Het spoorwegnet in Afrika <Ket oetfiaal om den dag PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND Gelouterd COMBINATIE VAN TREIN EN BOOT Visch met muziek SUCCES Alle abonné'sWraHaJrtSWSKSa'S 2SKS2f750.-SSoSS-iS f250- W fI25-^%S^ f40"~ DINSDAG 21 AUGUSTUS 1934 Tegenwoordig kan men het zwarte werelddeel van noord naar Zuid en van Oost naar West snel doorkruisen Snelle vooruitgang Zachte klanken, die uit de zee opklinken Kampioen sïgaren- rooker overleden Agent, die een inbreker hielp Maatschappelijk werk drankellende en Verlof om een baard te dragen 3600 zeppelin-reizen Nieuw duikrecord teTwat hiTX 1 Het vergeten Gevangenis-weekblad in Engeland Een weddenschap Waterleidïngsbuizen van papier AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL NAAR HET SPAANSCH Wanneer men realiseert, dat nog geen halve eeuw geleden de kaart van het groote Afrikaansche vasteland hoofdzakelijk witte plekken vertoonde, dan moet de snelheid, waarmee in de laatste decennia geheel mid den Afrika met de buitenwereld in verbin ding gebracht is, onze bewondering en ver bazing opwekken. Tegenwoordig kan men met spoor, boot en auto dit groote wereld deel van noord naar zuid en van oost naar west zeer snel doorkruisen. De noord-zuid-verbinding gaat via de Egyp tische en Soedaneesche spoorwegen naar Senna aan den Nijl en vandaar met de boot tot Joeba. Deze plaats is door een prachtigen autoweg, die door de schitterende hooglanden van midden- Afrika leidt met Oezoemboera aan het noord einde van het Tanganjika-meer verbonden. Een geregelde bootdienst brengt den reiziger van Oezoemboera naar Albertville aan den westoever van dit meer, vanwaar 'n trein hem naar Ca- balo aan den Congo brengt. Een rivierstoomer voert binnen 4 a 5 dagen naar Boekama in het zuiden van de Congo-kolonie. Van hier leidt de Congospoorlijn naar Sakania, waar men aan sluiting heeft op het Zuid-Afrikaansche spoor wegnet, dat zoowel naar Beira aan de oostkust als naar Kaapstad voerdt. Belangrijker dan de Noord-Zuid-route is de Oost-Westverbinding, die uitsluitend door spoor wegen tot stand komt en die de rijke ertsge- bieden van den Zuid-Congo als ook de Britsche koloniën Noord- en Zuid-Rhodesië zoo snel mogelijk met het wereldverkeer aansluit. De spoorwegen hebben de steden Beira in Mozam bique en Benguella in Angola tot groote betee- kenis gebracht. Van Beira, dat door niet minder dan twee en twintig scheepvaartlijnen geregeld wordt aange daan, brengt een zeshonderd Engelsche mijlen lange spoorlijn naar de Domiera-baai aan het Nyassa-meer. Een andere groote verbinding brengt naar Salisbury in Zuid-Rhodesië. Mo menteel bestaat er tusschen Salisbury en Ka- fue in Noord-Rhodesië een te lange verbinding. Er zijn plannen in overweging een directe lijn tot stand te brengen, waardoor de reis een derde korter zou worden dan nu. Van Kafue brengt de trein naar Sakania, het eindpunt van de Belgische Congolijn. De Bel gische onderneming brengt dan naar Elisabeth- ville, de vlug groeiende hoofdstad van het ge bied Katanga en naar Tenke het spoorwegkruis punt in binnen-Afrika, naar het Noord-Westen tot Port Franequi, waaruit men per schip over de Kasai en de Congo Kadi de monding van de Congo bereikt. In Tenke kruist men den Lobito-spoorweg, die naar Dilolo en Banguella loopt en de verbinding in stand houdt tusschen de rijke ertsgebieden van Katanga en de we reldmarkt. Een Oost-West-verbinding is tot stand ge bracht vanuit Daressalam naar Kigoma aan het Tanganjika-meer. Van hieruit zorgt een gere gelde stoomboot-verbinding voor het vervoer naar Albertville. Eenige dagen geleden werd in Fransch aequatoriaal Afrika de nieuwe spoorweg, die Pointe Noire, aan den Atlantischen Oceaan, met Brazzaville verbindt, geopend. Gelijktijdig werd een begin gemaakt met nieuwe moderne haven werken te Pointe Noire. De thans geopende lijn heeft een lengte van ruim 550 K.M.; twee en negentig bruggen en viaducten en twaalf tun nels werden gebouwd. De langste tunnel van Afrika is de Bamba-tunnel, die 1690 meter lang is. Aangezien Brazzaville reeds sedert 1898 door een spoorweg met de monding van den Congo verbonden was, aarzelde men van Fransche zij de lang met den bouw van een eigen spoor weg. Pas toen de ontdekking van groote ertsu voorraden in Katanga de economische ontwik keling in de Fransche Congo-kolonie steeds ver grootte, besloot men in 1914 tot een nieuwe spoorwegverbinding over te gaan. Men had eerst een spoorbreedte gekozen van een meter, maar in 1925 werd deze gebracht op 1.06 meter, ten einde een verbinding met het spoorwegnet van Rhodesië en de Zuid-Afrikaansche Unie tot stand te kunnen brengen. In technisch opzicht was de aanleg van het spoor door de Majoem- ba-bergen, een 70 KJVI. lange streek, buitenge woon moeilijk. De nieuwe lijn ontsluit een zeer vruchtbare streek, waar koffie, katoen, cacao, tabak, enz. verbouwd worden en waar rijke kopermijnen te vinden zijn. Aangezien ook een groot deel van den Belgischen Congo-handel via de nieuwe lij nen zal gaan, kan er niet aan getwijfeld wor den, dat door deze lijn en door de vernieuwing van de haven Pointe Noire een groote toekomst tegemoet gaat. Behalve de groote transcontinentale spoorlij nen spelen ook de groote rivieren Sambezi. Congo en Niger-Benue, die zeer bevaarbaar ge-' maakt zijn, voor het verkeer van binnen-Afrika met de kust een groote rol; in Oeganda, Britsch- Oost-Afrika, Soedan en de Congokoloniën heb ben autowegen nieuwe verkeersmogelijkheden geschapen. De transcontinentale spoorlijnen zijn zeer comfortabel: slaapwagens, restauratiewagens enz. zijn aanwezig en de regeeringen van de Engelsche, Belgische en Portugeesche koloniën doen sedert jaren hun best door ijverige pro paganda het toeristenverkeer te bevorderen. Hij zwijgt als een visch" of „hij houdt zich stom als een visch", zult gij wel eens hebben hooren opmerken aangaande een uwer medemenschen, een man natuurlijk, daar zwijgen en zich stom houden boven de krachten der normale vrouw plegen te liggen. De waarde dezer gezegden is echter ook slechts betrekkelijk, daar er visschen zijn, die dit voorbeeldig zwijgen voor zich niet in acht nemen, wat zij er voor hun medevisschen ook van mogen 'denken. Vakautoriteiten hebben nieuwe nasporingen gehouden, en deze nasporingen leverden de ontdekking op, dat er visschen zijn, die geluiden voortbrengen, en wel geluiden van zeer ver- scheidenen aard, zelfs kreten! Verrassing wacht iederen bezoeker van het schoone eiland Ceylon, wanneer hij zich in de rust van den tropischen nacht door inboorlingen naar bepaalde, slechts hun bekende plekken van de kust laat roeien. Hij zal zijn ooren niet gelooven, wanneer uit de zee zachte klanken op klinken, gelijkend nu eens op harpspel dan weer op het melodieuze geluid, dat wordt voortge bracht door met een natten vinger over den rand van een leeg wijnglas te schuiven. Hij zal misschien denken, dat in de branding onder de Palmenkust nymfen en nereïden hui zen. De vakautoriteiten weten hem echter te zeggen, dat dit niet zoo is, maar dat de muzi kanten visschen zijn. „Musiceerende schaal- visschen" heeten deze zeebewoners. Nog een menigte andere visschen produceert geluid. Daar is de „slijmvisch der tropische wateren", die in oogenblikken van gevaar een heuschen kreet laat hooren. Nog sterker is het Dezer dagen is te Weenen een heer in den ouderdom van 73 jaar overleden, die getrouw iedere sigaar had genoteerd, van het tijdstip af, dat hij begon te rooken, zoodat hij steeds wist hoeveel sigaren hij reeds gerookt had. Bij zijn overlijden bleek, dat hij de geweldige hoeveel heid van 628.046 sigaren had verbruikt. Tot dusver stond het record op naam van den Ber- lijner Gottlieb Jauer, die het overigens ook niet kleine aantal van 547.500 sigaren in rook had doen vergaan. Dat men aeze beide heeren niet als voorbeeld voor den schadelijken invloed van nicotine kan stellen, blijkt uit het feit, dat beiden niet in de kinderschoenen gestorven zijn. geval van den „nestvisch", die zijn jongen met een melodieus mengsel van kirren en kwaken een slaaplied voorzingt. De zaagbaars kan urenlang een eentonig boem-boem den nacht indreunen. De „kanon- visch" heeft met zijn op schoten gelijkende ge luiden reeds menig zeevaarder, misschien wel menig oorlogsschip, aan het schrikken gebracht. Bij Calera (Chili) leeft de „schubbenvisch", die voortdurend vier gelijkblijvende noten doet hooren en op enkele Zuidzee-eilanden kan ver het land in nog het razend trommelen van den „oorlogsroeper" vernomen worden. Evenwel ook deze uitzondering op het voor beeldig zwijgen der visschen is betrekkelijk. Daar alle visschen zonder uitzondering ver stoken zijn van stembanden, hebben zij ook geen van alle een stem. Het moet dus wel zijn, dat bovengenoemde visschen er iets anders op hebben gevonden. Volgens de geleerden het zullen wel Duitsche zijn ontstaan de merkwaardige geluiden dan ook door de zwemblazen, welker wanden zich beurtelings spannen en ontspannen, aldus, op een nog nader te onderzoeken wijze, het ge luid tot stand brengend. Een politie-agent te Lyon, die een weinig af gelegen woont, ging dezer dagen na gedanen arbeid huiswaarts en haalde onderweg een man in, die moeizaam tegen de hellende straat op liep, terwijl hij een zwaren zak op den rug droeg en een fiets aan de hand voortduwde. Toen de politieagent hem voorbijliep, sprak de man, die er zeer vermoeid uitzag, hem aan en beklaagde zich, daar het toch zoo moeilijk was een fiets tegen den berg op te duwen en tege lijk een zak te dragen. De agent, begaan met den man, bood hem aan den zak te dragen, welk aanbod gaarne werd geaccepteerd. Onder een levendig gesprek liepen ze verder, tot zij op het hoogste punt van de straat waren gekomen, de vreemde zijn zak weer overnam en op de fiets naar beneden reedEerst den anderen dag kwam de agent te weten, dat de man, dien hij had geholpen, een gezocht inbreker was en die juist weer een nieuwe inbraak had gepleegd. In den zak, door den agent zoo bereidwillig ge dragen, had zich de buit bevonden! In „Enkrateia", het christelijk tijdschrift voor geheelonthouding, vinden we enkele cijfers over maatschappelijk werk ten bate van ongeveer tachtig duizend hulpbehoevenden als ouden van dagen, krankzinnigen, tuberculosen, idioten, verwaarloosde en misdadige kinderen, psycho- pathen, lichamelijk gebrekkigen, drankzuchti gen, zwervers en zoovele anderen. In veertig krankzinnigen-gestichten worden meer dan twintig duizend geesteszieken ver pleegd, terwijl in Nederland drie duizend idiote en zwakzinnige kinderen in speciale inrichtin gen verzorgd worden. Ongeveer tien duizend kinderen zijn onder voogdij gesteld en voor een groot deel aan de ouderlijke zorgen onttrokken wegens drank zucht der ouders. Naar Veenhuizen worden nog ieder jaar on geveer achthonderd landloopers en bedelaars gedirigeerd. Het aantal vergunningen bedraagt in totaal 28.655, d. i. één op de driehonderd inwoners. Per dag geeft ons volk bijna één millioen gul den uit aan bedwelmende dranken. tiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiii ïiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiü (Van onderen "beginnen Der wetenschap! 1 Het hooge peil Gedurfd en knap, E Zij schragen thans, Der stratosfeer! In 't gulden boek En zelfs met eer, Hun namen staan, E En op z'n snelst. Bewezen dit f En van der Eist De naam Cosyns Verwijlen kon. Waar slechts de geest Door gasballon, Door gondel en Gedragen wordt Doordat zij nu Slaat een record, 1 De wetenschap i Die hooger leidt. Techniek vooral, 1 In dezen tijd En 't is beslist De wetenschap! Door stijging stijgt Maar stap voor stap, Al gaat dit soms Het schoone doel! Steeds hooger-op I Naar ons gevoel, i Want altijd ligt, i Van onder af. 't Begin begint i Ook later paf, Al staat de mensch MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) Biiiiiimmiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimimmminiiiiï: Dat een burger van de autoriteiten verlof krijgt een baard te dragen, is een uniek gebeu ren, dat men onlangs in een Roemeenscn dorp kon beleven. Bij de prefectuur van Tsjisjinau meldde zich kort geleden de zeventig-jarige boer Jorga uit het dorp Ciprieni met het ver zoek hem het recht te verleenen zijn langen tot op de borst hangenden witten baard te mogen blijven dragen. Dit bijna een halve meter lange pronkstuk, dat hem het eerwaardige uiterlijk van een patriarch verleende en dat hij 32 jaar lang liefdevol verzorgd had, was door een wet van de gezondheidscommissie bedreigd, die eischte, dat hoofd- en baardhaar het slachtoffer van de schaar zouden worden, teneinde de ver breiding van een in het land heerschende huid ziekte tegen te gaan. Hij was er in geslaagd de gendarmen, die om zijn dorp de wacht hielden te verschalken en hij vroeg thans nederig, dat ten gunste van zijn baard een uitzondering gemaakt zou worden. Ontroerd door de smeekbede van den ouden man willigde de prefect dit eigenaardige ver zoek in en Jorga keerde gelukkig met de offi- cieele bevestiging naar zijn dorp terug, waar hij met z'n baard trotsch rondloopt tusschen de dorpelingen, wier schedel en gezicht geen haartje meer vertoonen. Tijdens de thuisreis werd op de bekende „Graf Zeppelin L. 127" een uniek jubileum ge vierd. De eerste stuurman Ludwig Marx is se dert 35 jaar in dienst van de Duitsche lucht vaart en volbracht 3600 tochten met Zeppelins. Hij heeft den ontwikkelingsgang van dit luchtvaartuig geheel meegemaakt en was as sistent van Graaf Zeppelin. Alle luchtscheep- typen vanaf de L. Z. 1 tot de L. Z. 127 heeft hij gekend. Alfred Erholt behoorde niet tot de man nen, die meer aandacht aan hun typistes wijden dan verstandig is. Of ze blond waren dan wel donker, leelijk of mooi, hij be oordeelde zuiver naar haar verdiensten en zoo kwam het, dat de knappe Penelope, die zich eenige filmachtige illusies had gemaakt toen ze ontdekte welk een knappen en interessanten patroon ze had, na een jaar bij hem in dienst te zijn geweest, nog precies eender door hem werd behandeld ais ieder ander meisje op zijn kantoor: correct en onverschillig. Het was een winteravond, dat ze nog met een paar anderen had nagewerkt. Ook de directeur zat nog op zijn bureau, hij had het zeer druk gehad. Penelope werd éénmaal bij hem binnenge roepen voor iets, waarbij hij even onpersoonlijk beleefd was als steeds, hoewel ze een jumper droeg, welke haar buitengewoon flatteerde. Een uur later, toen de meisjes naar huis konden gaan, zat Alfred Erholt nog in zijn kamer. Het werd laat dien avond, maar hij was stipt en vroolijk en vastbesloten, door deze cri sistijden heen te komen en zijn opwaartschen weg te gaan vervolgen. Eigenlijk had hij niet veel plezier in zijn korte leven gehad. Hij volgde zijn vader al jong op, toen deze ziekelijk werd, kreeg moeilijke tijden en zat in zorgen en eindelooze bereke ningen op zijn leeftijd, terwijl andere mannen plachten te gaan dansen met aardige meisjes en verliefd te zijn. Hij had geen tijd voor aar dige meisjes genomen. Hij beoefende alleen de sport, om wat lenig te blijven. Beter een Zon dag golf spelen of tennis of een turnclub. zoodat je lichamelijk bij blijft, dan je kostbaren tijd te gaan „verknoeien" door met een of ander lastig veeleischend meisje ergens heen te gaan teaen of te gaan dansen. Dien avond zeer laat dus maakte hij zich gereed, om eindelijk ook te gaan, toen zijn oog op een klein voorwerp viel, dat op een leeren fauteuil lag. Het was een mooi klein hand- taschje. Hij verwonderde zich eerst en herinnerde zich toen dat een der meisjes wie was het ook weer geweest? binnen was gekomen voor een paar instructies. Toen had ze zeker haar taschje hier laten liggen. Hij nam het kleine ding op en besloot het aan den portier te ge ven en het den volgenden dag zelf te over handigen. Een moment stond hij klaar om het in den zak van zijn overjas te steken, toen dreef een gevoel van nieuwsgierigheid hem er toe het taschje te openen. Er kwamen de gewone dingen uit: een lip penstift, een poederdoos, een zakdoekje, spie geltje, tramkaart, een paar brieven, sleuteltjes, een toen iets volkomen onverwachts: een por tret van hem zelf. Alfred staarde naar dit portret, geknipt uit een blad en herinnerde zich dat hij gefotogra feerd was, toen een van zijn nichtjes een zeer chique huwelijk deed. Hij stond op de foto even achter den bruidegom, doch deze was wreedaardig stukgeknipt en ook de bruid was verminkt, het was klaarblijkelijk alleen om dit portret van hem te doen geweest. Alfred mocht nog zoo'n energieke en ernstige jongeman zijn, op deze vondst reageerde hij normaal genoeg: met een gevoel van ijdele ge- streeldheid. Wel, wel.... een van de meisjes was dus verliefd op hem?.... Wie kon het zijn? Hij had nooit iets. gemerktwacht, de brieven.... hij las het adres. En toen zag hij, doch vrij vaag, Penelope voor zich. Knap meisje welhad haar altijd koel behandeldzulke meisjes trachten altijd hun patroon in te palmen, maar zij was altijd even Sedert jaren is men bezig de sprookjesachtige schatten te heffen, die in vroegere eeuwen, tij dens zware stormen met trotsche oorlogssche pen in de diepte verdwenen. De beroemde dui ker Rafellie van het schip „Artiglio" heeft zoo juist met een nieuwe duikuitrusting het verba zingwekkend record van 400 meter gevestigd. Oom Sidney en ik schaften ons thans de benoodigde winterkleeding aan, die we in het hooge Noorden best zouden kunnen gebruiken. We kochten ski's waarin we ons thans duchtig oefenden, want deze kunst zou ons wel te pas kunnen komen. Gaandeweg werden de toebereidselen getrof fen tot een spoedig vertrek. Af en toe hadden we het nog wel over onze avonturen die we in Rusland hadden meegemaakt en we waren maar wat blij, dat we aan de klauwen van het Sovjetmonster waren ontsnapt. Nadat we een hartelijk afscheid hadden ge nomen van de autoriteiten, vertrokken we voor den langen tocht naar Noord-Zweden. Zonder ongevallen bereikten we Tromsoë, waar we vei lig landden. Naar de Noordpool. Het oogenblik van ver trek uit Tromsö was aangebroken. Het toestel was terdege nagezien, een slede was mee aan boord genomen en verder hadden we een groo- ten voorraad proviand en uitrustingsstukken meegenomen. Oom Sydney zat aan het stuur en al spoedig vlogen we boven de Noordelijke IJszee. Weldra zagen we het drijfijs. correct en vriendelijk, terughoudend, en dat, terwijl.... Hij ontroerde ervan. Zoo'n kind.... had bepaald wel eens verdriet, als hij zoo wei nig notitie van haar nam. Eigenlijk een héél pijnlijke geschiedenis. Na tuurlijk mocht zij nooit vermoeden dat hij iets te weten gekomen was, dat hij iets had ge merktOp zijn gewone manier gaf hij haar den volgenden morgen het taschje terug. Hij zag wel dat ze verschrikt keek en ver legen was, maar toen hij niets liet blijken, haal de ze verlicht adem. Daarmede scheen het incident geëindigd, doch in werkelijkheid begon het toen pas. Als hij ge- meend had te dekt had, dan j vergiste hij zich. i tüSCIlje Zijn mannelijke ijdelheid dwong hem meer aandacht aan haar te besteden. Ze was knap, héél knap. Die jersey stond haar zoo frisch en lief. Ze deed haar werk goed, was altijd kalm en terug houdend. Hij zou haar waarschijnlijk zielsge lukkig maken, als hij haar eens vroeg of ze mee uitging om thee te gaan drinken. Ze zag er niet naar uit alsof ze zou trachten hem in haar netten te vangen. Neen, daar was ze te on schuldig voor. In stilte had ze haar liefde op gekropt.... het was eigenlijk aandoenlijk. Toen de gelegenheid zich voordeed ze had even nagewerkt noodigde hij haar tot een kopje thee uit. Een maand later waren ze verloofd. Pas na hun huwelijk vertelde hij haar eens dat hij haar taschje had geopend en het portret had gezien. „Toen wist ik dat je me liefhad," zei htj, „om mij zelf alleen.... want je had nooit iets laten merken. Penelope zweeg met teedere oogen. Ze overlegde dat men iets nooit zekerder kan berekenen dan wanneer men speculeert op twee eigenschappen, die de mannen specifiek vrou welijk plachten te noemen: nieuwsgierigheid en ijdelheid! Want dat taschje had ze met moedwil laten liggen. En het resultaat was naar verwachting ge- weest. Naar men uit Londen meldt, is daar het eer ste nummer van een courant verschenen, welke niet te koop is. Deze courant wordt namelijk in de gevangenis geredigeerd, gezet, gedrukt en gelezen. Het betreft hier geen clandestien ver breid blaadje, doch het „Wekelijksche Nieuws blad" dat een uitvloeisel is van de nieuwe her vormingsmaatregelen van het gevangeniswezen in Engeland. De directeur van de gevangenis bepaalt den inhoud van het blad, dat voor elck wat wils be vat. met uitzondering van artikelen op crimi neel gebied. Het eerste nummer bestond uit vier pagina s. De eerste pagina bevatte een artikel over de Engelsche Mount-Everest-expeditievervolgens een verhandeling over den bouw van den groo- ten oceaan-reus van de Cunard-Line en nog een artikel over den Volkenbond. De tweede pa gina was gewijd aan de opening van de Mer sey-tunnel. Pagina drie was geheel met sport berichten gevuld, terwijl de laatste pagina ge vuld was met kruiswoord- en andere raadselen, alsmede de eerste aflevering van een feuilleton bcvfltts. Voorloopig verschijnt het blad alleen des Zon dags, doch indien het succes zal blijken te heb ben, waaraan bijna niet te twijfelen valt, zal het blad meerdere malen per week verschijnen. Volgens de bladen uit Riga heeft een in Let land levend millionnair, wiens naam niet ge noemd wordt, met een jongeman, genaamd Raimond kizzi, een weddenschap afgesloten, tengevolge waarvan hij zich verplicht tot de betaling van anderhalf millioen lat, dat zijn ruim 750.000 gulden, wanneer Kizzi hem de in verschillende albums verzamelde autogrammen/ van 4000 der meest vooraanstaande tijdgenooten brengt. Kizzi is met zijn blanke stukken papier op weg gegaan en hoopt zijn weddenschap te winnen. Te Maribor, in Joego-Slavië, zijn in een fa briek reeds meer dan twee jaren waterleidings buizen in gebruik, die uit papier vervaardigd zijn. De buizen hebben een voldoende stevig heid, zijn roestvrij en worden door zuren niet aangetast. Het gewicht bedraagt een derde van de gewone buizen. 27 Ze heeft een hartgrondigen afkeer van alles, wat hyper-modern is. Meisjes, die de 'slanke lijn willen bewaren, kan ze niet uitstaan. En van kleursel, zalf en poeder moet ze natuurlijk heelemaal niets hebben. Ze spreekt ieder meisje met „jij" aan, en ze is zoo ronduit als de bazuin van het laatste oordeel. Afgezien daarvan, is het een voorname en achtenswaardige dame. Ze is ongetrouwd, en heel rijk. Men beweert, dat ze geen anderen erfgenaam heeft, dan haar neef Pablo Souza. Dat zijn de eenige personen, waar je in Ruiselares mee om kunt gaan. Het is een tamelijk onbekend plaatsje, dat gelukkig nog niet overstroomd is door die lawine van bad gasten, die zich graag willen laten zien. De beide andere optrekjes zijn: het ééne van een dokter, die zeven onmogelijke kinderen heeft, waarmee tante Marilena het meisje beslist ver- bodert heeft, dat ze er Francisquin mee mag laten spelen, omdat ze verschrikkelijk brutaal zijn; en het andere van een oud echtpaar, dat altijd groet, zonder te blijven staan, alsof ze bang zijn, dat we ons in de vriendschap zouden willen indringen. Mijn levenswijze kan niet eenvoudiger en natuurlijker wezen, dan ze hier is. Op het oogenblik wacht ik alleen nog maar, tot Lorenzo Carvajal komt, om de zeilboot los te maken, die pas geverfd is, en om dan met hem een nieuwe wereld te gaan ontdekken. 28 Augustus Ik heb pas geloofd, toen ik het mijn eigen oogen zag. Lorenzo is gekomen. Ik had het nooit gedacht, hoewel hij zijn woord gegeven had. Die tegenstribbelingen op den dag, waarop ik mij van de diplomatieke zending kweet, die mijn grootvader mij had toevertrouwd, zaten me nog altijd dwars. Doch Lorenzo heeft zijn woord eer aangedaan, en is komen opdagen, terwijl hij zijn Citroen langs den schilder- achtigen weg stuurde, en op een onaangename manier met zijn getoeter de ooren van het eerzame echtpaar van „Villa Antonia" belee- digde, dat hem dan ook een uiterst gestrengen blik toewierp van uit de stofwolk, die de wagen opwierp, en de zeven kinderen van den dokter voor onze deur haalde, en hertogin Ordaque, die rustig in haar badstoel in de onmiddellijke nabijheid zat te lezen, met haar kijker in de hand deed opschrikken. En Lorenzo is niet in een slecht humeur gekomen, zooals ik ver wacht had. Integendeel, hij is vroolijk en uit gelaten, in deze nieuwe phase van zijn per soonlijkheid een echte student in de leer van het vacantie-pemen. 2 September Vandaag hebben we de zeilboot tewater ge laten, met de ervaren hulp van een ouden vis- scher. De boot is licht, zeker, en sierlijk. Lorenzo en de oude zeerob zijn in zee gegaan, met krachtige riemslagen, terwijl de heele familie op het terras stond te kijken. De zee was violet, en de lucht doorschijnend blauw, en bovendien lag er een gouden gloed over het water, die aan den streep van schuim, die de boot achter zich liet, een geflonker als van diamant ontlokte de heerlijke zon van een helderen Septemberdag. Tenlaatste was de boot niet meer dan een stip in de verte, en alleen de hertogin kon haar nog met haar kijker onderscheiden. Omstreeks twaalf uur kwam de „Pirulo" terug, met haar zeilen uitgespreid, terwijl zij het water kliefde als een mes. De boot werd met luide toejuichingen ontvangen, en Lorenzo, de kapitein, met mijn eigen handen gedeco reerd met een rose lint, bij gebrek aan een goude medaille. 6 September Reina! Reina! Slaperig, en tamelijk verrast, keerde ik mij in mijn bed om. De stem, die me riep, kwam me niet aanstonds bekend voor. Zoodra de nieuwsgierigheid het van mijn slaap gewonnen had, scherpte ik mijn gehoor. Reina! klonk het weer. En onmiddellijk daarop deed een dof geluid het ijzeren hekwerk van mijn balkon trillen, en kwam er een steentje tegen het glas van de deur. Met een sprong was ik mijn bed uit, en gluurde ik door een kier van het gordijn. De zee was als een zilveren spiegel, met gouden weerschijn. Het was helder weer, en nauwelijks was er iets als schuim od het watervlak te bemerken. De golven sloegen zachtjes tegen het strand, en op de nabije rotsen heschen eer. paar visschers geduldig hun net. Stellig moet ik het gordijn een beetje bewogen hebben, aldus een teeker, van leven gevend aan den persoon, die me daar straks geroepen had. Tusschen de rieten stoelen en tafeltjes en planten van het terras bemerkte ik thans de krachtige karakteristieke gestalte van Lorenzo Carvajal, gekleed in wit flanellen pantalon en jersy, die strak naar mijn balkon keek. Heb je me niet gehoord, Reina? Speel geen verstoppertje, zeg! Ik heb je wat voor te stellen, zei hij met zijn stem. die in de stilte van dén morgen nog luider klonk. Goed in mijn kimono gestopt, stak ik mijn hoofd een weinig door het gordijn voor de openstaande deur. Goeden morgen, Lorenzo. Kom je mee voor een tochtje met de ,J?irulo"? Is er geen gevaar bij? Gaat de oude zeerob ook mee? vroeg ik, met plotselinge voorzich tigheid. De oude zeerob gaat niet mee, maar ik geef je de verzekering, dat er geen gevaar bij is. De zee is spiegelglad zie je dat niet? Er is geen wind; we zullen dus roeien. We zul len niet makkelijk weer zoo'n schitterenden morgen hebben, als deze. En waarom gaat de zeerob niet mee? drong ik nogmaals achterdochtig aan. Omdat er in de boot geen plaats is voor meer dan twee personen, Reina, antwoordde Lorenzo met een begin van ongeduld. Heb je geen vertrouwen in mijn vaardigheid? Bekijk het goed je loopt het anders mis Want als jij niet meegaat, neem ik tante Marilena mee. Zij staat je haar beurt af. omdat ze weet, dat je het dol vindt, om een tochtje te maken en nu beginnen we met hindernissen. Nu, goed, je moet het zelf maar weten. Ik kom direct beneden. Wil jij even zeg gen, dat ze het ontbijt hier, op het terras, brengen? Dan winnen we tijd uit. In een ommezien had ik me behoorlijk ge- wasschen en gekleed. Onderwijl ik me in den spiegel bekeek, en wat poeder over de gezonde kleur van mijn wangen deed, kreeg ik een onaangename gedachte. Zou ik knapper of minder knap, of althans even knap zijn, als de verloofde van markies Carvajal? Bah! Wat een onzin! Wat heeft nu het feit. of ik knapper of niet zoo knap ben, er mee te maken, aat we ons allebei kolossaal zullen amuseeren met eer. spelevaartje met de „Pirulo" in de golf van Ruiselares? Wat kan het mij trouwens schelen, of hij een meisje heeft? Heeft het hém wat kunnen schelen of ik soms een galant had om vriendschap met me te sluiten? Vastbesloten, om alle mogelijke genoegen uit dezen morgen te halen, maakte ik tevens het vaste voornemen om lief en vriendelijk voor den kapitein van de „Pirulo" te zijn. Het zou trouwens een heel onprettige geschiedenis wezen, als we een van 'onze veelvuldige, zij het dan ook onschuldige, schermutselingen midden op zee hadden! Na mijn overhaast ontbijt, dat ik naar bin nen schrokte niettegenstaande de welge meende waarschuwingen van mevrouw Carvajal, die me vriendelijk aankeek met haai mooie bruine oogen, net als .die van haar zoon, kwam het plechtig oogenblik van het vertrek. De oude zeerob had de boot aan de aanleg plaats vastgemaakt, en sprong aan wal, om zijn plaats aan den „kapitein" over te later.. Lorenzo's bewegingen waren zeker en bedaard. Zij gaven een idee van vaardigheid, dat ver trouwen deed hebben in den afloop van den tocht. Hij hielp mij instappen, nam de laatste aanwijzingen van den ouden visscher in ont vangst, en bracht de „Pidulo" met een krachti- gen riemslag op het wijde watervlak. Van het terras steeg een gejuich op. Ze namen afscheid van ons, alsof we naar de Noordpool gingen. Bij het zien, hoe de boot de wateren kliefde, op den krachtigen en zekeren riemslag van mijn metgezel, leek het mij toe, dat ik iets buiten gewoons beleefde, en dat Lorenzo een held was. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 9