Mgr. Lemmens 25 jaar priester
H. Verbunt - van Dijk
PALMOLIVE
.„cte zeep der jeugd.
Koningin zeer ver
moeid
HONIG'S BOUILLONBLOKJES Iha ns 6 voor fOct
Wij kunnen alles!
P. Dobbelmann
STUWENDE KRACHT
ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1934
Een aanvoerder bij
uitnemendheid
Moeder Clara Fey
Katholiek voorman
In dezen hoogepriester werd Lim
burg een bisschop gegeven
overeenkomstig aller
wenschen
De priester onder zijn volk
NATIONALE BEDEVAART
NAAR HEILOO
STAD EN LANDE VAN
GOOILAND
Geen ontbinding
WERK AAN DEN WINKEL
Uitbreiding der Koolhovenfabriek
GOUVERNEUR K.M.A.
Miswijnen, Godslampolie,
Ketk kunst op elk gebied
Teief, 348, Tilburg, Gasthuisstr. 64
Het stoffelijk overschot
opgegraven
M;:.,
VEERTIG JAREN S.D.A.P.
Een monument te Vierhouten
Bronislaw Huberman
Leon Rudelsheim
P. DobbelrAann
Dubbele bloei
Toegeschreven aan de ijle droge
Noorsche berglucht
Geen audiëntie
EMIL FIEDLER
Met groote energie en doorzetting
wist hij een nationalen tak van
industrie te doen bloeien
TENTOONSTELLING DE ABDIJ
VAN EGMOND
Een serie voordrachten
Meer dan menige andere band beves
tigt de gezamenlijke strijd van pries
ters en volk onder het vaandel der
katholieke actie de onderlinge liefde tus-
schen deze beiden. En wanneer de katho
lieken van Limburg morgen in oprechte
liefde voor hun goeden Bisschop diens
zilveren priesterfeest meevieren, dan leeft
in de spontane hartelijkheid, die zij daarbij
van nature zullen ontplooien, diep de over
tuiging, dat Hij, die in hun midden de volle
Vaardigheid van het priesterschap draagt,
ook ten volle van den geest dier waardig
heid doordrongen is. Dan zien en waardee-
ren zij in Hem den aanvoerder bij uitne
mendheid, die aller medewerking op prijs
stelt, den man met de zachte hand, die al
len in hun eigen waarde hoogschat zijn
priesters en zijn leeken-medestrijders,
de leider, die zich de dienaar van allen
weet.
Want zóó is Mgr. Lemmens steeds ge
weest.
Toen hij na het voltooien van zijn studies
in Leuven en Rome, als doctor uriusque
juris kerkelijk- en Romeinsch recht
in 1914 naar Limburg terugkeerde, werd
hij, net als wijlen de groote Dr. Ariëns,
eenvoudig kapelaan in de parochie van St.
Matthias te Maastricht. Dat was de paro
chie, waaronder destijds de arbeiderswij
ken van de stad ressorteerden, waar dus de
mannen, vrouwen en jonge meisjes woon
den, die nog duidelijk de sporen droegen
van een tijd, waarin zij voor een minimum
loon 14—16 uren in de glas- ep aardewerk
fabrieken voor de vuren moesten staan,
dag in, dag uit, met geen enkelen vrijen
dag van 1 Januari tot 31 December, Zon
dags door werkend, altijd gejaagd, vroeg op
geleefd, wonend in huurkazernes, hun kin
deren soms slapend meedragend naar de
fabriek.
Kapelaan Lemmens begreep, dat met het
opheffen van die toestanden alleen niet
genoeg was gedaan. De leeken-werkers van
die dagen weten hóé energiek hij hielp, de
gevolgen van die toestanden te liqui
deeren in den geest van Paus Leo XIII.
Met zijn vriendelijken glimlach hief hij
de mensehen op; hij organiseerde de fa
brieksmeisjes in de patronaten en gaf haar
den zedelijke steun, dien zij dringend noo-
dig hadden; met den toenmaligen secreta
ris van den Armenraad bracht hij in de
oude, vervallen woningen, waar werkelijk
gebrek werd geleden, materieele hulp; en
vaak richtte hij 's avonds in de Stichting
de Stuers nog het woord tot zijn vrienden
om hun sociale gedachten te verdiepen.
Mgr. L. Schrijnen z.g. riep hem na vier
jaren uit dezen arbeid naar Roermond om
Prof. Keulers op te volgen aan het Groot-
Seminarie. „Daar gaat onze kapelaan voor
bisschop studeeren", zeiden zijn patronaats-
meiüjes unaniem.
En werkelijk: de stille, verborgen jaren
van dit professoraat, waarin hij mee den
clerus van het Bisdom vormde in den vol
len zin van het woord, niet alleen naar het
verstand maar ook naar het hart, waarin
hij de vertrouwensman was van zoo vele
seminaristen en reeds gewijde jonge kape
laans, wier moeilijkheden hij begreep en
hielp'oplossen, die jaren vormden hem tot
den priester over de priesters tot den
bisschop.
Mgr. Schrijnen z. g. verklaarde dan ook,
toen Z. H. de Paus op zijn verzoek hem Dr.
Lemmens als coadjutor met recht van op
volging had toegewezen, dat deze nieuwe
herder overeenkomstig aller wenschen aan
het Limburgsche volk was gegeven.
De korte tijd, waarin dit volk onder Zijn
kromstaf leeft, bevestigt reeds de waarheid
dezer woorden. Er is geen plaats, geen
groep der bevolking, en geen tak van ka
tholieke activiteit in zijn diocees, waarvoor
hij niet telkens de levendigste belangstelling
toont, waar hij geen voorbeeld geeft aan
de hoogmoedigen, waar hij niet meevoelt,
en waar hij niet aanvuurt zóó als het den
hierarchischen leider betaamt.
Spreekwoordelijk begint het van hem te
worden, dat zijn priesterlijk zich dienaar of
herder voelen soms spontaan in verzet
komt tegen alle officieele eerbewijzen. Hoe
vaak immers heeft hij een cordon van sta
tie doorgebroken om een praatje te maken
met eenvoudige moeders langs den weg of
om den kinderen een kruisje te geven op hun
voorhoofd? Bij hoeveel plechtigheden was
het niet duidelijk, dat Hij moeite had om
meer oor te hebben voor een feestredenaar
dan oog voor de bruidjes of de arbeiders
koppen om hem heen. Hij houdt innig-veel
van de menschen en de menschen houden
innig-veel van hem. In de kleinste dorpjes
vertellen ze de verhalen van zijn beminne-
nelijkheid. En in de steden gaan zijn opwek
kende woorden van mond tot mond.
Want ook dat wordt spreekwoordelijk
van Mgr. Lemmens: hij stuwt, zet aan tot
activiteit, katholieke strijdbaarheid, overal
waar hij kan onder de arbeiders, onder
de boeren, onder de jeugd, onder de stu
denten, onder de priesters, op vergaderin
gen, op cursussen, op retraites, voor het
interne apostolaat, voor de verdieping
van het eigen zieleleven, voor de studie van
het sociale vraagstuk, voor de missies, voor
de drankbestrijding overal, overal en
steeds in één geest: werken samen-
werken om het herstel van Christus' Ko
ningschaponder leiding van de Ster-
re: Maria.
Dét vooral komt telkens terug: „Stella
duee!" zijn wapenspreuk. Zijn diepe
Apostel-vereering voor en zijn groot ver
trouwen op de Moeder Gods, op de Vrouwe,
die zoo vele nobele en strijdbare mannen
heeft voortgedreven in Haar Dienst; die
vereering en dat vertrouwen die voort
komen uit een innige liefde voor zijn eigen
Moeder geven hem den glans van een
Kolping en een Don Bosco en geven hem de
liefde en de vereering terug van zijn dio-
cesanen, die meer dan ooit in deze jaren
toonen onder zulk een Bisschop en onder
zulk een devies te willen en te kunnen
strijden!
Mogen God en Zijn Lieve Moeder hem nog
langen tijd als vader-Bisschop behouden
voor Limburg. Dat is onze hartgrondige
wensch.
De animo tot deelname aan de eerste Natio
nale Bedevaart naar O. L. Vrouw ter Nood te
Heiloo in Noord-Holland, waar de bekende
kanselredenaar, de Eerwaarde heer Henri de
Greeve de predikaties zal houden, blijkt zeer groot
te zijn. De eerste mededeeling in de katho
lieke pers bracht reeds een stroom van aan
vragen om programma's bij het secretariaat
binnen.
Het belooft een grootsche manifestatie te
worden van hulde en smeeking aan O. L. Vrouw
ter Nood, zoo juist passend aan deze bijzon
dere tijden.
Aangezien de trein, welke te 9.59 uit Amster
dam en te 10.03 uit Haarlem vertrekt, aan het
genadeoord stopt; kunnen deelnemers van de
richtingen Zwolle, Amersfoort, Eindhoven, Den
Bosch, Nijmegen, Arnhem, Utrecht, Breda,
Roozendaal, Dordrecht, Rotterdam, Delft, Den
Haag en Leiden, tijdig aanwezig zijn.
Deelnemers uit de richting Enkhuizen
Hoorn, reizen tot Heiloo met den trein, welke
9.47 uit Alkmaar vertrekt, terwijl Friezen en
Groningers via den afsluitdijk par auto kun
nen komen.
De commissie, welke in Augustus 1931 is be
noemd ten einde de wenschelijkheid en mo
gelijkheid eener ontbinding van Stad en Lande
te onderzoeken en daarnaast te overwegen of
er middélen gevonden kunnen worden, welke
uitzicht geven op gunstiger bedrijfsresultaten
voor de scharende erfgooiers, heeft haar rap
port uitgebracht. De commissie komt tot de
conclusie, aldus de N.R.C., dat gezien de wij
zigingen in de tijdsomstandigheden en de wij
ziging in de geheele gestie van Stad en Lande
van Gooiland, het thans niet het tijdstip is om
een ontbinding te overwegen, noch om tot in
voering van een zoogenaamd kampenplan over
te gaan.
In de Koolhoven Fabriek op Waalhaven
wordt hard gewerkt. Er is zooveel werk aan
den winkel, dat de bestaande fabriek noodza
kelijk moest worden uitgebreid. De nieuwe fa
briek is zeker driemaal zoo groot als de oude
en het ziet er naar uit, dat deze ruimte bin
nenkort ook al weer te klein zal zijn.
Ook op het constructie-bureau wordt hard
gewerkt aan de ontwerpen van nieuwe ma
chines.
Naar verluidt, zal luitenant-kolonel H. P. J.
baron van Lawick benoemd worden tot gou
verneur der Kon. Militaire Academie. In diens
plaats zal tot conmmandant van het regiment
wielrijders benoemd worden luitenant-kolonel
H. F. M. baron van Voorst tot Voorst.
Olijfolie is door alle eeuwen heen
bekend en beroemd als schoon
heidsmiddel In elk stuk
Palmolive is een groote hoeveel
heid olijfolie verwerkt.
ct (2 stuks voor 25 ct.)
In verband met het ingezette proces van hei
ligverklaring van zaliger moeder Clara Fey,
stichteres der Congregatie van de Zusters van
het Arme Kind Jesus, wier Moederhuis te Sim-
pelveld is gevestigd, is Donderdag het stoffelijk
overschot opgegraven op het kloosterkerkhof en
in processie overgebracht naar een nieuw graf
in de Kloosterkapel. Roermonds Bisschop was
hierbij tegenwoordig, evenals bij de opening en
verzegeling van de lijkkist.
V's
v "i -
De Larensche beeldhouwer A. Remiëns, die
ook het monument voor Jan Hamdorff ver
vaardigde, heeft van het hoofdbestuur der S.D.
A.P. opdracht ontvangen een ontwerp te ma
ken voor een grootsch monument, dat te Vier
houten zal worden geplaatst, ter gelegenheid
van het veertig-jarig bestaan der S-D.A.P. in
Nederland.
Naar wij vernemen, is de groote violist Bro
nislaw Huberman geëngageerd voor twee Kur-
haus-abonnementsconcerten (Scheveningen)
namelijk voor dat van Woensdag 29 en dat van
Vrijdag 31 Augustus. Beide keeren zal de kun
stenaar optreden onder directie van Carl Schu-
richt.
Op het Kurhaus-volksconcert van Maandag
a.s., dat onder leiding van Ignaz Neumark ge
geven wordt, zal de violist Leon Rudelsheim
als solist optreden met Lalo's Symphonie Es-
pagnole. Verder wordt op dit concert uitgevoerd:
Beethoven's Vijfde Symphonie en de „Ge-
schichten aus dem Wienerwald" van Johann
Strauss.
I
Men deelt ons als een groote bijzonderheid
mede, dat te Lienden bij Tiel vier appelboo-
men voor de tweede maal dit jaar in vollen
bloei staan.
De appels van den eersten bloei hangen
nog aan de boomen.
Over den gezonheidstoestand van H. M. de
Koningin bericht „De Telegraaf" nog het
volgende:
Zooals gemeld, heeft H. M. de Koningin
zich de laatste dagen zeer vermoeid gevoeld.
Gedurende vier dagen heeft H. M. daarom het
bed gehouden. Men schrijft de vermoeidheid
toe aan de ijle Noorsche lucht tijdens de reis
door de bergen. De gezondheidstoestand van
H. M. geeft evenwel geen enkele reden tot on
gerustheid. De Koningin houdt geen speciaal
dieet en heeft evenmin een arts geraadpleegd.
Wel bestaat er telefonisch contact tusschen
he gezelschap in Noorwegen en de geneeshee-
ren van H. M. te 's Gravenhage.
Prinses Juliana maakt het uitstekend en
speelt iederen dag tennis. Vrijdag heeft zij
haar Moeder gezelschap gehouden, terwijl de
leden van het gevolg een picknick hielden.
Z.H. Exc. Mgr. Dr. G. Lemmens, Bisschop
van Roermond, zal a.s. Dinsdag en Vrijdag geen
audiëntie verleenen.
14e Zondag na Pinksteren.
Evangelie: Mattheus 6, 2433
Het evangelie van de twee heeren. En het categorische:
Gij moet kiezen, God of den mammon! Beiden kunt ge
niet dienen!
Men heeft wel aan dit alternatief de beteekenis willen
geven: Franciscaan of heiden! Of het tenminste willen
uitleggen in den zin: de duivel is de muntmeester dei-
wereld; houd dus je handen af van zijn geld; hoe armer,
hoe vromer! Maar ook dat is niet juist. De Schepper van
het goud en de schatten der aarde is niet de duivel, maar
God. En wij hebben het recht, ons te maken tot meester
over alle rijkdommen dezer wereld. De schoonheid van de
aarde bestaat niet, om onze oogen ervoor te sluiten en in
de woestijn te vluchten; het licht van de zon is niet aan
den hemel gesteld, opdat wij de gordijnen dichttrekken
en een kunstmatige duisternis veroorzaken; de schatten
der wereld zijn niet geschapen, om ze te verachten, maar
om ze te gebruiken; de krachten der aarde bestaan met
het doel ons te dienen.
Het leven wordt echter tot een volslagen karikatuur,
wanneer al deze dingen door de handen van menschen
worden gemaakt tot afgodsbeelden, waarvoor hij, die hun
heer en meester moest zijn, neerknielt en die hij aanbidt.
Uit het goud ontstaat dan het gouden kalf, en uit den
rijkdom rijst de god mammon op. Tot deze groteske van
het leven zijn wij heden helaas zeer dicht genaderd. De
mensch heeft een reuzenmachinerie in beweging gezet;
de machine raast, en niemand kan ze tot stilstand bren
gen. Wij zitten in een wagen, die steil de helling afrolt,
en hebben de macht over het stuur verloren; elk oogen-
blik kan de wagen verpletterd worden met al degenen, die
zich erin bevinden. Het is twijfelachtig, of er nog een
aardsche macht bestaat, die den doodenrit kan tegen
houden, waarmee wij rijden van het kapitalisme naar het
hyperkapitalisme en naar den volkomen mammon-sla-
vendienst en wanneer de wagen te pletter slaat begint
de slavernij van het communisme. Misschien moet de
menschheid ook dit eerst doormaken, misschien onze
geheele kuituur vernietigd worden, misschien moeten het
geloof in God en het christen-zijn weer identiek worden
met bloedig martelaarschap, vóórdat de menschheid den
mammondienst weer ruilt voor den dienst van den eenen
God.
Maar wat beteekent: den mammon dienen? Laten wij
eerst zeggen, wat het niet beteekent. Wanneer een
mensch ervoor werkt en zorgt, dat hij sociaal en econo
misch vooruit komt; dat hij langzamerhand inplaats van
twaalf honderd gulden er twee en een halfduizend ver
dient, dan is dat werkelijk geen slavernij van den mam
mon. Wanneer iemand ernaar streeft, zijn middelen uit
te breiden, dan volbrengt hij, wanneer hij bovendien nog
een gezin te onderhouden heeft, slechts zijn plicht. Wie
ervoor zorgt, dat zijn kinderen het eenmaal beter hebben
dan hijzelf, is een braaf man, waarin God en de menschen
hun welbehagen kunnen vinden. Wie ervoor werkt, de
levensvoorwaarden voor zich en zijn mede-arbeiders op
peil te brengen, helpt de menschheid weer goed te maken,
wat zij tot heden aan onrecht bedreef. Niet iedereen, die
welgesteld of zelfs rijk is, behoeft daarom een knecht van
den mammon te zijn. Het bewijst soms niets anders, dan
dat hij verstandiger, energieker, werkzamer of spaarza
mer dan anderen was.
Mammondienst wil zeggen: de winst maken tot hoogste
levenswet. Mammondienst beteekent, al het overige op
offeren aan het streven naar rijkdom. „Al het overige" is:
Gods geboden van recht en gerechtigheid, van eerbied en
menschenliefde, barmhartigheid en broederzin. Hij dient
den mammon, die rijker wordt, door anderen arm te
maken. Die anderen neerdrukt, om zelf een sport hooger
te klimmen. Men kan zich heden eigenlijk allen verderen
uitleg sparen. Wij bezitten datgene, wat Christus onder
mammondienst verstaat, het mammonisme, dat met na
tuurnoodzakelijkheid het goddelijke en daarmee het
goede in den mensch vertrapt, in zijn volkomenheid
in den huidigen vorm van het kapitalisme. Waarin
over het wel en wee van menschen, van duizenden men
schen, beschikt wordt enkel en alleen door berekeningen
over winst en verlies. De mammon is god en het dividend
is zijn profeet. Men stelt den menschelijken arbeid ter
zijde rationaliseeren luidt de onschuldige vakterm
daarvoor omdat de mammon geen schade lijden mag.
Zien jullie dan niet, die daarvoor verantwoordelijk zijt,
dat millioenen menschen schade lijden? Schade
naar lichaam en ziel, schade aan hun geloof in God en
de menschheid? Voelt dan niemand, dat dit misdaad is?
Een misdaad tegenover de geheele wereld? Er zijn mil
lioenen, die nauwelijks het noodzakelijkste verdienen om
te leven, of aan him werkloosheid te gronde gaan en
er zijn eenige weinigen, die jaarlijks reuzensalarissen
ontvangen, welke wij ons nauwelijks kunnen voorstellen,
en welke overeenkomen met wat tien arbeiders en be
dienden aan loon krijgen in hun heele leven.
Eén ding moet ik er echter om wille van de rechtvaar
digheid bijvoegen: er zijn honderden christelijke fabrieks
eigenaars en industrieelen, wier werk, God weet het, geen
mammondienst, maar dienst aan het volk is. Mannen die
dubbele zorg moeten dragen: zorg voor hun bedrijf en
zorg voor hun arbeiders, dat ze niet broodeloos worden.
Iedereen voor kapitalist uitmaken, die een groot bedrijf
bezit, is even zinneloos en onrechtvaardig, als eiken be
hoorlijk betaalden arbeider te rekenen tot het honger
lijdende en uitgeplunderde proletariaat. Christenen mo
gen het haat- en afgunstgevoel niet aanwakkeren, dat
iedereen bestempelt tot vijand van het arbeidende volk,
die ondernemer of werkgever is, of fabrikant. Menigeen
van hen bezit meer hart en begrip en eerlijke welwillend
heid voor zijn arbeiders dan velen, die een zeer ruime
boterham met het ophitsen der arbeiders verdienen. Al
dat domme gepraat over de auto en de bontjas van den
fabrikant moest voor ernstige arbeiders allang niets meer
te beteekenen hebben. Door een auto en wat bont worden
de arbeiders niet arm. En er zijn ook communisten met
auto's en bontjassen.
Maar daarom is het niet minder waar, dat er een mis
dadig kapitalisme bestaat; volkomen onverschillig voor
de geboden Gods, de geboden der menschenliefde en der
rechtvaardigheid; slechts luisterend naar het absoluut
gebod der winst. Deze mammondienst is het, die onze tegen
woordige wereld beheerscht, en waartegen vele christenen
alleen maar schelden, omdat hij (ondanks hun overvloe
dige kniebuigingen) niet genoeg voor hen opbrengt. Later
zal men wellicht dit kapitalisme „vader van het com
munisme" en „doodgraver der Europeesche kuituur" noe
men. Maar let wel: niet doodgraver, omdat het kapi
talisme is, maar omdat het tot nietsontzienden mam
mondienst ontaard is. In handen van geloovige menschen,
geregeld door goddelijke geboden, had het een zegen kun
nen zijn. Want als economisch systeem is het middel, in
zich onverschillig middel, dat ten goede en ten kwade ge
bruikt kan worden. Wel is dit middel menschenwerk en
dus onvolmaakt, met fouten behept; ook zal de materia
listische tijdgeest de techniek en uitwerking van het
systeem wel ongunstig hebben beïnvloed. Dit alles zijn
bedenkingen méér dan het overwegen waard. Maar ze
komen op de tweede plaats. Een verandering van systeem,
zonder dat de geesten veranderen, kan de oplossing niet
brengen. Wie gelooft, dat de wereld beter zou worden,
wanneer men de fabriekseigenaars enz. maar doodsloeg,
die zou een ontzettende teleurstelling beleven. Ook socia
lisme en communisme kunnen inplaats van het kapita
lisme niets anders brengen dan mammonisme in een
nieuwen vorm. De vloek ligt in den mammon-kultus!
En het heil is niet gelegen in de verandering van den
vorm, maar in die verandering van den geest, welke de
geboden der rechtvaardigheid en van de liefde tot den
evenmensch stelt boven geldelijk gewin en het vergrooten
van aardsche bezittingen. Mammonisme heerscht overal
daar, waar de zaak op de eerste, en God en het rijk Gods
op de tweede plaats komen. „Gij kunt niet God dienen
en den mammon". Het moderne mammonisme, zoowel in
den vorm van kapitalisme, socialisme en communisme,
heeft God reeds lang afgeschaft. Daar gaat het alleen om
het aardsch paradijs. Vele christenen echter probeeren
nog altijd het onmogelijke mogelijk te maken. Z ij k u n-
nen alles. Zij kunnen zelfs met de eene helft van hun
ziel den mammon, en met de andere God aanbidden.
En dan staat in dit evangelie dat wondere, milde, ont
roerende woord over de vogelen des hemels en de lelies
op het veld. „Ziet de vogels in de lucht! Ze zaaien niet,
ze maaien niet, en verzamelen niet in schuren. En toch
voedt ze uw hemelsche Vader. Ziet de lelies op het veld.
Wat groeien ze! Ze werken niet en spinnen niet. En toch
zeg Ik u, dat zelfs Salomon in al zijn pracht niet zoo
schoon gekleed ging als een van deze." En dan dat een
voudige en toch zoo heerlijke: „Zijt gij dan niet meer dan
zij?" Ach, wanneer wij christenen het maar wilden lee-
ren, onze toevlucht te zoeken, ons te hullen, in deze god
delijke woorden van de bergprediking: Nu ploegen de
menschen met duizenden tractors, zaaien en oogsten met
groote machines en verzamelen het koren in geweldige
silo's; en toch is de wereld vol menschen, die honger
lijden. Vroeger toen men nog met sikkels de rijpe aren
sneed, hadden allen brood genoeg. Nu werken in duizen
den fabrieken duizenden moderne weefgetouwen, en er
wordt in één jaar meer stof voor kleeding gemaakt dan
in het machinelooze tijdvak in tien jaren. En toch ben
ik ervan overtuigd, dat er heden meer menschen in ge
scheurde lompen rondloopen, dan toen de spinnewielen
snorden, die nu in onze musea staan. Niet dat ik de ma
chines zou willen afschaffen! Maar ik zou willen aantoo-
nen, hoe weinig deze haastige, rustelooze verhonderdvou
diging van „wat wij eten en waarmee wij ons kleeden"
de menschen gelukkiger gemaakt heeft. „Zoekt eerst het
rijk Gods!" Hoe wereldafgewend, hoe abstrakt en onprak
tisch klinkt dit woord. En toch bestaat onze heele ellende
alleen hierin, dat het rijk Gods, dat broederzin, rechtvaar
digheid, zorg voor het welzijn van allen en de liefde van
alle menschen onderling geen burgerrecht meer bezitten
onder de ach zoo wereldtoegewende, maar van God zoo
vervreemde kinderen van dezen tijd. Reeds heden kan
men zeggen: „Zoekt eerst het rijk Gods" anders wordt
al het overige u straks ontnomenl
Na een lang en smartelijk lijden is heden
morgen om zes uur in het St. Canisius-zieken-
huis te Nijmegen overleden de heer P. Th. H.
M. Dobbelmann. Met hem is uit het openbare
leven getreden een der katholieke voormannen,
die het emancipatiewerk van een Dr. Schaep-
man voortzetten. Hij bereikte den gezegenden
ouderdom van ruim zeventig jaar.
Pierre Th. H. M. Dobbelmann werd 19 Juni
1862 te Nijmegen geboren. Hij was de eenige
zoon van het oud-kamerlid Th. Dobbelmann,
dien hij ook in de zaken heeft opgevolgd.
De naam Dobbelmann heeft zich op ver
schillend gebied bekendheid verworven. De
naam is bekend door de producten van de Nij-
meegsche zeepfabrieken van Dobbelmann.
Reeds lang waren deze fabrieken te Nijme
gen gevestigd, toen P. Dobbelmann de leiding
van zijn vader overnam. Er is in den langen
tijd, die sindsdien is verloopen, op industrieel
gebied heel wat veranderd. Het is de verdien
ste van den heer Pierre Dobbelmann geweest,
dat hij zijn bedrijf met inzichtige, bezonnen
voortvarendheid heeft doen meegroeien met de
economische ontwikkeling, en zoodoende een
nationalen tak van industrie heeft weten te doen
bloeien niettegenstaande de scherpe concur
rentie van internationale concerns. De zeepfa
brieken werden uit de Nijmeegsche beneden
stad overgeplaatst naar gunstiger plaats, en
grootscher opgezet. Vele Nijmegenaars vonden
en vinden er hun bestaan, een bestaan, dat ook
vóór de sociale wetgeving beantwoordde aan de
eischen der sociale rechtvaardigheid.
De familie Dobbelmann is een echt Nij-
meegsch geslacht, een dier oude voorbeelden
van een plaatselijk vast-gewortelde patriciërs
familie. Merkwaardig mag het heeten, dat in
den Nijmeegschen gemeenteraad meer dan zes
tig jaren, zonder onderbreking, een Dobbel
mann zitting had: Pierre Dobbelmann in op
volging van zijn vader, en deze weer in opvol
ging van den grootvader.
De Nijmegenaar Dobbelmann was in zijn stad
een man van invloed en beteekenis. Jaren lang
was hij de voorzitter van de R.K. raadsfractie
en toonde zich een beleidvol politicus.
In de na-oorlogsche jaren stimuleerde hij de
loonsverhooging voor het gemeente-personeel.
Buiten Nijmegen strekte zijn politieke werk
zaamheid zich uit over de provincie Gelderland,
waarin hij van 19041922 Statenlid was. In
1922 verwisselde hij het lidmaatschap van de
Provinciale Staten met dat der Eerste Kamer.
In 1928 legde hij wegens zijn drukke bezigheden
het raadslidmaatschap neer. Bij de jongste
verkiezingen voor de Eerste Kamer werd hij in
verband met zijn houding tegenover de pacht
wet niet herkozen.
De steun, die zijn stad en zijn provincie van
hem ontvingen, lag voor een belangrijk deel op
het terrein, waarop zijn practische blik en zijn
industrieele ervaring hem een bijzonderen voor
rang gaven: hij verbond zijn naam aan ver
scheidene groote werken. De Waalbrug was
een der onderwerpen, waarmee hij zich meer
dan twintig jaar bezig hield. In den strijd om
het eerste ontwerp van de Belvédère-brug was
hij een der voornaamste tegenstanders! Aan het
tot stand komen van het thans in uitvoering
zijnde project had Dobbelmann zijn aandeel.
De oprichting van de electrische centrale der
P.G.E.M. te Nijmegen is mede te danken aan
Dobbelmann's activiteit. Ook van het econo
misch zoo belangrijke MaasWaalkanaal had
hij het groote nut terstond begrepen.
In de kracht van zijn leven heeft P. Th.
Dobbelmann veel gedaan in tal van besturen
tot nut der betrokken vereenigingen. Te Nij
megen was hij een groote steun voor de St.
Vincentiusvereeniging, het R.K. Parochiaal
Armbestuur. De R.K. Werkliedenvereeniging
heeft hij aan zich verplicht, doordat hij de
aankoopsom verschafte voor het E-K. Vereeni-
gingsgebouw „Unitas", voorheen „Burgerlust".
Hij was mede-oprichter van de N.V. Maat
schappij „de Gelderlander", en was daarvan
34 jaar commissaris.
Met verschillende ridderorden werden zijn
verdiensten erkend. De overledene was Com
mandeur in de Orde van den H. Gregorius den
Groote, Ridder in de Orde van den Nederland-
schen Leeuw en Ridder in de Orde van Oranje
Nassau.
Zijn persoonlijk leven was dat van een diep-
geloovigen katholiek in woord en daad. Hij
was een man van de rechte lijn. Bezield met
een strikten rechtvaardigheidszin handelde hij
steeds overeenkomstig een fijn ontwikkeld eer
gevoel en de welhaast pijnlijke nauwgezetheid
van zijn geweten.
In de politiek had hij den moed eener eigen
overtuiging. Deze overtuigingen waren wel eens
gebaseerd op de economische ervaringen van
den industrieel, en weken wel eens af van die
van zijn partijgenooten. Gerespecteerd werd
echter in Dobbelmann de beheerschte en nooit
kwetsende toon, waarin hij zijn vaste over
tuigingen verdedigde. Hij was een ridderlijk
tegenstander.
In den heer Pierre Th. Dobbelmann verliest
katholiek Nederland, en speciaal katholiek
Gelderland, een man van formaat, een man,
wiens naam de herinnering oproept aan een
lang en welbesteed leven.
Van 3 tot 30 September worden in het Ge
meente-Museum te 's-Gravenhage, Korte Vij
verberg 7, telkens 's middags te half vier uur de
volgende voordrachten gehouden, in verband
met de tentoonstelling van de Abdij van Eg-
mond:
Dinsdag 4 September, Prof dr. A. W. By-
vanck, hoogleeraar aan de RRijksuniversiteit te
Leiden: „Het Evangeliarium";
Donderdag 6 September, N. J. M. Dresh, ar
chivaris te Alkmaar: „De archieven van de Ab
dij van Egmond";
Maandag 10 September, Pastoor W. Nolet:
„De beteekenis van de Abdij van Egmond voor
het godsdienstig leven";
Donderdag 13 September, Mgr. dr. P. J. M.
van Gils, te Roermond: „Rond de boekerij van
Egmond";
Maandag 17 September, Dom. J. Huijben,
O.S.B., St. Paulus-Abdij te Oosterhout: „Het
Kloosterleven";
Donderdag 20 September, Dr. H. E. Van Gel
der, directeur van het Gemeente-Museum te
's-Gravenhage: „De oorspronkelijke Abdij en de
nieuw ontworpene";
Maandag 24 September, Jhr. dr. W. A. Bee-
laerts van Blokland, Griffier der Eerste Kamer
der Staten Generaal te 's-Gravenhage: „De
heeren van Egmond";
Donderdag 27 September, J. J. Henneman,
Professor aan het Groot-Seminarie te Warmond:
„Benedictijnsche kloosteropvoeding en levens-
practyk."
Na de voordracht bestaat er telkens gelegen
heid om onder deskundige leiding de tentoon
stelling te beziehtigen.