Drie-kwart eeuw blindenzorg
„DIT IS 'Mzegt men in 't leger.
Vier houtloodsen
in vlammen
„Batara Baroe"
gestrand
In de politiek
"j
HET FEEST TE GRAVE
VUURZEE TE WAALRE
£5
25 ct. PER 20 STUKS
MAANDAG 24 SEPTEMBER 1934
Bisschoppelijke en ministerieele
belangstelling bij de viering
van het diamanten bestaan
van het St. Henricus-
gesticht
Huldiging der Fraters
Grave in feestdos
De receptie
Een feestgave
Minister Mr. H. P. Marchant
Nieuwe Zilveren Maas naar
Grave
Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen
Minister Marchant spreekt
De bisschop aan het woord
Nazorg en arbeid
Lodewijk van Deyssel
zeventig
Benoemd tot Commandeur in de
Orde van Oranje Nassau
JAC. P. VAN TERM
DE LOONSVERLAGING BIJ DE
BLIKF ABRIEKEN
Onder protest wordt doorgewerkt
Schade geraamd op honderd
duizend gulden
Het schip verloren, de opvarenden
gered
Zes woningen en een boerderij
afgebrand
Bloembollenschuur
vernield
Felle brand te Noordwijkerhout
Met den dood bekocht
Van de pier geslagen en
verdronken
BENOEMINGEN
In het bisdom Haarlem
De dilettanten
MEISJE DOODGEREDEN
"I want to know what your soldiers say about O.K." sei William J.
Garvey - Amerika's beroemde sigaretten-mixer. En ook in de ver
schillende kazernes kon men hem bezig zien met zijn bekende
blinddoek-proef. Manschappen en ofiicieren rookten geblinddoekt
S dure Amerikaansche sigaretten en
één O.K. en steeds werd O.K. er uitge
pikt als de fijnste, geurigste, zachtste.
Doet U die proef ook eens en ook U
zult van O.K. zeggen: „Dit is 'm".
Bovendien kost O.K. slechts
OP DE JUISTE WIJZE GESTOPT NIET TE VAST EN TOCH EEN LANGEN BRANDDUUR.
Zondag is in het St. Henricus ge
sticht, het instituut voor R.K. man
nelijke blinden te Grave, op plech
tige wijze het 75-jarig bestaan de
zer zegenrijke inrichting herdacht.
Ter viering van dit 75-jarig bestaan had zich
spontaan een landelijk comité gevormd, waar
van Pater Hyacinth Hermans het voorzitter
schap aanvaardde, en dat zich ten doel heeft
gesteld leiders en bestuurders te huldigen en
te eeren.
Had het landelijk comité zich geen moeite
gespaard om het feest zoo luisterrijk mogelijk
te doen zijn, ook het plaatselijk comiïé van
Grave, waarvan voorzitter was burgemeester
Ticq, had zich niet onbetuigd gelaten.
Met groote zorg waren de voorbereidende
maatregelen getroffen.
Zoo kwam het dat Grave Zondag in een
feeststad was herschapen.
Des morgens te 9 uur werd in de kapel van
het St. Henricusgesticht een plechtige H. Mis
van dankzegging opgedragen, door den voorzit
ter van het landelijk comité, Pater Hyacinth
Hermans, daarbij geassisteerd door de Paters
Falter en Hansen, resp. als diaken en subdiaken.
De leden van het landelijk comité hebben de
ze plechtigheid bijgewoond.
Het blindenkoor zong op zeer verdienstelijke
wijze een vier-stemmige H. Mis, die gecompo
neerd is door den blinden componist Piet
Blokker.
Na afloop hiervan formeerde zich een stoet
in de stad, waarin meetrokken enkele harmonie-
gezelschappen en nagenoeg alle plaatselijke
vereenigingen, alsmede een groep bruidjes.
Mgr. Diepen komt.
Onder de tonen der muziek trok deze bonte
stoet op naar de Hampoort, waar Mgr. A. F.
Diepen, bisschop van 's Hertogenbosch zou wor
den afgehaald.
Nadat de bisschop had plaats genomen in een
rijk versierden, met twee paarden bespannen
landauer, werd Mgr. welkom geheeten door
den burgemeester der gemeente Grave.
In het St. Henricusgesticht werd Mgr. in de
hal, in tegenwoordigheid van vele autoriteiten,
verwelkomd door frater Superior Tarcisio.
Om 12 uur begon d'e receptie in een der
groote zalen van het Gesticht, welke met
smaak getooid was met palmen en rijke tapij
ten en waar ook schatten van bloemstukken
tusschen het groen prijkten.
Op de receptie was zeer groote belangstelling
van geestelijke als burgerlijke autoriteiten. Oni
Z. H. Exc. Mgr. Diepen stonden o.m. geschaard
Mgr. Hendrikx, Mgr. Goorts, bisschoppelijk in
specteur van het Bijzonder Onderwijs, de
Comm. der Koningin in N.-Brabant jhr. mr.
dr. V. A. van Rijckevorsel, het Eerste Kamer
lid mr. Heerkens Thijssen, het Tweede Kamer
lid de heer Schaepman, de deken van Grave,
prof. H. Weve uit Utrecht, dr. A. van Voort-
huysen, inspecteur van het Bijzonder L. O., dr.
A. Hoefnagels, curator der R.K. Universiteit, die
hoogeerw. heer L. J. Buve, de Generale Raad
van de Congregatie van O. L. Vrouw, de blinde
pater Andreas O. Cap., mr. van Lanschot,
burgemeester van Den Bosch, bestuur der Pa
ters van de H. Familie, de architect van het
nieuwe St. Henricusgesticht, Constant Panis,
de voltallige gemeenteraad van Grave, de heer
Verstraaten, lid van Ged. Staten van N.-Bra
bant, de leden van het Nationaal Huldigings
comité en verder nog tal van notabelen. Ver
der nog gedeputeerden van den Blindenbond
„St. Oöllia" en van de Blindenzorgvereeniging
„St. Antonius van Fadua".
De eerste gelukwensch werd uitgesproken
door Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, die zijn
groote erkentelijkheid betuigde voor wat de
Fraters in de afgeloopen 75 jaar in het gees
telijk en stoffelijk welzijn van de blinden heb
ben gedaan. De blinden hebben thans een bij
zondere vreugde der erkentelijkheid en dank
baarheid jegens de Fraters. Mgr. hoopte, dat
in de toekomst bestuur en blinden door O. L.
Heer zouden mogen gezegend worden in hun
stoffelijk en geestelijk geluk.
De Commissaris der Koningin in Noord-
Brabant getuigde namens het provinciaal be
stuur van Noord-Brabant algemeenen dank en
wees er op, dat het bestuur er trotsch op gaat,
dat er zoo'n voortreffelijke inrichting bestaat
binnen de provinciale grenzen. Allen zijn dank
baar voor wat hier gedaan wordt in het belang
der lijdende menschheid. Hoe voortffelijk alles
is ingericht bewijzen de nuttige resultaten,
hier bereikt. Er ligt thans een schoone toe
komst open en spr. hoopte, dat het peil der
stichting in den loop der jaren nog zal mogen
verhoogd worden en dat in lengte van jaren
het werk zal mogen worden voortgezet.
Namens de Bisschoppelijke Blindencommissie
sprak Mgr. Hendrikx, vicaris van het Bisdom.
IDe commissie is dankbaar voor de zorg hier
aan de blinden besteed, waarmede heel katho
liek Nederland sympathiseert en daaraan ook
wil medehelpen. Het enthousiasme voor het
werk van Grave blijkt ook uit de algemeene
waardeering welke zich uitte ook uit de stof
felijke blijken. Namens de commissie kon spr.
voor mogelijke verbeteringen in het huis een
som van drieduizend gulden aanbieden. De
bisschoppelijke commissie droeg ook daartoe
het hare bij, terwijl bovendien f 3000 aan het
nationaal comité werd bijgedragen.
Namens het gemeentebestuur van Grave
werd' het woord gevoerd door burgemeester
Louis Ficq, die hulde en dank bracht aan de
Fraters van het St. Henricusgesticht. De Gra
venaren hebben gemeend ook een bijdrage te
moeten schenken als huldeblijk en hebben in
overleg met den directeur besloten een ge
brandschilderd raam aan te bieden, dat een
blijvende herinnering zal zijn aan den eerbied
en dankbaarheid der Gravenaren voor het
werk tot heil der blinden en tot voorbeeld der
Gravenaren hier verricht.
Verder voerden nog het woord dr. v. Voort-
huysen, inspecteur van het Buitengewoon On
derwijs. Mr. Heerkens Thijssen sprak waar-
deerende woorden als voorzitter van de A.V.O.,
Mgr. Goorts, bisschoppelijk inspecteur van het
Bijz, Onderwijs en wethouder Krijgsman uit
Den Bosch als voorzitter van den R.K. Blin
denbond, voornamelijk de onderafd. der R.K.
Blindenzorgvereeniging „St. Antonius van Pa
dua".
De burgemeester van Den Bosch, mr. F. v.
Lanschot, sprak voornamelijk als hoofd van
de eerste stad van Noord-Brabant, dat er
trotsch op gaat een gesticht als dat in St. Hen
ricus te bezitten. Hij waardeerde het werk der
Fraters zeer. De heer v. d. Berg, voorzitter van
den R. K. Blindenbond „St. Odilia" bracht
hulde van d'e Ned. Katholieke blinden, die bui
ten de gestichten vereenigd zijn in een R.K.
Blindenbond. De blinden zullen nog persoonlijk
bij een gezamenlijk bezoek een huldeblijk ko
men aanbieden.
Het slotwoord was aan den Superior der
Congregatie, Fr. Tarcisio, die dankte voor alle
waardeering op dit diamanten feest getoond en
de toezegging deed, dat de fraters van Tilburg
zich in de toekomst met een groote overgave
zouden blijven wijden aan het heil der blinden
en zoo mogelijk de opleiding tot nog hooger
peil zouden opvoeren. In het bijzonder dankte
spr. de Bisschoppelijke commissie.
Na deze redevoeringen werden de aanwezi
gen in de gelegenheid gesteld de fraters per
soonlijk geluk te wenschen.
Na deze receptie werden de vele gasten in
de gelegenheid gesteld om het gesticht te be
zichtigen en de blinden bij hun demonstraties
te volgen.
Om twee uur celebreerde in de prachtig ver
sierde St. Elisabeth van Grave Mgr. Diepen
een pontificaal Lof met assistentie van deken
J. Goossens van Grave en rector W. v. d. Heu
vel van den Wijnberg.
Aan het diner, dat s avonds plaats vond,
heeft Pater Hyacinth Hermans O.P. een be
groetingsrede gehouden, waarin hij speciaal den
t
Minister van Onderwijs welkom heette, die als
nog het feest met zijn tegenwoordigheid kwam
opluisteren.
„Als Rotterdamsche jongen mag ik zeggen,"
zoo sprak hij tot den minister, „waarlijk als
een rappe voetbal zien wij U op alle wegen zich
bewegen en een diamanten kroon zetten op dit
diamanten feest. Ik hoop dat onze dankbaar
heid in de annalen van het instituut in den
schoonsten stijl van de spelling-ilarchant zul
len worden opgeschreven."
Na ook den bisschop van Den Bosch, Mgr. A.
F. Diepen, te hebben* verwelkomd, sprak pater
Hermans een woord van gelukwensch tot de
Fraters van Tilburg, die 75 jaar lang dit insti
tuut hebben geleid en groot gemaakt."
Toen Christus bij Zijn rondgang op aarde den
eersten blinde, dien hij ontmoette het licht
weer terug schonk, verspreidde de mare van dit
wonder zich door de geheele landstreek.
Meer dan 50 jaren zijn de wonderen hier vol
trokken. Het werd door niemand gezegd.
En nog zijn er talloos velen die zien en niet
zien. Maar zij, die blind zijn en leven en liefde
zien, zij hebben verstaan wat deze religieuzen
voor hen hebben gedaan. Zü zullen het uitju
belen, voor hen, die hun hier ter zijde stonden.
Spr. besloot: Wij hebben een bron aangeboord
in deze moeilijke tijden, hopende dat zij zal blij
ven vloeien als een nieuwe zilveren Maas naar
Grave, opdat U Uw mooi instituut moge kun
nen afbouwen!
Minister Marchant, die vervolgens het woord
voerde, wilde den indruk weergeven, dien dit be
zoek op hem had gemaakt.
„Als ik zie hoe blijmoedig zü zijn, die hier
worden opgeleid voor het leven, dan doordringt
mij ten eerste de gedachte hoe oneindig de ga
ven zijn van God.
Wij die zien, die zijn begenadigd met het ge
bruik van alle zintuigen, waarmede wij Gods
schepping kunnen waarnemen en beseffen wat
wij bezitten.
En toch zie ik hier hun levensblijheid, zij
wordt hun geschonken door hun onwrikbaar
geloof, zij, wier geest doortrokken is van den
geest van God.
Voor ons die zien, voor ons, die begiftigd zijn
met het gebruik van alle menschelijke zintuigen,
ligt hierin een les.
Als mij bij tegenspoed het gevaar van pessi
misme opdaagt, dan zal ik denken aan dezen
dag en mij beschaamd gevoelen; dit dank ik
aan de verpleegden van dit instituut en als ik
ooit zal moeten erkennen en dat gebeurt nog
al eens een tekort aan toewijding, een te veel
denken aan mijzelf en te weinig aan anderen,
een miskenning van mijn levenstaak, dan zal
ik denken aan dezen dag. Dat dank ik aan hen,
die zich met onuitputtelijke moeiten hebben
gegeven aan het steunen van de blinden in hun
levensgang, de verplegers en verpleegden, de
oorzaak van mijn dankbaarheid."
Tenslotte was het woord aan Z.H.Exc. Mgr.
A. F. Diepen, die wilde treden in het voetspoor
van zijn doorluchtigen voorganger, mgr. ZTwij-
sen, wiens arbeid Mgr. in waardeerende woor
den schetste.
Ik verheug mij. aldus zeide Mgr., telkens gif
ten te mogen ontvangen en uit te deelen en
6000 gulden te mogen afzonderen: 3000 gulden
voor het gesticht en 3000 gulden voor het or
gel, dat mogelijk was dank zij het medeleven
van het Nederlandsche volk.
Moge dit orgel mede zijn een instrument in
de hand van Onzen Lieven Heer om hun een
voorbereiding te geven van de hemelsché ac-
coorden.
Als ik terugdenk aan de 75 jaren, die ver-
loopen zijn, dan breng ik hulde aan allen, die
in de afgeloopen jaren hebben medegewerkt.
God laat niets onbeloond.
„St. Henricus" is een voorwerp van sympathie
en medelijden, maar ook een voorwerp van bo
vennatuurlijke sympathie en weldoen ter liefde
Gods.
Het is geen overdrijving, dat een lange rij
van weldoeners, die „St. Henricus" bedacht, hun
eigen zaligheid daarmede hebben veroverd.
De Congregatie heeft op velerlei gebied barm
hartigheid bewezen, maar vooral noem ik van
haar werkzaamheid het besturen van St. Hen
ricus en de offers, welke gebracht zijn om te
vormen degelijke, goed ontwikkelde jongens en
mannen, maar ook doordrongen van den
geest Gods en van de liefde voor Onzen Lieven
Heer en hun te leeren offers te brengen, om
niet onze wil maar Zijn Wil, wat Hem behaagt
ook onze keus zal zijn.
Er is gesproken over nazorg.
Dat woord heeft een bepaalde beteekenis in
den tegenwoordigen tijd.
Dat wil zeggen, dat na de eerste opvoeding
nog volgen hulp, steun en liefde.
Ik heb hier hooren noemen, en dat is niet
alleen nazorg, maar ook zorg voor het verblijf
alhier, 1400 medewerkers.
God zal hun hun arbeid loonen!
Maar waarom kan dat getal niet vermenig
vuldigd worden?
Om den blinden het lezen van verschillende
boeken mogelijk te maken.
Het dunkt mij, dat er velen zullen zijn, die
zich aan deze taak zullen wijden en die zullen
gaan winnen nieuwe weldoeners voor de blin
den, die behoefte hebben aan lectuur, aan
goede lectuur, die troost en onderricht geeft en
beter doet begrijpen hoe het leven moet be
ëindigd worden.
Wat de arbeidsgelegenheid van de blinden be
treft zeide Z.H.Exc., dat hier geen werkloos
heidscrisis bestaat.
Ook buiten dit instituut zijn nog blinden, die
op bizondere wijze verzorgd moeten worden.
Laten wij den goeden God, aldus eindigde
Z.H.Exc., op bijzondere wijze danken voor de
zegeningen, die Hij aan zoovelen heeft geschon
ken en Maria voor Hare voorspraak.
„Ave Maris stella, geef het licht aan de blin
den" blijve het devies van dit huis en niet al
leen maar van de Congregatie, die aan het Huis
zoovelen hecht.
Ook voor diegenen, die werk van barmhartig
heid te weinig hebben gedaan aan de blinden,
geef het licht aan de blinden.
Het muziekcorps en ook het zangkoor van de
blinden hebben deze feestelijke bijeenkomst op
geluisterd met muziek en zang.
Zaterdagavond is in het Carlton Hotel te
Amsterdam, een feestmaaltijd gehouden ter
eere van Lodewijk van Deyssel, den beroemden
letterkundige, die thans den zeventigjarigen
leeftijd heeft bereikt.
Tot de gasten behoorden, o.a. de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. H.
P. Marchant, de chef van de afdeeling Kun
sten en Wetenschappen van het departement,
de heer P. Visser, de heer Walrave Boissevain,
wethouder voor de Kunstzaken en mevr. mr.
H. van Dam van Isselt, referendaris dier af
deeling, de Belgische minister van Staat, Louis
Franck, prof. Aug. Vermeylen, de burgemees
ter van Haarlem, de heer C. Maarschalk, en
voorts dr. P. C. Boutens, Top Naeff, Eug. Rens-
burg, Georg Hermann, mevr. dr. E. Rothschildt,
mevr. M. H. Székely-Lulofs, Frans Mijnssen,
Paul Huf. prof. dr. J. H. Scholte, secretaris van
den Senaat van de Gemeente Universiteit te
Amsterdam.
Tafelpresident was de heer A. J. Bothenius
Brouwer, voorzitter der Nederlandsche Maat
schappij voor Letterkunde.
Nadat Paul Huf een aantal strofen van het
Wilhelmus had voorgedragen nam Minister
aan de Provinciale Staten toekent," maar
wij zullen zelf een potje maken, om aan
onze leden eventueele schade te vergoeden,
we zullen de rest aan den armen Jan Fu
selier geven en aan noodlijdende kunste
naars. De Provinciale Staten en het parle
ment halen practisch wel niets uit, maar
als wij ze veroverd hebben vliegen de com
munisten eruit, en wij zullenwij zul
len...., de redding, de verlossing.... mor
gen, morgen, morgen, houzee, houzee!
De naïeve geestdrift van de houzeeërs
was nog het mooiste nummer op het pro
gram van de propagandisten der nieuwe
Troonrede. Ir. Mussert weet klaarblijkelijk
niet, dat de leden der Provinciale Staten
in tegenstelling met die der Tweede Ka
mer, heelemaal geen jaarlijksche vergoe
ding, doch alleen maar een (volgens de
Provinciale wet faculatief gesteld) onbe
duidend presentiegeld per bezochte verga-
dring (waarvan er per jaar maar 'n paar
gehouden worden) ontvangen. De „ver
goedingen", waarvan de leider met zooveel
ophef sprak, zijn dus van hoegenaamd
geen beteekenis. Maar wat de leider niet
weet, deert den leider niet. De heele zaal,
die het ook niet wist, juichte de edelmoe
digheid toe van den dilettant-leider, die
zelf niet in de Provinciale Staten wil, en
van de dilettant-politici, die er alleen in
willen, als ze niets hoeven te verdienen.
Want ze willen Nederland gratis redden,
voor hen zijn de schijnwerpers genoeg en
de luidschreeuwers en de edelmoedige ges
ten en de vloot, die Indië zal veroveren en
de Troonrede zonder wereld-crisis en de
klap op den vuurpeil morgen, morgen,
houzee houzee!
Marchant het woord. Spr. begon met eenige
toespelingen te maken over de spellingkwestie.
Tot zijn voldoening zeide hij, te hebben gecon
stateerd, dat Lodewijk van Deyssel zich in zijn
werken in het geheel niet aan de spelling De
Vries en Te Winkel had gestoord. Maar belang
rijker dan spelling- en taalkwestie is de kunst
van den meester, wien hij als zoodanig hulde
brengt voor zijn scheppingen. Spr. zou gaarne
een borstbeeld van Van Deyssel in zijn nieuwe
departementsgebouw hebben, om telkens weer
herinnerd te worden aan het „goddelijk" Neder-
landsch, dat uit zijn geniale hoofd is gevloeid.
De minister deelde hierop mede, dat het de
Koningin behaagd heeft den heer K. J. L. Al-
berdingk Thijm te benoemen tot Commandeur
in de orde van Oranje Nassau.
Dr. P. C. Boutens heeft daarna den jubilaris
de versierselen van zijn nieuwe onderscheiding
aangeboden, nadat hij den minister zijn be
zwaren jegens de nieuwe spelling had uiteen
gezet.
Prof. Aug. Vermeylen huldigde Van Deyssel
als voorzitter der Vlaamsche Vereeniging van
Letterkundigen. Hij zeide o.m„ dat Van Deys
sel voor de Vlamingen geweest is een voorbeeld
van het brandend geloof in de opperheerschap
pij van den geest en de schoonheid.
De heer A. M. van Tetering, secretaris van
het huldigings-comité las een groot aantal ont-
gen telegrammen voor, o.a. van prof. Brugmans,
den Nederlandschen Journalisten Kring en
Frank van der Goes.
Namens het gemeentebestuur van Amster
dam sprak tenslotte wethouder Walrave Bois
sevain, die den jubilaris in het bijzonder hul
digde als oud-Amsterdammer. Spr. maakte een
vergelijking met de mooie Amsterdamsche hui
zen langs de grachten en het werk van den
schrijver, dat evenals de eerste immer zal blij
ven voortleven.
Lodewijk van Deyssel dankte vervolgens de
regeering voor de verleende onderscheiding.
Daarna spraken nog Georg Hermann, Henri
van Boven, dr. E. van Raalte, mevr. van Wa-
veren-Scheltema en mej. Kuyper en dr. P. C.
Boutens.
Lodewijk van Deyssel dankte tenslotte alle
sprekers voor hun hartelijke woorden.
Algemeene belangstelling bij zijn
gouden feest als journalist
Een der veteranen uit de katholieke journa
listiek, de heer Jac. P. van Term, heeft Zater
dag bij de viering van zijn gouden jubileum als
journalist, algemeene en sympathieke belang
stelling ondervonden.
Nadat in de O. L. Vrouwe-Basiliek te Maas
tricht een plechtige H. Mis van dankzegging
was opgedragen, is ten huize van den jubilaris
een receptie gehouden, waar geestelijke en we
reldlijke autoriteiten en tal van journalisten
van hun belangstelling deden blijken.
Deken J. Wouters, van Maastricht, de Gar
diaan der Franciscanen, rector Beuker, leden
van Gedeputeerde Staten van Limburg, leden
van het College en den Raad van Maastricht,
de heer Jaspar, griffier der Staten, de garni
zoenscommandant, de commissaris van politie,
kwamen den jubilaris persoonlijk gelukwen-
schen. Namens de N.V. Uitgevers-Maatschappij
Neerlandia waren aanwezig de heeren dr.
Strenger en F. Herold.
De heer Herold releveerde in een hartelijke
toespraak de vele en uitstekende diensten door
den jubilaris aan de Uitgevers-Maatschappij
Neerlandia in verschillende instanties bewezen.
Uit de stad en uit den lande hadden voorts
vele vereenigingen, journalisten en bladen met
bloemen en telegrammen kond gedaan van hun
belangstelling en gelukwenschen.
In een te Krommenie gehouden vergadering
van het personeel der Vereenigde Blikfabrieken
is met algemeene stemmen besloten onder pro
test aan het werk te blijven.
Het protest richt zich tegen de loonsverlaging
voor de meisjes ouder dan 25 jaar en voor het
gehuwde mannelijke personeel.
Zondagmiddag zijn vier houtloodsen van de
firma Gebr. J. Turlings te Pey (bij Echt) tot
den grond toe afgebrand.
Omstreeks half twee ontstond door tot nu toe
onbekende oorzaak brand in een der houtlood
sen van de Gebroeders Turlings. De brandweer,
die onmiddellijk gewaarschuwd werd, kon bij
gebrek aan water niets uitrichten. Zij heeft zich
dan ook bepaald tot het behouden vftn de be
lendende perceelen.
De brand was ontstaan aan de Zuidzijde der
loodsen en breidde zich door de windrichting
Noordwaarts uit. Zoodoende werden de vier
loodsen der Gebroeders Turlings door het vuur
aangetast. Zij brandden alle tot den grond toe
af.
Een groote voorraad hout werd een prooi der
vlammen. De schade, welke geschat wordt op
100.000, wordt door verzekering gedekt. De
loodsen hebben ieder een lengte van dertig me
ter en zijn vier meter hoog.
De brandweer was om vier uur Zondagmid
dag nog bezig het vuur te bestrijden
Het Hollandsche jacht „Batara Baroe", aan
boord waarvan, zooals bekend, vier jongelui
een zeereis zouden maken naar Batavia, is bij
de haven van Calais op het strand geloopen.
Het schip wordt als verloren beschouwd, doch
de vier opvarenden zijn gered.
In het dorp Waalre nabij Eindhoven zijn Zon
dagnacht een boerderij en zes woningen in de
asch gelegd.
De brand ontstond in een kippenhok, van
waar de vonken oversloegen op het strooien dak
van de naastgelegen boerderij, welke in korten
tijd geheel afbrandde. Een gedeelte dezer boer
derij werd bewoond door den landbouwer A. Ro
vers, terwijl het andere deel tot woning diende
van den bejaarden stroodekker J. Diepen. De
geheele inventaris alsmede de oogst, gingen in
vlammen op. Een twintigtal kippen kwamen om
het leven.
De vlammen sloegen over op de woning van
den werklooze J. Beks, welke woning eveneens in
de asch werd gelegd. De inboedel was niet very
zekerd.
Vervolgens tastte het vuur de woning van J;
van Weert aan. Het huis brandde geheel af, teri"~
wijl een gedeelte van zijn café mede een prooi
der vlammen werd.
Inmiddels waren er vonken terecht gekomen
op het strooien dak van vier onbewoonbaarver-
klaarde woningen, welk complex aan de overzijde
van den weg lag en spoedig in de vlammen op
ging.
Verzekering dekt de schade.
Zondagavond omstreeks zeven uur is door
onbekende oorzaak brand ontstaan in de groo
te bloembollenschuur, eigendom van de firma
F. Guldemond en verhuurd aan de firma Ver-
degaal te Sassenheim. De schuur was geheel
met plantgoed gevuld. Aangewakkerd door den
sterken Zuidwestelijken wind breidde het vuur
zich snel uit en weldra stopd het geheele ge
bouw in lichter laaie. Aan blusschen viel niet te
denken. Het perceel brandde tot den grond toe
af. Aan de groote schuur was nog een kleine
re vastgebouwd. Ook deze is geheel door het
vuur vernield.
De schade, welke 40 a 50.000 gulden bedraagt,
wordt door verzekering gedekt.
Nader vernemen wij, dat de vermoedelijke
oorzaak van dezen brand is een fout in de cen
trale verwarming.
Zondagmiddag te drie uur is nabij de Zuid-
pier te IJmuiden een ongeval met doodelijken
afloop gebeurd, hetgeen te wijten is aan grove
onvoorzichtigheid. Vanuit Amsterdam waren een
drietal mannen naar IJmuiden gekomen van
wie de Gebr. van de Hoeven, trots den stevigen
Westerstorm, en de waarschuwingsborden
toch de Zuidpier opliepen. Nagestaard door
eenige kustbewoners waren zij ongeveer 250
meter van het einde der pier verwijderd, toen
plots een groote golf over de Dier sloeg en den
33-jarigen J. P. v. d. Hoeven mee inhetbuiten-
toeleidingskanaal sleurde. Onmiddellijk trok
men om hulp uit; de kustbewoners kwamen
reeds met een reddingsboei en ook de reddings
boot Neeltje Jacoba was direct ter plaatse om
zoo noodig hulp te verleenen. Ruim anderhalf
uur heeft de reddingsboot met een sleepdreg
rond gevaren doch zonder resultaat. Zondag
avond laat was ook het- lijk nog niet komen
aandrijven.
Ingenieur A. A. Mussert gaat dan toch. in
de politiek. Bij de jongste algemeene
verkiezingen meende hij zelfs elke aan
raking met dat verderf te moeten vermij
den. Het decadente Parlement zou van zelf
wel onder den voet worden geloopen zoo
dra Nederland fascistisch zou wezen. On
gelukkig wordt Nederland niet fascistisch.
Het gaat slecht met de N. S. B. Na jaren
lawaai zijn er nog niet voldoende leden
voor een Kamerzetel. En de beloften op
morgen en alsdoor morgen trekken niet
meer, de volgelingen willen ook wat zien.
Willens of niet, ir. Mussert wordt in de po
litiek gedrongen, de redevoeringen moeten
machtsdaden worden. In Duitschland heb
ben ze al een Führer zonder parlement en
partijen, ze hebben er nieuwe uniformen en
revolvers, in Holland schiet het niet op,
in den polder begrijpen ze niets van de
wereldredding, die stommelingen!
De N. S. B. heeft dan maar weer een ver
gadering gehouden. Een zaal vol redevoe
ringen en zwart-roode N. S. B.-vlaggen.
Met zulke vergaderingen en vlaggen en al
door maar belofte en de suggestie van de
zeker komende redding heeft Hitier het
toch tenslotte ook gewonnen. Jongens, als
we maar volhouden in het knotwilgen
landje!
En ze hielden dan maar weer een verga
dering en vol, In de vergadering vol
s c hij n-werpers en lui d-schreeuwers en
twaalfduizend verdoofde ooren en twaalf
honderdduizend kreten „hou zee" voor den
leider, zei de secretaris van de beweging
mr. Geelkerken, dat het Hollandsche
partijleven in broedertwisten ondergaat,
maar het nationaal-socialisme zal redding
brengen en werkelijkheid worden morgen.
Houzee.
De heer Vlekke redevoerde, dat de
Troonrede een en al wanhoop was, de Ko
ningin gaf te verstaan, dat zij eenheid
wil, ze wacht op het nationaal-socialisme,
dat een einde maakt aan de geniale afta
keling en dat eindelijk Nederland zal ver
lossen morgen, morgen. Houzee!
De heer ir. M u sts e r t sprak de tweede
editie van de Troonrede uit: Als Nederland
een vlootrevue houdt, kan het hoogstens
laten zien, dat het geen vloot heeft. Wij
willen een vloot scheppen en Indië verove
ren. De Regeering is tot niets in staat, om
dat haar systeem is verroest en de volks
geest verpest. Wij zullen hem saneeren, wij
zullen een historische roeping vervullen, wij
zullen desnoods meedoen aan de verkiezin
gen, maar niet voor de gemeenteraden, dat
geeft toch niets, maar we zullen ons neste
len in de Prov. Staten en zoo via deze in
de Eerste Kamer, we zullen de meerderheid
veroveren ook in de Tweede Kamer, we
zullen het land hervormen en we zeggen
nu al, dat het aan het land niets zal kosten,
want we willen er geen penning voor heb
ben. Om te toonen hoe onbaatzuchtig we
zijn en dat het ons niet om den heb en
den krijg te doen is „zullen we weigeren
voor eigen gebruik ook maar één cent te
gebruiken van de vergoedingen, die men
Zaterdagmorgen is te Hengelo (Geld.) een
droevig ongeval gebeurd. Het acht-jarig doch
tertje van den slager S., dat naar school ging,
liep in de Spalstraat achter een met paard be
spannen melkwagen aan. Plotseling stak de
kleine de straat over, juist toen van den ande
ren kant de auto van den heer N. uit Doetin-
chem naderde. Het kind werd overreden en on
middellijk gedood.
Z. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft be
noemd tot pastoor te Rotterdam (H. Hildegon-
da): den Weleerw. heer F. Burwinkel;
Vogelenzang: den Weleerw. heer A. H. Buhrs;
Leimuiden: den Weleerw. heer J. J. H. Raken;
Amstelveen: den Weleerw. heer Th. Th. van
Outersterp, die pastoor was te Moordrecht,
welke parochie voorloopig vanuit Nieuwerkerk
a. d. IJsel zal worden bediend.
Vervolgens tot pastoor te de Lier: den Wel
eerw. heer W. J. H. Polder, die kapelaan was
te Haarlem (Bavo).