Zoekt gij betrouwbaar j Personeel? Plaats dan 'n„Omroeper 1 voor 75.000gezinnen STADSNIEUWS Q t Kronkelwegen der critiek Provinciaal waterleidingbedrijf Crisis van het vertrouwen GEMEENTEBESTUREN TE ALKMAAR BIJEEN Protestbrief aan Goebbels Japan verrast MEER STILTE JA Z aiiiuuinniniininnniiiniiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiininiiii: 9P DONDERDAG 4 OCTOBER 1934 R. K. LYCEUM De hoogeerw. pater Generaal plechtig ontvangen Arbeidsbemiddeling De werkloozen naar Bleeke Bet Prijsuitreiking Korthals-fonds l. Dierendag voor de jeugd Oorlogsgedenkteeken voor vriend en vijand Een ideale fabriek „Handschriften van Leonardo da Vinei" De directeur van het bedrijf heeft een uiteenzetting van den gang van zaken gegeven Goedkooper water Uiteenzetting directeur Waterwinning Organisatie Italiaansch orkest in New York Berichten opgenomen in een deel van ons vorig nummer Van de buitenlandsche journa listen in Duitschland Over de verklaring van generaal Mitchell 25 Juli in Oostenrijk Er bestond ook een complot om Miklas te ontvoeren Ontoelaatbare actie NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT llllllllllllllllll Ir Woensdagavond om zeven uur is de hoogeerw. Pater Generaal, dr. Clemens Fuhl, die per auto uit Friesland kwam, aan het R.K. Lyceum aan gekomen. Z. Hoogeerwaarde was vergezeld van Fr. Bo- neventura Vermeiden, assistens generalis, dr. fr. S. Makaay .provinciaal van de Nederlandsche Provincie, dr. fr. Winfridus Hünsfuer, secretaris en archivaris van de orde. Z .H, E. werd ontvangen volgens het voorge schreven ceremonieel van de orde. Een groot aantal Lyceïsten en belangstellen den waren in de kapel aanwezig. Er werd een korte begroetingsplechtigheid gehouden. Hedenmorgen kwart over acht zou de hoog eerw. pater Generaal in de Lyceumkapel een plechtige H. Mis opdragen. De jaarlijksche vergadering van agenten der arbeidsbemiddeling in het district Haarlem vond Maandag 1 October j.l. plaats in het gebouw der Districts-Arbeidsbeurs onder leiding van den directeur der Arbeidsbeurs, den heer J. Vaer. Behalve door alle agenten op één na, die verhinderd was, werd de vergadering hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk bijgewoond door den voorzitter den heer W. J. B. van Liemt, wethouder van Haarlem en verschillende leden van de Commissie van Toezicht. In den voor middag werd o.m. door den voorzitter ingeleid het onderwerp: De agenten en de Commissie van Toezicht op de Districts-Arbeidsbeurs, ter wijl na de pauze de heer N. H. Smit, directeur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs te Beverwijk sprak over: De bemiddeling van vrouwelijke ar beidskrachten in het district. Ten slotte hield de heer Th. van Lier, referendaris bij den Rijks dienst der Werkloosheidsverzekering en Ar beidsbemiddeling te 's Gravenhage een lezing over het onderwerp: De Wet van 16 Mei 1934, tot regeling van het verrichten van arbeid door vreemdelingen. Voor deze inleiding bestond groote belang stelling. Behalve door de bovengenoemde per sonen word zij bijgewoond door eenige wethou ders van gemeenten uit het district, verscheidene politieautoriteiten en ambenaren van gemeente secretarieën, terwijl ook uitgenoodigd waren de diresteuren der Districts-Arbeidsbeurzen in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht, die, op een enkele uitzondering na, aan deze uitnoodiing gevolg hadden gegeven. Een werklooze schrijft ons: Aan een gedeelte der crisisslachtoffers (helaas een gedeelte) want geen theater kan ze alle bevatten) is Dinsdagmiddag een plotseling groot genoegen bereid, door de directie van het Rem brandt Theater. Hunkerend hadden velen hunner reeds ge keken naar de lange files, die dagelijks op de Groote Markt geposteerd stonden om kaarten te bemachtigen voor de film „Bleeke Bet". En nu genoten die talrijken zelf van de prach tige Hollandsche film, genoten ze zelf van de romantische Jordaanschets, die zoo geestig en boeiend is. Deze eerste amusementsmiddag was prachtig en dankbaar was het klaterend ap plaus, toen Luijken namens het Comité aan den heer Bakker een bescheiden bloemenhulde aan bood. Een schitterende inzet van de wintercampag- ne, die dit nuttige Comité, thans aanving. De voorzitter der vereeniging „Door Vermaak tot Nut", de heer M. Lugt, heeft Woensdagmid dag aan een negental leerlingen van verschil lende scholen, die hiervoor in aanmerking kwa men, den prijs van het Korthals-fonds uitge reikt in de school aan de Parklaan 108. De heer Lugt sprak een woor^ van welkom tot de ouders, de hoofden der scholen, die aan wezig waren en de prijswinnaars. Hij merkte op, dat dit jaar de prijs slechts behaald was door een negental leerlingen. De prijs bestond uit een diploma, dat den win naars recht geeft om zich verder te bekwamen. Het Korthalsfonds geeft een bijdrage in de kosten van dit voortgezet onderwijs. De prijswinnaars waren: G. Zuiderveld, J. M. Bakker, W. v, Velthuysen, L. Timmerman, E. 7. En U draalt een heelanol halven tlag om (met alle gevolgen: zie 8) 6.als u tegen den slip Instuurt, gaat de auto de rondte tollen (xie 7) 5. Als U echte in figuur 3 het stuur naar links draait... (zie 6) 4. Zoo wordt auto in het rech te spoor terug gedrongen. 3. Draai dan voorwielen óók naar ree (met den slip méé dusl) 2. Het achterdeel gaatnaarrechts w e g g I ij d (slippen) 1Een auto rijdt rechtuit (op dn pa- plardus naar bo van) G. Antonisse, A. C. Klabou, J. W. Geurts, A. M. v. Leeuwen en Chr. Fictor. Na de prijsuitdeeling richtte de heer Lugt nog een dankwoord tot den heer J. Brandenburg, hoofd van de school aan de Parklaan, voor de bereidwilligheid, waarmee hij ook dit jaar weer zijn lokalen voor de korte plechtigheid had be schikbaar gesteld. Verder richtte hij een dankwoord tot de aan wezige hoofden en tot alle onderwijzers, voor hun jaarlijksche medewerking tot welslagen van het „Artisfeest". Een der schoolhoofden, de heer D. Peere boom, dankte tenslotte de commissie van „Door Vermaak tot Nut" voor het werk, dat aan de prijsuitreiking voorafgaat en namens de ouders en kinderen voor de ontvangen prijzen. Gisterenmiddag had etr gelegenheid van den dierendag in Cinema Palace een filmvoorstel ling plaats voor de kinderen van de Bijzondere en Openbare Scholen te Haarlem. Voor het begin van de •voorstelling sprak mr. J. A. P. C. ten Bokkel, voorzitter van de Afdee- ling Haarlem van de vereeniging voor Dieren bescherming, een openingswoord, waarin hij de belangen der vereeniging aan de aanwezige schooljeugd aanbeval. Vervolgens werden enkele dierenfilms ver toond, die door de kinderen met hoorbare aan dacht gevolgd werden. In het Tshatchak nabij Belgrado is een oor logsgedenkteeken opgericht, dat waarschijnlijk eenig is in zijn soort, aangezien het zoowel aan de vijanden als aan de vrienden is gewijd. Onder het gedenkteeken zijn zoowel de over- b.ijfselen van soldaten der Oostenrijksch-Hon- gaarsche monarchie als van Serven en Bos- niërs begraven. Het is opgericht door de vereeniging van re serve-officieren ter bevordering van de zaak des vredes en der goede verstandhouding tus- schen de volken. Het gedenkteeken bevat het kruis van de Katholieke en van de Orthodox-Christelijke Kirk, alsmede het embleem van de Ster en de Wassende Maan der Bosnische Mohamme danen. Te New York wordt op het oogenblik een fa briek gebouwd, die als zij eenmaal klaar is de rustigste fabriek ter wereld zaf zijn. Alle ven sters zijn geluiddicht, zoodat het lawaai van de straat niet in de fabriek doordringt. De ma chines zijn op rubberplaten gemonteerd, zoodat iedere trilling vermeden wordt. Men becijfert, dat de prestaties van de arbeiders op deze wijze met 33 pCt. zullen toenemen. In de neutrale bibliotheek te Irkoetsk heeft men een boek „Handschriften van Leonardo da \inci" gevonden geschreven in het Italiaansch en Fransch. Het boek werd in 1893 te Parijs in 300 exem plaren gedrukt en het te Irkoetsk gevonden exemplaar draagt het nummer 88. In het boek is een geschrift genaaid, bevattende teekenin- gen en beschrijvingen van het vliegtoestel, met de vervaardiging waarvan Leonardo da Vinei zich ongeveer in de jaren 1505 tot 1509 zou hebben beziggehouden. De beschrijvingen zijn gesteld in het Itali aansch. Bedrijvigheid onder de jonge huisvrouwen in het werkdorp der stichting Joodsche Arbeid te Nieuwesluis in den Wiering er meerpolder, welke Woensdag is geopend Umoet eens met een onfortuinlijk wiel renner over sportbladen praten en u zuil schrikken van den gelen haat en groenen nijd, welke eensklaps uit 'smans voor kort nog zoo vriendelijke en goedige oogen u tegen stra len. Ge zult dan veel vernemen over omkoope- rijen en listig geïntrigeer. Ge zult wonderen hooren over glazen bier, waarmee gunstige oor- deelen werden gekocht en over rijke renners, die voor honderden guldens kolommen-lange lofartikelen laten schrijven. Of het waar is, wat deze renners u heesch in het oor fluisteren, wie zal dat uitmaken? Zij, die honderden guldens geven voor lovende artikelen, zullen het niet ver:ellen; nog minder zij, die honderden guldens voor het schrijven ervan ontvangen. Om echter geen onverdiende blaam te werpen op achtenswaardige lieden, willen we alleen de vraag stellen: Hoe weten die heesch-fluisterende renners, wat niemand hun toch vertellen zou? Doch het kan gebeuren, dat ze u, op een waarlijk klassieke wijze ver toornd, zullen toevoegen: „Moeten we dan onze oogen sluiten en zeg gen: „We Zien niets!" en onze ooren dicht stop pen en uitroepen: „We hooren niets. Het is doodstil-!-?" Zoo gaat het op het gebied van de wielersport. Er heerscht een crisis der critiek, welke men ge makkelijk als een crisis van het vertrouwen herkennen kan. In het kamp der combines, bil sportlieden, wier strijd om het bestaan voor duizenden vermaak en ontspanning is, heerscht een zoo groot wantrouwen in de critiek en een zoo stevig geloof in haar omkoopbaarheid, dat zij nog alleen voor buitenstaanders haar waarde en waardigheid behield. En deze toestand heeft helaas! neiging zich epidemisch uit te breiden. Het zijn niet langer alleen onfortuinlijke wielrenners, in wier oogen men den gelen haat en den groenen nijd kan zier. flikkeren en vlammen. Ook onfortuinlijke dichters, schrijvers, schilders en musici weten van de critiek veel slechts te vertellen. En op den achtergrond van hun verwijten loert de beschuldiging van omkoopbaarheid. Een oude koe Het is over het algemeen niet goed oude koeien uit de sloot der vergetelheid op te vis- schen, doch nu we het hier hebben over de crisis der critiek, zich uitend in de taal van wielrenners en dichters, in oen argwaan van managers en uitgevers en in den al te irorischen glimlach van publiek en passanten, kan het zijn nut hebben er aan te herinneren, hoe de crisis der critiek als zoovele crises niets nieuws onder de zon is, maar een herhaling van een herhaling, een echo van een echo, een schaduw van een schaduw. Negen a tien jaar geleden verscheen er een brochure, welke den belangwekkenden titel droeg van „Openbare Critiek op werken van levende meesters", en welke zeer onderhoudende brochure was samengesteld door de Critiek- Commissie, een college, dat bestond uit de afge vaardigden van verschillende kunstenaarsveree- nigingen, en in welk boekje de grappigste aller grappen weer opgeld deed, namelijk: het naast elkander stellen van twee critieken over een zelfde kunstwerk, waarbij dan grinnikend valt op te merken, dat het twee verschillende oordeelen zijn. Ook de wanhopige capriolen van critici, die zonder catalogus een expositie moe ten „verslaan", worden met voldoening be schreven. Aan één citaat wordt deze zeer juiste opmerking toegevoegd: „Laat men in dezen geest eens een critiek ge ven op een voetbalwedstrijd, een platte neus en een paar blauwe oogen zullen dé resultaten zijn!" Doch de goede tijd, dat schilders bakkeleiden en zich in herbergtwisten mengden, is voorbij! In alle geval is dit boekje over critiek een zeer waardevol boekje, omdat het met de hulp van vele voorbeelden leert, dat critiek niet is, wat ze niet zijn kan, een onfeilbaar oordeel, on- wijzigbaar en ongewijzigd. Bovendien leert het, dat niets zoozeer een juist oordeel over critiek in den weg staat, als wantrouwen, kwade trouw. Een juister inzicht in de beperkte macht, het beperkt gezag der critiek had men zich vroeger reeds verworven. We bedoelen het geval met dat schoone, door eenige Tachtigers opzettelijk bombastisch in elkander gedraaide heldenge dicht „Julia", dat door de toenmalige critiek mateloos geprezen werd. Gebaseerd op deze critieken verscheen toen de klassieke brochure over „de Onbevoegdheid der Hollandsche lite raire kritiek". En eenige jaren geleden haalde Herman Moerkerk die mop uit met dat Russische schil dersgenie, dat, aan de hand zijner meesterwer ken, onmatig werd geprezen en toch naderhand niemand anders bleek te zijn dan Moer kerk zelf. Gistermorgen was de uitnoodiging van het Provinciaal Waterleidingbedrijf een groot aan tal gemeentebestuurders uit Noord-Holland te Alkmaar bijeengekomen. Te elf uur werden dezen allen in de Harmo nie begroet door de directie van het bedrijf. De Directeur van het P. W. N., de heer J. van Oldenborgh, heette üe aanwezigen welkom en geeft daarbij zijn verheugenis te kennen over de zeer groote belangstelling. Hij had niet durven vermoeden, dat, zooals geschied is, 400 leden der besturen van gemeenten, gelegen in de afdeeling Noord van het P. W. N., aan zijn uitnoodiging zouden gevolg geven. Spreker stelde er prijs op de gemeentebe sturen juist nu in nader contact met het P. W. N. te brengen. Immers dit bedrijf is m de nagenoeg 15 jaren, dat het thans bestaat, de kinderschoenen ontwassen. Het moge voor de kinderziekten niet gespaard zijn gebleven, ge zegd mag worden, dat het flink is gegroeid en zich in een krachtig gestel mag verheugen. T)t vollen wasdom gekomen, blikt het slechts ee-i oogenblik achter zich, om met vasten tred de toekomst tegen te gaan. Wat deze toekomst brengen zal? Veel is nog in haar schoot verborgen, maar één gebeurtenis kon reeds aangekondigd wor den: de ingrijpende tari efsverlaging per 1 Januari 1935. Voorwaar een daad die in de donkere tijdsomstandigheden als een heldere lichtstraal zal worden begroet. Den korten terugblik leverde spreker, wanneer hij de oprichting van het P. W. N. op 1 Januari 1920 nagaat, welke oprichting wordt ingezit met overenmig van de bezittingen van de Alk- maarsche en Zaanlandsche waterleidingen. Bij den opzet deden zich in sterke mate een drietal factoren gelden, die op de ontwikke ling en de uitkomsten van het bedrijf van ovar- heerschende beteekenis zijn geweest en waar mede, zooals de resultaten hebben bewezen, ge lukkige grepen zijn gedaan, n.l. het stelsel aer directe levering, de bevordering der verplichte aansluiting en het systeem om per giro de gelden te innen. Spreker wijst vervolgens op den grooten uitbouw van het hoofdleidingnet, van 220 K.M. per 1 Januari 1920 tot thans ruim 2000 K.M. Sedert eenige jaren heeft de rege ling, in het leven geroepen om z.g. niet-ren- dabele uitbreidingen mogelijk te maken, gu stig gewerkt. In het laatste jaarverslag kon er op worden gewezen, dat daardoor werken tot een bedrag van 614 ton gouds mogelijk werden gemaakt, terwijl dientengevolge de bewoners van meer dan 1600 perceelen in het genot van leidingwater werden gesteld, die anders niet of althans veel later in aanmerking zouden komen. Het spreekt vanzelf, dat bij de groote ver meerdering van het aantal waterafnemers niet met de waterwinpjaatsen en waterwinnings middelen, zooals die werd aangetroffen te Ber gen en Heemskerk kon worden volstaan. De bestaande werken werden uitgebreid, nieuwe winplaatsen werden gesticht te Castricum, te Bennebroek en Laren. Ook werd in den loop der jaren een groot kwantum water van een tweetal andere bedrijven betrokken. In dit verband wenscht spreker speciaal melding te maken van de medewerking, welke het P.W.N. steeds van de gemeente Amsterdam heeft mo gen ondervinden, een medewerking, die vooral in de jaren, <fet het P. W. N. nog niet over de eigen winplaatsen in het Gooi en te Benne broek kon beschikken, van groot belang is ge weest. Aan de hand van eenige teekeningen wordt vervolgens een uiteenzetting gegeven van de wijze, waarop het water in en onder de duinen voorkomt en gewonnen wordt, bij welke ge legenheid de voordeelen worden in het licht gesteld van het door het P. W. N. toegepaste stysteem (de gesloten winning van dien duin water). Voor de vegetatie, die alzoo gespaard blijft voor den verdrogenden invloed eener bovenwaterwinning, is het toegepaste stelsel van het grootste gewicht. Uit de mededeêling van spjeker blijkt, dat de hoeveelheid te Bergen onttrokken water van 851.167 M3. in 1920 ge stegen is tot 5.727.950 M3. in 1933. Ten einde de zekerheid te hebben, dat tot in lengte van dagen over voldoende en deug delijk water kan worden beschikt, kocht de Provincie in het vorig jaar ongeveer 1.800 H.A. duingrond aan, welk gebied, vereenigd met het Provinciale Landgoed Bakkum (ruim 1.000 H.A.) en de bestaande waterwingebieden bij Bergen en Wijk aan Zee (550 H.A.) onder het beheer van het P. W. N. werden gesteld. Toch wordt voor de toekomstige waterwin ning ook nog het oo ggericht op het Uselmeer, dat geleidelijk aan het verzoeten is. Spreker gaf vervolgens een korte schets van de organisatie. Het verzorgingsgebied is ver deeld in 3 af deelingen: Noord Midden en Zuia, die elk weer onderverdeeld zijn in respectie velijk 3, 3 en 2 districten. In de hoofdplaatsen dier districten zijn bijkantoren gevestigd, in de afdeeling Noord te Alkmaar, Hoorn en Schagen. De leiding van den Technischen dienst en van de Administratie wordt uit het Hoofdbureau Bloemendaal gegeven. Daarin zijn ook onder gebracht de afdeeling Algemeene Zaken, Secre tariaat en Personeel, alsmede de afdeeling Scheikunde en Bacteriologie (voor de controle van de hoedanigheid van het water). Aan de. hand eener graphische voorstelling, betrekking hebbende op het aantal aansluitin gen, het waterverbruik en de inkomsten, wordt de ontwikkeling van het Bedrijf geschetst van af de oprichting tot 31 December 1933. De stand van zaken over 1933 en de op grond daarvan over 1934 te verwachten uitkomsten deden besluiten tot een belangrijke tariefverla ging over te gaan, die hetTbedrijf rond 4 ton gouds minder inkomsten zal verschaffen. De Directeur constateert, dat hiermede zijn streven om het Noord-Hollandsche platteland tegen redelijken prijs goed leidingwater te bren gen is ingelost en hoopt thans op de medewer king van allen om hun Bedrijf tot verderen bloei en daardoor tot nog lagere tarieven te brengen. Hierna vertrok men naar Bergen, waar na een koffiemaaltijd, een bezoek werd gebracht aan de waterwinplaatsen en installaties van het bedrijf aldaar. Gramme uitgevers Laten we voorop stellen, dat de moed, waar mee de Nederlandsche uitgevers ondanks den nood der tijden blijven uitgeven, den voor spor tiviteit ontvankelijken mensch begeestert en- verrukt. Hun moed moet men altijd bewonde ren, jammer, dat men het hun boeken niet al tijd kan doen! En daar begint de worm te knagen, de nare worm van het wantrouwen! Uitgevers immers geven niet alles uit. Ze geven alleen het beste uit, althans, wat hun het beste dunkt. En dan komt de critiek, die nare, onberekenbare critiek en durft prullen te noemen, wat meesterwerken moeten worden. En de uitgever is machteloos. Ja, hij kan een brief aan den bewusten criticus zenden, waarin vijf maal het woord „jongeling" en tienmaal het woord „onbevoegd" voorkomt en dan verwijst hij naar bladen en tijdschriften, welke zijn uitgaven jubelend begroetten en wier meening juist is, omdat het juist zijn meening is. Ja, de nood der uitgevers is zoo hoog gestegen, dat, naar men mij van hooggeachte zijde in het oor fluisterde, men er ernstig aan denkt,'n eigen boekbesprekings-orgaan voor uitgevers te stich ten. Hopenlijk betreft het hier een grap, of hoogstens een voorbijgaande vlaag van veront waardiging of ontmoediging. Waar immers blijft het gezond verstand, als men critiek gaat noe men, wat niets anders is dan het aanprijzen van eigen waar? Molière vond zijn keukenmeid goed genoeg om zijn blijspelen te beoordeelen Zou de critiek in Nederland tot zulk een laag peil zijn gedaald, dat ze zelfs niet meer dieoele- mentaire waarde bezit, welke er voor Molière school in het woord eener keukenmeid? Zwakke regeerders verbieden critiek en dat pleit tégen de regeerders en vóór de critiek. En daarom moet het toch een grap geweest zijn, welke mij van overigens hooggeachte zijde in 't oor gefluisterd werd. Wat een naren, saaien tijd gaan we anders tegemoet als er niets meer dan mooie, interessante en boeiende boeken zul len- verschijnen. We zullen dan compleet snak ken naar een prul Het is zonderling, zéér zonderling, maar het meest vernietigende vonnis, dat ooit over de Nederlandsche letterkunde uitgesproken werd, wordt geveld juist door hen, die als de grap géén grap mocht blijken het minst tegen critiek zijn bestand. Er bestaat geen schandaliger en hatelijker motie van wantrouwen in de waarde der Ne derlandsche letterkunde dan het ontzaglijk hooge percentage vertalingen, dat in Ne derland op de boekenmarkt gebracht wordt. Over het peil dier vertalingen hebben we reeds het onze gezegd. Over het peil der ver taalde werken zou nog heel wat te zeggen zijn. Het feit, dat de meeste boeken van Ches terton nog onvertaald bleven, terwijl er van Edgar Wallace vertaling na vertaling verschijnt, spreekt boekdeelen. Doch spreken we thans over het feit dier zondvloed-overvloedige ver talingen. Dat is een critiek, die inderdaad onduldbaar en ondraaglijk is. Het strekt den Nederland - schen uitgever tot eer, dat hij belangrijke wer ken in vertaling tot het Nederlandsche volk brengt. Dat hij den smaak van het Nederland sche publiek stelselmatig of waarschijnlijk ai- leen maar „per ongeluk" maar daarom niet minder definitief vergiftigt door het publi- ceeren van allerlei halfzachte vertaalde prui len, is in deze toch zoo nationale tijden een nationale schande. We steunen het Nederlanrisch Fabrikaat er- besteden, het geld, dat we hebben, in het eigen land. Doch de Nederlandsche cultuur gaat heel stiekem op de flesch. Als de Nederlandsche uitgevers willen klagen over de strengheid en hardheid der Nederland sche critiek, laten ze daar dan heel even mee wachten. Strenger critiek dan hun vonnis over de eigen Nederlandsche litteratuur is moeilijk denkbaar. Eer de gezonde verhouding tus- schen het aantal oorspronkelijke en vertaalde uitgaven niet is hersteld, zou zwijgen verstan diger zijn. Er is ook hier een crisis van het vertrouwen Men vertrouwt meer op de goede kwaliteiten van het buitenland, dan op de waarde van de eigen Nederlandsche litteratuur. Van buiten landsche werken weet men, of ze „gegaan" zijn. Van Nederlandsche werken moet dit nog blijken. En de gezonde, Nederlandsche ondernemingslust komt eerst dan in actie, als het hoog noodig is of gegarandeerd voordeelig. Een waarschuwing In den aanvang van ons eerste artikel over het netelige onderwerp, dat we behandelden met een uitvoerigheid, geheel overeenstemmend met de belangrijkheid van het sujet, wezen we reeds op het hachelijke van ons ondernemen, te willen schrijven over iets, dat voor velen even onaangenaam is als tandpijn. Daarom een waarschuwing tot slot. Er zijn in Nederland vele menschen, die zich maar niet kunnen voorstellen, dat het mogelijk is over ideeën te schrijven en die achter iederen zin, dien men schrijft een persoon zoe ken of een belang. Wie schrijven zou over de gerechtigheid, zou ervan worden verdacht, in de gevangenis te hebben gezeten En wie schrijft over critiek, stelt zich bloot aan de blaam, persoonlijk te zijn, ook al noemt men geen en kelen persoon. We leven in een klein land en wie „Brand" roept, wordt erop aangezien, agent te zijn van een brandverzekering. We willen daarom onze verhandeling over het wantrouwen en de gebrekkige liefde voor de eigen, vaderlandsche letteren sluiten met de woorden, waarmee ons groote voorbeeld in on versaagdheid, Frederik van Eeden, zijn ver handeling „over kritiek" sloot: „Ik zal het niet kunnen ontgaan, dat men bij het lezen der vorige bladzijden telkens denkt: nu spreekt hij over die, nu bedoelt hij die. Dit is een gewoonte, waarvan wei nige lezers zich kunnen .osmaken. De vrij gemaakte idee boeit den meesten niet ge noeg, men wil, als studenten op het col lege, experimenten, liefst vivisectie." Een waar woord van een groot man! En wie na een laatste woord om met Staring te spreken nog graag een laatster hooren, mo gen zich op de waarheid bezinnen van dit an der ware woord van Van Eeden, te vinden in dezelfde verhandeling (zie zijn „Studies" tweede reeks), dat „de critiek van de wetenschap moet leeren op de schoonheid meer dan op de per soonlijkheid te letten, zooals wetenschap meer op de waarheid let dan op de originaliteit". VAN OLDENBURG ERMKE Het optreden van een Italiaansch orkest in een café in de 14e Straat te New York, die midden in een communistisch agitatiecentrum is gelegen, heeft tot communistische demon straties geleid, welke ingrijpen der politie nood zakelijk maakten. Het publiek trachtte onder het roepen van „Weg met Mussolini" het optreden te verhin deren. Eerst nadat 800 politiemannen krachtig waren opgetreden, gelukte het, de menschen- menigte uit elkaar te drijven. BERLIJN, 3 Oct. Het bestuur van de Ver eeniging van buitenlandsche journalisten te Berlijn heeft een protestbrief gericht aan den Rijkspropaganda-minister dr. Goebbels, waarop tot nog toe geen antwoord is ontvangen. De brief bevat o.a. een klacht over de op merking, die de radio-verslaggever van de Saarbetoogingen te Ehrenbreitstein op 26 Augustus j.l. heeft gemaakt over de buitenland sche journalisten, van w*ie hij in zijn radio reportage zei: „Daar zitten zij, de vreemdelin gen, en ook zij zullen ongetwijfeld onder den indruk zijn. Maar dan zullen zij weggaan en leugens vertellen in hun kranten". Het bestuur der buitenlandsche persvereeniging wijst erop, dat de buitenlandsche journalisten aanwezig waren als de uitgenoodigde gasten van het propaganda-ministerie, doch niettemin voor de geheele Duitsche natie als leugenaars werden gebrandmerkt. Dit gebeurde zelfs voordat zij nog een letter over de betooging hadden ge schreven. De brief beklaagt zich over de systematische campagne, die tegen de buitenlandsche journa listen wordt gevoerd, waarbij herhaaldelijk uit drukkingen als het door de gedachten-associa tie naar „canaille" verwijzende woord „jour naille" worden gebruikt. Herhaaldelijk worden mannen en vrou wen die jarerilang in Duitschland in het belang van Duitschland hebben gewerkt, uitgenoodigd tot het bijwonen van bijeenkomsten, waar hun beroep op de felste wijze wordt aangevallen. Bovendien heeft de geheime politie in de laatste maanden herhaaldelijk vruchtelooze huiszoekingen in de Woningen van buitenland sche journalisten gedaan. In de overtuiging, dat de minister van deze omstandigheden niet op de hoogte kan zijn, verzoekt het bestuur der Vereeniging hem, de journalisten tegen der gelijke behandelingen te beschermen. TOKIO, 3 Oct. (Reuter) De verklaringen van den vroegeren Amerikaanschen generaal Mitchell, dat hij Japan den gevaarlijksten vijand van de Vereenigde Staten acht en dat hij der halve de regeering aanspoort zeppelins en vliegtuigen te bouwen voor een komenden strijd met Japan, heeft te Tokio veel opzien gebaard. De regeering heeft besloten, dat de Japan- sche gezant te Washington zal protesteeren tegen een dergelijk optreden, dat geëigend is om misverstand tusschen beide mogendheden te scheppen. WEENEN, 3 Oct. (V.D.) De politie té Weenen en Klagenfurt deelt mede, dat er een complot heeft bestaan om op 25 Juli j.l., toen bondskanselier Dollfuss vermoord werd, den Oostenrijkschen bondspresident dr. Miklas te ontvoeren. Een der voornaamste leden van de Oostenrijksche S. S„ die inmiddels naar het buitenland is gevlucht, was belast met het toe zicht op de uitvoering van het plan, dat niet doorging door de arrestatie van twee Weensche nazi's, een dokter en een ingenieur, die op 21 en 23 Juli besprekingen over deze zaak met de S. S. zouden hebben gehad. Het was de bedoe ling, den bondspresident, die met zijn familie te Velden aan de Wörthersee vertoefde, te dwingen zijn goedkeuring aan de vorming van een Kabinet, onder leiding van Rintelen te geven. De twee gearresteerde nazi's, die broers zijn, zullen binnenkort voor een Krijgsraad te Weenen verschijnen. BANDOENÓ, 3 Oct. (Aneta). D. D., vroeger bekend om zijn politieke acties, thans leider van het Kesatrijan-instituut, is door de politie verhoord naar aanleiding van door hem in zijn school gedane uitlatingen tegen het gezag, spe ciaal in verband met de Lombok-herdenking. Hij ontkende zich hieraan te hebben schul dig gemaakt, doch de aanwijzingen om de conclusie te wettigen dat het hier een ontoe laatbare actie betreft, zijn voldoende. Op het Kesatrijan-instituut bevinden zich voor het grootste gedeelte Inlandsche leerlingen. D.D. verwijderde 2 Europeesche en 1 Chi- neeschen leerling van de school, daar hij dezen er van verdacht de recherche te hebben inge licht. Nu komt er rustl Nu zijn over bodige geluidssignalen verboden (f75. boeteI). 't Werd tijd: ze toeterden er maar op los! Wie—?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 4