STADSNIEUWS KWIEK EN VIEF EEN AVOND GLORIE! ZONDAG 9 SEPTEMBER 1934 Haarlem-Leiden 3-1 Regelmatige zege der Haar- lemsche ploeg VERKOOP-VERRUIMING OP ZONDAG De meerderheid der winkeliers vóór uitbreiding? FLORALIAVEREENIGING Jaarlijksche tentoonstelling WESTMINSTER KOOR Een zeldzaam mooi ensemble Toegekende prijzen GEMEENTERAAD v*; m w „Het Huis met de Luifel" aan de Kruisstraat te Haarlem, waarvan de typische, maar voor het verkeer lastige hekjes binnenkort zullen verdwijnen. H. VAN STEENWIJCK 70 JAAR Tentoonstelling in het Frans Hals- Museum K. J. M. V. ST. AUGUST1NUS Jaarvergadering a.s. Donderdag Bloemendaal gaat converteeren De heer de Kadt bedankt Politiekleeding Personeele belasting Slijterijen op Zondag De pensionneering der wethouders De zaak-Trijssenaar BLOEMENDAAL St. Theodardus Opvolger van St. Remaclus Italïaansche kunst In het Stedelijk Museum te Amsterdam Allegorische voorstelling van Tiepolo, op de tentoonstelling van Italiaansche kunst Judithvan Botticelli, op de tentoonstelling van Italiaansche kunst ring daarop maken over 't algemeen de zalen, die aan de Venetiaansche School zyn gewyd, waarvan het coloriet den Noorderling goed schijnt te „liggen", en in 't byzonder de twee laatste zalen, waarin men werk by een kan vin den van Venetiaansche achttiendeeuwers: Tie polo, Guardi, Canaletto, Bellotto, Longhi. Het verleden herleefde gisteren avond in Amsterdams Stadsschouwburg Galavoorstelling Wat is opruiing? Voorzitter van O. S. P. getuigt Deze onder zeer matige belangstelling op het Santpoort-terrein gespeelde wedstrijd werd be gunstigd door zeer fraai zomerweer, eigenlijk iets te warm voor voetbal. Haarlem behaalde deze overwinning op volkomen regelmatige wijze, hoewel Leiden met een weinig meer ge luk toch een iets gunstiger resultaat had kun nen bereiken. De elf spelers hebben-heel hard gewerkt, maar het geheel was te onsamenhan gend om eenig resultaat te bereiken tegen de iets beter sluitende Haarlem-ploeg, terwijl bo vendien de binnenspelers het spel veel te kort hielden, waardoor de stevige Haarlem-achter hoede steeds kon ingrijpen. Een zeer gunstige uitzondering maakte de spil Hoogervorst, die een keurige, weldoordachte partij voetbal ten beste gaf, waarin zijn overbuur Nijssen hem alleen met kopwerk de baas was. Ook de Haarlemsche voorhoede was niet het beste deel van het elftal. Van Schie was een absolute mislukking, terwijl de Jong te veel tijd noodig heeft om gevaarlijk te zijn. De kracht van den aanval school hier hoofdzakelijk in de snelle buitenspelers Ninaber en Gerrit sen, waarvan echter de eerste te veel goede kansen om zeep bracht door zelf te schieten inplaats van voor te zetten. De rest van het elftal heeft voldaan, terwijl keeper Kockx, die betrekkelijk weinig te doen kreeg, een zeer be trouwbaren indruk maakte. Over den wedstrijd nog het volgende: Na een gelijkopgaanden strijd komt Haarlem allengs in de meerderheid, met als resultaat een goed doelpunt van Gerrits, gescoord uit een lange pass van Nijssen (10). De rust breekt aan met onveranderden stand. Kort na de hervatting loopt Gerrits een door Nijssen keurig genomen vrije schop in 't Leid- sche doel, terwijl, als van Honschoten den bal handig vrijmaakt en afgeeft aan van Schie, deze speler met een hard schot den stand op 3—0 brengt. Leiden geeft nog niet gewonnen en als bij een snelle doorbraak de vrijstaande van Nohe- Ien den bal krijgt toegespeeld, wordt Kockx onhoudbaar gepasseerd (3—1). Met dezen stand komt het einde Donderdag en Vrijdag is onder de Haarlem sche winkeliers door een gemeentebestuur een enquête gehouden over het al of niet uitbrei den van de verkoopgelegenheid op Zondag. Wy vernemen thans, dat de opkomst der winkeliers niet buitengewoon groot is geweest. Precieze cijfers zijn nog niet bekend, maar men had ten stadhuize den indruk, dat de groote meerderheid vóór uitbreiding is. Eén groep, n.l. de slijters, heeft zeer veel tegenstemmers, zoo dat de mogelijkheid bestaat, dat deze geen uit breiding willen. Ook in Bloemendaal hebben de samenwer kende plaatselijke middenstandsvereeniging een enquête gehouden onder de winkeliers, die tot resultaat had, dat de grootste meerderheid voor uitbreiding was. Van de 36 winkeliers hebben zich slechts vier tegen verklaard. Daar om is door de middenstandsvereenigingen een request aan den gemeenteraad gezonden, waar in zij verruiming van de verkoopgelegenheid op Zondag verzoeken. In het gebouw „St. Bavo" houdt de Floralia- vereeniging haar jaarlijksche tentoonstelling van de plantjes, die de kinderen in het afge- loopen jaar gekweekt hebben. Zaterdagmiddag werd de tentoonstelling officieel geopend. Al lereerst sprak de waarn. presidente mevr. A. Steenhuis-Polman (de presidente, mevr. Risse- lada-Garrer was door ziekte verhinderd) een kort welkomstwoord tot de aanwezigen, o. a. wie wij opmerkten de heeren W. J. B. v. Liemt, wethouder van Bedrijven en Werkloosheidszorg, A. G. Boes, wethouder van Onderwijs, K. Brants, oud-hoofdinspecteur van het L.O., Smits, hoofd inspecteur van het L.D. te Middelburg en J. L. Bouwer, directeur van den Dienst van Hout en Plantsoenen en voorts vertegenwoordigers en vertegenwoordigsters van diverse vereenigingen, scholen, enz. Mevr. Steenhuis-Polman bracht tenslotte dank aan het gemeentebestuur voor de door de vereeniging ondervonden medewer king. De wethouder van onderwijs, de heer A. G. Boes, hield hierna de openingsrede, waarin hij wees op het nut, dat de vereeniging Floralia sticht door het aankweeken niet alleen van plantjes, maar daardoor van liefde en zorg voor de natuur bij de kinderen, waardoor ze tevens indirect deze eigenschappen tracht te ontwikkelen bij de menschen in het algemeen. Spr. uitte voorts zijn groote waardeering voor het werk van de vereeniging, dat er veel toe bijdraagt om de aangename sfeer in den hui- selijken kring te versterken. Spr. zette tenslotte uiteen dat het de vereeniging toch gelukt is, ondanks de moeilijke tijdsomstandigheden, in stand te blijven en haar zegenrijk werk voort te zetten. Na deze openingsrede maakten de aanwezigen een rondgang over de tentoonstelling, welke ook nu weer voor ieder, die belangstelt in het kwee ken van plantjes door de kinderen, zeer be zienswaardig is. Op overzichtelijke wijze zijn de totaal ongeveer zevenhonderd plantjes opge steld, waarbij inzendingen zijn van R.K., ge meente en protestantsche scholen, de rijks leerschool, enz. enz. Men treft er zoowel Be gonia's als Trandescentia en Fuchsia's aan, Ge raniums zoowel als Margarieten en Afrikanen en nog vele andere bloemen meer, zoodat het geheel een bont tafereel is. De jury bestond uit de heeren G. Dorrestein, S. Pool, H. Boegschoten, D. Smit, A. v Blanke- stein, D. Vader, G. J. v Dijk en C. v Dordt, allen deskundigen op het gebied van de planten teelt en heeft ongetwijfeld geen gemakkelijke taak gehad bij het toekennen der prijzen, want de kwaliteit der plantjes stond dit jaar ook weer zeer hoog. De uitslag was als volgt: lste prijzen: Alb. Turkenburg, Hendr. Draai- sma, Toon Draaisma, Willy Akkerman, Beppie v d Manacker, Joh. v Westlof, Johan Spijker, Tini v Braan, Johan Lampe, Jan v Roosmalen, Nelly de Jong, S. van Es Willy Hols, Freddy Heesemans, H. Dweelaer, Hanny Houtkamp, Jopy Wallewijn en Wout v d Lande. 3de prijzen: Rikes Draaisma, Theo v d Lan den, Jo Lamme, W. Vermeer, Jopie Heesemans, Carolie Warburg, Stefanus Herfst, Henny Gei teman, Willy Blokker, Jan Zwier, Gerard Har- denberg, Wim Krom, J. de Jong, W. de Jong, Dirk Rustenburg, Jopie in den Bosch, Jantje Senft, Annie Smit, Han v Loenen, Corry de Jong. 3de prijzen: Jan van Kampen, Willy Bur- meister, Frans v d Lande, Jo v d Hart, N. Lange- veld, Emiel Pieet, Tonni Lijsen, Jan Korstjens, Bep Ducro, J. Boerrichter, Marie Traksel, Dini v d Eist, Theo de Pater, Willy Wenning, Klaas Hendriks, Willy v Leeuwen, Annie Draaisma, Betsie Wijkhuizen, Gerdie Lakenveld, A. W. de Wesselius. Bestuursprijzen: A. Clement, Piet Hoppen brouwer, W. Vermeer, P. Smit, Annie v. d. Vliet, Betsie Jansen, Dora Luikel, Anth. Smit, Corrie Wieland, Jopie v Waateringen; Jacques de Jong, Hendrik Wiedijk, Daan Slagboom, Willy Mein- ders, C. v Koten, Ali Bakker (met lof) en Fïe Bakker (met lof). De uitreiking der prijzen zal plaats hebben op 19 September des middags om 2 uur in het gebouw „De Nijverheid". De tentoonstelling is vandaag (Zondag) van 10 tot 5 uur geopend. Het Amerikaansche Westminster Koor is op zijn tweede Europeesche Tournée. De eerste had in 1929 plaats. Toen werd Nederland. Denemar ken, Scandinavië en Rusland niet, thans wel bezocht. In Rusland zal zelfs een bijzonder groot aantal concerten worden gegeven, waar na het koor nog een 7-tal landen, Duitschland uitgezonderd, bezoekt en vanuit Italië de terug reis aanvaardt. Dit alles wijst al op iets bijzonders op het gebied van den koorzang. Dat impressario's zulke tournée's durven ondernemen, zegt nog niet zooveel. We hebben meermalen iets van het buitenland, hetzij uit Europa of uit de nieuwe wereld gehoord, dat, ondanks de grootsch op gezette tournée, alhoewel nog geen humbug', dan toch niet buitengewoon kunstzinnig was. Meestal bleef het dan bij één tournée. Maar dat de tweede tournée binnen enkele jaren op grootere schaal kon worden samenge steld, moet het gevolg zijn van een groot suc ces, behaald op de eerste. Het koor bestaat uit een. 40-tal dames en heeren en staat onder leiding van dr. John Finley Williamson, die het in 1921 oprichtte. Het stemmateriaal is zeer mooi, bijzonder dat c!.er heeren. Dit is in alle partijen buitengewoon mooi van timbre, flink van volume en een on verbeterlijk ensemble vormend. Bovendien be zit elke partij een pracht solo-stem. De stemmen der dames zijn iets minder fraai, vooral bij de hooge sopranen. Technisch staan ze echter even hoog als de heeren. Tech niek, ademhaling en uithoudingsvermogen zijn uitermate bewonderenswaardig. Maar bovenal de karakteriseering der werken! Die werd bijna voortdurend in sterke mate getroffen, hoe de stijl ook was: oud, nieuw, ernstig, satyrisch, tot zelfs imitatie jazz (al viel dit tamelijk bui ten het programma. Het programma bevatte oude werken (Vit- toria en Bach), volksliederen voor koor be werkt, zoaals van negers, indianen als van comboy's en dan nog moderne koorwerken. Vittoria's „o Magnum Mysterium" deed stijl vol aan, de stemmenloop had nog iets elas tischer kunnen zijn. Opvallend was de goed verzogrde Romeinsche uitspraak van het Latijn. Bach's „All Breathing Life" klonk niet zoo doorzichtig, <ie heerenstemmen domineerden iets. Deze nummers werden ingeleid door een modem gezet volkslied: „Wake up". „St. Louis Blues" is ondanks het droefgeestig karakter van den tekst gezet in dans-vorm, een jazz imiteerend. Op zichzelf beschouwd een interessant nummer, doch hier een beetje mis plaatst. Het leelijke der jazz werd nagebootst, doch daar hebben we geen gebrek aan. Van dit deel viel nog op „Going Home" een bewerking door William Fischer van het Largo uit de Symphonie der nieuwe wereld van Dvo rak. We zijn niet voor omzetting van instru mentale in vocale muziek, maar hier, waar de componist negermelodieën aanwendde, is het te begrijpen, dat men ze terug bracht tot hun oorspronkelijk karakter: zang. De hoofdmelodie, in het orkest voor althobo aangewend, hoorde men thans gezongen door een mezzo-sopraan, terwijl het koor begeleidde met bromstemmen. De melodie klonk ontroerend schoon, tevens ietwat melancoliek, de begeleiding verschafte haar een mooie achtergrond. Ook in die bege leidingstechniek heeft het koor een hooge graad van volmaaktheid bereikt. Het deed ons hierbij denken aan het Russische Kerkkoor te Parijs (begeleiding Credo). Het derde deel werd gevormd door één lange compositie: „Song for Occupation", opgedra gen aan de „Werkers der Wereld", van Roy Harris. Een beschrijving der vermachineering van den arbeid der menschen. Strak rythme, moderne samenklanken, doch weinig muziek, althans geen zangmuziek. Meer belangstelling vroeg het vierde deel. Een aardig, typisch Cowboy-lied voor menschen, de wilde uitroepen bleven muziek. Een weemoedig, ietwat zoetig Spaansch wiegelied, ook dit ontroerend door de mezzo sopraan gezongen. Een leuk satyrisch Bangolied en een Pawnee- Indianenzang met begeleiding van een slag instrument. Dit lied heeft een allegorische be- teekenis, doet vreemd, maar tevens indrukwek kend aan. Dan nog een serie „toetjes", waaronder het Echo-lied van Lassus en een Joodsch gezang. De zaal was niet best bezet, doch de aanwe zigen betoonden zich hoogst dankbaar. Er komt gelukkig een herhaling en dan niet op een Zaterdagavond. Deze avond blijkt de minst geschiktste voor Haarlem. O. K. Vergadering van den Raad der gemeente Haarlem op Woensdag, 12 September 1934, des middags te 1.30 uur, zoo noodig voort te zetten des avonds te 8 uur, in de Statenzaal (Prin senhof) Aan de orde zal worden gesteld: 1. Mededee- lingen en ingekomen stukken (liggen ter in zage). Verzoekschrift J. v. Konijnenburg om eervol ontslag als Directeur van den gem. ge neeskundigen- en gezondheidsdienst. Als voren van G. J. H. Kerkhoff als vakon derwijzer L.O. en als leeraar gem. avondschool nijverheidsonderwijs. 2. Herstemming motie-Meijers inzake verhaal van steun, verleend krachtens crisis-rsteunrege- ling. 3. Onderzoek geloofsbrieven nieuw lid. 4. Motie-Peper inzake handeldrijven door onder steunden. 5. Verleenen voorschot bouw 26 een- gezins-arbeiderswoningen woningbouwvereni ging „St. Bavo". 6. Terugneming uit het wo ningbedrijf perceelen Raaks; 7. Verkoop grond: a. Van Nesstraat (A.P. Winnubst), b. Pleiaden- straat (G. Deegens), c. Planetenplein (D. A. Appelboom). 8. Beschikbaarstelling gelden leer middelen 6e leerjaar Bijzondere School l.o. H. Liduina. 9. Vergoeding (bijdrage) bedoeld in de Lager-Onderwijswet 1920 aan bijzondere scho len: a. art. 100 over 1933; b. art. 101, le lid, over 1930 (kosten instandhouding), c. art. 101, 9e lid, over 1930 (Vakonderwijs), d. art. 102 over 1933 (Vervolgcursussen). 110. Verleenen bevoegdheid aan Burgemeester en Wethouders tot het treffen van verkeersmaatregelen. 11. Aanwijzing plaats by verblijf binnen de ge meente voor woonschepen en woonwagens. 12. Vaststelling „wyziging 12", behoorende bij de bladen 11 en 15 Uitbreidingsplan „Noord". 13. Huur 1934-1935 voorm. Buitensocieteit „Trou moet Blycken". 14. wyziging verordening hef fing en invordering rechten gebruik Openbaar Slachthuis en voor keuring van vee en vleesch. 15. Bezwaarschriften Straatbelasting en Pre cariorechten x)Trekken af deeling. Benoeming a. leden Commissies van Bijstand; b. tijd. leeraar lich. oefening gymnasium; c. hoofd school no. 13 (Haarlemmerliedestraat). x) Indien een der leden hierover het woord verlangt, zal een vergadering met gesleten deuren worden gehouden. Onze stadgenoot, de kunstschilder H. van Steenwijck, hoopt 14 September zyn 70sten ver jaardag te herdenken. Ter eere van dit feit wordt gedurende de maand October een keuze tentoonstelling van zyn werk in het Frans Hals museum gehouden. Hiervoor heeft zich een eere-comité gevormd orrder voorzitterschap van den burgemeester van Haarlem, den heer C. Maarschalk. In de convocatie van de K.J.M.V. St. Augusti- nus roept het bestuur de leden op tot de alge- meene jaarlijksche ledenvergadering, die Don derdag a.s., aanvang half negen, in een van de bovenzalen: van café-restaurant Gebrs. Brink- mann, Groote Markt, zal worden gehouden. Het woord zal o.m. gevoerd worden door den moderator, kapelaan J. P. v. Houten, en den voorzitter, den heer J. v. d. Berg, die zal spre ken over „De eerste etappe", zoomede door den secretaris en penningmeester tot het uitbrengen van hun jaarverslagen. Teneinde misverstand te voorkomen, verzoekt men ons mede te deelen, dat de candidaten door het bestuur gesteld voor de functies van com missaris in het bestuur en leider van de actie groep zyn resp. de heeren J. Alles en T. Har- tog, terwijl de sportcommissie staande de ver gadering zal worden gekozen, dit in tegenstel ling met een onduideiykheid op de convocatie. B. en W. van Bloemendaal schreven aan den raad: Op 31 December a.s. zijn de restanten van de volgende geldleeningen converteerbaar: 62.000 restant van de i'A pet. geldleening van 1913, oorspronkelijk groot ƒ222.000; ƒ40.000 restant van de iy, pet. geldleening van 1916, oorspronkeiyk groot 125.000; ƒ212.000 restant van de 4j^ pet. geldleening van 1927, oorspronkeiyk groot 356.000. Van het restant ad 212.000 kan echter een bedrag van 32.000 eerst op 1 April 1935 worden gecon verteerd; ƒ839.500 restant van de 4j^ pet. geldleening van 1927, oorspronkelijk groot ƒ1.291.000. Totaal dus ƒ1.153.500. By extra aflossing van de restant bedragen van de twee eerstgenoemde leeningen, moet 1 pet. vergoeding van deze bedragen worden be taald. De restanten van de twee andere leenin gen kunnen zonder rentevergoeding worden afgelost. De gemeente kan de drie eerstgenoemde lee ningen, gezameniyk groot ƒ314.000, convertee ren in een 4 pet. leening tegen parikoers en de andere leening, groot 839.500, in 'n 4 1/10 pet. leening, eveneens tegen parikoers. Het eerste bedrag ad ƒ314.000 kan worden geplaatst by de N.V. Levensverzekering-Maatschappy van „De Nederlanden van 1845" te 'sGravenhage en het andere, groot 839.500, tot een bedrag van 600.000 bij de Nationale Levensverzekering- Bank N.V. te Rotterdam en de rest ad ƒ239.500 by de Algemeene Friesche Levensverzekering- Maatschappij te Leeuwarden. De conversie zal in totaal een rentebesparing geven van pl.m. 32.574, dit is gedurende 13 jaar (ongeveer looptyd der leeningen) een bedrag van rond ƒ2.500 per jaar. Aan makelaarsprovi sie moet Vi pet. worden betaald. Hiermede is bij de berekening der rentebesparing geen re kening gehouden. Waar het converteeren van bovenbedoelde leeningen tegen een aannemeiyk rentepercen tage kan geschieden, stellen B. en W. voor tot een en ander te besluiten. Ingekomen is een brief van den heer J. de Kadt, waarin hij bedankt voor het lidmaatschap van den Gemeenteraad. Door den heer M. H. Groenendaal zyn inzake regeling van de prijzen voor het gereedmaken van de kleeding voor politie- en ander ge- meentepersoneel by den Raad vragen ingediend. Van de Afdeeling Haarlem van den Neder- landschen Bond van Koffiehuis-, Restaurant houders en Siyters is terzake van verlaging van de personeele belasting voor koffiehuizen en dergelijke zaken by den Raad een verzoekschrift ingediend. Van Visser Co.'s 4de Maatschappij tot Exploitatie van Siyteryen N.V. is een verzoek by den Raad gedaan om te bevorderen, dat de verkoop in de slijterij aan de Generaal Cronjé- straat 152 op Zondag wordt toegestaan. Van Gedeputeerde Staten is een brief binnen gekomen, waarbij wordt verdaagd hun beslis sing omtrent het raadsbesluit d.d. 12 Juli 1934 tot wyziging van de verordening, regelende de pensionneering van wethouders. Voorgesteld wordt te stellen ln handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies een verzoekschrift van J. H. H. Tryssenaar, ge- pensionneerd huismeester-administrateur van het Sint Elisabeth's of Groote Gasthuis, om toekenning van het bedrag, dat hem over het tydvak 1 Mei 19201 April 1928 naar zyn mee ning onthouden is. SPOEDRAADSVERGADERING Spoedvergadering van den raad der gemeente Bloemendaal, te houden op Maandag 10 Sep tember 1934, des middags om 2 uur, in het raad huis te Overveen. De agenda vermeldt alleen: Conversie van geldleeningen. Toen de H. Theodardus, als opvolger van Remaclus, bisschop werd van Maastricht, was het rijk der Franken als een gewel dige eik, die van binnen vermolmd is. De Merovingische koningen waren zwakke lingen en de edelen namen wat ze begeerden. Ook de goederen der kerk waren niet veilig voor hun hebzucht. Met leede oogen zag de heilige Theodardus het aan, dat ook zyn bisdom overge leverd was aan die plunderaars en hy liet zyn paard zadelen om by den koning Childerik, die te Metz verbleef, hulp te gaan vragen. Maar diep in Duitschland, in een woest en eenzaam woud by Landau, hadden zyn vyan- den een hinderlaag gelegd en doodden hem en de weinigen die met hem waren. Slechts één ontkwam. Na den moord sprongen twee heidei flakke- lende vlammen naast het doode lichaam op, zoodat de dorpelingen in 't donker den plek konden vinden waar de heilige lag met afge houwen hoofd. De eenige gezel van Theodardus die aan het zwaard der edelen was ontsnapt, had aan een arme vrouw een stuk linnen gevraagd om het hoofd erin te wikkelen. Ze had het hem dadelyk gegeven, zoodat ze dien avond minder linnen dan gewoonlijk aan haar meesteres bracht. De vrouw was daar boos over en sloeg haar in het gezicht, maar nauwelijks had zy dat gedaan, of ze werd met blindheid geslagen. Nu begreep ze; vol berouw liet zy zich naar Theodardus' lichaam brengen en toen ze daar, voor het volk, haar schuld had beleden, her kreeg ze het gezicht. Niet lang daarna kwam in Landau St. Lam- bertus, de vriend van Theodardus, om het lichaam van den heilige over te brengen naar Maastricht, maar hy moest met leege handen terugkeeren, want de dorpelingen zeiden: „Heer, iederen dag dien God ons geeft, wordt zijn graf door wonderen verheerlijkt. Koe zou den we dan dien schat kunnen afstaan?" En zoo komt het dat een bisschop van Maas tricht begraven ligt in het Rynland Op 10 September herdenkt de H. Kerk zijn ingang tot het eeuwige geluk. J. R. W. S. As men enkele prominente stukken uitzon dert, zoo heb ik in vorige artikelen uit voerig betoogd, geeft de Tentoonstelling van Italïaansche Kunst in het Stedeiyk Museum te Amsterdam, hoeveel waardeering men ook moet hebben voor het streven om vrywel alles, wat aan kunst van het schiereiland in Neder land bijeen is, eens in 't publiek te laten zien, althans voor wat de schilderkunst betreft maar een onvolledig en verward beeld. Een uitzonde- i Giambattista Tiepolo (niet te verwarren met het mindere talent Domenico Tiepolo, zyn broer) wordt door sommigen nog steeds voor een op pervlakkig rococo-schilder aangezien. Het vijf tiental werken, dat men in het Stedeiyk Mu seum van hem vindt is echter meer dan vol doende, om zyn genialiteit aan te toonen voor dengene, die in de kunst de verscheidenheid liefheeft en niet by eenvormigheid zweert. Tie polo heeft een coloriet en een gratie van voor dracht, die den minnaar der schilderkunst treffen door hun zuiver ras. Er is misschien geen „muzikaler" schilder te noemen dan deze toovenaar met ruimtelijke illusies en bekoor- ïyke, a.h.w. geaquarelleerde kleuren. Wat hij ruimteiyk kan, het schier oneindig verlengen en vergrooten van een architectuur, waarvan hy de ïynen en volumina optrekt naar omhoog in een van engelen en allegorische figuren door- tuimelden hemel, dat kan men beter bestudee- ren op de plaatsen, waar hy zijn groote koepel- en plafondschilderingen maakte. Wie wel eens in het trappenhuis van den Residenz te Wiirz- burg heeft gestaan, kwam niet uitgekeken aan de feesteiyke, helle vluchten en de betrekkelijke oneindigheid der gesuggereerde ruimte. Hier, ter tentoonstelling, is het meer zyn kleurvermo- gen dat ons boeit: de zuiverheid, het vloeiende van zyn tinten en de uitnemende wyze, waar mee hy ze in atmosfeer schildert, zonder iets van de primaire fonkeling in te boeten. Kun stenaars als Tiepolo hielden, en terecht, den naam van Italië als hèt kunstland in Europa hoog, toen de bloei, de bundeling der voor naamste geniale figuren al lang voorby was. Een groote époque klinkt in hem uit, met lange en tot aan het eind harmonische accoorden. Dit kon alleen, omdat door de Renaissance een tra ditie was geschapen, zoo hecht en ryk, als er in de kunstgeschiedenis nauwelijks een tweede mag worden aangewezen. De 18e eeuw heeft in Venetië veel schilders van het stadsgezicht gekend. De aantrekkelijk ste figuur uit dat gezelschap is Francesco Guardi, die ook prachtige plafonds heeft ge schilderd, doch vooral het ruichende, vlietende en atmosferische wist over'te brengen op de klei nere formaten zyner visies op de lagunenstad. Hy is daarin een compleet impressionist, diep van kleur, soms uitnemend dramatisch van uitdrukking. Men lette vooral op de twee La gune-gezichten (nos. 171 en 172), die elkander zoo voortreffeiyk aanvullen. Ontleenen deze werken hun grootste charme aan de goudmisten van de kleur, ook de compositie erin is sterk en weloverwogen. Canaletto ïykt wel Guardi's tegenvoeter: by hem is alles „zakehjkheid" en concrete weer gave van het geziene. Maar toch ademen zijn stadsgezichten van fyngestemd leven, zij zijn zielvol, hij weet te werken met kernachtige ef fecten in de situatie der gebouwen en ook zijn ingehouden palet mist het doel niet. Bellotto, met zyn „Ponte di Rialto", werkt vrywel in. Canale's styl, maar hy is nog minu- tieuser en (daardoor?) ook kleiner van gees- telyk formaat. Pietro Longhi is de man, die ons vooral het galante en anecdotische genre-stuk geeft, dat de Venetianen onverbeteriyke vrienden van carnaval en ander avontuurlijk leven moeten hebben bemind. „De Waar zegster" is typisch voor zijn verzorgden, ietwat tooneelmatigen styl; het Mansportretje, waar in sommigen Casanova willen ontdekken, heeft een zeldzaam esprit. Toch is in dit genre Guardi nog boeiender, fantastischer vooral. Als hy dien kant eens uitgaat, komt er een wonderiyk in trigeerend ding voor den dag als de „Speelzaal in Venetië" (no. 175), dat gansch de atmosfeer van een mozartesk zangspel oproept. wyzen we ten slotte nog op het frissche Vruchtenstilleven van Guercino, een zeventien- deeuwer, dat destyds op de stilleven-tentoon stelling by Goudstikker reeds de aandacht trok. JAN ENGELMAN is onze „Omroeper". Eiken avond weer opnieuw spreekt hy in 75.000 gezinnen, waar hy steeds een trouw gehoor vindt. Zaken-Omroepers 50 ct. per regel. Particuliere Omroepers 20 ct. per regeL Betrekkingen (gevraagd en aangeboden) 10 ct. per regeL Gisterenavond is een schoon verleden uit het bestaan van onzen Stadsschouwburg in een tydsduur van 40 jaren herleefd. De stem van Louis Bouwmeester en de persoonlyke aanwezigheid van mevr. Mama-Bouwmeester riepen heugenis op aan voorbye dagen van hoogste speelkracht in het nieuw gebouwde theater. De stem van Royaards, het optreden van Jacqueline Royaards-Sandberg, Magda Jans- sens, Anna Sablairolles, Qscar Foumiaire, Louis Saalbom, Joh. Gobau, Paul Huf, Joh. de We- chel ea. herinnerden ons aan een tydperk van zuiverste, diepste, hoogste tooneelkunst in lei ding en samenspel en volkomen verantwoord samengaan van alle zusterkunsten. Eduard Verkade was er goddank nog zelf om te toonen, wat hy eens vermocht in jong willen voor den Shakespeare-cultus, en hoe onder zyn directie zich krachten naar het eerste plan ont wikkelden als Vera Bordam, die uit Weenen ex- presselijk was overgekomen, Cees Laseur ea. Jan Musch vertegenwoordigde een eigen schouwtooneel periode. Uit de jongste tooneelhistorie maakten zich namen los van Albert van Dalsumr Paul Huf, Charlotte Kohier met andere als van Van War- melo. Zoo flitsen ons tydperken voorby: Louis de Vries in Narcis, Paul Huf, Mevr. Royaards en Ben Royaards in „Gysbreght van Aemstel", Anna Sablaiulles en Joh. Gobau in „de Vijf Frankforters", Jan Musch in „Haagsche Juf fers", Eduard Verkade als Hamiet, Vera Bondan en Cees Laseur in het geestige „Als ik Wilde.." Charlotte Köhler, Albert van Dalsum in „De Comedie van het Geluk" en eindeiyk de pracht- scene van „De Getemde Feeks" met Magda Janssens, Louis Saalbom, Jh. te Wechel. Zou het te gewaagd zyn te veronderstellen dat het groote publiek binnen 1.30 uur den schouwburg had uitverkocht om deze greep uit het verleden te zien? Hoe gewaardeerd overi gens ook werd de heropvoering van „De Revi sor" welke eigenlyk mede een teruggrijpen in de geschiedenis was. De premiere ging immers 1 Augustus 1908 met J. A. Holtrop, mevr. van Korlaar-v. Dam, mevr. Braakensiek, W. Hun- sche, Adolf Bouwmeester e.a. Nu droeg Oscar Foumiaire voor een groot deel de voorstelling. Het is een lange avond plus een stuk van den morgen geworden. Eerst laat in den nacht was de „galavoorstelling" ten einde, die om half ze ven was aangevangen, nadat des middags de tooneeltentoonstelling was geopend (met toe spraken van prof. van Dam, als algemeen voor zitter, Frank Luns, vice-voorzitter en voorzitter der tentoonstelling en wethouder Walrave Bois- sevain) Het eerste deel van den avond werd door de Amsterdamsche Tooneelvereeniging terecht in genomen als de huidige bespeelster. Jammer alleen dat ze niét met één éigen Nederlandsch werk; uitkwam. Eerst na afloop trad de groote pauze in. Wyl de bovengoyer door de tentoon stelling was ingenomen, verdrong het publiek zich letterlyk in rookfoyer en benedenhal. Na de groote pauze had dan de vertooning plaats van de brokstukken tooneel die een denkbeeld moesten geven van veertig jaren too neelkunst in den Stadsschouwburg. Voor de Amsterdamsche Rechtbank heeft zich Zaterdag te verantwoorden gehad de heer P. J. Schmidt, voorzitter der O.S.P.. verdacht van opruiing bij geschrifte tot gewelddadig op treden tegen het openbaar gezag en tot eenig misdrijf tegen het openbaar gezag. Verd. zou in het 51ste nummer van den 3en jaargang van het O.SB.-orgaan „De Fakke! hebben doen opnemen het artikel „Wie zijn de opruiers?" „de regeering, de politie, het vezag". De inhoud van dit artikel zou geheel, althans gedeelteiyk van strafbaar cpruienden aard zijn. Nadat als getuige de drukker van „De Fak kel" is gehoord, wordt verdachte aan een ver hoor onderworpen. S. gaf toe het artikel te hebben geschreven. Pres. Mr. Thöne: „Was U zich er van be wust, dat de inhoud opruiend was?" Verdachte: „Neen, daar was ik me geen oogenblik van bewust, ik voor my zie er niets opruiends in. Ik meende, dat het artikel op dat moment geoorloofd was." Pres.: „U bent reeds eerder wegens opruiing veroordeeld?" Verd.: „Ja". Er worden dan eenige getuigen a décharge gehoord. De eerste is Frank v. d. Goes, vice- voorzitter der O.S.P. Getuige deelt mee, dat hy geruimen tijd met Schmidt heeft samengewerkt. De verdedigster Mevr. Mr. C. de Ruyter- de Zeeuw vraagt den getuige het standpunt van Schmidt uiteen te zetten inzake barricade gevechten. Getuige verkaart, dat S. het inzicht van Engels deelt, die de strydwyze met barricaden als verouderd beschouwt. Uit de verklaringen van enkele Rotterdam- sche bestuursleden van de O.S.P. blykt dat Schmidt uitdrukkelyk heeft gewaarschuwd te gen straat- en barricadengevechten. Nadat de verdedigster Mevr. Mr. C. de Ruiter- de Zeeuw haar pleidooi heeft gehouden krygt Schmidt gelegenheid voor het laatste woerd. Hierin zegt hy o.a., dat hy tydens de relletjes In de Jordaan is geweest, herhaaldeiyk heeft hy de arbeiders daar op hun onjuiste handel- dyze gewezen. Voorts kan hy met klem de be wering tegenspreken, dat in de Jordaan com munistische relletjes waren. Er waren zeer bona-fide arbeiders by be trokken, uit Christelyke en S.D.A.P.-kringen. Nogmaals betoogd verd., dat zf. in het artikel geen sprake van opruiing was. Na raadkamer werd het verzoek tot invrij heidstelling afgewezen. Vonnis 21 September. De Officier van Justitie, mr. B. Kist, gaat uit voerig den inhoud van het artikel na, hy komt daarby tot de conclusie, dat het een geschrift van strafbaren aard is. De strafbaarheid wordt nog geacoentueerd door de tydsomstandigheden. Hy is een goed stylist en een ervaren strijder, hy is dan ook volkomen verantwoordelyk voor wat hy gepubliceerd heeft. De bepaling van de strafmaat is in dit geval moeilijk, temeer daar hy reeds driemaal wegens opruiing is veroordeeld. Spr. requireert een gevangenisstraf van negen maanden met aftrek van een maand voorarrest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 3