Het spoorwegnet in Afrika
<Ket oetfiaal om den dag
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
Gelouterd
COMBINATIE VAN TREIN
EN BOOT
Visch met muziek
SUCCES
Alle abonné'sWraHaJrtSWSKSa'S 2SKS2f750.-SSoSS-iS f250- W fI25-^%S^ f40"~
DINSDAG 21 AUGUSTUS 1934
Tegenwoordig kan men het zwarte
werelddeel van noord naar Zuid
en van Oost naar West snel
doorkruisen
Snelle vooruitgang
Zachte klanken, die uit de zee
opklinken
Kampioen sïgaren-
rooker overleden
Agent, die een inbreker
hielp
Maatschappelijk werk
drankellende
en
Verlof om een baard te
dragen
3600 zeppelin-reizen
Nieuw duikrecord
teTwat hiTX 1 Het vergeten
Gevangenis-weekblad
in Engeland
Een weddenschap
Waterleidïngsbuizen
van papier
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
NAAR HET SPAANSCH
Wanneer men realiseert, dat nog geen
halve eeuw geleden de kaart van het groote
Afrikaansche vasteland hoofdzakelijk witte
plekken vertoonde, dan moet de snelheid,
waarmee in de laatste decennia geheel mid
den Afrika met de buitenwereld in verbin
ding gebracht is, onze bewondering en ver
bazing opwekken. Tegenwoordig kan men
met spoor, boot en auto dit groote wereld
deel van noord naar zuid en van oost naar
west zeer snel doorkruisen.
De noord-zuid-verbinding gaat via de Egyp
tische en Soedaneesche spoorwegen naar Senna
aan den Nijl en vandaar met de boot tot Joeba.
Deze plaats is door een prachtigen autoweg, die
door de schitterende hooglanden van midden-
Afrika leidt met Oezoemboera aan het noord
einde van het Tanganjika-meer verbonden. Een
geregelde bootdienst brengt den reiziger van
Oezoemboera naar Albertville aan den westoever
van dit meer, vanwaar 'n trein hem naar Ca-
balo aan den Congo brengt. Een rivierstoomer
voert binnen 4 a 5 dagen naar Boekama in het
zuiden van de Congo-kolonie. Van hier leidt de
Congospoorlijn naar Sakania, waar men aan
sluiting heeft op het Zuid-Afrikaansche spoor
wegnet, dat zoowel naar Beira aan de oostkust
als naar Kaapstad voerdt.
Belangrijker dan de Noord-Zuid-route is de
Oost-Westverbinding, die uitsluitend door spoor
wegen tot stand komt en die de rijke ertsge-
bieden van den Zuid-Congo als ook de Britsche
koloniën Noord- en Zuid-Rhodesië zoo snel
mogelijk met het wereldverkeer aansluit. De
spoorwegen hebben de steden Beira in Mozam
bique en Benguella in Angola tot groote betee-
kenis gebracht.
Van Beira, dat door niet minder dan twee en
twintig scheepvaartlijnen geregeld wordt aange
daan, brengt een zeshonderd Engelsche mijlen
lange spoorlijn naar de Domiera-baai aan het
Nyassa-meer. Een andere groote verbinding
brengt naar Salisbury in Zuid-Rhodesië. Mo
menteel bestaat er tusschen Salisbury en Ka-
fue in Noord-Rhodesië een te lange verbinding.
Er zijn plannen in overweging een directe lijn
tot stand te brengen, waardoor de reis een
derde korter zou worden dan nu.
Van Kafue brengt de trein naar Sakania, het
eindpunt van de Belgische Congolijn. De Bel
gische onderneming brengt dan naar Elisabeth-
ville, de vlug groeiende hoofdstad van het ge
bied Katanga en naar Tenke het spoorwegkruis
punt in binnen-Afrika, naar het Noord-Westen
tot Port Franequi, waaruit men per schip over
de Kasai en de Congo Kadi de monding
van de Congo bereikt. In Tenke kruist men den
Lobito-spoorweg, die naar Dilolo en Banguella
loopt en de verbinding in stand houdt tusschen
de rijke ertsgebieden van Katanga en de we
reldmarkt.
Een Oost-West-verbinding is tot stand ge
bracht vanuit Daressalam naar Kigoma aan het
Tanganjika-meer. Van hieruit zorgt een gere
gelde stoomboot-verbinding voor het vervoer
naar Albertville.
Eenige dagen geleden werd in Fransch
aequatoriaal Afrika de nieuwe spoorweg, die
Pointe Noire, aan den Atlantischen Oceaan, met
Brazzaville verbindt, geopend. Gelijktijdig werd
een begin gemaakt met nieuwe moderne haven
werken te Pointe Noire. De thans geopende lijn
heeft een lengte van ruim 550 K.M.; twee en
negentig bruggen en viaducten en twaalf tun
nels werden gebouwd. De langste tunnel van
Afrika is de Bamba-tunnel, die 1690 meter lang
is.
Aangezien Brazzaville reeds sedert 1898 door
een spoorweg met de monding van den Congo
verbonden was, aarzelde men van Fransche zij
de lang met den bouw van een eigen spoor
weg. Pas toen de ontdekking van groote ertsu
voorraden in Katanga de economische ontwik
keling in de Fransche Congo-kolonie steeds ver
grootte, besloot men in 1914 tot een nieuwe
spoorwegverbinding over te gaan. Men had eerst
een spoorbreedte gekozen van een meter, maar
in 1925 werd deze gebracht op 1.06 meter, ten
einde een verbinding met het spoorwegnet van
Rhodesië en de Zuid-Afrikaansche Unie tot
stand te kunnen brengen. In technisch opzicht
was de aanleg van het spoor door de Majoem-
ba-bergen, een 70 KJVI. lange streek, buitenge
woon moeilijk.
De nieuwe lijn ontsluit een zeer vruchtbare
streek, waar koffie, katoen, cacao, tabak, enz.
verbouwd worden en waar rijke kopermijnen te
vinden zijn. Aangezien ook een groot deel van
den Belgischen Congo-handel via de nieuwe lij
nen zal gaan, kan er niet aan getwijfeld wor
den, dat door deze lijn en door de vernieuwing
van de haven Pointe Noire een groote toekomst
tegemoet gaat.
Behalve de groote transcontinentale spoorlij
nen spelen ook de groote rivieren Sambezi.
Congo en Niger-Benue, die zeer bevaarbaar ge-'
maakt zijn, voor het verkeer van binnen-Afrika
met de kust een groote rol; in Oeganda, Britsch-
Oost-Afrika, Soedan en de Congokoloniën heb
ben autowegen nieuwe verkeersmogelijkheden
geschapen.
De transcontinentale spoorlijnen zijn zeer
comfortabel: slaapwagens, restauratiewagens
enz. zijn aanwezig en de regeeringen van de
Engelsche, Belgische en Portugeesche koloniën
doen sedert jaren hun best door ijverige pro
paganda het toeristenverkeer te bevorderen.
Hij zwijgt als een visch" of „hij houdt zich
stom als een visch", zult gij wel eens
hebben hooren opmerken aangaande een
uwer medemenschen, een man natuurlijk, daar
zwijgen en zich stom houden boven de krachten
der normale vrouw plegen te liggen.
De waarde dezer gezegden is echter ook
slechts betrekkelijk, daar er visschen zijn, die
dit voorbeeldig zwijgen voor zich niet in acht
nemen, wat zij er voor hun medevisschen ook
van mogen 'denken.
Vakautoriteiten hebben nieuwe nasporingen
gehouden, en deze nasporingen leverden de
ontdekking op, dat er visschen zijn, die geluiden
voortbrengen, en wel geluiden van zeer ver-
scheidenen aard, zelfs kreten!
Verrassing wacht iederen bezoeker van het
schoone eiland Ceylon, wanneer hij zich in de
rust van den tropischen nacht door inboorlingen
naar bepaalde, slechts hun bekende plekken van
de kust laat roeien. Hij zal zijn ooren niet
gelooven, wanneer uit de zee zachte klanken op
klinken, gelijkend nu eens op harpspel dan weer
op het melodieuze geluid, dat wordt voortge
bracht door met een natten vinger over den
rand van een leeg wijnglas te schuiven.
Hij zal misschien denken, dat in de branding
onder de Palmenkust nymfen en nereïden hui
zen. De vakautoriteiten weten hem echter te
zeggen, dat dit niet zoo is, maar dat de muzi
kanten visschen zijn. „Musiceerende schaal-
visschen" heeten deze zeebewoners.
Nog een menigte andere visschen produceert
geluid. Daar is de „slijmvisch der tropische
wateren", die in oogenblikken van gevaar een
heuschen kreet laat hooren. Nog sterker is het
Dezer dagen is te Weenen een heer in den
ouderdom van 73 jaar overleden, die getrouw
iedere sigaar had genoteerd, van het tijdstip af,
dat hij begon te rooken, zoodat hij steeds wist
hoeveel sigaren hij reeds gerookt had. Bij zijn
overlijden bleek, dat hij de geweldige hoeveel
heid van 628.046 sigaren had verbruikt. Tot
dusver stond het record op naam van den Ber-
lijner Gottlieb Jauer, die het overigens ook
niet kleine aantal van 547.500 sigaren in rook
had doen vergaan.
Dat men aeze beide heeren niet als voorbeeld
voor den schadelijken invloed van nicotine kan
stellen, blijkt uit het feit, dat beiden niet
in de kinderschoenen gestorven zijn.
geval van den „nestvisch", die zijn jongen met
een melodieus mengsel van kirren en kwaken
een slaaplied voorzingt.
De zaagbaars kan urenlang een eentonig
boem-boem den nacht indreunen. De „kanon-
visch" heeft met zijn op schoten gelijkende ge
luiden reeds menig zeevaarder, misschien wel
menig oorlogsschip, aan het schrikken gebracht.
Bij Calera (Chili) leeft de „schubbenvisch",
die voortdurend vier gelijkblijvende noten doet
hooren en op enkele Zuidzee-eilanden kan ver
het land in nog het razend trommelen van den
„oorlogsroeper" vernomen worden.
Evenwel ook deze uitzondering op het voor
beeldig zwijgen der visschen is betrekkelijk.
Daar alle visschen zonder uitzondering ver
stoken zijn van stembanden, hebben zij ook
geen van alle een stem.
Het moet dus wel zijn, dat bovengenoemde
visschen er iets anders op hebben gevonden.
Volgens de geleerden het zullen wel Duitsche
zijn ontstaan de merkwaardige geluiden dan
ook door de zwemblazen, welker wanden zich
beurtelings spannen en ontspannen, aldus, op
een nog nader te onderzoeken wijze, het ge
luid tot stand brengend.
Een politie-agent te Lyon, die een weinig af
gelegen woont, ging dezer dagen na gedanen
arbeid huiswaarts en haalde onderweg een man
in, die moeizaam tegen de hellende straat op
liep, terwijl hij een zwaren zak op den rug
droeg en een fiets aan de hand voortduwde.
Toen de politieagent hem voorbijliep, sprak de
man, die er zeer vermoeid uitzag, hem aan en
beklaagde zich, daar het toch zoo moeilijk was
een fiets tegen den berg op te duwen en tege
lijk een zak te dragen. De agent, begaan met
den man, bood hem aan den zak te dragen,
welk aanbod gaarne werd geaccepteerd. Onder
een levendig gesprek liepen ze verder, tot zij op
het hoogste punt van de straat waren gekomen,
de vreemde zijn zak weer overnam en op de
fiets naar beneden reedEerst den anderen
dag kwam de agent te weten, dat de man, dien
hij had geholpen, een gezocht inbreker was en
die juist weer een nieuwe inbraak had gepleegd.
In den zak, door den agent zoo bereidwillig ge
dragen, had zich de buit bevonden!
In „Enkrateia", het christelijk tijdschrift voor
geheelonthouding, vinden we enkele cijfers over
maatschappelijk werk ten bate van ongeveer
tachtig duizend hulpbehoevenden als ouden van
dagen, krankzinnigen, tuberculosen, idioten,
verwaarloosde en misdadige kinderen, psycho-
pathen, lichamelijk gebrekkigen, drankzuchti
gen, zwervers en zoovele anderen.
In veertig krankzinnigen-gestichten worden
meer dan twintig duizend geesteszieken ver
pleegd, terwijl in Nederland drie duizend idiote
en zwakzinnige kinderen in speciale inrichtin
gen verzorgd worden.
Ongeveer tien duizend kinderen zijn onder
voogdij gesteld en voor een groot deel aan de
ouderlijke zorgen onttrokken wegens drank
zucht der ouders.
Naar Veenhuizen worden nog ieder jaar on
geveer achthonderd landloopers en bedelaars
gedirigeerd.
Het aantal vergunningen bedraagt in totaal
28.655, d. i. één op de driehonderd inwoners.
Per dag geeft ons volk bijna één millioen gul
den uit aan bedwelmende dranken.
tiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiii
ïiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiü
(Van onderen "beginnen
Der wetenschap!
1 Het hooge peil
Gedurfd en knap, E
Zij schragen thans,
Der stratosfeer!
In 't gulden boek
En zelfs met eer,
Hun namen staan, E
En op z'n snelst.
Bewezen dit f
En van der Eist
De naam Cosyns
Verwijlen kon.
Waar slechts de geest
Door gasballon,
Door gondel en
Gedragen wordt
Doordat zij nu
Slaat een record,
1 De wetenschap
i Die hooger leidt.
Techniek vooral,
1 In dezen tijd
En 't is beslist
De wetenschap!
Door stijging stijgt
Maar stap voor stap,
Al gaat dit soms
Het schoone doel!
Steeds hooger-op I
Naar ons gevoel,
i Want altijd ligt,
i Van onder af.
't Begin begint
i Ook later paf,
Al staat de mensch
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
Biiiiiimmiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimimmminiiiiï:
Dat een burger van de autoriteiten verlof
krijgt een baard te dragen, is een uniek gebeu
ren, dat men onlangs in een Roemeenscn dorp
kon beleven. Bij de prefectuur van Tsjisjinau
meldde zich kort geleden de zeventig-jarige
boer Jorga uit het dorp Ciprieni met het ver
zoek hem het recht te verleenen zijn langen tot
op de borst hangenden witten baard te mogen
blijven dragen. Dit bijna een halve meter lange
pronkstuk, dat hem het eerwaardige uiterlijk
van een patriarch verleende en dat hij 32 jaar
lang liefdevol verzorgd had, was door een wet
van de gezondheidscommissie bedreigd, die
eischte, dat hoofd- en baardhaar het slachtoffer
van de schaar zouden worden, teneinde de ver
breiding van een in het land heerschende huid
ziekte tegen te gaan.
Hij was er in geslaagd de gendarmen, die om
zijn dorp de wacht hielden te verschalken en
hij vroeg thans nederig, dat ten gunste van zijn
baard een uitzondering gemaakt zou worden.
Ontroerd door de smeekbede van den ouden
man willigde de prefect dit eigenaardige ver
zoek in en Jorga keerde gelukkig met de offi-
cieele bevestiging naar zijn dorp terug, waar
hij met z'n baard trotsch rondloopt tusschen de
dorpelingen, wier schedel en gezicht geen
haartje meer vertoonen.
Tijdens de thuisreis werd op de bekende
„Graf Zeppelin L. 127" een uniek jubileum ge
vierd. De eerste stuurman Ludwig Marx is se
dert 35 jaar in dienst van de Duitsche lucht
vaart en volbracht 3600 tochten met Zeppelins.
Hij heeft den ontwikkelingsgang van dit
luchtvaartuig geheel meegemaakt en was as
sistent van Graaf Zeppelin. Alle luchtscheep-
typen vanaf de L. Z. 1 tot de L. Z. 127 heeft hij
gekend.
Alfred Erholt behoorde niet tot de man
nen, die meer aandacht aan hun typistes
wijden dan verstandig is. Of ze blond
waren dan wel donker, leelijk of mooi, hij be
oordeelde zuiver naar haar verdiensten en zoo
kwam het, dat de knappe Penelope, die zich
eenige filmachtige illusies had gemaakt toen
ze ontdekte welk een knappen en interessanten
patroon ze had, na een jaar bij hem in dienst
te zijn geweest, nog precies eender door hem
werd behandeld ais ieder ander meisje op zijn
kantoor: correct en onverschillig.
Het was een winteravond, dat ze nog met een
paar anderen had nagewerkt. Ook de directeur
zat nog op zijn bureau, hij had het zeer druk
gehad.
Penelope werd éénmaal bij hem binnenge
roepen voor iets, waarbij hij even onpersoonlijk
beleefd was als steeds, hoewel ze een jumper
droeg, welke haar buitengewoon flatteerde.
Een uur later, toen de meisjes naar huis
konden gaan, zat Alfred Erholt nog in zijn
kamer. Het werd laat dien avond, maar hij was
stipt en vroolijk en vastbesloten, door deze cri
sistijden heen te komen en zijn opwaartschen
weg te gaan vervolgen.
Eigenlijk had hij niet veel plezier in zijn
korte leven gehad. Hij volgde zijn vader al jong
op, toen deze ziekelijk werd, kreeg moeilijke
tijden en zat in zorgen en eindelooze bereke
ningen op zijn leeftijd, terwijl andere mannen
plachten te gaan dansen met aardige meisjes
en verliefd te zijn. Hij had geen tijd voor aar
dige meisjes genomen. Hij beoefende alleen de
sport, om wat lenig te blijven. Beter een Zon
dag golf spelen of tennis of een turnclub.
zoodat je lichamelijk bij blijft, dan je kostbaren
tijd te gaan „verknoeien" door met een of ander
lastig veeleischend meisje ergens heen te gaan
teaen of te gaan dansen.
Dien avond zeer laat dus maakte hij zich
gereed, om eindelijk ook te gaan, toen zijn oog
op een klein voorwerp viel, dat op een leeren
fauteuil lag. Het was een mooi klein hand-
taschje.
Hij verwonderde zich eerst en herinnerde
zich toen dat een der meisjes wie was het
ook weer geweest? binnen was gekomen voor
een paar instructies. Toen had ze zeker haar
taschje hier laten liggen. Hij nam het kleine
ding op en besloot het aan den portier te ge
ven en het den volgenden dag zelf te over
handigen.
Een moment stond hij klaar om het in den
zak van zijn overjas te steken, toen dreef een
gevoel van nieuwsgierigheid hem er toe het
taschje te openen.
Er kwamen de gewone dingen uit: een lip
penstift, een poederdoos, een zakdoekje, spie
geltje, tramkaart, een paar brieven, sleuteltjes,
een toen iets volkomen onverwachts: een por
tret van hem zelf.
Alfred staarde naar dit portret, geknipt uit
een blad en herinnerde zich dat hij gefotogra
feerd was, toen een van zijn nichtjes een zeer
chique huwelijk deed. Hij stond op de foto
even achter den bruidegom, doch deze was
wreedaardig stukgeknipt en ook de bruid was
verminkt, het was klaarblijkelijk alleen om dit
portret van hem te doen geweest.
Alfred mocht nog zoo'n energieke en ernstige
jongeman zijn, op deze vondst reageerde hij
normaal genoeg: met een gevoel van ijdele ge-
streeldheid. Wel, wel.... een van de meisjes
was dus verliefd op hem?.... Wie kon het
zijn? Hij had nooit iets. gemerktwacht, de
brieven.... hij las het adres. En toen zag hij,
doch vrij vaag, Penelope voor zich.
Knap meisje welhad haar altijd koel
behandeldzulke meisjes trachten altijd hun
patroon in te palmen, maar zij was altijd even
Sedert jaren is men bezig de sprookjesachtige
schatten te heffen, die in vroegere eeuwen, tij
dens zware stormen met trotsche oorlogssche
pen in de diepte verdwenen. De beroemde dui
ker Rafellie van het schip „Artiglio" heeft zoo
juist met een nieuwe duikuitrusting het verba
zingwekkend record van 400 meter gevestigd.
Oom Sidney en ik schaften ons thans de
benoodigde winterkleeding aan, die we in het
hooge Noorden best zouden kunnen gebruiken.
We kochten ski's waarin we ons thans duchtig
oefenden, want deze kunst zou ons wel te pas
kunnen komen.
Gaandeweg werden de toebereidselen getrof
fen tot een spoedig vertrek. Af en toe hadden
we het nog wel over onze avonturen die we in
Rusland hadden meegemaakt en we waren
maar wat blij, dat we aan de klauwen van het
Sovjetmonster waren ontsnapt.
Nadat we een hartelijk afscheid hadden ge
nomen van de autoriteiten, vertrokken we voor
den langen tocht naar Noord-Zweden. Zonder
ongevallen bereikten we Tromsoë, waar we vei
lig landden.
Naar de Noordpool. Het oogenblik van ver
trek uit Tromsö was aangebroken. Het toestel
was terdege nagezien, een slede was mee aan
boord genomen en verder hadden we een groo-
ten voorraad proviand en uitrustingsstukken
meegenomen. Oom Sydney zat aan het stuur
en al spoedig vlogen we boven de Noordelijke
IJszee. Weldra zagen we het drijfijs.
correct en vriendelijk, terughoudend, en dat,
terwijl.... Hij ontroerde ervan. Zoo'n kind....
had bepaald wel eens verdriet, als hij zoo wei
nig notitie van haar nam.
Eigenlijk een héél pijnlijke geschiedenis. Na
tuurlijk mocht zij nooit vermoeden dat hij iets
te weten gekomen was, dat hij iets had ge
merktOp zijn gewone manier gaf hij haar
den volgenden morgen het taschje terug.
Hij zag wel dat ze verschrikt keek en ver
legen was, maar toen hij niets liet blijken, haal
de ze verlicht adem.
Daarmede scheen het incident geëindigd,
doch in werkelijkheid begon het toen pas.
Als hij ge-
meend had te
dekt had, dan j
vergiste hij zich. i tüSCIlje
Zijn mannelijke
ijdelheid dwong
hem meer aandacht aan haar te besteden. Ze
was knap, héél knap.
Die jersey stond haar zoo frisch en lief. Ze
deed haar werk goed, was altijd kalm en terug
houdend. Hij zou haar waarschijnlijk zielsge
lukkig maken, als hij haar eens vroeg of ze mee
uitging om thee te gaan drinken. Ze zag er
niet naar uit alsof ze zou trachten hem in haar
netten te vangen. Neen, daar was ze te on
schuldig voor. In stilte had ze haar liefde op
gekropt.... het was eigenlijk aandoenlijk.
Toen de gelegenheid zich voordeed ze had
even nagewerkt noodigde hij haar tot een
kopje thee uit.
Een maand later waren ze verloofd. Pas na
hun huwelijk vertelde hij haar eens dat hij
haar taschje had geopend en het portret had
gezien.
„Toen wist ik dat je me liefhad," zei htj, „om
mij zelf alleen.... want je had nooit iets laten
merken.
Penelope zweeg met teedere oogen.
Ze overlegde dat men iets nooit zekerder kan
berekenen dan wanneer men speculeert op twee
eigenschappen, die de mannen specifiek vrou
welijk plachten te noemen: nieuwsgierigheid en
ijdelheid!
Want dat taschje had ze met moedwil laten
liggen.
En het resultaat was naar verwachting ge-
weest.
Naar men uit Londen meldt, is daar het eer
ste nummer van een courant verschenen, welke
niet te koop is. Deze courant wordt namelijk in
de gevangenis geredigeerd, gezet, gedrukt en
gelezen. Het betreft hier geen clandestien ver
breid blaadje, doch het „Wekelijksche Nieuws
blad" dat een uitvloeisel is van de nieuwe her
vormingsmaatregelen van het gevangeniswezen
in Engeland.
De directeur van de gevangenis bepaalt den
inhoud van het blad, dat voor elck wat wils be
vat. met uitzondering van artikelen op crimi
neel gebied.
Het eerste nummer bestond uit vier pagina s.
De eerste pagina bevatte een artikel over de
Engelsche Mount-Everest-expeditievervolgens
een verhandeling over den bouw van den groo-
ten oceaan-reus van de Cunard-Line en nog
een artikel over den Volkenbond. De tweede pa
gina was gewijd aan de opening van de Mer
sey-tunnel. Pagina drie was geheel met sport
berichten gevuld, terwijl de laatste pagina ge
vuld was met kruiswoord- en andere raadselen,
alsmede de eerste aflevering van een feuilleton
bcvfltts.
Voorloopig verschijnt het blad alleen des Zon
dags, doch indien het succes zal blijken te heb
ben, waaraan bijna niet te twijfelen valt, zal
het blad meerdere malen per week verschijnen.
Volgens de bladen uit Riga heeft een in Let
land levend millionnair, wiens naam niet ge
noemd wordt, met een jongeman, genaamd
Raimond kizzi, een weddenschap afgesloten,
tengevolge waarvan hij zich verplicht tot de
betaling van anderhalf millioen lat, dat zijn
ruim 750.000 gulden, wanneer Kizzi hem de in
verschillende albums verzamelde autogrammen/
van 4000 der meest vooraanstaande tijdgenooten
brengt. Kizzi is met zijn blanke stukken papier
op weg gegaan en hoopt zijn weddenschap te
winnen.
Te Maribor, in Joego-Slavië, zijn in een fa
briek reeds meer dan twee jaren waterleidings
buizen in gebruik, die uit papier vervaardigd
zijn. De buizen hebben een voldoende stevig
heid, zijn roestvrij en worden door zuren niet
aangetast. Het gewicht bedraagt een derde van
de gewone buizen.
27
Ze heeft een hartgrondigen afkeer van
alles, wat hyper-modern is. Meisjes, die
de 'slanke lijn willen bewaren, kan ze
niet uitstaan. En van kleursel, zalf en
poeder moet ze natuurlijk heelemaal
niets hebben. Ze spreekt ieder meisje met
„jij" aan, en ze is zoo ronduit als de bazuin
van het laatste oordeel. Afgezien daarvan, is
het een voorname en achtenswaardige dame. Ze
is ongetrouwd, en heel rijk. Men beweert, dat
ze geen anderen erfgenaam heeft, dan haar
neef Pablo Souza.
Dat zijn de eenige personen, waar je in
Ruiselares mee om kunt gaan. Het is een
tamelijk onbekend plaatsje, dat gelukkig nog
niet overstroomd is door die lawine van bad
gasten, die zich graag willen laten zien. De
beide andere optrekjes zijn: het ééne van een
dokter, die zeven onmogelijke kinderen heeft,
waarmee tante Marilena het meisje beslist ver-
bodert heeft, dat ze er Francisquin mee mag
laten spelen, omdat ze verschrikkelijk brutaal
zijn; en het andere van een oud echtpaar, dat
altijd groet, zonder te blijven staan, alsof ze
bang zijn, dat we ons in de vriendschap zouden
willen indringen. Mijn levenswijze kan niet
eenvoudiger en natuurlijker wezen, dan ze hier
is. Op het oogenblik wacht ik alleen nog maar,
tot Lorenzo Carvajal komt, om de zeilboot los
te maken, die pas geverfd is, en om dan met
hem een nieuwe wereld te gaan ontdekken.
28 Augustus
Ik heb pas geloofd, toen ik het mijn eigen
oogen zag. Lorenzo is gekomen. Ik had het nooit
gedacht, hoewel hij zijn woord gegeven had.
Die tegenstribbelingen op den dag, waarop ik
mij van de diplomatieke zending kweet, die
mijn grootvader mij had toevertrouwd, zaten
me nog altijd dwars. Doch Lorenzo heeft zijn
woord eer aangedaan, en is komen opdagen,
terwijl hij zijn Citroen langs den schilder-
achtigen weg stuurde, en op een onaangename
manier met zijn getoeter de ooren van het
eerzame echtpaar van „Villa Antonia" belee-
digde, dat hem dan ook een uiterst gestrengen
blik toewierp van uit de stofwolk, die de wagen
opwierp, en de zeven kinderen van den dokter
voor onze deur haalde, en hertogin Ordaque,
die rustig in haar badstoel in de onmiddellijke
nabijheid zat te lezen, met haar kijker in de
hand deed opschrikken. En Lorenzo is niet
in een slecht humeur gekomen, zooals ik ver
wacht had. Integendeel, hij is vroolijk en uit
gelaten, in deze nieuwe phase van zijn per
soonlijkheid een echte student in de leer van
het vacantie-pemen.
2 September
Vandaag hebben we de zeilboot tewater ge
laten, met de ervaren hulp van een ouden vis-
scher. De boot is licht, zeker, en sierlijk.
Lorenzo en de oude zeerob zijn in zee gegaan,
met krachtige riemslagen, terwijl de heele
familie op het terras stond te kijken. De zee
was violet, en de lucht doorschijnend blauw,
en bovendien lag er een gouden gloed over het
water, die aan den streep van schuim, die de
boot achter zich liet, een geflonker als van
diamant ontlokte de heerlijke zon van een
helderen Septemberdag. Tenlaatste was de boot
niet meer dan een stip in de verte, en alleen
de hertogin kon haar nog met haar kijker
onderscheiden.
Omstreeks twaalf uur kwam de „Pirulo"
terug, met haar zeilen uitgespreid, terwijl zij
het water kliefde als een mes. De boot werd
met luide toejuichingen ontvangen, en Lorenzo,
de kapitein, met mijn eigen handen gedeco
reerd met een rose lint, bij gebrek aan een
goude medaille.
6 September
Reina! Reina!
Slaperig, en tamelijk verrast, keerde ik mij
in mijn bed om. De stem, die me riep, kwam
me niet aanstonds bekend voor. Zoodra de
nieuwsgierigheid het van mijn slaap gewonnen
had, scherpte ik mijn gehoor.
Reina! klonk het weer.
En onmiddellijk daarop deed een dof geluid
het ijzeren hekwerk van mijn balkon trillen,
en kwam er een steentje tegen het glas van de
deur. Met een sprong was ik mijn bed uit,
en gluurde ik door een kier van het gordijn.
De zee was als een zilveren spiegel, met gouden
weerschijn. Het was helder weer, en nauwelijks
was er iets als schuim od het watervlak te
bemerken. De golven sloegen zachtjes tegen
het strand, en op de nabije rotsen heschen eer.
paar visschers geduldig hun net. Stellig
moet ik het gordijn een beetje bewogen
hebben, aldus een teeker, van leven gevend
aan den persoon, die me daar straks geroepen
had. Tusschen de rieten stoelen en tafeltjes
en planten van het terras bemerkte ik thans de
krachtige karakteristieke gestalte van Lorenzo
Carvajal, gekleed in wit flanellen pantalon en
jersy, die strak naar mijn balkon keek.
Heb je me niet gehoord, Reina? Speel
geen verstoppertje, zeg! Ik heb je wat voor te
stellen, zei hij met zijn stem. die in de stilte
van dén morgen nog luider klonk.
Goed in mijn kimono gestopt, stak ik mijn
hoofd een weinig door het gordijn voor de
openstaande deur.
Goeden morgen, Lorenzo.
Kom je mee voor een tochtje met de
,J?irulo"?
Is er geen gevaar bij? Gaat de oude zeerob
ook mee? vroeg ik, met plotselinge voorzich
tigheid.
De oude zeerob gaat niet mee, maar ik
geef je de verzekering, dat er geen gevaar bij
is. De zee is spiegelglad zie je dat niet?
Er is geen wind; we zullen dus roeien. We zul
len niet makkelijk weer zoo'n schitterenden
morgen hebben, als deze.
En waarom gaat de zeerob niet mee?
drong ik nogmaals achterdochtig aan.
Omdat er in de boot geen plaats is voor
meer dan twee personen, Reina, antwoordde
Lorenzo met een begin van ongeduld. Heb
je geen vertrouwen in mijn vaardigheid? Bekijk
het goed je loopt het anders mis Want als
jij niet meegaat, neem ik tante Marilena mee.
Zij staat je haar beurt af. omdat ze weet,
dat je het dol vindt, om een tochtje te maken
en nu beginnen we met hindernissen. Nu,
goed, je moet het zelf maar weten.
Ik kom direct beneden. Wil jij even zeg
gen, dat ze het ontbijt hier, op het terras,
brengen? Dan winnen we tijd uit.
In een ommezien had ik me behoorlijk ge-
wasschen en gekleed. Onderwijl ik me in den
spiegel bekeek, en wat poeder over de gezonde
kleur van mijn wangen deed, kreeg ik een
onaangename gedachte. Zou ik knapper of
minder knap, of althans even knap zijn, als de
verloofde van markies Carvajal? Bah! Wat een
onzin! Wat heeft nu het feit. of ik knapper of
niet zoo knap ben, er mee te maken, aat we
ons allebei kolossaal zullen amuseeren met eer.
spelevaartje met de „Pirulo" in de golf van
Ruiselares? Wat kan het mij trouwens schelen,
of hij een meisje heeft? Heeft het hém wat
kunnen schelen of ik soms een galant had
om vriendschap met me te sluiten? Vastbesloten,
om alle mogelijke genoegen uit dezen morgen te
halen, maakte ik tevens het vaste voornemen
om lief en vriendelijk voor den kapitein van
de „Pirulo" te zijn. Het zou trouwens een heel
onprettige geschiedenis wezen, als we een van
'onze veelvuldige, zij het dan ook onschuldige,
schermutselingen midden op zee hadden!
Na mijn overhaast ontbijt, dat ik naar bin
nen schrokte niettegenstaande de welge
meende waarschuwingen van mevrouw Carvajal,
die me vriendelijk aankeek met haai mooie
bruine oogen, net als .die van haar zoon,
kwam het plechtig oogenblik van het vertrek.
De oude zeerob had de boot aan de aanleg
plaats vastgemaakt, en sprong aan wal, om zijn
plaats aan den „kapitein" over te later..
Lorenzo's bewegingen waren zeker en bedaard.
Zij gaven een idee van vaardigheid, dat ver
trouwen deed hebben in den afloop van den
tocht. Hij hielp mij instappen, nam de laatste
aanwijzingen van den ouden visscher in ont
vangst, en bracht de „Pidulo" met een krachti-
gen riemslag op het wijde watervlak. Van het
terras steeg een gejuich op. Ze namen afscheid
van ons, alsof we naar de Noordpool gingen.
Bij het zien, hoe de boot de wateren kliefde,
op den krachtigen en zekeren riemslag van mijn
metgezel, leek het mij toe, dat ik iets buiten
gewoons beleefde, en dat Lorenzo een held was.
(Wordt vervolgd)