Een moderne kruisvaart
Voor Uw Najaarshoed 'n
Als de winter komt
ASPIRIN
Rome en Oranje
DONDERDAG 27 SEPTEMBER 1934
De katholieke jeugd-
centrale
Klein filmwerk
NIEUWE KWALITEITEN
elf!Wm.
De nood der slagers
„Elck wat wils"
Hoofdpijn
RHeumafiek
Verkoudheid
Ds. Lingbeek afgestraft
Van Franken, Mol en Bon
II
De s.uisbouw aan de Buitenhavensluis te Schiedam. Overzicht
van den werkput met de nieuwe sluisdeuren
VOOR 'T CONCERTGEBOUW
De Haarlemsche Motet- en Madri
gaal-vereeniging
Buiten levensgevaar
Verlaging crisisheffing op het
Rundvleesch bepleit
PASTOOR J. PRENNTHALER
Zijn toestand vrij gunstig
Nieuwe plannen van den K. R. O.
op muzikaal en cultureel ge
bied voor het komend
radioseizoen
TABLETTEN
R. K. STUCADOORSPATROONS
BIJEEN
Verschillende grieven besproken
KLOOSTERJUBILEA
Bij de Paters Jezuïeten
Zestig jaar Dominicaan
WIENER SöNGERKNABEN
Bij de a.s. tournee door Nederland
VIVISECTIE
Wettelijke regeling?
In twee richtingen werd bij de bepalingen
van Z. H. Exc. den Bisschop van Haarlem
een groepeering vastgesteld voor het man
nelijk jeugdwerk in Zijn Bisdom. In haar ge
heel was deze georganiseerd in Diocesaan ver
band, als Diocesane K. J. C. Voor elke parochie
droeg zij den naam van parochieele K. J. C.
terwijl deze weder vereenigd in een district (De
kenaat of mee rdan één Dekenaat) Districts-
K. J. C. genoemd werden. Dit was dus een
eerste en betrekkelijk eenvoudige groepeering
in opklimmend locaal verband.
Ingrijpender en naar den uiterlijken kant ook
minder ontleedbaar, was de groepeering der af-
deelingen, der onderdeelen binnen het totale
orgaan. In vier deelen werd dit gerangschikt:
namelijk in Juvenaat, St. Franc. Liefdewerk,
R.K. Verkenners en Junioren-afdeeling der
R.K. Sportvereenigingen. Zij vormen tezamen
het centraal lichaam, de K. J. C., deze alleen
Is de zelfstandige eenheid der jeugdbeweging.
Wel voeren zij op eigen wijze hun actie, of
zetten hun reeds bestaand werk voort, doch
alles onder leiding der Centrale. Hierbij is het
van belang op te merken, hoe de leiding het
werk der afdeelingen verstaat. In de uitge
werkte regeling, welke de Diocesaan Directeur
van de bepalingen, door den Bisschop uitge
vaardigd, maakte, luidt het:
„Het jongenswerk richt zich op de massa,
terwijl in de massa kernen worden gevormd. De
leden, die niet behooren tot de kernen, kunnen
lid zijn van de vrij clubs, die onder het be
stuur van het Juvenaat ressorteeren, voor zoo
ver ze geen eigen Diocesaan verband hebben.
De massa leden, niet behoorende tot de kerenen,
moeten wekelijks Godsdienstonderricht ontvan
gen, liefst in ee ngodsdienstige vereeniging. zy
nemen deel aan gemeenschappeiyke bijeenkom
sten, door het bestuur der K. J. C. georgani
seerd, zij nemen deel aan gemeenschappelijke
acties van de K. J. C.
Onder kernleden worden verstaan dig leden,
iie toegetreden zyn tot de zg groepen in Ju-
venaatsverband en de Verkennerstroepen. Deze
leden hebben, behalve wkelüksch Godsdienst
onderricht (in de Godsd. ver.) en deelname aan
de gemeenschappeiyke bijeenkomsten van de ge-
heele jeugd, hun eigen bijeenkomsten volgens
eigen methodiek, zy nemen deel aan algemee-
ne acties, feesten enz. Bij demonstraties treden
de Verkenners toe onder hun eigen leiding na
bespreking met den Districtscommissaris.
De kernleden zijn adspirantlid van de vak
organisatie, zoo zy in de termen vallen."
Hiermede is dus de plaats van Juvenaat en
Verkenners in het Jeugdwerk der K. J. C. vry-
wel aangegeven. Wat betrof de junioren-afdee-
lingen der sportvereenigingen, behoefde er bui
ten de bepaling van het verband binnen het
jeugdwerk weinig meer vastgesteld te worden,
daar deze een omschreven doel nastreefden: de
sportbeweging. Alleen ten aanzien van het St.
Franc. Liefdewerk valt nog te wijzen op het
geen de Dioc. Directeur daarover besliste.
„Waar een Franc. Liefdewerk valt geheel
binnen het rayon van een parochieele Jon
genscentrale, vormt het een onderdeel daar
van. De Directeur van de K. J. C. is tevens
Directeur van het Franc. Liefdewerk. Valt een
Franc. Liefdewerk buiten dat rayon, dan staat
er een speciale Directeur aan het hoofd. Deze
neemt dan zitting in het bestuur der K. J.
C., in welk territorium jongens voor het
Franc. Liefdewerk worden gerecruteerd, of
benoemd daarin een plaatsvervanger, om het
noodige contact te houden."
Het behoeft geen betoog, dat er een en
ander te regelen en te bespreken viel,
toen ten vorigen jare tot de organisatie
Van het manneiyk jeugdwerk in zyn modernen
vorm werd overgegaan. De eerste vraag was
wel: hoe het moest met het bestaande, lang
zamerhand vry gecompliceerd geworden werk
onder de jeugd? Reeds van circa 1850 af kent
tnen hier te lande Katholiek Jeugdwerk; de
eerste sporen ervan vinden we terug in het
Werk der Broeders- en Zusters-congregaties voor
de verwaarloosde jeugd. De oudste vorm van
Katholieke Jeugdorganisatie is de St. Josephs-
gezellenvereeniging, die reeds in 1870 een af-
deeling leerlingen had, voor jongens van 13—
17 jaar. Daarnaast ontstonden op verschillende
plaatsen patronaten der St. Vincentiusvereeni-
8ing en Jongelingsvereenigingen, echter zonder
gemeenschappeiyk verband. Den grooten stoot
tot oprichting van de patronaten gaf de Katho
liekendag van 1902 in Alkmaar.
Het oorspronkeiyk karakter dat dit werk
droeg, was vooral de bescherming van de jeugd
tegen gevaren; later is men zich meer gaan
Vijden aan maatschappelijke vorming, om van
daar over te gaan tot de algemeene vorming.
In 1894 ontstond voor de godsdienstig en maat
schappelijk verwaarloosde jeugd het St. Franc.
Liefdewerk, dat zich verbreidde door de steden
Van het Bisdom Haarlem en enkele daarbuiten.
De sportbeweging groeide op buiten de alge-
hieene jeugdbeweging en heeft zich, wat het
aantal betreft, zeer sterk ontwikkeld. Daarbij
onderscheidt men: een katholieke sportbeweging
®n organisatie voor voetbal, gymnastiek en
athletiek en noemt deze ook wel: Katholieke
Jeugdorganisaties met beperkt doel. Als zoodanig
betitelt men ook op maatschappelijk gebied:
Jongensbond en Jongeliedenclub en de Adspi-
fant-vakafdeelingen; op godsdienstig gebied:
de Maria-congregatie, de Jeugd Derde Orde
En de Kleine H. Familie.
Uit al deze historisch soms zeer met elkaar
vergroeide vormen van jeugdbeweging bleven
dus slechts over als jeugdorganisaties met al-
Bemeen doel, strevende naar de algemeene vor
ming van den jongen alzoo: het Patronaat, de
katholieke Verkenners en het St. Franc. Lief
dewerk. De ontwikkeling van deze organisaties
*°t op haar centralisatie in de K. J. C. kan
hier verder buiten beschouwing biyven. Men
ban zich echter hieruit wel een voorstelling vor
ken van de beteekenis die deze centralisatie
heeft en tegelijk verklaart het iets van de ver
warde voorstelling, di eeen niet wei-doorknede
toeschouwer er zich van vormde. De noodzake
lijkheid van de centralisatie behoeven wij wel
niet verder aan te toonen. Met nadruk mag
er echter op gewezen worden, dat de K. J. C.
dus niet is wéér een nieuwe tak van het jeugd
werk; zy is er de saamvatting en het leidend
orgaan van, zij is thans het éénige Kath. jeugd
werk in 't Bisdom Haarlem verwarring is dus
niet meer mogelijk. Zij omvat alle jongens,
die by het jeugdwerk zijn aangesloten, onver
schillig in welke afdeeling ervan zy zyn onder
gebracht.
Voordat wij in een slotartikel overgaan tot
de beschouwing van de specifieke Kruisvaart
methodiek, die in het Juvenaat tot werkwijze
is gekozen, geven wy aan het slot van dit
oriënteerend hoofdstuk betreffende de K. J. C.
in 't algemeen enkele cijfers aangaande haar
arbeid volgens de laatste jaarverslagen.
Volgens deze opgaven telden: het Juvenaat
175 afdeelingen met 10.192 jongens van 13—17
jaar; de Verkenners 57 afdeelingen met 876
jongens van 13—17 jaar; het St. F. L. 23 af
deelingen met 736 jongens van 1317 jaar
(waarbü dan nog beneden 13 jaar 1895 jongens
en boven 17 jaar 282 jongens) terwijl de Sport-
junioren voor voetbal 5530 leden telden, die
echter gedeeltelijk in de andere afdeelingen zijn
vervat.
Aan de 20 cursussen voor jeugdleiders, ge
houden van Sept. 1933 tot Mei 1934 werd deel
genomen door 601 leiders en helpers; het aan
tal leiders en leekenhelpers voor clubwerk enz.,
bedroeg totaal 1241 personen, terwyi op het
jongensblad „De Jonge Wacht" 5555 abonne
menten liepen.
Belangrijker dan dit toch altijd eenigszins
dorre materiaal aan gegevens, is de verklaring
van leiderszijde herhaaldelijk ten aanzien van
de cursussen uitgesproken: dat door het alge
meen oriënteerend karakter daarvan veel steun
en verheldering werd verkregen.
De cursussen in deze periode behandelden
voornamelijk a. de grondbeginselen van 't jeugd
werk, b.-het historisch overzicht van het jeugd
werk in ons land, c. een psychologisch over
zicht van de eigenaardigheden der jongens in
de puberteitsjaren en d. in het algemeen
eenige sociale oriënteering en de beteekenis van
den volkszang en sport en spel by het jeugd
werk.
Eigeniyk is de tittel van 't filmpje, dat Fran
ken dezer dagen voor de pers vertoonde:
„Jan Pieter en zijn zusje", een kleine film
die de eerste is van een reeks, waarin de drie
jarige knaap Jan Pieter een serie avonturen
beleeft. In dit eerste filmpje verricht de jonk
man, die van zijn moeder opdracht kreeg op het
kleine zusje te letten, enkele manoeuvres, die
ongetwyfeld niet op de goedkeuring van zijn
moeder recht hebben, doch die Jan Pieter niet
temin met een zekere overtuiging volbrengt.
Het zal wel aan Franken's liefde voor de Kin
derwereld gelegen hebben, dat hy deze stof
koos, doch wij betwyfelen het, of deze liefde
groot genoeg was om tot een noodzakelijke
uiting te dwingen. Veeleer is de energieke wil
om een film te maken te vroegtijdig uitgebro
ken, met het fatale gevolg, dat de opzettelijkheid
in dit filmpje grooter is dan de ontroering. De
teederheid, die Franken vermoedelijk najoeg,
wordt daardoor een argloosheid, die een tikje
mal-naief aandoet en verlangens oproept naar
de frissche élégance van „Le Jardin du Luxem
bourg", een film, die nog altijd den toets der
critiek kan doorstaan.
In het kleine bestek van „Jan Pieter" heeft
Franken ook getracht met het geluid te expe
rimenteeren. Zoo hooren we, terwyi fan Pietei
stoute dingen doet, de stem van zyn moeder, in
Jan Pieter's binnenste waarschuwende woorden
spreken, maar dit alles geschiedt met een ze
kere onwennigheid en met te erooten nadruk,
inplaats van een vlinderlichte aanduiding, die
wellicht aan duideiykheid gewonnen had, wat
de poging thans aan gewildheid te heel heeft.
Van den Filmtechnischen Leergang onder lei
ding van Willem Bon werd het filmpje „Botsin
gen" vertoond. Deze botsingen zagen we plaats
iiillMiiUtWltw
Wettig Gedeponeerd.
Vraagt Uw Leverancier de
vinden tusschen biljartballen en parallel daar
mede tusschen menschenlichamen, terwyi deze
parallelwerking vermoedeiyk ook gemoedsbotsm-
gen trachtten te suggereeren. En zekere intelli
gentie is dit filmpje niet te ontzeggen, een nei
ging tot 'n zuiver werken met filmmiddelen
evenmin, doch de vraag rijst, of'deze intelligen
tie en deze neiging niet op verkeerde objecten
worden gericht en niet te zeer en te hardnekkig
de experimenten van de oude avant-garde wil
len voortzetten of liever herhalen. Waartoe dient
dit moeizame studeeren, zoodra het buiten de
studio wordt gebracht? Nieuwe perspectieven
worden er niet door geopenbaard. Integendeel
doen pogingen als deze en andere van Bon de
waardeering voor de oudere en moediger avant-
garde stygen. Men vraagt zich af, om welke
duistere redenen deze filmers goochelen met
gedachten en associaties, die ver boven hun ver
mogen liggen, terwijl hun natuurlijke aanleg
beter gediend ware met een rustig en simpel ex
perimenteeren met werkeiykheden, dat een be
trouwbaarder aanloop naar diepere filmverbeel
ding is dan een roekeloos geworstel met onrype
vizioenen.
Nog een derde film vroeg om aandacht, r.i.
een kristallenfilm van J. C. Mol, waarover wy
kort kunnen zijn. Men kent deze nauwkeurige
registraties van de microscopische wonderen der
natuur, die altyd weer verrassen en waar zy
nooit creatief, doch steeds reproductief werken
en grootere bewondering voor de talenten der
natuur dan voor het gezwoeg van onze filmers
gaande maken. Natuuriyk gaat deze vergelü-
king wat over de schreef en hebben we tenslotte
Mol dankbaar te zyn, dat hy naar de film greep,
als het instrument, dat de groeibewegingen en
de grillige, oneindig verrassende vormwordingen
in de natuur tot in de perfectie kan weergeven.
Voor de techniek, die deze filmpjes mogelijk
maakte, kan men alle respect hebben.
De drie hier besproken films ontleenen hun
belangrijkheid voor het allergrootste deel aan
het geluidsysteem van de Multifilm (J. C. Mol),
die erin werd toegepast, waarby opgemerkt zij,
dat de kristallenfilm nog andere verdiensten
heeft, zooals wy reeds aantoonden.
Het geluidsysteem van Mol wy schreven nel
reeds vroeger verdient alle aandacht. De
spreekstem van Mol, die (slechts half of niet
zichtbaar) de kristallenfilm met een zakelijk
woord inleidt, is helder als glas, hapert nergens
en komt ongerept over. Ook in de doorzichtige
muziek, die de kristallenfilm verder begeleidde,
bleef het geluid zuiver, hetgeen overigens het
gebruik van muziek by deze film niet moti-
veeren kan. Sprekende over het gehalte van het
geluid blljve de vraag, of de muziek hier een
noodzakelijke taak verrichtte, achterwege.
Alzoo: om toch nog een verheugende conclusie
uit de vertooning van deze trits te trekken, ho
pen we dan maar, dat Mol's kristallen hun weg
zullen vinden en dat zijn geluidsysteem, zoo Be
scheiden voorbereid, een éclatant succes moge
hebben.
Dbg.
Wy berichtten reeds, dat de Haarlemsche
Motet- en Madrigaalvereeniging een tournee
door geheel ons land gaat maken ten bate van
het Amsterdamsch Concertgebouworkest en de
verschillende plaatselijke orkesten, wy zyn
thans in de gelegenheid het programma te pu-
bliceeren, dat op deze concerten zal worden in
gevoerd.
Tydens de kerkconcerten worden w'erken ge
zongen van Ingegneri, Ph. de Monte, J. Obrecht,
J. P. Sweelinck, toonzettingen van Sem Dres
den, bewerkingen van F. A. Gevaert, W. A.
Mozart, D. Bortniansky, G. Verdi en A. Die-
penbrock. Tijdens de zaalconcerten van In
gegneri, Ph. de Monte, O. Vecchi, J. P. Swee
linck, O. di Lasso, toonzettingen van Sem
Dresden en F. A. Gevaert, H. Andriessen, A.
Diepenbrock, C. Debussy en M. Ravel.
SOERABAYA, 27 Sept. (Aneta.) De luitenant
ter zee tweede klasse Dankmeyer, wien Zondag
j.l. een ernstig auto-ongeluk is overkomen, ver
keert thans buiten lvensgevaar.
In verband met den heerschenden noodtoestand
in het Slagersbedryf en de stelselmatige afname
van het rundvleeschverbruik in ons land. heeft
de Commissie van Overleg, bestaande uit der.
Ned. Slagershond, den Ned R. K. Hanzebond
van Slagerspatroons en den Ned. Grossiersbonó
voor den Vleeschhanael, zich met een adres tot
den Minister van Economische Zaken gewend,
waarin te kennen is gegeven-
dat de toestand in het slagersbedryf steeds
nijpender wordt, door een zich steeds voort
zettende daling van het verbruik van rund- en
kalfsvleesch, welke daling zich o.m. uitspreekt
in de lagere opbrengst var den accyns op het
geslacht, n.l. in de maand Augustus 1934 ruim
100.000 of ruim 1/6 deel minder dan in Aug.
1933, hoewel de slachtveeprijzen- hooger waren
en daardoor een gedeelte van de lagere op
brengst voortkomend uit minder slachting nog
is gecompenseerd;
dat deze verlaging deels moet worden toege
schreven aan den invloed var. de crisis in het
bedrijf;
dat echter als de grootste oorzaak moet wor
den beschouwd de invloed van den crisismaat
regel, waarby een heffing op het rund- en
kalfsvleesch werd gelegd van 200 pet. van den
accyns op het geslacht. Sirds de invoering van
die heffing is het gebruik van rund- en kalfs
vleesch teruggeloopen en steeds in meerdere
mate;
dat de teruggang in het rund- en kalfs-
vleesch-verbruik thans meer dan 25 pet. geacht
kan worden en hierdoor rie normale opruiming
van vee met 1800 runderen en 900 kalveren per
week is teruggeloopen;
dat de crisisheffing een onoverkomeiyk be
zwaar biykt om het verb-nik van rundvleesch
weder op te voeren, temeer nu de slachtvee-
pryzen hooger zyn dan vorig jaar en waar-
schynlyk als gevolg van de droogte en hooge
voeder-pryzen stygend zullen biyven.
Genoemde Commissie heeft daarin reden ge
vonden zich tot den Minister van Economische
Zaken te wenden, met net dringend verzoek
deze crisisheffing op 't rund- en kalfsvleesch te
doen opheffen, althans te doen verminderen,
opdat het vleeschverbruik zich, mede in het
belang der veehouderij kan herstellen.
Den Minister is tenslotte dringend in over
weging gegeven niet over te gaan tot verdere
afslachting van rundvee, (eneinde te voorko
men, dat het normale vleeschverbruik nog ver
der wordt verstoord en de slachtveemarkt in
erger mate wordt ontwricht, zoomede het sla
gersbedryf gebracht wordt naar een algeheelen
ondergang.
SEMARANG, 27 Sept. (Aneta.) De toestand
van pastoor J. W. Prennthaler, die eenige oa-
gen geleden door een krankzinnigen inlander
werd aangevallen en gewond, is vry gunstig
October is de maand, waarin het nieuwe
radioseizoen weer begint en de omroep-organi-
saties maken zich thans op, ruchtbaarheid te
geven aan hun plannen op muzikaal en ander
gebied.
Omroep-programma's in een nieuw seizoen
kunnen niet op het peil van het vorig seizoen
blijven, zy moeten vooruit, steeds volmaakter
en beter, want het luisterende publiek wordt
veeleischender, meer verwend, de techniek biedt
meer mogelijkheden, studio's en zendapparaten
worden verbeterd.
Op muzikaal gebied zal de K.R.O. in staat
zijn, aldus schrijft pastoor L. H. Perquin, in
het a.s. seizoen zijn luisteraars en ook de
meest verwende onder hen, volkomen tevreden
te stellen.
Immers, door de overeenkomsten met de Ste
delijke Orkesten van Utrecht en Maastricht,
vervallen alle moeilykheden tot het uitvoeren
van het muzikale wereldrepertoire, zoowel het
klassieke als het moderne, omdat de bezetting
van deze orkesten niet alleen aan alle instru
mentale eischen voldoet, maar bovendien de
kwaliteit zeer zeker buitengewoon te noemen
is, terwyl de namen van Goudoever en Her
mans een garantie zyn, dat alle uitvoeringen
zonder twyfel volkomen tot hun recht zullen
komen.
Bqna alle groote buitenlandsche artisten,
welke dit seizoen in Nederland zullen komen
Pastoor L. H. Perquin, voorzitter
van den K. R. O.
concerteeren, zyn nu reeds door den K.R.O. vast
gelegd.
Daarnaast brengt de K.R.O. wederom in zijn
groote concerten een aantal Nederlandsche
kunstenaars van naam, terwül bovendien enkele
avonden aan een speciaal land gewyd op het
programma staan, o. a. een Nederlandsche
avond, een Fransche avond enz.
Ook de uitwisselingsconcerten zullen in het
a.s. seizoen gebracht worden, waarvoor reeds
de gewaardeerde medewerking van de onder
scheidene gezanten werd verkregen.
Een ander genre van muziek, tot nu toe wei
nig door de omroeporganisaties gegeven, zal
dit seizoen de speciale aandacht vragen, n.l. de
klassieke en moderne kamermuziek door het
K.R.O.-orkest. Dit, genre, dat zich zoo buiten
gewoon goed voor radio-uitzending leent, is
altyd eenigszins stiefmoederlijk bedeeld ge
worden, in welke leemte nu voorzien is.
De amusementsmuziek zal voor een groot
gedeelte wederom door de Kro-Boys worden
verzorgd.
Veel aandacht zal ook besteed worden aan
het brengen van Nederlandsche teksten, waar
voor reeds een overeenkomst werd gesloten met
een bekend Nederlandsch tekstdichter.
Naast de Kro-Boys zullen ook bekende Ne
derlandsche en vreemde ensembles zorgen voor
voldoende afwisseling in het muzikale pro
gramma.
Het hoorspel vraagt altyd een byzondere zorg
Te weinig wordt door de luisteraars gereali
seerd, dat er zoo weinig hoorspelen zijn, waar
van de inhoud voor den K.R.O.-microfoon ge
schikt mag worden geacht en daarom is het
des te verheugender, dat wy een Nederland-
schen auteur bereid gevonden hebben, een
aantal hoorspelen te schryven, speciaal bere
kend voor de radio, waarin als onderwerp za1
behandeld worden: „De Moederkerk en Neder
land door den loop der tyden heen", terwyl bo
vendien, na een scherpe selectie, op 'n aantal
hoorspelen van verschillend genre beslag werd
gelegd.
Speciale aandacht vraagt de cultureele af
deeling van het programma.
De katholieke radio bedoelt immers niet alleen
en niet voomameiyk een amusement of ont
spanning te zyn, maar wel degebjk een middel
tot ontwikkeling en voorlichting op geesteiyk,
maatschappelijk en verder alle gebied, waarop
zy de groote taak, die de grondslag is van
haar bestaan, kan vervullen, n.l.: het uitdragen
van geheel de katholieke cultuur.
Nu zy'n er, behalve de onderwerpen, welke
onmiddeliyk het godsdienstig en geesteiyk
leven betreffen, nog tal van andere, b.v. op
medisch, economisch gebied, die er zeer nauw
mede in verband staan.
Het is dus noodzakeiyk, dat de K.R.O. ook
hierin voorlichting geeft, temeer omdat de
dwalingen van onzen tyd zoo talrijk zyn. Dien
tengevolge zullen er in het a.s. seizoen tal van
voor dezen tyd belangrijke kwesties behandeld
worden.
Tenslotte, en dat zal voor zeer vele katho
lieke luisteraars aangenaam zyn te vernemen
zal de K.R.O. dezen winter een proef nemen
met Zaterdagavondsche relegieuze voordrach
ten. Deze zullen, omlyst door godsdienstige
muziek, een half uur van het avondprogramma
innemen. De titel van deze voordrachten is:
„Tusschen twee werelden", zy zullen gehouden
worden door pater J. Thewissen S. J,
Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbulsjes van
20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 ets.
In de te Den Bosch voortgezette vergadering
van den Ned. R. K. Bond van Stucadoorspa-
troons kwam het volgende voorstel der afdee
ling Den Haag aan de orde:
Het bondsbestuur neme die maatregelen
welke uitsluiten, dat in de toekomst een aanne
mer van Bisschoppelijk rekenplichtig werk, na
gehouden aanbesteding van het stucadoorswerk
hetzelve nog voor lageren prijs zonder heraan-
besieding aan den man tracht te brengen.
De afdeeling wil haar doel bereiken door b.v.
den leden van den bond te verbieden op straffe
van boete of royement een prijsopgave te ver
strekken voor stucadoorwerk aan een aan
nemer van rekenplichtig werk, als er reeds een
aanbesteding onder meerdere R. K. georgani
seerde stucadoorspatroons heeft plaats gehad
en geen arbitrale uitspraak den aannemer
machtigt tot het niet gunnen aan den laagsten
inschrijver.
Van de bestuurstafel kon niet met het voor
stel worden ingestemd, hoe goed ook bedoeld,
omdat by te nemen maatregelen de belangen
van derden moeten worden in acht genomen.
Een dusdanig besluit zou ook den bona fide pa
troons, die zich in alles door dit besluit gebon
den achten schade berokkenen. Voorts zou 'n
bindend besluit als in het voorstel bedoeld
alleen effect corteeren, indien dit in een
contract is vastgelegd en onderteekend door
alle leden individueel en de overtreding kan
gestraft worden met behooriyke boetebepalin
gen en desnoods waarborgen geëischt zouden
moeten worden.
Bij de verdere bespreking van het onderwerp
kwamen tal van grieven naar voren, het mis
bruik der z.g.n. her-aanbestedingen, die zich
zelfs met betrekking tot één werk tweemaal,
driemaal herhalen.
Een boycot voor architecten die de hand heb
ben in zoodanige voor het bouwbedryf funeste
praktyken wordt noodig geacht. Het Hoofdbe
stuur deed de toezegging de kwestie aanhan
gig te maken by den R. K. Bond van Bouw-
patroons. Besprekingen werden gevoerd over
de propaganda en het retraitewerk voor den
bond.
De leden vereenigden zich na een lange ver
gadering met hunne dames aan een bondsdiner
in hotel „Noord-Brabant".
Heden werd de tweede congresdag van de
R. K. stucadoors ingezet met het büwonen der
H. Mis, in de kerk van St. Pieter te 's-Bosch
door den geestelijken acviseur van den bond
pastoor Möller opgedragen voor de levende en
overleden bondsleden.
Om half elf werden de deelnemers officieel
ten stadhuize ontvangen, waarna de kathedrale
basiliek bezichtigd werd.
Een rijtoer naar ,,De IJzeren Man", waar de
lunch wordt gebruikt, staat met andere attrac
ties voor heden op het programma.
Woensdag hebben twee paters Jezuïeten te
Nümegen het zeldzame 50-jarige prcfeosiefeest
gevierd.
De Z.E. pater van Everdingen leeraar aan
het St. Canisiuscollege te Nümegen wijdt zich
al bijna een kleinen menschenieeftijd aan het
middelbare onderwys voor de rijpere jeugd.
Thans herdacht hy ender waardeerendc be
langstelling van oud-leerlingen en leerlingen
van het college zijn gouden professiefeest.
Van alle zijden uit verschillende deelen
des lands mocht pater M. van Everdingen vele
gelukwenschen ontvangen vooral ock var. de
Katholieke Leerarenvereeniging St. Bonaven-
tura.
Pater dr. Korsten S.J., leeraar in het Neder
landsch aan het Canisiuscollege nerdacht den-
zelfden dag zyn zilveren professiefeest.
In het Berchmannianum aan de Houtlaan op
Brakkenstein te Nijmegen vierde pater
Th. Helsloot S.J., leeraar in de philosophie zijn
gouden professiefeest.
In het Berchmannianum is het gouden pro
fessiefeest in stillen kling van ordegenooten
gevierd.
Van vele vrienden mocht pater Th. Helsloot
gelukwenschen ontvangen.
In het landelijke Hatert, buitenwijk van
Nymegen, heeft pater Gregorius Wiliems O.P.
deze week zyn zestigjarig professiefeest her
dacht. Met het oog op zijn hoogen leeftyd werd
het zeldzame feest in oesloten kring gevierd
in het Dominicanessenklooster te Hatert by
Nymegen, waar de jubilaris sinas twaalf jaar
rector is. Pater G. wiliems werd in 1855 gebo
ren en in 1880 priester gewijd. Van 1883 tot
1913 werkte hy als missionaris op Curasao.
Om gezondheidsredenen moest hy toen naar
het vaderland terugkeeren.
Pater Borromeus de Greeve heeft onlangs op
een feestvergadering gezegd:
„Wij Katholieken waren dan ook niet altyd
tevreden, maar.... thans vormen we in Ne
derland de sterkste party. Wy hebben veel
bereikt, en dat kon gebeuren onder de Oran
jes...."
Ds. Lingbeek is hierover ganschelyk ontdaan,
ook omdat op die feestvergadering op Koningin-
ne-dag een Protestantsch zangkoor aanwezig was.
Hy schryft in zyn blad:
„Toen Rabsake zyn roemtaal uitsprak voor
de muren van de stad Jeruzalem, beefde het
volk Israels daarvan. Ons volk beeft niet meer
by zulk een taal, maar zingt er een Christelyk-
Volksonderwyslied by. Roept het uit door Ne
derland met zyn Christelyke scholen en zui-
ver-Gereformeerde Kerken: Ikabod, Ikabod!
alle eer vlood daarheen!"
Elders in zyn blad wordt geklaagd, „dat zelfs
ons heilig Oranje-feest wordt aangegrepen, om
ons Protestantsche volk met Rome te verbroe
deren."
Dit geschrijf van ds. Lingbeek en anderen in
ds. Lingbeek's blad is ook de liberale „Avond
post" met den overigens zéér protest an tschen
hoofdredacteur toch werkelyk te kras, en
de antipapist krijgt van de ..Avondpost" volgende
afstraffing in ontvangst te nemen:
„Merkwaardig.
Wie is die „ons" van „ons heilig Oranje
feest?" Dat is toch zeker het Nederlandsche
volk? Oranje is toch niet alleen van ds. C. A.
Lingbeek en de zijnen?
Het Oranje-feest is tegenwoordig toch ook
een feest van Roomsch-Nederland? Oranje
heeft toch gewild, dat het Nederlandsche
volk zich by alle principieele verschillen
in een hoogere nationale eenheid zou „ver
broederen"? Als pater Borromeus uitriep: ..Dit
hebben wy onder Oranje bereikt!" dan is het
toch waar, en dan is dit toch naar den géést
van Willem van Oranje, die vrijheid voor e i k e
kerk en voor elke richting wenschte, en dus
ook gelegenheid om zich in vrijheid, naar de
beslissing van de staatsburgers zelve, te ont
wikkelen?
Het benepen exclusivisme van ds. Lingbeek
is met den geest van Oranjes streven recht
draads in stryd.
Oranje is het symbool, waarin onze volks
eenheid samenkomt-
Dacht ds. Lingbeek de positie der dynastie van
Oranje zelve te versterken, door één-derde van
ons volk onder haar banieren wég te halen. Is
„ons heilig Oranje-feest" een party- of een
kerk-onder-onsje
Kortzichtige dominee!"
Nu de Wiener Sangerknaben binnenkort we
derom een tournée door ons land gaan maken,
schryven wy voor onze lezers nog enkele merk
waardigheden neer betreffende dit beroemde
jongenskoor.
Het instituut der „Wiener Sangerknaben"
werd gesticht by decreet van Keizer Maximi-
liaan op 7 Juli 1498 met het doel om te assistee»
ren by de kerkelijke diensten in de Hofburg
Kapel. Het had niet alleen een zeer gunstigen
invloed op de muzikale ontwikkeling van het
cultureele leven te Weenen, maar was tevens
een belangrijke instelling op het gebied van
opvoeding en onderwys, omdat aan een groot
aantal begaafde, doch dikwyls in behoeftige
omstandigheden grootgebrachte kinderen de
mogelykheid werd geschonken gratis een uit
stekende opvoeding te genieten. De keizerlyke
familie had de kosten voor deze opvoeding op
zich genomen in het door haar gestichte „Loe-
wenburgische Konvikt", terwyl als tegenpres
tatie van de jongens verlangd werd hun klare
kinderstemmen uitsluitend te laten hooren by
de kerkelijke plechtigheden. Bij de ineenstorting
der Habsburgsche monarchie hield deze dona
tie op, zoodat het koor moest worden opgehe
ven. Jaren bleef de Hofburg Kapel verstoken
van de Sangerknaben, hetgeen zich door een
steeds minder wordend bezoek geducht liet ge
voelen. Tenslotte w'as men zelfs door de groote
onkosten, veroorzaakt door de engagementen
van solisten en koren, gedwongen de diensten
geheel te staken. Belangrijke personen in het
muziekleven, gaven er zich spoedig rekenschap
van, dat de Hofburg Kapel een éénig instituut
was in het artistieke leven te Weenen en dat
haar verdwyning geregelde uitvoering van
unieke klassieke meesterwerken met zich mee
zou sleepen. Begin 1923 organiseerde men der
halve wederom uitvoeringen van plechtige
Hoogmissen in de Kapel en dacht daarby te
vens aan de reorganisatie van het instituut der
Sangerknaben.
De huidige rector, prof. Jozef Schmidt, stelde
zich die reorganisatie ten doel en werd zoo de
herschepper van het beroemde instituut. Ge-
leidelyk gelukte het 't oude niveau wederom
te bereiken, waarvoor vele moeilykheden over
wonnen moesten worden. Thans kunnen de
Sangerknaben nog eenigen tyd na hun stem-
mutatie op het college verblijven, om hun studie
te voltooien. De studie wordt geleid door uit
stekende professoren. De opvoeding is geba
seerd op dezelfde regels als die van religieuze
colleges. Het muzikale gedeelte bevindt zich
echter in handen van de dirigenten dr. Georg
Gruber, Hans van Urbanek en Leopold Emmer.
De vertooning van Haydn's opera „De Apo
theker" leidde tot to aantal uitnoodigingen in
concerten binnen het Konvikt. Geleidelyk
werd in vrijwel alle Europeesche landen opge
treden. Waar nog steeds het aanvankehjk ge
stelde doel: de jongens, uit alle rangen en
standen voortgekomen, geheel kosteloos deze
algemeene en in t byzonder muzikale opvoe
ding te geven, betracht wordt, is het noodzake
iyk door middel van kunstreizen het budget
sluitend te maken.
Tijdens htm in 't vorige jaar door ons land
gemaakte tournée hebben de Wiener Sanger
knaben dermate gunstige indrukken weten te
wekken, dat men hen thans met groot genoe
gen op het Nederlandsche podium zal weder
zien.
De regeering overweegt de indiening van een
ontwerp van wet tot regeling van de vivisectie.
Het zou, volgens de Telegraaf, in de bedoe
ling liggen een beperking in te voeren van een
aantal gevallen, waarin vivisectie zuiver in het
belang der wetenschap voortaan zal zyn toege
laten met een daarmede gepaard gaand toe
zicht van staatswege, in de verte navolgend,
doch niet zoover gaande als het in Duitschland
geldende stelsel.
Verleden jaar is den minister een vooront
werp met omstandige toelichting aangeboden
door een commissie, welke was ingesteld raider
voorzitterschap van den voorzitter van den Ge
zondheidsraad, dr. Josephus Jitta.