Een moderne kruisvaart Voor Uw Najaarshoed 'n Als de winter komt ASPIRIN Rome en Oranje DONDERDAG 27 SEPTEMBER 1934 De katholieke jeugd- centrale Klein filmwerk NIEUWE KWALITEITEN elf!Wm. De nood der slagers „Elck wat wils" Hoofdpijn RHeumafiek Verkoudheid Ds. Lingbeek afgestraft Van Franken, Mol en Bon II De s.uisbouw aan de Buitenhavensluis te Schiedam. Overzicht van den werkput met de nieuwe sluisdeuren VOOR 'T CONCERTGEBOUW De Haarlemsche Motet- en Madri gaal-vereeniging Buiten levensgevaar Verlaging crisisheffing op het Rundvleesch bepleit PASTOOR J. PRENNTHALER Zijn toestand vrij gunstig Nieuwe plannen van den K. R. O. op muzikaal en cultureel ge bied voor het komend radioseizoen TABLETTEN R. K. STUCADOORSPATROONS BIJEEN Verschillende grieven besproken KLOOSTERJUBILEA Bij de Paters Jezuïeten Zestig jaar Dominicaan WIENER SöNGERKNABEN Bij de a.s. tournee door Nederland VIVISECTIE Wettelijke regeling? In twee richtingen werd bij de bepalingen van Z. H. Exc. den Bisschop van Haarlem een groepeering vastgesteld voor het man nelijk jeugdwerk in Zijn Bisdom. In haar ge heel was deze georganiseerd in Diocesaan ver band, als Diocesane K. J. C. Voor elke parochie droeg zij den naam van parochieele K. J. C. terwijl deze weder vereenigd in een district (De kenaat of mee rdan één Dekenaat) Districts- K. J. C. genoemd werden. Dit was dus een eerste en betrekkelijk eenvoudige groepeering in opklimmend locaal verband. Ingrijpender en naar den uiterlijken kant ook minder ontleedbaar, was de groepeering der af- deelingen, der onderdeelen binnen het totale orgaan. In vier deelen werd dit gerangschikt: namelijk in Juvenaat, St. Franc. Liefdewerk, R.K. Verkenners en Junioren-afdeeling der R.K. Sportvereenigingen. Zij vormen tezamen het centraal lichaam, de K. J. C., deze alleen Is de zelfstandige eenheid der jeugdbeweging. Wel voeren zij op eigen wijze hun actie, of zetten hun reeds bestaand werk voort, doch alles onder leiding der Centrale. Hierbij is het van belang op te merken, hoe de leiding het werk der afdeelingen verstaat. In de uitge werkte regeling, welke de Diocesaan Directeur van de bepalingen, door den Bisschop uitge vaardigd, maakte, luidt het: „Het jongenswerk richt zich op de massa, terwijl in de massa kernen worden gevormd. De leden, die niet behooren tot de kernen, kunnen lid zijn van de vrij clubs, die onder het be stuur van het Juvenaat ressorteeren, voor zoo ver ze geen eigen Diocesaan verband hebben. De massa leden, niet behoorende tot de kerenen, moeten wekelijks Godsdienstonderricht ontvan gen, liefst in ee ngodsdienstige vereeniging. zy nemen deel aan gemeenschappeiyke bijeenkom sten, door het bestuur der K. J. C. georgani seerd, zij nemen deel aan gemeenschappelijke acties van de K. J. C. Onder kernleden worden verstaan dig leden, iie toegetreden zyn tot de zg groepen in Ju- venaatsverband en de Verkennerstroepen. Deze leden hebben, behalve wkelüksch Godsdienst onderricht (in de Godsd. ver.) en deelname aan de gemeenschappeiyke bijeenkomsten van de ge- heele jeugd, hun eigen bijeenkomsten volgens eigen methodiek, zy nemen deel aan algemee- ne acties, feesten enz. Bij demonstraties treden de Verkenners toe onder hun eigen leiding na bespreking met den Districtscommissaris. De kernleden zijn adspirantlid van de vak organisatie, zoo zy in de termen vallen." Hiermede is dus de plaats van Juvenaat en Verkenners in het Jeugdwerk der K. J. C. vry- wel aangegeven. Wat betrof de junioren-afdee- lingen der sportvereenigingen, behoefde er bui ten de bepaling van het verband binnen het jeugdwerk weinig meer vastgesteld te worden, daar deze een omschreven doel nastreefden: de sportbeweging. Alleen ten aanzien van het St. Franc. Liefdewerk valt nog te wijzen op het geen de Dioc. Directeur daarover besliste. „Waar een Franc. Liefdewerk valt geheel binnen het rayon van een parochieele Jon genscentrale, vormt het een onderdeel daar van. De Directeur van de K. J. C. is tevens Directeur van het Franc. Liefdewerk. Valt een Franc. Liefdewerk buiten dat rayon, dan staat er een speciale Directeur aan het hoofd. Deze neemt dan zitting in het bestuur der K. J. C., in welk territorium jongens voor het Franc. Liefdewerk worden gerecruteerd, of benoemd daarin een plaatsvervanger, om het noodige contact te houden." Het behoeft geen betoog, dat er een en ander te regelen en te bespreken viel, toen ten vorigen jare tot de organisatie Van het manneiyk jeugdwerk in zyn modernen vorm werd overgegaan. De eerste vraag was wel: hoe het moest met het bestaande, lang zamerhand vry gecompliceerd geworden werk onder de jeugd? Reeds van circa 1850 af kent tnen hier te lande Katholiek Jeugdwerk; de eerste sporen ervan vinden we terug in het Werk der Broeders- en Zusters-congregaties voor de verwaarloosde jeugd. De oudste vorm van Katholieke Jeugdorganisatie is de St. Josephs- gezellenvereeniging, die reeds in 1870 een af- deeling leerlingen had, voor jongens van 13— 17 jaar. Daarnaast ontstonden op verschillende plaatsen patronaten der St. Vincentiusvereeni- 8ing en Jongelingsvereenigingen, echter zonder gemeenschappeiyk verband. Den grooten stoot tot oprichting van de patronaten gaf de Katho liekendag van 1902 in Alkmaar. Het oorspronkeiyk karakter dat dit werk droeg, was vooral de bescherming van de jeugd tegen gevaren; later is men zich meer gaan Vijden aan maatschappelijke vorming, om van daar over te gaan tot de algemeene vorming. In 1894 ontstond voor de godsdienstig en maat schappelijk verwaarloosde jeugd het St. Franc. Liefdewerk, dat zich verbreidde door de steden Van het Bisdom Haarlem en enkele daarbuiten. De sportbeweging groeide op buiten de alge- hieene jeugdbeweging en heeft zich, wat het aantal betreft, zeer sterk ontwikkeld. Daarbij onderscheidt men: een katholieke sportbeweging ®n organisatie voor voetbal, gymnastiek en athletiek en noemt deze ook wel: Katholieke Jeugdorganisaties met beperkt doel. Als zoodanig betitelt men ook op maatschappelijk gebied: Jongensbond en Jongeliedenclub en de Adspi- fant-vakafdeelingen; op godsdienstig gebied: de Maria-congregatie, de Jeugd Derde Orde En de Kleine H. Familie. Uit al deze historisch soms zeer met elkaar vergroeide vormen van jeugdbeweging bleven dus slechts over als jeugdorganisaties met al- Bemeen doel, strevende naar de algemeene vor ming van den jongen alzoo: het Patronaat, de katholieke Verkenners en het St. Franc. Lief dewerk. De ontwikkeling van deze organisaties *°t op haar centralisatie in de K. J. C. kan hier verder buiten beschouwing biyven. Men ban zich echter hieruit wel een voorstelling vor ken van de beteekenis die deze centralisatie heeft en tegelijk verklaart het iets van de ver warde voorstelling, di eeen niet wei-doorknede toeschouwer er zich van vormde. De noodzake lijkheid van de centralisatie behoeven wij wel niet verder aan te toonen. Met nadruk mag er echter op gewezen worden, dat de K. J. C. dus niet is wéér een nieuwe tak van het jeugd werk; zy is er de saamvatting en het leidend orgaan van, zij is thans het éénige Kath. jeugd werk in 't Bisdom Haarlem verwarring is dus niet meer mogelijk. Zij omvat alle jongens, die by het jeugdwerk zijn aangesloten, onver schillig in welke afdeeling ervan zy zyn onder gebracht. Voordat wij in een slotartikel overgaan tot de beschouwing van de specifieke Kruisvaart methodiek, die in het Juvenaat tot werkwijze is gekozen, geven wy aan het slot van dit oriënteerend hoofdstuk betreffende de K. J. C. in 't algemeen enkele cijfers aangaande haar arbeid volgens de laatste jaarverslagen. Volgens deze opgaven telden: het Juvenaat 175 afdeelingen met 10.192 jongens van 13—17 jaar; de Verkenners 57 afdeelingen met 876 jongens van 13—17 jaar; het St. F. L. 23 af deelingen met 736 jongens van 1317 jaar (waarbü dan nog beneden 13 jaar 1895 jongens en boven 17 jaar 282 jongens) terwijl de Sport- junioren voor voetbal 5530 leden telden, die echter gedeeltelijk in de andere afdeelingen zijn vervat. Aan de 20 cursussen voor jeugdleiders, ge houden van Sept. 1933 tot Mei 1934 werd deel genomen door 601 leiders en helpers; het aan tal leiders en leekenhelpers voor clubwerk enz., bedroeg totaal 1241 personen, terwyi op het jongensblad „De Jonge Wacht" 5555 abonne menten liepen. Belangrijker dan dit toch altijd eenigszins dorre materiaal aan gegevens, is de verklaring van leiderszijde herhaaldelijk ten aanzien van de cursussen uitgesproken: dat door het alge meen oriënteerend karakter daarvan veel steun en verheldering werd verkregen. De cursussen in deze periode behandelden voornamelijk a. de grondbeginselen van 't jeugd werk, b.-het historisch overzicht van het jeugd werk in ons land, c. een psychologisch over zicht van de eigenaardigheden der jongens in de puberteitsjaren en d. in het algemeen eenige sociale oriënteering en de beteekenis van den volkszang en sport en spel by het jeugd werk. Eigeniyk is de tittel van 't filmpje, dat Fran ken dezer dagen voor de pers vertoonde: „Jan Pieter en zijn zusje", een kleine film die de eerste is van een reeks, waarin de drie jarige knaap Jan Pieter een serie avonturen beleeft. In dit eerste filmpje verricht de jonk man, die van zijn moeder opdracht kreeg op het kleine zusje te letten, enkele manoeuvres, die ongetwyfeld niet op de goedkeuring van zijn moeder recht hebben, doch die Jan Pieter niet temin met een zekere overtuiging volbrengt. Het zal wel aan Franken's liefde voor de Kin derwereld gelegen hebben, dat hy deze stof koos, doch wij betwyfelen het, of deze liefde groot genoeg was om tot een noodzakelijke uiting te dwingen. Veeleer is de energieke wil om een film te maken te vroegtijdig uitgebro ken, met het fatale gevolg, dat de opzettelijkheid in dit filmpje grooter is dan de ontroering. De teederheid, die Franken vermoedelijk najoeg, wordt daardoor een argloosheid, die een tikje mal-naief aandoet en verlangens oproept naar de frissche élégance van „Le Jardin du Luxem bourg", een film, die nog altijd den toets der critiek kan doorstaan. In het kleine bestek van „Jan Pieter" heeft Franken ook getracht met het geluid te expe rimenteeren. Zoo hooren we, terwyi fan Pietei stoute dingen doet, de stem van zyn moeder, in Jan Pieter's binnenste waarschuwende woorden spreken, maar dit alles geschiedt met een ze kere onwennigheid en met te erooten nadruk, inplaats van een vlinderlichte aanduiding, die wellicht aan duideiykheid gewonnen had, wat de poging thans aan gewildheid te heel heeft. Van den Filmtechnischen Leergang onder lei ding van Willem Bon werd het filmpje „Botsin gen" vertoond. Deze botsingen zagen we plaats iiillMiiUtWltw Wettig Gedeponeerd. Vraagt Uw Leverancier de vinden tusschen biljartballen en parallel daar mede tusschen menschenlichamen, terwyi deze parallelwerking vermoedeiyk ook gemoedsbotsm- gen trachtten te suggereeren. En zekere intelli gentie is dit filmpje niet te ontzeggen, een nei ging tot 'n zuiver werken met filmmiddelen evenmin, doch de vraag rijst, of'deze intelligen tie en deze neiging niet op verkeerde objecten worden gericht en niet te zeer en te hardnekkig de experimenten van de oude avant-garde wil len voortzetten of liever herhalen. Waartoe dient dit moeizame studeeren, zoodra het buiten de studio wordt gebracht? Nieuwe perspectieven worden er niet door geopenbaard. Integendeel doen pogingen als deze en andere van Bon de waardeering voor de oudere en moediger avant- garde stygen. Men vraagt zich af, om welke duistere redenen deze filmers goochelen met gedachten en associaties, die ver boven hun ver mogen liggen, terwijl hun natuurlijke aanleg beter gediend ware met een rustig en simpel ex perimenteeren met werkeiykheden, dat een be trouwbaarder aanloop naar diepere filmverbeel ding is dan een roekeloos geworstel met onrype vizioenen. Nog een derde film vroeg om aandacht, r.i. een kristallenfilm van J. C. Mol, waarover wy kort kunnen zijn. Men kent deze nauwkeurige registraties van de microscopische wonderen der natuur, die altyd weer verrassen en waar zy nooit creatief, doch steeds reproductief werken en grootere bewondering voor de talenten der natuur dan voor het gezwoeg van onze filmers gaande maken. Natuuriyk gaat deze vergelü- king wat over de schreef en hebben we tenslotte Mol dankbaar te zyn, dat hy naar de film greep, als het instrument, dat de groeibewegingen en de grillige, oneindig verrassende vormwordingen in de natuur tot in de perfectie kan weergeven. Voor de techniek, die deze filmpjes mogelijk maakte, kan men alle respect hebben. De drie hier besproken films ontleenen hun belangrijkheid voor het allergrootste deel aan het geluidsysteem van de Multifilm (J. C. Mol), die erin werd toegepast, waarby opgemerkt zij, dat de kristallenfilm nog andere verdiensten heeft, zooals wy reeds aantoonden. Het geluidsysteem van Mol wy schreven nel reeds vroeger verdient alle aandacht. De spreekstem van Mol, die (slechts half of niet zichtbaar) de kristallenfilm met een zakelijk woord inleidt, is helder als glas, hapert nergens en komt ongerept over. Ook in de doorzichtige muziek, die de kristallenfilm verder begeleidde, bleef het geluid zuiver, hetgeen overigens het gebruik van muziek by deze film niet moti- veeren kan. Sprekende over het gehalte van het geluid blljve de vraag, of de muziek hier een noodzakelijke taak verrichtte, achterwege. Alzoo: om toch nog een verheugende conclusie uit de vertooning van deze trits te trekken, ho pen we dan maar, dat Mol's kristallen hun weg zullen vinden en dat zijn geluidsysteem, zoo Be scheiden voorbereid, een éclatant succes moge hebben. Dbg. Wy berichtten reeds, dat de Haarlemsche Motet- en Madrigaalvereeniging een tournee door geheel ons land gaat maken ten bate van het Amsterdamsch Concertgebouworkest en de verschillende plaatselijke orkesten, wy zyn thans in de gelegenheid het programma te pu- bliceeren, dat op deze concerten zal worden in gevoerd. Tydens de kerkconcerten worden w'erken ge zongen van Ingegneri, Ph. de Monte, J. Obrecht, J. P. Sweelinck, toonzettingen van Sem Dres den, bewerkingen van F. A. Gevaert, W. A. Mozart, D. Bortniansky, G. Verdi en A. Die- penbrock. Tijdens de zaalconcerten van In gegneri, Ph. de Monte, O. Vecchi, J. P. Swee linck, O. di Lasso, toonzettingen van Sem Dresden en F. A. Gevaert, H. Andriessen, A. Diepenbrock, C. Debussy en M. Ravel. SOERABAYA, 27 Sept. (Aneta.) De luitenant ter zee tweede klasse Dankmeyer, wien Zondag j.l. een ernstig auto-ongeluk is overkomen, ver keert thans buiten lvensgevaar. In verband met den heerschenden noodtoestand in het Slagersbedryf en de stelselmatige afname van het rundvleeschverbruik in ons land. heeft de Commissie van Overleg, bestaande uit der. Ned. Slagershond, den Ned R. K. Hanzebond van Slagerspatroons en den Ned. Grossiersbonó voor den Vleeschhanael, zich met een adres tot den Minister van Economische Zaken gewend, waarin te kennen is gegeven- dat de toestand in het slagersbedryf steeds nijpender wordt, door een zich steeds voort zettende daling van het verbruik van rund- en kalfsvleesch, welke daling zich o.m. uitspreekt in de lagere opbrengst var den accyns op het geslacht, n.l. in de maand Augustus 1934 ruim 100.000 of ruim 1/6 deel minder dan in Aug. 1933, hoewel de slachtveeprijzen- hooger waren en daardoor een gedeelte van de lagere op brengst voortkomend uit minder slachting nog is gecompenseerd; dat deze verlaging deels moet worden toege schreven aan den invloed var. de crisis in het bedrijf; dat echter als de grootste oorzaak moet wor den beschouwd de invloed van den crisismaat regel, waarby een heffing op het rund- en kalfsvleesch werd gelegd van 200 pet. van den accyns op het geslacht. Sirds de invoering van die heffing is het gebruik van rund- en kalfs vleesch teruggeloopen en steeds in meerdere mate; dat de teruggang in het rund- en kalfs- vleesch-verbruik thans meer dan 25 pet. geacht kan worden en hierdoor rie normale opruiming van vee met 1800 runderen en 900 kalveren per week is teruggeloopen; dat de crisisheffing een onoverkomeiyk be zwaar biykt om het verb-nik van rundvleesch weder op te voeren, temeer nu de slachtvee- pryzen hooger zyn dan vorig jaar en waar- schynlyk als gevolg van de droogte en hooge voeder-pryzen stygend zullen biyven. Genoemde Commissie heeft daarin reden ge vonden zich tot den Minister van Economische Zaken te wenden, met net dringend verzoek deze crisisheffing op 't rund- en kalfsvleesch te doen opheffen, althans te doen verminderen, opdat het vleeschverbruik zich, mede in het belang der veehouderij kan herstellen. Den Minister is tenslotte dringend in over weging gegeven niet over te gaan tot verdere afslachting van rundvee, (eneinde te voorko men, dat het normale vleeschverbruik nog ver der wordt verstoord en de slachtveemarkt in erger mate wordt ontwricht, zoomede het sla gersbedryf gebracht wordt naar een algeheelen ondergang. SEMARANG, 27 Sept. (Aneta.) De toestand van pastoor J. W. Prennthaler, die eenige oa- gen geleden door een krankzinnigen inlander werd aangevallen en gewond, is vry gunstig October is de maand, waarin het nieuwe radioseizoen weer begint en de omroep-organi- saties maken zich thans op, ruchtbaarheid te geven aan hun plannen op muzikaal en ander gebied. Omroep-programma's in een nieuw seizoen kunnen niet op het peil van het vorig seizoen blijven, zy moeten vooruit, steeds volmaakter en beter, want het luisterende publiek wordt veeleischender, meer verwend, de techniek biedt meer mogelijkheden, studio's en zendapparaten worden verbeterd. Op muzikaal gebied zal de K.R.O. in staat zijn, aldus schrijft pastoor L. H. Perquin, in het a.s. seizoen zijn luisteraars en ook de meest verwende onder hen, volkomen tevreden te stellen. Immers, door de overeenkomsten met de Ste delijke Orkesten van Utrecht en Maastricht, vervallen alle moeilykheden tot het uitvoeren van het muzikale wereldrepertoire, zoowel het klassieke als het moderne, omdat de bezetting van deze orkesten niet alleen aan alle instru mentale eischen voldoet, maar bovendien de kwaliteit zeer zeker buitengewoon te noemen is, terwyl de namen van Goudoever en Her mans een garantie zyn, dat alle uitvoeringen zonder twyfel volkomen tot hun recht zullen komen. Bqna alle groote buitenlandsche artisten, welke dit seizoen in Nederland zullen komen Pastoor L. H. Perquin, voorzitter van den K. R. O. concerteeren, zyn nu reeds door den K.R.O. vast gelegd. Daarnaast brengt de K.R.O. wederom in zijn groote concerten een aantal Nederlandsche kunstenaars van naam, terwül bovendien enkele avonden aan een speciaal land gewyd op het programma staan, o. a. een Nederlandsche avond, een Fransche avond enz. Ook de uitwisselingsconcerten zullen in het a.s. seizoen gebracht worden, waarvoor reeds de gewaardeerde medewerking van de onder scheidene gezanten werd verkregen. Een ander genre van muziek, tot nu toe wei nig door de omroeporganisaties gegeven, zal dit seizoen de speciale aandacht vragen, n.l. de klassieke en moderne kamermuziek door het K.R.O.-orkest. Dit, genre, dat zich zoo buiten gewoon goed voor radio-uitzending leent, is altyd eenigszins stiefmoederlijk bedeeld ge worden, in welke leemte nu voorzien is. De amusementsmuziek zal voor een groot gedeelte wederom door de Kro-Boys worden verzorgd. Veel aandacht zal ook besteed worden aan het brengen van Nederlandsche teksten, waar voor reeds een overeenkomst werd gesloten met een bekend Nederlandsch tekstdichter. Naast de Kro-Boys zullen ook bekende Ne derlandsche en vreemde ensembles zorgen voor voldoende afwisseling in het muzikale pro gramma. Het hoorspel vraagt altyd een byzondere zorg Te weinig wordt door de luisteraars gereali seerd, dat er zoo weinig hoorspelen zijn, waar van de inhoud voor den K.R.O.-microfoon ge schikt mag worden geacht en daarom is het des te verheugender, dat wy een Nederland- schen auteur bereid gevonden hebben, een aantal hoorspelen te schryven, speciaal bere kend voor de radio, waarin als onderwerp za1 behandeld worden: „De Moederkerk en Neder land door den loop der tyden heen", terwyl bo vendien, na een scherpe selectie, op 'n aantal hoorspelen van verschillend genre beslag werd gelegd. Speciale aandacht vraagt de cultureele af deeling van het programma. De katholieke radio bedoelt immers niet alleen en niet voomameiyk een amusement of ont spanning te zyn, maar wel degebjk een middel tot ontwikkeling en voorlichting op geesteiyk, maatschappelijk en verder alle gebied, waarop zy de groote taak, die de grondslag is van haar bestaan, kan vervullen, n.l.: het uitdragen van geheel de katholieke cultuur. Nu zy'n er, behalve de onderwerpen, welke onmiddeliyk het godsdienstig en geesteiyk leven betreffen, nog tal van andere, b.v. op medisch, economisch gebied, die er zeer nauw mede in verband staan. Het is dus noodzakeiyk, dat de K.R.O. ook hierin voorlichting geeft, temeer omdat de dwalingen van onzen tyd zoo talrijk zyn. Dien tengevolge zullen er in het a.s. seizoen tal van voor dezen tyd belangrijke kwesties behandeld worden. Tenslotte, en dat zal voor zeer vele katho lieke luisteraars aangenaam zyn te vernemen zal de K.R.O. dezen winter een proef nemen met Zaterdagavondsche relegieuze voordrach ten. Deze zullen, omlyst door godsdienstige muziek, een half uur van het avondprogramma innemen. De titel van deze voordrachten is: „Tusschen twee werelden", zy zullen gehouden worden door pater J. Thewissen S. J, Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbulsjes van 20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 ets. In de te Den Bosch voortgezette vergadering van den Ned. R. K. Bond van Stucadoorspa- troons kwam het volgende voorstel der afdee ling Den Haag aan de orde: Het bondsbestuur neme die maatregelen welke uitsluiten, dat in de toekomst een aanne mer van Bisschoppelijk rekenplichtig werk, na gehouden aanbesteding van het stucadoorswerk hetzelve nog voor lageren prijs zonder heraan- besieding aan den man tracht te brengen. De afdeeling wil haar doel bereiken door b.v. den leden van den bond te verbieden op straffe van boete of royement een prijsopgave te ver strekken voor stucadoorwerk aan een aan nemer van rekenplichtig werk, als er reeds een aanbesteding onder meerdere R. K. georgani seerde stucadoorspatroons heeft plaats gehad en geen arbitrale uitspraak den aannemer machtigt tot het niet gunnen aan den laagsten inschrijver. Van de bestuurstafel kon niet met het voor stel worden ingestemd, hoe goed ook bedoeld, omdat by te nemen maatregelen de belangen van derden moeten worden in acht genomen. Een dusdanig besluit zou ook den bona fide pa troons, die zich in alles door dit besluit gebon den achten schade berokkenen. Voorts zou 'n bindend besluit als in het voorstel bedoeld alleen effect corteeren, indien dit in een contract is vastgelegd en onderteekend door alle leden individueel en de overtreding kan gestraft worden met behooriyke boetebepalin gen en desnoods waarborgen geëischt zouden moeten worden. Bij de verdere bespreking van het onderwerp kwamen tal van grieven naar voren, het mis bruik der z.g.n. her-aanbestedingen, die zich zelfs met betrekking tot één werk tweemaal, driemaal herhalen. Een boycot voor architecten die de hand heb ben in zoodanige voor het bouwbedryf funeste praktyken wordt noodig geacht. Het Hoofdbe stuur deed de toezegging de kwestie aanhan gig te maken by den R. K. Bond van Bouw- patroons. Besprekingen werden gevoerd over de propaganda en het retraitewerk voor den bond. De leden vereenigden zich na een lange ver gadering met hunne dames aan een bondsdiner in hotel „Noord-Brabant". Heden werd de tweede congresdag van de R. K. stucadoors ingezet met het büwonen der H. Mis, in de kerk van St. Pieter te 's-Bosch door den geestelijken acviseur van den bond pastoor Möller opgedragen voor de levende en overleden bondsleden. Om half elf werden de deelnemers officieel ten stadhuize ontvangen, waarna de kathedrale basiliek bezichtigd werd. Een rijtoer naar ,,De IJzeren Man", waar de lunch wordt gebruikt, staat met andere attrac ties voor heden op het programma. Woensdag hebben twee paters Jezuïeten te Nümegen het zeldzame 50-jarige prcfeosiefeest gevierd. De Z.E. pater van Everdingen leeraar aan het St. Canisiuscollege te Nümegen wijdt zich al bijna een kleinen menschenieeftijd aan het middelbare onderwys voor de rijpere jeugd. Thans herdacht hy ender waardeerendc be langstelling van oud-leerlingen en leerlingen van het college zijn gouden professiefeest. Van alle zijden uit verschillende deelen des lands mocht pater M. van Everdingen vele gelukwenschen ontvangen vooral ock var. de Katholieke Leerarenvereeniging St. Bonaven- tura. Pater dr. Korsten S.J., leeraar in het Neder landsch aan het Canisiuscollege nerdacht den- zelfden dag zyn zilveren professiefeest. In het Berchmannianum aan de Houtlaan op Brakkenstein te Nijmegen vierde pater Th. Helsloot S.J., leeraar in de philosophie zijn gouden professiefeest. In het Berchmannianum is het gouden pro fessiefeest in stillen kling van ordegenooten gevierd. Van vele vrienden mocht pater Th. Helsloot gelukwenschen ontvangen. In het landelijke Hatert, buitenwijk van Nymegen, heeft pater Gregorius Wiliems O.P. deze week zyn zestigjarig professiefeest her dacht. Met het oog op zijn hoogen leeftyd werd het zeldzame feest in oesloten kring gevierd in het Dominicanessenklooster te Hatert by Nymegen, waar de jubilaris sinas twaalf jaar rector is. Pater G. wiliems werd in 1855 gebo ren en in 1880 priester gewijd. Van 1883 tot 1913 werkte hy als missionaris op Curasao. Om gezondheidsredenen moest hy toen naar het vaderland terugkeeren. Pater Borromeus de Greeve heeft onlangs op een feestvergadering gezegd: „Wij Katholieken waren dan ook niet altyd tevreden, maar.... thans vormen we in Ne derland de sterkste party. Wy hebben veel bereikt, en dat kon gebeuren onder de Oran jes...." Ds. Lingbeek is hierover ganschelyk ontdaan, ook omdat op die feestvergadering op Koningin- ne-dag een Protestantsch zangkoor aanwezig was. Hy schryft in zyn blad: „Toen Rabsake zyn roemtaal uitsprak voor de muren van de stad Jeruzalem, beefde het volk Israels daarvan. Ons volk beeft niet meer by zulk een taal, maar zingt er een Christelyk- Volksonderwyslied by. Roept het uit door Ne derland met zyn Christelyke scholen en zui- ver-Gereformeerde Kerken: Ikabod, Ikabod! alle eer vlood daarheen!" Elders in zyn blad wordt geklaagd, „dat zelfs ons heilig Oranje-feest wordt aangegrepen, om ons Protestantsche volk met Rome te verbroe deren." Dit geschrijf van ds. Lingbeek en anderen in ds. Lingbeek's blad is ook de liberale „Avond post" met den overigens zéér protest an tschen hoofdredacteur toch werkelyk te kras, en de antipapist krijgt van de ..Avondpost" volgende afstraffing in ontvangst te nemen: „Merkwaardig. Wie is die „ons" van „ons heilig Oranje feest?" Dat is toch zeker het Nederlandsche volk? Oranje is toch niet alleen van ds. C. A. Lingbeek en de zijnen? Het Oranje-feest is tegenwoordig toch ook een feest van Roomsch-Nederland? Oranje heeft toch gewild, dat het Nederlandsche volk zich by alle principieele verschillen in een hoogere nationale eenheid zou „ver broederen"? Als pater Borromeus uitriep: ..Dit hebben wy onder Oranje bereikt!" dan is het toch waar, en dan is dit toch naar den géést van Willem van Oranje, die vrijheid voor e i k e kerk en voor elke richting wenschte, en dus ook gelegenheid om zich in vrijheid, naar de beslissing van de staatsburgers zelve, te ont wikkelen? Het benepen exclusivisme van ds. Lingbeek is met den geest van Oranjes streven recht draads in stryd. Oranje is het symbool, waarin onze volks eenheid samenkomt- Dacht ds. Lingbeek de positie der dynastie van Oranje zelve te versterken, door één-derde van ons volk onder haar banieren wég te halen. Is „ons heilig Oranje-feest" een party- of een kerk-onder-onsje Kortzichtige dominee!" Nu de Wiener Sangerknaben binnenkort we derom een tournée door ons land gaan maken, schryven wy voor onze lezers nog enkele merk waardigheden neer betreffende dit beroemde jongenskoor. Het instituut der „Wiener Sangerknaben" werd gesticht by decreet van Keizer Maximi- liaan op 7 Juli 1498 met het doel om te assistee» ren by de kerkelijke diensten in de Hofburg Kapel. Het had niet alleen een zeer gunstigen invloed op de muzikale ontwikkeling van het cultureele leven te Weenen, maar was tevens een belangrijke instelling op het gebied van opvoeding en onderwys, omdat aan een groot aantal begaafde, doch dikwyls in behoeftige omstandigheden grootgebrachte kinderen de mogelykheid werd geschonken gratis een uit stekende opvoeding te genieten. De keizerlyke familie had de kosten voor deze opvoeding op zich genomen in het door haar gestichte „Loe- wenburgische Konvikt", terwyl als tegenpres tatie van de jongens verlangd werd hun klare kinderstemmen uitsluitend te laten hooren by de kerkelijke plechtigheden. Bij de ineenstorting der Habsburgsche monarchie hield deze dona tie op, zoodat het koor moest worden opgehe ven. Jaren bleef de Hofburg Kapel verstoken van de Sangerknaben, hetgeen zich door een steeds minder wordend bezoek geducht liet ge voelen. Tenslotte w'as men zelfs door de groote onkosten, veroorzaakt door de engagementen van solisten en koren, gedwongen de diensten geheel te staken. Belangrijke personen in het muziekleven, gaven er zich spoedig rekenschap van, dat de Hofburg Kapel een éénig instituut was in het artistieke leven te Weenen en dat haar verdwyning geregelde uitvoering van unieke klassieke meesterwerken met zich mee zou sleepen. Begin 1923 organiseerde men der halve wederom uitvoeringen van plechtige Hoogmissen in de Kapel en dacht daarby te vens aan de reorganisatie van het instituut der Sangerknaben. De huidige rector, prof. Jozef Schmidt, stelde zich die reorganisatie ten doel en werd zoo de herschepper van het beroemde instituut. Ge- leidelyk gelukte het 't oude niveau wederom te bereiken, waarvoor vele moeilykheden over wonnen moesten worden. Thans kunnen de Sangerknaben nog eenigen tyd na hun stem- mutatie op het college verblijven, om hun studie te voltooien. De studie wordt geleid door uit stekende professoren. De opvoeding is geba seerd op dezelfde regels als die van religieuze colleges. Het muzikale gedeelte bevindt zich echter in handen van de dirigenten dr. Georg Gruber, Hans van Urbanek en Leopold Emmer. De vertooning van Haydn's opera „De Apo theker" leidde tot to aantal uitnoodigingen in concerten binnen het Konvikt. Geleidelyk werd in vrijwel alle Europeesche landen opge treden. Waar nog steeds het aanvankehjk ge stelde doel: de jongens, uit alle rangen en standen voortgekomen, geheel kosteloos deze algemeene en in t byzonder muzikale opvoe ding te geven, betracht wordt, is het noodzake iyk door middel van kunstreizen het budget sluitend te maken. Tijdens htm in 't vorige jaar door ons land gemaakte tournée hebben de Wiener Sanger knaben dermate gunstige indrukken weten te wekken, dat men hen thans met groot genoe gen op het Nederlandsche podium zal weder zien. De regeering overweegt de indiening van een ontwerp van wet tot regeling van de vivisectie. Het zou, volgens de Telegraaf, in de bedoe ling liggen een beperking in te voeren van een aantal gevallen, waarin vivisectie zuiver in het belang der wetenschap voortaan zal zyn toege laten met een daarmede gepaard gaand toe zicht van staatswege, in de verte navolgend, doch niet zoover gaande als het in Duitschland geldende stelsel. Verleden jaar is den minister een vooront werp met omstandige toelichting aangeboden door een commissie, welke was ingesteld raider voorzitterschap van den voorzitter van den Ge zondheidsraad, dr. Josephus Jitta.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 9