De opening van de A.M.A.
m
Int. Euch. Congres
AMSTERDAM ONTDEKT!
HET WEER OP ZONDAG
i
VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1934
Levenskracht, ondernemingslust en
vertrouwen in een hetere
toekomst
Onderscheidingen
Ondanks de crisis!
De ontdekking van Amsterdam
De burgemeester spreekt
Burgemeester Dr, W, de Vlugt
Een goed voorteeken
-
Het nieuive markthallen-complexdat heden met de opening van de Amatoin gebruik is genomen
I
Het Verkeersfonds
Gelden voor bruggenbouw
Weth. Mr, G. C. J. D. Kropman
DE NIEUWE IJKWET
Handel en industrie zullen geen
overmatigen hinder
ondervinden
De fabrieksbrand te
Loosduinen
Schade loopt in de honderd
duizenden
STEENEN VOOR REVOLVERS
Oplichters staan terecht
STEEKPARTIJ TE AALSMEER
De getroffene overleden
Het Kruisvaart-spel
Op den Leidersdag der K. J. C.
Voorloopig nog mooi, tegen het
einde der week eenige kans
op onweer
VLIEGVELD ZUID-LIMBURG
Het terrein te Hulsberg
OM DE TRIBUNE
Proces verwezen
De post vluchten
Meeleven in de kerken gedurende
de congresdagen van 10 tot
14 October a.s.
Schrijven Mgr. Aenge-
nent
Aflaten
Gebed voor welslagen
GEEN DUBBELE BELASTING
Verdrag tusschen Nederland
en België
MEISJE VERBRAND
Audiëntie
Hedenmorgen te kwart voor twaalf
is de „Amato" in de nieuwe markt
hallen te Amsterdam geopend.
Mr. Kropman schetste in zijn openingsrede
allereerst de lange geschiedenis van de tot
standkoming van de Centrale Markthalien,
waarbij hij memoreerde hoe de eerste plannen
tot de oprichting van overdekte markten in
1911 aan de orde werden gesteld door het
toenmalige raadslid Wibaut. Tenslotte werd
eerst in 1926 een bedrag voor de verbetering
van het Marktwezen ter beschikking gesteld,
maar dat bedrag mocht er dan ook zijn: tien
millioen.
„Ik zou mij kunnen voorstellen", zoo riep de
wethouder aan den burgemeester toe, „dat u
met gemengde gevoelens het terrein van de
Centrale Markt hebt betreden.
Eenerzijds moet het wel voor u een vreugde
geweest zijn, dit complex van terreinen en ge
bouwen te zien. Want dit alles is Amsterdam-
sche arbeid of liever: dit alles is in zijn
grootsche conceptie, in zijn forsche lijnen en
fraaie kleuren, in zijn zakelijke doelmatigheid,
arbeid van onze eigen gemeentelijke diensten,
in het bijzonder arbeid van Publieke Werkpn".
Maar ik denk toch ook aan het groote ka
pitaal, dat Amsterdam in 1926 voor de stichting
van de markthallen beschikbaar heeft gesteld!
Doch in 1926 was er nog geen crisis!
„En", zoo vroeg wethouder Kropman zich
verder af, „heeft de crisis eigenlijk wel de
hooggespannen verwachtingen van 1926 be
schaamd?
„Het Uitvoerend Comité heeft in de laatste
anderhalf jaar een merkwaardige ervaring op
gedaan. Toen bekend werd, dat in Amsterdam
een groote land- en tuinbouwtentoonstelling
zou worden gehouden, reageerde men niet met
een beroep op de crisis, op de moeilijke tijds
omstandigheden, schrikte men niet terug voor
de hoogte kosten, welke verbonden zijn san
het innemen van een stand op een tentoonstel
ling als deze. Neen dames en heeren, het
bleek, dat ondanks de crisis, de levenskracht
en de ondernemingslust en het vertrouwen in
een betere toekomst ongeschonden zijn geble
ven, ja blijkbaar tijdens de crisis zijn ver
sterkt.
Het Uitvoerend Comité heeft ervaren, dat,
al moge de crisis groot nadeel aan land- en
tuinbouw hebben berokkend, juist dit nadeel
blijkbaar een prikkel is geweest tot verster
king van krachten, tot verbetering van metho
den, tot versteviging van organisatie, tot ver
wezenlijking van nimmer vermoede mogelijk
heden. De bewijzen daarvan ziet u overal op
deze tentoonstelling.
Nog iets anders heeft het Uitvoerend Comité
ervaren: land- en tuinbouw en vooral de daar
bij aansluitende handel en industrie hebben
Amsterdamontdekt.
Men heeft ontdekt, dat Amsterdam met de
rondgemeenten tezamen ongeveer een millioen
zielen telt, d.wz. een millioen consumenten.
Wat is van deze ontdekking het gevolg ge
weest?
Bij de voorbereiding van deze tentoonstel
ling bleek hoe langer hoe meer, dat de aandacht
ook van anderen op de Centrale Markt, op dit
moderne marktcomplex werd gevestigd. Men
nam deel aan de tentoonstelling, maar men'be
zichtigde óók de Centrale Markt."
Na deze profetischen blik in de toekomst
richtte de wethouder tot den burgemeester de
uitnoodiging om de „Amato" en daarmede te
vens de nieuwe Amsterdamsche Centrale Markt
te openen.
Dr. de Vlugt nam daarop het woord en zeide,
niet blind te kunnen blijven voor de toenemen
de moeilijkheden, waarin ons kleine land te
midden der elkaar in economisch opzicht zoo
bitter bestrijdende landen om ons heen, zich
bevindt en die elk ernstig man onder ons met
kommer en zorg moeten vervullen. Aan de an
dere zijde staat echter dat land en volk in
groote meerderheid zich offers van beteeke-
nls getroosten en bereid zijn met een waarlijk
verbluffende kracht, te dragen wat ons te dra
gen is opgelegd en met een energie en volhar
ding blijft trachten, den moeilijkheden zooveel
mogelijk het hoofd te bieden.
Dames en Heeren! Amsterdam
heeft een taak volbracht; een nieu
we wacht haar, n.L de zorg, dat van
de markt een druk en goed gebruik
wordt gemaakt. Daarom wenscht
Amsterdam de algemeene aandacht
op deze centrale markt te vestigen.
Juist hiervoor is de tentoonstelling,
welker naam „AMATO" reeds een
bekenden klank heeft gekregen,
georganiseerd. En voor deze ten-
toonstelling worden de markthallen
voor het eerst gebruikt; het is een
goed gebruik.
Immers ale plaatsruimte was reeds maanden
geleden verhuurd. Indien de markthallen na
den afloop der tentoonstelling ook zoo goed
bezet zijn als thans, zal de gemeente niet heb
ben te klagen. Van alle deelen van ons land
hebben landbouw en veeteelt, tuinbouw en
ooftbouw, zich opgemaakt, om hier te laten
zien, waartoe 'zij in staat zijn. Het geheel is
een grootsche manifestatie geworden, die ver
trouwen geeft in den onverzettelijken wil óók
van den Nederlandschen land- en tuinbouw.
Deze tentoonstelling laat zien, hoe in harmo
nische samenwerking tusschen wetenschap en
practfjk de opbrengst van den bodem wordt
opgevoerd; tot welke prestaties de Nederland-
sche landbouwer en kweeker, ondanks den druk
der tijden, in staat zijn.
De burgemeester prees verder den geweldigen
arbeid, dien de organisatoren der tentoonstel
ling zich hadden getroost om de tentoonstelling
te doen slagen en noemde daarbij in het bij
zonder ir. De Kruyff, „als het ware den ma
nager van de tentoonstelling, onder wiens lei
ding de tallooze moeilijkheden, welke te over
winnen waren, overwonnen zijn."
„Dames en Heeren", zoo besloot de burge
meester, de „AMATO" beteekent het eerste ge
bruik van de centrale markt in Amsterdam.
Deze ingebruikneming begint onder goede
voorteekenen; immers alle ruimte is, zooals ik
reeds zeide, bezet. Inzendingen van den meest
verschillenden aard worden tentoongesteld;
geen enkel deel van Nederland is achterge
bleven; de Nederlandsche landbouwer, tuin
bouwer en ooftkweeker, de Nederlandsche zui-
velbereider en bijenhouder, de pluimveehouder
en de bezitter van een volkstuintje, zij allen
zijn hier te zamen gekomen, om te laten zien,
hoe de Nederlandsche bodem wordt gebruikt,
wat de Nederlandsche bodem oplevert. Met
deze demonstratie van Nederlandsche energie,
welke op de „AMATO" tot uiting komt, heeft
het nuttige gebruik van de centrale markt te
Amsterdam een aanvang gemaakt.
Met de bede, dat Gods Zegen op dezen om
vangrijken arbeid rusten moge, verklaar ik de
„AMATO" en daarmede tevens de Centrale
Markt voor geopend.
Aan de lunch, welke 's middags door het uit
voerend comité aan Burgemeester en Wethou
ders en eenige der voornaamste organisatoren
werd aangeboden, heeft dr. de Vlugt een aan
tal onderscheidingen uit :reikt, waarvan de
eerste n.1. de gouden medaille van Amsterdam
te beurt viel aan het Centraal Bureau der
Tuinbouwveilingen te Den Haag.
De heeren prof. Visser erj prof. Sprenger te
Wageningen, ir. Tukker te Beekbergen en ir. de
Kruyff, de gedelegeerde van het Uitvoerend
Comité, ontvingen de zilveren medaille van
de stad Amsterdam.
Zilveren medailles werden ook toegekend aan
de afdeeüng Amsterdam van de Koninklijke
Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en
Plantkunde; de Nederlandsche Pomologische
Vereeniging; de Vereeniging tot bevordering
van de bijenteelt in Nederland; de Maatschap
pij voor Landbouw en Veeteelt in Zeeland; den
Amsterdamschen Bond van Volkstuinders; de
Amsterdamsche Vereeniging tot bevordering
van het Vreemdelingenverkeer ,,'t Koggesch.'p",
en nog een reeks andere organisaties die door
hun inzendingen de tentoonstelling hebben ge
maakt tot wat z« geworden is.
Verschenen is de Memorie, van Antwoord aan
de Eerste Kamer op het Voorloopig Verslag over
het wetsontwerp tot instelling van een Verkeers-
fonds.
De Minister zet uiteen, dat met de instelling
van de Centrale Commissie volgens art. 4 be
oogd wordt het vraagstuk van de verkeersver-
ordening door bevoegde kenners van het ver
keer in studie te doen nemen en de Regeering
ter zake van voorlichting te dienen en haar
voorstellen te doen om tot coördinatie te ge
raken.
Gaarne wordt verklaard, dat ook de Regeering
den voorbereidenden arbeid voor de totstand
koming van de vereische coördinatie zooveel
mogelijk wil doen bespoedigen.
Ook de verdere ontwikkeling van het verkeer
te water zal meer dan tot dusver geschied, in
overeenstemming moeten worden gebracht met
de economische behoeften in ruimen omvang.
De verhooging der belasting op motorrijtuigen
zal noodig zijn, zoolang de financieele uitkom
sten van het Verkeersfonds zoo ongunstig zijn
als onder de tegenwoordige omstandigheden het
geval is en op andere wijze niet beter daarin
kan worden voorzien.
Indien de in de laatste jaren geringere toene
ming van de opbrengst der wegenbelasting zich
ook in de komende jaren zal voortzetten, zal
dit veeleer zijn toe te schrijven aan de ongun
stige levensomstandigheden dan aan het feit,
dat de belasting op deze motorrijtuigen een in
vergelijking met andere kosten, welke aan het
houden van deze vervoermiddelen zijn verbon
den, betrekkelijk geringe verhooging ondergaat.
Het wordt niet dienstig geacht van de belas-
tingverhooging bepaalde categorieën van ver
voerders uit te zonderen.
Voorts verzekert de Minister nog eens, dat het
wetsontwerp niet uitgaat van de grondgedachte
om het spoorwegtekort door verhoogde opbrengst
van het motorvervoer te dekken.
Ten aanzien van den bruggenbouw merkt de
Minister op, dat, indien geen bijzondere maat
regelen worden getroffen voor versterking van
de middelen, noodig voor den versnelden bouw,
men voor de bruggen zich tevreden zal moeten
stellen met de gelden, welke daarvoor uit het
verkeersfonds kunnen worden beschikbaar ge
steld.
Verschenen is de memorie van antwoord aan
de Tweede Kamer over het wetsontwerp: nieu
we regels betreffende de maten, gewichten,
meet- en weegwerktuigen.
De voorgestelde uitbreiding der Overheids
bemoeiing zal inderdaad eenigermate belemme
rend werken en ook eenige kosten vergen. Hier
aan is niet te ontkomen. De vorm, welke voor
het toezicht op de instrumenten, welke thans
buiten contróle staan, is gekozen, is evenwel een
zoodanige, dat met reden de verwachting mag
worden uitgesproken, dat handel en industrie
daarvan geen overmatigen hinder zullen onder
vinden. Bij doorvoering van het systeem, van
keuring naar model, zullen voorts de kosten
voor het bedrijfsleven gering zijn.
De meening, dat van de voorgestelde keu
ring naar model weinig of geen waarborg voor
de juistheid van aanwijzing der naar het mo
del vervaardigde werktuigen is te verwachten,
kan de minister niet deelen, al wil hij gaarne
toegeven, dat een volledige waarborg daarin niet
Is gelegen. Die keuring mag evenwel niet los
gedacht worden van het toezicht, dat op de in
gebruik zijnde voorwerpen, naar goedgekeurd
model vervaardigd, zal worden uitgeoefend.
Zou na verloop van tijd blijken, dat met de
keuring naar model, gesteund door een toezicht
op in .gebruik gestelde werktuigen, voor één of
meer soorten geen behoorlijke contróle kan wor
den verkregen, dan biedt het bepaalde in art.
11, eerste lid, de gelegenheid, ten aanzien daar
van tot individueele keuring over te gaan.
Het is den minister bekend, dat men van
verschillende zijden verlangens koestert met be
trekking tot een wettelijke regeling, welke mis
leiding van het publiek inzake het gebruik van
flesschen enz. tegen gaat. De minister is gaar
ne bereid te overwegen of en zoo ja, welke
maatregelen zouden zijn te nemen, om aan de
zich hier voordoende bezwaren tegemoet te ko
men.
Betreffende den geweldigen brand die, zoo
als gemeld, vannacht in de rubberfabriek „Vre-
desteijn" onder Loosduinen heeft gewoed, ver
nemen wij nader, dat oorzaak moet worden ge
zocht in broeiing van rubber en chemicaliën.
De schade is op dit oogenblik nog niet te ra
men. Het staat echter wel vast, dat zij in de
honderdduizenden loopt.
Voor de rechtbank te Groningen heeft terecht
gestaan een bende, bestaande uit vijf personen.
De hoofdverdachte, de 23-jarige H. S. uit Es-
•kamp gem. Midwolde, heeft den heer W. W.
te Oostwold gem. Midwolda weten over te halen
hem 500 gulden te .geven voor den smokkel
handel in revolvers. W. zou daarvoor 500 revol
vers ontvangen, die gemakkelijk voor 12 gld.
per stuk zouden kunnen worden verkocht. W.
heeft eens een kistje met negen revolvers ont
vangen en daarna vier volle kisten, die hij in
de schuur onder kaf verborg. Toen hij later
een onderzoek instelde naar den inhoud, bleek,
dat hem steenen waren geleverd.
Inmiddels had hij door allerlei voorwendsels
en bedreigingen van de bende zich weer laten
verleiden tot afgifte van bedragen aan geld.
Toen hij 2300 gld. kwijt was en bij de opening
van de kisten zag dat hij was bedrogen, gaf
hij de zaak zelf bij de politie aan, waarmede
men hem al zoo dikwijls had gedreigd.
Tegen S. werd een gevangenisstraf van een
jaar geëischt, tegen den 21-jarigen H. G., te
Winschoten, zes maanden, waarvan drie maan-
o'en voorwaardelijk en tegen T. B., te Winscho
ten, drie maanden voorwaardelijk met een
proeftijd van drie jaar.
In de Mariastichting te Haarlem is overleden
de 23-jarige V., die bij een twist met H„ den
verloofde van zijn zuster, 'n ernstige steekwonde
in de zijde had gekregen. -
In een bijeenkomst voor de pers heeft Anton
Sweers een korte uiteenzetting gegeven van
het door hem ontworpen Kruisvaartspel, dat
op den Leidersdag van de K.J.C. in het Bis
dom Haarlem (Afdeeling Juvenaat) door 500
jongens zal worden gespeeld.
Het spel bedoelt een demonstratie te zijn
van hetgeen de jongens beleven in de jeugd
beweging, die er in de K.J.C. eene is van vor
menden aard. Uit hoofde van hun leeftijd (12
1T jaar) is er in het spel veel actie noodig,
waarnaast men evenwei het cultureele element
de vorming van geest en karakter niet ver
waarloosde. Het eerste gedeelte van het spel
behlst den algemeenen oproep ter kruisvaart
tot de jeugd. Deze idee der kruisvaart-toepas
sing in het moderne jeugdwerk is gebaseerd
op de ridderliikheids-romantiek, die het wil
len dienen van God en de bescherming der
Kerk en der zwakken in zich besluit.
De oproep der jonge kruisvaarders tot de
jeugd rondom hen, vond vorm in goede, be
staande teksten, die gezongen en gezegd zul
len worden. Daar het circus door zijn specia-
len bouw bij uitstek geschikt is voor derge
lijke massa-spelen, verwacht men van dezen
roep ook acoustisch een goed effect.
Vervolgens treden de Kruisvaarders in hun
uniform, met vlaggen en banieren naar voren
en vertellen in koor hun doel aan de toege-
loopen menigte kinderen, tot welke zij hun
roep richtten.
Op halverhoogte van den circusoptrek is een
burcht gebouwd, waarheen nu de luisterende
kinderen geleid worden. Zij ontvangen daar
onderricht en vorming in de kruisvaartgedach
te. Dat deze burcht inderdaad een menigte kan
bevatten, moge afgeleid worden uit de maten
van breedte en hoogte, die resp. 16 en 13 M.
bedragen.
Het tweede gedeelte van het spel vangt aan
met de verschijning van den Baljuw (hoofd
leider der kruisvaarders) die te paard de are
na binnenrijdt. De kruisvaarders komen dan
met de kinderen, nu allen in uniform, naar
hem toe en zeggen de wet op. Daarna wordt
het kruis, symbool der verzamelden, in de
arena geplant, en begroet met de woorden:
„Voor Christus, onzen Koning! God wil het,
Amen!" Dan volgen enkele gedichten in mas-
sazegging, gekozen uit het werk van Vondel
en Gezelle, ter verklaring van het ideëele stre
ven der kruisvaarders.
De practische demonstratie van hun vor
ming volgt in het 3e gedeelte, waar de spel-
vaardigheid der jongens wordt voorgedragen.
Een gestyleerde imitatie wordt gegeven van
een krijgsdans der Turken, die later verslagen
worden door de naderende kruisvaarders,
waarin de laatsten door fierheid en nobelheid
van beweging de frivole dans-axpressie der
Turksche horden overwogen. In deze episode
van strijd wordt ook een Bruggenbouw-demon-
stratie gegeven, waarna een EH.B.O.-oefening
met sein-demonstratie volgt en dit gedeelte
kranig besloten wordt met spannende wagen
rennen.
Als slot van het geheel is een gedicht tot
bewegingskoor omgewerkt, waarin het geestelijk
doel van het werk der K.J.C .-kruisvaarders
wordt uitgezegd.
Drie maanden lang is voor dit spel door de
leiders der 16 deelnemende plaatsen in het
district Den Haag gerepeteerd. Het spel staat
onder technische leiding van den heer A. van
der Zoo de Jong, districtsleider van Den
Haag. De decors vervaardigden de leerlingen
der kweekschool aan het Westeinde onder lei
ding van hun directeur. Marinus Monnikendam,
werkte mede aan de muzikale verzorging van het
spel, dat speciaal voor massa-uitvoering is be
doeld. Om deze reden wordt de muziek bij den
aanvang, een marsch, louter door slaginstru
menten voortgebracht. Wijl het rhythmische ele
ment moest overheerschen leek deze instrumen
tengroep de meest aangewez ;ne. Overwegend
rhythmisch moest ook de muziek zijn, welke bij
den aanvang van het derde deel den arbeid der
Kruisvaarders ondersteunt. Meer lyriek
omgeeft den rondgang der Kruisvoorders
na hun overwinning. Hier is de muziek
dan ook melodischer. Voor den zang wer
den twee middeleeuwsche melodieën benut na-
melij die van „I kweet een suver Maecht" en
die van „Vxilla Regis". Het spel zal ongeveer
1% uur in beslag nemen.
Het volledige programma voor den Leiders
dag der K.J.C. in het Bisdom Haarlem (Afd.
Juvenaat) die gehouden wordt op Zondag 16
September a.s. te 's-Gravenhage, luidt als
volgt:
Des morgens om 10 uur zal een Pontificale
Hoogmis worden opgedragen door Z. H. Exc.
Mgr. J. D. J. Angenent, Bisschop van Haar
lem, in de parochiekerk van den H. Jacobus
aan de Parkstraat, waarbij de leiders van het
Juvenaat de liturgische gezangen zullen uit
voeren. Om 12 uur worden een viertal sectie
vergaderingen gehouden en wel a. voor de di
recteuren, b. voor bestuursleden en leiders der
vije clubs, c. voor Kruisvaartleiders, d. voor
Jonge Wacht-leiders.
Om 1 uur is er een gemeenschappelijke
lunrh, waarna om kwart vóór twee de alge
meene vergadering gehouden wordt, alwaar
pastoor J. C. van der Wiel, uit Amsterdam,
zal spreken. Daarna heeft om half vier het
groote défilé plaats voor Z. H. Exr. den Bis
schop van Haarlem, op het terras aan de land
zijde van het Palacehotel te Scheveningen,
aan den Gevers Deyenootweg.
Het demonstratieve Kruisvaartspel dat door
500 jongens uit 16 verschillende plaatsen in
het district Dei) Haag zal worden uitgevoerd
in tegenwoordigheid van Mgr. J. D. J. Aenge-
nent, vangt om 4 uur aan in het Circusgebouw
te Scheveningen. Het muziekcorps „St. Ra-
phaël" van de parochie H.H. Engelbewaarders
(Brandtstraat) zal tijdens het spel de door
Marius Monnikendam geschreven muziek uit
voeren onder leiding van den componist.
Tijdens het défilé speelt het gecombineerde
muziekcorps uit de parochies van de H. Mar
tha (Verl. Hoefkade) en O. L. Vr. Onb. Ontv.
(Elandstraat).
Voor verdere bijzonderheden betreffende het
spel zie men eldrs in ons blad.
Sedert de vorige week is er in den alge
meenen weerstoestand een geheele ommekeer
gekomen. Het mooie, warme weer, dat de laat
ste dagen bij ons heerschte, komt ook over
groote gebieden voor en is het gevolg van de
ontwikkeling van een zeer uitgestrekt gebied
van hoogen druk, waarvan de kern de laatste
dagen over Zuid-Skandinavië lag. Wij hebben
dus niet te doen met een verschijnsel van plaat
selijken aard, maar met een weersomslag over
een zeer groot gebied. Tot voor kort scheen
het onwaarschijnlijk, dat zich nog zulk een
late nazomer-weerstoestand zou ontwikkelen,
hoewel er toch enkele verschijnselen waren, die
wezen op de mogelijkheid, dat zich later nog
een groot gebied van hoogen druk over Europa
zou ontwikkelen. Dit is thans vroeger gebeurd
dan verwacht kon worden. Het verschijnsel is
zooveel te merkwaardiger, omdat onmiddellijk
daaraan voorafgaande een zwaar onweer
woedde.
De thans heerschende algemeene weerstoe
stand is een van de meest stationnaire onder
de verschillende weerstoestanden, die hier kun
nen voorkomen. In het algemeen zal daarom
verwacht kunnen worden, dat het gebied van
hoogen druk nog wel ten minste enkele dagen
in Europa zal stand houden. Voor de in ons
land te verwachten weersgesteldheid is het
eenigszins nadeelig, dat de kern van dit gebied
van hoogen druk zich Oostwaarts verplaatst en
dat ons land daardoor dichter bij den Z.-W.-
rand ervan komt te liggen. Daardoor wordt de
kans op van uit het Zuid-Westen of Westen
naderende storingen grooter. Bij verder dalen
den barometer zal men daarom rekening moe
ten houden met de kans, dat vanuit het Zuiden
een storing opkomt. Over Frankrijk ontwikkelt
zich een vlakke depressie en in verband met
de hooge temperaturen een onweerstoestand,
die zich Noordwaarts naar ons land kan ver
plaatsen. Men dient voorolopig rekening te
houden met de mogelijkheid, dat zich ook hier
te lande, mede in verband met de warmte, aan
het einde der week een onweerstoestand ont
wikkelt. Gisteren gaven de verschijnselen nog
geen zekere aanwijzingen, maar de weerstoe
stand in Frankrijk maakt dat toet voortduren
van het mooie, warme weer in ons land sedert
Donderdag iets minder zeker is geworden. Tot
zoolang zich geen onweerstoestand ontwikkelt
kunnen wij in kracht afnemenden N.O.-O. wind
verwachten, over dag temperaturen tot onge
veer 25 graden C„ koele nachten en zonnig
weer zonder regen, in de morgenuren wellicht
dunne mist.
Een verdere stijging der temperatuur met on
regelmatig langzaam dalenden barometer moet
worden opgevat als de ontwikkeling van een
onweerstoestand met omloopen van den wind,
eerst naar het Zuiden, dan naar het Westen
of Noord-Oosten, en sterke afkoeling.
(Nadruk verboden)
Öe Commissaris der Koningin in Limburg
mr E. O. J. M. baron Van Hövell tot Wester-
flie'r heeft een 25-tal gemeenten uitgenoodigd
tot een bespreking op het gouvernementshuis
te Maastricht, waar een principieele beslissing
zal worden genomen over de plaats van het
vliegveld Zuid-Limburg.
Volgens het „Limb. Dagblad" zijn de gemeen
ten Heerlen, Valkenburg, Hulsberg en Nuth 't
over de Hulsbergsche terreinkwestie eens. Zij
meenen dat onder den huidigen gang van za
ken het inmiddels door de K.L.M. goedgekeur
de Hulsbergsche terrein het aangewezen ter
rein is.
De Regeering is bereid, wanneer men rn
Zuid-Limburg tot overeenstemming geraakt ten
aanzien van het onderhavige veld, den aanleg
ervan op te nemen onder de objecten van het
bekende 60 millioenenplan, in welk geval zij de
nivelleeringskosten, welke op meer dan twee
ton geschat zijn, voor haar rekening zal ne
men. De gemeenten dienen dan financieel voor
den aankoop van den grond en voor den bouw
van de hangar en het restaurant op te komen.
Intusschen vernam het blad nog, dat de
nieuwe rijksweg HeerlenMaastricht, waarvan
de aanleg thans aanhangig is gemaakt, blijkens
een mededeeling uit Den Haag juist langs het
Hulsbergsche terrein komt te loopen.
De Hooge Raad heeft heden uitspraak ge
daan in de zaak van den Raad van Arbeid te
Amsterdam tegen het arrest van het Hof al
daar waarbij vernietigd is het fillissement van
de drukkerij Atalanta te Amsterdam, waar vóór
de inbeslagneming der persen het dagblad „De
Tribune" gedrukt werd.
Het Hof had het vonnis der Amsterdamsche
rechtbank, waarbij het faillissement was uit
gesproken vernietigd op grond, dat de Raad
van Arbeid niet bevoegd was he' faillissement
aan te vragen omdat dien Raad andere execu
tiemiddelen ter beschikking staan.
Van dit arrest kwam de Raad van Arbeid in
cassatie bij den Hoogen Raad.
De Hooge Raad heeft het arrest van het Hof
vernietigd en de zaak verwezen naar het ge
rechtshof te Amsterdam, om met inachtneming
van het arrest van den Hoogen Raad te be
slissen.
De „Oehoe" op de uitreis, is te Bandoeng
aangekomen.
Wij lezen in de „St. Bavo":
Opdat alle eerw. geestelijken en geloovigen
van ons bisdom zich in den geest kunnen aan
sluiten bij hen, die het Congres bijwonen, wen-
schen Wij de volgende bepalingen te geven:
le. In alle H. H. Missen zal van 7 tot 14 Oc
tober a.s. als Oratio imperata gebeden worden
de Oratio van het Allerh. Sacrament (pro re
gravi, etiam in dipl. 1 cl).
2e. Aan de kloosters geven Wij voor de com
muniteit en de inwonenden verlof in een der
nachten tusschen 7 en 14 October een aanbid
ding te houden voor het H. Sacrament, uitge
steld in den Monstrans.
3e. In alle kerken en kapellen, waarin het H.
Sacrament bewaard wordt, mag op Woensdag
10 October en Zondag 14 October in den na
middag, of in de avonduren een aanbidding
worden gehouden voor het H. Sacrament, uit
gesteld in Monstrans, gedurende een tijd, door
de plaatselijke geestelijke overheid te bepalen.
Deze aanbidding zal telkens gesloten worden
door een plechtig Lof, waaronder de acte van
eerherstel aan het H. Hart gebeden wordt. (De
zelfde als is voorgeschreven op het feest van
het H. Hart).
4e. Wij noodigen dringend de geloovigen uit
op Zondag 14 October te naderen tot de H.
Tafel en het zal Ons uiterst aangenaam zijn,
wanneer op een der dagen van het Congres een
algemeene kindercommunie gehouden wordt.
Wij verzoeken bij deze, dat de E. E. Heeren
Pastoors en Rectoren deze bepalingen aan de
geloovigen mededeelen.
t J. D. J. AENGENENT,
Bisschop v. Haarlem.
Haarlem, 10 September 1934.
Voor de Geloovigen van geheel de wereld,
die zich in den geest met dit Congres ver
eenigen verleende Z. H. Pius XI deze aflaten:
a. Eenmaal een volle aflaat, wanneer zij on
der de gewone voorwaarden gedurende de
Congresdagen (dus nu van 10 tot 14 October),
een kerk of openbare kapel zullen bezoeken, en
er bidden voor het welslagen van het Congres.
b. Een aflaat van 300 dagen, telkens wan
neer zij bidden, eenig ander goed werk doen of
een gift geven, voor het welslagen van het
Congres, ook als het al geëindigd is.
O Jezus, wezenlijk en waarachtig tegenwoor
dig in het Allerheiligste Sacrament om er onze
zielespijs te zijn: gewaardig U het Werk der
Internationale Eucharistische Congressen te
zegenen, en met volledig succes te bekronen
alle Eucharistische Congressen en Bijeenkom
sten, die in aansluiting daarmede gehouden
zullen worden. Jezus, zegen vooral het aan
staande Internationaal Congres zelf.
Heilig Hart van Jezus, zegen het Congres.
H. Paschalis Baylon, bid voor ons.
Ingediend is een wetsontwerp tot goedkeu
ring van het op 20 Februari 1933 tusschen Ne
derland en België gesloten verdrag ter voorko
ming van dubbele belasting en tot regeling van
eenige andere belastingaangelegenheden, met
daarbfj behoorend slotprotocol, benevens het
treffen van eenige voorzieningen met betrekking
tot de belastingen naar het inkomen, naar de
winst en naar het vermogen.
In het algemeen zijn de beginselen, waarvan
het verdrag uitgaat, dezelfde als die, welke de
internationale conferentie van regeeringsdeskun-
digen, welke in 1928 te Genève werd bijeenge
roepen, hebben geleid bij hare voorstellen tot
oplossing van het vraagstuk der dubbele belas
ting, met dien verstande dat regelen, nopens
het belasten van.de opbrengst van roerend ka
pitaal met uitzondering van vorderingen,
verzekerd door hypotheek op onroerende goe
deren buiten het verdrag zijn gelaten.
De verdragsbepalingen maken enkele wet
tige voorzieningen noodig.
Vooreerst de bepalingen van het verdrag, in
gevolge welke de belooningen van directeuren,
commissarissen en vereffenaars van vennoot
schappen op aandeelen en van andere personen,
die soortgelijke betrekkingen bekleeden, belast
baar zijn in den Staat, waar zich de werkelijke
maatschappelijke zetel van de vennootschap be
vindt.
De minister van Buitenlandsche Zaken is
van meening, dat het aanbeveling verdient, art.
9bis der Wet op de Dividend- en Tantièmebe
lasting 1917 aldus te wijzigen, dat het zich bij
het internationaal standpunt aanslui. Derhal
ve wordt voorgesteld, dat de in genoemd art.
9bis vervate vrijstelling niet langer de beloonin
gen van commissarissen, gecommitteerden, be
stuurders en beheerende vennooten zal omvat
ten.
Ten aanzien van de dividend- en tantièmebe
lasting is nog een voorziening noodig. Ingevol
ge de beginselen van het verdrag zal de op
brengst van onderneming daar belast worden,
waar de onderneming wordt uitgeoefend, zoodat
de winsten, die een in Nederland gevestigde
naamlooze vennootschap met haar vaste inrich
tingen in België maakt, aldaar aan belasting
zijn onderworpen, terwijl zij hier te lande ge
heel moeten worden vrijgelaten. Hierbij worde
echter in aanmerking genomen, dat de divi
dend- en tantièmebelasting niet geheven wordt
van de winsten der naamlooze vennootschap,
doch van hare uitdeelingen van winst. Het is
daarom noodig te bepalen, in hoever een uit-
deeling van belasting is vrijgesteld terzake van
in België verworven en aldaar belastbare winst.
De aandacht zij erop gevestigd, dat, indien net
geheele bedrijf in België is, doch de zetel der
werkelijke leiding zich hier te lande bevindt,
een deel van de winst geacht zal worden winst
te zijn, die hier te lande is gemaakt.
Door tot nog toe onbekende oorzaak geraakte
het zesjarig dochtertje van de familie Van B.,
wonende in de Methorststraat te Amersfoort,
in brand. Terwijl de kleeren van de kleine vlam
vatten, was de moeder elders, zoodat zij niers
van het ongeval bemerkte. Omwonenden wisten
de vlammen te dooven.
De arme kleine is later aan de bekomen
brandwonden overleden.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de
volgende week Zaterdag geen audiëntie verlee-
nen.