Mgr. Lemmens 25 jaar priester H. Verbunt - van Dijk PALMOLIVE .„cte zeep der jeugd. Koningin zeer ver moeid HONIG'S BOUILLONBLOKJES Iha ns 6 voor fOct Wij kunnen alles! P. Dobbelmann STUWENDE KRACHT ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1934 Een aanvoerder bij uitnemendheid Moeder Clara Fey Katholiek voorman In dezen hoogepriester werd Lim burg een bisschop gegeven overeenkomstig aller wenschen De priester onder zijn volk NATIONALE BEDEVAART NAAR HEILOO STAD EN LANDE VAN GOOILAND Geen ontbinding WERK AAN DEN WINKEL Uitbreiding der Koolhovenfabriek GOUVERNEUR K.M.A. Miswijnen, Godslampolie, Ketk kunst op elk gebied Teief, 348, Tilburg, Gasthuisstr. 64 Het stoffelijk overschot opgegraven M;:., VEERTIG JAREN S.D.A.P. Een monument te Vierhouten Bronislaw Huberman Leon Rudelsheim P. DobbelrAann Dubbele bloei Toegeschreven aan de ijle droge Noorsche berglucht Geen audiëntie EMIL FIEDLER Met groote energie en doorzetting wist hij een nationalen tak van industrie te doen bloeien TENTOONSTELLING DE ABDIJ VAN EGMOND Een serie voordrachten Meer dan menige andere band beves tigt de gezamenlijke strijd van pries ters en volk onder het vaandel der katholieke actie de onderlinge liefde tus- schen deze beiden. En wanneer de katho lieken van Limburg morgen in oprechte liefde voor hun goeden Bisschop diens zilveren priesterfeest meevieren, dan leeft in de spontane hartelijkheid, die zij daarbij van nature zullen ontplooien, diep de over tuiging, dat Hij, die in hun midden de volle Vaardigheid van het priesterschap draagt, ook ten volle van den geest dier waardig heid doordrongen is. Dan zien en waardee- ren zij in Hem den aanvoerder bij uitne mendheid, die aller medewerking op prijs stelt, den man met de zachte hand, die al len in hun eigen waarde hoogschat zijn priesters en zijn leeken-medestrijders, de leider, die zich de dienaar van allen weet. Want zóó is Mgr. Lemmens steeds ge weest. Toen hij na het voltooien van zijn studies in Leuven en Rome, als doctor uriusque juris kerkelijk- en Romeinsch recht in 1914 naar Limburg terugkeerde, werd hij, net als wijlen de groote Dr. Ariëns, eenvoudig kapelaan in de parochie van St. Matthias te Maastricht. Dat was de paro chie, waaronder destijds de arbeiderswij ken van de stad ressorteerden, waar dus de mannen, vrouwen en jonge meisjes woon den, die nog duidelijk de sporen droegen van een tijd, waarin zij voor een minimum loon 14—16 uren in de glas- ep aardewerk fabrieken voor de vuren moesten staan, dag in, dag uit, met geen enkelen vrijen dag van 1 Januari tot 31 December, Zon dags door werkend, altijd gejaagd, vroeg op geleefd, wonend in huurkazernes, hun kin deren soms slapend meedragend naar de fabriek. Kapelaan Lemmens begreep, dat met het opheffen van die toestanden alleen niet genoeg was gedaan. De leeken-werkers van die dagen weten hóé energiek hij hielp, de gevolgen van die toestanden te liqui deeren in den geest van Paus Leo XIII. Met zijn vriendelijken glimlach hief hij de mensehen op; hij organiseerde de fa brieksmeisjes in de patronaten en gaf haar den zedelijke steun, dien zij dringend noo- dig hadden; met den toenmaligen secreta ris van den Armenraad bracht hij in de oude, vervallen woningen, waar werkelijk gebrek werd geleden, materieele hulp; en vaak richtte hij 's avonds in de Stichting de Stuers nog het woord tot zijn vrienden om hun sociale gedachten te verdiepen. Mgr. L. Schrijnen z.g. riep hem na vier jaren uit dezen arbeid naar Roermond om Prof. Keulers op te volgen aan het Groot- Seminarie. „Daar gaat onze kapelaan voor bisschop studeeren", zeiden zijn patronaats- meiüjes unaniem. En werkelijk: de stille, verborgen jaren van dit professoraat, waarin hij mee den clerus van het Bisdom vormde in den vol len zin van het woord, niet alleen naar het verstand maar ook naar het hart, waarin hij de vertrouwensman was van zoo vele seminaristen en reeds gewijde jonge kape laans, wier moeilijkheden hij begreep en hielp'oplossen, die jaren vormden hem tot den priester over de priesters tot den bisschop. Mgr. Schrijnen z. g. verklaarde dan ook, toen Z. H. de Paus op zijn verzoek hem Dr. Lemmens als coadjutor met recht van op volging had toegewezen, dat deze nieuwe herder overeenkomstig aller wenschen aan het Limburgsche volk was gegeven. De korte tijd, waarin dit volk onder Zijn kromstaf leeft, bevestigt reeds de waarheid dezer woorden. Er is geen plaats, geen groep der bevolking, en geen tak van ka tholieke activiteit in zijn diocees, waarvoor hij niet telkens de levendigste belangstelling toont, waar hij geen voorbeeld geeft aan de hoogmoedigen, waar hij niet meevoelt, en waar hij niet aanvuurt zóó als het den hierarchischen leider betaamt. Spreekwoordelijk begint het van hem te worden, dat zijn priesterlijk zich dienaar of herder voelen soms spontaan in verzet komt tegen alle officieele eerbewijzen. Hoe vaak immers heeft hij een cordon van sta tie doorgebroken om een praatje te maken met eenvoudige moeders langs den weg of om den kinderen een kruisje te geven op hun voorhoofd? Bij hoeveel plechtigheden was het niet duidelijk, dat Hij moeite had om meer oor te hebben voor een feestredenaar dan oog voor de bruidjes of de arbeiders koppen om hem heen. Hij houdt innig-veel van de menschen en de menschen houden innig-veel van hem. In de kleinste dorpjes vertellen ze de verhalen van zijn beminne- nelijkheid. En in de steden gaan zijn opwek kende woorden van mond tot mond. Want ook dat wordt spreekwoordelijk van Mgr. Lemmens: hij stuwt, zet aan tot activiteit, katholieke strijdbaarheid, overal waar hij kan onder de arbeiders, onder de boeren, onder de jeugd, onder de stu denten, onder de priesters, op vergaderin gen, op cursussen, op retraites, voor het interne apostolaat, voor de verdieping van het eigen zieleleven, voor de studie van het sociale vraagstuk, voor de missies, voor de drankbestrijding overal, overal en steeds in één geest: werken samen- werken om het herstel van Christus' Ko ningschaponder leiding van de Ster- re: Maria. Dét vooral komt telkens terug: „Stella duee!" zijn wapenspreuk. Zijn diepe Apostel-vereering voor en zijn groot ver trouwen op de Moeder Gods, op de Vrouwe, die zoo vele nobele en strijdbare mannen heeft voortgedreven in Haar Dienst; die vereering en dat vertrouwen die voort komen uit een innige liefde voor zijn eigen Moeder geven hem den glans van een Kolping en een Don Bosco en geven hem de liefde en de vereering terug van zijn dio- cesanen, die meer dan ooit in deze jaren toonen onder zulk een Bisschop en onder zulk een devies te willen en te kunnen strijden! Mogen God en Zijn Lieve Moeder hem nog langen tijd als vader-Bisschop behouden voor Limburg. Dat is onze hartgrondige wensch. De animo tot deelname aan de eerste Natio nale Bedevaart naar O. L. Vrouw ter Nood te Heiloo in Noord-Holland, waar de bekende kanselredenaar, de Eerwaarde heer Henri de Greeve de predikaties zal houden, blijkt zeer groot te zijn. De eerste mededeeling in de katho lieke pers bracht reeds een stroom van aan vragen om programma's bij het secretariaat binnen. Het belooft een grootsche manifestatie te worden van hulde en smeeking aan O. L. Vrouw ter Nood, zoo juist passend aan deze bijzon dere tijden. Aangezien de trein, welke te 9.59 uit Amster dam en te 10.03 uit Haarlem vertrekt, aan het genadeoord stopt; kunnen deelnemers van de richtingen Zwolle, Amersfoort, Eindhoven, Den Bosch, Nijmegen, Arnhem, Utrecht, Breda, Roozendaal, Dordrecht, Rotterdam, Delft, Den Haag en Leiden, tijdig aanwezig zijn. Deelnemers uit de richting Enkhuizen Hoorn, reizen tot Heiloo met den trein, welke 9.47 uit Alkmaar vertrekt, terwijl Friezen en Groningers via den afsluitdijk par auto kun nen komen. De commissie, welke in Augustus 1931 is be noemd ten einde de wenschelijkheid en mo gelijkheid eener ontbinding van Stad en Lande te onderzoeken en daarnaast te overwegen of er middélen gevonden kunnen worden, welke uitzicht geven op gunstiger bedrijfsresultaten voor de scharende erfgooiers, heeft haar rap port uitgebracht. De commissie komt tot de conclusie, aldus de N.R.C., dat gezien de wij zigingen in de tijdsomstandigheden en de wij ziging in de geheele gestie van Stad en Lande van Gooiland, het thans niet het tijdstip is om een ontbinding te overwegen, noch om tot in voering van een zoogenaamd kampenplan over te gaan. In de Koolhoven Fabriek op Waalhaven wordt hard gewerkt. Er is zooveel werk aan den winkel, dat de bestaande fabriek noodza kelijk moest worden uitgebreid. De nieuwe fa briek is zeker driemaal zoo groot als de oude en het ziet er naar uit, dat deze ruimte bin nenkort ook al weer te klein zal zijn. Ook op het constructie-bureau wordt hard gewerkt aan de ontwerpen van nieuwe ma chines. Naar verluidt, zal luitenant-kolonel H. P. J. baron van Lawick benoemd worden tot gou verneur der Kon. Militaire Academie. In diens plaats zal tot conmmandant van het regiment wielrijders benoemd worden luitenant-kolonel H. F. M. baron van Voorst tot Voorst. Olijfolie is door alle eeuwen heen bekend en beroemd als schoon heidsmiddel In elk stuk Palmolive is een groote hoeveel heid olijfolie verwerkt. ct (2 stuks voor 25 ct.) In verband met het ingezette proces van hei ligverklaring van zaliger moeder Clara Fey, stichteres der Congregatie van de Zusters van het Arme Kind Jesus, wier Moederhuis te Sim- pelveld is gevestigd, is Donderdag het stoffelijk overschot opgegraven op het kloosterkerkhof en in processie overgebracht naar een nieuw graf in de Kloosterkapel. Roermonds Bisschop was hierbij tegenwoordig, evenals bij de opening en verzegeling van de lijkkist. V's v "i - De Larensche beeldhouwer A. Remiëns, die ook het monument voor Jan Hamdorff ver vaardigde, heeft van het hoofdbestuur der S.D. A.P. opdracht ontvangen een ontwerp te ma ken voor een grootsch monument, dat te Vier houten zal worden geplaatst, ter gelegenheid van het veertig-jarig bestaan der S-D.A.P. in Nederland. Naar wij vernemen, is de groote violist Bro nislaw Huberman geëngageerd voor twee Kur- haus-abonnementsconcerten (Scheveningen) namelijk voor dat van Woensdag 29 en dat van Vrijdag 31 Augustus. Beide keeren zal de kun stenaar optreden onder directie van Carl Schu- richt. Op het Kurhaus-volksconcert van Maandag a.s., dat onder leiding van Ignaz Neumark ge geven wordt, zal de violist Leon Rudelsheim als solist optreden met Lalo's Symphonie Es- pagnole. Verder wordt op dit concert uitgevoerd: Beethoven's Vijfde Symphonie en de „Ge- schichten aus dem Wienerwald" van Johann Strauss. I Men deelt ons als een groote bijzonderheid mede, dat te Lienden bij Tiel vier appelboo- men voor de tweede maal dit jaar in vollen bloei staan. De appels van den eersten bloei hangen nog aan de boomen. Over den gezonheidstoestand van H. M. de Koningin bericht „De Telegraaf" nog het volgende: Zooals gemeld, heeft H. M. de Koningin zich de laatste dagen zeer vermoeid gevoeld. Gedurende vier dagen heeft H. M. daarom het bed gehouden. Men schrijft de vermoeidheid toe aan de ijle Noorsche lucht tijdens de reis door de bergen. De gezondheidstoestand van H. M. geeft evenwel geen enkele reden tot on gerustheid. De Koningin houdt geen speciaal dieet en heeft evenmin een arts geraadpleegd. Wel bestaat er telefonisch contact tusschen he gezelschap in Noorwegen en de geneeshee- ren van H. M. te 's Gravenhage. Prinses Juliana maakt het uitstekend en speelt iederen dag tennis. Vrijdag heeft zij haar Moeder gezelschap gehouden, terwijl de leden van het gevolg een picknick hielden. Z.H. Exc. Mgr. Dr. G. Lemmens, Bisschop van Roermond, zal a.s. Dinsdag en Vrijdag geen audiëntie verleenen. 14e Zondag na Pinksteren. Evangelie: Mattheus 6, 2433 Het evangelie van de twee heeren. En het categorische: Gij moet kiezen, God of den mammon! Beiden kunt ge niet dienen! Men heeft wel aan dit alternatief de beteekenis willen geven: Franciscaan of heiden! Of het tenminste willen uitleggen in den zin: de duivel is de muntmeester dei- wereld; houd dus je handen af van zijn geld; hoe armer, hoe vromer! Maar ook dat is niet juist. De Schepper van het goud en de schatten der aarde is niet de duivel, maar God. En wij hebben het recht, ons te maken tot meester over alle rijkdommen dezer wereld. De schoonheid van de aarde bestaat niet, om onze oogen ervoor te sluiten en in de woestijn te vluchten; het licht van de zon is niet aan den hemel gesteld, opdat wij de gordijnen dichttrekken en een kunstmatige duisternis veroorzaken; de schatten der wereld zijn niet geschapen, om ze te verachten, maar om ze te gebruiken; de krachten der aarde bestaan met het doel ons te dienen. Het leven wordt echter tot een volslagen karikatuur, wanneer al deze dingen door de handen van menschen worden gemaakt tot afgodsbeelden, waarvoor hij, die hun heer en meester moest zijn, neerknielt en die hij aanbidt. Uit het goud ontstaat dan het gouden kalf, en uit den rijkdom rijst de god mammon op. Tot deze groteske van het leven zijn wij heden helaas zeer dicht genaderd. De mensch heeft een reuzenmachinerie in beweging gezet; de machine raast, en niemand kan ze tot stilstand bren gen. Wij zitten in een wagen, die steil de helling afrolt, en hebben de macht over het stuur verloren; elk oogen- blik kan de wagen verpletterd worden met al degenen, die zich erin bevinden. Het is twijfelachtig, of er nog een aardsche macht bestaat, die den doodenrit kan tegen houden, waarmee wij rijden van het kapitalisme naar het hyperkapitalisme en naar den volkomen mammon-sla- vendienst en wanneer de wagen te pletter slaat begint de slavernij van het communisme. Misschien moet de menschheid ook dit eerst doormaken, misschien onze geheele kuituur vernietigd worden, misschien moeten het geloof in God en het christen-zijn weer identiek worden met bloedig martelaarschap, vóórdat de menschheid den mammondienst weer ruilt voor den dienst van den eenen God. Maar wat beteekent: den mammon dienen? Laten wij eerst zeggen, wat het niet beteekent. Wanneer een mensch ervoor werkt en zorgt, dat hij sociaal en econo misch vooruit komt; dat hij langzamerhand inplaats van twaalf honderd gulden er twee en een halfduizend ver dient, dan is dat werkelijk geen slavernij van den mam mon. Wanneer iemand ernaar streeft, zijn middelen uit te breiden, dan volbrengt hij, wanneer hij bovendien nog een gezin te onderhouden heeft, slechts zijn plicht. Wie ervoor zorgt, dat zijn kinderen het eenmaal beter hebben dan hijzelf, is een braaf man, waarin God en de menschen hun welbehagen kunnen vinden. Wie ervoor werkt, de levensvoorwaarden voor zich en zijn mede-arbeiders op peil te brengen, helpt de menschheid weer goed te maken, wat zij tot heden aan onrecht bedreef. Niet iedereen, die welgesteld of zelfs rijk is, behoeft daarom een knecht van den mammon te zijn. Het bewijst soms niets anders, dan dat hij verstandiger, energieker, werkzamer of spaarza mer dan anderen was. Mammondienst wil zeggen: de winst maken tot hoogste levenswet. Mammondienst beteekent, al het overige op offeren aan het streven naar rijkdom. „Al het overige" is: Gods geboden van recht en gerechtigheid, van eerbied en menschenliefde, barmhartigheid en broederzin. Hij dient den mammon, die rijker wordt, door anderen arm te maken. Die anderen neerdrukt, om zelf een sport hooger te klimmen. Men kan zich heden eigenlijk allen verderen uitleg sparen. Wij bezitten datgene, wat Christus onder mammondienst verstaat, het mammonisme, dat met na tuurnoodzakelijkheid het goddelijke en daarmee het goede in den mensch vertrapt, in zijn volkomenheid in den huidigen vorm van het kapitalisme. Waarin over het wel en wee van menschen, van duizenden men schen, beschikt wordt enkel en alleen door berekeningen over winst en verlies. De mammon is god en het dividend is zijn profeet. Men stelt den menschelijken arbeid ter zijde rationaliseeren luidt de onschuldige vakterm daarvoor omdat de mammon geen schade lijden mag. Zien jullie dan niet, die daarvoor verantwoordelijk zijt, dat millioenen menschen schade lijden? Schade naar lichaam en ziel, schade aan hun geloof in God en de menschheid? Voelt dan niemand, dat dit misdaad is? Een misdaad tegenover de geheele wereld? Er zijn mil lioenen, die nauwelijks het noodzakelijkste verdienen om te leven, of aan him werkloosheid te gronde gaan en er zijn eenige weinigen, die jaarlijks reuzensalarissen ontvangen, welke wij ons nauwelijks kunnen voorstellen, en welke overeenkomen met wat tien arbeiders en be dienden aan loon krijgen in hun heele leven. Eén ding moet ik er echter om wille van de rechtvaar digheid bijvoegen: er zijn honderden christelijke fabrieks eigenaars en industrieelen, wier werk, God weet het, geen mammondienst, maar dienst aan het volk is. Mannen die dubbele zorg moeten dragen: zorg voor hun bedrijf en zorg voor hun arbeiders, dat ze niet broodeloos worden. Iedereen voor kapitalist uitmaken, die een groot bedrijf bezit, is even zinneloos en onrechtvaardig, als eiken be hoorlijk betaalden arbeider te rekenen tot het honger lijdende en uitgeplunderde proletariaat. Christenen mo gen het haat- en afgunstgevoel niet aanwakkeren, dat iedereen bestempelt tot vijand van het arbeidende volk, die ondernemer of werkgever is, of fabrikant. Menigeen van hen bezit meer hart en begrip en eerlijke welwillend heid voor zijn arbeiders dan velen, die een zeer ruime boterham met het ophitsen der arbeiders verdienen. Al dat domme gepraat over de auto en de bontjas van den fabrikant moest voor ernstige arbeiders allang niets meer te beteekenen hebben. Door een auto en wat bont worden de arbeiders niet arm. En er zijn ook communisten met auto's en bontjassen. Maar daarom is het niet minder waar, dat er een mis dadig kapitalisme bestaat; volkomen onverschillig voor de geboden Gods, de geboden der menschenliefde en der rechtvaardigheid; slechts luisterend naar het absoluut gebod der winst. Deze mammondienst is het, die onze tegen woordige wereld beheerscht, en waartegen vele christenen alleen maar schelden, omdat hij (ondanks hun overvloe dige kniebuigingen) niet genoeg voor hen opbrengt. Later zal men wellicht dit kapitalisme „vader van het com munisme" en „doodgraver der Europeesche kuituur" noe men. Maar let wel: niet doodgraver, omdat het kapi talisme is, maar omdat het tot nietsontzienden mam mondienst ontaard is. In handen van geloovige menschen, geregeld door goddelijke geboden, had het een zegen kun nen zijn. Want als economisch systeem is het middel, in zich onverschillig middel, dat ten goede en ten kwade ge bruikt kan worden. Wel is dit middel menschenwerk en dus onvolmaakt, met fouten behept; ook zal de materia listische tijdgeest de techniek en uitwerking van het systeem wel ongunstig hebben beïnvloed. Dit alles zijn bedenkingen méér dan het overwegen waard. Maar ze komen op de tweede plaats. Een verandering van systeem, zonder dat de geesten veranderen, kan de oplossing niet brengen. Wie gelooft, dat de wereld beter zou worden, wanneer men de fabriekseigenaars enz. maar doodsloeg, die zou een ontzettende teleurstelling beleven. Ook socia lisme en communisme kunnen inplaats van het kapita lisme niets anders brengen dan mammonisme in een nieuwen vorm. De vloek ligt in den mammon-kultus! En het heil is niet gelegen in de verandering van den vorm, maar in die verandering van den geest, welke de geboden der rechtvaardigheid en van de liefde tot den evenmensch stelt boven geldelijk gewin en het vergrooten van aardsche bezittingen. Mammonisme heerscht overal daar, waar de zaak op de eerste, en God en het rijk Gods op de tweede plaats komen. „Gij kunt niet God dienen en den mammon". Het moderne mammonisme, zoowel in den vorm van kapitalisme, socialisme en communisme, heeft God reeds lang afgeschaft. Daar gaat het alleen om het aardsch paradijs. Vele christenen echter probeeren nog altijd het onmogelijke mogelijk te maken. Z ij k u n- nen alles. Zij kunnen zelfs met de eene helft van hun ziel den mammon, en met de andere God aanbidden. En dan staat in dit evangelie dat wondere, milde, ont roerende woord over de vogelen des hemels en de lelies op het veld. „Ziet de vogels in de lucht! Ze zaaien niet, ze maaien niet, en verzamelen niet in schuren. En toch voedt ze uw hemelsche Vader. Ziet de lelies op het veld. Wat groeien ze! Ze werken niet en spinnen niet. En toch zeg Ik u, dat zelfs Salomon in al zijn pracht niet zoo schoon gekleed ging als een van deze." En dan dat een voudige en toch zoo heerlijke: „Zijt gij dan niet meer dan zij?" Ach, wanneer wij christenen het maar wilden lee- ren, onze toevlucht te zoeken, ons te hullen, in deze god delijke woorden van de bergprediking: Nu ploegen de menschen met duizenden tractors, zaaien en oogsten met groote machines en verzamelen het koren in geweldige silo's; en toch is de wereld vol menschen, die honger lijden. Vroeger toen men nog met sikkels de rijpe aren sneed, hadden allen brood genoeg. Nu werken in duizen den fabrieken duizenden moderne weefgetouwen, en er wordt in één jaar meer stof voor kleeding gemaakt dan in het machinelooze tijdvak in tien jaren. En toch ben ik ervan overtuigd, dat er heden meer menschen in ge scheurde lompen rondloopen, dan toen de spinnewielen snorden, die nu in onze musea staan. Niet dat ik de ma chines zou willen afschaffen! Maar ik zou willen aantoo- nen, hoe weinig deze haastige, rustelooze verhonderdvou diging van „wat wij eten en waarmee wij ons kleeden" de menschen gelukkiger gemaakt heeft. „Zoekt eerst het rijk Gods!" Hoe wereldafgewend, hoe abstrakt en onprak tisch klinkt dit woord. En toch bestaat onze heele ellende alleen hierin, dat het rijk Gods, dat broederzin, rechtvaar digheid, zorg voor het welzijn van allen en de liefde van alle menschen onderling geen burgerrecht meer bezitten onder de ach zoo wereldtoegewende, maar van God zoo vervreemde kinderen van dezen tijd. Reeds heden kan men zeggen: „Zoekt eerst het rijk Gods" anders wordt al het overige u straks ontnomenl Na een lang en smartelijk lijden is heden morgen om zes uur in het St. Canisius-zieken- huis te Nijmegen overleden de heer P. Th. H. M. Dobbelmann. Met hem is uit het openbare leven getreden een der katholieke voormannen, die het emancipatiewerk van een Dr. Schaep- man voortzetten. Hij bereikte den gezegenden ouderdom van ruim zeventig jaar. Pierre Th. H. M. Dobbelmann werd 19 Juni 1862 te Nijmegen geboren. Hij was de eenige zoon van het oud-kamerlid Th. Dobbelmann, dien hij ook in de zaken heeft opgevolgd. De naam Dobbelmann heeft zich op ver schillend gebied bekendheid verworven. De naam is bekend door de producten van de Nij- meegsche zeepfabrieken van Dobbelmann. Reeds lang waren deze fabrieken te Nijme gen gevestigd, toen P. Dobbelmann de leiding van zijn vader overnam. Er is in den langen tijd, die sindsdien is verloopen, op industrieel gebied heel wat veranderd. Het is de verdien ste van den heer Pierre Dobbelmann geweest, dat hij zijn bedrijf met inzichtige, bezonnen voortvarendheid heeft doen meegroeien met de economische ontwikkeling, en zoodoende een nationalen tak van industrie heeft weten te doen bloeien niettegenstaande de scherpe concur rentie van internationale concerns. De zeepfa brieken werden uit de Nijmeegsche beneden stad overgeplaatst naar gunstiger plaats, en grootscher opgezet. Vele Nijmegenaars vonden en vinden er hun bestaan, een bestaan, dat ook vóór de sociale wetgeving beantwoordde aan de eischen der sociale rechtvaardigheid. De familie Dobbelmann is een echt Nij- meegsch geslacht, een dier oude voorbeelden van een plaatselijk vast-gewortelde patriciërs familie. Merkwaardig mag het heeten, dat in den Nijmeegschen gemeenteraad meer dan zes tig jaren, zonder onderbreking, een Dobbel mann zitting had: Pierre Dobbelmann in op volging van zijn vader, en deze weer in opvol ging van den grootvader. De Nijmegenaar Dobbelmann was in zijn stad een man van invloed en beteekenis. Jaren lang was hij de voorzitter van de R.K. raadsfractie en toonde zich een beleidvol politicus. In de na-oorlogsche jaren stimuleerde hij de loonsverhooging voor het gemeente-personeel. Buiten Nijmegen strekte zijn politieke werk zaamheid zich uit over de provincie Gelderland, waarin hij van 19041922 Statenlid was. In 1922 verwisselde hij het lidmaatschap van de Provinciale Staten met dat der Eerste Kamer. In 1928 legde hij wegens zijn drukke bezigheden het raadslidmaatschap neer. Bij de jongste verkiezingen voor de Eerste Kamer werd hij in verband met zijn houding tegenover de pacht wet niet herkozen. De steun, die zijn stad en zijn provincie van hem ontvingen, lag voor een belangrijk deel op het terrein, waarop zijn practische blik en zijn industrieele ervaring hem een bijzonderen voor rang gaven: hij verbond zijn naam aan ver scheidene groote werken. De Waalbrug was een der onderwerpen, waarmee hij zich meer dan twintig jaar bezig hield. In den strijd om het eerste ontwerp van de Belvédère-brug was hij een der voornaamste tegenstanders! Aan het tot stand komen van het thans in uitvoering zijnde project had Dobbelmann zijn aandeel. De oprichting van de electrische centrale der P.G.E.M. te Nijmegen is mede te danken aan Dobbelmann's activiteit. Ook van het econo misch zoo belangrijke MaasWaalkanaal had hij het groote nut terstond begrepen. In de kracht van zijn leven heeft P. Th. Dobbelmann veel gedaan in tal van besturen tot nut der betrokken vereenigingen. Te Nij megen was hij een groote steun voor de St. Vincentiusvereeniging, het R.K. Parochiaal Armbestuur. De R.K. Werkliedenvereeniging heeft hij aan zich verplicht, doordat hij de aankoopsom verschafte voor het E-K. Vereeni- gingsgebouw „Unitas", voorheen „Burgerlust". Hij was mede-oprichter van de N.V. Maat schappij „de Gelderlander", en was daarvan 34 jaar commissaris. Met verschillende ridderorden werden zijn verdiensten erkend. De overledene was Com mandeur in de Orde van den H. Gregorius den Groote, Ridder in de Orde van den Nederland- schen Leeuw en Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Zijn persoonlijk leven was dat van een diep- geloovigen katholiek in woord en daad. Hij was een man van de rechte lijn. Bezield met een strikten rechtvaardigheidszin handelde hij steeds overeenkomstig een fijn ontwikkeld eer gevoel en de welhaast pijnlijke nauwgezetheid van zijn geweten. In de politiek had hij den moed eener eigen overtuiging. Deze overtuigingen waren wel eens gebaseerd op de economische ervaringen van den industrieel, en weken wel eens af van die van zijn partijgenooten. Gerespecteerd werd echter in Dobbelmann de beheerschte en nooit kwetsende toon, waarin hij zijn vaste over tuigingen verdedigde. Hij was een ridderlijk tegenstander. In den heer Pierre Th. Dobbelmann verliest katholiek Nederland, en speciaal katholiek Gelderland, een man van formaat, een man, wiens naam de herinnering oproept aan een lang en welbesteed leven. Van 3 tot 30 September worden in het Ge meente-Museum te 's-Gravenhage, Korte Vij verberg 7, telkens 's middags te half vier uur de volgende voordrachten gehouden, in verband met de tentoonstelling van de Abdij van Eg- mond: Dinsdag 4 September, Prof dr. A. W. By- vanck, hoogleeraar aan de RRijksuniversiteit te Leiden: „Het Evangeliarium"; Donderdag 6 September, N. J. M. Dresh, ar chivaris te Alkmaar: „De archieven van de Ab dij van Egmond"; Maandag 10 September, Pastoor W. Nolet: „De beteekenis van de Abdij van Egmond voor het godsdienstig leven"; Donderdag 13 September, Mgr. dr. P. J. M. van Gils, te Roermond: „Rond de boekerij van Egmond"; Maandag 17 September, Dom. J. Huijben, O.S.B., St. Paulus-Abdij te Oosterhout: „Het Kloosterleven"; Donderdag 20 September, Dr. H. E. Van Gel der, directeur van het Gemeente-Museum te 's-Gravenhage: „De oorspronkelijke Abdij en de nieuw ontworpene"; Maandag 24 September, Jhr. dr. W. A. Bee- laerts van Blokland, Griffier der Eerste Kamer der Staten Generaal te 's-Gravenhage: „De heeren van Egmond"; Donderdag 27 September, J. J. Henneman, Professor aan het Groot-Seminarie te Warmond: „Benedictijnsche kloosteropvoeding en levens- practyk." Na de voordracht bestaat er telkens gelegen heid om onder deskundige leiding de tentoon stelling te beziehtigen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 5