De opening van de A.M.A. m Int. Euch. Congres AMSTERDAM ONTDEKT! HET WEER OP ZONDAG i VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1934 Levenskracht, ondernemingslust en vertrouwen in een hetere toekomst Onderscheidingen Ondanks de crisis! De ontdekking van Amsterdam De burgemeester spreekt Burgemeester Dr, W, de Vlugt Een goed voorteeken - Het nieuive markthallen-complexdat heden met de opening van de Amatoin gebruik is genomen I Het Verkeersfonds Gelden voor bruggenbouw Weth. Mr, G. C. J. D. Kropman DE NIEUWE IJKWET Handel en industrie zullen geen overmatigen hinder ondervinden De fabrieksbrand te Loosduinen Schade loopt in de honderd duizenden STEENEN VOOR REVOLVERS Oplichters staan terecht STEEKPARTIJ TE AALSMEER De getroffene overleden Het Kruisvaart-spel Op den Leidersdag der K. J. C. Voorloopig nog mooi, tegen het einde der week eenige kans op onweer VLIEGVELD ZUID-LIMBURG Het terrein te Hulsberg OM DE TRIBUNE Proces verwezen De post vluchten Meeleven in de kerken gedurende de congresdagen van 10 tot 14 October a.s. Schrijven Mgr. Aenge- nent Aflaten Gebed voor welslagen GEEN DUBBELE BELASTING Verdrag tusschen Nederland en België MEISJE VERBRAND Audiëntie Hedenmorgen te kwart voor twaalf is de „Amato" in de nieuwe markt hallen te Amsterdam geopend. Mr. Kropman schetste in zijn openingsrede allereerst de lange geschiedenis van de tot standkoming van de Centrale Markthalien, waarbij hij memoreerde hoe de eerste plannen tot de oprichting van overdekte markten in 1911 aan de orde werden gesteld door het toenmalige raadslid Wibaut. Tenslotte werd eerst in 1926 een bedrag voor de verbetering van het Marktwezen ter beschikking gesteld, maar dat bedrag mocht er dan ook zijn: tien millioen. „Ik zou mij kunnen voorstellen", zoo riep de wethouder aan den burgemeester toe, „dat u met gemengde gevoelens het terrein van de Centrale Markt hebt betreden. Eenerzijds moet het wel voor u een vreugde geweest zijn, dit complex van terreinen en ge bouwen te zien. Want dit alles is Amsterdam- sche arbeid of liever: dit alles is in zijn grootsche conceptie, in zijn forsche lijnen en fraaie kleuren, in zijn zakelijke doelmatigheid, arbeid van onze eigen gemeentelijke diensten, in het bijzonder arbeid van Publieke Werkpn". Maar ik denk toch ook aan het groote ka pitaal, dat Amsterdam in 1926 voor de stichting van de markthallen beschikbaar heeft gesteld! Doch in 1926 was er nog geen crisis! „En", zoo vroeg wethouder Kropman zich verder af, „heeft de crisis eigenlijk wel de hooggespannen verwachtingen van 1926 be schaamd? „Het Uitvoerend Comité heeft in de laatste anderhalf jaar een merkwaardige ervaring op gedaan. Toen bekend werd, dat in Amsterdam een groote land- en tuinbouwtentoonstelling zou worden gehouden, reageerde men niet met een beroep op de crisis, op de moeilijke tijds omstandigheden, schrikte men niet terug voor de hoogte kosten, welke verbonden zijn san het innemen van een stand op een tentoonstel ling als deze. Neen dames en heeren, het bleek, dat ondanks de crisis, de levenskracht en de ondernemingslust en het vertrouwen in een betere toekomst ongeschonden zijn geble ven, ja blijkbaar tijdens de crisis zijn ver sterkt. Het Uitvoerend Comité heeft ervaren, dat, al moge de crisis groot nadeel aan land- en tuinbouw hebben berokkend, juist dit nadeel blijkbaar een prikkel is geweest tot verster king van krachten, tot verbetering van metho den, tot versteviging van organisatie, tot ver wezenlijking van nimmer vermoede mogelijk heden. De bewijzen daarvan ziet u overal op deze tentoonstelling. Nog iets anders heeft het Uitvoerend Comité ervaren: land- en tuinbouw en vooral de daar bij aansluitende handel en industrie hebben Amsterdamontdekt. Men heeft ontdekt, dat Amsterdam met de rondgemeenten tezamen ongeveer een millioen zielen telt, d.wz. een millioen consumenten. Wat is van deze ontdekking het gevolg ge weest? Bij de voorbereiding van deze tentoonstel ling bleek hoe langer hoe meer, dat de aandacht ook van anderen op de Centrale Markt, op dit moderne marktcomplex werd gevestigd. Men nam deel aan de tentoonstelling, maar men'be zichtigde óók de Centrale Markt." Na deze profetischen blik in de toekomst richtte de wethouder tot den burgemeester de uitnoodiging om de „Amato" en daarmede te vens de nieuwe Amsterdamsche Centrale Markt te openen. Dr. de Vlugt nam daarop het woord en zeide, niet blind te kunnen blijven voor de toenemen de moeilijkheden, waarin ons kleine land te midden der elkaar in economisch opzicht zoo bitter bestrijdende landen om ons heen, zich bevindt en die elk ernstig man onder ons met kommer en zorg moeten vervullen. Aan de an dere zijde staat echter dat land en volk in groote meerderheid zich offers van beteeke- nls getroosten en bereid zijn met een waarlijk verbluffende kracht, te dragen wat ons te dra gen is opgelegd en met een energie en volhar ding blijft trachten, den moeilijkheden zooveel mogelijk het hoofd te bieden. Dames en Heeren! Amsterdam heeft een taak volbracht; een nieu we wacht haar, n.L de zorg, dat van de markt een druk en goed gebruik wordt gemaakt. Daarom wenscht Amsterdam de algemeene aandacht op deze centrale markt te vestigen. Juist hiervoor is de tentoonstelling, welker naam „AMATO" reeds een bekenden klank heeft gekregen, georganiseerd. En voor deze ten- toonstelling worden de markthallen voor het eerst gebruikt; het is een goed gebruik. Immers ale plaatsruimte was reeds maanden geleden verhuurd. Indien de markthallen na den afloop der tentoonstelling ook zoo goed bezet zijn als thans, zal de gemeente niet heb ben te klagen. Van alle deelen van ons land hebben landbouw en veeteelt, tuinbouw en ooftbouw, zich opgemaakt, om hier te laten zien, waartoe 'zij in staat zijn. Het geheel is een grootsche manifestatie geworden, die ver trouwen geeft in den onverzettelijken wil óók van den Nederlandschen land- en tuinbouw. Deze tentoonstelling laat zien, hoe in harmo nische samenwerking tusschen wetenschap en practfjk de opbrengst van den bodem wordt opgevoerd; tot welke prestaties de Nederland- sche landbouwer en kweeker, ondanks den druk der tijden, in staat zijn. De burgemeester prees verder den geweldigen arbeid, dien de organisatoren der tentoonstel ling zich hadden getroost om de tentoonstelling te doen slagen en noemde daarbij in het bij zonder ir. De Kruyff, „als het ware den ma nager van de tentoonstelling, onder wiens lei ding de tallooze moeilijkheden, welke te over winnen waren, overwonnen zijn." „Dames en Heeren", zoo besloot de burge meester, de „AMATO" beteekent het eerste ge bruik van de centrale markt in Amsterdam. Deze ingebruikneming begint onder goede voorteekenen; immers alle ruimte is, zooals ik reeds zeide, bezet. Inzendingen van den meest verschillenden aard worden tentoongesteld; geen enkel deel van Nederland is achterge bleven; de Nederlandsche landbouwer, tuin bouwer en ooftkweeker, de Nederlandsche zui- velbereider en bijenhouder, de pluimveehouder en de bezitter van een volkstuintje, zij allen zijn hier te zamen gekomen, om te laten zien, hoe de Nederlandsche bodem wordt gebruikt, wat de Nederlandsche bodem oplevert. Met deze demonstratie van Nederlandsche energie, welke op de „AMATO" tot uiting komt, heeft het nuttige gebruik van de centrale markt te Amsterdam een aanvang gemaakt. Met de bede, dat Gods Zegen op dezen om vangrijken arbeid rusten moge, verklaar ik de „AMATO" en daarmede tevens de Centrale Markt voor geopend. Aan de lunch, welke 's middags door het uit voerend comité aan Burgemeester en Wethou ders en eenige der voornaamste organisatoren werd aangeboden, heeft dr. de Vlugt een aan tal onderscheidingen uit :reikt, waarvan de eerste n.1. de gouden medaille van Amsterdam te beurt viel aan het Centraal Bureau der Tuinbouwveilingen te Den Haag. De heeren prof. Visser erj prof. Sprenger te Wageningen, ir. Tukker te Beekbergen en ir. de Kruyff, de gedelegeerde van het Uitvoerend Comité, ontvingen de zilveren medaille van de stad Amsterdam. Zilveren medailles werden ook toegekend aan de afdeeüng Amsterdam van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde; de Nederlandsche Pomologische Vereeniging; de Vereeniging tot bevordering van de bijenteelt in Nederland; de Maatschap pij voor Landbouw en Veeteelt in Zeeland; den Amsterdamschen Bond van Volkstuinders; de Amsterdamsche Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer ,,'t Koggesch.'p", en nog een reeks andere organisaties die door hun inzendingen de tentoonstelling hebben ge maakt tot wat z« geworden is. Verschenen is de Memorie, van Antwoord aan de Eerste Kamer op het Voorloopig Verslag over het wetsontwerp tot instelling van een Verkeers- fonds. De Minister zet uiteen, dat met de instelling van de Centrale Commissie volgens art. 4 be oogd wordt het vraagstuk van de verkeersver- ordening door bevoegde kenners van het ver keer in studie te doen nemen en de Regeering ter zake van voorlichting te dienen en haar voorstellen te doen om tot coördinatie te ge raken. Gaarne wordt verklaard, dat ook de Regeering den voorbereidenden arbeid voor de totstand koming van de vereische coördinatie zooveel mogelijk wil doen bespoedigen. Ook de verdere ontwikkeling van het verkeer te water zal meer dan tot dusver geschied, in overeenstemming moeten worden gebracht met de economische behoeften in ruimen omvang. De verhooging der belasting op motorrijtuigen zal noodig zijn, zoolang de financieele uitkom sten van het Verkeersfonds zoo ongunstig zijn als onder de tegenwoordige omstandigheden het geval is en op andere wijze niet beter daarin kan worden voorzien. Indien de in de laatste jaren geringere toene ming van de opbrengst der wegenbelasting zich ook in de komende jaren zal voortzetten, zal dit veeleer zijn toe te schrijven aan de ongun stige levensomstandigheden dan aan het feit, dat de belasting op deze motorrijtuigen een in vergelijking met andere kosten, welke aan het houden van deze vervoermiddelen zijn verbon den, betrekkelijk geringe verhooging ondergaat. Het wordt niet dienstig geacht van de belas- tingverhooging bepaalde categorieën van ver voerders uit te zonderen. Voorts verzekert de Minister nog eens, dat het wetsontwerp niet uitgaat van de grondgedachte om het spoorwegtekort door verhoogde opbrengst van het motorvervoer te dekken. Ten aanzien van den bruggenbouw merkt de Minister op, dat, indien geen bijzondere maat regelen worden getroffen voor versterking van de middelen, noodig voor den versnelden bouw, men voor de bruggen zich tevreden zal moeten stellen met de gelden, welke daarvoor uit het verkeersfonds kunnen worden beschikbaar ge steld. Verschenen is de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer over het wetsontwerp: nieu we regels betreffende de maten, gewichten, meet- en weegwerktuigen. De voorgestelde uitbreiding der Overheids bemoeiing zal inderdaad eenigermate belemme rend werken en ook eenige kosten vergen. Hier aan is niet te ontkomen. De vorm, welke voor het toezicht op de instrumenten, welke thans buiten contróle staan, is gekozen, is evenwel een zoodanige, dat met reden de verwachting mag worden uitgesproken, dat handel en industrie daarvan geen overmatigen hinder zullen onder vinden. Bij doorvoering van het systeem, van keuring naar model, zullen voorts de kosten voor het bedrijfsleven gering zijn. De meening, dat van de voorgestelde keu ring naar model weinig of geen waarborg voor de juistheid van aanwijzing der naar het mo del vervaardigde werktuigen is te verwachten, kan de minister niet deelen, al wil hij gaarne toegeven, dat een volledige waarborg daarin niet Is gelegen. Die keuring mag evenwel niet los gedacht worden van het toezicht, dat op de in gebruik zijnde voorwerpen, naar goedgekeurd model vervaardigd, zal worden uitgeoefend. Zou na verloop van tijd blijken, dat met de keuring naar model, gesteund door een toezicht op in .gebruik gestelde werktuigen, voor één of meer soorten geen behoorlijke contróle kan wor den verkregen, dan biedt het bepaalde in art. 11, eerste lid, de gelegenheid, ten aanzien daar van tot individueele keuring over te gaan. Het is den minister bekend, dat men van verschillende zijden verlangens koestert met be trekking tot een wettelijke regeling, welke mis leiding van het publiek inzake het gebruik van flesschen enz. tegen gaat. De minister is gaar ne bereid te overwegen of en zoo ja, welke maatregelen zouden zijn te nemen, om aan de zich hier voordoende bezwaren tegemoet te ko men. Betreffende den geweldigen brand die, zoo als gemeld, vannacht in de rubberfabriek „Vre- desteijn" onder Loosduinen heeft gewoed, ver nemen wij nader, dat oorzaak moet worden ge zocht in broeiing van rubber en chemicaliën. De schade is op dit oogenblik nog niet te ra men. Het staat echter wel vast, dat zij in de honderdduizenden loopt. Voor de rechtbank te Groningen heeft terecht gestaan een bende, bestaande uit vijf personen. De hoofdverdachte, de 23-jarige H. S. uit Es- •kamp gem. Midwolde, heeft den heer W. W. te Oostwold gem. Midwolda weten over te halen hem 500 gulden te .geven voor den smokkel handel in revolvers. W. zou daarvoor 500 revol vers ontvangen, die gemakkelijk voor 12 gld. per stuk zouden kunnen worden verkocht. W. heeft eens een kistje met negen revolvers ont vangen en daarna vier volle kisten, die hij in de schuur onder kaf verborg. Toen hij later een onderzoek instelde naar den inhoud, bleek, dat hem steenen waren geleverd. Inmiddels had hij door allerlei voorwendsels en bedreigingen van de bende zich weer laten verleiden tot afgifte van bedragen aan geld. Toen hij 2300 gld. kwijt was en bij de opening van de kisten zag dat hij was bedrogen, gaf hij de zaak zelf bij de politie aan, waarmede men hem al zoo dikwijls had gedreigd. Tegen S. werd een gevangenisstraf van een jaar geëischt, tegen den 21-jarigen H. G., te Winschoten, zes maanden, waarvan drie maan- o'en voorwaardelijk en tegen T. B., te Winscho ten, drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. In de Mariastichting te Haarlem is overleden de 23-jarige V., die bij een twist met H„ den verloofde van zijn zuster, 'n ernstige steekwonde in de zijde had gekregen. - In een bijeenkomst voor de pers heeft Anton Sweers een korte uiteenzetting gegeven van het door hem ontworpen Kruisvaartspel, dat op den Leidersdag van de K.J.C. in het Bis dom Haarlem (Afdeeling Juvenaat) door 500 jongens zal worden gespeeld. Het spel bedoelt een demonstratie te zijn van hetgeen de jongens beleven in de jeugd beweging, die er in de K.J.C. eene is van vor menden aard. Uit hoofde van hun leeftijd (12 1T jaar) is er in het spel veel actie noodig, waarnaast men evenwei het cultureele element de vorming van geest en karakter niet ver waarloosde. Het eerste gedeelte van het spel behlst den algemeenen oproep ter kruisvaart tot de jeugd. Deze idee der kruisvaart-toepas sing in het moderne jeugdwerk is gebaseerd op de ridderliikheids-romantiek, die het wil len dienen van God en de bescherming der Kerk en der zwakken in zich besluit. De oproep der jonge kruisvaarders tot de jeugd rondom hen, vond vorm in goede, be staande teksten, die gezongen en gezegd zul len worden. Daar het circus door zijn specia- len bouw bij uitstek geschikt is voor derge lijke massa-spelen, verwacht men van dezen roep ook acoustisch een goed effect. Vervolgens treden de Kruisvaarders in hun uniform, met vlaggen en banieren naar voren en vertellen in koor hun doel aan de toege- loopen menigte kinderen, tot welke zij hun roep richtten. Op halverhoogte van den circusoptrek is een burcht gebouwd, waarheen nu de luisterende kinderen geleid worden. Zij ontvangen daar onderricht en vorming in de kruisvaartgedach te. Dat deze burcht inderdaad een menigte kan bevatten, moge afgeleid worden uit de maten van breedte en hoogte, die resp. 16 en 13 M. bedragen. Het tweede gedeelte van het spel vangt aan met de verschijning van den Baljuw (hoofd leider der kruisvaarders) die te paard de are na binnenrijdt. De kruisvaarders komen dan met de kinderen, nu allen in uniform, naar hem toe en zeggen de wet op. Daarna wordt het kruis, symbool der verzamelden, in de arena geplant, en begroet met de woorden: „Voor Christus, onzen Koning! God wil het, Amen!" Dan volgen enkele gedichten in mas- sazegging, gekozen uit het werk van Vondel en Gezelle, ter verklaring van het ideëele stre ven der kruisvaarders. De practische demonstratie van hun vor ming volgt in het 3e gedeelte, waar de spel- vaardigheid der jongens wordt voorgedragen. Een gestyleerde imitatie wordt gegeven van een krijgsdans der Turken, die later verslagen worden door de naderende kruisvaarders, waarin de laatsten door fierheid en nobelheid van beweging de frivole dans-axpressie der Turksche horden overwogen. In deze episode van strijd wordt ook een Bruggenbouw-demon- stratie gegeven, waarna een EH.B.O.-oefening met sein-demonstratie volgt en dit gedeelte kranig besloten wordt met spannende wagen rennen. Als slot van het geheel is een gedicht tot bewegingskoor omgewerkt, waarin het geestelijk doel van het werk der K.J.C .-kruisvaarders wordt uitgezegd. Drie maanden lang is voor dit spel door de leiders der 16 deelnemende plaatsen in het district Den Haag gerepeteerd. Het spel staat onder technische leiding van den heer A. van der Zoo de Jong, districtsleider van Den Haag. De decors vervaardigden de leerlingen der kweekschool aan het Westeinde onder lei ding van hun directeur. Marinus Monnikendam, werkte mede aan de muzikale verzorging van het spel, dat speciaal voor massa-uitvoering is be doeld. Om deze reden wordt de muziek bij den aanvang, een marsch, louter door slaginstru menten voortgebracht. Wijl het rhythmische ele ment moest overheerschen leek deze instrumen tengroep de meest aangewez ;ne. Overwegend rhythmisch moest ook de muziek zijn, welke bij den aanvang van het derde deel den arbeid der Kruisvaarders ondersteunt. Meer lyriek omgeeft den rondgang der Kruisvoorders na hun overwinning. Hier is de muziek dan ook melodischer. Voor den zang wer den twee middeleeuwsche melodieën benut na- melij die van „I kweet een suver Maecht" en die van „Vxilla Regis". Het spel zal ongeveer 1% uur in beslag nemen. Het volledige programma voor den Leiders dag der K.J.C. in het Bisdom Haarlem (Afd. Juvenaat) die gehouden wordt op Zondag 16 September a.s. te 's-Gravenhage, luidt als volgt: Des morgens om 10 uur zal een Pontificale Hoogmis worden opgedragen door Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Angenent, Bisschop van Haar lem, in de parochiekerk van den H. Jacobus aan de Parkstraat, waarbij de leiders van het Juvenaat de liturgische gezangen zullen uit voeren. Om 12 uur worden een viertal sectie vergaderingen gehouden en wel a. voor de di recteuren, b. voor bestuursleden en leiders der vije clubs, c. voor Kruisvaartleiders, d. voor Jonge Wacht-leiders. Om 1 uur is er een gemeenschappelijke lunrh, waarna om kwart vóór twee de alge meene vergadering gehouden wordt, alwaar pastoor J. C. van der Wiel, uit Amsterdam, zal spreken. Daarna heeft om half vier het groote défilé plaats voor Z. H. Exr. den Bis schop van Haarlem, op het terras aan de land zijde van het Palacehotel te Scheveningen, aan den Gevers Deyenootweg. Het demonstratieve Kruisvaartspel dat door 500 jongens uit 16 verschillende plaatsen in het district Dei) Haag zal worden uitgevoerd in tegenwoordigheid van Mgr. J. D. J. Aenge- nent, vangt om 4 uur aan in het Circusgebouw te Scheveningen. Het muziekcorps „St. Ra- phaël" van de parochie H.H. Engelbewaarders (Brandtstraat) zal tijdens het spel de door Marius Monnikendam geschreven muziek uit voeren onder leiding van den componist. Tijdens het défilé speelt het gecombineerde muziekcorps uit de parochies van de H. Mar tha (Verl. Hoefkade) en O. L. Vr. Onb. Ontv. (Elandstraat). Voor verdere bijzonderheden betreffende het spel zie men eldrs in ons blad. Sedert de vorige week is er in den alge meenen weerstoestand een geheele ommekeer gekomen. Het mooie, warme weer, dat de laat ste dagen bij ons heerschte, komt ook over groote gebieden voor en is het gevolg van de ontwikkeling van een zeer uitgestrekt gebied van hoogen druk, waarvan de kern de laatste dagen over Zuid-Skandinavië lag. Wij hebben dus niet te doen met een verschijnsel van plaat selijken aard, maar met een weersomslag over een zeer groot gebied. Tot voor kort scheen het onwaarschijnlijk, dat zich nog zulk een late nazomer-weerstoestand zou ontwikkelen, hoewel er toch enkele verschijnselen waren, die wezen op de mogelijkheid, dat zich later nog een groot gebied van hoogen druk over Europa zou ontwikkelen. Dit is thans vroeger gebeurd dan verwacht kon worden. Het verschijnsel is zooveel te merkwaardiger, omdat onmiddellijk daaraan voorafgaande een zwaar onweer woedde. De thans heerschende algemeene weerstoe stand is een van de meest stationnaire onder de verschillende weerstoestanden, die hier kun nen voorkomen. In het algemeen zal daarom verwacht kunnen worden, dat het gebied van hoogen druk nog wel ten minste enkele dagen in Europa zal stand houden. Voor de in ons land te verwachten weersgesteldheid is het eenigszins nadeelig, dat de kern van dit gebied van hoogen druk zich Oostwaarts verplaatst en dat ons land daardoor dichter bij den Z.-W.- rand ervan komt te liggen. Daardoor wordt de kans op van uit het Zuid-Westen of Westen naderende storingen grooter. Bij verder dalen den barometer zal men daarom rekening moe ten houden met de kans, dat vanuit het Zuiden een storing opkomt. Over Frankrijk ontwikkelt zich een vlakke depressie en in verband met de hooge temperaturen een onweerstoestand, die zich Noordwaarts naar ons land kan ver plaatsen. Men dient voorolopig rekening te houden met de mogelijkheid, dat zich ook hier te lande, mede in verband met de warmte, aan het einde der week een onweerstoestand ont wikkelt. Gisteren gaven de verschijnselen nog geen zekere aanwijzingen, maar de weerstoe stand in Frankrijk maakt dat toet voortduren van het mooie, warme weer in ons land sedert Donderdag iets minder zeker is geworden. Tot zoolang zich geen onweerstoestand ontwikkelt kunnen wij in kracht afnemenden N.O.-O. wind verwachten, over dag temperaturen tot onge veer 25 graden C„ koele nachten en zonnig weer zonder regen, in de morgenuren wellicht dunne mist. Een verdere stijging der temperatuur met on regelmatig langzaam dalenden barometer moet worden opgevat als de ontwikkeling van een onweerstoestand met omloopen van den wind, eerst naar het Zuiden, dan naar het Westen of Noord-Oosten, en sterke afkoeling. (Nadruk verboden) Öe Commissaris der Koningin in Limburg mr E. O. J. M. baron Van Hövell tot Wester- flie'r heeft een 25-tal gemeenten uitgenoodigd tot een bespreking op het gouvernementshuis te Maastricht, waar een principieele beslissing zal worden genomen over de plaats van het vliegveld Zuid-Limburg. Volgens het „Limb. Dagblad" zijn de gemeen ten Heerlen, Valkenburg, Hulsberg en Nuth 't over de Hulsbergsche terreinkwestie eens. Zij meenen dat onder den huidigen gang van za ken het inmiddels door de K.L.M. goedgekeur de Hulsbergsche terrein het aangewezen ter rein is. De Regeering is bereid, wanneer men rn Zuid-Limburg tot overeenstemming geraakt ten aanzien van het onderhavige veld, den aanleg ervan op te nemen onder de objecten van het bekende 60 millioenenplan, in welk geval zij de nivelleeringskosten, welke op meer dan twee ton geschat zijn, voor haar rekening zal ne men. De gemeenten dienen dan financieel voor den aankoop van den grond en voor den bouw van de hangar en het restaurant op te komen. Intusschen vernam het blad nog, dat de nieuwe rijksweg HeerlenMaastricht, waarvan de aanleg thans aanhangig is gemaakt, blijkens een mededeeling uit Den Haag juist langs het Hulsbergsche terrein komt te loopen. De Hooge Raad heeft heden uitspraak ge daan in de zaak van den Raad van Arbeid te Amsterdam tegen het arrest van het Hof al daar waarbij vernietigd is het fillissement van de drukkerij Atalanta te Amsterdam, waar vóór de inbeslagneming der persen het dagblad „De Tribune" gedrukt werd. Het Hof had het vonnis der Amsterdamsche rechtbank, waarbij het faillissement was uit gesproken vernietigd op grond, dat de Raad van Arbeid niet bevoegd was he' faillissement aan te vragen omdat dien Raad andere execu tiemiddelen ter beschikking staan. Van dit arrest kwam de Raad van Arbeid in cassatie bij den Hoogen Raad. De Hooge Raad heeft het arrest van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar het ge rechtshof te Amsterdam, om met inachtneming van het arrest van den Hoogen Raad te be slissen. De „Oehoe" op de uitreis, is te Bandoeng aangekomen. Wij lezen in de „St. Bavo": Opdat alle eerw. geestelijken en geloovigen van ons bisdom zich in den geest kunnen aan sluiten bij hen, die het Congres bijwonen, wen- schen Wij de volgende bepalingen te geven: le. In alle H. H. Missen zal van 7 tot 14 Oc tober a.s. als Oratio imperata gebeden worden de Oratio van het Allerh. Sacrament (pro re gravi, etiam in dipl. 1 cl). 2e. Aan de kloosters geven Wij voor de com muniteit en de inwonenden verlof in een der nachten tusschen 7 en 14 October een aanbid ding te houden voor het H. Sacrament, uitge steld in den Monstrans. 3e. In alle kerken en kapellen, waarin het H. Sacrament bewaard wordt, mag op Woensdag 10 October en Zondag 14 October in den na middag, of in de avonduren een aanbidding worden gehouden voor het H. Sacrament, uit gesteld in Monstrans, gedurende een tijd, door de plaatselijke geestelijke overheid te bepalen. Deze aanbidding zal telkens gesloten worden door een plechtig Lof, waaronder de acte van eerherstel aan het H. Hart gebeden wordt. (De zelfde als is voorgeschreven op het feest van het H. Hart). 4e. Wij noodigen dringend de geloovigen uit op Zondag 14 October te naderen tot de H. Tafel en het zal Ons uiterst aangenaam zijn, wanneer op een der dagen van het Congres een algemeene kindercommunie gehouden wordt. Wij verzoeken bij deze, dat de E. E. Heeren Pastoors en Rectoren deze bepalingen aan de geloovigen mededeelen. t J. D. J. AENGENENT, Bisschop v. Haarlem. Haarlem, 10 September 1934. Voor de Geloovigen van geheel de wereld, die zich in den geest met dit Congres ver eenigen verleende Z. H. Pius XI deze aflaten: a. Eenmaal een volle aflaat, wanneer zij on der de gewone voorwaarden gedurende de Congresdagen (dus nu van 10 tot 14 October), een kerk of openbare kapel zullen bezoeken, en er bidden voor het welslagen van het Congres. b. Een aflaat van 300 dagen, telkens wan neer zij bidden, eenig ander goed werk doen of een gift geven, voor het welslagen van het Congres, ook als het al geëindigd is. O Jezus, wezenlijk en waarachtig tegenwoor dig in het Allerheiligste Sacrament om er onze zielespijs te zijn: gewaardig U het Werk der Internationale Eucharistische Congressen te zegenen, en met volledig succes te bekronen alle Eucharistische Congressen en Bijeenkom sten, die in aansluiting daarmede gehouden zullen worden. Jezus, zegen vooral het aan staande Internationaal Congres zelf. Heilig Hart van Jezus, zegen het Congres. H. Paschalis Baylon, bid voor ons. Ingediend is een wetsontwerp tot goedkeu ring van het op 20 Februari 1933 tusschen Ne derland en België gesloten verdrag ter voorko ming van dubbele belasting en tot regeling van eenige andere belastingaangelegenheden, met daarbfj behoorend slotprotocol, benevens het treffen van eenige voorzieningen met betrekking tot de belastingen naar het inkomen, naar de winst en naar het vermogen. In het algemeen zijn de beginselen, waarvan het verdrag uitgaat, dezelfde als die, welke de internationale conferentie van regeeringsdeskun- digen, welke in 1928 te Genève werd bijeenge roepen, hebben geleid bij hare voorstellen tot oplossing van het vraagstuk der dubbele belas ting, met dien verstande dat regelen, nopens het belasten van.de opbrengst van roerend ka pitaal met uitzondering van vorderingen, verzekerd door hypotheek op onroerende goe deren buiten het verdrag zijn gelaten. De verdragsbepalingen maken enkele wet tige voorzieningen noodig. Vooreerst de bepalingen van het verdrag, in gevolge welke de belooningen van directeuren, commissarissen en vereffenaars van vennoot schappen op aandeelen en van andere personen, die soortgelijke betrekkingen bekleeden, belast baar zijn in den Staat, waar zich de werkelijke maatschappelijke zetel van de vennootschap be vindt. De minister van Buitenlandsche Zaken is van meening, dat het aanbeveling verdient, art. 9bis der Wet op de Dividend- en Tantièmebe lasting 1917 aldus te wijzigen, dat het zich bij het internationaal standpunt aanslui. Derhal ve wordt voorgesteld, dat de in genoemd art. 9bis vervate vrijstelling niet langer de beloonin gen van commissarissen, gecommitteerden, be stuurders en beheerende vennooten zal omvat ten. Ten aanzien van de dividend- en tantièmebe lasting is nog een voorziening noodig. Ingevol ge de beginselen van het verdrag zal de op brengst van onderneming daar belast worden, waar de onderneming wordt uitgeoefend, zoodat de winsten, die een in Nederland gevestigde naamlooze vennootschap met haar vaste inrich tingen in België maakt, aldaar aan belasting zijn onderworpen, terwijl zij hier te lande ge heel moeten worden vrijgelaten. Hierbij worde echter in aanmerking genomen, dat de divi dend- en tantièmebelasting niet geheven wordt van de winsten der naamlooze vennootschap, doch van hare uitdeelingen van winst. Het is daarom noodig te bepalen, in hoever een uit- deeling van belasting is vrijgesteld terzake van in België verworven en aldaar belastbare winst. De aandacht zij erop gevestigd, dat, indien net geheele bedrijf in België is, doch de zetel der werkelijke leiding zich hier te lande bevindt, een deel van de winst geacht zal worden winst te zijn, die hier te lande is gemaakt. Door tot nog toe onbekende oorzaak geraakte het zesjarig dochtertje van de familie Van B., wonende in de Methorststraat te Amersfoort, in brand. Terwijl de kleeren van de kleine vlam vatten, was de moeder elders, zoodat zij niers van het ongeval bemerkte. Omwonenden wisten de vlammen te dooven. De arme kleine is later aan de bekomen brandwonden overleden. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de volgende week Zaterdag geen audiëntie verlee- nen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 10