheer, dat zij slechts met moeite in
hem den ruiter zou herkend hebben, dien zij
bij het hek van het park ontmoet had, en dien
zij met den veearts had verward. De naam
Lorenzo Carvajal, dien haar grootvader genoemd
had, deed Reina den sleutel van velerlei dingen
aan de hand.
In de eetzaal spreidde de tafel een smaak
volle weelde ten toon. Het keurig geborduurde
tafellaken, de zilveren vaas met roode sleutel
bloemen in het midden, het rijke kristal, het,
tafelzilver, dat alles maakte een indruk van
voornaamheid. Ook het groote buffet bood een
schat van vorstelijk tafelgerei. Tal van luchters
verspreidden een zee van licht.
Reina ging aanzitten op de plaats, die men
haar had aangewezen, tusschen haar groot
vader, rechts van haar, en den jongen mijn
heer Carvajal. Zij was zenuwachtig, alsof dit
intieme diner iets officieels was. Als ze met
Isabel Lugue wel eens uitging, had ae hertogin
haar nog niet als jongedame behandeld, en
altijd als er gasten te dineeren waren, de meisjes
afzonderlijk bediend.
De soep dampte op de borden, en de stilte
was ingetreden, die tijdens ieder diner pleegt
in acht genomen te worden tot het eerste ge
recht is afgeloopen. Reina, die teveel met zich
zelf bezig was, bemerkte niet, zooals Marilena,
die scherpzinniger was, het bemerkt had, dat
er iets gedwongens was in de atmosfeer, en
als het ware op de gezichten te lezen stond.
Wat was er aan de hand? Thans richtte de
markies het woord tot zijn neef. kolonel Roca-
madre. Zijn stem klonk ietwat ongerust, en zijn
woorden waren blijkbaar de voortzetting van
een gesprek, dat straks onderbroken was.
Onderbroken door mijn komst.... dacht de
barones.
En jij, die soldaat bent, en er verstand
van hebt geloof jij werkelijk, dat de Mooren
zóó dicht bij Melilla hebben kunnen komen?
Het zou een onbegrijpelijke zorgeloosheid
van onzen kant wezen, mompelde de rechter,
een nog jonge en knappe man.
Kijk eens, oom, zei de kolonel Ik geloof
alles en niets. Maar zoolang ej verraders zijn,
kunt u op verrassingen rekenen. Ik bedoel n.et
onze soldaten, maar de Mooren, die altijd sluw
en onbetrouwbaar zijn. Het lijkt mij een beetje
kras, dat ze voor de poorten van Melilla zouden
staan, maar u moet er op rekenen, dat de pop
pen aan het dansen zijn. Dat er iets ernstigs
gebeurd is, en niet bepaald gunstig voor ons,
daar is helaas geen twijfel aan.
Zoodat, als er maar een deel waar is van
wat ze zeggen, we reden zullen hebben, om ons,
ons heele leven, den 21sten Juli te herinneren,
zei de notaris ernstig.
En de pers zegt er niets over! prevelde de
markies.
Die van vandaag niet, natuurlijk. De cen
suur heeft alle berichten vastgehouden.
Dat is heel logisch. Om de menschen niet
ongerust te maken
Maar de kranten van morgen zullen zeker
bijzonderheden brengen. Er moeten heel wat
dooden zijn, en nog veel meer gewonden....
Arme drommels!
en een menigte vermisten, waaronder
de generaal zelf.
Gevangen genomen, natuurlijk.
Dat zullen we maar denken Wat ik weet,
heb ik uit heel particuliere bron. Het publiek
hebben ze nog niets officieel meegedeeld. Daar
is het te vroeg voor. Eerst moeten de feiten
worden vastgesteld.
Daar kunnen wel jaren mee heengaan,
prevelde de markies. En zijn er nog vrienden
of bekenden bij. die het slachtoffer van de
tragedie zijn? Mijn neef Mendizabal, was die
óók niet in Alcantara?
Dat was hij. Maar kijk, die heeft geluk
gehad. Hij vroeg om overgeplaatst te worden,
en een dag of veertien geleden is in zijn plaats
vertrokken weet je wie? zei hij, zich tot
Marilena en Carmen Carvajal wendend, die
met dezelfde bezorgdheid luisterden, als al de
anderen.
Nu, wie dan? vroegen ze allebei tegelijk,
met een heel laag stemmetje.
Ze zeggen, dat hij tot de vermisten of ge
sneuvelden behoort Pablo Souza.
Mevrouw Carvajal uitte een kreet van pijn.
Arme jongen! riep ze uit, op smartelijken
toon.
Marilena zei niets. Haar vingers omklemden
haar lepel, terwijl zij langzaam een paar iepels
soep naar binnen werkte. De uitdrukking van
haar gelaat was koud en onverschillig alleen
dat ze héél bleek geworden was, en in haar
prachtige oogen iets als doodelijke angst te lezen
stond. Het koude zweet parelde op haar voor
hoofd gelukkig, dat het door de afhangende
krullen bedekt werd. Alles draaide om haar
heen. Zij voelde, dat zij zou bezwijmen. Als in
een droom hoorde zij, hoe haar grootvader be
vestigde:
Ja, die was, net als mijn neef Mendizébal,
in Alcéntara.
Doch Marilena was een krachtige natuur.
Haar trots kwam haar te hulp, om die vreese-
lijke ontroering meester te worden, en nog nad
zij voldoende kracht, om op onverschillige
toon te zeggen-
Wie kan het eigenlijk zeggen? De eerste
oogenblikken fantaseeren ze van alles
Marilena Tallarea was geen vrouw, die flauw
viel.
Toen Reina Solvadal van de piano opstond,
waar zij enkele stukken ten beste had gege
ven, om zich aan de algemeene sfeer van ge
druktheid te onttrekken, die de Jongste be
richten over den stryd in Marokko bij de gasten
hadden teweeg gebracht, bemerkte zij, dat een
elegante figuur die van Lorenzo Carvajal
onbeweeglijk in de deuropening van het
terras stond. Hij had vol aandacht geluisterd.
Toen hij zag, dat het meisje opstond, bleef
hij kalm staan, doch zijn groote oogen zeiden
heel duidelijk:
waarom speelt u niet nog een poosje
door?
Reina Solvadal wierp een snellen blik om
zich heen. Door de openstaande deur zag zij
haar grootvader, den burgemeester en den
dokter aanstalten maken voor hun spelletje
kaarten. De rechter en de notaris stonden Dij de
tafel met „mah-jong" waarvoor de drie
dames gezeten waren. De dobbelsteenen hadden
Maria Rocamadre aangewezen, om te beginnen.
Speel jij niet, Reina?, zei ze, even op
houdend.
Neen, tante, antwoordde het meisje
lachend. Een van deze heeren kan miln
plaats innemen. Ik ben onbekwaam om de
schijven te onderscheiden, en bovendien geef
ik om geen enkel spel wat,
Neemt u plaats, meneer Velasco, verzocht
Marilena den rechter.
Deze zette zich ietwat gemelijk aan de tafel,
niet zonder een blik vol heimwee naar de
piano en naar de bevallige figuur van Reina
geworpen te hebben. Het sympathieke meisje,
met haar schrander gezicht, trok hem aan, en
hij zou graag enkele woorden met haar gewis
seld hebben, om te zien, of ze even verstandig
als knap was. Maar de hoffelijkheid bond hem
aan den stoel, dien de barones hem reeds bad
aangeboden.
De notaris, een heer van middelbaren leef
tijd, kende al die dingen. Het was werkelijk
hard voor een Jongeman van dertig jaar, in
deze woestijn, die Aledo heette, waar men zoo
goed als nooit jongedames tegenkwam om zich
met zoo'n onbenullig spelletje op te houden,
in gezelschap van drie heel knapoe en heel
achtenswaardige dames, waar hij evenwel niets
aan had, in plaats van het genoegen te hebben,
om een praatje te maken met dat aardige juf
fertje Solvadal, dat zich tijdens het heele diner
gruwelijk verveeld moest hebben naast dien
onnoozelen hannes van een Carvajal.
(Wordt vervolgd)