Film en brandgevaar TECHNISCHE WENK b&J>öd&ri! BCMNKmCSSQABYYJ NX'S'''h*" MAANDAG 1 OCTOBER 1934 ftwvvmw uuuiunutt iium\n\\\iu \nmiHuiium imm MMS :d ëffelijke voo Na Hilversum Een terechtwijzing Den Helder ingenomen Raid op de kust; nacht-oefening tot besluit van de marine- manoeuvres De aanval UIT DEN OMTREK HALFWEG SPAARNWOUDE VELSEN \\\wo\\\uY\n umm\ kuummm \w uumuu i w 1UI III lil I Vti'li"'f' nm nu"" w— Hü '""ii uw urn H"jf -ilt 'li „-Hi/i urn in"""hut "lil,111" "IUIII IH/HI" 'Wêmm oor en arbeid Onze aandacht wordt gevestigd op een artikel in De Telegraaf, waarin onder bovenstaand hoofd een quasi-des- kundig oordeel van den heer W. H. Idzerda wordt gegeven over het gevaar van film voorstellingen. Met de strekking van dit artikel om tot groote voorzichtigheid aan te manen, zijn we het natuurlijk volkomen eens. Er komen echter onjuistheden in voor, waarop we meenen te moeten wij zen ter voorkoming of wegneming van wanbegrippen in deze ernstige materie. Het gaat hier hoofdzakelijk over het ontstaan van filmbrand in een kofferkino geduren de de voorstelling. Volgens den heer I. is een kofferkino on geschikt en gevaarlijk, en wel omdat de film, wanneer die niet in goede conditie verkeert. Ie. tusschen het transportmechanisme en de opwikkelspoel licht kan breken, 2e. nog door de laatste transportrol wordt voortgetrokken en zich ophoopt in het ap paraat, daardoor 3e. in aanraking zal komen met de lamp of 4e. met een sterk verhit deel van het loopwerk en 5e. in brand vliegt. Wij moeten hier het volgende tegenover stellen. Ad lum. De film breekt wel eens af, slechte films doen dit dikwijls, maar dan gebeurt dit in of bij het projectievenster. Hier ondervindt de film den grootsten weerstand. Elk deel van de film, dat de laatste transportrol bereikt, zal niet meer afbreken, maar regelmatig worden opge- wikkeld verondersteld natuurlijk, dat de frictie van de opwikkelspoel niet abnormaal strak is, wat al lang tevoren zou zijn ge bleken. Bij breking in het venster zal het doek plotseling een groot wit vlak vertoo- nen, zoodat de operateur meteen den stroom afsluit. Ad 2um. Ook zelfs wanneer niet zou wor den gestopt, wat praktisch ondenkbaar is, zou de laatste transportrol de film niet meer voorttrekken, omdat de film niet zoo ver meer reikt. Ad 3um. Misschien heeft de heer I. hier een of ander fabrikaat van kofferkino's op bet oog, waarin de film met de lamp in aanraking kan komen. Zulk een apparaat achten ook wij, ook al is er van filmbreuk geen sprake, hoogst gevaarlijk. Maar in een normale kofferkino is de lamp ge plaatst in een ruimte, die geheel is afge scheiden van de ruimte, waarin de film zich bevindt. Aanraking met de lamp is dus niet mogelijk. Ad 4um. In een normale kofferkino is de lamp zoo afgescheiden en is bovendien een door den motor gedreven ventilatiesysteem zoo aangebracht, dat er in het loopwerk geen sterk verhitte deelen voorkomen. Ad 5um. Het brandgevaar, op de veron derstelde wijze door het breken van de film ontstaan, kunnen we dus buiten be schouwing laten, wanneer men niet een of ander abnormaal model kofferkino ge bruikt. Overigens willen we uit het betoog van den heer I. alleen nog even om wille van de curiositeit aanhalen de niet gemoti veerde, maar boudweg uitgesproken bewe ring, dat de pater-missionaris van de film voorstelling te Hilversum ondeskundig er een leek op het gebied van filmvoorstel lingen zou zijn. De heer I. is, naar we mee nen, niet zelf in het filmbedrijf werkzaam. Heeft hij desondanks toch de bekrompen meening van zooveel filmmenschen, dat 'n gewone operateur een goed vakman is en dat een wetenschappelijk gevormd man, die bovendien volgens de berichten al jaren dit werk doet, van zooiets geen verstand heeft? Onze ondervinding leert ons her haaldelijk zoo ongeveer het tegenoverge stelde. Om den grooten en helaas droeven ernst van deze zaak, gevoegd bij het feit, dat kof ferkino's bij hondertallen in gebruik zijn, moeten we nog op een paar punten attent maken. Ophooping van film in het apparaat kan voorkomen, niet tengevolge van afbreking van de film, maar doordat de frictie van de opwikkelspoel te slap is. Daardoor kan het namelijk gebeuren, dat de film tengevolge van de wrijving, die vooral door het ge wicht van groote filmrollen ontstaat, niet wordt meegenomen. Deze ophooping, die nog in het geheel niet gevaarlijk behoeft te zijn, zoals uit het voorgaande blijkt, zal bijna dadelijk worden opgemerkt, ook al kijkt de operateur niet door de kijkglazen in het inwendige van zijn apparaat. De filmophooping heeft namelijk plaats in het voorste deel van het aPParaa^> de film krult ook voor de projectielens, hierdoor ontstaat op het doek een verward donker beeld en elke normale operateur zal dade lijk stoppen. Dit is dus niet van zooveel beteekenis, maar van zeer groot gewicht is het vol gende. Het afbreken van de film kan in een be paald geval, zij het dan op een heel andere wijze dan de heer I. meent, werkelijk film- brand veroorzaken. In den regel zal de film breken boven het projectievenster. In het venster is dan geen film meer aanwezig, er valt duS geen licht op de film en er bestaat geen gevaar. En de operateur wordt door het geheel witte doek, zooals we al zeiden, gewaarschuwd om te stoppen. Het is echter mogelijk, dat de breuk niet boven het venster ontstaat, maar er in of aan den onderkant. Wanneer men nu in zoo' geval een kofferkino gebruikt, waarin bij filmbreuk dadelijk automatisch 't licht Wordt afgesneden, dan gebeurt er verder hiets. Als evenwel een filmbeeldje in het Venster blijft staan ln het volle licht, dan Wordt de toestand rs. Een betrouw baar operateur, die voortdurend oplet, ziet dit onmiddellijk door het stilstaan van het beeld op het doek, hij sluit meteen den stroom af en alles is in orde. Wanneer echter de operateur de onvergeeflijke slor digheid begaat, niet goed op te letten, zoo dat de stroom in dit geval niet wordt afge sloten, dan zal het beeldje in het venster gaan branden. Feitelijk zal er gewoonlijk slechts een enkel beeldje uitbranden en verder niets gebeuren. Dit komt meerma len voor. Zelf hebben we in de bioscoop- thaters, waar volgens de menschen uit het filmbedrijf alleen de goede vaklieden te vinden zijn, meer dan eens bij afbreken van de film het uitbranden van een filmbeeldje geconstateerd. Het publiek'merkte dan al leen, dat de voorstelling even werd onder broken. Maar dit branden van een beeldje is juist het gevaar, dat dreigt. Als het niet tot dit eene beeldje beperkt blijft, als de brand op de heele film overslaat, dan is er geen redding meer mogelijk Het middel, het eenige middel om dit ge vaar te ontgaan, maar dan ook een vol doend middel, is onafgebroken opletten. Wanneer de operateur, die natuurlijk voor zijn taak berekend moet zijn, steeds goed oplet, is er niets te vreezen. Een operateur, die niet oplet, is een gevaarlijk man. Wat we tot zoover gezegd hebben, geldt eigenlijk alleen voor de goede modellen kof ferkino's, die tot kort geleden in gebruik v/aren. Met de modernste is het echter heel anders gesteld. Men kan gerust zeggen, dat er bij het gebruik van de nieuwste model len absoluut geen gevaar voor brand in het apparaat bestaat. Deze apparaten werken met een lamp van geringe lichtsterkte, die weinig warmte afgeeft. Door een bijzonder optisch systeem wordt het nuttig licht effect hoog opgevoerd, zoodat een groot, helder heeld wordt verkregen. De lamp is buiten het apparaat geplaatst en de licht stralen bereiken de film eerst, na met wa ter afgekoeld te zijn. Ook wanneer de film in zoo'n apparaat een willekeurigen tijd, bijvoorbeeld een uur heeft stilgestaan, is er nog geen gevaar voor ontbranding. Celluloidfilm is nu eenmaal buitengewoon brandbaar. Bij een filmvoorstelling is het strenge plicht, zeer voorzichtig te werk te gaan. Maar men zoeke het gevaar niet daar, waar het niet zit. S. Naar aanleiding van de uiting van den heer De Hoop, directeur van den Nederlandschen Bioscoopbond, die in den filmbrand te Hilversum een aanleiding vond om aan het adres van de katholieken zeer onbehoorlijke dingen te zeggen, hebben wij enkele dagen geleden getracht de ware motieven van zijn optre den te achterhalen. Dat wij goed hebben gezien blijkt uit „De Maasbode" van gisteren, die een in terview publiceert met den heer Hambur ger, voorzitter van den Bioscoopbond, die de uitlatingen van den heer De Hoop desavoueerde. De heer Hamburger begon met ruiterlijk te erkennen, dat hij als voorzitter van den Ned. Bioscoopbond, zoowel als het heele hoofdbe stuur van dien Bond de uitlatingen van den heer A. de Hoop, welke begrijpelijke ergernis bij de katholieken hebben verwekt, ten zeerste betreuren. De heer A. de Hoop heeft niet namens het Hoofdbestuur gesproken, maar alleen voor zich zelf. Weinig zakelijk was het van hem om bij deze ramp, de Zuidelijke filmkeuring bij te halen en te insinueeren alsof het alleen de katholieken zijn, die bij filmvertooningen er maar op los knoeien en zich aan geen voorschriften of ver gunningen storen. De heer Hamburger daarentegen verzekerde nadrukkelijk, dat de ongelukkige ramp, die zich nu te Hilversum, toevallig in een katholiek ge bouw en bij vertooning van een missiefilm door een priester heeft afgespeeld, zich overal in ons land en bijna eiken dag kan herhalen. Bijna eiken dag en overal in den lande wor den in willekeurige vertrekken en zalen met kinokoffers en losstaande apparaten filmvoor stellingen gegeven, waarbij zich dezelfd^ be treurenswaardige ongelukken kunnen voordoen, als nu te Hilversum is geschied. En daarom moet de ramp van Hilversum voor de overheid een les en een vingerwijzing zijn. Deze erkenning van den heer Hambur ger klinkt sympathieker dan de uitval van den bondsdirecteur. Het toeval wil intusschen, dat op onze zetterij een artikel gereed ligt, bestemd voor het avondblad van Maandag a.s. waarin het vraagstuk van de particuliere filmvertooningen behandeld wordt en waarin het goed recht van deze vertoonin gen wordt bepleit. Onbewust anticipeerend op die beschouwing verklaart de heer Hamburger als volgt: ,,'t Is ons niet te doen", verzekerde de heer Hamburger ons nadrukkelijk, „om alle parti culiere voorstellingen naar onze vaste bioscoop theaters te trekken; dat is op zich zelf onmo gelijk, omdat dit voor de betrokken personen veel te kostbaar uitkomt". „Hoe meer filmvoorstellingen er van parti culiere zijde gegeven worden, hoe aangenamer dat ons is, omdat 't ten slotte propaganda be- teekent voor het filmbedrijf." Deze zienswijze is niet alleen juist, zij getuigt bovendien van een tactiek, die heel wat meer kans van slagen heeft dan een Bord mei r o o d e n rand, rood kruis en blauw veld Waar zoo'n bord staat, mag geen enkel voer- tuig stoppen lukrake krijgstocht, die niet door een ge voel voor verhoudingen en voor rechtvaar digheid wordt Ingegeven. Vandaar dat wij de verklaring van den heer Hamburger met waardeering notee- ren. De marine-manoeuvres, die in ieder opzicht uitstekend geslaagd mogen worden genoemd, behooren weer tot het verleden en zijn besloten met een nachtoefening, waarbij een vijandelijke strijdmacht het zeegat van Texel moest for- ceeren en ter reede van Den Helder door artil lerie-vuur de Marine-établissementen vernieti gen. Ditmaal is in combinatie met de landmacht geoefend, de stelling Den Helder n.l. is voorzien van sterke forten en kustbatterijen, waarvan de bezetting tot opdracht had de vijandelijke sche pen met zoeklichten te belichten en dan zoo mogelijk door het vuur van het zware kustge- schut te vernietigen. Tot den vijand behoorden behalve onze goede „Evertsen", die reeds meermalen in dezen „oor log" in den grond is geboord, doch die steeds weer met frisschen moed en opgewekt ten strij de trekt, nog de „Hertog Hendrik", het vlagge- schip, de „Piet Hein" en de „Frisco". De stel ling Den Helder heeft de beschikking over mij- nenleggers, de twee groepen Z.-booten (torpe dobooten) en de vier duikbooten, ook mochten vliegtuigen verkenningen verrichten. Een heldere sterrenhemel koepelde zich over de nauwbewogen golven van het strijdtooneel. Een nachtoefening heeft wel een zeer bijzon dere en romantische bekoring. Langzaam valt de avond en spreidt een grijzen sluier over de zeemonsters, die daar ver buiten gaats gereed liggen voor hun doodelijken raid op de kust. De silhouetten der schepen vervagen meer en meer. aan de kim is het heiig en geen scherp afste kende raas en masten tegen een heldere horizon verraden onze komst. De stelling Den Helder is geblindeerd. Geen licht is te zienDe mach tige armen van het vuurtoren-licht, een baken een geleide-licht is al, wat we in de nachtelijke verte opmerken. We weten welke gevaren ons te wachten staan: torpedo's van de Z.-booten of de onderzeeërs, mijnen, kustartillerie. Alle lich ten van de roode schepen zijn gedoofd, lang zaam sluipen we uit het Zuiden nader. Het signaal „oorlogsalarm" roept alle hens aan dek. de stuks-commandanten melden zich telefo nisch op de gevechtsbrug, waar de artillerie officier met zijn instrumenten de zee afzoekt naar het naderend gevaar. We worden gepraaid door het vlaggeschip, welks donker silhouet op een paar honderd meter afstand naast ons voorbij schuift, ook de „Piet Hein" is in de na bijheid, de zware stemmen van de bevelvoeren de officieren kinken door den nacht..,. De stryd ontbrandt We stoomen langzaam op naar het Noorden, voeling houdend met het vlaggeschip. Plotseling flitsen aan stuurboord de paarsblauwe stralen van de sterke zoeklichten van onze schepen over het water en hechten zich aan een klein schip, een verkenningsvaartuig van den vijand! Onze artillerie-commandant staat op z'n hoogen post, de bevelen gaan telefonisch naar de stukken, ons zoeklicht flitst over het water en tegelijk wordt het vijandelijk vaartuig onder vuur genomen; de stukken braken vuur en vlam.,., de vijand is vernietigd! Onze eerste overwinning in dit nachtelijk „drama". In de verte stijgen vuurpijlen op, ten teeken, dat Z.- booten gelanceerd hebben.... De strijd is be gonnen! Onze commandant wil zekerheid over het aantal vijandelijke schepen, dat in zee is en dat nog op de reede ligt of nog in de Heldersche haven schuilt. De motorsleep met den eersten officier zal op verkenning uitgaan. We gaan mee; een sloepverkenning heeft een romanti sche bekoring, te meer, daar het hier noodig is buiten het gezicht van de kustzoekltchten- te blijven en te ontsnappen aan het vernietigend vuur van de vijandelijke kustbatterijen. Met maximum snelheid schieten we door de golven, ver in het Noorden, vlak onder Den Helder stra len zoo nu en dan de zoeklichten, flitsen aan en uithet gevaar wordt dreigender. Wat te doen? We kunnen vlak onder de kust blij ven om onder de lichten door te „duiken". Voorzichtig sluipen we dichter bij, onze be manning is een en al actie, meegesleept door het avontuurlijke van deze verkenning. Zouden de zoeklichten onzen kleien notendop vinden of., zouden we ongezien de reede en de haven van Den Helder kunnen bereiken? Steeds Noordelijker gaat het, vlak onder de kust va ren we en een matroos peilt ons thanstien meter"negen"„zeven".... klinkt het gedempt. De officier doet de boot wat naar bakboord uitdraaien; op de kunst loopen is de bedoeling niet, want voor krijgsgevangenschap voelen we niet veel. Plotseling een verblindend lichtvlak op de boot, we bukken diep, halen naar zee uit.... tevergeefs, het licht „kleeft". Drie schoten uit de zware batterij vallen, maaar ....misgeschoten" roept onze dappere sloep bemanning. We besluiten onmiddellijk door te gaan en ons niet te storen aan zoeklichten of kanonvuur. I nde verte heeft weer een artilleriegevecht plaats. Voort stuift de sloep, op de reede vinden we geen enkel vijandig schip en brutaalweg varen we de vijandelijke haven binnen. We va ren rond en, geen schildwacht roept ons aan, geen stroobreed wordt den nachtelijken verken ners in den weg gelegd. In de haven liggen de mijnenleggers, de Z.-booten. Ons doel is be reikt, de verkenning is gelukt en welgemoed puffen we naar de Evertsen terug. Een half uur later komt het groote moment: de raid op de reede vaij Den Helder. In forma tie stoomen we op, klaar voor den strijd. In linie varen we langs de kust, de batterijen la ten hun zoeklichten over het water flitsen, van beide kanten dreunen de schoten, het artille rie-vuur is niet van de lucht en zelfs een Fransch-marinevaartuig, dat onschuldig en on wetend de haven van Den Helder uitschuift, wordt onder vuur genomen. Hij stoorde zich weinig aan de „saluut-schoten" en vervolgde zijn weg naar het Zuiden De stelling Den Helder is platgeschoten, de oorlog isten einde. Tegen zes uur in den ochtend komt van den leider het bevel „oefe ning eindigen". De tamboer blaast „aftrap oorlogsalarm". We kiezen ligplaats op de reede en een half uurtje later heeft vriend en vijand zijn kooi opge zocht om nog een uurtje te knappen voor het weer „overal" is. Het einde van de marine manoeuvres is daar, in den ochtend loopen we de Heldersche haven binnen.... Stopzetting woningbouw. De hoop, dat de stopzetting van den woningbouw tusschen de Minister C. v. d. Lindenstraat en Osdorperweg, in verband met financieele moeilijkheden die zich hebben voorgedaan, slechts van zeer kor ten duur zou zijn, is ijdel gebleken. Deze moei lijkheden blijken van ernstiger aard te zijn. Naar wij vernemen heeft de firma uitstel van betaling aangevraagd en zal de rechtbank op 1 Nov. a.s. uitspraak moeten doen. Mocht uit stel van betaling worden verleend, dan zullen de werkzaamheden half November kunnen wor den hervat. In het tegenovergestelde geval zal vermoedelijk faillissement volgen. Wanneer dit laatste gebeurt zal voorloopig van een hervat ting der werkzaamheden geen sprake kunnen zijn en zal dit wel diep in het voorjaar worden. Een somber vooruitzicht. Rioleering Houtrakkerweg. De herhaalde lijk geuite wensch van de bewoners van den Houtrakkerweg om de voor hun woningen ge legen sloot te dempen en te rioleeren, zal in vervulling gaan. Van gemeentewege is het be- noodigde materiaal reeds aangevoerd en de werkzaamheden hebben een aanvang genomen. Binnen afzienbaren tijd zal de weg dus een verbetering hebben ondergaan. Wanneer dit werk gevolgd zal worden door het stofvrij maken van den Houtrakkerweg en een gedeelte van de Bauduinlaan, dan zullen de bewoners volmaakt tevreden en dankbaar zijn. Uitvoering. Zondagavond heeft de R.K. tooneel- ij2mondaccordeonvereeniging haar eer ste uitvoering gegeven van dit seizoen, in het vereenigingsgebouw alhier. De heer A. J. Buys opende dezen avond met een kort woord en sprak zijn teleurstelling uit over de weinige be langstelling, die later op den avond beter werd. De mondaccordeonclub opende het program ma met eenige nummertjes waartusschen de zeereerw. heer pastoor met een passende toe spraak de gewonnen prijzen aan het vaandel hechtte. Hierna was het de beurt van het filmappa raat met twee leuke komische rolprenten. In de pauze die hierop volgde zette de Elsne- rus band haar beste beentje voor door op schitterende wijze de stemming gaande te hou den. Na de pauze zou volgens het programma de mondaccordeonvereeniging weer ten tooneele verschijnen. Hieraan ging echter nog wat vooraf. De heer Molenaar wilde nog een kleine toe spraak houden op onze jonge vereeniging en haar directeur, in welke rede hij zijn bewonde ring betuigde voor de jonge leden die in zulk een korten tijd, al waren het dan geen eerste prijzen, al twee derde prijzen hebben veroverd. Hij wenschte dan ook dat het in hetzelfde tempo door zou gaan en wenschte hun veel geluk, waarna een driewerf hoera werd aange heven. De mondaccordeonclub gaf nu nog eenige nummers, waarbij het jammer was dat het zeer populaire stukje, „Als het orgel speelt", op een fatsoenlijke wijze „in het water viel". Tot slot werden nog eenige filmpjes gedraaid waarna de verloting gehouden werd, welke een goed verloop had. Als einde werd nu aangekondigd het gezellig samenzijn onder leiding en met medewerking van de Elsnerus band, dat zeer goed verliep. Het bestuur mag dan ook we lop een ge slaagden avond terugzien, al zou het nog gaarne onder de nummers eenige stilte wenschen. Toestand der werkloozen De raadsleden, de heer W. F. Visser en andere, hebben een voorstel ingediend om een commissie van drie leden uit den raad te benoemen, welke com missie opdracht krijgt, een onderzoek in te stel len naar den toestand der werkloozen en hun ge zinnen in deze gemeente en het resultaat van het onderzoek in een rapport aan den raad mede te deelen. In een uitvoerig prae-advies deelen B. en W. mede, dat zij zich niet verantwoord achtten een gunstig advies op dit voorstel te geven, omdat eenerzijds de genoemde raadscommisis voor een veel te zware taak zou gesteld worden en an derzijds daarvan geen enkel praktisch resultaat zou zijn te verwachten. Verruiming der verkoopgelegenheid op Zon dag B. en W. stellen den gemeenteraad voor alleen ten aanzien van twee soorten winkels n.l. die, waar uitsluitend of in hoofdzaak vlsch en tabak wordt verkocht of in voorraad zijn de bekende verklaring af te leggen tot verruiming van de verkoopgelegenheid op Zondag. Ten aanzien van de overige zaken achten B. en W. de verruiming met het oog op den uit slag van het gehouden onderzoek niet gewet tigd. De bestaande gewone openstelling van vier achtereenvolgende uren tusschen acht uur des voormiddags en acht uur des namiddags lijkt B. en W. voor deze zaken voldoende. Wat betreft de volledige vergunningen en slijterijen heeft zich wel een beduidende meer derheid voor de verruiming verklaard, doch B. en W. adviseeren den raad daarop niet in te gaan, aangezien huns inziens niet voldoende argumenten zijn aan te voeren voor de open stelling van de gelegenheden tot drankverkoop per maat op Zondag, althans in deze gemeente. De Velserzweminriohting In het Hotel Au gusta werd een persconferentie belegd door de Velser Zwemvereeniging. In verband met de ongunstige ligging van de Velser zweminrichting zijn reeds verscheidene plannen besproken, doch al verbeterde men nog zooveel, men bereikte niet wat men zoo gaarne wilde, n.l.: een moderne zweminrichting in de kom der gemeente Velsen. Thans heeft het be stuur der Velser Zwemvereeniging een poging ondernomen die veel kans van slagen heeft. Men heeft reeds een perspectiefteckening van het zwembad gemaakt, dat dan zou moeten komen in het Park Velserbeek. De afmetingen voor de nieuwe Velser Zwem inrichting zijn: Benoodigd terrein: 80 X 70 M. Hoofdgebouw, waaryan afmetingen nog niet geheel bekend zijn. Links en rechts een opbergruimte, voor de kleeding der zwemmers (garderobe), elk groot plm. 31J4 X 4 M„ waarin aan de bassinzijde to taal 56 wissel-cabines. Aan het einde der vleugels douche-inrichtin gen, ieder plm. 5 X 4 M. 2 X 15 verhuurcabines van ruime afmetingen. 1 groot bassin, 50 X 25 M., diepte 1.50 tot 2.00 M., en diep 3 M. onder de springplanken. 1 klein bassin 10 X 25 M. Diepte 0.50 tot 1.50 M. 1 klein bassin 10 X 25 M. Diepte 0 tot 0.50 M. Totale wateroppervlakte 1500 M2. Zonnestrand 80 X 25 M. waarop in den N. O. hoek eventueel een ketelhuis te bouwen. Rondom de bassins tegelpaden en achter deze tegelpaden grasgazons en beplanting. Eenige banken aan de bassins. Het bestuur der Velser Zwemvereeniging heeft over dit plan een schrijven gericht aan den Ge meenteraad. Daarin wordt oa. gezegd, dat het geheele ter rein met een afscheiding omgeven zal worden, welke het terrein volkomen ratten vrij zal hou den. Het voor den bouw benoodigde kapitaal zal getracht worden van het publiek te krijgen door het uitgeven van obligaties, rentende 4 pet. Deze obligaties worden afgelost in 20 jaar. De abonnementsprijzen zullen zeer laag gehou den worden, opdat door eenieder van de inrich ting gebruik gemaakt kan worden. Het voor een dergelijke inrichting benoodigde bedrag is begroot op plm. f 35.000. Dit totale be drag zal, gezien de zeer moeilijke tijdsomstandig heden niet gemakkelijk, om niet te zeggen bui tengewoon moeilijk bijeen gebracht kunnen wor den. De exploitatie is zoo opgezet dat aan de hand van de gegevens der bestaande inrichting deze inrichting zonder kans op tekorten geëxploiteerd kan worden. Verzocht wordt voor den bouw van deze in richting van de hulp der werklooze arbeiders in deze gemeente gebruik te mogen maken. De volgende groepen van personen zullen noo dig zijn. De daarbij geschatte mandagen zijn: Grondwerker 1600 mandagen; opperlieden 290 mandagen; timmerlieden 600 mandagen; metse laars 380 mandagen; stucadoors 110 mandagen; loodgieter 100 mandagenbetonwerkers 120 man dagen; voegers 55 mandagen; schilders 170 man dagen; tuinlieden 130 mandagen; smeden 45 mandagen; straatmakers 50 mandagen. Totaal 3650 mandagen. VMWW lUttYUUWWUNU 1YYWV uwuuvAwvm n\\Y\\\\ i\n\\\\ \\\\\\v\m\\\\\i\ iwuuw wunniw\Y\ - V- - VI "I Urn,,. iuuiHl/11'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 7