STADSNIEUWS
KWIEK EN VIEF
EEN AVOND GLORIE!
ZONDAG 9 SEPTEMBER 1934
Haarlem-Leiden 3-1
Regelmatige zege der Haar-
lemsche ploeg
VERKOOP-VERRUIMING
OP ZONDAG
De meerderheid der winkeliers
vóór uitbreiding?
FLORALIAVEREENIGING
Jaarlijksche tentoonstelling
WESTMINSTER KOOR
Een zeldzaam mooi ensemble
Toegekende prijzen
GEMEENTERAAD
v*;
m w
„Het Huis met de Luifel" aan de Kruisstraat
te Haarlem, waarvan de typische, maar voor
het verkeer lastige hekjes binnenkort zullen
verdwijnen.
H. VAN STEENWIJCK 70 JAAR
Tentoonstelling in het Frans Hals-
Museum
K. J. M. V. ST. AUGUST1NUS
Jaarvergadering a.s. Donderdag
Bloemendaal gaat converteeren
De heer de Kadt bedankt
Politiekleeding
Personeele belasting
Slijterijen op Zondag
De pensionneering der wethouders
De zaak-Trijssenaar
BLOEMENDAAL
St. Theodardus
Opvolger van St. Remaclus
Italïaansche kunst
In het Stedelijk Museum te
Amsterdam
Allegorische voorstelling van Tiepolo, op
de tentoonstelling van Italiaansche kunst
Judithvan Botticelli, op de tentoonstelling
van Italiaansche kunst
ring daarop maken over 't algemeen de zalen,
die aan de Venetiaansche School zyn gewyd,
waarvan het coloriet den Noorderling goed
schijnt te „liggen", en in 't byzonder de twee
laatste zalen, waarin men werk by een kan vin
den van Venetiaansche achttiendeeuwers: Tie
polo, Guardi, Canaletto, Bellotto, Longhi.
Het verleden herleefde gisteren
avond in Amsterdams
Stadsschouwburg
Galavoorstelling
Wat is opruiing?
Voorzitter van O. S. P. getuigt
Deze onder zeer matige belangstelling op het
Santpoort-terrein gespeelde wedstrijd werd be
gunstigd door zeer fraai zomerweer, eigenlijk
iets te warm voor voetbal. Haarlem behaalde
deze overwinning op volkomen regelmatige
wijze, hoewel Leiden met een weinig meer ge
luk toch een iets gunstiger resultaat had kun
nen bereiken. De elf spelers hebben-heel hard
gewerkt, maar het geheel was te onsamenhan
gend om eenig resultaat te bereiken tegen de
iets beter sluitende Haarlem-ploeg, terwijl bo
vendien de binnenspelers het spel veel te kort
hielden, waardoor de stevige Haarlem-achter
hoede steeds kon ingrijpen. Een zeer gunstige
uitzondering maakte de spil Hoogervorst, die
een keurige, weldoordachte partij voetbal ten
beste gaf, waarin zijn overbuur Nijssen hem
alleen met kopwerk de baas was.
Ook de Haarlemsche voorhoede was niet het
beste deel van het elftal. Van Schie was een
absolute mislukking, terwijl de Jong te veel
tijd noodig heeft om gevaarlijk te zijn. De
kracht van den aanval school hier hoofdzakelijk
in de snelle buitenspelers Ninaber en Gerrit
sen, waarvan echter de eerste te veel goede
kansen om zeep bracht door zelf te schieten
inplaats van voor te zetten. De rest van het
elftal heeft voldaan, terwijl keeper Kockx, die
betrekkelijk weinig te doen kreeg, een zeer be
trouwbaren indruk maakte.
Over den wedstrijd nog het volgende:
Na een gelijkopgaanden strijd komt Haarlem
allengs in de meerderheid, met als resultaat
een goed doelpunt van Gerrits, gescoord uit een
lange pass van Nijssen (10).
De rust breekt aan met onveranderden stand.
Kort na de hervatting loopt Gerrits een door
Nijssen keurig genomen vrije schop in 't Leid-
sche doel, terwijl, als van Honschoten den bal
handig vrijmaakt en afgeeft aan van Schie,
deze speler met een hard schot den stand op
3—0 brengt.
Leiden geeft nog niet gewonnen en als bij
een snelle doorbraak de vrijstaande van Nohe-
Ien den bal krijgt toegespeeld, wordt Kockx
onhoudbaar gepasseerd (3—1). Met dezen stand
komt het einde
Donderdag en Vrijdag is onder de Haarlem
sche winkeliers door een gemeentebestuur een
enquête gehouden over het al of niet uitbrei
den van de verkoopgelegenheid op Zondag.
Wy vernemen thans, dat de opkomst der
winkeliers niet buitengewoon groot is geweest.
Precieze cijfers zijn nog niet bekend, maar men
had ten stadhuize den indruk, dat de groote
meerderheid vóór uitbreiding is. Eén groep, n.l.
de slijters, heeft zeer veel tegenstemmers, zoo
dat de mogelijkheid bestaat, dat deze geen uit
breiding willen.
Ook in Bloemendaal hebben de samenwer
kende plaatselijke middenstandsvereeniging een
enquête gehouden onder de winkeliers, die tot
resultaat had, dat de grootste meerderheid
voor uitbreiding was. Van de 36 winkeliers
hebben zich slechts vier tegen verklaard. Daar
om is door de middenstandsvereenigingen een
request aan den gemeenteraad gezonden, waar
in zij verruiming van de verkoopgelegenheid
op Zondag verzoeken.
In het gebouw „St. Bavo" houdt de Floralia-
vereeniging haar jaarlijksche tentoonstelling
van de plantjes, die de kinderen in het afge-
loopen jaar gekweekt hebben. Zaterdagmiddag
werd de tentoonstelling officieel geopend. Al
lereerst sprak de waarn. presidente mevr. A.
Steenhuis-Polman (de presidente, mevr. Risse-
lada-Garrer was door ziekte verhinderd) een
kort welkomstwoord tot de aanwezigen, o. a. wie
wij opmerkten de heeren W. J. B. v. Liemt,
wethouder van Bedrijven en Werkloosheidszorg,
A. G. Boes, wethouder van Onderwijs, K. Brants,
oud-hoofdinspecteur van het L.O., Smits, hoofd
inspecteur van het L.D. te Middelburg en J. L.
Bouwer, directeur van den Dienst van Hout en
Plantsoenen en voorts vertegenwoordigers en
vertegenwoordigsters van diverse vereenigingen,
scholen, enz. Mevr. Steenhuis-Polman bracht
tenslotte dank aan het gemeentebestuur voor
de door de vereeniging ondervonden medewer
king.
De wethouder van onderwijs, de heer A. G.
Boes, hield hierna de openingsrede, waarin hij
wees op het nut, dat de vereeniging Floralia
sticht door het aankweeken niet alleen van
plantjes, maar daardoor van liefde en zorg
voor de natuur bij de kinderen, waardoor ze
tevens indirect deze eigenschappen tracht te
ontwikkelen bij de menschen in het algemeen.
Spr. uitte voorts zijn groote waardeering voor
het werk van de vereeniging, dat er veel toe
bijdraagt om de aangename sfeer in den hui-
selijken kring te versterken. Spr. zette tenslotte
uiteen dat het de vereeniging toch gelukt is,
ondanks de moeilijke tijdsomstandigheden, in
stand te blijven en haar zegenrijk werk voort
te zetten.
Na deze openingsrede maakten de aanwezigen
een rondgang over de tentoonstelling, welke ook
nu weer voor ieder, die belangstelt in het kwee
ken van plantjes door de kinderen, zeer be
zienswaardig is. Op overzichtelijke wijze zijn de
totaal ongeveer zevenhonderd plantjes opge
steld, waarbij inzendingen zijn van R.K., ge
meente en protestantsche scholen, de rijks
leerschool, enz. enz. Men treft er zoowel Be
gonia's als Trandescentia en Fuchsia's aan, Ge
raniums zoowel als Margarieten en Afrikanen
en nog vele andere bloemen meer, zoodat het
geheel een bont tafereel is.
De jury bestond uit de heeren G. Dorrestein,
S. Pool, H. Boegschoten, D. Smit, A. v Blanke-
stein, D. Vader, G. J. v Dijk en C. v Dordt, allen
deskundigen op het gebied van de planten
teelt en heeft ongetwijfeld geen gemakkelijke
taak gehad bij het toekennen der prijzen, want
de kwaliteit der plantjes stond dit jaar ook
weer zeer hoog. De uitslag was als volgt:
lste prijzen: Alb. Turkenburg, Hendr. Draai-
sma, Toon Draaisma, Willy Akkerman, Beppie
v d Manacker, Joh. v Westlof, Johan Spijker,
Tini v Braan, Johan Lampe, Jan v Roosmalen,
Nelly de Jong, S. van Es Willy Hols, Freddy
Heesemans, H. Dweelaer, Hanny Houtkamp,
Jopy Wallewijn en Wout v d Lande.
3de prijzen: Rikes Draaisma, Theo v d Lan
den, Jo Lamme, W. Vermeer, Jopie Heesemans,
Carolie Warburg, Stefanus Herfst, Henny Gei
teman, Willy Blokker, Jan Zwier, Gerard Har-
denberg, Wim Krom, J. de Jong, W. de Jong,
Dirk Rustenburg, Jopie in den Bosch, Jantje
Senft, Annie Smit, Han v Loenen, Corry de
Jong.
3de prijzen: Jan van Kampen, Willy Bur-
meister, Frans v d Lande, Jo v d Hart, N. Lange-
veld, Emiel Pieet, Tonni Lijsen, Jan Korstjens,
Bep Ducro, J. Boerrichter, Marie Traksel, Dini
v d Eist, Theo de Pater, Willy Wenning, Klaas
Hendriks, Willy v Leeuwen, Annie Draaisma,
Betsie Wijkhuizen, Gerdie Lakenveld, A. W. de
Wesselius.
Bestuursprijzen: A. Clement, Piet Hoppen
brouwer, W. Vermeer, P. Smit, Annie v. d. Vliet,
Betsie Jansen, Dora Luikel, Anth. Smit, Corrie
Wieland, Jopie v Waateringen; Jacques de Jong,
Hendrik Wiedijk, Daan Slagboom, Willy Mein-
ders, C. v Koten, Ali Bakker (met lof) en Fïe
Bakker (met lof).
De uitreiking der prijzen zal plaats hebben
op 19 September des middags om 2 uur in het
gebouw „De Nijverheid".
De tentoonstelling is vandaag (Zondag) van
10 tot 5 uur geopend.
Het Amerikaansche Westminster Koor is op
zijn tweede Europeesche Tournée. De eerste had
in 1929 plaats. Toen werd Nederland. Denemar
ken, Scandinavië en Rusland niet, thans wel
bezocht. In Rusland zal zelfs een bijzonder
groot aantal concerten worden gegeven, waar
na het koor nog een 7-tal landen, Duitschland
uitgezonderd, bezoekt en vanuit Italië de terug
reis aanvaardt.
Dit alles wijst al op iets bijzonders op het
gebied van den koorzang. Dat impressario's zulke
tournée's durven ondernemen, zegt nog niet
zooveel. We hebben meermalen iets van het
buitenland, hetzij uit Europa of uit de nieuwe
wereld gehoord, dat, ondanks de grootsch op
gezette tournée, alhoewel nog geen humbug',
dan toch niet buitengewoon kunstzinnig was.
Meestal bleef het dan bij één tournée.
Maar dat de tweede tournée binnen enkele
jaren op grootere schaal kon worden samenge
steld, moet het gevolg zijn van een groot suc
ces, behaald op de eerste.
Het koor bestaat uit een. 40-tal dames en
heeren en staat onder leiding van dr. John
Finley Williamson, die het in 1921 oprichtte.
Het stemmateriaal is zeer mooi, bijzonder dat
c!.er heeren. Dit is in alle partijen buitengewoon
mooi van timbre, flink van volume en een on
verbeterlijk ensemble vormend. Bovendien be
zit elke partij een pracht solo-stem.
De stemmen der dames zijn iets minder
fraai, vooral bij de hooge sopranen. Technisch
staan ze echter even hoog als de heeren. Tech
niek, ademhaling en uithoudingsvermogen zijn
uitermate bewonderenswaardig. Maar bovenal
de karakteriseering der werken! Die werd bijna
voortdurend in sterke mate getroffen, hoe de
stijl ook was: oud, nieuw, ernstig, satyrisch,
tot zelfs imitatie jazz (al viel dit tamelijk bui
ten het programma.
Het programma bevatte oude werken (Vit-
toria en Bach), volksliederen voor koor be
werkt, zoaals van negers, indianen als van
comboy's en dan nog moderne koorwerken.
Vittoria's „o Magnum Mysterium" deed stijl
vol aan, de stemmenloop had nog iets elas
tischer kunnen zijn. Opvallend was de goed
verzogrde Romeinsche uitspraak van het Latijn.
Bach's „All Breathing Life" klonk niet zoo
doorzichtig, <ie heerenstemmen domineerden
iets. Deze nummers werden ingeleid door een
modem gezet volkslied: „Wake up".
„St. Louis Blues" is ondanks het droefgeestig
karakter van den tekst gezet in dans-vorm,
een jazz imiteerend. Op zichzelf beschouwd een
interessant nummer, doch hier een beetje mis
plaatst. Het leelijke der jazz werd nagebootst,
doch daar hebben we geen gebrek aan.
Van dit deel viel nog op „Going Home" een
bewerking door William Fischer van het Largo
uit de Symphonie der nieuwe wereld van Dvo
rak. We zijn niet voor omzetting van instru
mentale in vocale muziek, maar hier, waar de
componist negermelodieën aanwendde, is het te
begrijpen, dat men ze terug bracht tot hun
oorspronkelijk karakter: zang. De hoofdmelodie,
in het orkest voor althobo aangewend, hoorde
men thans gezongen door een mezzo-sopraan,
terwijl het koor begeleidde met bromstemmen.
De melodie klonk ontroerend schoon, tevens
ietwat melancoliek, de begeleiding verschafte
haar een mooie achtergrond. Ook in die bege
leidingstechniek heeft het koor een hooge graad
van volmaaktheid bereikt. Het deed ons hierbij
denken aan het Russische Kerkkoor te Parijs
(begeleiding Credo).
Het derde deel werd gevormd door één lange
compositie: „Song for Occupation", opgedra
gen aan de „Werkers der Wereld", van Roy
Harris. Een beschrijving der vermachineering
van den arbeid der menschen. Strak rythme,
moderne samenklanken, doch weinig muziek,
althans geen zangmuziek.
Meer belangstelling vroeg het vierde deel. Een
aardig, typisch Cowboy-lied voor menschen, de
wilde uitroepen bleven muziek.
Een weemoedig, ietwat zoetig Spaansch
wiegelied, ook dit ontroerend door de mezzo
sopraan gezongen.
Een leuk satyrisch Bangolied en een Pawnee-
Indianenzang met begeleiding van een slag
instrument. Dit lied heeft een allegorische be-
teekenis, doet vreemd, maar tevens indrukwek
kend aan.
Dan nog een serie „toetjes", waaronder het
Echo-lied van Lassus en een Joodsch gezang.
De zaal was niet best bezet, doch de aanwe
zigen betoonden zich hoogst dankbaar.
Er komt gelukkig een herhaling en dan niet
op een Zaterdagavond. Deze avond blijkt de
minst geschiktste voor Haarlem.
O. K.
Vergadering van den Raad der gemeente
Haarlem op Woensdag, 12 September 1934, des
middags te 1.30 uur, zoo noodig voort te zetten
des avonds te 8 uur, in de Statenzaal (Prin
senhof)
Aan de orde zal worden gesteld: 1. Mededee-
lingen en ingekomen stukken (liggen ter in
zage). Verzoekschrift J. v. Konijnenburg om
eervol ontslag als Directeur van den gem. ge
neeskundigen- en gezondheidsdienst.
Als voren van G. J. H. Kerkhoff als vakon
derwijzer L.O. en als leeraar gem. avondschool
nijverheidsonderwijs.
2. Herstemming motie-Meijers inzake verhaal
van steun, verleend krachtens crisis-rsteunrege-
ling. 3. Onderzoek geloofsbrieven nieuw lid. 4.
Motie-Peper inzake handeldrijven door onder
steunden. 5. Verleenen voorschot bouw 26 een-
gezins-arbeiderswoningen woningbouwvereni
ging „St. Bavo". 6. Terugneming uit het wo
ningbedrijf perceelen Raaks; 7. Verkoop grond:
a. Van Nesstraat (A.P. Winnubst), b. Pleiaden-
straat (G. Deegens), c. Planetenplein (D. A.
Appelboom). 8. Beschikbaarstelling gelden leer
middelen 6e leerjaar Bijzondere School l.o. H.
Liduina. 9. Vergoeding (bijdrage) bedoeld in de
Lager-Onderwijswet 1920 aan bijzondere scho
len: a. art. 100 over 1933; b. art. 101, le lid,
over 1930 (kosten instandhouding), c. art. 101,
9e lid, over 1930 (Vakonderwijs), d. art. 102
over 1933 (Vervolgcursussen). 110. Verleenen
bevoegdheid aan Burgemeester en Wethouders
tot het treffen van verkeersmaatregelen. 11.
Aanwijzing plaats by verblijf binnen de ge
meente voor woonschepen en woonwagens. 12.
Vaststelling „wyziging 12", behoorende bij de
bladen 11 en 15 Uitbreidingsplan „Noord". 13.
Huur 1934-1935 voorm. Buitensocieteit „Trou
moet Blycken". 14. wyziging verordening hef
fing en invordering rechten gebruik Openbaar
Slachthuis en voor keuring van vee en vleesch.
15. Bezwaarschriften Straatbelasting en Pre
cariorechten x)Trekken af deeling.
Benoeming
a. leden Commissies van Bijstand; b. tijd.
leeraar lich. oefening gymnasium; c. hoofd
school no. 13 (Haarlemmerliedestraat).
x) Indien een der leden hierover het woord
verlangt, zal een vergadering met gesleten
deuren worden gehouden.
Onze stadgenoot, de kunstschilder H. van
Steenwijck, hoopt 14 September zyn 70sten ver
jaardag te herdenken. Ter eere van dit feit
wordt gedurende de maand October een keuze
tentoonstelling van zyn werk in het Frans Hals
museum gehouden. Hiervoor heeft zich een
eere-comité gevormd orrder voorzitterschap van
den burgemeester van Haarlem, den heer C.
Maarschalk.
In de convocatie van de K.J.M.V. St. Augusti-
nus roept het bestuur de leden op tot de alge-
meene jaarlijksche ledenvergadering, die Don
derdag a.s., aanvang half negen, in een van de
bovenzalen: van café-restaurant Gebrs. Brink-
mann, Groote Markt, zal worden gehouden.
Het woord zal o.m. gevoerd worden door den
moderator, kapelaan J. P. v. Houten, en den
voorzitter, den heer J. v. d. Berg, die zal spre
ken over „De eerste etappe", zoomede door den
secretaris en penningmeester tot het uitbrengen
van hun jaarverslagen.
Teneinde misverstand te voorkomen, verzoekt
men ons mede te deelen, dat de candidaten door
het bestuur gesteld voor de functies van com
missaris in het bestuur en leider van de actie
groep zyn resp. de heeren J. Alles en T. Har-
tog, terwijl de sportcommissie staande de ver
gadering zal worden gekozen, dit in tegenstel
ling met een onduideiykheid op de convocatie.
B. en W. van Bloemendaal schreven aan den
raad:
Op 31 December a.s. zijn de restanten van de
volgende geldleeningen converteerbaar:
62.000 restant van de i'A pet. geldleening
van 1913, oorspronkelijk groot ƒ222.000;
ƒ40.000 restant van de iy, pet. geldleening
van 1916, oorspronkeiyk groot 125.000;
ƒ212.000 restant van de 4j^ pet. geldleening
van 1927, oorspronkeiyk groot 356.000. Van het
restant ad 212.000 kan echter een bedrag van
32.000 eerst op 1 April 1935 worden gecon
verteerd;
ƒ839.500 restant van de 4j^ pet. geldleening
van 1927, oorspronkelijk groot ƒ1.291.000.
Totaal dus ƒ1.153.500.
By extra aflossing van de restant bedragen
van de twee eerstgenoemde leeningen, moet 1
pet. vergoeding van deze bedragen worden be
taald. De restanten van de twee andere leenin
gen kunnen zonder rentevergoeding worden
afgelost.
De gemeente kan de drie eerstgenoemde lee
ningen, gezameniyk groot ƒ314.000, convertee
ren in een 4 pet. leening tegen parikoers en de
andere leening, groot 839.500, in 'n 4 1/10 pet.
leening, eveneens tegen parikoers. Het eerste
bedrag ad ƒ314.000 kan worden geplaatst by
de N.V. Levensverzekering-Maatschappy van
„De Nederlanden van 1845" te 'sGravenhage en
het andere, groot 839.500, tot een bedrag van
600.000 bij de Nationale Levensverzekering-
Bank N.V. te Rotterdam en de rest ad ƒ239.500
by de Algemeene Friesche Levensverzekering-
Maatschappij te Leeuwarden.
De conversie zal in totaal een rentebesparing
geven van pl.m. 32.574, dit is gedurende 13 jaar
(ongeveer looptyd der leeningen) een bedrag
van rond ƒ2.500 per jaar. Aan makelaarsprovi
sie moet Vi pet. worden betaald. Hiermede is
bij de berekening der rentebesparing geen re
kening gehouden.
Waar het converteeren van bovenbedoelde
leeningen tegen een aannemeiyk rentepercen
tage kan geschieden, stellen B. en W. voor tot
een en ander te besluiten.
Ingekomen is een brief van den heer J. de
Kadt, waarin hij bedankt voor het lidmaatschap
van den Gemeenteraad.
Door den heer M. H. Groenendaal zyn inzake
regeling van de prijzen voor het gereedmaken
van de kleeding voor politie- en ander ge-
meentepersoneel by den Raad vragen ingediend.
Van de Afdeeling Haarlem van den Neder-
landschen Bond van Koffiehuis-, Restaurant
houders en Siyters is terzake van verlaging van
de personeele belasting voor koffiehuizen en
dergelijke zaken by den Raad een verzoekschrift
ingediend.
Van Visser Co.'s 4de Maatschappij tot
Exploitatie van Siyteryen N.V. is een verzoek
by den Raad gedaan om te bevorderen, dat de
verkoop in de slijterij aan de Generaal Cronjé-
straat 152 op Zondag wordt toegestaan.
Van Gedeputeerde Staten is een brief binnen
gekomen, waarbij wordt verdaagd hun beslis
sing omtrent het raadsbesluit d.d. 12 Juli 1934
tot wyziging van de verordening, regelende de
pensionneering van wethouders.
Voorgesteld wordt te stellen ln handen van
Burgemeester en Wethouders om prae-advies
een verzoekschrift van J. H. H. Tryssenaar, ge-
pensionneerd huismeester-administrateur van
het Sint Elisabeth's of Groote Gasthuis, om
toekenning van het bedrag, dat hem over het
tydvak 1 Mei 19201 April 1928 naar zyn mee
ning onthouden is.
SPOEDRAADSVERGADERING
Spoedvergadering van den raad der gemeente
Bloemendaal, te houden op Maandag 10 Sep
tember 1934, des middags om 2 uur, in het raad
huis te Overveen.
De agenda vermeldt alleen: Conversie van
geldleeningen.
Toen de H. Theodardus, als opvolger van
Remaclus, bisschop werd van Maastricht,
was het rijk der Franken als een gewel
dige eik, die van binnen vermolmd is.
De Merovingische koningen waren zwakke
lingen en de edelen namen wat ze begeerden.
Ook de goederen der kerk waren niet veilig
voor hun hebzucht.
Met leede oogen zag de heilige Theodardus
het aan, dat ook zyn bisdom overge
leverd was aan die plunderaars en hy liet zyn
paard zadelen om by den koning Childerik,
die te Metz verbleef, hulp te gaan vragen.
Maar diep in Duitschland, in een woest en
eenzaam woud by Landau, hadden zyn vyan-
den een hinderlaag gelegd en doodden hem en
de weinigen die met hem waren. Slechts één
ontkwam.
Na den moord sprongen twee heidei flakke-
lende vlammen naast het doode lichaam op,
zoodat de dorpelingen in 't donker den plek
konden vinden waar de heilige lag met afge
houwen hoofd.
De eenige gezel van Theodardus die aan het
zwaard der edelen was ontsnapt, had aan een
arme vrouw een stuk linnen gevraagd om het
hoofd erin te wikkelen.
Ze had het hem dadelyk gegeven, zoodat ze
dien avond minder linnen dan gewoonlijk aan
haar meesteres bracht. De vrouw was daar
boos over en sloeg haar in het gezicht, maar
nauwelijks had zy dat gedaan, of ze werd met
blindheid geslagen.
Nu begreep ze; vol berouw liet zy zich naar
Theodardus' lichaam brengen en toen ze daar,
voor het volk, haar schuld had beleden, her
kreeg ze het gezicht.
Niet lang daarna kwam in Landau St. Lam-
bertus, de vriend van Theodardus, om het
lichaam van den heilige over te brengen naar
Maastricht, maar hy moest met leege handen
terugkeeren, want de dorpelingen zeiden:
„Heer, iederen dag dien God ons geeft, wordt
zijn graf door wonderen verheerlijkt. Koe zou
den we dan dien schat kunnen afstaan?"
En zoo komt het dat een bisschop van Maas
tricht begraven ligt in het Rynland Op 10
September herdenkt de H. Kerk zijn ingang
tot het eeuwige geluk.
J. R. W. S.
As men enkele prominente stukken uitzon
dert, zoo heb ik in vorige artikelen uit
voerig betoogd, geeft de Tentoonstelling
van Italïaansche Kunst in het Stedeiyk Museum
te Amsterdam, hoeveel waardeering men ook
moet hebben voor het streven om vrywel alles,
wat aan kunst van het schiereiland in Neder
land bijeen is, eens in 't publiek te laten zien,
althans voor wat de schilderkunst betreft maar
een onvolledig en verward beeld. Een uitzonde-
i
Giambattista Tiepolo (niet te verwarren met
het mindere talent Domenico Tiepolo, zyn broer)
wordt door sommigen nog steeds voor een op
pervlakkig rococo-schilder aangezien. Het vijf
tiental werken, dat men in het Stedeiyk Mu
seum van hem vindt is echter meer dan vol
doende, om zyn genialiteit aan te toonen voor
dengene, die in de kunst de verscheidenheid
liefheeft en niet by eenvormigheid zweert. Tie
polo heeft een coloriet en een gratie van voor
dracht, die den minnaar der schilderkunst
treffen door hun zuiver ras. Er is misschien
geen „muzikaler" schilder te noemen dan deze
toovenaar met ruimtelijke illusies en bekoor-
ïyke, a.h.w. geaquarelleerde kleuren. Wat hij
ruimteiyk kan, het schier oneindig verlengen
en vergrooten van een architectuur, waarvan hy
de ïynen en volumina optrekt naar omhoog in
een van engelen en allegorische figuren door-
tuimelden hemel, dat kan men beter bestudee-
ren op de plaatsen, waar hy zijn groote koepel-
en plafondschilderingen maakte. Wie wel eens
in het trappenhuis van den Residenz te Wiirz-
burg heeft gestaan, kwam niet uitgekeken aan
de feesteiyke, helle vluchten en de betrekkelijke
oneindigheid der gesuggereerde ruimte. Hier, ter
tentoonstelling, is het meer zyn kleurvermo-
gen dat ons boeit: de zuiverheid, het vloeiende
van zyn tinten en de uitnemende wyze, waar
mee hy ze in atmosfeer schildert, zonder iets
van de primaire fonkeling in te boeten. Kun
stenaars als Tiepolo hielden, en terecht, den
naam van Italië als hèt kunstland in Europa
hoog, toen de bloei, de bundeling der voor
naamste geniale figuren al lang voorby was. Een
groote époque klinkt in hem uit, met lange en
tot aan het eind harmonische accoorden. Dit
kon alleen, omdat door de Renaissance een tra
ditie was geschapen, zoo hecht en ryk, als er
in de kunstgeschiedenis nauwelijks een tweede
mag worden aangewezen.
De 18e eeuw heeft in Venetië veel schilders
van het stadsgezicht gekend. De aantrekkelijk
ste figuur uit dat gezelschap is Francesco
Guardi, die ook prachtige plafonds heeft ge
schilderd, doch vooral het ruichende, vlietende
en atmosferische wist over'te brengen op de klei
nere formaten zyner visies op de lagunenstad.
Hy is daarin een compleet impressionist, diep
van kleur, soms uitnemend dramatisch van
uitdrukking. Men lette vooral op de twee La
gune-gezichten (nos. 171 en 172), die elkander
zoo voortreffeiyk aanvullen. Ontleenen deze
werken hun grootste charme aan de goudmisten
van de kleur, ook de compositie erin is sterk
en weloverwogen.
Canaletto ïykt wel Guardi's tegenvoeter: by
hem is alles „zakehjkheid" en concrete weer
gave van het geziene. Maar toch ademen zijn
stadsgezichten van fyngestemd leven, zij zijn
zielvol, hij weet te werken met kernachtige ef
fecten in de situatie der gebouwen en ook zijn
ingehouden palet mist het doel niet.
Bellotto, met zyn „Ponte di Rialto", werkt
vrywel in. Canale's styl, maar hy is nog minu-
tieuser en (daardoor?) ook kleiner van gees-
telyk formaat. Pietro Longhi is de man, die ons
vooral het galante en anecdotische genre-stuk
geeft, dat de Venetianen onverbeteriyke
vrienden van carnaval en ander avontuurlijk
leven moeten hebben bemind. „De Waar
zegster" is typisch voor zijn verzorgden, ietwat
tooneelmatigen styl; het Mansportretje, waar
in sommigen Casanova willen ontdekken, heeft
een zeldzaam esprit. Toch is in dit genre Guardi
nog boeiender, fantastischer vooral. Als hy dien
kant eens uitgaat, komt er een wonderiyk in
trigeerend ding voor den dag als de „Speelzaal
in Venetië" (no. 175), dat gansch de atmosfeer
van een mozartesk zangspel oproept.
wyzen we ten slotte nog op het frissche
Vruchtenstilleven van Guercino, een zeventien-
deeuwer, dat destyds op de stilleven-tentoon
stelling by Goudstikker reeds de aandacht trok.
JAN ENGELMAN
is onze „Omroeper". Eiken avond weer opnieuw
spreekt hy in 75.000 gezinnen, waar hy steeds
een trouw gehoor vindt. Zaken-Omroepers 50
ct. per regel. Particuliere Omroepers 20 ct. per
regeL Betrekkingen (gevraagd en aangeboden)
10 ct. per regeL
Gisterenavond is een schoon verleden uit
het bestaan van onzen Stadsschouwburg in
een tydsduur van 40 jaren herleefd. De stem
van Louis Bouwmeester en de persoonlyke
aanwezigheid van mevr. Mama-Bouwmeester
riepen heugenis op aan voorbye dagen van
hoogste speelkracht in het nieuw gebouwde
theater.
De stem van Royaards, het optreden van
Jacqueline Royaards-Sandberg, Magda Jans-
sens, Anna Sablairolles, Qscar Foumiaire, Louis
Saalbom, Joh. Gobau, Paul Huf, Joh. de We-
chel ea. herinnerden ons aan een tydperk van
zuiverste, diepste, hoogste tooneelkunst in lei
ding en samenspel en volkomen verantwoord
samengaan van alle zusterkunsten.
Eduard Verkade was er goddank nog zelf om
te toonen, wat hy eens vermocht in jong willen
voor den Shakespeare-cultus, en hoe onder zyn
directie zich krachten naar het eerste plan ont
wikkelden als Vera Bordam, die uit Weenen ex-
presselijk was overgekomen, Cees Laseur ea.
Jan Musch vertegenwoordigde een eigen
schouwtooneel periode.
Uit de jongste tooneelhistorie maakten zich
namen los van Albert van Dalsumr Paul Huf,
Charlotte Kohier met andere als van Van War-
melo.
Zoo flitsen ons tydperken voorby: Louis de
Vries in Narcis, Paul Huf, Mevr. Royaards en
Ben Royaards in „Gysbreght van Aemstel",
Anna Sablaiulles en Joh. Gobau in „de Vijf
Frankforters", Jan Musch in „Haagsche Juf
fers", Eduard Verkade als Hamiet, Vera Bondan
en Cees Laseur in het geestige „Als ik Wilde.."
Charlotte Köhler, Albert van Dalsum in „De
Comedie van het Geluk" en eindeiyk de pracht-
scene van „De Getemde Feeks" met Magda
Janssens, Louis Saalbom, Jh. te Wechel.
Zou het te gewaagd zyn te veronderstellen
dat het groote publiek binnen 1.30 uur den
schouwburg had uitverkocht om deze greep uit
het verleden te zien? Hoe gewaardeerd overi
gens ook werd de heropvoering van „De Revi
sor" welke eigenlyk mede een teruggrijpen in
de geschiedenis was. De premiere ging immers
1 Augustus 1908 met J. A. Holtrop, mevr. van
Korlaar-v. Dam, mevr. Braakensiek, W. Hun-
sche, Adolf Bouwmeester e.a. Nu droeg Oscar
Foumiaire voor een groot deel de voorstelling.
Het is een lange avond plus een stuk van den
morgen geworden. Eerst laat in den nacht was
de „galavoorstelling" ten einde, die om half ze
ven was aangevangen, nadat des middags de
tooneeltentoonstelling was geopend (met toe
spraken van prof. van Dam, als algemeen voor
zitter, Frank Luns, vice-voorzitter en voorzitter
der tentoonstelling en wethouder Walrave Bois-
sevain)
Het eerste deel van den avond werd door de
Amsterdamsche Tooneelvereeniging terecht in
genomen als de huidige bespeelster. Jammer
alleen dat ze niét met één éigen Nederlandsch
werk; uitkwam. Eerst na afloop trad de groote
pauze in. Wyl de bovengoyer door de tentoon
stelling was ingenomen, verdrong het publiek
zich letterlyk in rookfoyer en benedenhal.
Na de groote pauze had dan de vertooning
plaats van de brokstukken tooneel die een
denkbeeld moesten geven van veertig jaren too
neelkunst in den Stadsschouwburg.
Voor de Amsterdamsche Rechtbank heeft
zich Zaterdag te verantwoorden gehad de heer
P. J. Schmidt, voorzitter der O.S.P.. verdacht
van opruiing bij geschrifte tot gewelddadig op
treden tegen het openbaar gezag en tot eenig
misdrijf tegen het openbaar gezag.
Verd. zou in het 51ste nummer van den 3en
jaargang van het O.SB.-orgaan „De Fakke!
hebben doen opnemen het artikel „Wie zijn de
opruiers?" „de regeering, de politie, het vezag".
De inhoud van dit artikel zou geheel, althans
gedeelteiyk van strafbaar cpruienden aard zijn.
Nadat als getuige de drukker van „De Fak
kel" is gehoord, wordt verdachte aan een ver
hoor onderworpen.
S. gaf toe het artikel te hebben geschreven.
Pres. Mr. Thöne: „Was U zich er van be
wust, dat de inhoud opruiend was?"
Verdachte: „Neen, daar was ik me geen
oogenblik van bewust, ik voor my zie er niets
opruiends in. Ik meende, dat het artikel op
dat moment geoorloofd was."
Pres.: „U bent reeds eerder wegens opruiing
veroordeeld?"
Verd.: „Ja".
Er worden dan eenige getuigen a décharge
gehoord. De eerste is Frank v. d. Goes, vice-
voorzitter der O.S.P. Getuige deelt mee, dat hy
geruimen tijd met Schmidt heeft samengewerkt.
De verdedigster Mevr. Mr. C. de Ruyter- de
Zeeuw vraagt den getuige het standpunt van
Schmidt uiteen te zetten inzake barricade
gevechten.
Getuige verkaart, dat S. het inzicht van
Engels deelt, die de strydwyze met barricaden
als verouderd beschouwt.
Uit de verklaringen van enkele Rotterdam-
sche bestuursleden van de O.S.P. blykt dat
Schmidt uitdrukkelyk heeft gewaarschuwd te
gen straat- en barricadengevechten.
Nadat de verdedigster Mevr. Mr. C. de Ruiter-
de Zeeuw haar pleidooi heeft gehouden krygt
Schmidt gelegenheid voor het laatste woerd.
Hierin zegt hy o.a., dat hy tydens de relletjes
In de Jordaan is geweest, herhaaldeiyk heeft
hy de arbeiders daar op hun onjuiste handel-
dyze gewezen. Voorts kan hy met klem de be
wering tegenspreken, dat in de Jordaan com
munistische relletjes waren.
Er waren zeer bona-fide arbeiders by be
trokken, uit Christelyke en S.D.A.P.-kringen.
Nogmaals betoogd verd., dat zf. in het artikel
geen sprake van opruiing was.
Na raadkamer werd het verzoek tot invrij
heidstelling afgewezen.
Vonnis 21 September.
De Officier van Justitie, mr. B. Kist, gaat uit
voerig den inhoud van het artikel na, hy komt
daarby tot de conclusie, dat het een geschrift
van strafbaren aard is. De strafbaarheid wordt
nog geacoentueerd door de tydsomstandigheden.
Hy is een goed stylist en een ervaren strijder,
hy is dan ook volkomen verantwoordelyk voor
wat hy gepubliceerd heeft.
De bepaling van de strafmaat is in dit geval
moeilijk, temeer daar hy reeds driemaal wegens
opruiing is veroordeeld.
Spr. requireert een gevangenisstraf van negen
maanden met aftrek van een maand voorarrest.