DE OORLOGSSCHATTINGEN
Met m&aal can den daa
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
m
Gelouterd
I
GEEN SPRAKE VAN!
EEN AARDIGE SA TYRE
DE POST
DINSDAG 25 SEPTEMBER 1934
Fantastische bedragen
DAT KIND MOET FRISSCHE LUCHT EN ZON
0'DOKTER.BEDOELT U PADION
Gold-rush in Canada
Afschuwelijk moord
plan verijdeld
Belasting op zonne
schermen
Boetedoening in Japan
Voor iedere oude Soepkip eischte
Frankrijk een malsche poularde
terug
ra.
Lady Sylvia
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
MAAR HET SPAANSCH
II het jaar 1921 had de Entente eindelijk
iet bedrag der oorlogsschatting, dat Fuitsch-
and zou moeten betalen en hetwelk in het
Verdrag van Versailles blanco was gelaten op
de conferenties van Londen en Parijs vastge
steld. Het bedroeg om en om een half
honderd milliarden goudmarken. Duitschland
verklaarde natuurlijk dit bedrag nooit re kun
nen betalen. En heeft net ook in de verste verte
niet betaald. De specificaties vooral, die Frank
rijk had ingediend, waren méér dan fantastisch.
De Duitsche pers in die dagen gebnTkte in
verband met de oorlogsschatting met graagte
de kip als vergelijkingsobject, natuurlijk wegens
de onwillekeurige gedachten-associatie met
„plukken". Geen „eierreiches Huhn" is Ger-
manje meer, maar een nalfverhongerde haan.
jammerde toen Tante Voss, die helaas in het
Derde Rijk ontsliep.
En Theodor Wolff schreef in het „Berl. Ta-
geblatt" raak, dat Frankrijk voor iedere oude
soepkip een malsche poularde terugeischte Op
een kip bouwde toen de ,3erl. Morgenpost" een
pracht van 'n satyre, die echter een ernstigen
ondergrond had. Het satyrisch stukje hekelde
de alles overtreffende Fransche afpersingen
op het gebied der schadeloosstelling Temidden
der vele oorlogsherinneringen in deze dagen,
mag een stuk: „vredeswerk" niet ontbreken Zie
hier dan de berekening van één schadeloos
stelling:
I.
De maire aan den boer Pierre Bravomme,
Weledele Heer Pierre Bravomme! Wilt
ïoo goed zijn, de schade, die tijdens den oor
log door de boches hebt geleden, op te geven.
De maire Dubois.
IL
De boer Pierre Bravomme aan den maire.
De verdoemenswaardige boches hebten van
mijn twee kippen er een afgenomen en daar
voor twee mark betaald. Daar een kip thans
minstens twaalf franken kost en mijn kip. als
zij in mijn bezit was gebleven, mij minstens
tot op den huidigen dag 200 eieren, één frank
per stuk, zou hebben opgeleverd, lijd ik dus
een schade van minstens 211 franken, 60 cen
times.
Pierre Bravomme.
Maire Dubois aan den Onderprefect.
Boer Pierre Bravomme heeft een grvot ge
deelte van zijn pluimvee ten gevolge van re-
quisities door de boches verloren. Vooi circa
200 kippen de eieren niet medegerekend
werden hem twee mark uitbetaald. Zijn schade
moet men, de kip per stuk 12 franken, op 2400
franken begrooten. Daarbij zijn de verloren ge-
gane eieren en de ondergane gemoedsbeweging
niet in rekening gebracht. Deze moeten op de
zelfde som getaxeerd worden. De gemeente
heeft door het afnemen van de belastingkracht
van Pierre Bravomme eveneens een aanmerke
lijk en schadepost, zoodat de schade in haar ge
heel op minstens 6000 franken is te schatten.
Dubois, Maire.
IV.
De onderprefect aan den prefect.
De begrooting der schade in het bijzonder
zwaar getroffen dorp Sansargenteuil heeft tot
resultaat gehad, dat geconstateerd werd. dat
de rijke pluimveeteelt van dit dorp bijna ge
heel ten gronde is gegaan. Om maar een voor
beeld te noemen, de uitgebreide pluimvee stallen
van den kippenboer Pierre Bravomme zijn na
genoeg geheel leeggeplunderd. Uit het cificieele
rapport blijkt, dat er alleen uit één reeds kippen
ter waarde van 6000 franken werden gestolen.
Daar intusschen de waarde van net pluimvee
vooral der kostbare soorten, die door Pierre
Bravomme werden geteeld minstens tien
maal grooter is geworden en de verloren
winst der eierleveranties er bij moet worden
gerekend, beloopt de schade van dezen heere-
boer alleen reeds bij zeer voorzichtige taxatie
minstens 150.000 franken. Daar door de roof
tochten der Duitschers de pluimveeteelt van
deze streek, die op den hoogsten trap van bloei
stond, volkomen vernietigd is, zal het herstel
van dit bedrijf minstens op 3 4 millioen fran
ken komen te staan, waarbij het zielelijaen der
bevolking niet eens in rekening is gebracht.
De Onderprefect.
V.
De prefect aan den minister.
Ik heb, Excellentie, de eer, U hierdoor in ken
nis te stellen met de schadetaxatie in mijn dis
trict. Ik vestig vooral de aandacht van Uw
Excellentie op het te vuur en te zwaarc huis
houden der Duitsche soldateska in de pluimvee
plantages van den heer Pierre Bravomme, een
der grootste pluimveehouders van Frankrijk
Een op onvergelijkelijke hoogte staande land
bouwindustrie, waarin vroeger duizenden werk
lieden arbeid vonden is voor jaren vernietigd.
In de bescheiden taxaties, die ik uit de benroefde
streek ontving, en die nog geen vier millioen
bedragen, zijn de gevolgen (een kwestie van
jaren!) dezer vernietiging niet inbegrepen. Dit
overwegende, en tevens het feit, dat naar den
toenmaligen koers 4 millioen thans een tien
voudige waarde hebben, heb ik de onkosten van
Sansargenteuil in mijn begrooting op slechts 65
millioen aangegeven, waarbij ik Uw Excellentie
eerbiedig overweging geeft, om, gezien het
vreeselijke lijden der beproefde bevolking, de
som naar boven af te ronden.
De Prefect.
VL
Uit een Kamerrede van den minister.
De bescheidenheid van onze eischen ter
schadeloosstelling zal ons in heel de wereld de
achting bezorgen, die in de geschiedenis de
edelmoedigheid van den overwinnaar steeds
verwierf. Wij houden ons thans bezig met het
smartelijke en moeilijke werk der taxatie der
werkelijke schade. Deze gaat aller begrip te
boven. Het zij mij vergund, een détail hoe
vreeselijk zijn deze détails! aan te voeren,
dat als met bliksemlicht de grootte der schade
belicht. De ver buiten de grenzen van Frankrijk
beroemde pluimveeteelt van Sansargenteuil be
staat niet meer. Een heel Duitsch legercorps
heeft weken lang geleefd, gebrast van net ge
stolen pluimvee, terwijl Parijs, ja heel Frankrijk
honger leed. Deze ontzettende schade aan den
nationalen rijkdom van Frankrijk hebben wij
op de onkostenrekening met den belachelijk-
geringen post van 120 millioen franken geboekt
(geroep bij de afgevaardigden: Dat is een fooi.
maar geen schadeloosstelling.) Alleen het vaste
vertrouwen op het genie van den groeten pa
triot Pierre Bravomme, wien het, dat hopen
en verwachten wij, moge gelukken, om uit de
puinhoopen zijn oude groote schepping t, t roem
van Frankrijk weer op te richten, heeft ons
bewogen, om deze schatting, die als het ware
een oorvijg in het gezicht der werkelijkheid is.
te aanvaarden. Wij eischen voor heel een pluim
vee-industrie eigenlijk maar één kip! Maar we
doen dat alleen daarom, omdat wij er van over.
tuigd zijn, dat het genie van Frankrijk uit deze
ééne kip weer een nieuwe pluimveeteelt zal doen
ontstaan. Ik ga nu over tot de volgende pos
ten der schadeloosstelling
De minister sprak dagen, maanden, jaren en
is eigenlijk nog aan het woord, want er moeten
nog altijd drie milliarden door Duitschland
worden betaald.
uiiimiimiimmimii
iiiiiiiiiniiiiiiiiiiiinu
Ondanks crisis en malaise
Gaat de post nog steeds vooruit,
Daar zij haar balans warempel
Met een batig saldo sluit!
Zij staat als een veilig baken,
Waar zoo menig despereert,
Zij alleen kan rustig zeggen,
Dat de zaak nog steeds floreert.
Maar het is dan ook geen wonder,
Dat het haar geen moeite kost,
Daar wij onze hartsgeheimen
Toevertrouwen aan de Post!
Want wij schrijven liefdesbrieven
En dit blijft zoo permanent,
Daar het hart in dit soort zaken
Absoluut geen crisis kent!
Ooms en tantes krijgen brieven,
Als een troost tot aan hun graf,
Want die enk'le stuivers zegels
Werpen wel hun rente af!
1 Ja, de handel gaat wat slechter,
Doch dit zegt daarom nog niet,
Dat de Post nu minder brieven
In de brievenbussen ziet.
Ik wil niet persoonlijk worden,
Maar het ligt toch voor de hand,
Dat de maanbrief is geworden
Tot een trouwen, vasten klant!
Tante Post is vlug en lenig
En haar zegels zijn niet duur.
Zij behoudt, ondanks haar leeftijd,
Inderdaad haar goed figuur!
Zij is ook van alle tantes
Zeker wel het best bij kas
Daarom wenschte ik van harte
Dat zij.... suikertante was!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
rmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiü
In het Little Long Lac-gebied in Canada aan
den Noordoever van Lake Superior, aan de wes
telijke zijde, is iets in den geest van een ouder-
wetsche goldrush ontstaan door de ontdekking
van een paar rijke goudvelden. De jacht naar
goud wordt koortsachtig voortgezet in een ge
bied van 56 mijlen lengte bij 16 mijl breedte.
In dit gebied zijn sedert Januari j.l. duizenden
claims geregistreerd. In September zijn 450 nieu
we claims aangevraagd. Goudzoekers, geologen
en anderen trekken zoo snel mogelijk naar de
goudstreek. Er zijn zelfs personen, die per vlieg
machine zich derwaarts begeven, doch de meës-
ten reizen per kano de Sturgeonrivier op. Men
kan thans nog niet de juiste waarde scéiatten
van de goudontdekking, doch de regeering van
Ontario heeft haar geologen opdracht gegeven
een onderzoek in te stellen en een rapport
uit te brengen. Een direct resultaat der goldrush
is, dat er in de stad Port Arthur vrijwel geen
werkloozen meer zijn, daar ieder, die zonder
werk was, zich naar de nieuwe mijnstreek heeft
begeven of werk gevonden heeft bij handels
firma's, die handel drijven met deze goudzoe
kers.
Twee jonge Lithauers kwamen onlangs op
het afschuwelijk denkbeeld den a.s. schoon
vader van een der beide lieden om het leven
te brengen door middel van gifgas. De vader,
die notaris was en niet onbemiddeld, sliep in
een vertrek op de eerste verdieping van zijn
woning. De jongelieden wilden als volgt te
werk gaan: zij zouden een trommel, welke ge
heel gevuld was met gifgas, in het slaapvertrek
plaatsen, doch op dusdanige wijze, dat de trom
mel binnen eenige uren geheel kon leegloopen,
waardoor het gas zich met de atmosfeer in
de kamer zou vermengen en een spoedigen
dood zou veroorzaken. Het plan is evenwel ver
ijdeld kunnen worden doordat een bediende van
den notaris, die de beide jongelieden had gade
geslagen, de moorddadige trommel tijdig kon
weghalen. De jongens zijn gearresteerd en zul
len zich binnenkort moeten verantwoorden voor
de rechtbank te Kaunas.
De gemeenteraad van Montreal heeft beslo
ten om de inwoners, die een zonnescherm voor
hun huis hebben, hiervoor belasting te laten
betalen, daar de raad geen andere bronnen van
inkomsten meer kan vinden. De gewone belas
tingen waren tot het uiterste opgedreven en elke
andere bron van inkomsten was al aangeboord.
Balkons en andere vaste uitbouw waren reeds
belast. De gemeenteraad is op dit lur«ineuze
idee gekomen, doordat vele inwoners er over
klaagden, dat de zonneschermen te laag hingen
en het voor een normaal mensch onmogelijk is
om er onder door te loopen. Men vangt nu twee
vliegen in één klap. Alle zonneschermen zullen
nu geïnspecteerd worden ter beveiliging van het
verkeer, terwijl de gemeente er tevens een nieu
we belasting mee heeft ingevoerd.
Een priester uit den tempel van den Heiligen
Berg Hiei, nabij Kyoto, heeft 27 jaar lang als
boeteling dagelijks 30 tot 80 K.M. geloopen. Hij
is thans 60 jaar, maar krachtig en gezond. Hij
zegt, dat de eerste 200 tot 300 dagmarschen de
moeilijkste waren. Zijn voeten werden opge
zwollen, zoodat hij soms kroop over den weg.
Thans heeft hij geen enkele moeite meer en se
dert 20 jaar heeft hij géén ziekte meer ge
kend.
Al wist hij dat Sylvia van hem hield, er
was toch iets in haar, iets als vooroordeel
of vrees, dat hij raadselachtig en pijnlijk
vond. Frans Lesly was een vondeling, op een
kouden avond door zijn pleegouders opgenomen
voor de stoep van hun winkel. De Lesly's had
den Frank als zoon geadopteerd ze hadden
geen kinderen en Frank was vooruitgeko
men. Hij had al z'n krachten gegeven aan „de
zaak" en was hard en berekenend geworden.
De oude winkel werd een warenhuis. Vóór
z'n pleegouders stierven, zagen ze de groene
auto's van Lesly bestellingen uitvoeren in alle
v.'ijken van Glasgow. Frank Lesly verkocht al-
les> kon zich alles permitteeren en had alles,
maar een hart had hij niet, zei men algemeen.
Hij ontmoette Sylvia, de eenige dochter van*
lord Crawford. Een maand later vroeg hij haar
en kreeg het jawoord. Lord Crawford, een rijke
grondbezitter, was woedend. Maar Sylvia zette
door en Frank liet nergens gras over groeien
De villa was al gemeubeld.
Lesly zat alleen in z'n rookkamer op den
avond voor z'n trouwdag en dacht na over den
zweem van vrees of twijfel, dien hij nu en dan
in de blikken zijner aanstaande vrouw zag. Wat
was er tusschen Sylvia en hem?
„Een vrouw om u te spreken, mijnheer zei
z'n huisknecht. „Ze zegt, dat ze Blunt heet. Ik
zei, dat u niet thuis was, maar ze wist van
wel. Ze blijft maar aandringen
„Laat haar maar hier komen," zei Lesly blij
met de afleiding.
Ze kwam binnen, klein, grijs en nat het
regende in kale zwarte kleeren De scherpe
oogen van Lesly namen haar, wantrouwend,
half toegeknepen op.
De vrouw stond stil en zei, zacht en eenvou
dig: „Ik ben je moeder."
Frank was niet onvoorbereid op zoo iets. Rijk
dom brengt altijd bloedverwanten te voorschijn.
,Zoo," antwoordde hij ijzig.
Ze knikte en keek hem ademloos aan.
„Gaat u door," zei hij.
,,'t Is de waarheid. Geloof je me niet?
„Ik zelf heb dat medaillonnetje met een
touwtje om je hals gebonden, en je op de stoep
gelegd. Ik heb gewacht tot juffrouw Lesly je
mee naar binnen had genomen. Ik heb je on
telbare malen gezien.... als baby, als school
jongen, en later, toen je in den winkel
hielp
„Iedereen kent mijn geschiedenis," merkte hij
op met een tikje spot in z'n stem.
Die vrouw had natuurlijk gewacht, tot hij op
trouwen stond. Zij vermoedde, dat hij dan wel
over de brug zou komen om publiciteit te ver
mijden. Wat zouden de kranten gnuiven van
zoo'n verhaal. Wat een wapen zou de oude lord
Crawford er in vinden! Hij geloofde geen woord
van haar bewering. Zij was een bedriegster.
„U zult uw bewering moeilijk kunnen bewij
zen," sprak hij kalm.
„Geloof je me niet?" vroeg ze in zwak ver
wijt. „Je hebt een moedervlekje hoog onder je
linkerarm, en een litteeken op je enkel Daar
heb je je eens gebrand. Dat zal er nog wel zijn."
Het litteeken was bijna onzichtbaar, bijna
*<ergeten. Met plotselingen schrik keek hij haar
aan.
„Waarom bent uweggebleven?" vroeg hij.
Ze ging zitten en antwoordde: „Je vader is
gister gestorven."
„Waarom moest u daarop wachten?"
Hij voelde geen ontroering, geen weekheid. Al
was zij z'n moeder, ze had hem 35 jaar geleden
up een stoep gelegd.
„Ik wilde niet, dat hij je ooit zou zien. Je
bent geboren terwijl hij voor 't eerst in de ge
vangenis zat. Den avond vóór hij er uit kwam,
heb ik je bij Lesly gebracht. Hij heeft nooit ge
weten dat je er was."
„Toen hij voor 't eerst in de gevangenis
zatmerkte Frank op.
„Hij had vaisch geld gemunt, en later heeft
bij...."
Frank Lesly luisterde naar de details. Om
trent de loopbaan van z'n vader, wiens leven
den vorigen dag in de gevangenis geëindigd
was. Ze schreide, terwijl ze sprak.
„Ik heb je al die jaren in 't oog gehouden,
ging ze voort. ,Ik was zoo trotsch.... Ik had
zoo graag gesproken! Je bent me op straat
voorbij gegaan. Ik heb buiten op Lesly ge
wacht en je zien wegrijden in je grooten auto.
Plots voelde ik een hevige wind langs mij
suizen, ik werd in den schouder gegrepen en
met een ruk opgetild. Daar lag ik boven op da
slede. Oom Sydney had mij op het nippertje uit
de klauwen der beren gered. Onmiddellijk open
den wij het vuur op de beesten en wisten er
twee te dooden, de andere gingen daama
ijlings aan den haal.
Thans vertelde Oom Sydney van zijn weder
varen. Toen hij om de ijsblokken heen zwenkte,
was hij eensklaps midden in een troep ijsberen
terecht gekomen. Hij had direct zijn pistool
getrokken en op een der dieren gevuurd, waar
bij hü raak trof. Eenige andere waren door de
propeller getroffen en de rest had van den
schrik het hazenpad gekozen.
Toen had hij bemerkt, dat ik van de Slede
was verdwenen. Eerst dacht Oom, dat ik mis
schien door een der dieren van de slede was
afgesleurd, maar hij ontdekte niets. Onmiddel
lijk wendde hij daarop de slede en keerde terug
langs het spoor, daar hij vermoedde, dat ik
misschien van de slede was afgevallen en mis
schien wel gewond hier of daar zou liggen. Een
der beren was daarna weer op hem afgekomen,
doch ook dit beest had hij met een welgemikt
schot kunnen dooden. Daarna was hij full
speed de vluchtende beren achterna gesneld en
had op die manier mij ontdekt.
We bekeken thans de gedoode beren. Het
waren flinke knapen en het was jammer, dat
we ze niet mee konden nemen. De pelzen en
het vleesch zouden ons best te pas kunnen
komen.
Waar vroeger die stoep geweest is, is nu
een groote rooster. Daar heb ik zóóveel avonden
gestaan."
Eensklaps nam Frank de telefoon van den
haak, vroeg een nummer, wachtte en zei: „Met
Lesly. Is mr. Vagrant daar? Mooi. Wilt u dan
vragen of hij direct bij me kan komen?"
Hij hing de telefoon weer op.
„Vóór ik eenigen stap in dit geval doe, wil
ik m'n advocaat spreken," zei hij; „uwe bewij
zen lijken me niet voldoende
De vrouw knipperde met de oogen.
„Waarom zou ik liegen, Geoffrey?"
„Had u me zoo genoemd?"
Zij knikte, tastte in de plooien van haar
glimmende japon en haalde er een papier uit.
„Je geboortebewijs," sprak ze.
Hij las: „Geoffrey Blunt," en keek de vrouw
weer aan. Dat „waarom zou ik liegen, Geof
frey?" had zoo oprecht, zoo overtuigend ge
klonken.
„Geloof je me niet?" vroeg ze weer, verwon
derd. Ze vertel-
de hem allerlei
kleinigheden uit rT 7
z'n kinderjaren, Het besluit Vdtl
z'n kinderjaren,
die hij zelf niet
meer wist. „Zou
één vrouw op je
gelet hebben zoo-
als ik gedaan heb?"
Op dit oogenblik diende de huisknecht mr.
Vagrant aan. De advocaat kwam binnen. Frank
Lesly bracht hem direct op de hoogte. Vagrant
ondervroeg de vrouw en Frank keek haar aan.
„Wat zat er in dat medaillon?" was een der
vragen van Vagrant.
Dat wist Lesly zelf niet. Het medaillon was
zoek geraakt een maand nadat z'n pleegouders
hem hadden opgenomen.
„Een bloem van haar; het haar van m'n
moeder," zei de weduwe
De advocaat keek Lesly aan.
„Dat klopt," zei hij. „Mevrouw Lesly, uw
pleegmoeder, heeft 't me kort vóór haar dood
verteld."
„Ik ben overtuigd," zei Frank
Hij stond op ging naar 't raam en keek
raar buiten. De zoon van een misdadiger! Die
armzalige vrouw, z'n moeder. Hij dacht aan lord
Crawford, die toch al zoo op hem neerkeek; hij
dacht aan Sylvia.
Sylvia moet het weten," zei hij opeens. „Wil
je even naar haar toeloopen, Vagrant? Zeg, dat
ik de beslissing geheel aan haar laat."
Hij beheerschte zich, maar z'n wangen waren
bleek
„Bel, zoo noodig, de kranten op en zeg dan
dat 't huwelijk is uitgesteld omdat ik ziek ben."
Toen de advocaat het vertrek verlaten had
vroeg de moeder: „Is dat die blonde jonge
dame, die loopt als een koningin?"
„Lady Sylvia Crawford," zei hij, „ja."
„Kun je hem niet met de telefoon tegen hou
den? Zeg hem, dat hij 't niet moet vertellen."
„Ik ben niet van plan hem tegen te houden."
„Wat zou ze zeggen?"
„Ik weet het niet; 't is een moeilijk geval
voor haar."
„Niet, als ze van je houdt."
„Zelfs als ze van me houdt; maar ik praat
liever niet over haar."
„Je bedoelt," hernam ze, „dat ik niet over
haar mag praten. Dacht je, dat ik 35 jaar ge
wacht had, om dan terug te komen en je leven
te vernielen? Dacht je, dat een moeder dat kon?
Ik wou je zien en spreken en je de waarheid
vertellen. Ik dacht, dat je misschien een rustig
huisje voor me wist, waar ik je, af en toe, een
heel enkelen keer, op kon zoeken. Bel hem op
Geoffrey; zeg dat ik weg ben, dat ik nooit meer
terug kom. Dacht je, dat ik één oogenblik rust
zou hebben, als ik tusschen jou en je meisje
kwam? Zoo'n egoïst ben ik niet."
Ze was naar hem toe gekomen en had haar
magere, afgewerkte hand op z'n arm gelegd.
Wat veranderde dat bevende lachje haar slappe
trekken. Hij zag nu geen schamel vrouwtje
meer in haar. Ook hij begon te beven, terwijl
hij haar aanzag'. Zij wilde haar hand terug
trekken, maar hij hield haar vast
„Neen moeder," sprak hij, „voortaan zorg ik
voor u."
Terwijl hij sprak, deed Vlagrant de deur open
en Sylvia Crawford kwam binnen: Het meisje
stond bij de boekenkast en keek naar Frank
Lesly.
Hij raadde, hoe ze zich voelen moest. Afkomst
en omgeving spraken in haar. Opeens oegreep
hij dat het de onzekerheid van z'n geboorte,
het zich bewust zijn van standsverschil moet
zijn, dat in Sylvia, die zonderlinge vrees of
schuwheid veroorzaakt had.
„Heeft Vagrant het je verteld?" vroeg hij
vriendelijk. „Toen ze hoorde, dat ik morgen zou
trouwen, wilde ze weg gaan, voorgoed, alsof ze
er nooit geweest was. Ik heb geweigerd Sylvia,
't Ism'n moeder
„Ik ben hier gekomen...met mr. Vagrant
om te zien wat je besloten hadt." zei het
meisje. „Nu zal ik mijn besluit nemen."
Haar oogen stonden helder en haar gelaats
trekken waren bewogen en Frank vroeg zich
af of ze zou gaan lachen of schreien.
Toen trad ze vlug naar voren en legde een
arm om de schouders van het vrouwtje. De
oude vrouw keek zenuwachtig op.
„Van avond,' zei Sylvia, „hebt u een zoon ge
vonden en een dochter," en ze drukte een kus
op het gerimpelde voorhoofd der moeder van
Frank Lesly.
Een advertentie behoeft geen „kapitalen" te
kosten. Plaats maar eens een Omroeper I Rubri
cering en gelijkvormige zetwijze. Billijk han-
delstarief.
A 11/% svA/ifin/a'o °P dlt Wad zTn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f 9/1/2/) bij levenslange geheele ongeschiktheid t >t werken door 7 Cf) bij een ongeval met O Cf) bij verlies van een hand Of oij verlies van een Cfk bij een breuk van Af) bij verlies van 'n
rll(C UvU/T/fc o ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen I OVUUm" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f Oir, - doodelijken afloop £/OU,m een voet of een oog# 1 Om- duim of wijsvinger t/IA "been of arm# tri/»" anderen vinger
57.
De eerste teleurstelling zal over me zijn heen
gegaan, en omzichtig en met minder goed
vertrouwen zal ik voortgaan langs den weg,
dien de Voorzienigheid voor mij uitstippelt....
November
Grootvader en Ik hebben samengespannen. Ik
heb hem niets bekend, maar hij weet alles daar
ben ik zeker van, zooals ook pater Estéban alles
weet, wien ik het in alle nederigheid heb mee
gedeeld, op een neveligen en zwaarmoedigen
herfstmorgen. Wij nebben een plan oeraamd
ten behoeve van Lorenzo, en gaan het geheim
zinnig ten uitvoer leggen. Daartoe heeft groot
vader aan Souza een langen bnef geschreven,
welks inhoud hij aan ziin beproefde discretie
heeft toevertrouwd. De kwestie is, dat Lorenzo
kort geleden een paar steengroeven ontdekt
heeft, met de exploitatie waarvan men stellig
moet begonnen zijn in den tijd van de voor
vaderen vu den tegenwoordigen bezitter van
Aledo, en dat hy grootvader zulk een welom
schreven plan tot exploitatie heeft veorge'egd,
dat allen, die er inzage van gehad hebben, het
als een aanzienlijke bron van inkomsten be
schouwen voor de toch al rijke bezitting. Vol
erkentelijkheid nu heeft grootvader die zon
der twijfel verlangend was, om de inkomsten
van zijn rentmeester te vermeerderen, teneinde
hem financieel geheel onafhankelijk te maken,
zoodat hij te eeniger tijd een eigen huishouden
zal kunnen oprichten, zonder dat het zijn
moeder aan iets zal ontbreken hem een be
langrijk deel in de exploitatie van de groeve
aangeboden. Doch Lorenzo, altijd in 'ie weer
met zijn overdreven opvattingen van eer, die
hem van het eerste oogenblik af gekenmerkt
hebben, sinds hy zijn leven opnieuw begon,
wees het aanbod van grootvader glimlachend
a*, en verklaarde vervolgens, met tranen in de
oogen, dat, al werkte hij dag en nacht voor
de welvaart van het huis Aledo, hij toch nog
niet voldoende de edelmoedigheid an don mar
kies vergelden kon. Grootvader, die erg fijn
gevoelig is, en de teergevoeligheid van Car-
vajal maar al te goed begreep, drong niet ver
der aan, maar zocht en vond een middel, om
den jongeman een dienst te bewijzen, dien hij
niet zal kunnen weigeren. En aat is dit. Als
erfgenaam van zijn vader, markies Carvajal, is
Lorenzo niet in het bezit van den titel, daar
hi) de successierechten niet betaald heeft. Dat
heeft zijn financieele toestand hem met ver
oorloofd. En nu is grootvader daarmee bezig,
door bemiddeling van Souza. We gaan Lorenzo
een groote vreugde bereiden. Ik geloof niet, dat
hij zijn overdreven opvattingen zóóver zal drij
ven, dat hij die fijne attentie niet aanneemt.
XXI
Zware wolken pakten zich samen boven het
gebergte in de richting van ftuiselares. Een
krachtige en scherpe wind huilde door de takken
der sinaasappelboomen en deed de trossen der
vruchten, die reeds kleur begonnen te krijgen,
heftig heen en weer bewegen. Het was een
triestige en sombere namiddag in den laten
herfst.
Reina vocht dapper tegen de moeilijkheden
van den weg, zette haar kraag noog op, en
versnelde haar pas, terwijl zij vastberaden de
poort van het park uitging. Zij moest pater
Estéban spreken, vóór zij naar het pensionaat
ging, ter gelegenheid van de feestelijke bijeen
komst van oud-leerlingen, en zij moest te weten
komen (als Lorenzo nJ. zijn hart bij dien
goeden priester had uitgestort), wat de uitwer
king was geweest van zekere tijding, die hij
dienzelfden dag met de morgenpost uit Madrid
ontvangen had.
Van het park tot het dorp had Retna een
flink kwartier noodig. De veg was totaal ver
laten. Het was dan ook weer, dat men liever
binnenskamers bleef. Zij ging een paar een
zame straten door, en bevond zich nu voor een
oude poort, die toegang gaf tot het plein, dat
met acacia's beplant was. De grijze nuren van
de kerk teekenden zich af op den achtotsrond,
en daarnaast bevond zich een bescheiden ge
bouw. Voor de deur van dit huls aield Reina
stil. Die deur bleef altijd open, als bij traditie.
Het meisje schoof het gordijn opzij, en ging
vastbesloten de nette voorkamer oinnon, die
met bloembakken versierd was.
Mag ik?
Niemand antwoordde. Uit het aangrenzend
vertrek vernam zij de opgewonden stemmen van
twee personen, daar de deur half aanstond.
Eén van de twee die daar aan -iet spreken
waren, was pater Estéban, en de ander.
De ander zoo leek het Reina, geheel en "al
bevend en aangedaan was Lorenzo Carvajal
In eigen persoon. Nog twee keer herhaalde zij
haar vraag. Maar of nu de luide co >n van
het gesprek de zwakke stem van het meisje
overheerschte, dan wel zij zelf, in haar ontroe
ring, niet luid genoeg sprak, een feit was het,
dat niemand op haar vraag antwoordde Ont
steld bleef Reina midden in de earner staan,
terwijl ze den blik strak gericht hield op de
deur, die voor haar het karakter ven een
raadsel begon te krijgen. Door de paneelen van
matglas drong een zwak lichtschijnsel, dat zich
nauwelijks op de nelder-roode vloertegels van
het vertrek afteekende, waarop de voetstappen
van den bezoeker vochtige plekken hadden
achtergelaten, van de voordeur naar ü"n kap
stok, waaraan een regenjas en een ioed hingen,
die het meisje maar al te goed herkende, en van
dit eenvoudige meubelstuk .raar de geheimzin
nige tusschendeur.
En wat denkt er nu van, meneer pastoor?
hoorde zij den rentmeester van naar groot
vader met een zekere bezorgdheid zeggen.
Kijk eens, meneer Carvajal, wü priesters
hebben een tamelijk andere manier van zekere
dingen te zien, dan u menschen van de wereld.
Wat moet ik er eigenlijk van zeggen?
Maar omtrent eer en waardigheid kunnen
alle menschen toch maar één opvatting hebben,
pater Estéban, meende Lorenzo.
Dus u wenscht onomwonden mijn meening
te kennen? Dan zal ik u die ronduit zeggen,
temeer, daar u speciaal er voor gekomen bent,
om mij te raadplegen. Ik weet niet, of het,
volgens de opvattingen van de wereld, al dan
niet pas geeft, om aan te nemen, wat men
iemand geeft, als men het geeft met een fijn
gevoeligheid en oprechte genegenheid, als waar
mee men u nu dat recht op den citel van
uw voorvaderen gegeven heeft. Maar zooals ik
de dingen zie, z?g ik van wél, mijnheer. Ik
geloof, dat men alles kan aannemen, wat in
liefde wordt aangeboden. En u heeft er in het
minst niet aan te twijfelen, zooals ik zelf er
ook niet aan twijfel, dat de persoon, die u
deze attentie bewijst, u goed begrijpt, en u zeer
genegen is. U ziet,' dat die persoon xt uw
diepste wezen is doorgedrongen, door uw ge
heimste gedachten te raden. En aat, mynheer,
is niet mogelijk, zonder .léél goede geestelijke
oogen te hebben n.l. de oogen van 1e liefde.
Bovendien, bedenk wel, dat het geen geld is,
wat ze u aanbieden.
Niettemin moet het tamelijk wat geld ge
kost hebben, wierp Ixrenpo tegen, maar half
overtuigd.
Reden te meer, om de attentie op haar
volle waarde te schatten, niet zoozeer om wat
het kost, maar omdat het feit. dat de persoon,
die ze u bewezen heeft, niet geaarzeld heeft,
om zijn doel te bereiken, al moest het hem wat
kosten, te verstaan geeft,'dat u in de achting
van dien persoon (wie het dan ook zij) veel
meer waard bent dan geid.
Er verliepen enkele oogenblikken, gedurende
welke men nauwelijks iets anders vernam aan
het regelmatig getiktak van een oude klok, die
in een hoek van het vertrek stond.
En hebt u geen vermoeden, wie die per
soon kan wezen?
Ja, mijnheer, daar heb ik een vermoeden
vanen u ook. Behalve uw moeder, ziin er
nog maar twee personen op de wereld, die in
staat zijn, om zich in die mate voor u te
interesseeren.
Markies Aledo.... zei Lorenzo langzaam,
met een trilling van ontroering in ziin stem,
en
Hij hield op, zonder verder te durven gaan.
Reina Voelde zich doodelijk ontsteld, om wat ze
by toeval te hooren kreeg, maar nog bleef ze
als aan den grond genageld staan, door een
kracht, die sterker was dan haar wil.
.en zyn kleindochter Reina Solvad&l,
voltooide Estéban op vasten toon.
Denkt u dat? prevelde Lorenzo.
U zelf ook, zei de priester lachend.
Dat zou een te mooie droom wezen, zei
Lorenzo met bevende stem.
(Wordt vervolgd'*