WINTERMANTELS DE VROUW DIE NIET KLAAGT mers VOOR DE BABY Nuttige wenken Visch is 9n uitstekend voedsel „Van alle op deze bladzijde voorkomende genummerde mo dellen, die aan het mode-album „Winterweelde" ontleend zijn, kunnen by het Patronenkantooi „Panora", Nassauplein 1, Haarlem, patronen be steld worden tegen den prys van 50 ets. voor complets, 35 ets. voor mantels en japonnen, en 20 ets. voor rokken, kleine avondjasjes en kin- derkleeding. Voor toezending per post, ook bij bestelling aan de agen ten, 10 ets extra. Het traai uitgevoerde album zelf, 160 modellen bevat tend, is aan hetzelfde adres tegen den prys van 50 ets. verkrijgbaar." Er zijn niet zoo héél veel vrouwen in het jaar 1934, wien het gemakkelijk valt, niet te klagen. De Nederland- sche huisgezinnen, waar men in geen enkel opzicht den druk der tijdsomstandigheden gevoelt, zijn wel te tellen. Is het al geen verlies van werkkring van het gezinshoofd, dan is het werkloosheid van één of meer andere gezinsleden, die het leven zorgelijE en de toekomst donker maakt. Of het is een bijna moordende salarisvermindering of voor den zakenman een werken met zóó schaarsche winst, dat alle arbeidslust een langzamen dood sterft. Wie door geen van deze financieele rampen getroffen werd, zucht onder de directe en indirecte belastingen, de met het omzet-percentage verhoogde rekeningen van de noodzakelijk ste levensbehoeften. Wat een korten tijd goedkoop was, steeg plotseling weer ia prijs; ook de kleerenprijzen daalden niet noemenswaard. Wat beduidend goedkooper werd, waren alleen de luxe-artikelen, die bijna niemand, ondanks hun vaak belache lijke prijzen, zich meer permitteeren kan. En zoo hebben we dan bijna allen wel reden tot klagen. De huisvrouw uit gegoe de kringen moet vaak haar personeel tot 'n minimum beperken, en niet zelden zich voortaan alle hulp ontzeggen en zelf het werk doen waaraan zij nooit gewoon is ge weest, in een huishouding, die zoo véél ge compliceerder is dan die der eenvoudigen. Zij kan haar kinderen niet de helft geven van wat zij in haar eigen jeugd gehad heeft; de offers, die zij zich voor hun op leiding getroost, zullen misschien beloond worden door klinkende diploma's, maar in geen geval door een klinkende positie met uitzicht op carrière. Het groote huis dient hoognoodig verkocht, maar niemand wil 't .koopen. Het grondbezit brengt niets op, maar de belasting erop verslindt méér dan de helft van het geslonken inkomen. De vrouw van den middenstander vraagt zich af, of over een jaar de zaak nog wel bestaan zal, en zoo niet, wat het dan moet met de kinderen, met hun opvoeding, hun eeuwige behoefte aan nieuwe schoenen en jassen, hun onverzadelijken eetlust De vrouw van den kantoorbediende, den werkman, die Goddank nog tot de gelukki ger behooren die iets te doen hebben, le ven vaak van de eene week in de andere in de knellendste onzekerheid. Hoe zal 't er over een maand, over drie maanden uit zien? Kan de tijding „gedaan gekregen!" niet elk oogenblik als een donderslag in slaan in de rust van het gelukkig gezin? Doemt het spook van den „steun" niet op achter elke onbevangen gedachte aan de toekomst? De steun.... die niet zal komen Vóórdat het laatste zorgzaam-weggelegde spaarcentje is opgeteerd, de steun, die zal beteekenen: vóórtbestaan, maar niet lan ger „leven", die zal beteekenen: voorgoed afrekenen met al wat het leven nog wat kan veraangenamen. Zal er dan nog iets kunnen komen van speciale bij-voeding van de zwakke jongste? Zal de vrij ruime wo ning, zoo broodnoodig voor de acht op groeiende kinderen, niet moeten worden verruild voor een paar hokjes, berekend op een „modern" gezin? Vragen, die de huis vrouw geen oogenblik met rust laten, dia haar leven vergallen nog vóór ze actueel worden. De vrouw van den werklooze tenslotte Heeft ze niet het gevoel, in een put met steile wanden gestort te zijn, waartegen men honderdmaal tevergeefs tracht op te klimmen? Want „er uit raken" is niet meer, zooals vroeger, een tijdelijke beproeving, maar schijnt meer en meer het karakter van een levenslang vonnis te krijgen De moeder van werkloozen is misschien nóg dieper te beklagen. Want in haar ge val gaat het niet slechts om financieel ver lies. Zij beseft welke zedelijke waarden op het spel staan, hoe ontzenuwend en ver slappend het gedwongen nietsdoen is voor den jongen mensch, hoe ontmoedigend het besef, dat niemand zijn diensten noodig heeft, dat hij nergens kan laten zien wat hij waard is, en dat hij over een paar jaar, als hij het geleerde vergeten is door gebrek aan practijk, misschien ook niet zooveel meer waard zal z ij nZij ziet de on verschilligheid en verbittering groeien, zij ziet haar zorgzaam opvoedingswerk van jaren binnen korten tijd te niet gedaan door den vloek der ledigheid. De goede moeder, die dit alles mee-lijdt. heeft misschien wel het zwaarste lot van alle door de crisis getroffen huisvrouwen. Het valt zwaar, niet te klagen. Elkeen meent zoo gauw, dat hij wel recht heeft op bijzonder medelijden, dat hij wel heel onverdiend is getroffen. En dat het niet meer dan gepast en natuurlijk is, aan die gedachten uiting te geven tegenover ieder, van wien eenige troost of medeleven te verwachten valt. Toch hebben velen van ons het voorrecht haar te kennen: de vrouw die niet klaagt. Niet tegen buitenstaanders en niet tegen haar eigen huisgenooten. Misschien tegen Onzen Lieven Heer. Misschien ook niet Ze heeft gewoonlijk een druk gezin, waar ze geheel alleen voor staat, zonder eenige hulp bij het vele werk. Ze heeft vaak nog den een of ander in huis genomen toen de slagen begonnen te vallen: een betalend logé, waarvan zij al den last heeft en waar van de geldelijke voordeelen aan de haren ten goede komen. Telkens wanneer de om standigheden weer een beetje moeilijker worden, rekent ze een beetje ingespanne- ner, werkt een beetje harder, ziet kans. naast de zorg voor de kleeren van het eigen gezin, nog voor kennissen te naaien tegen een kleine vergoedingZe heeft voor iedereen een vriendelijk gezicht en 'n grap je; je ziet er, hoe eenvoudig ook, altijd keurig uit, frisch, verzorgd. Wanneer je niet héél goed wist, hoe de zaken stonden, zou je meenen dat er niets aan de hand was. Ze ziet altijd redenen tot dankbaarheid en weet die met lachenden nadruk aan an deren voor te houden. Of 't niet een geluk bij een ongeluk is, dat armoede tegenwoor dig zoo heelemaal niet gênant meer is? Of 't soms een schande is, zonder geld te zit ten als je 't met je bekwaamheid zoudt kunnen en met je werklust zoudt wil len verdienen en alleen maar niet schijnt te mogen? Of er soms niet, als je maar goed kijkt, links en rechts en tegenover je, menschen wonen, wier lot nog veel harder, of tragischer, of hopeloozer is? En dat is allemaal heel goed gezien van de vrouw-die-niet-klaagt. Want 't is waar, dat het erg is, als de gezinsleden geen werk kunnen vinden, maar 't is erger als ze het niet zouden willen vinden en dat komt óók voor. Het is erg, gedaan te krij gen wegens slapte in het bedrijf, maar het is erger, ontslagen te worden wegens on bruikbaarheid of oneerlijkheid en dat gebeurt óók. Het is erg, al het werk alleen te moeten doen, maar het is erger, ziek te liggen en het gezin overgeleverd te weten aan onbetrouwbaar personeel. Het is erg, in onzekerheid te leven omtrent een finan cieele toekomst, maar het is erger, te moe ten vreezen voor het eeuwig geluk van die ons het naast zijn.... Er valt veel te leeren van de heroïeke vrouw, die nooit klaagt. En véél na te volgen. S. A. T. Genomen maten: bovenw. 84 c.M„ mouwl. 55 c.M., broekl. 96 c.M. Be- noodigd: 4 M. flanel van 70 c.M. breedte, 75 c.M. effen flanel, 70 c.M. elas tiek. Van bovenstaande pyama teekent ge het patroon op de aangegeven maten, waar na ge het op de vaste lijnen uitknipt. Van het 10 cJVf. breede opgestikte splitstuk maakt ge even apart een patroontje. Alles wordt op de vaste lijnen uitgeknipt. Hierna legt ge de patronen op de stof. Bovenaan de broek en onderaan het jasje wordt resp. een 2 c.M. en 3 cM. breeden zoom bijgete kend, terwijl verder alles met een 1 c.M. breeden naad wordt uitgeknipt. Ge begint het splitstuk op te zetten. Hiervoor legt ge het op den verkeerden kant, midden pre cies op elkaar, waarna ge de lengte van het split (12 cM.) een smal naadje langs stikt in het midden doorknipt, het stuk omhaalt naar den goeden kant en langs den bui tenkant goed glad op het blousje opstikt. Hierna kunt ge schouder-, zij-, mouw- voor- en achternaad van de broek met een platten naad verbinden, waarna ook dé pijpnaad. Hierbij komen voor- en achter naad op elkaar. Bovenaan de broek wordt een 2 c.M. breeden zoom ingestikt, waar door later het elastiek wordt geregen. De pijpen werkt ge af met een effen bies, wel ke 53 c.M. lang en 6 c.M. breed is geknipt. Deze wordt op den verkeerden kant aan- en op den goeden kant overgestikt. De bies is dan pl.m. 4K c.M. breed. Op dezelfde manier worden de mouwen afgewerkt. De bies wordt hiervoor 30 c.M. lang en 5tj c.M. breed genomen. Bij het inzetten der mouwen neemt ge den mouwnaad 3 c.M. meer naar voren dan den zij naad. De mouw wordt op de blouse overgestikt. Het kraagje neemt ge 36 c.M. lang en 15 c.M. breed. De kantjes stikt ge dubbel, waarna het kraagje wordt opgestikt en overgezoomd. De ceintuur wordt 75 c.M. lang en 10 c.M. breed genomen en dubbel ge stikt. De zakjes 12 c.M. lang en breed, waarna ge de hoekjes even af rondt. Het biesje is na af werking 3 c.M. breed. Desgewenscht kan de hals ook hoog gesloten worden Bovenaan maakt ge dan rechts een biesje, terwijl ge links een knoopje aan zet. DINï Deze kniewarmers worden op 2 naal den, dwars gebreid. Het hieronder opgegeven aantal toeren is bestemd voor 'n middelmaat. Men kan deze knie- warmers echter voor elke maat breien. Men begint aan den achternaad. Er wor den 44 steken opgezet en 20 toeren r. ge breid. Dan begint het meerderen voor de knie. Voor de helft van de knie worden 41 toeren gebreid. Ieder kan dus gemakkelijk uitrekenen of men meer of minder toeren breien moet eer men begint te meerderen Dit meerderen doet men aldus: le toer: 19 I r., meerderen in den 20sten st., r. breien tot I men nog 20 st. op de naald heeft, dan weer meerderen in den eerstvolgenden st. en de overblijvende 19 st. r. breien. 2e toer: r. Deze beide toeren herhaalt men tot men 66 st. op de naald heeft. Dan Ipreit men 37 toeren zonder meerderen, voor het midden van de knie en vervolgens begint men te minderen op dezelfde wijze als men eerst gemeerderd heeft, dus: le toer: 19 r., 2 st. samenbr. Verder r. tot de laatste 21 st., 2 st. samenbr., 19 r. 2e toer: r. Deze beide toeren herhaalt men tot men nog 44 steken op de naald overhoudt. Dan breit men evenveel toeren als men vóór de meerdering heeft gebreid en men kant het werk losjes af. De achternaad wordt dan dicht genaaid. De tweede kniewarmer wordt precies een der gebreid. Onder 'n vochtigen doek strijken. Ziet men aan het eind, dat de kniewar mer niet wijd genoeg wordt, dan kan men het ontbrekende aantal toeren ook nog breien aan het slot. Alleen komt de achter naad dan natuurlijk niet in het midden. DORA Onder de vele kleine mooie dingen, welke we voor baby kunnen koopen, zooals sierlijke luiermandjes, rieten baby-standaards, toiletmandjes, enz. met zeepdoos, poederdoos, sponsendoos, schuier en kam in de kleuren rose, wit of bleu, soms met de hand beschilderd, rammelaars enz., zien we in de eerste plaats de gemak kelijk verplaatsbare wiegen, met of zonder een lossen opvouwbaren standaard. De al lernieuwste soorten hebben wielen. Er zijn houten zoowel als rieten modellen; hier onder teekenen we er verschillende welke het mogelijk maken de baby naar een an der vertrek te rijden. De opvouwbare wieg is een andere nieu wigheid en zeker gemakkelijk om mee te nemen op reis; ook met de mand-wieg op houten frame is dit het geval. Nu het kouder begint te worden is een baby-slaapzak onontbeerlijk. De kleine im mers zal bijna altijd de dekentjes wegtrap pen en komt daardoor bloot te liggen, en in de reeds kouder wordende nachten be hoeft U zich niet ongerust te maken, of baby wel goed ingestopt is. De zak, welke flink ruim is, belemmert den kleine abso luut niet in zijn bewegingen. U kunt ze kant en klaar koopen in soepel kameelhaar, doch U kimt ze heel goed zelf maken van wol flanel, kameelhaar of andere warme wollen stof, welke niet ruwharig is, hetgeen baby last zou kunnen veroorzaken, maakt den zak ruim, zoodat de beentjes kunnen bewegen, doch sluitend onder de armpjes. De schouders zijn met knoop en knoopsgat dicht gemaakt en ook de omslag onderaan. Wordt baby grooter, dan kunt U onderaan de knoopjes verzetten en de zak is weer ruimer. Tenslotte is er nog een nieuwigheidje, aJs baby grooter wordt en reeds in een kinder stoel kan zitten. Er zijn thans kinderstoe len, waarvan het frame uit buizenmateriaal bestaat, die we geheel om kunnen bouwen in een loopstoel, met een rubber looprol, om den kleine gemakkelijk de eerste be wegingen voor het loopen bij te brengen. De baby wordt daarbij in een loopbroekje geknoopt, zoodat vallen uitgesloten is. De zelfde stoel heeft nog lang niet afgedaan wanneer baby hem niet meer noodig heeft, want dan is de stoel met toevoeging van enkele hulpstukken, welke bij gekocht kunnen worden, weer te gebruiken als vouwwagentje, en later kunnen we er een theetafeltje van fabriceeren. ANEMOON te koken, daar dit veel voedzame bestand- deelen bevat. We kunnen 't dan meestal meteen heet gebruiken, als de groente gaar is, wat ook weer jjas bespaart. Heeft U er ook wel eens aan gedacht, des morgens bij t koken van de melk, wat U 's avonds voor 'n toespijs op tafel wilt bren gen? Als dat een of ander melkgerecht, zooals pudding, rijstebrij, enz. moet worden, dan kunt profijt trekken van de heete melk, door 't meteen te bereiden. Ook spaart dit weer een vuile pan, daar er geen bezwaren tegen zijn, om pudding in de melkpan te koken! Winter-asters Nu de mode verzaakt heeft aan den grooten bontkraag van den winter mantel moet ze dit gemis op alle manieren zien te vergoeden, want een on bedekte hals in den winter is niet alleen te koud, maar ook zeer onflatteerend. Be halve de kleine opstaande kraagjes van dezelfde stof als de mantel, zien we ook sjaals en strikken van bont, pelerines met een bontrand of revers geheel van bont. Fig. 935 is een driekwart mantel voor jongemeisjes. Zooals ook dezen zomer, wor den de driekwart mantels ruim gedragen. De schouders zijn 'n beetje verbreed, de mouwen hebben een manchet van bont, die tot den elleboog doorloopt, de hals is afge werkt met een breede sjaal van soepel bont. Het patroon is slechts verkrijgbaar in de maten 40, 42 en 44. Fig. 944 is verkrijgbaar in de maten 48 50 en 52 en dus geschikt voor zware figu ren. Het model is daar ook geheel op be rekend. De opstaande kraag loopt aan één kant zeer lang door, wat een slank effect maakt. Ook de naden die van voren en op den rug zijn aangebracht, doen hieraan mee. De mouwen loopen wat ruim toe en eindigen in een manchet van bont. We hebben voor dit model 3.25 M. stof noodig van 140 c.M. breed. Wij nemen een niet te grove stof, daar over het algemeen grove stoffen het figuur verzwaren. Het meisjesmanteltje op fig. 1078 is ge maakt van Engelsche stof. Het heeft een sjaaltje van licht bont, opgestikte zakken, een recht mouwtje en een ceintuurtje om het middel. V POLA Vlekken veroorzaakt door wagensmeer, bijv. op een vloerkleed, zijn dikwijls een wanhoop van de huisvrouw. Een mengsel van pijpaarde met heel wei nig water strijkt men op de vlek en laat dit minstens een heelen dag er op zitten. Daarna stevig uitborstelen en de gehate vlek zal verdwenen zijn. Het naaien van bont is een moeilijk werk je en hoort eigenlijk bij den vakman thuis. Toch hebben we wel eens van die kleine werkjes, die we zelf moeten opknappen. Neem een zeer stevige naald, die niet te dik mag zijn. Naai met den overhandschen steek en maak, om inscheuren van de huid te voorkomen, de vellen aan de ach terzijde vochtig. Op Zaterdag braden we meestal het vleesch voor Zondag. Bij een groot stuk, zooals ossehaas of fricandeau gaat dat goed. Nemen we echter biefstuk of lappen, dan zouden we 't vleesch Zondags moeten op warmen, waardoor de fijne smaak verloren gaat. 't Rauw bewaren van vleesch is zonder ijskast een moeilijk probleem, waar ik de volgende oplossing voor vond: Zet het vleesch direct na ontvangst Ir. perkament gepakt in een pan onder water en laat 't op 'n koele plaats staan tot het gebraden moet worden. Leverpastei is zeer smakelijk op de bo terham; 't is voordeeliger en frisscher dan leverworst. Op een net gedekte tafel staat een busje echter onooglijk, terwijl dit ook nog het bezwaar heeft, dat het geheele ge zin hieruit moet lepelen. Aardiger en practischer is 't, de lever pastei voor ieder der dischgenooten in een bakje, b.v. in een eierdopje, naast zijn bord te zetten. Hetzelfde kan men ook zeer goed met boter doen. Elk 'n eigen botervlootje. Vooral onze grootere schoolkinderen, die hongerig thuiskomen en anders elk om de beurt op het gebruik van de bo- tervloot moeten wachten, zullen dit toejuichen. U kunt natuurlijk ook de boterhammen vooruit smeren, wat U misschien eenvoudiger lijkt, 't Juiste aantal weet men echter bijna nooit en een eigen botervlootje is veel „ech ter"! Gasbesparing. Met een beetje overleg is er altijd nog wel gas te besparen. Eieren voor de sla kookt men met de aardappelen tegelijk. Heeft men slechts eeni ge gekookte aardappels noodig, b.v. voor klein tjes, die vooruit eten, dan kan men deze samen met de groente opzetten, b.v. met bloemkool, enz. Bij 't warmhouden van eten kan men gerust eenige pannen met omgekeerd deksel op elkaar zetten, dus op één pit. Af kookwater van groen te is eigenlijk 't aan gewezen nat om soep van Men smelt de boter in 'n pannetje, bakf hierin het fijn gehakte uitje even, zonder dat het bruin wordt, voegt er dan de bloem bij en roert boven 'n zacht vuurtje alie klontjes eruit. Men giet dan het vischwa- ter, al roerende, hierbij en laat de soep n paar minuten doorkoken, roert ze dan door een vergiet en maakt ze af met 'n beetje melk, de Maggi, de peterselie en de stukjes gaar gekookte visch. Vischcroquetten. Bij ongeveer Vt pond gaar gekookte of gebakken visch rekent men: 2 afgestreken lepels boter, 2% afge streken lepels bloem, VA d.L. vischwater, 1 of 2 eieren, 2 theelepels Maggi's aroma, 3 blaadjes witte gelatine, zout, nootmuskaat, fijn gehakte peterselie en paneermeel. De overgeschoten visch wordt goed fijn gemaakt. Men smelt de boter, voegt er de bloem bij en roert er alle klontjes uit, waarna men er, al roerende, het vischwa ter bijvoegt. Men laat dit sausje even door koken, neemt het dan van 't vuur en roert er de gelatine door, die men inmiddels heeft opgelost. Men roert dan ook de visch, de kruiden, de gehakte peterselie, de aro ma en de dooiers der eieren erdoor en laat de massa koud worden. Dan maakt men er langwerpige rolletjes van, haalt die door geklopt eiwit en vervolgens door paneer meel en bakt ze in dampend heet frituur vet mooi bruin. Vischsla kan ook uitstekend worden klaar gemaakt van vischresten. Men neemt dan bij de visch, die men ontdoet van alle graten: 2 lepels slaolie, 2 lepels azijn of citroensap, 1 theelepel Maggi's aroma, pe per, zout en fijn gehakte peterselie. Eerst giet men de olie over de visch, dan azijn of citroensap, peper, zout en aroma en mengt alles goed door elkaar. Vóór het opdienen strooit men er de fijn gehakte peterselie over. ADRIANA KNUIST—POLLEPEL Daar visch een uitnemend voedsel is, ook voor zieken en zwakken (alleen paling, bokking en makreel zijn min der licht verteerbaar) lijkt het wel eenigs- zins wonderlijk, dat er in ons land betrek kelijk weinig visch wordt gebruikt. Mis schien ligt dit voor 'n deel hieraan, dat men slechts weinig varia,tie in de vischbe- reiding weet te brengen. Op de eerste plaats dient men er vooral op te letten, dat men werkelijk versche visch koopt. Het vleesch ervan moet vast zijn, de kieuwen helder rood en de geur frisch. Van kleine resten visch kunnen nog al lerlei smakelijke schoteltjes worden ge maakt en aan 'n vischkop b.v. zit nog vol doende visch voor 'n smakelijke soep of 'n paar croquetjes. Vischsoep kan men uitstekend klaar ma ken van het water waarin de visch ge kookt is en eventueel overgeschoten stuk jes van de gekookte visch. Bij 1 L. vischnat rekent men dan nog 2 afgestreken lepels boter, 5 afgestreken lepels bloem, 1 stukje ui, 3 theelepels Mag gi's aroma, wat fijn gehakte peterselie, 'n scheutje melk, en, zoo noodig, zout. VOOR DE KEUKEN HAAR HUISHOUDING

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 7