DE OORLOGSSCHATTINGEN Met m&aal can den daa PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND m Gelouterd I GEEN SPRAKE VAN! EEN AARDIGE SA TYRE DE POST DINSDAG 25 SEPTEMBER 1934 Fantastische bedragen DAT KIND MOET FRISSCHE LUCHT EN ZON 0'DOKTER.BEDOELT U PADION Gold-rush in Canada Afschuwelijk moord plan verijdeld Belasting op zonne schermen Boetedoening in Japan Voor iedere oude Soepkip eischte Frankrijk een malsche poularde terug ra. Lady Sylvia AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL MAAR HET SPAANSCH II het jaar 1921 had de Entente eindelijk iet bedrag der oorlogsschatting, dat Fuitsch- and zou moeten betalen en hetwelk in het Verdrag van Versailles blanco was gelaten op de conferenties van Londen en Parijs vastge steld. Het bedroeg om en om een half honderd milliarden goudmarken. Duitschland verklaarde natuurlijk dit bedrag nooit re kun nen betalen. En heeft net ook in de verste verte niet betaald. De specificaties vooral, die Frank rijk had ingediend, waren méér dan fantastisch. De Duitsche pers in die dagen gebnTkte in verband met de oorlogsschatting met graagte de kip als vergelijkingsobject, natuurlijk wegens de onwillekeurige gedachten-associatie met „plukken". Geen „eierreiches Huhn" is Ger- manje meer, maar een nalfverhongerde haan. jammerde toen Tante Voss, die helaas in het Derde Rijk ontsliep. En Theodor Wolff schreef in het „Berl. Ta- geblatt" raak, dat Frankrijk voor iedere oude soepkip een malsche poularde terugeischte Op een kip bouwde toen de ,3erl. Morgenpost" een pracht van 'n satyre, die echter een ernstigen ondergrond had. Het satyrisch stukje hekelde de alles overtreffende Fransche afpersingen op het gebied der schadeloosstelling Temidden der vele oorlogsherinneringen in deze dagen, mag een stuk: „vredeswerk" niet ontbreken Zie hier dan de berekening van één schadeloos stelling: I. De maire aan den boer Pierre Bravomme, Weledele Heer Pierre Bravomme! Wilt ïoo goed zijn, de schade, die tijdens den oor log door de boches hebt geleden, op te geven. De maire Dubois. IL De boer Pierre Bravomme aan den maire. De verdoemenswaardige boches hebten van mijn twee kippen er een afgenomen en daar voor twee mark betaald. Daar een kip thans minstens twaalf franken kost en mijn kip. als zij in mijn bezit was gebleven, mij minstens tot op den huidigen dag 200 eieren, één frank per stuk, zou hebben opgeleverd, lijd ik dus een schade van minstens 211 franken, 60 cen times. Pierre Bravomme. Maire Dubois aan den Onderprefect. Boer Pierre Bravomme heeft een grvot ge deelte van zijn pluimvee ten gevolge van re- quisities door de boches verloren. Vooi circa 200 kippen de eieren niet medegerekend werden hem twee mark uitbetaald. Zijn schade moet men, de kip per stuk 12 franken, op 2400 franken begrooten. Daarbij zijn de verloren ge- gane eieren en de ondergane gemoedsbeweging niet in rekening gebracht. Deze moeten op de zelfde som getaxeerd worden. De gemeente heeft door het afnemen van de belastingkracht van Pierre Bravomme eveneens een aanmerke lijk en schadepost, zoodat de schade in haar ge heel op minstens 6000 franken is te schatten. Dubois, Maire. IV. De onderprefect aan den prefect. De begrooting der schade in het bijzonder zwaar getroffen dorp Sansargenteuil heeft tot resultaat gehad, dat geconstateerd werd. dat de rijke pluimveeteelt van dit dorp bijna ge heel ten gronde is gegaan. Om maar een voor beeld te noemen, de uitgebreide pluimvee stallen van den kippenboer Pierre Bravomme zijn na genoeg geheel leeggeplunderd. Uit het cificieele rapport blijkt, dat er alleen uit één reeds kippen ter waarde van 6000 franken werden gestolen. Daar intusschen de waarde van net pluimvee vooral der kostbare soorten, die door Pierre Bravomme werden geteeld minstens tien maal grooter is geworden en de verloren winst der eierleveranties er bij moet worden gerekend, beloopt de schade van dezen heere- boer alleen reeds bij zeer voorzichtige taxatie minstens 150.000 franken. Daar door de roof tochten der Duitschers de pluimveeteelt van deze streek, die op den hoogsten trap van bloei stond, volkomen vernietigd is, zal het herstel van dit bedrijf minstens op 3 4 millioen fran ken komen te staan, waarbij het zielelijaen der bevolking niet eens in rekening is gebracht. De Onderprefect. V. De prefect aan den minister. Ik heb, Excellentie, de eer, U hierdoor in ken nis te stellen met de schadetaxatie in mijn dis trict. Ik vestig vooral de aandacht van Uw Excellentie op het te vuur en te zwaarc huis houden der Duitsche soldateska in de pluimvee plantages van den heer Pierre Bravomme, een der grootste pluimveehouders van Frankrijk Een op onvergelijkelijke hoogte staande land bouwindustrie, waarin vroeger duizenden werk lieden arbeid vonden is voor jaren vernietigd. In de bescheiden taxaties, die ik uit de benroefde streek ontving, en die nog geen vier millioen bedragen, zijn de gevolgen (een kwestie van jaren!) dezer vernietiging niet inbegrepen. Dit overwegende, en tevens het feit, dat naar den toenmaligen koers 4 millioen thans een tien voudige waarde hebben, heb ik de onkosten van Sansargenteuil in mijn begrooting op slechts 65 millioen aangegeven, waarbij ik Uw Excellentie eerbiedig overweging geeft, om, gezien het vreeselijke lijden der beproefde bevolking, de som naar boven af te ronden. De Prefect. VL Uit een Kamerrede van den minister. De bescheidenheid van onze eischen ter schadeloosstelling zal ons in heel de wereld de achting bezorgen, die in de geschiedenis de edelmoedigheid van den overwinnaar steeds verwierf. Wij houden ons thans bezig met het smartelijke en moeilijke werk der taxatie der werkelijke schade. Deze gaat aller begrip te boven. Het zij mij vergund, een détail hoe vreeselijk zijn deze détails! aan te voeren, dat als met bliksemlicht de grootte der schade belicht. De ver buiten de grenzen van Frankrijk beroemde pluimveeteelt van Sansargenteuil be staat niet meer. Een heel Duitsch legercorps heeft weken lang geleefd, gebrast van net ge stolen pluimvee, terwijl Parijs, ja heel Frankrijk honger leed. Deze ontzettende schade aan den nationalen rijkdom van Frankrijk hebben wij op de onkostenrekening met den belachelijk- geringen post van 120 millioen franken geboekt (geroep bij de afgevaardigden: Dat is een fooi. maar geen schadeloosstelling.) Alleen het vaste vertrouwen op het genie van den groeten pa triot Pierre Bravomme, wien het, dat hopen en verwachten wij, moge gelukken, om uit de puinhoopen zijn oude groote schepping t, t roem van Frankrijk weer op te richten, heeft ons bewogen, om deze schatting, die als het ware een oorvijg in het gezicht der werkelijkheid is. te aanvaarden. Wij eischen voor heel een pluim vee-industrie eigenlijk maar één kip! Maar we doen dat alleen daarom, omdat wij er van over. tuigd zijn, dat het genie van Frankrijk uit deze ééne kip weer een nieuwe pluimveeteelt zal doen ontstaan. Ik ga nu over tot de volgende pos ten der schadeloosstelling De minister sprak dagen, maanden, jaren en is eigenlijk nog aan het woord, want er moeten nog altijd drie milliarden door Duitschland worden betaald. uiiimiimiimmimii iiiiiiiiiniiiiiiiiiiiinu Ondanks crisis en malaise Gaat de post nog steeds vooruit, Daar zij haar balans warempel Met een batig saldo sluit! Zij staat als een veilig baken, Waar zoo menig despereert, Zij alleen kan rustig zeggen, Dat de zaak nog steeds floreert. Maar het is dan ook geen wonder, Dat het haar geen moeite kost, Daar wij onze hartsgeheimen Toevertrouwen aan de Post! Want wij schrijven liefdesbrieven En dit blijft zoo permanent, Daar het hart in dit soort zaken Absoluut geen crisis kent! Ooms en tantes krijgen brieven, Als een troost tot aan hun graf, Want die enk'le stuivers zegels Werpen wel hun rente af! 1 Ja, de handel gaat wat slechter, Doch dit zegt daarom nog niet, Dat de Post nu minder brieven In de brievenbussen ziet. Ik wil niet persoonlijk worden, Maar het ligt toch voor de hand, Dat de maanbrief is geworden Tot een trouwen, vasten klant! Tante Post is vlug en lenig En haar zegels zijn niet duur. Zij behoudt, ondanks haar leeftijd, Inderdaad haar goed figuur! Zij is ook van alle tantes Zeker wel het best bij kas Daarom wenschte ik van harte Dat zij.... suikertante was! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) rmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiü In het Little Long Lac-gebied in Canada aan den Noordoever van Lake Superior, aan de wes telijke zijde, is iets in den geest van een ouder- wetsche goldrush ontstaan door de ontdekking van een paar rijke goudvelden. De jacht naar goud wordt koortsachtig voortgezet in een ge bied van 56 mijlen lengte bij 16 mijl breedte. In dit gebied zijn sedert Januari j.l. duizenden claims geregistreerd. In September zijn 450 nieu we claims aangevraagd. Goudzoekers, geologen en anderen trekken zoo snel mogelijk naar de goudstreek. Er zijn zelfs personen, die per vlieg machine zich derwaarts begeven, doch de meës- ten reizen per kano de Sturgeonrivier op. Men kan thans nog niet de juiste waarde scéiatten van de goudontdekking, doch de regeering van Ontario heeft haar geologen opdracht gegeven een onderzoek in te stellen en een rapport uit te brengen. Een direct resultaat der goldrush is, dat er in de stad Port Arthur vrijwel geen werkloozen meer zijn, daar ieder, die zonder werk was, zich naar de nieuwe mijnstreek heeft begeven of werk gevonden heeft bij handels firma's, die handel drijven met deze goudzoe kers. Twee jonge Lithauers kwamen onlangs op het afschuwelijk denkbeeld den a.s. schoon vader van een der beide lieden om het leven te brengen door middel van gifgas. De vader, die notaris was en niet onbemiddeld, sliep in een vertrek op de eerste verdieping van zijn woning. De jongelieden wilden als volgt te werk gaan: zij zouden een trommel, welke ge heel gevuld was met gifgas, in het slaapvertrek plaatsen, doch op dusdanige wijze, dat de trom mel binnen eenige uren geheel kon leegloopen, waardoor het gas zich met de atmosfeer in de kamer zou vermengen en een spoedigen dood zou veroorzaken. Het plan is evenwel ver ijdeld kunnen worden doordat een bediende van den notaris, die de beide jongelieden had gade geslagen, de moorddadige trommel tijdig kon weghalen. De jongens zijn gearresteerd en zul len zich binnenkort moeten verantwoorden voor de rechtbank te Kaunas. De gemeenteraad van Montreal heeft beslo ten om de inwoners, die een zonnescherm voor hun huis hebben, hiervoor belasting te laten betalen, daar de raad geen andere bronnen van inkomsten meer kan vinden. De gewone belas tingen waren tot het uiterste opgedreven en elke andere bron van inkomsten was al aangeboord. Balkons en andere vaste uitbouw waren reeds belast. De gemeenteraad is op dit lur«ineuze idee gekomen, doordat vele inwoners er over klaagden, dat de zonneschermen te laag hingen en het voor een normaal mensch onmogelijk is om er onder door te loopen. Men vangt nu twee vliegen in één klap. Alle zonneschermen zullen nu geïnspecteerd worden ter beveiliging van het verkeer, terwijl de gemeente er tevens een nieu we belasting mee heeft ingevoerd. Een priester uit den tempel van den Heiligen Berg Hiei, nabij Kyoto, heeft 27 jaar lang als boeteling dagelijks 30 tot 80 K.M. geloopen. Hij is thans 60 jaar, maar krachtig en gezond. Hij zegt, dat de eerste 200 tot 300 dagmarschen de moeilijkste waren. Zijn voeten werden opge zwollen, zoodat hij soms kroop over den weg. Thans heeft hij geen enkele moeite meer en se dert 20 jaar heeft hij géén ziekte meer ge kend. Al wist hij dat Sylvia van hem hield, er was toch iets in haar, iets als vooroordeel of vrees, dat hij raadselachtig en pijnlijk vond. Frans Lesly was een vondeling, op een kouden avond door zijn pleegouders opgenomen voor de stoep van hun winkel. De Lesly's had den Frank als zoon geadopteerd ze hadden geen kinderen en Frank was vooruitgeko men. Hij had al z'n krachten gegeven aan „de zaak" en was hard en berekenend geworden. De oude winkel werd een warenhuis. Vóór z'n pleegouders stierven, zagen ze de groene auto's van Lesly bestellingen uitvoeren in alle v.'ijken van Glasgow. Frank Lesly verkocht al- les> kon zich alles permitteeren en had alles, maar een hart had hij niet, zei men algemeen. Hij ontmoette Sylvia, de eenige dochter van* lord Crawford. Een maand later vroeg hij haar en kreeg het jawoord. Lord Crawford, een rijke grondbezitter, was woedend. Maar Sylvia zette door en Frank liet nergens gras over groeien De villa was al gemeubeld. Lesly zat alleen in z'n rookkamer op den avond voor z'n trouwdag en dacht na over den zweem van vrees of twijfel, dien hij nu en dan in de blikken zijner aanstaande vrouw zag. Wat was er tusschen Sylvia en hem? „Een vrouw om u te spreken, mijnheer zei z'n huisknecht. „Ze zegt, dat ze Blunt heet. Ik zei, dat u niet thuis was, maar ze wist van wel. Ze blijft maar aandringen „Laat haar maar hier komen," zei Lesly blij met de afleiding. Ze kwam binnen, klein, grijs en nat het regende in kale zwarte kleeren De scherpe oogen van Lesly namen haar, wantrouwend, half toegeknepen op. De vrouw stond stil en zei, zacht en eenvou dig: „Ik ben je moeder." Frank was niet onvoorbereid op zoo iets. Rijk dom brengt altijd bloedverwanten te voorschijn. ,Zoo," antwoordde hij ijzig. Ze knikte en keek hem ademloos aan. „Gaat u door," zei hij. ,,'t Is de waarheid. Geloof je me niet? „Ik zelf heb dat medaillonnetje met een touwtje om je hals gebonden, en je op de stoep gelegd. Ik heb gewacht tot juffrouw Lesly je mee naar binnen had genomen. Ik heb je on telbare malen gezien.... als baby, als school jongen, en later, toen je in den winkel hielp „Iedereen kent mijn geschiedenis," merkte hij op met een tikje spot in z'n stem. Die vrouw had natuurlijk gewacht, tot hij op trouwen stond. Zij vermoedde, dat hij dan wel over de brug zou komen om publiciteit te ver mijden. Wat zouden de kranten gnuiven van zoo'n verhaal. Wat een wapen zou de oude lord Crawford er in vinden! Hij geloofde geen woord van haar bewering. Zij was een bedriegster. „U zult uw bewering moeilijk kunnen bewij zen," sprak hij kalm. „Geloof je me niet?" vroeg ze in zwak ver wijt. „Je hebt een moedervlekje hoog onder je linkerarm, en een litteeken op je enkel Daar heb je je eens gebrand. Dat zal er nog wel zijn." Het litteeken was bijna onzichtbaar, bijna *<ergeten. Met plotselingen schrik keek hij haar aan. „Waarom bent uweggebleven?" vroeg hij. Ze ging zitten en antwoordde: „Je vader is gister gestorven." „Waarom moest u daarop wachten?" Hij voelde geen ontroering, geen weekheid. Al was zij z'n moeder, ze had hem 35 jaar geleden up een stoep gelegd. „Ik wilde niet, dat hij je ooit zou zien. Je bent geboren terwijl hij voor 't eerst in de ge vangenis zat. Den avond vóór hij er uit kwam, heb ik je bij Lesly gebracht. Hij heeft nooit ge weten dat je er was." „Toen hij voor 't eerst in de gevangenis zatmerkte Frank op. „Hij had vaisch geld gemunt, en later heeft bij...." Frank Lesly luisterde naar de details. Om trent de loopbaan van z'n vader, wiens leven den vorigen dag in de gevangenis geëindigd was. Ze schreide, terwijl ze sprak. „Ik heb je al die jaren in 't oog gehouden, ging ze voort. ,Ik was zoo trotsch.... Ik had zoo graag gesproken! Je bent me op straat voorbij gegaan. Ik heb buiten op Lesly ge wacht en je zien wegrijden in je grooten auto. Plots voelde ik een hevige wind langs mij suizen, ik werd in den schouder gegrepen en met een ruk opgetild. Daar lag ik boven op da slede. Oom Sydney had mij op het nippertje uit de klauwen der beren gered. Onmiddellijk open den wij het vuur op de beesten en wisten er twee te dooden, de andere gingen daama ijlings aan den haal. Thans vertelde Oom Sydney van zijn weder varen. Toen hij om de ijsblokken heen zwenkte, was hij eensklaps midden in een troep ijsberen terecht gekomen. Hij had direct zijn pistool getrokken en op een der dieren gevuurd, waar bij hü raak trof. Eenige andere waren door de propeller getroffen en de rest had van den schrik het hazenpad gekozen. Toen had hij bemerkt, dat ik van de Slede was verdwenen. Eerst dacht Oom, dat ik mis schien door een der dieren van de slede was afgesleurd, maar hij ontdekte niets. Onmiddel lijk wendde hij daarop de slede en keerde terug langs het spoor, daar hij vermoedde, dat ik misschien van de slede was afgevallen en mis schien wel gewond hier of daar zou liggen. Een der beren was daarna weer op hem afgekomen, doch ook dit beest had hij met een welgemikt schot kunnen dooden. Daarna was hij full speed de vluchtende beren achterna gesneld en had op die manier mij ontdekt. We bekeken thans de gedoode beren. Het waren flinke knapen en het was jammer, dat we ze niet mee konden nemen. De pelzen en het vleesch zouden ons best te pas kunnen komen. Waar vroeger die stoep geweest is, is nu een groote rooster. Daar heb ik zóóveel avonden gestaan." Eensklaps nam Frank de telefoon van den haak, vroeg een nummer, wachtte en zei: „Met Lesly. Is mr. Vagrant daar? Mooi. Wilt u dan vragen of hij direct bij me kan komen?" Hij hing de telefoon weer op. „Vóór ik eenigen stap in dit geval doe, wil ik m'n advocaat spreken," zei hij; „uwe bewij zen lijken me niet voldoende De vrouw knipperde met de oogen. „Waarom zou ik liegen, Geoffrey?" „Had u me zoo genoemd?" Zij knikte, tastte in de plooien van haar glimmende japon en haalde er een papier uit. „Je geboortebewijs," sprak ze. Hij las: „Geoffrey Blunt," en keek de vrouw weer aan. Dat „waarom zou ik liegen, Geof frey?" had zoo oprecht, zoo overtuigend ge klonken. „Geloof je me niet?" vroeg ze weer, verwon derd. Ze vertel- de hem allerlei kleinigheden uit rT 7 z'n kinderjaren, Het besluit Vdtl z'n kinderjaren, die hij zelf niet meer wist. „Zou één vrouw op je gelet hebben zoo- als ik gedaan heb?" Op dit oogenblik diende de huisknecht mr. Vagrant aan. De advocaat kwam binnen. Frank Lesly bracht hem direct op de hoogte. Vagrant ondervroeg de vrouw en Frank keek haar aan. „Wat zat er in dat medaillon?" was een der vragen van Vagrant. Dat wist Lesly zelf niet. Het medaillon was zoek geraakt een maand nadat z'n pleegouders hem hadden opgenomen. „Een bloem van haar; het haar van m'n moeder," zei de weduwe De advocaat keek Lesly aan. „Dat klopt," zei hij. „Mevrouw Lesly, uw pleegmoeder, heeft 't me kort vóór haar dood verteld." „Ik ben overtuigd," zei Frank Hij stond op ging naar 't raam en keek raar buiten. De zoon van een misdadiger! Die armzalige vrouw, z'n moeder. Hij dacht aan lord Crawford, die toch al zoo op hem neerkeek; hij dacht aan Sylvia. Sylvia moet het weten," zei hij opeens. „Wil je even naar haar toeloopen, Vagrant? Zeg, dat ik de beslissing geheel aan haar laat." Hij beheerschte zich, maar z'n wangen waren bleek „Bel, zoo noodig, de kranten op en zeg dan dat 't huwelijk is uitgesteld omdat ik ziek ben." Toen de advocaat het vertrek verlaten had vroeg de moeder: „Is dat die blonde jonge dame, die loopt als een koningin?" „Lady Sylvia Crawford," zei hij, „ja." „Kun je hem niet met de telefoon tegen hou den? Zeg hem, dat hij 't niet moet vertellen." „Ik ben niet van plan hem tegen te houden." „Wat zou ze zeggen?" „Ik weet het niet; 't is een moeilijk geval voor haar." „Niet, als ze van je houdt." „Zelfs als ze van me houdt; maar ik praat liever niet over haar." „Je bedoelt," hernam ze, „dat ik niet over haar mag praten. Dacht je, dat ik 35 jaar ge wacht had, om dan terug te komen en je leven te vernielen? Dacht je, dat een moeder dat kon? Ik wou je zien en spreken en je de waarheid vertellen. Ik dacht, dat je misschien een rustig huisje voor me wist, waar ik je, af en toe, een heel enkelen keer, op kon zoeken. Bel hem op Geoffrey; zeg dat ik weg ben, dat ik nooit meer terug kom. Dacht je, dat ik één oogenblik rust zou hebben, als ik tusschen jou en je meisje kwam? Zoo'n egoïst ben ik niet." Ze was naar hem toe gekomen en had haar magere, afgewerkte hand op z'n arm gelegd. Wat veranderde dat bevende lachje haar slappe trekken. Hij zag nu geen schamel vrouwtje meer in haar. Ook hij begon te beven, terwijl hij haar aanzag'. Zij wilde haar hand terug trekken, maar hij hield haar vast „Neen moeder," sprak hij, „voortaan zorg ik voor u." Terwijl hij sprak, deed Vlagrant de deur open en Sylvia Crawford kwam binnen: Het meisje stond bij de boekenkast en keek naar Frank Lesly. Hij raadde, hoe ze zich voelen moest. Afkomst en omgeving spraken in haar. Opeens oegreep hij dat het de onzekerheid van z'n geboorte, het zich bewust zijn van standsverschil moet zijn, dat in Sylvia, die zonderlinge vrees of schuwheid veroorzaakt had. „Heeft Vagrant het je verteld?" vroeg hij vriendelijk. „Toen ze hoorde, dat ik morgen zou trouwen, wilde ze weg gaan, voorgoed, alsof ze er nooit geweest was. Ik heb geweigerd Sylvia, 't Ism'n moeder „Ik ben hier gekomen...met mr. Vagrant om te zien wat je besloten hadt." zei het meisje. „Nu zal ik mijn besluit nemen." Haar oogen stonden helder en haar gelaats trekken waren bewogen en Frank vroeg zich af of ze zou gaan lachen of schreien. Toen trad ze vlug naar voren en legde een arm om de schouders van het vrouwtje. De oude vrouw keek zenuwachtig op. „Van avond,' zei Sylvia, „hebt u een zoon ge vonden en een dochter," en ze drukte een kus op het gerimpelde voorhoofd der moeder van Frank Lesly. Een advertentie behoeft geen „kapitalen" te kosten. Plaats maar eens een Omroeper I Rubri cering en gelijkvormige zetwijze. Billijk han- delstarief. A 11/% svA/ifin/a'o °P dlt Wad zTn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f 9/1/2/) bij levenslange geheele ongeschiktheid t >t werken door 7 Cf) bij een ongeval met O Cf) bij verlies van een hand Of oij verlies van een Cfk bij een breuk van Af) bij verlies van 'n rll(C UvU/T/fc o ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen I OVUUm" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f Oir, - doodelijken afloop £/OU,m een voet of een oog# 1 Om- duim of wijsvinger t/IA "been of arm# tri/»" anderen vinger 57. De eerste teleurstelling zal over me zijn heen gegaan, en omzichtig en met minder goed vertrouwen zal ik voortgaan langs den weg, dien de Voorzienigheid voor mij uitstippelt.... November Grootvader en Ik hebben samengespannen. Ik heb hem niets bekend, maar hij weet alles daar ben ik zeker van, zooals ook pater Estéban alles weet, wien ik het in alle nederigheid heb mee gedeeld, op een neveligen en zwaarmoedigen herfstmorgen. Wij nebben een plan oeraamd ten behoeve van Lorenzo, en gaan het geheim zinnig ten uitvoer leggen. Daartoe heeft groot vader aan Souza een langen bnef geschreven, welks inhoud hij aan ziin beproefde discretie heeft toevertrouwd. De kwestie is, dat Lorenzo kort geleden een paar steengroeven ontdekt heeft, met de exploitatie waarvan men stellig moet begonnen zijn in den tijd van de voor vaderen vu den tegenwoordigen bezitter van Aledo, en dat hy grootvader zulk een welom schreven plan tot exploitatie heeft veorge'egd, dat allen, die er inzage van gehad hebben, het als een aanzienlijke bron van inkomsten be schouwen voor de toch al rijke bezitting. Vol erkentelijkheid nu heeft grootvader die zon der twijfel verlangend was, om de inkomsten van zijn rentmeester te vermeerderen, teneinde hem financieel geheel onafhankelijk te maken, zoodat hij te eeniger tijd een eigen huishouden zal kunnen oprichten, zonder dat het zijn moeder aan iets zal ontbreken hem een be langrijk deel in de exploitatie van de groeve aangeboden. Doch Lorenzo, altijd in 'ie weer met zijn overdreven opvattingen van eer, die hem van het eerste oogenblik af gekenmerkt hebben, sinds hy zijn leven opnieuw begon, wees het aanbod van grootvader glimlachend a*, en verklaarde vervolgens, met tranen in de oogen, dat, al werkte hij dag en nacht voor de welvaart van het huis Aledo, hij toch nog niet voldoende de edelmoedigheid an don mar kies vergelden kon. Grootvader, die erg fijn gevoelig is, en de teergevoeligheid van Car- vajal maar al te goed begreep, drong niet ver der aan, maar zocht en vond een middel, om den jongeman een dienst te bewijzen, dien hij niet zal kunnen weigeren. En aat is dit. Als erfgenaam van zijn vader, markies Carvajal, is Lorenzo niet in het bezit van den titel, daar hi) de successierechten niet betaald heeft. Dat heeft zijn financieele toestand hem met ver oorloofd. En nu is grootvader daarmee bezig, door bemiddeling van Souza. We gaan Lorenzo een groote vreugde bereiden. Ik geloof niet, dat hij zijn overdreven opvattingen zóóver zal drij ven, dat hij die fijne attentie niet aanneemt. XXI Zware wolken pakten zich samen boven het gebergte in de richting van ftuiselares. Een krachtige en scherpe wind huilde door de takken der sinaasappelboomen en deed de trossen der vruchten, die reeds kleur begonnen te krijgen, heftig heen en weer bewegen. Het was een triestige en sombere namiddag in den laten herfst. Reina vocht dapper tegen de moeilijkheden van den weg, zette haar kraag noog op, en versnelde haar pas, terwijl zij vastberaden de poort van het park uitging. Zij moest pater Estéban spreken, vóór zij naar het pensionaat ging, ter gelegenheid van de feestelijke bijeen komst van oud-leerlingen, en zij moest te weten komen (als Lorenzo nJ. zijn hart bij dien goeden priester had uitgestort), wat de uitwer king was geweest van zekere tijding, die hij dienzelfden dag met de morgenpost uit Madrid ontvangen had. Van het park tot het dorp had Retna een flink kwartier noodig. De veg was totaal ver laten. Het was dan ook weer, dat men liever binnenskamers bleef. Zij ging een paar een zame straten door, en bevond zich nu voor een oude poort, die toegang gaf tot het plein, dat met acacia's beplant was. De grijze nuren van de kerk teekenden zich af op den achtotsrond, en daarnaast bevond zich een bescheiden ge bouw. Voor de deur van dit huls aield Reina stil. Die deur bleef altijd open, als bij traditie. Het meisje schoof het gordijn opzij, en ging vastbesloten de nette voorkamer oinnon, die met bloembakken versierd was. Mag ik? Niemand antwoordde. Uit het aangrenzend vertrek vernam zij de opgewonden stemmen van twee personen, daar de deur half aanstond. Eén van de twee die daar aan -iet spreken waren, was pater Estéban, en de ander. De ander zoo leek het Reina, geheel en "al bevend en aangedaan was Lorenzo Carvajal In eigen persoon. Nog twee keer herhaalde zij haar vraag. Maar of nu de luide co >n van het gesprek de zwakke stem van het meisje overheerschte, dan wel zij zelf, in haar ontroe ring, niet luid genoeg sprak, een feit was het, dat niemand op haar vraag antwoordde Ont steld bleef Reina midden in de earner staan, terwijl ze den blik strak gericht hield op de deur, die voor haar het karakter ven een raadsel begon te krijgen. Door de paneelen van matglas drong een zwak lichtschijnsel, dat zich nauwelijks op de nelder-roode vloertegels van het vertrek afteekende, waarop de voetstappen van den bezoeker vochtige plekken hadden achtergelaten, van de voordeur naar ü"n kap stok, waaraan een regenjas en een ioed hingen, die het meisje maar al te goed herkende, en van dit eenvoudige meubelstuk .raar de geheimzin nige tusschendeur. En wat denkt er nu van, meneer pastoor? hoorde zij den rentmeester van naar groot vader met een zekere bezorgdheid zeggen. Kijk eens, meneer Carvajal, wü priesters hebben een tamelijk andere manier van zekere dingen te zien, dan u menschen van de wereld. Wat moet ik er eigenlijk van zeggen? Maar omtrent eer en waardigheid kunnen alle menschen toch maar één opvatting hebben, pater Estéban, meende Lorenzo. Dus u wenscht onomwonden mijn meening te kennen? Dan zal ik u die ronduit zeggen, temeer, daar u speciaal er voor gekomen bent, om mij te raadplegen. Ik weet niet, of het, volgens de opvattingen van de wereld, al dan niet pas geeft, om aan te nemen, wat men iemand geeft, als men het geeft met een fijn gevoeligheid en oprechte genegenheid, als waar mee men u nu dat recht op den citel van uw voorvaderen gegeven heeft. Maar zooals ik de dingen zie, z?g ik van wél, mijnheer. Ik geloof, dat men alles kan aannemen, wat in liefde wordt aangeboden. En u heeft er in het minst niet aan te twijfelen, zooals ik zelf er ook niet aan twijfel, dat de persoon, die u deze attentie bewijst, u goed begrijpt, en u zeer genegen is. U ziet,' dat die persoon xt uw diepste wezen is doorgedrongen, door uw ge heimste gedachten te raden. En aat, mynheer, is niet mogelijk, zonder .léél goede geestelijke oogen te hebben n.l. de oogen van 1e liefde. Bovendien, bedenk wel, dat het geen geld is, wat ze u aanbieden. Niettemin moet het tamelijk wat geld ge kost hebben, wierp Ixrenpo tegen, maar half overtuigd. Reden te meer, om de attentie op haar volle waarde te schatten, niet zoozeer om wat het kost, maar omdat het feit. dat de persoon, die ze u bewezen heeft, niet geaarzeld heeft, om zijn doel te bereiken, al moest het hem wat kosten, te verstaan geeft,'dat u in de achting van dien persoon (wie het dan ook zij) veel meer waard bent dan geid. Er verliepen enkele oogenblikken, gedurende welke men nauwelijks iets anders vernam aan het regelmatig getiktak van een oude klok, die in een hoek van het vertrek stond. En hebt u geen vermoeden, wie die per soon kan wezen? Ja, mijnheer, daar heb ik een vermoeden vanen u ook. Behalve uw moeder, ziin er nog maar twee personen op de wereld, die in staat zijn, om zich in die mate voor u te interesseeren. Markies Aledo.... zei Lorenzo langzaam, met een trilling van ontroering in ziin stem, en Hij hield op, zonder verder te durven gaan. Reina Voelde zich doodelijk ontsteld, om wat ze by toeval te hooren kreeg, maar nog bleef ze als aan den grond genageld staan, door een kracht, die sterker was dan haar wil. .en zyn kleindochter Reina Solvad&l, voltooide Estéban op vasten toon. Denkt u dat? prevelde Lorenzo. U zelf ook, zei de priester lachend. Dat zou een te mooie droom wezen, zei Lorenzo met bevende stem. (Wordt vervolgd'*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 10