De roode hulp Berlage herdacht D De zaak-Zwiers Fokker over F 36 HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL Een zeldzame deugd ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1934 En het roode bedrog In een Weensch blad Douanechef in de val Omgekocht door.... departe mentsambtenaren Verzen op gramophoon- platen Pater Hendrichs S.J. Veertig jaar priester I ONDERZOEKINGEN OP ZEE Geen audiëntie Demonstratie-spel ,De Kruisvaart" NEDERLAND WACHT OP ZIJN GROOTSTE VLIEGTUIG Grootsche uiting van de K. J- C. in het diocees Haarlem Hoe de Duitsche justitie kwam aan de aanklacht: het smokkelen van revolvers Een wapen der S.A. ZILVEREN PRIESTERFEEST PASTOOR P. KEMPER Toegangsprijzen Rijksmusea verlaagd EMIL FIEDLER Technische wijzigingen en verbete ringen zijn in het toestel aangebracht Bezoek aan Eindhoven tijdens rondvlucht Ook motorinstallatie verbeterd ARBEIDSCONFLICTEN IN DEN LANDBOUW Naar een oplossing wordt gestreefd BLOEMBOLLENSANEERING Belangrijke mededeeling NED. NATIONALITEIT Onlangs hebben we een boekje over de marxistische vereeniging „De Roode Hulp" opengedaan. De arbeiders ble ken geen roode hulp.te krijgen, want bij de tusschenpersonen en advocaten bleef te veel aan den strijkstok hangen. In een polemiek tegen „De Tribune" brengt thans de Arbeiderspers een. nieuw blad uit het donkere archief. De feiten over de nieuwste campagne van De Roode Hulp komen hierop neer: le. De communisten bedelden in Nederland ongeveer f 20.000.bij elkander voor de com munistische illegale actie in West-Duitschland. 2e. Van dat geld is nimmer een cent ten goe de gekomen aan het doel, waarvoor het werd bijeengebracht. De communistische illegale wer kers in West-Duitschland krijgen eenvoudig weg geen materiaal, dat nochtans in Neder land vervaardigd zou moeten worden. Waar het geld in werkelijkheid voor bestemd werd, is tot dusver een raadsel gebleven. 3e. Duitsche communisten, die naar Holland kwamen om te informeeren naar dezen onge zonden toestand, werden óf met een kluitje in het riet gestuurd.... óf door boosaardige in triges in handen gespeeld van Goering's Gestapo, die ze in 'n concentratiekamp opborg, waar ze niet alleen voor Hitier, maar ook voor de leiding van de communistische Roode Hulp onschadelijk gemaakt zijn. 4e. Een Duitscher, die zich niet zoo gemak kelijk liet afschepen, heeft de Roode Hulp eerst zijn papieren doen afnemen en hem daarna ge dreigd met uitlevering aan de politie, zoodat de man zich in doodsangst schuil heeft moe ten houden. De „Tribune" weet met de aanklacht geen raad en wijt de ontdekking van de geld-verdwijning aan het „verraad" van den communist Andreas Berneck, die eerst in het katholieke Heerlen bij D. in de F- straat 37 en P. in de M.-straat 11 onder komen vond eer hij naar Haarlem ver huisde. Esn artikel in het „Neues Wiener Journal" van Wolfgang Born herdenkt dr. H. P. Berlage en zwaait den overleden bouw meester grooten lof toe. Reeds de titel begint daarmee, want die luidt „De Schepper van het eerste moderne bouw werk der wereld." Men zal Berlage eenmaal in de geschiedenis der bouwkunst noemen als een der zeer groote persoonlijkheden, die aan den aanvang van een nieuw tijdperk optreden, zoo meent Born. Toen hij in het jaar 1898 de beurs van Amsterdam begon te bouwen, heerschte in Europa nog de phantastiek van den Jugend- stijl. In Amerika legde men weliswaar reeds de technische grondslagen voor datgene, wat men heden ten dage gaarne „nieuw bouwen" noemt, en er waren in dien tijd in de groote steden van de Vereenigde Staten reeds warenhuizen, die door hun sierloosheid bijna modern werken. Maar van een nieuw stijlbewustzijn, van een nieuwen kunstwil, kan daarbij nog geen sprake zijn. Zes jaren duurde het, tot de Amsterdam- sche Beurs gereed was en ook toen nog was zij een unicum op de wereld. Want zelfs de Weensche postspaarbank van Otto Wagner, een der koenste daden van de toenmalige bouw kunst, werd eerst een jaar later voltooid. Ja, daar stond zij nu, de Amsterdamsche Beurs, te midden van de mooie oude patriciërs huizen van Hollands grootste stad, dicht bij het Centraal-Station, waarvan de renaissance- imitatie het publiek zoo goed beviel, en Ber- lage's naam was in ieders mond. Een kunstge vecht brak los, dat tot ver over de grenzen van Holland heen de gemoederen opzweepte. Want dit bouwwerk scheen alle wetten der schoon heid te hoonen het was glad! Glad gelijk dat huis op het Michaëlsplein in Weenen, waarmee Adolf Loos zes jaren later de menigte in oproer bracht. De Oostenrijker Jozef August Lux schreef destijds een hymne op Berlage's nieuwen bouw: „Het streven is duidelijk, vóór alles door de constructie van den baksteenbouw te werken, door den geest van een absolute bouwkunst, die vrij is van schittering en de geestrijke invallen van motieven-jagerij. In die puriteinsche inge togenheid ligt de monumentale grootheid." Jo zef August Lux erkende dus reeds in die jaren, dat Berlage's beurs, ondanks haar nieuwheid, de tijdlooze noot van het Hollandsche karakter bezit. Deze cubisch-gesloten bouw, die, gelijk de gothische kathedralen van het land uit rooden baksteen zonder glans is opgericht, groeide or ganisch uit de traditie. Zijn bedoeling is de zelfde die in de gothiek werkte: de constructie is het uitgangspunt van den artistieken vorm. Uit de baksteen zijn ook de reliefs gehouwen, die het uiterlijk sieren. Een machtige klokke- toren op den hoek van het gebouw schenkt het Werk zijn stedebouwkundig accent. Heden komt ons dit bouwwerk als vanzelf sprekend voor. Toen het nieuw was beaamden de beursbezoekers wel, dat het practisch was, maar zij vonden het „niet mooi"En dan geschiedde er iets, dat merkwaardig en tragisch was: in het jaar 1906, juist toen Holland den geboortedag, drie eeuwen geleden, van zijn grootsten kunstenaar Rembrandt vierde, ver toonde Berlage's bouwwerk scheuren. De voch tige bouwgrond van het met tallooze grachten doorsneden Amsterdam zakte. De reusachtige massa van het gebouw begon te wijken. Deze gelegenheid grepen al de ontevredenen aan, voor wie de nieuwe stijl van Berlage een doom in het oog was, om een hartstochtelijke campagne tegen den bouwmeester te beginnen. Men moest Aan een der Belgische grensposten aan de Zuid-Westelijke grens (tegenover Zeeuwsch- Vlaanderen) kreeg een douanechef bezoek van eenige personen, die verklaarden uit Zeeland te komen en van plan te zijn een party goederen frauduleus binnen België te brengen, zy ver zochten hiertoe de medewerking van der. douanechef, die dan als belooning daarvoor een fooi van vijf duizend frank zou ontvangen, die hem voorop zou worden terhand gesteld De chef verklaarde zich bereid hierop in te gaan. Toen hy de vyfduizend franken in ont vangst had genomen, maakten de beide „smok kelaars" zich bekend als departements ambtenaren uit Brussel. De douane-overste werd onmiddeliyk geschorst in afwachting van het vonnis, dat nader over hem, zal geveld worden. maar snel den heelen bouw neerhalen, heette het. En een anderen beginnen, die door een „beteren" architect ontworpen zou worden.... God zij dank, er is niet gebeurd wat deze lieden wenschten. Men ondersteunde de beurs met de middelen, welke de moderne techniek in zulke gevallen weet te gebruiken en verbeterde de binten. Sindsdien heeft Berlage met zijn bouwkunst school gemaakt. Een gansche generatie van jongere architecten zet zy'n werk voort. Thans is Holland het klassieke land der moderne bouwkunst, en het is nog niet lang geleden, dat een gansche groep van Weensche architecten gezameniyk naar Holland reisde, om de mo derne Hollandsche bouwkunst te bestudeeren. Berlage heeft sinds zijn beurs nog veel gebouwd, niet alleen in zijn vaderland, maar ook in het buitenland. Zoo bezitten Londen en Leipzig gebouwen van hem, en ook zyn theoretische geschriften zijn in de Duitsche taal verschenen. Aan de baar van den meester treuren, met zijn landgenooten, alle vrienden van de moderne architectuur. en 8en September a.s. zal de Zeereerw veertig jaar De acteur Paul Huf is door de Columbia- maatschappy aangezocht, om de voor drachten van Nederlandsche poëzie, waar mee hij reeds velen heeft bekoord, op de gra- mophoonplaat vast te leggen. Er wordt een reeks van zeven platen gemaakt, waarop in twee-en-veertig gedichten een overzicht wordt gegeven van de klassieke en de moderne Neder landsche lyrische dichtkunst. Zij zullen vooral bestemd zijn voor schoolgebruik en vele hoof den van onderwysinrichtingen hebben dan ook reeds hun instemming betuigd met dit plan, om de poëzie tot de jeugd te brengen. De heer Huf heeft inmiddels voor een gehoor van landge nooten te Londen een demonstratie gegeven van zpne voordrachten. De keuze, zoo zegt de correspondent van de „N. R. Crt." die er bij was is door allerlei prac- tische overwegingen mee bepaald geworden en maakt daardoor dus weieens een indruk van wil lekeur, maar het spreekt vanzelf dat men in dit bestek geen harmonisch overzicht van de Neder landsche letterkunde geven kan. De platen ge ven eenige middeleeuwsche liederen, gedichten van Breero, Hooft en Vondel, en springen daar na over op de modernen. De heer Huf bracht de eerste zes strophen van het Wilhelmus ten gehoore, gevolgd door een juichend gedichtje van Marsman, een zeer gelukkig contrast. De kunst van den voor drager kwam in het laatste overigens beter uit; het is moeilijk om onder de geweldige associaties van het Wilhelmus geheel onbevangen te blij ven. Wij hoorden eerst de vleeschelijke stem van den heer Huf, daarna de weergave van de wassen plaat, die de fijnste schakeeringen be waard had. Zonder twijfel zullen veel leeraren deze pla ten gaarne ter illustratie van de literatuurles gebruiken. Het behoeft voor lezers in Nederland niet gezegd, dat de heer Huf meer heeft dan een mooi orgaan, in het by zonder ook een fy- nen zin voor het rhythme van een vers. Het ligt in het voornemen Hr. Ms. K. XVIII in November a.s. naar Ned.-Indië uit te zenden via Kaap de Goede Hoop. Deze reisroute is mede gekozen ten einde prof. dr. Vening Mei- nesz als lid van de reiscommissie voor graad- meting en waterpassing in de gelegenheid te stellen ook op dit traject waarnemingen voor zwaartekracht-onderzoek te verrichten. Z. H. Exc. Mgr. Dr. G. Lemmens, bisschop van Roermond, zal a.s. Vrydag geen audiëntie verleenen. Pater F. Hendrichs S.J. priester zijn. De jubilaris wenscht het feest zonder uiterlijke feestelijkheden te vieren, coram Deo. Maar de vele bekeerlingen van zyn cursussen hebben er toch iets op gevon den, om een blijvende herinnering te vestigen aan dit feest. Ze hebben een „Canisiusklok", een maandbladje gesticht voor het houden van het onderling verband met den cursusleider, aan wien de redactie is toevertrouwd. In het eerste nummer schrijft directeur Hendrichs: „Iedere maand praat ik in 't vervolg met mijn convertieten en praten zy met my, als zij willen: hoe meer hoe liever. Laten de ge kozen rubrieken van deze bedoeling getuigen. Ik praat met u over al datgene, wat ik nuttig en vooral opbouwend voor convertieten acht. Dat dit ook voor andere convertieten heilzaam kan zijn, ligt voor de hand. Dit is, lijkt mij, een belangrijke factor in de echte praktische „Nazorg". En aan deze hechtten zoowel Mgr. Callier als Mgr. Aengenent, naar mij meer dan eens persoonlijk bleek, de allerhoogste waarde. Om 't groote goed dan, dat dit maand blaadje ook aan andere bekeerlingen dan de mijne, doen kan, mocht dit niet tot de myne worden beperkt. Allen, die tot het Katholieke geloof overgingen en (kosteloos!) lid worden van den Canisius-Bond, waarvan het „Cen- traal-Bureau" is gevestigd Laan 27, Den Haag, kunnen de „Canisiusklok" gratis ontvangen. Allen, waar in Nederland ook. Willen zij uit eigen beweging een vergoeding zenden aan de administratie van het maandblad, deze te gemoetkoming is welkom Wat ook welkom blijft, en wat de vrienden en belangstellenden wel zullen begrepen, is eenige financieele steun voor het heilzame cursussenwerk op het gironummer 140615. De F 36, welke tijdens de Nederlandsche Rondvlucht een bezoek aan Eindhoven zal brengen. Bij gelegenheid der jaarvergadering van het Juvenaat in het Bisdom Haarlem op Zondag 16 September a.s., zullen de Jonge Wacht en Kruisvaartafdeelingen van Den Haag en om streken een grootsch demonstratiespel uitvoe ren in het circus-gebouw te Scheveningen. Dit spel, dat des namiddags om vier uur zal beginnen, zal worden bijgewoond door den bisschop van Haarlem en vele kerkelijke en wereldlijke autoriteiten. De toegangsprijzen zullen zeer matig worden gesteld, zoodat ook voor bescheiden beurzen geen bezwaren zullen bestaan om het spel te bezoeken. Het spel wordt uitgevoerd door ongeveer zes honderd jongens in uniform met hun leiders. De artistieke leiding berust by Anton Sweers, terwyl de muzikale illustratie in nanden is van Marius Monnikendam. Het kunstzinnige spel, dat zoowel litterair als muzikaal zéér goed wordt verzorgd, zal staan in het teeken der Kruistochtgedachte. Op speelsche wyze zal den stryd ousschen Kruisvaarders en Turken worden uitgebeeld, waarby de ideale gedachte, welke aan den nieuwsten vorm van het jongensjeugdwerk ter. grondslag ligt, n.l. de Kruisvaartmethodiek, op den voorgrond zal treden. De repetities zijn reeds lang in vollen gang. Nadere bijzonderheden zullen nog worden be kend gemaakt. Men zorge er thans reeds voor om dien Zon dag, 16 September a.s. voor deze buitengewone gebeurtenis gereserveerd te houder.. Over de zaak-Zwiers, den Hollander, die in de strafgevangenis te Essen in preventieve hechtenis gehouden wordt en waarover we onlangs een uitvoerig artikel publiceerden, .vernemen we nog enkele markante by zonderheden. Zooals reeds is meegedeeld, werd oorspronkelyk aan Zwiers ten laste gelegd, dat hy revolvers van België naar Duitschland had gesmokkeld en dat hij militaire geheimen verraden had. Om tot dusverre onbekend gebleven redenen heeft men de aanklacht, het smokkelen van revolvers, laten vallen. Wellicht spruit deze merkwaardige byzonder- heid over deze onverkwikkelyke zaak voort uit een mededeeling, die van Duitsche zyde tot ons kwam. Toen Zwiers gearresteerd was of overrompeld, zooals hy zelf verklaart, werd hy aanstonds aan den lijve gevisiteerd. Behalve eenig kleingeld werd niets op hem gevonden. Op Duitsch grond gebied werd hy later nogmaals gevisiteerd. In de buitenzak van zyn jas vond men toen een revolver.... Dit wapen was by de eerste visita tie, die overigens zeer zorgvuldig ondernomen was, niet voor den dag gekomen. Zwiers protesteerde onmiddellijk. Hij ver klaarde heftig nooit zulk een wapen bezeten te hebben. In het oorspronkelyk proces-verbaal werd evenwel neergeschreven, dat op Zwiers een revolver gevonden was. Wie beschryft echter de verbazing van den rechter van instructie, die de in beslag genomen revolver in ontvangst moest ne men? Deze kwam tot de ontdekking, dat de revolver mannen was! een dienstwapen der S.A.- Waarschijnlyk heeft men Zwiers' uitdrukke- lyke verklaring, dat hij deze revolver nooit be zeten had en dat die in zijn jaszak gestopt was, meer geloofd dan het opgemaakte proces verbaal! Intusschen is van Nederlandsche justitiezyde een onderzoek naar het geval-Zwiers ingesteld. Ook de Nederlandsche consul te Essen, de heer Schmid, heeft indertyd een onderzoek in Nederland ingesteld. Althans afgaande op een schrijven, dat deze aan Zwiers zond, mogen we concludeeren, dat zulks inderdaad het geval is geweest. Dato 7 Mei schreef de consul aan Zwiers: „In antwoord op uw schryven deel ik u mede, dat een, door de Nederlandsche politie en justitie ingesteld onderzoek een negatief resul taat heeft opgeleverd; een overval, zooals u meende, op Nederlandsch grondgebied, kon niet vastgesteld worden." Onzerzyds met betrekking tot dezen brief een enkele opmerking. Heeft de Nederlandsche politie of justitie omstreeks dien tyd zich ook in verbinding gesteld met den kostbaas van Zwiers, die nauwkeurige gegevens had kunnen verstrekken over Zwiers' optreden op dien be- wusten Zondagmorgen? Te 's-Gravenhage zal a.s. Zondag feestelijk gevierd worden het 25-jarig priesterfeest van Pastoor P. Kemper, van de parochie H. The- resia van het Kindje Jezus, aan de Apeldoorn- sche laan. Van avond zal de jubilaris te 8 uur afge haald en naar de kerk geleid worden, alwaar kapelaan P. de Groot een toespraak zal hou den en een feestgeschenk wordt aangeboden. Deze by eenkomst wordt besloten met een plechtig Lof. Zondagsmorgens 10 uur zal door Pastoor Kemper een plechtige Hoogmis worden opge dragen en te 2 uur receptie gehouden worden. Des avonds half acht is er weder een plechtig lof, waaronder de jubilaris een dankwoord zal spreken. Gedurende de Nederlandsche Reisweek van 20 tot 27 Augustus zullen de toegangsprijzen der Rijksmusea worden verlaagd in dien zin, dat op dagen, waarop anders f 0.25 p.p. verschul digd is, slechts f 0.10 zal worden gevraagd. 13e Zondag na Pinksteren. Evangelie: Lucas 17, 11-19. In hoeverre de verhalen over de dankbaarheid van wilde dieren waar zijn, weet ik niet. Zouden ze uitgevon den zijn om te bewijzen, dat wilde dieren vaak beter zijn dan menschen, dan had men zich die moeite gerust kun nen sparen, want bewijzen, dat geen dier uit de wildernis zoo rauw en wreed is, als menig mensch zich sinds den val van Adam heeft getoond, vindt men te over in iedere kuituur- en wereldgeschiedenis. Wanneer een kat een vogel vangt, wordt ons weeke hart gevoelig aangedaan; wat echter niet verhindert, dat kip pensoep of een gebraden duifje ons later evengoed sma ken. Komisch eigenlijk, zooals de mensch het jachtrecht voor zichzelf gereserveerd heeft, en andere schepselen, die op buit uitgaan, als wilde dieren bestempelt. Waar schijnlijk bezit de mensch zelf het record in wreedheid. En met de ondankbaarheid is het al niet anders gesteld. Zelfs aan de ongeloofelijkste geschiedenis van mensche- lijke ondankbaarheid zou ik geen oogenblik twijfelen. Er is inderdaad geen vorm van deze hatelijke ondeugd, die onder menschen nog niet voorkwam, die zich niet hon derdmaal herhaald heeft, en zich morgen weer herhalen kan. Wie rekening wil houden met de dankbaarheid van de menschen, rekent bijna altijd verkeerd. Ja, men moet zelfs blij zijn, wanneer degenen, wien men extra-goed gedaan heeft, die men in een zeer groote verlegenheid te hulp kwam, iemand achteraf niet als vijand en in dringer beschouwen. Dat men hen geholpen heeft, ver geten zij; dat men him nood gezien heeft, vergeten velen niet. Negen van de tien, die van de melaatschheid wer den gereinigd, denken er heelemaal niet aan terug te keeren. Waarom dan ook? Ze zijn nu immers gezond. Alles is gelukkig weer in orde. Ja, ze zullen in de toekomst den Heiland zelfs pijnlijk mijden, om niet aan den tijd der melaatschheid herinnerd te worden. En wanneer ze zullen staan voor het huis van Pilatus, zullen ze bijzonder hard schreeuwen, opdat toch maar niemand op de ge- c.achte zal komen te vragen, wat ze dan wel te danken hebben aan dezen Man, dat ze niet deelen in den alge- meenen haat en het wraakgeroepen als het dan eens uitkwam, dat ze melaatsch geweest waren? Neen, dat vooral niet! „Aan het kruis met Hem"! Wanneer men zich echter eenmaal aan de gedachte gewend heeft, dat men geen dankbaarheid behoeft te verwachten, verheugt men zich dubbel over iedere uit zondering. En die zijn er vast en zeker. Maar voor men de noodzakelijke harde huid verkregen heeft, moet men door veel pijnlijke ervaringen heen. Menigeen krijgt daar bij niet alleen een harde huid, maar ook een steenen hart. Voor zoo'n onvermurwbaar hart moet elke christen zich trachten te bewaren door te doen voor God, wat de men schen hem vragen. Intusschen is het in-jammer, dat er zoo weinig dank baarheid gevonden wordt, juist omdat zooveel menschen den lust tot goed-zijn daardoor hebben verloren. En om die reden is de armste bedelaar, die slechts van aalmoe zen leeft, een weldoener der menschheid, wanneer hij dankbaar is, want zijn dankbaarheid geeft aan de mensch heid den milden glimlach en de hulpvaardige hand terug. En daarom is iedere ondankbare een allerschadelijkst wezen en erger dan een dief, die geld steelt, omdat de ondankbare de goedheid rooft uit de harten der menschen. Wat ik tot hiertoe geschreven had, las ik voor aan een vriend. Bij de wilde dieren enz. trok hij een bedenkelijk gezicht; maar daarna werd hij weer gerust. Doch toen ik klaarAwas, zei hij: „Ja, ja, maar nu de moraal van de geschiedenis." Deze is echter zeer eenvoudig, slechts dit eene: zelf een dankbaar mensch worden. En niet alleen wanneer wij uit een ernstige verlegenheid zijn geholpen. Van deze soort dankbaarheid kan geen fatsoenlijk mensch zichzelf ontslaan. Maar ik denk veeleer aan de dankbaar heid, welke ons steeds weer doet beseffen, hoeveel wij toch wel bezitten, en hoeveel wij nog méér hebben dan andere menschen. Deze dankbaarheid is namelijk een van de overvloedigste en zuiverste bronnen van levensvreugde. Ik trof eens onder den wereldoorlog in een veldlazaret in Romagne twee kameraden, de een blind, de ander zon der beenen. Ze lagen naast elkander. En op zekeren dag, terwijl die zonder beenen sliep, zei de blinde me: „Arme kerel die daar, hij kan nooit meer loopen, altijd aan zijn rolstoel gebonden, altijd zal hij hulp noodig hebben als een klein kind. Mij zal mijn vrouw bij den arm nemen, en dan kan ik gaan, waar ik wil, en zooveel als ik wil." Toen de blinde naar het vaderland getransporteerd was, vertelde de ander me: „Een arme kerel, mijn kameraad, mijnheer pastoor Hij zal nooit meer kunnen lezen, geen krant, geen boek; altijd is het nacht voor hem! Wat zou hij er voor over hebben, om nog eens de zon of een bloem te zien." En menschen, die beide hebben, gezonde ooger. en gezonde beenen? En menschen, die warm eten op tafel krijgen en niet denken aan degenen, die zelfs geen droog brood kunnen bemachtigen? En menschen, die, als ze moe zijn, naar bed gaan en niet denken aan hen, die onder bruggen slapen, die in een of andere hooimijt of onder een heg moeten kruipen? Er zijn niet veel dingen in het leven, die men niet met wat dankbaarheid warm en zacht kan maken, ook wanneer ze anders hard zouden zijn. Er is niets anders voor noodig, dan aan de menschen te den ken, die nog minder bezitten dan wij. Nog een andere soort dankbaarheid bestaat er, die ook maar aan weinigen eigen is. De dankbaarheid jegens de menschen, die voor ons werken. Menigeen zal bij zich zelf zeggen: „Nu? die worden er toch voor betaald!" In zoover het gaat om mijne schoen- of kleermaker, meubel maker en smid, klopt dat ook. Ik verlang mijn waar, zij hun prijs; en wanneer ik hun betaald heb, zijn wij quitte. En het „dank u" van mijn en hun kant is slechts een beleefdheid. Maar er zijn duizenden menschen, die niet voor u of voor mij op bestelling werken, en toch voor ons allen in de weer zijn. Zij verrichten arbeid, die noodzake lijk gedaan moet worden, wil de groote machinerie van het moderne leven niet vervuilen of totaal stilstaan. Men overdenke slechts, hoeveel handen zich vlijtig gerept en voor ons gewerkt hebben, voordat ons brood klaar op de tafel staat! Van dit stuk brood gaan honderden draden van dankbaarheid naar honderden menschen. Voor hem, die zien kan, die kan denken. De stompzinnige eet en drinkt, en bezwaart zich niet met gedachten. Men stelle zich het aantal menschen eens voor, die onze straten en ondergrondsche riolen reinigen! Hoeveel verschillende arbeiders zijn noodzakelijk voor een nietig gebruiksvoorwerp als een enkele naald, een zakmes, een pen? Daar staat werkelijk een leger van men schen gereed: menschen in de ijzermijnen, menschen bij de hoogovens, menschen in zoo- en zooveel fabrieken. Of denkt u eens aan de duizenden, die dag en nacht diep onder de aarde, men kan zeggen in dagelijksch levensgevaar, onze steenkolen delven! Waar heb ik gelezen, dat in een grauw steenkolengebied, pas nog door een tragische mijnramp getroffen, menschen werkten, die wekelijks voor zich en hun familie niet meer verdienden dan twaalf gulden? Men kan het nauwelijks aannemen. Men verzet zich ertegen, zooiets te moeten gelooven. Maar wanneer het bericht van dat weekloon van twaalf gulden werkelijk waar geweest is en het zal helaas wel waar geweest zijn dan had iedere wel- meenende krant het net zoolang dagelijks in vette letters moeten afdrukken, totdat het anders geworden was. Dat men die menschen later kransen van vijf-en-twintig gul den per stuk op hun baar legt, daarmee wordt niets ver holpen. Toont al dezen helden van den arbeid dankbaar heid, zoolang zij leven; niet wanneer ze gestorven zijn. De sociale dankbaarheid is wellicht nog zeldzamer dan iedere andere. Maar juist aan haar kan men meten, of wij waard zijn, dat men voor ons werkt; en of een ge meenschap waard is, dat menschen voor haar instand houding harden, smerigen, voor hun gezondheid schade lijken en vaak levensgevaarlijken arbeid verrichten. Tydens zijn verblijf in de hoofdstad heeft den heer A. H. G. Fokker in een vraaggesprek mededeelingen gedaan, hoe het precies staat met den vier-motorigen F. XXXVI, dien de K. L. M. bij de Nederlandsche Fokkerfabriek heeft besteld en die na een aantal proefvluch ten eenige weken buiten bedrijf is geweest. „Ik weet," zoo zeide Fokker, „dat er over dit vliegtuig allerlei geruchten de ronde hebben gedaan en daarom zal ik u precies vertellen, hoe de situatie is. De F. XXXVI. waarmede de volgende week de proefvluchten zullen worden voortgezet, is eenige weken buiten be drijf geweest teneinde enkele verbeteringen in de technische installatie uit te voeren. „Ik heb niet het minste bezwaar om u daar van de details mede te deelen," aldus de heer Fokker. „Tengevolge van de buitengewone af metingen der benzinetanks bleek het ge- wenscht, wijzigingen aan te brengen aan de z.g. slingerschotten binnen in deze tanks, welke schotten het heen- en weerloopen van de ben zine moeten tegenhouden. Daar de tanks zich in den vleugel bevinden, moesten deze eruit genomen worden om in de fabriek de vereischte constructiewyzigingen te ondergaan. Ook de uitlaatbuizen met de daar mee samenhangende verwarming wierpen tengevolge van de geheel nieuwe opstelling boven op den vleugel nieuwe problemen op, die constructieve veranderingen noodza kelijk maakten. Een plaatselijke versterking van de triplex-beklee- ding aan de vleugeltippen werd toegepast, teneinde een betere werking van de ailerons te verkrij gen. Deze werd uitsluitend op initia tief van de fabriek uitgevoerd. Me dedeelingen, zooals in de buiten- landsche pers verschenen zijn over het aanbrengen van een extra langs- ligger, behooren in het rijk der fantasie „Ook de motorinstallatie," zoo verklaarde de heer Fokker verder, „onderging verscheidene verbeteringen. Zoo liet o.a. de K. L. M., die de motoren ter beschikking stelt, grootere olie- koelers installeeren, voorts bleken eenige ver anderingen in het benzinesysteem gewenscht. Tevens werden de stroomlijnomkappingen om en achter de motoren in overleg met den Ryks Studiedienst voor de Luchtvaart ver beterd, hetgeen waarschynlyk een snelheids vermeerdering tengevolge zal hebben. Bovendien werd een groot aantal kleinere verbeteringen van allerlei aard uitgevoerd, ter- wel de geheele machine, vooral de binnen inrichting, verder afgewerkt werd. De zeer om vangrijke proefvluchten en uitgebreide metin gen worden de volgende week voortgezet. Met dat al zullen deze nog menig vlieguur nood zakelijk maken, alvorens het toestel door de K. L. M. voor den geregelden dienst in gebruik genomen kan worden." „Wordt er binnen afzienbaren tyd nog een groote vlucht in ons land ondernomen?" „Het is niet uitgesloten," antwoordde de heer Fokker, „dat het toestel ter gelegenheid van de Nederlandsche rondvlucht naar Eindhoven zal vliegen, teneinde aan de groote belangstel ling van het Nederlandsche publiek te voldoen. Tenslotte kan ik u mededeelen, dat de F. XXXVI ter gelegenheid van het I.A.T.A.-con- gres te 's Gravenhage, waaraan vertegenwoor digers van vele buitenlandsche luchtvaartmaat- schappyen deelnemen, Woensdag 29 Augustus des namiddags op Schiphol door de deelnemers aan het congres zal worden bezichtigd." Te Zevenbergen zijn onder leiding van den Ryksbemiddelaar, prof. mr. P. J. M. Aalberse, besprekingen gehouden met partyen, betrokken bij de dreigende arbeidsconflicten in den land bouw te Lage Zwaluwe en Standaarbuiten. In het eerste geval kwamen partyen over een, op Dinsdag a.s. de voorwaarden te be spreken, waarop een collectief contract zal wor den afgesloten, en er kon dus geconstateerd worden, dat van een dreigend conflict geen sprake meer is. Wat Standaarbuiten betreft, bleken de ter vergadering aanwezige werkgevers in het geheel niet in staat te zyn, namens alle boeren in die gemeente op te treden. Zy zullen alsnog trach ten, een mandaat te verkrijgen. Mogelijk zal dit ten gevolge hebben, dat door beide partyen tot arbitrage wordt besloten. Men deelde ons hedenmorgen mede, dat van de regeering bericht is ingekomen, dat reeds na de gelegenheid geschapen is, dat tulpen en hya cinten, die op de veiling onverkoopbaar bleken en aan exporteischen voldoen, via de veiling ingenomen worden door de regeering. Op den gestelden tijd zullen de bollen betaald worden. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft aan de burgemeesters een circulaire gestuurd, ter bevordering van een eenvormige toepassing der wet op het Nederlandschap en het Inge zetenschap ten aanzien van personen, die door een ten tyde hunner geboorte de Nederland sche nationaliteit missende vader of moeder zyn erkend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 5