Zoekt gij betrouwbaar j
Personeel?
Plaats dan 'n„Omroeper
1 voor 75.000gezinnen
STADSNIEUWS
Q
t
Kronkelwegen der critiek
Provinciaal waterleidingbedrijf
Crisis van het vertrouwen
GEMEENTEBESTUREN TE
ALKMAAR BIJEEN
Protestbrief aan
Goebbels
Japan verrast
MEER STILTE
JA Z
aiiiuuinniniininnniiiniiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiininiiii:
9P
DONDERDAG 4 OCTOBER 1934
R. K. LYCEUM
De hoogeerw. pater Generaal
plechtig ontvangen
Arbeidsbemiddeling
De werkloozen naar Bleeke Bet
Prijsuitreiking Korthals-fonds
l.
Dierendag voor de jeugd
Oorlogsgedenkteeken
voor vriend en vijand
Een ideale fabriek
„Handschriften van
Leonardo da Vinei"
De directeur van het bedrijf heeft
een uiteenzetting van den gang
van zaken gegeven
Goedkooper water
Uiteenzetting directeur
Waterwinning
Organisatie
Italiaansch orkest in
New York
Berichten opgenomen in een deel van ons
vorig nummer
Van de buitenlandsche journa
listen in Duitschland
Over de verklaring van generaal
Mitchell
25 Juli in Oostenrijk
Er bestond ook een complot om
Miklas te ontvoeren
Ontoelaatbare actie
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
llllllllllllllllll Ir
Woensdagavond om zeven uur is de hoogeerw.
Pater Generaal, dr. Clemens Fuhl, die per auto
uit Friesland kwam, aan het R.K. Lyceum aan
gekomen.
Z. Hoogeerwaarde was vergezeld van Fr. Bo-
neventura Vermeiden, assistens generalis, dr. fr.
S. Makaay .provinciaal van de Nederlandsche
Provincie, dr. fr. Winfridus Hünsfuer, secretaris
en archivaris van de orde.
Z .H, E. werd ontvangen volgens het voorge
schreven ceremonieel van de orde.
Een groot aantal Lyceïsten en belangstellen
den waren in de kapel aanwezig.
Er werd een korte begroetingsplechtigheid
gehouden.
Hedenmorgen kwart over acht zou de hoog
eerw. pater Generaal in de Lyceumkapel een
plechtige H. Mis opdragen.
De jaarlijksche vergadering van agenten der
arbeidsbemiddeling in het district Haarlem vond
Maandag 1 October j.l. plaats in het gebouw
der Districts-Arbeidsbeurs onder leiding van
den directeur der Arbeidsbeurs, den heer J.
Vaer. Behalve door alle agenten op één na, die
verhinderd was, werd de vergadering hetzij
geheel, hetzij gedeeltelijk bijgewoond door
den voorzitter den heer W. J. B. van Liemt,
wethouder van Haarlem en verschillende leden
van de Commissie van Toezicht. In den voor
middag werd o.m. door den voorzitter ingeleid
het onderwerp: De agenten en de Commissie
van Toezicht op de Districts-Arbeidsbeurs, ter
wijl na de pauze de heer N. H. Smit, directeur
der Gemeentelijke Arbeidsbeurs te Beverwijk
sprak over: De bemiddeling van vrouwelijke ar
beidskrachten in het district. Ten slotte hield de
heer Th. van Lier, referendaris bij den Rijks
dienst der Werkloosheidsverzekering en Ar
beidsbemiddeling te 's Gravenhage een lezing
over het onderwerp: De Wet van 16 Mei 1934,
tot regeling van het verrichten van arbeid door
vreemdelingen.
Voor deze inleiding bestond groote belang
stelling. Behalve door de bovengenoemde per
sonen word zij bijgewoond door eenige wethou
ders van gemeenten uit het district, verscheidene
politieautoriteiten en ambenaren van gemeente
secretarieën, terwijl ook uitgenoodigd waren de
diresteuren der Districts-Arbeidsbeurzen in de
provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en
Utrecht, die, op een enkele uitzondering na, aan
deze uitnoodiing gevolg hadden gegeven.
Een werklooze schrijft ons:
Aan een gedeelte der crisisslachtoffers (helaas
een gedeelte) want geen theater kan ze alle
bevatten) is Dinsdagmiddag een plotseling groot
genoegen bereid, door de directie van het Rem
brandt Theater.
Hunkerend hadden velen hunner reeds ge
keken naar de lange files, die dagelijks op de
Groote Markt geposteerd stonden om kaarten
te bemachtigen voor de film „Bleeke Bet".
En nu genoten die talrijken zelf van de prach
tige Hollandsche film, genoten ze zelf van de
romantische Jordaanschets, die zoo geestig en
boeiend is. Deze eerste amusementsmiddag was
prachtig en dankbaar was het klaterend ap
plaus, toen Luijken namens het Comité aan den
heer Bakker een bescheiden bloemenhulde aan
bood.
Een schitterende inzet van de wintercampag-
ne, die dit nuttige Comité, thans aanving.
De voorzitter der vereeniging „Door Vermaak
tot Nut", de heer M. Lugt, heeft Woensdagmid
dag aan een negental leerlingen van verschil
lende scholen, die hiervoor in aanmerking kwa
men, den prijs van het Korthals-fonds uitge
reikt in de school aan de Parklaan 108.
De heer Lugt sprak een woor^ van welkom
tot de ouders, de hoofden der scholen, die aan
wezig waren en de prijswinnaars.
Hij merkte op, dat dit jaar de prijs slechts
behaald was door een negental leerlingen.
De prijs bestond uit een diploma, dat den win
naars recht geeft om zich verder te bekwamen.
Het Korthalsfonds geeft een bijdrage in de
kosten van dit voortgezet onderwijs.
De prijswinnaars waren: G. Zuiderveld, J.
M. Bakker, W. v, Velthuysen, L. Timmerman, E.
7. En U draalt een
heelanol halven
tlag om (met
alle gevolgen:
zie 8)
6.als u tegen
den slip Instuurt,
gaat de auto
de rondte tollen
(xie 7)
5. Als U echte
in figuur 3 het
stuur naar links
draait... (zie 6)
4. Zoo wordt
auto in het rech
te spoor terug
gedrongen.
3. Draai dan
voorwielen óók
naar ree
(met den slip
méé dusl)
2. Het achterdeel
gaatnaarrechts
w e g g I ij d
(slippen)
1Een auto rijdt
rechtuit (op dn pa-
plardus naar bo van)
G. Antonisse, A. C. Klabou, J. W. Geurts, A. M.
v. Leeuwen en Chr. Fictor.
Na de prijsuitdeeling richtte de heer Lugt
nog een dankwoord tot den heer J. Brandenburg,
hoofd van de school aan de Parklaan, voor de
bereidwilligheid, waarmee hij ook dit jaar weer
zijn lokalen voor de korte plechtigheid had be
schikbaar gesteld.
Verder richtte hij een dankwoord tot de aan
wezige hoofden en tot alle onderwijzers, voor
hun jaarlijksche medewerking tot welslagen
van het „Artisfeest".
Een der schoolhoofden, de heer D. Peere
boom, dankte tenslotte de commissie van „Door
Vermaak tot Nut" voor het werk, dat aan de
prijsuitreiking voorafgaat en namens de ouders
en kinderen voor de ontvangen prijzen.
Gisterenmiddag had etr gelegenheid van den
dierendag in Cinema Palace een filmvoorstel
ling plaats voor de kinderen van de Bijzondere
en Openbare Scholen te Haarlem.
Voor het begin van de •voorstelling sprak mr.
J. A. P. C. ten Bokkel, voorzitter van de Afdee-
ling Haarlem van de vereeniging voor Dieren
bescherming, een openingswoord, waarin hij de
belangen der vereeniging aan de aanwezige
schooljeugd aanbeval.
Vervolgens werden enkele dierenfilms ver
toond, die door de kinderen met hoorbare aan
dacht gevolgd werden.
In het Tshatchak nabij Belgrado is een oor
logsgedenkteeken opgericht, dat waarschijnlijk
eenig is in zijn soort, aangezien het zoowel aan
de vijanden als aan de vrienden is gewijd.
Onder het gedenkteeken zijn zoowel de over-
b.ijfselen van soldaten der Oostenrijksch-Hon-
gaarsche monarchie als van Serven en Bos-
niërs begraven.
Het is opgericht door de vereeniging van re
serve-officieren ter bevordering van de zaak
des vredes en der goede verstandhouding tus-
schen de volken.
Het gedenkteeken bevat het kruis van de
Katholieke en van de Orthodox-Christelijke
Kirk, alsmede het embleem van de Ster en de
Wassende Maan der Bosnische Mohamme
danen.
Te New York wordt op het oogenblik een fa
briek gebouwd, die als zij eenmaal klaar is de
rustigste fabriek ter wereld zaf zijn. Alle ven
sters zijn geluiddicht, zoodat het lawaai van de
straat niet in de fabriek doordringt. De ma
chines zijn op rubberplaten gemonteerd, zoodat
iedere trilling vermeden wordt. Men becijfert,
dat de prestaties van de arbeiders op deze wijze
met 33 pCt. zullen toenemen.
In de neutrale bibliotheek te Irkoetsk heeft
men een boek „Handschriften van Leonardo da
\inci" gevonden geschreven in het Italiaansch
en Fransch.
Het boek werd in 1893 te Parijs in 300 exem
plaren gedrukt en het te Irkoetsk gevonden
exemplaar draagt het nummer 88. In het boek
is een geschrift genaaid, bevattende teekenin-
gen en beschrijvingen van het vliegtoestel, met
de vervaardiging waarvan Leonardo da Vinei
zich ongeveer in de jaren 1505 tot 1509 zou
hebben beziggehouden.
De beschrijvingen zijn gesteld in het Itali
aansch.
Bedrijvigheid onder de jonge huisvrouwen in het werkdorp der stichting Joodsche
Arbeid te Nieuwesluis in den Wiering er meerpolder, welke Woensdag is geopend
Umoet eens met een onfortuinlijk wiel
renner over sportbladen praten en u zuil
schrikken van den gelen haat en groenen
nijd, welke eensklaps uit 'smans voor kort nog
zoo vriendelijke en goedige oogen u tegen stra
len. Ge zult dan veel vernemen over omkoope-
rijen en listig geïntrigeer. Ge zult wonderen
hooren over glazen bier, waarmee gunstige oor-
deelen werden gekocht en over rijke renners,
die voor honderden guldens kolommen-lange
lofartikelen laten schrijven.
Of het waar is, wat deze renners u heesch in
het oor fluisteren, wie zal dat uitmaken? Zij,
die honderden guldens geven voor lovende
artikelen, zullen het niet ver:ellen; nog minder
zij, die honderden guldens voor het schrijven
ervan ontvangen. Om echter geen onverdiende
blaam te werpen op achtenswaardige lieden,
willen we alleen de vraag stellen: Hoe weten
die heesch-fluisterende renners, wat niemand
hun toch vertellen zou? Doch het kan gebeuren,
dat ze u, op een waarlijk klassieke wijze ver
toornd, zullen toevoegen:
„Moeten we dan onze oogen sluiten en zeg
gen: „We Zien niets!" en onze ooren dicht stop
pen en uitroepen: „We hooren niets. Het is
doodstil-!-?"
Zoo gaat het op het gebied van de wielersport.
Er heerscht een crisis der critiek, welke men ge
makkelijk als een crisis van het vertrouwen
herkennen kan. In het kamp der combines, bil
sportlieden, wier strijd om het bestaan voor
duizenden vermaak en ontspanning is, heerscht
een zoo groot wantrouwen in de critiek en een
zoo stevig geloof in haar omkoopbaarheid, dat
zij nog alleen voor buitenstaanders haar waarde
en waardigheid behield.
En deze toestand heeft helaas! neiging zich
epidemisch uit te breiden. Het zijn niet langer
alleen onfortuinlijke wielrenners, in wier oogen
men den gelen haat en den groenen nijd kan
zier. flikkeren en vlammen. Ook onfortuinlijke
dichters, schrijvers, schilders en musici weten
van de critiek veel slechts te vertellen. En op
den achtergrond van hun verwijten loert de
beschuldiging van omkoopbaarheid.
Een oude koe
Het is over het algemeen niet goed oude
koeien uit de sloot der vergetelheid op te vis-
schen, doch nu we het hier hebben over de
crisis der critiek, zich uitend in de taal van
wielrenners en dichters, in oen argwaan van
managers en uitgevers en in den al te irorischen
glimlach van publiek en passanten, kan het zijn
nut hebben er aan te herinneren, hoe de crisis
der critiek als zoovele crises niets nieuws
onder de zon is, maar een herhaling van een
herhaling, een echo van een echo, een schaduw
van een schaduw.
Negen a tien jaar geleden verscheen er een
brochure, welke den belangwekkenden titel
droeg van „Openbare Critiek op werken van
levende meesters", en welke zeer onderhoudende
brochure was samengesteld door de Critiek-
Commissie, een college, dat bestond uit de afge
vaardigden van verschillende kunstenaarsveree-
nigingen, en in welk boekje de grappigste aller
grappen weer opgeld deed, namelijk: het naast
elkander stellen van twee critieken over een
zelfde kunstwerk, waarbij dan grinnikend valt
op te merken, dat het twee verschillende
oordeelen zijn. Ook de wanhopige capriolen van
critici, die zonder catalogus een expositie moe
ten „verslaan", worden met voldoening be
schreven. Aan één citaat wordt deze zeer juiste
opmerking toegevoegd:
„Laat men in dezen geest eens een critiek ge
ven op een voetbalwedstrijd, een platte neus en
een paar blauwe oogen zullen dé resultaten
zijn!"
Doch de goede tijd, dat schilders bakkeleiden
en zich in herbergtwisten mengden, is voorbij!
In alle geval is dit boekje over critiek een
zeer waardevol boekje, omdat het met de hulp
van vele voorbeelden leert, dat critiek niet is,
wat ze niet zijn kan, een onfeilbaar oordeel, on-
wijzigbaar en ongewijzigd. Bovendien leert het,
dat niets zoozeer een juist oordeel over critiek
in den weg staat, als wantrouwen, kwade trouw.
Een juister inzicht in de beperkte macht, het
beperkt gezag der critiek had men zich vroeger
reeds verworven. We bedoelen het geval met dat
schoone, door eenige Tachtigers opzettelijk
bombastisch in elkander gedraaide heldenge
dicht „Julia", dat door de toenmalige critiek
mateloos geprezen werd. Gebaseerd op deze
critieken verscheen toen de klassieke brochure
over „de Onbevoegdheid der Hollandsche lite
raire kritiek".
En eenige jaren geleden haalde Herman
Moerkerk die mop uit met dat Russische schil
dersgenie, dat, aan de hand zijner meesterwer
ken, onmatig werd geprezen en toch naderhand
niemand anders bleek te zijn dan Moer
kerk zelf.
Gistermorgen was de uitnoodiging van het
Provinciaal Waterleidingbedrijf een groot aan
tal gemeentebestuurders uit Noord-Holland te
Alkmaar bijeengekomen.
Te elf uur werden dezen allen in de Harmo
nie begroet door de directie van het bedrijf.
De Directeur van het P. W. N., de heer J.
van Oldenborgh, heette üe aanwezigen welkom
en geeft daarbij zijn verheugenis te kennen
over de zeer groote belangstelling. Hij had niet
durven vermoeden, dat, zooals geschied is,
400 leden der besturen van gemeenten, gelegen
in de afdeeling Noord van het P. W. N., aan
zijn uitnoodiging zouden gevolg geven.
Spreker stelde er prijs op de gemeentebe
sturen juist nu in nader contact met het
P. W. N. te brengen. Immers dit bedrijf is m
de nagenoeg 15 jaren, dat het thans bestaat,
de kinderschoenen ontwassen. Het moge voor de
kinderziekten niet gespaard zijn gebleven, ge
zegd mag worden, dat het flink is gegroeid en
zich in een krachtig gestel mag verheugen. T)t
vollen wasdom gekomen, blikt het slechts ee-i
oogenblik achter zich, om met vasten tred de
toekomst tegen te gaan.
Wat deze toekomst brengen zal? Veel is
nog in haar schoot verborgen, maar één
gebeurtenis kon reeds aangekondigd wor
den: de ingrijpende tari efsverlaging per
1 Januari 1935. Voorwaar een daad die in
de donkere tijdsomstandigheden als een
heldere lichtstraal zal worden begroet.
Den korten terugblik leverde spreker, wanneer
hij de oprichting van het P. W. N. op 1 Januari
1920 nagaat, welke oprichting wordt ingezit
met overenmig van de bezittingen van de Alk-
maarsche en Zaanlandsche waterleidingen.
Bij den opzet deden zich in sterke mate een
drietal factoren gelden, die op de ontwikke
ling en de uitkomsten van het bedrijf van ovar-
heerschende beteekenis zijn geweest en waar
mede, zooals de resultaten hebben bewezen, ge
lukkige grepen zijn gedaan, n.l. het stelsel aer
directe levering, de bevordering der verplichte
aansluiting en het systeem om per giro de gelden
te innen. Spreker wijst vervolgens op den
grooten uitbouw van het hoofdleidingnet, van
220 K.M. per 1 Januari 1920 tot thans ruim
2000 K.M. Sedert eenige jaren heeft de rege
ling, in het leven geroepen om z.g. niet-ren-
dabele uitbreidingen mogelijk te maken, gu
stig gewerkt. In het laatste jaarverslag kon
er op worden gewezen, dat daardoor werken tot
een bedrag van 614 ton gouds mogelijk werden
gemaakt, terwijl dientengevolge de bewoners
van meer dan 1600 perceelen in het genot van
leidingwater werden gesteld, die anders niet of
althans veel later in aanmerking zouden
komen.
Het spreekt vanzelf, dat bij de groote ver
meerdering van het aantal waterafnemers niet
met de waterwinpjaatsen en waterwinnings
middelen, zooals die werd aangetroffen te Ber
gen en Heemskerk kon worden volstaan. De
bestaande werken werden uitgebreid, nieuwe
winplaatsen werden gesticht te Castricum, te
Bennebroek en Laren. Ook werd in den loop
der jaren een groot kwantum water van een
tweetal andere bedrijven betrokken. In dit
verband wenscht spreker speciaal melding te
maken van de medewerking, welke het P.W.N.
steeds van de gemeente Amsterdam heeft mo
gen ondervinden, een medewerking, die vooral
in de jaren, <fet het P. W. N. nog niet over de
eigen winplaatsen in het Gooi en te Benne
broek kon beschikken, van groot belang is ge
weest.
Aan de hand van eenige teekeningen wordt
vervolgens een uiteenzetting gegeven van de
wijze, waarop het water in en onder de duinen
voorkomt en gewonnen wordt, bij welke ge
legenheid de voordeelen worden in het licht
gesteld van het door het P. W. N. toegepaste
stysteem (de gesloten winning van dien duin
water). Voor de vegetatie, die alzoo gespaard
blijft voor den verdrogenden invloed eener
bovenwaterwinning, is het toegepaste stelsel van
het grootste gewicht. Uit de mededeêling van
spjeker blijkt, dat de hoeveelheid te Bergen
onttrokken water van 851.167 M3. in 1920 ge
stegen is tot 5.727.950 M3. in 1933.
Ten einde de zekerheid te hebben, dat tot
in lengte van dagen over voldoende en deug
delijk water kan worden beschikt, kocht de
Provincie in het vorig jaar ongeveer 1.800 H.A.
duingrond aan, welk gebied, vereenigd met het
Provinciale Landgoed Bakkum (ruim 1.000
H.A.) en de bestaande waterwingebieden bij
Bergen en Wijk aan Zee (550 H.A.) onder het
beheer van het P. W. N. werden gesteld.
Toch wordt voor de toekomstige waterwin
ning ook nog het oo ggericht op het Uselmeer,
dat geleidelijk aan het verzoeten is.
Spreker gaf vervolgens een korte schets van
de organisatie. Het verzorgingsgebied is ver
deeld in 3 af deelingen: Noord Midden en Zuia,
die elk weer onderverdeeld zijn in respectie
velijk 3, 3 en 2 districten. In de hoofdplaatsen
dier districten zijn bijkantoren gevestigd, in de
afdeeling Noord te Alkmaar, Hoorn en Schagen.
De leiding van den Technischen dienst en van
de Administratie wordt uit het Hoofdbureau
Bloemendaal gegeven. Daarin zijn ook onder
gebracht de afdeeling Algemeene Zaken, Secre
tariaat en Personeel, alsmede de afdeeling
Scheikunde en Bacteriologie (voor de controle
van de hoedanigheid van het water).
Aan de. hand eener graphische voorstelling,
betrekking hebbende op het aantal aansluitin
gen, het waterverbruik en de inkomsten, wordt
de ontwikkeling van het Bedrijf geschetst van
af de oprichting tot 31 December 1933.
De stand van zaken over 1933 en de op grond
daarvan over 1934 te verwachten uitkomsten
deden besluiten tot een belangrijke tariefverla
ging over te gaan, die hetTbedrijf rond 4 ton
gouds minder inkomsten zal verschaffen.
De Directeur constateert, dat hiermede zijn
streven om het Noord-Hollandsche platteland
tegen redelijken prijs goed leidingwater te bren
gen is ingelost en hoopt thans op de medewer
king van allen om hun Bedrijf tot verderen
bloei en daardoor tot nog lagere tarieven te
brengen.
Hierna vertrok men naar Bergen, waar na
een koffiemaaltijd, een bezoek werd gebracht
aan de waterwinplaatsen en installaties van
het bedrijf aldaar.
Gramme uitgevers
Laten we voorop stellen, dat de moed, waar
mee de Nederlandsche uitgevers ondanks den
nood der tijden blijven uitgeven, den voor spor
tiviteit ontvankelijken mensch begeestert en-
verrukt. Hun moed moet men altijd bewonde
ren, jammer, dat men het hun boeken niet al
tijd kan doen!
En daar begint de worm te knagen, de nare
worm van het wantrouwen! Uitgevers immers
geven niet alles uit. Ze geven alleen het beste
uit, althans, wat hun het beste dunkt. En dan
komt de critiek, die nare, onberekenbare critiek
en durft prullen te noemen, wat meesterwerken
moeten worden. En de uitgever is machteloos.
Ja, hij kan een brief aan den bewusten criticus
zenden, waarin vijf maal het woord „jongeling"
en tienmaal het woord „onbevoegd" voorkomt
en dan verwijst hij naar bladen en tijdschriften,
welke zijn uitgaven jubelend begroetten en wier
meening juist is, omdat het juist zijn meening
is.
Ja, de nood der uitgevers is zoo hoog gestegen,
dat, naar men mij van hooggeachte zijde in het
oor fluisterde, men er ernstig aan denkt,'n eigen
boekbesprekings-orgaan voor uitgevers te stich
ten. Hopenlijk betreft het hier een grap, of
hoogstens een voorbijgaande vlaag van veront
waardiging of ontmoediging. Waar immers blijft
het gezond verstand, als men critiek gaat noe
men, wat niets anders is dan het aanprijzen
van eigen waar? Molière vond zijn keukenmeid
goed genoeg om zijn blijspelen te beoordeelen
Zou de critiek in Nederland tot zulk een laag
peil zijn gedaald, dat ze zelfs niet meer dieoele-
mentaire waarde bezit, welke er voor Molière
school in het woord eener keukenmeid?
Zwakke regeerders verbieden critiek en dat
pleit tégen de regeerders en vóór de critiek. En
daarom moet het toch een grap geweest zijn,
welke mij van overigens hooggeachte zijde in
't oor gefluisterd werd. Wat een naren, saaien
tijd gaan we anders tegemoet als er niets meer
dan mooie, interessante en boeiende boeken zul
len- verschijnen. We zullen dan compleet snak
ken naar een prul
Het is zonderling, zéér zonderling, maar het
meest vernietigende vonnis, dat ooit over de
Nederlandsche letterkunde uitgesproken werd,
wordt geveld juist door hen, die als de grap
géén grap mocht blijken het minst tegen
critiek zijn bestand.
Er bestaat geen schandaliger en hatelijker
motie van wantrouwen in de waarde der Ne
derlandsche letterkunde dan het ontzaglijk
hooge percentage vertalingen, dat in Ne
derland op de boekenmarkt gebracht wordt.
Over het peil dier vertalingen hebben we
reeds het onze gezegd. Over het peil der ver
taalde werken zou nog heel wat te zeggen zijn.
Het feit, dat de meeste boeken van Ches
terton nog onvertaald bleven, terwijl er van
Edgar Wallace vertaling na vertaling verschijnt,
spreekt boekdeelen. Doch spreken we thans
over het feit dier zondvloed-overvloedige ver
talingen.
Dat is een critiek, die inderdaad onduldbaar
en ondraaglijk is. Het strekt den Nederland -
schen uitgever tot eer, dat hij belangrijke wer
ken in vertaling tot het Nederlandsche volk
brengt. Dat hij den smaak van het Nederland
sche publiek stelselmatig of waarschijnlijk ai-
leen maar „per ongeluk" maar daarom niet
minder definitief vergiftigt door het publi-
ceeren van allerlei halfzachte vertaalde prui
len, is in deze toch zoo nationale tijden een
nationale schande.
We steunen het Nederlanrisch Fabrikaat er-
besteden, het geld, dat we hebben, in het eigen
land. Doch de Nederlandsche cultuur gaat heel
stiekem op de flesch.
Als de Nederlandsche uitgevers willen klagen
over de strengheid en hardheid der Nederland
sche critiek, laten ze daar dan heel even mee
wachten. Strenger critiek dan hun vonnis over
de eigen Nederlandsche litteratuur is moeilijk
denkbaar. Eer de gezonde verhouding tus-
schen het aantal oorspronkelijke en vertaalde
uitgaven niet is hersteld, zou zwijgen verstan
diger zijn.
Er is ook hier een crisis van het vertrouwen
Men vertrouwt meer op de goede kwaliteiten
van het buitenland, dan op de waarde van de
eigen Nederlandsche litteratuur. Van buiten
landsche werken weet men, of ze „gegaan" zijn.
Van Nederlandsche werken moet dit nog blijken.
En de gezonde, Nederlandsche ondernemingslust
komt eerst dan in actie, als het hoog noodig
is of gegarandeerd voordeelig.
Een waarschuwing
In den aanvang van ons eerste artikel over
het netelige onderwerp, dat we behandelden
met een uitvoerigheid, geheel overeenstemmend
met de belangrijkheid van het sujet, wezen we
reeds op het hachelijke van ons ondernemen, te
willen schrijven over iets, dat voor velen even
onaangenaam is als tandpijn. Daarom een
waarschuwing tot slot.
Er zijn in Nederland vele menschen, die zich
maar niet kunnen voorstellen, dat het mogelijk
is over ideeën te schrijven en die achter
iederen zin, dien men schrijft een persoon zoe
ken of een belang. Wie schrijven zou over de
gerechtigheid, zou ervan worden verdacht, in de
gevangenis te hebben gezeten En wie schrijft
over critiek, stelt zich bloot aan de blaam,
persoonlijk te zijn, ook al noemt men geen en
kelen persoon. We leven in een klein land en
wie „Brand" roept, wordt erop aangezien, agent
te zijn van een brandverzekering.
We willen daarom onze verhandeling over het
wantrouwen en de gebrekkige liefde voor de
eigen, vaderlandsche letteren sluiten met de
woorden, waarmee ons groote voorbeeld in on
versaagdheid, Frederik van Eeden, zijn ver
handeling „over kritiek" sloot:
„Ik zal het niet kunnen ontgaan, dat men
bij het lezen der vorige bladzijden telkens
denkt: nu spreekt hij over die, nu bedoelt
hij die. Dit is een gewoonte, waarvan wei
nige lezers zich kunnen .osmaken. De vrij
gemaakte idee boeit den meesten niet ge
noeg, men wil, als studenten op het col
lege, experimenten, liefst vivisectie."
Een waar woord van een groot man! En wie
na een laatste woord om met Staring te
spreken nog graag een laatster hooren, mo
gen zich op de waarheid bezinnen van dit an
der ware woord van Van Eeden, te vinden in
dezelfde verhandeling (zie zijn „Studies" tweede
reeks), dat „de critiek van de wetenschap moet
leeren op de schoonheid meer dan op de per
soonlijkheid te letten, zooals wetenschap meer
op de waarheid let dan op de originaliteit".
VAN OLDENBURG ERMKE
Het optreden van een Italiaansch orkest in
een café in de 14e Straat te New York, die
midden in een communistisch agitatiecentrum
is gelegen, heeft tot communistische demon
straties geleid, welke ingrijpen der politie nood
zakelijk maakten.
Het publiek trachtte onder het roepen van
„Weg met Mussolini" het optreden te verhin
deren. Eerst nadat 800 politiemannen krachtig
waren opgetreden, gelukte het, de menschen-
menigte uit elkaar te drijven.
BERLIJN, 3 Oct. Het bestuur van de Ver
eeniging van buitenlandsche journalisten te
Berlijn heeft een protestbrief gericht aan den
Rijkspropaganda-minister dr. Goebbels, waarop
tot nog toe geen antwoord is ontvangen.
De brief bevat o.a. een klacht over de op
merking, die de radio-verslaggever van de
Saarbetoogingen te Ehrenbreitstein op 26
Augustus j.l. heeft gemaakt over de buitenland
sche journalisten, van w*ie hij in zijn radio
reportage zei: „Daar zitten zij, de vreemdelin
gen, en ook zij zullen ongetwijfeld onder den
indruk zijn. Maar dan zullen zij weggaan en
leugens vertellen in hun kranten". Het bestuur
der buitenlandsche persvereeniging wijst erop,
dat de buitenlandsche journalisten aanwezig
waren als de uitgenoodigde gasten van het
propaganda-ministerie, doch niettemin voor de
geheele Duitsche natie als leugenaars werden
gebrandmerkt. Dit gebeurde zelfs voordat zij
nog een letter over de betooging hadden ge
schreven.
De brief beklaagt zich over de systematische
campagne, die tegen de buitenlandsche journa
listen wordt gevoerd, waarbij herhaaldelijk uit
drukkingen als het door de gedachten-associa
tie naar „canaille" verwijzende woord „jour
naille" worden gebruikt.
Herhaaldelijk worden mannen en vrou
wen die jarerilang in Duitschland in het belang
van Duitschland hebben gewerkt, uitgenoodigd
tot het bijwonen van bijeenkomsten, waar hun
beroep op de felste wijze wordt aangevallen.
Bovendien heeft de geheime politie in de
laatste maanden herhaaldelijk vruchtelooze
huiszoekingen in de Woningen van buitenland
sche journalisten gedaan. In de overtuiging, dat
de minister van deze omstandigheden niet op
de hoogte kan zijn, verzoekt het bestuur der
Vereeniging hem, de journalisten tegen der
gelijke behandelingen te beschermen.
TOKIO, 3 Oct. (Reuter) De verklaringen
van den vroegeren Amerikaanschen generaal
Mitchell, dat hij Japan den gevaarlijksten vijand
van de Vereenigde Staten acht en dat hij der
halve de regeering aanspoort zeppelins en
vliegtuigen te bouwen voor een komenden strijd
met Japan, heeft te Tokio veel opzien gebaard.
De regeering heeft besloten, dat de Japan-
sche gezant te Washington zal protesteeren
tegen een dergelijk optreden, dat geëigend is
om misverstand tusschen beide mogendheden
te scheppen.
WEENEN, 3 Oct. (V.D.) De politie té
Weenen en Klagenfurt deelt mede, dat er een
complot heeft bestaan om op 25 Juli j.l., toen
bondskanselier Dollfuss vermoord werd, den
Oostenrijkschen bondspresident dr. Miklas te
ontvoeren. Een der voornaamste leden van de
Oostenrijksche S. S„ die inmiddels naar het
buitenland is gevlucht, was belast met het toe
zicht op de uitvoering van het plan, dat niet
doorging door de arrestatie van twee Weensche
nazi's, een dokter en een ingenieur, die op 21
en 23 Juli besprekingen over deze zaak met de
S. S. zouden hebben gehad. Het was de bedoe
ling, den bondspresident, die met zijn familie
te Velden aan de Wörthersee vertoefde, te
dwingen zijn goedkeuring aan de vorming van
een Kabinet, onder leiding van Rintelen te
geven. De twee gearresteerde nazi's, die broers
zijn, zullen binnenkort voor een Krijgsraad te
Weenen verschijnen.
BANDOENÓ, 3 Oct. (Aneta). D. D., vroeger
bekend om zijn politieke acties, thans leider
van het Kesatrijan-instituut, is door de politie
verhoord naar aanleiding van door hem in zijn
school gedane uitlatingen tegen het gezag, spe
ciaal in verband met de Lombok-herdenking.
Hij ontkende zich hieraan te hebben schul
dig gemaakt, doch de aanwijzingen om de
conclusie te wettigen dat het hier een ontoe
laatbare actie betreft, zijn voldoende. Op het
Kesatrijan-instituut bevinden zich voor het
grootste gedeelte Inlandsche leerlingen.
D.D. verwijderde 2 Europeesche en 1 Chi-
neeschen leerling van de school, daar hij dezen
er van verdacht de recherche te hebben inge
licht.
Nu komt er rustl Nu zijn over
bodige geluidssignalen verboden
(f75. boeteI). 't Werd tijd: ze
toeterden er maar op los! Wie—?