Nog meer loonsverlaging yS Pelikaan-Comité Teekenen en wonderen Redt Volendam nog actief Kruidt Uw sausen met HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent ZATERDAG 6 OCTOBER 1934 Het spoorwegpersoneel in de crisis Ruim f 96.000 bijeen Actie gaat onverzwakt voort ÜP -ja TELE FUN KEN KOSTEN VAN DEN WEG Recht op snellen bouw van tolvrije bruggen POSTERIJEN Geslaagd in het vormen van een hechte basis voor het Natio naal Luchtvaartfonds Uit Indië IN 15 JAAR GEGROEID TOT WERELDBEDRIJF Tot liquidatie wordt overgegaan NIEUW R.K. ZIEKENHUIS TE DELFT EMIL FIEDLER ÉlK K**». lx Telef. 348, Tilbur UIT DEN LEERHANDEL Nieuwe vorm van samenwerking wordt gezocht buiten de Cen trale H.L.S. om Een trouw lezer van ons blad zond ons dezer dagen een briefje, waarin ons verzocht werd, eenige bijzondere aan dacht te willen wijden aan de economische en sociale positie van het spoorwegperso neel; een en ander in verband met het feit, dat er voor dit personeel weder een nieuwe loonsverlaging dreigt, waarover aldus de briefschrijver door buitenstaan ders maar al te vaak veel te ondeskundig en veel te lichtvaardig geoordeeld, gespro ken en geschreven werd en wordt; zouden wij, zoo vraagt hij, niet eens plaatsruimte beschikbaar kunnen stellen „om de positie van dit personeel met deskundige voor lichting uiteen te zetten, zoodat de lezers een juisten kijk krijgen op het groote ver schil dat er financieel bestaat tusschen de inkomens van een spoorweggezin en die van gezinnen, welke van andere bedrijven of or ganen leven"; tevens vraagt hij onze aan dacht voor de veel ongunstiger omstandig heden, waaronder dit personeel werkt; hoofdzakelijk verzoekt hij ons echter het licht te laten vallen op d" verschillende verlagingen, welke dit perse reeds „geslikt" heeft. De eerlijke bedoeling en de overtuigdheid van eigen recht, welke uit het briefje spra ken, hebben ons direct en gaarne doen be sluiten, aan het verzoek zoo ruim mogelijk tegemoet te komen, en reeds den volgen den dag zaten wij te Utrecht in de werk kamer van den heer H. F. Timmermans, secretaris van „St. Raphaël" en van den Personeelsraad der Nederlandsche Spoor wegen, en lieten wij ons door dezen bij uitstek deskundige alles vertellen, wat tot voorlichting van onze lezers omtrent deze hoogst belangrijke aangelegenheid dienstig zou kunnen zijn. De heer Timmermans, hoezeer ook insider, achtte het lang niet licht we hebben 't hem ook lang niet gemakkelijk gemaakt met onze vragen! zonder al te uitvoerig en al te gecompliceerd te worden een inzicht te geven in deze moeilijke ma terie; maar bovendien was er nog een ander bezwaar: bij bespreking van het vraagstuk zouden onwillekeurig vergelij kingen gemaakt moeten worden tusschen loonen van spoorwegpersoneel en Rijks personeel, en nu zou de heer Timmermans niets sterker betreuren dan een eventueel misverstand: als zouden de spoorwegman nen afgunstig zijn op het Rijkspersoneel, als zouden de spoorwegmannen de Rijks- loonen (te) hoog achten. Géén van beide is het geval: de spoor- Wegmannefi günnën het Rijkspersoneel van harte de hoogere bezoldiging, welke overi gens ook waarlijk niet rijk mag heeten. Wij hebben den heer Timmermans be loofd, dat wij dit „woord vooraf" van hem zeer nadrukkelijk zouden vermelden. Waaraan wij bij dezen voldaan hebben. Kunt u ons, zoo vingen wij het inter view aan, een kort historisch over zichtje geven van de loonsverlagingen sinds „den goeden ouden tijd" toen de loonen (vóór 19221923) volgens de vak bonden op goede basis stonden? Dat is een treurige kroniek, luidde het antwoord: het eerst is men (met ingang van 30 Juli 1922) gaan knabbelen aan de uurloonen; deze werdefi met 10 pet. ver laagd, welke verlaging op 1 Januari 1923 echter teruggebracht werd tot 7 pet.; gelijk tijdig werd evenwel de verplichte pensioen storting van 8y2 pet. ingevoerd; 1 Januari 1924 bracht een nieuwe loonsverlaging van 7 pet., en tezelfder tijd de inhouding van 4 dagen loon, uitmakende alweer 1 pet. loons vermindering; per 1 Juli 1932 kreeg het personeel opnieuw een loonkorting en wel aanvankelijk met 5 pet.; op 1 April 1933 werd deze loonkorting omgezet in een loonsverlaging van 8 pet., waarna op 1 Mei 1.1. de loonsverlaging met 4 pet. is ingegaan. Met de jaarloonen is het iets „beter" ge steld. Eerst kreeg het personeel de pensioen storting van 8 pet. te betalen per 1 Janu ari 1923; daarna per 1 Januari 1924 een loonsverlaging van 9 pet., met tegelijkertijd de inhouding van 4 dagen loon, dus nog eens 1 pet. verlaging; verder is het verloop der verlagingen voor het jaarloon-personeel precies eender geweest als voor het in uur loon werkende; de met 1 Juli ingegane loonkorting van 5 pet. werd per 1 April 1933 omgezet in een loonsverlaging van 8 pet. en per 1 Mei 1934 werd de loonsverlaging van 4 pet. toegepast. In het algemeen kan men zeggen, dat het spoorwegpersoneel gemiddeld ruim 30 pet. loonsverlaging, althans inkomstenvermin dering, heeft moeten lijden. Behoudens dan nog verschillende andere Verslechteringen, zooals b.v. het uitblijven van promoties, het inkrimpen van kaders, Van personeel. Tal van betrekkingen, die vroeger door hooger gerangschikt en hooger bezoldigd personeel werden waargenomen, worden thans door lager gerangschikt en lager bezoldigd personeel vervuld. Kunt u een en ander ook in enkele cijfers uitdrukken? Zeer zeker. Op 31 December 1921 waren er, aan vast-aangesteld personeel, in dienst 51078 man, en werd er aan het personeel totaal ten koste gelegd een bedrag van 129.585.000 per jaar; en op den laatsten Decemberdag van 1933 hadden de spoor wegen nog maar 36465 man in dienst, en Werd er in totaal aan loonen nog maar 81.774.000 uitgekeerd; dat is dus een ver mindering met bijna 50 millioen, een besparing alléén al op personeel van meer dan 40 pet. Toch zijn de diensten niet ingekrom pen, niet waar? Ingekrompen? Integendeel! De dien sten zijn juist sterk geïntensiveerd; dat kunnen wij o.a. heel duidelijk opmerken, wanneer wij het aantal gereden locomotief kilometers van voorheen en thans eens vergelijken: In de maand Juli 1922 werden door 4904 man locomotief-personeel 5.340.923 locomo tiefkilometers gereden, in de maand Juli 1934 door 4234 man 5.515.633 kilometers; bij 13 pet. inkrimping van het bedienend locomotief-personeel is de praestatie in doorsnee nog vermeerderd met 3.27 pet. Ja, ons spoorwegpersoneel mag wel eens een pluimpje hebben; leest u hier maar eens, wat de „Vereinszeitung"ons inter nationaal vakblad nog onlangs omtrent de Nederlandsche Spoorwegen mededeelde. En we lazen: „Van 1921 tot 1933 zijn de bedrijfskosten per ton van 4.73 tot 2.03 teruggeloopen, zij zijn daardoor lager dan die der meeste andere spoor wegen. Ook het aantal in dienst zijnde per sonen per 1000 treinkilometers is lager dan waar ook, terwijl de bedrijfscoëfficient alleen voor de Zwitsersehe bondsspoorwegen lager is." Hoe is de geest onder de spoorweg mannen? informeerden wij. Uitmuntend! Het spoorwegpersoneel is een rustig stel menschen; het verricht zijn taak met hart en ziel, met buitenge wone toewijding, maar gaat men voort met het toepassen van steeds nieuwe loons verlagingen nadat er reeds zoo sterk verlaagd is en houdt men geen rekening- met redelijke wenschen, dan zal, vrees ik, die goede geest op den duur niet blijven bestaan. Zooals u weet, dreigt er nu weer een loonsverlaging van 5 pet.; de directie der Nederlandsche Spoorwegen is van meening, dat de netto-loonen van het personeel in het algemeen niet onjuist te achten zijn, maar zoo redeneert zij houdt men in het oog, a. dat sedert jaren de loonregeling van het spoorwegpersoneel zich richtte naar wat ten opzichte van de loonregeling voor het Rijkspersoneel plaats had; b. dat het Rijk jaarlijks groote bedragen aan spoorwegtekorten moet bijbetalen en dus mag eischen, dat aan het spoorweg personeel geen hooger loon wordt uitge keerd dan aan het Rijkspersoneel; c. dat de regeering werkzaam is in de richting van gelijkmaking der loonen van provincies en gemeenten aan die van het rijk; dan komt men tot het inzicht, a. dat de netto-loonen van het spoorweg personeel thans in hoofdzaak getoetst moe ten worden aan die van het Rijkspersoneel; b. dat de bezoldiging van het geheele spoorwegpersoneel eenige verlaging zal moeten ondergaan. Wat de heer Timmermans op deze argu menteering aan te merken had, vertellen wij in een volgend artikel. Heden is een belangrijke studie verschenen van de Algemeene Nederlandsche Verkeersfede- ratie (A N. V. F.) ovr het aandeel van het mo tor-wegverkeer in de kosten van den weg (Bun del II, No. 7). De studie maakt onderscheid tusschen wegen, welke onmisbaar zijn voor de verkeersdispersie m het algemeen belang en ten goede komen aan alle vormen van transport, eenerzijds en con- currentiewegen, waarop verschillende vormen van transport naast elkaar het verkeer bedienen, anderzijds. Om practische redenen zijn de voordeelen van het motor-wegverkeer niet breed uitgeme ten en voorts ten laste hiervan ook uitgaven gebracht, die, streng genomen, uit de algemeene middelen behooren te worden bestreden. Aldus zijn uitvoedrige berekeningen opgezet, waarvan de resultaten op overzichtelijke wijze in teeke- ning zijn gebracht. Op grond van een en ander wordt de gevolg trekking gemaakt dat: het motor-wegverkeer zijn aandeel in de kos ten van den weg reeds zal hebben opgebracht, voordat dit verkeer met het rij wiel verkeer teza men de gelden ten behoeve van het betrokken wegwerk zullen hebben opgebracht; het rijwielverkeer dus niet betaalt voor het motor-wegverkeer, zooals vaak wordt beweerd, doch met dit laatste tezamen voor het overige verkeer; en het motor-wegverkeer en het rijwielverkeer hun aandeel in de kosten der verbetering van een groot deel van het wegennet zullen hebben betaald, vele jaren voordat deze volledig zal zijn tot stand gebracht. Ten slotte den bouw der bruggen over de groote rivieren besprekend, eindigt deze verhan deling met de stelling: „het moderne wegkverkeer betaalt meer dan zijn aandeel in de kosten van den weg en heeft recht op krachtige voortzetting van de wegen verbetering en snellen bouw van tolvrije bruggen over de groote rivieren!" De ochtendpostbestelling te Den Dolder, Huis ter Heide en Soesterberg is van 2 October j.l. af vervroegd, waardoor deze aldaar respectievelijk te 7 uur, 7.15 en 7.15 uur aanvangt. Ingaande 8 October a.s. zal de avondpostbe stelling te Jutphaas, Vreeswijk en IJselstein eveneens vroeger aanvangen. Van dien datum af is het tijdstip van laatste buslichting voor de avondverzending aan deze hulpkantoren bepaald op resp. 19.15, 18.55 en 17.50 uur. Aan de leden van het Pelikaan-Comité is •een vflrsiag gezonden betreffende de werk zaamheden van dit comité, vergezeld van een financieel overzicht. Aan deze verslagen wordt het volgende ont leend: Het rondschrijven aan alle burgemeesters van Nederlandsche gemeenten heeft tot resultaat gehad, dat deze oproep in ongeveer 50 pet. van het totale aantal gemeenten weerklank heeft gevonden. De opbrengst van deze actie bedraagt: ƒ45.624.20. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het feit, dat de opbrengsten van enkele plaatselijke comité's nog niet bekend zijn. Voorts bevat het verslag nog een aantal netto opbrengsten van verschillende bijzondere ge beurtenissen, waaruit wij vermelden de op brengst van den Nationalen Luchtvaartdag te Soesterberg, welke 12000 heeft bedragen. De giro-actie bracht circa 23.000 op. Het comité heeft tot 6 Septem ber ontvangen bruto f 114.676.41. De uitgaven bedroegen f 18.640 67, zoodat er een totaal bedrag van f 96.035.74, voor den arbeid van het Nationaal Luchtvaartfonds be schikbaar is. Hoewel de medewerking uit Ned. Oost-Indië Zondag viert de K.h.M. haar derde lustru m. In een artikel in dit blad worden de toekomstplannen ontvouwd. Hierboven in beeld een der behaalde successen: het geregeld post- en passagiersvervoer op Indië niet zeer groot is geweest, maakt het verslag toch melding van eenige spontane giften, welke uit onze Overzeesche gebieden ontvangen werden. Voorts is het gebleken, dat de wenschelijk- heid gevoeld werd ook in Curacao en in Suri name een actie te organiseeren. In overleg met de autoriteiten aldaar werd echter besloten de actie in die gebieden uit te stellen tot het tijdstip, waarop door de komst van een K. L. M.-vliegtuig de belangstelling der bevolking voor de Nederlandsche Luchtvaart daadwerke lijk zal kunnen worden opgewekt. Het Pelikaan-Comité heeft voorts reeds ver schillende aanvragen ontvangen, welke op het gebied van de stichting „Nationaal Luchtvaart fonds" liggen. Het comité heeft de aanvragers dan ook in dien zin geantwoord, onder mede- deeling de betreffende aanvraag t. z. t. onder de aandacht van het bestuur van het fonds te zullen brengen. Het Pelikaan-Comité meent, aan het eind van zijn werkzaamheden geko men, er in geslaagd te zijn, een hechte basis te vormen voor het Na tionaal Luchtvaartfonds. Het acht nu het oogenblik gekomen om zijn taak als vervuld te beschouwen en over te gaan tot liquidatie. De bezittingen van het comité zullen thans overgedragen worden aan de stichting Natio naal Luchtvaartfonds. Het comité spreekt de hoop uit, dat het be stuur der nieuwe stichting erin zal mogen sla gen in den loop der komende jaren de midde len te vinden, welke het kapitaal der stichting zoodanig zullen vergrooten, dat op werkelijk grootsche wijze gevolg zal kunnen worden ge geven aan haar doel. De slotvergadering van het comité zal worden gehouden Dinsdag 9 October a.s. om 3 uur in het Kon. Instituut van Ingenieurs. Plechtige inwijding door Deken Dankelmar» De nieuwbouw van het St. Hippolytus-zieken- huis der Zusters Augustinessen aan de zijde van de Phoenixstraat te Delft, zal Zondag worden ingewijd door deken J. Dankelman. die tevens rector-directeur is van de Congregatie der Zus ters Augustinessen. Op de verdieping gelijkvloers bevinden zich hoofdzakelijk de verschillende klinieken; op de tweede verdieping is de kraamafdeeling en de kinderafdeeling voor jongens en meisjes afzon derlijk. Aan weerszijden zijn vijf boxen ter ob servatie van jeugdige patiënten. Op de bovenste verdieping zijn aan den voor kant voor de Zusters vijftien cellen, die reeds voorshands in gebruik zijn genomen. Aan de tuinzijde zijn zes kamers met behoorlijk gerief voor de leekenverpleegsters. Vlak over den hoofdingang heeft de nieuw' bouw gemeenschap met het bestaande zieken huis, zoodat thans het St. Hippolytus-zieken' huis zich over de geheele lengte van de School straat uitstrekt. Twintigste Zondag na Pinksteren Evangelie: Joannes 4, 4653. Jezus komt terug van een der hoogfeesten in Jerusa lem. Waarschijnlijk het eerste paaschfeest tijdens Zijn openbaar leven. Het volgende paaschfeest zal in het teeken van de groeiende vijandschap der farizeërs staan. En op het derde zullen zij Hem dooden. Eigenlijk een ver schrikkelijk leven: met volle bewustzijn den kruisdood tegemoet gaan; weten, dat alles met een fiasco zal ein digen; en desondanks prediken en wonderen doen, alsof alles nog te redden ware; terwijl het Hem toch bekend is, dat er maar weinigen te redden zijn in Israël. Doch ter wille van deze weinigen! En ter wille van de toekomst der menschheid! Op dit eerste paaschfeest intusschen heerscht enkel vreugde en geestdrift over den Wonderdoener van Gali- lea! Men heeft wel eens van wonderen in het verleden gehoord. In de synagogen. Op den sabbat, wanneer uit de oude profeten wordt voorgelezen. Dat is echter een paar duizend jaar geleden nu ja, in elk geval vele honderden jaren her! Toen kwam zooiets nog voor. Met Elias onder anderen. Menigeen heeft al vaak bij zichzelf gedacht: had ik toch maar in den tijd van die profeten geleefd! En stel je voor, nu gebeuren er wéér werkelijke wonderen. Denk je dat eens in. Je bent erbij tegenwoordig! Je ziet het voor je oogen gebeuren! Heden zouden de groote kranten, die zichzelf zoo gaarne als den spiegel van het weten en geweten der mensch heid zien naar zooiets zeker hun speciale verslaggevers gestuurd hebben. „Een Wonderdoener. Van onzen eigen redacteur. Interview met den Rabbi. Nadruk verboden In het volgend artikel wordt dan over de graanprijzen gesproken. En in het derde over de buitenlandsche poli tiek. Toentertijd was de techniek heel anders, maar de zaak was dezelfde. Iedereen sprak over de wonderen. Aan tafel; op weg naar den tempel; voor het naar bed gaan; kortom op alle tijden, dat men niet over gewichtiger dingen te spreken had. Heeft u het nieuwste wonder gehoord? Wat zegt u? Gezien? O, hoe was het? Vertelt u eens gauwl Dat de Heiland tegelijkertijd nog iets anders deed, dan zieken gezond maken, lammen en blinden genezen, drong nauwelijks tot hen door. Zeker, het was steeds iets bijzon ders den Man te hooren spreken. Nooit gebruikte Hij den zalvenden toon der schriftgeleerden, of draaide het oude liedje af, dat men nu al lang van buiten kende! Maar Hij sprak „als Een, die macht bezat". „Voorwaar, Ik zeg u, zoo moet dat gedaan worden!" Die Man weet den menschen nog eens de waarheid te vertellen! Dat moet je gaan hooren. Zulke dingen durft geen ander te zeggen. Blijkbaar werd er op dezen toon over gesproken. Het was ook allemaal zoo vreeselijk interessant. Maar dat hier aan de menschheid een nieuwe weg gewezen werd? Dat hier aan de wereld een nieuwe godsdienst werd ge geven? Dat in deze jaren en door de handen van dezen Man de voorhang tusschen God en de menschen werd gescheurd en dat aan allen, die in Hem geloofden, de zaligheid en het paradijs weer zouden worden geschon ken? Dat dit de groote roep om de nieuwe menschheid was? Wie hoorde dat? Zij wendden zich tot Hem, wanneer iets hun pijn deed. Maar datgene, wat Hij eigenlijk wilde genezen, deed hun heelemaal geen pijn! Namelijk hun van God verlaten ziel. Daarom staat in de bergrede de groote zaligspreking: Zalig, die hongeren en dorsten naar de ge rechtigheid! Het gaat de Kerk heden nog niet veel anders dan haar Stichter. Hoevelen komen tot ons uit honger, uit nood, en om hun zorgen. Bij hoe weinigen is het honger naar ge rechtigheid, nood van de ziel, kommer om een nieuwe menschheid? Juist zooals het bij den Heiland was. En H ij hielp en genas! Duizenden en duizenden. Maar pijn deed het Hem toch, dat de meesten om de wonderen kwamen. Dat ze daarvoor hun zieke bloedverwanten uren ver sleepten. Dat ze allereerst geloof hadden in Zijn wonder macht, en het geloof in Zijn woord en in Zijn leer van het rijk Gods op den koop toe namen. Hoofdzaak was: dat Hij hun zieken genas. Hoe pijnlijk Christus dit voelde, bewijst het evangelie van heden. De hofbeambte van Herodes, die Hem om de genezing van zijn zoon komt vragen, krijgt het duidelijk te hooren. Maar de honderden, die met Christus van Jeru salem zijn teruggetrokken, kunnen het zich evengoed aan trekken. Want in het vers voorafgaand aan het huidige evangelie staat, dat de Galileërs Hem met geestdrift ont vingen, omdat zij alles hadden gezien, wat Hij in Jerusa lem op het feest had gedaan. Altijd weer de wonderen, de teekenen, de sensatie! Vermengd met Galileesch locaal- patriottismeDat zijn dingen, die nauwelijks den harden bodem van deze harten zullen loswoelen. En het zaad zal op steen vallen. Bij de meesten tenminste. Dat weet de Heiland, omdat Hij het einde kent. Dus zegt Hij tot den hoveling met een duidelijke afwijzing: „Indien ge geen teekenen en wonderen ziet, gelooft ge niet". Dat klinkt waarachtig niet zoo vriendelijk. In het bijzonder niet tegenover een man, die in zijn angst om zijn stervenden zoon den Heiland van Capharnaum tot Cana is tegemoet gereisd. Opdat Christus toch vooral niet een anderen weg zou nemen. De hofbeambte is echter zoodanig vervuld van zorgen om zijn stervend kind, dat hij het verwijt niet eens hoort. „Kom toch mee, Heer (dat is heelemaal naar Capharnaum), voor mijn zoon dood is". Dus ongeveer: Kunnen wij over al dat andere later niet eens praten? Het gaat hier om leven of dood! Eigenlijk een groote brutaliteit van den man. Maar een brutaliteit, die zoo in het geheel niet bedoeld is; een roep om hulp van een gepijnigd vaderhart. „Mijn kind sterft!" En daar kan het hart van Christus blijkbaar niet tegen op. Helpen moet Hij, ook wanneer zij Hem niet begrijpen. Hij zegt alleen: „Ga naar huis, uw zoon is gezond". En dat is den man genoeg. Zooveel geloof heeft hijwan neer Jezus van Nazareth „gezond" zegt, dan i s de zoon gezond. Joannes echter voegt er aan toe: dat hij geloovig werd met heel zijn huis en zij zullen het zeker ook in later tijden van beproeving gebleven zijn. Want tenslotte was de man niet een van degenen, die Christus achterna lie pen om wonderen te zien; maar iemand, wien het hart gebloed had, en die in Christus den Redder had ge schouwd. Zoo komt wellicht menigeen tot ons, en zoekt niet het geloof, maar hulp in den een of anderen nood. Hij heeft misschien slechts dit eene geloof: dat wij hem kunnen helpen. Wij christenen. Wij gemeenschap van Jezus' leer lingen. Misschien ook reeds dat andere geloof: het geloof in ons goede hart! Sla dit geloof niet stuk! Stel het niet teleur! Het is de rechte weg naar een volledig gelooven. Doe uw teekenen en wonderen! Het groote teeken, waar aan men den leerling van Christus herkent. De wonderen van onbaatzuchtige daden, in een tijd van ontketende zelfzucht. Konden wij aan allen, die nood lijden en bloe dende harten hebben, maar vast dit eene geloof geven: het geloof in onze goedheid! Omdat wij zijn leerlingen zijn! Zij zouden dan ook den weg vinden tot Hem, wiens naam wij dragen. Vertaald door COR HESSELING Tot dusver veel belangstelling maar weinig daadwerke lijke steun Maanden achtereen heeft de nationaal Ka tholieke actie „Redt Volendam" weinig van sich doen hooren, althans niet in het openbaar. De optimisten zullen misschien reeds gedacht hebben dat het comité, dat deze actie leidt, reeds zijn doel bereikt heeft, dat de eerste op roep om steun met zooveel gulle giften is be- §ri,y Een der beide prentkaarten, die voor de actie ,Jledt Volendam" worden verkocht antwoord, dat de redding van Volendam als visschersplaats en als centrum van Katholiek cultuurleven als verzekerd kon worden be schouwd. De pessimisten zullen van. hun kant wel gedacht hebben, dat het comité inmiddels bij gebrek aan belangstelling is opgeheven, en dat deze nationale Katholieke actie dus op een niet al te eervolle wijze is gesneuveld. De Nationaal Katholieke Actie „Redt Volen dam" waarvan zooals bekend Z. H. E. Mgr. J. D. J. Aengenent, bisschop van Haarlem, het eerevoorzitterschap heeft aanvaardt is niet gesneuveld. Het comité bestaat nog, de actie wordt nog gevoerd, maar helaas beantwoordt het resul taat tot nog toe niet aan de bescheiden ver wachtingen die er van werden gekoesterd. Na negen maanden van actie beschikt hét comité thans- over het geweldige bedrijfs-kapitaal van twee duizend gulden. En dat, terwijl er een bedrag van 30.000 mee gemoeid is, om met de uitvoering van het denkbeeld van 't comité, een deel der Volendamsche vloot zoo uit te rusten, dat die de visscherij ook onder de ge wijzigde verhoudingen kan blijven uitoefenen, en zoodoende het karakter van Volendam als visschersdorp te bewaren, een begin te maken. Het spreekt van zelf, dat, als de overige be- noodigde acht en twintig duizend gulden even traag binnen komen, de actie tot mislukking is gedoemd. Het comité heeft over het alge meen niet over gebrek aan belangstelling te klagen, maar die belangstelling bepaalt zich meestal tot woorden, sympathie-betuigingen, goedkeurende opmerkingen. Voor dien moree- len steun is het comité natuurlijk zeer dank baar, maar het zou toch gaarne zien, dat de daadwerkelijke financieele steun daarmee eenigszins gelijken tred hield. Te meer, omdat de tijd dringt. Eind December zullen de eerste jonge vis- schers, die nu nog krachtens de Zuiderzeesteun- wet uitkeeringen ontvangen, van deze steun regeling worden uitgesloten. Het gevolg hiervan zal zijn, dat aldus de beste krachten voor de vloot verloren gaan, en dat, terwijl er voor de beoefening der nieuwe buitendijksche-vis- scherij juist jonge krachten onontbeerlijk zijn. De jonge visschers hebben zelf geen kapitaaltje, dat hen in staat zou stellen hun botters te re- pareeren, uit te rusten met motoren en te voor zien van nieuw vischtuig. Een rijk bestaan heeft de visscherij nooit opgeleverd, en de enkele spaarduitjes, die enkelen misschien hadden op zij gelegd, zijn in de laatste jaren van kwijnen de vischvangst en gedwongen werkloosheid in geteerd. Als het particulier initiatief hier niet helpt, zal de likwidatie van de geheele Volen damsche vloot onvermijdelijk zijn en dat zou tevens het roemloos einde beteekenen van Ne derlands eenig Katholiek visschersdorp. Wij vestigen er nogmaals de aandacht op, dat giften kunnen worden gestort op het gironum mer 199603 van het Centraal bureau der Na tionaal Katholieke Actie „Redt Volendam" te Volendam. Zij die nog geld hebben van den kaartverkoop, worden verzocht, dit ook aan het Centraal-bureau te willen overmaken. Volgens de „Msb." is op de Vrijdagnamiddag te Tilburg tusschen de uit de Centrale H. L. S. getreden leerfabrikanten met professor H. A. Kaag gehouden conferentie gebleken, dat de uitgetredenen niet bereid zijn weer in de Cen trale terug te keeren. Er zal getracht worden buiten de Centrale om een vorm van samenwer king te vinden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 5