Vertrek van Mgr. Brandsma
Valschheid in geschrifte door
politie-commissaris
DE ROODE NEVEL
Crisisproducten
TERUG NAAR KISUMU
HERINNERINGEN AAN DE
MOBILISATIE
GERUCHTMAKENDE ZAAK
TE HENGELO (0.)
VERDEDIGING VAN HET
ZUIDEN
WOENSDAG 10 OCTOBER 1934
Een onderhoud met den
Missiebisschop
De resultaten van de
Reisweek
Brandstoffentoeslag
„Ezel, ben je niet
wijzer?"
Radiodistributie van
Rijkswege
Ministers op Schiphol
De onlusten in Spanje
In het hartje van Afrika groeit een
katholieke gemeenschap op,
die de grootste belof
ten inhoudt
Voorspoedige groei
Een eigen kleinseminarie
Z. H, Exc, Mgr. Brandsma
Ztvare zorgen
„Naar huis"
DR. A. B. A. VAN KETEL
Veel belangstelling voor zijn
ambtsaanvaarding aan de
R.K. Handelshoogeschool
Steun tot een bedrag van
f 1 millioen
Eieren en pluimvee
Niet ongunstig verloopen
Over de te treffen regeling is nog
geen beslissing genomen
Ter verkrijging van een subsidie
zouden valsche begrootingen
bij den R.K. Politiebond
„St. Michaël" inge
diend zijn
Alles moest betaald worden
De Staten-Generaal zouden moeten
beslissen
Drie maanden gevorderd
Heden een rondvlucht met de F 36
Geen Nederlanders onder de
slachtoffers
Samenwerking der verschil
lende comité's
UIT DE STAATSCOURANT
EEN VERHAAL UIT DEN SLAVENOORLOG
DOOR RANDALL PARRISH
Onze Romeinsche correspondent schrijft ons
d.d. 6 Oct.:
De apostolische vicaris van Kisumu, die gis
teren door den Paus in audiëntie werd ontvan
gen en morgenochtend te Napels scheep gaat
naar zijn vicariaat in Midden Afrika, had van
zijn laatsten Romeinschen en Europeeschen dag
nog een uurtje over voor de „pers".
Het kleine Engelsche klooster van San Sil-
vestro, vlak naast het postkantoor in het druk
ste deel van de stad, is drie kwart Romeinsch
en één kwart Engelsch. De huisknecht behoort
tot de eerste drie-kwart en verstond geen
woord van het fraaie Engelsch, waarin de mis
sie-bisschop hem opdrachten gaf, evenmin als
deze het Romeinsche dialect verstond, waarin
de knecht zijn meldingen kwam maken. Zoo kon
de bezoeker zich dus nuttig maken als tolk,
een kleine verontschuldiging voor het feit, dat
hij deze laatste oogenblikken kwam rooven.
Kwesties van bagage, spoorkaartjes, reke
ningen.... Er zat reiskoorts in de lucht en ik
viel dan ook maar met de deur in huis. „Mag
ik iets vragen van hetgeen U den Paus giste
ren verteld heeft en wat Hij U gezegd heeft?"
„De Paus informeerde natuurlijk op de eer
ste plaats naar den stand van onze missie.
Hjj toonde vooral bijzondere belangstelling voor
de opleiding der catechumenen, die zeer gron
dig' is en twee tot vier jaren duurt. In den eer
sten tijd, één of twee jaar lang, moeten de hei
denen afleeren, heiden te zijn en zich terug
trekken van de wangebruiken, die onder de hei
denen in zwang zijn, zooals bijv. de braspartijen
met hun nasleep van zedelijke excessen. Eerst
wanneer zij daarin standvastigheid toonen, be
gint de eigenlijke vorming en het onderricht
om hen tot Christenen te maken.
Veel interesse toonde de Paus voor het werk
van de inlandsche helpers, de catechisten, waar
van wij er in het Vicariaat nu bijna 1100 heb
ben, om precies te zijn 1074. De Heilige Vader
noemde het werk van deze helpers het ware
leekenapostolaat, echte „katholieke actie."
De groei van onze missie is zeer voorspoedig
geweest. Toen ik 28 jaar geleden naar Kisumu
kwam, was er nog geen enkele inlandsche ka
tholiek. Nu leven er ruim 50.000. In deze 28 ja
ren werden er door onze missionarissen meer
dan 120.000 gedoogt. En het tempo, waarmee
de missie zich uitbreïtft.'nëèmfr nóg'voortdurend
toe: van Juni 1933 tot Juhi 1934 hebben wij
10.$61 doopsels toegediend.
Mgr. Brandsma behoeft geen notities te raad
plegen, om deze cijfers te geven. Zij liggen
blijkbaar bovenaan in zijn geheugen.
„De cultureele vooruitgang houdt gelijken
tred met deze kerstening. Toen ik in Kisumu
kwam, ging de gansche bevolking nog totaal
naakt. Nu zijn allen gekleed, al is het niet erg
stijlvol; want juist door het feit, dat zij geen
kleeding kenden, was er geenerlei traditie op
dat gebied en namen zij eenvoudig aan, wat de
Europeesche industrie leverde. Het zedelijke en
cultureele peil stijgt eenparig. Velen van onze
christenen bouwen tegenwoordig hun leemen
woning in drie vertrekken, zoodat de gansche
familie niet meer in eenzelfde ruimte woont en
slaapt. De verandering is op elk gebied onaf
zienbaar.
Er groeit daar in Afrika met groote snelheid
een katholieke gemeenschap op, die de grootste
beloften inhoudt..
Vijftig jaar geleden was er nog niets. Nu
tellen wij drie millioen katholieken op een be
volking van misschien 25 millioen. De hoop
is gewettigd, dat binnen afzienbaren tijd het
meerendeel van die bevolking katholiek zal zijn.
De negers zijn zeer religieus en ontvankelijk
Voor het Christendom.
Daar in het hartje van Afrika
Engelsch Oost Afrika en den Belgi
schen Congo ligt, zooals de Pau3
zelf gezegd heeft, het mooiste mis-
sieveld van de wereld. Het groote
vraagstuk is, krachten genoeg ter
beschikking te hebben om deze
groeiende bevolking niet alleen te
bekeeren, maar ook waarlijk in ka
tholieken geest op te voeden.
Heeft u reeds inlandsche priesters?
„Nog niet. Wij hebben vier studenten op een
groot-seminarie en twintig op een klein-semi-
narissen zullen mij volgen, maar vieer anderen
35 zusters en 10 broeders. Ten nieuwe missio-
bleven. Overigens hebben wij 39 missionarssen,
zelfs eeen tijd lang een negerpriester als fiio-
seminaris voor ons vicariaat te bouwen,
narie aan den Boven Nijl. Een van mijn eerste
plannen bij mijn terugkeer is een eigen klein
seminarie voor ons vicariaat te bouwen.
De seminaristen komen bijna uitsluitend uit
de kinderen, wier ouders al katholiek zijn. De
opleiding is dezelfde als in de Europeesche se
minaries. Of die Westersche geestesvorming den
negers goed afgaat? De Witter Paters hebren
zelfs een tijd lang een negerpriester als filo
sofieprofessor in hun seminarie gehad.
Inlandsche zusters hebben wij sedert 1932.
Het zijn er vijftien en zij zijn allen trouw ge
bleven. Overigens hebben wij 39 missionarissen,
35 zusters en 10 broeders. Tien nieuwe missio
narissen zullen mij volgen, maar vier anderen
zal ik verliezen, twee door ziekte en twee, die
professor worden in onze colleges. Het getal
komt dus nu op 45. Behalve de uitbreiding van
het hospitaal en een tweetal nieuwe missie
posten hoop ik binnenkort ook een school voor
Europeesche jongens te kunnen beginnen, aïe
door Engelsche Benedictijnen zal geleid wor
den, zooals er in Kisumu reeds een meisjes
pensionaat is van zusters uit Dublin. Maar dit
is nog toekomstmuziek.
En ik heb den Paus ook moeten spreken over
zware zorgen, vooral van materieelen aard De
missie-intenties, die zulk een belangrijk deel
van onze middelen vormen, zijn zóó geslonken,
dat zij geen tiende deel van vroeger meer vor
men. U begrijpt wat dat beteekent. De subsidie
van het Liefdewerk voor de Voortplanting des
Geloofs is eveneens, en door dezelfde oorzaken
sterk gedaald.
Mijn reis naar Europa is dan ook niet op
de laatste plaats een bedelreis geweest. En ik
maak gaarne van uw pen gebruik, om nog eens
openlijk van mijn groote dankbaarheid te ge
tuigen aan de geestelijkheid, hoog en laag, en
aan de leeken, rijk en arm. De rijken hebben
mij véél gegeven, en de "armen, naar gelang
van hun vermogen, nog méér."
En nu, Excellentie?
„En nu ga ik „naar huis". Dat is geen
scherts, maar waarheid. Ik heb in Kisumu
acht en twintig jaar geleefd en gewerkt, heb
de katholieke missie daar zien ontstaan en
groeien, ik ken allen die er werken en zelfs
min of meer elk van die 50.000 geloovigen, die
wij er voor de Kerk hebben gewonnen. De tien
maanden, die ik in Europa heb doorgebracht,
waren een aaneenschakeling van reizen, ge
haast en druk. Op de „Mazzini", die morgen
ochtend de ankers ligt, kan ik wat uitrusten.
Den 25sten komt het schip in Mombasa aan.
Dan nog twee dagen in den treein en den
27ste hoop en verlang ik weer thuis te zijn,"
Dinsdagmiddag heeft, zooals gemeld, ln het
autditorium van het Conservatorium der R.K.
Leergangen te Tilburg, dr. A. B. A. van Ketel,
zijn inaugurale rede gehouden bij ge
legenheid van zijn ambtsaanvaarding als bui
tengewoon hoogleeraar in Bedrijfsleer aan de
R.K. Handelshoogeschool.
Er was een overgroote belangstelling, vooral
van persoonlijkheden uit de financieele we
reld.
Het was ruim vier uur toen de pedel, in vol
ornaat, den stoet opende, die van het hoofd
gebouw den weg overstak naar de aula.
Door een haag van, met een hard groenen
hoogen hoed: getooide novieten, waren reeds de
genoodigden naar binnen gegaan.
Na den Rector-Magnificus, Mgr. prof. dr. Til
Goossens, betrad de stoet met den nieuwen
hoogleeraar het gebouw. Het waren de profes
soren dr. A. B. A. van Ketel; prof. dr. A. P.
Weve O. P.; Prof. dr. M. Cobbenhagen; prof.
mr. E. Gimbrère, prof. H. A. Kaag; prof. dr.
J. de Quay.
Onder de aanwezigen merkten we op: de
curatoren mr. A. baron van Wijnbergen, pre
sident; pastoor drs. J. Verhoeven; mr. dr. A.
van Sonsbeeck; mr. B. Verspaendonk en H.
Blomjous, lid le Kamer.
Verder waren aanwezig mevrouw Ketel;
prof. dr. J. Teulings; wethouder J. J. van den
Oudenhoven, die het gemeentebestuur ver
tegenwoordigde; mgr. dr. A. J. van Gils; mgr.
Th. Verhoeven; de heer Jos. Meyering, voor
zitter van den Ned. R.K. Middenstandsbond; de
heer M. Raadts, directeur van de Ambachts
school; prof. Volmer uit Rotterdam; de heer
A. van Reyen, lid der Kamer, en leden van
den Raad van Toezicht.
Verder waren er vele studenten; de senaat
van St. Olof met den moderator drs. F. van
Miert en de oud-moderator Pather J. Pad
berg S. J.
Het college van hoogleeraren nam op het,
met bloemen getooide podium plaats, waarop
prof. Ketel onmiddellijk zijn buitengewoon
college begon.
In ons blad van Dinsdag gaven wij hier
van reeds verslag.
Na afloop had in het Villagebouw van de
Handelshoogeschool een receptie plaats.
De Minister van Economische Zaken heeft
erkend als producenten van crisisproducten
alle in Nederland gevestigde beoefenaars van
tuinbouwproducten voor zoover deze zijn aan
gesloten bij de Stichting Nederlandsche Groen
ten- en Fruitcentrale, die hun producten over
erkende veilingen veilen of als markttuinders
zijn erkend.
Voorts heeft de Minister bepaald, dat uit
het Landbouw-Crisisfoncs aan die produ
centen steun zal worden verleend tot een
totaal bedrag van ten hoogste 1 millioen,
en wel voor de volgende producten: a. kas-
komkommers over het tijdvak van 2 Januari
1934 tot 1 Juni 1934- 1.50 per 100 stuks;
b. tomaten over het tijdvak van 2 Januari
1934 tot 30 Juni 1934 3.— per 100 K.G.;
en c. blauwe druiven over het tijdvak van
1 April 1934 tot 15 Augustus 1934 ƒ1.50
per 100 K.G.
De reorganisatie der Landbouw-Crisisdiensten
heeft er toe geleid, dat de verschihende stich
tingen, die zich met eieren en pluimvee bezig
hielden, in één organisatie, de Nederlandsche
Centrale voor Eieren en Pluimvee, zijn samen
gebracht. Het Bestuur der nieuwe Centrale werd
dezer dagen op het Departement van Econo
mische Zaken door den secretaris-generaal van
dat Departement Mr. Dr. A. A. van Rhijn, ge
ïnstalleerd.
Spreker herinnerde er aan, dat tot 1907 meer
Zooals men weet, is van 20—27 Augustus 1934
de z.g. Nederlandsche Reisweek gehouden. De
Nederlandsche Spoorwegen verleenden in die
week een reductie op den prijs der vacuntie-
kaarten, en wel in dier vuege, dat voor de va-
cantiekaart voor de heenreis, welke in deze week
genomen werd, de volle prijs berekend werd
(I kl. 7.50; II kl. 5.75: III kl. ƒ4), terwijl
voor de vacantiekaart, welke op de terugreis
genomen werd, geheven werd I kl. 4; II ki ƒ3;
III kl. 2. De vacantiekaart voor de terugreis
kon niet alleen op eiken aag van de reisweek
(behalve op den dag van afgifte van de vacan
tiekaart voor de heenreis)maar ook nog in het
tijdvak van 28 Augustus t.m. 3 September 1934
genomen worden. Voorts werd een reductie ver
leend op den prijs der achtdaagsche abonne
mentskaarten. Deze kostten tijdens de Reisweek
I kl. ƒ21.50; II kl. ƒ16.50; III kl. ƒ11.50, in
plaats van anders I kl. ƒ28.50; II kl. ƒ21.75; III
kl. 15.
Een vergelijking van het in de maanden Aug.
1934 en 1933 afgegeven aantal vacantiekaarten
en achtdaagsche abonnementskaarten geeft het
volgende beeld:
Vacantiekaarten: Augustus 1934 I 1349, II
15771, III 107291, te zamen 124411, verschil
5401.
Augustus 1933 I 1785, II 19063, Hl 108964, te
zamen 129812.
Achtdaagsche abonnementskaarten; Augustus
1934 I 99, II 1399, III 6898, te zamen 8396, ver
schil 4208.
Augustus 1933 I 49, II 595, III 3544, te zamen
4188.
Aan goedkoope vacantiekaarten voor de te
rugreis werden afgegeven-
Augustus 1934 I 40, II 869, III 7213, te zamen
8122.
1, 2 en 3 September 1934 I 8, II 211, III 2071,
te zamen 2290.
Te zamen I 48, II 1080, III 9284, totaal 10412,
zoodat 10412 reizigers gebruik gemaakt hebben
van de lagere prijzen der vacantiekaarten gedu
rende de Reisweek; dezen hebben dus 20824 va
cantiekaarten genomen.
Aan achtdaagsche abonnementskaarten wer-
eieren werden ingevoerd dan uitgevoerd. In
1907 bedroeg het uitvoerverbod 800 ton in 1931,
d. e. t. 85.909 ton. In de achter ons liggende
periode werd het bedrijf gekenmerkt door de
groote uitbreiding van het aantal kippen,
de verbetering der bedrijfsmethoden en
het in gebruik komen der broodmachi
nes. Door de crisis is de afzetmogelijkheid aan
zienlijk ingekrompen. Bedroeg de export in 1931
nog 1094 millioen stuks, in 1933 was dit getal
reeds tot 720 millioen stuks teruggekropen. Spre
ker meende dat maatregelen ter verbetering
van den toestand moeten uitgaan eenerzijds
van de wenschelijkheid den pluimveestapel re
verbeteren, ten einde de productiekosten te
drukken en de hoedanigheid van het product
te verhoogen.
De toespraak werd namens de nieuwe cen
trale beantwoord door den voorzitter, den heer
Stroink.
Daarna maakte het bestuur onmiddellijk met
de werkzaamheden een aanvang.
Naar aanleiding van een persbericht, volgens
hetwelk aan het departement van Sociale Za
ken een regeling is voorbereid voor een ver
strekking van brandstoffentoeslag aan werk-
loozen in den komenden winter, welke regeling
hoogstwaarschijnlijk 1 November zou ingaan en
een toeslag van ten hoogste een gulden per
week zou bevatten, is ons te bevoegder plaatse
verklaard, dat deze regeling op dit oogenblik
nog in voorbereiding is en dat het onderzoek
van eenige desbetreffende punten nog niet is
geëindigd, zoodat de Minister nog geen beslis
sing heeft genomen en mededeelingen omtrent
den inhoud der regeling als voorbarig moeten
worden beschouwd. Van het feit, dat een rege
ling voor brandstoffentoeslag wordt voorbereid,
is reeds dezer dagen mededeeling gedaan.
Het voornemen bestaat om op 15 October a.s
een tentoonstelling van Mobilisatie-herinnerin
gen te openen, welke zal duren tot 31 October
aanstaande.
Deze tentoonstelling zal omvatten een zeer
uitgebreide en volledige serie photografieën.
alle betrekking hebbende op de jaren 1914
1918.
Voorts worden nog vele voorwerpen van
huisvlijt en nijverheid tentoongesteld, vervaar
digd door soldaten in den Mobilisatietijd.
De tentoonstelling zal worden gehouden in
het gebouw, Lange Voorhout 39 te 's-Gra-
venhage, terwijl de netto opbrengst van de
entreeprijzen zal zijn bestemd voor den Natio-
nalen Bond „Het Mobilisatiekruis".
den gedurende de Reisweek afgegeven: I 74, II
1127, III 5222, te zamen 6443.
Meer dan twee derde gedeelte van de m de
maand Augustus 1934 afgegeven achtdaagsche
"abonnementskaarten Werd dus gedurende de
Reisweek genomen.
Het is moeilijk, aldus lezen we in „Spoor en
Tramwegen", een juiste conclusie te vormen ten
aanzien van de resultaten van de Reisweek, om
dat daarbij verschillende factoren in aanmer
king genomen moeten worden, welker invloed
men echter niet bepalen kan.
In de eerste plaats zullen velen na het bekend
raken der Reisweekplannen (half Juli) hun rei
zen, die anders in het tijdvak van 15 Juli tot 19
Augustus zouden vallen, tot de Reisweek uit
gesteld hebben, terwijl anderen, die in Septem
ber zouden gereisd hebben, wellicht hun reis
plannen vervrcegd hebben
In de tweede plaats zijn in de Reisweek veel
reizen met vacantiekaarten of achtdaagsche
abonnementskaarten gemaakt die anders met
gewone plaatskaarten zouden zijn afgelegd. Dit
aantal moet niet onderschat worden. Vacantie
kaarten toch, welke anders eerst bij reizen van
meer dan 188 k.m. voordeel bieden boven ge
wone plaatskaarten, werden nu reeds voor ei a
reis heen en terug van 134 k.m. voordeeliger. Bij
achtdaagsche abonnementskaarten had men
reeds voordeel, indien men twee reizen heen en
terug, elk van 127 k.m. had afgelegd.
In welke mate er verschuiving van reizigers
naar de Reisweek is geweest, zou, behalve uit
het kleine aantal achtdaagsche abonnements
kaarten, dat in Augustus 1934 buiten de Reis
week genomen is, ook eenigszins uit een verge
lijking van de maanden Juli 1933 en 1934 afge
leid kunnen worden.
Afgegeven werden aan:
Vacantiekaarten: Juli 1934 I 1572, II 12653,
III 70288, te zamen 84513, verschil 10687.
Juli 1933 I 1867, II 15623. Hl 77710, te zamen
95200.
Achtdaagsche Abonnementskaarten: Juli 1934
I 42, II 465, Hl 2767, te zamen 3274, verschil
817.
Juli 1933 I 67, II 639, III 3385, te zamen 4091.
Intusschen moet niet uit het oog verloren
worden, dat ook de crisis tot vermindering van
het vervoer medewerkt, en dit in aanmerking
genomen, lijken de uitkomsten der Reisweek
niet ongunstig, al moeten zij aan den anderen
kant niet overschat worden.
Wellicht zal het mogelijk zijn een denkbeeld
van de financieele uitkomsten der Reisweek te
vormen, zoodra de definitieve cijfers van het
geheele reizigersverkeer over de maanden Juli,
Augustus en September 1934 bekend zijn.
Onder groote publieke belangstelling stond
Dinsdag voor de Almelosche rechtbank terecht
de heer J. C. D., commissaris van politie te
Hengelo (O.), wegens valschheid in geschrifte.
De commissaris heeft 1 Mei van dit jaar we
gens gezondheidsredenen ontslag gevraagd,
welk ontslag intusschen, hangende deze zaak,
nog niet verleend is. Sinds dien datum doet D
echter geen dienst meer.
Volgens de dagvaarding heeft D. als lei
der van een politiecursus te Hengelo val
sche begrootingen ingeleverd aan het be
stuur van den R.K. Politiebond „St. Mi
chael" te Den B<1sch, in dezen zin, dat de
inkomsten te laag werden opgegeven en de
uitgaven te hoog, waardoor een tekort ont
stond, dat door genoemden Bond gedekt
werd in den vorm van een subsidie.
President van de rechtbank was mr. Leen-
dertz.
De verdachte, die verdedigd werd door de ad
vocaten mr. Noyon en Baak uit Enschede,
had zeven getuigen décharge doen oproepen.
Bij het verhoor van verdachte erkent deze.
de begrootingen ingezonden te hebben. Hij ver
klaarde inderdaad de daarin genoemde uitga
ven gedaan te hebben en het bedrag der tekor
ten ontvangen te hebben.
De president toont uit de begrootingen aan,
dat het aantal cursisten lager is opgegeven, dan
het in werkelijkheid was. Het doel daarvan was
voor de subsidie in aanmerking te komen. De
president betwijfelt of D. werkelijk vier uur per
week les heeft gegeven, waarop verdachte ant
woordt, dat hij daaronder ook rekende, het na
kijken van het schriftelijke werk en het corri-
geeren. Alles wat hij deed voor den cursus wil
de hij betaald hebben.
Pres. tot verdachte: „U voelt toch wel de
strafbaarheid der handeling, als u een tekort,
dat niet bestaat, nochtans declareert?"
Verd.: „Ik kan bewijzen, dat ik het ook niet
eens was met de vaststelling van het subsidie."
Op een vraag van den officier, mr. Wolf-
son erkent D., dat de beide cursussen-over
de jaren 1932 en 1933 hem een vrij aan
zienlijk voordeel opleverden.
Als getuige werd vervolgens gehoord A. F.
Peterse, hoofdagent van politie te Hengelo, die
mede-leider van den cursus was.
Hij verklaart, dat hij den commissaris vaak
genoeg gewezen heeft op het incorrecte van
zijn handelingen. Steeds wees getuige op het
gevaar, als de zaak uit zou komen, waarop ver
dachte dan onverschillig antwoordde en op een
keer zeide: „ezel, ben je niet wijzer!"
Getuige vertelt verder, dat de uitgaven ge
flatteerd moesten worden en de inkomsten ge
drukt om het tekort te krijgen. Het geld, dat
hij als deel van het subsidie eenmaal voor zijn
medewerking aan den cursus ontvangen heeft,
zijnde 48, heeft hij niet willen accepteeren.
In verband met de reeds lang overwogen plan
nen om de particuliere en gemeentelijke radio-
distributiebedrijven in Nederland door het rijk
te laten overnemen, waarnaar een technisch en
organisatorisch onderzoek is ingesteld, dat nog
niet geheel geëindigd moet zijn, verneemt de
„Telegraaf", dat de minister van Binnenland-
sche Zaken, mr. De Wilde, op de begrooting
voor P.T.T. voor 1935 een memoriepost heeft
laten zetten als .radiodistributie van rijks
wege".
De bedoeling moet zijn de Staten-Generaal
een beslissing te laten nemen over de vraag of
het gewenscht is tot ryksradiodistributie over
te gaan.
Hij heeft dit geld langs een omweg naar den
bond teruggezonden.
President: „Waarom langs een omweg?"
Getuige: „Omdat ik den commissaris niet
aan de kaak wilde stellen."
Volgens deze getuige heeft de commissaris
hem bewogen om een lager aantal cursisten dan
er in werkelijkheid waren in te vullen op de be
grooting, omdat er anders geen subsidie gege
ven zou worden door den R.K. Politiebond. Ge
tuige heeft voor het opmaken der begrooting
opgegeven twee lesuren per week, doch de
commissaris tweemaal 2* 4» uur.
Pres.: „Zijn er leerboeken aangeschaft?"
Getuige P.: „Wel enkele, maar dat ging steeds
op rekening van de gemeente. De boeken, die
op de begrooting voor den Bond staan, zijn niet
uit de cursusgelden betaald.
Na verder getuigenverhoor eischte de Offi
cier van Justitie een gevangenisstraf van drie
maanden.
De ministers Colijn, Deckers, Van Schaik
en De Wilde zullen heden een rondvlucht
maken met de F. 36.
Zij zullen daartoe te ongeveer kwart over
tien op Schiphol arriveeren.
Van den Nederlandschen consul-generaal te
Barcelona is aan het Departement van Bui-
tenlandsche Zaken bericht ontvangen, dat de
onlusten aldaar onder de Nederlanders, in die
stad woonachtig, geen slachtoffers hebben ge-
eischt.
De kunstzijdefabriek, we.ke onder haar per
soneel vele Nederlanders telt, werkt door.
Het verkeer is hersteld.
Zaterdag zal in Hotel Du Commerce te Eind
hoven een bestuursvergadering worden gehou
den van de vereeniging „Ons Leger", welke
vergadering ook zijn uitgenoodigd de verschil
lende comités' welke in het Zuiden des lands
zijn opgericht om de vertserking van het leger
te propageeren. Het doel van deze bijeenkomst
is, te trachten een federatief verband te vor
men tusschen deze comité's, zoodat er in de
toekomst een gezamenlijke en daardoor krach
tiger actie kan worden gevoerd.
Met 1 November bevorderd tot vice-admiraai
de schout-bij-nacht N. J. van Laer, inspecteur-
generaal van loodswezen, betorning. bebakening
en verlichting.
Aan den off.-vlieger 2e kl. G J. C. te Roller
is eervol ontslag uit den zeedienst verleend;
hij is benoemd tot off.-vlieger 2e kl. bij de
Kon. Marine-reserve.
Benoemd tot res.-off. van gez. tweede ky. bij
de landmacht de dienstpl. van de le comp.
hospitaalsoldaten B. J. W Blunders, arts.
Bij K. B. is de heer mr. P. J. J. van den Bie-
sen benoemd tot lid van oen Kolomalen Raad
van Curacao.
Bij K.B. zijn tijdelijk benoemd aan de Rijks
hoogere burgerschool te Groningen tot leerares
mej. J. Kloppenborg en tot 1 eeraar J. B. Swie-
renga, beiden te Groningen
Bij K. B. is aan den heer Jhr. Mr. J. Schuur-
beque Boeye op zijn verzoek met ingang van
1 October 1934 eervol ontslag verleend als com
mies bij het Centraal Bureau voor de Statis
tiek.
Bij K.B. zijn benoemd:
in de provincie Groningen:
tot voorzitter van het waterschap Ten Dyke,
B. van Hoorn te Mensingeweer;
in de provincie Overijsse.
tot heemraad van het Waterschap Masten
broek, H. Pelleboer Hzn., te Usselmuiden;
in de provincie Noord-Holland:
met ingang van 1 October 1934 tot heemraad
van den polder Eyerland op Texel, A. Garrit-
sen te Texel;
in de provincje Zeeland:
a. tot voorzitter van het bestuur der water-
keering van den calamiteuzen Leendert-Abra-
hampolder, D. Priester, te Katz;
b. tot gezworene van het waterschap Groede
en Baanst, A. C. Salomé te Groede.
22
Het was een droefgeestige bewolkte dag, en de
weg was zoo modderig, dat de paarden tot aan
de vetlokken in het water stonden. Binnen twee
minuten zat het heele commando te paard en
zette zich langzaam in beweging naar het Noor
den. De luitenant reed den eersten mijl met mijn
geleide mee, argwanend en op alles lettend, ik
hoorde hoe hij bevelen gaf, maar bekommende
mij er niet om, welke maatregelen er genomen
werden. Noreen reed voor den kolonel, tusschen
de twee kapiteins. En zoo waadden we maar door
de modder, volgden den landweg die onder
langs den voet van de bergen kronkelde, tot we
eindelijk de straten van Lewisburg binnenreden.
HOOFDSTUK XVI
Ik kies den dood
Ik kende het stadje nog van vroeger, toen mijn
vader er rechter was, zag nu de oude vertrouwde
huizen weer terug, waar niets was veranderd, en
bemekte ook, hoe alles vol soldaten was, veel
meer dan ik gedacht had. Eindelijk maakte het
hoofd van onze colonne front voor 't Furst Ho
tel, een drie verdiepingen hoog houten gebouw,
v:aar de garnizoensofficieren blijkbaar verbleven,
maar Whitlock schreeuwde 'n bevel naar den
sergeant en wij gevangenen reden door, met de
wacht vlak achter ons, tot we bij het Gerechtsge
bouw kwamen, een eerbiedwaardig gebouw van
rooden baksteen, dat één blok verder lag en waar
vroeger mijn vader president van de rechtbank
was; het was nu door een kampement omgeven.
Daar aangekomen gaf de sergeant me over aan
den officier van den dag en ik marcheerde naar
het sousterrein.
De vroegere gevangenis was zeker vernield,
maar die benedenverdieping van het gebouw-was
ook stevig genoeg. Het vertrekje waar ik opge
sloten werd, herkende ik direct. Daar waren
vroeger de strafregisters van de streek opgebor
gen. Het was zoowat drie meter in 't vierkant,
met 'n klein raampje hoog in den muur en een
ijzeren deui-. Een echte safe! De vbloer en de
muren waren van steen en het plafond zoo hoog,
dat ik daar niet bij kon komen. Een soldaat
smeet een kistje haar binnen, dat als stoel kon
dienen, en een paar dekens.
„Hier jongen," zei hij onverschillig, „hier zul Je
wel blijven zitten tot ze je noodig hebben en
over een tijdje zal je ook wel iets te bikken krij
gen."
De ijzeren deur viel achter hem in 't slot, ik
hoorde den scherpen klik van een zwaar slot en
dan de regelmatige passen over den steenen
vloer ten bewijze, dat er een schildwacht gepos
teerd was.
Ziezoo nu kon ik mijn omgeving eens opne
men, yan den vroegeren inhoud van die onder-
aardsche kluis was niet veel meer overgebleven,
alleen langs de muren zag Ik nog de ijzeren rek
ken, waar vroeger de verschillende registers ge
legen hadden. Ik kon me zelfs herinneren hoe ik
die rekken had zien bevestigen aan de muren.
Vroeger, toen vader hier nog zetelde, was dit
oude gebouw mijn geliefkoosde schuilplaats ge
weest en toen de kluis gemaakt moest worden,
zat ik uren toe te zien, hoe de werklui dat klaar
speelden. Plotseling kreeg ik een ingeving, mis
schien was er nog kans om te ontsnappen.
De muur waartegen die ijzeren rekken ge
bouwd waren, bestond eigenlijk uit een schoor
steen, en er was een opening in dien schoor
steen, herinnerde ik me, en daaroverheen hadden
ze een zinken plaat gelegd om het ijzer aan den
muur te bevestigen. Als ik maar eenmaal achter
die plaat kon komen, dan zou het niet zoo moei
lijk zijn, een uitweg te vinden. De schoorsteen
was wijd, dat herinnerde ik me nog wel. Maar
hoe kon ik die plaat loskrijgen? Ik probeerde een
paar ijzers van de rekken, maar die zaten on
wrikbaar vast, veel rukken durfde ik ook niet,
bang lawaai te maken, en bovendien was het tijd
dat de gevangenbewaarder me voedsel bracht.
Ik had een half dozijn sleutels in mijn zak en
in mijn koppel een gebroken patroonhuls,, an
ders niets. Op den vloer kon ik niets ontdekken
dan een krommen spijker, maar tusschen de
spijlen van 't raampje zag ik zooiets als een ge
broken hoefijzer. Ik wilde net gaan kijken, maar
ging weer gauw zitten, er was iemand aan de
deur, die openging, en twee mannen kwamen
binnen. De een was Fox, de ander een zwaarge
bouwde officier peet een grijzen knevel, gekleed
in de uniform van kolonel der infanterie. De ka
pitein groette me ernstig en gaf me een hand.
„Ik zou je liever ontmoeten zooals den eersten
keer," zei hij. „Maar de oorlog laat ons geen
keus."
„Ik heb alle kansen benut en ik klaag niet,"
antwoordde ik hartelijk, want ik vond hem een
sympathieken kerel, „en het is zeker niet twijfel
achtig wat er met mij zal gebeuren, wel?"
,,Ik vrees van niet, maar gelukkig hoef ik daar
niet over te beslissen. Dit is kolonel Pickney, de
garnizoenscommandant."
Ik boog en we keken elkaar aan. Ik zag een
streng en vastberaden gezicht met een uit
drukking van spijt.
„Nog erg jong, kapitein," zei hy tot Fox, „wat
den onaangenamen plicht nog beroerder maakt.
Je heet Wyatt, niet?"
„Jawel, kolonel."
„Je zegt dat je in dienst bent bij de Confede-
ralisten officier?"
„Wachtmeester bij de artillerie, kolonel."
Hij schraapte zijn keel.
„Je ziet er intelligent uit, wachtmeester Wyatt,
en je zult den ernst van je positie wel begrijpen.
Ik hoef zeker niet uit te weiden over het lot
dat een spion ondergaat, die door den vijand
gevangen genomen wordt. In jouw geval schynt
er zelfs geen verdediging mogelijk, je draagt de
unifonn der Federalisten, je bevond je binnen
onze linies en er zijn papieren op je gevonden
van een zeer bezwarende soort. Ik begrijp daar
uit, dat je niet ontkent."
„Absoluut niet, kolonel, dat zou nutteloos
zijn,"
„Je hebt dus geen redenen om verzachtende
omstandigheden te laten gelden?"
„Neen, kolonel."
„Maar er is altijd wel een manier om die te
verkrijgen," ging hij ernstig door. „Je kunt onge-
twyfeld inlichtingen geven, die voor ons van het
grootste gewicht zijn. Ik zal gaarne al mijn in
vloed aanwenden voor je als de omstandigheden
dat met zich meebrengen."
„U bedoelt natuurlijk: als ik de vragen beant
woord, die u me zult stellen."
„Dat is myn bedoeling, ja. Kom je van het
hoofdkwartier van Jackson?"
„Ik ben hier op zün bevel."
„Dan bestaat de mogelijkheid ook, dat je in
lichtingen kunt geven, die ons laten we zeg
gen waard zijn, je leven te sparen."
Ik keek even opzij naar Fox en bemerkte den
smeekenden blik, waarmee hy my aanzag en
dan weer naar den kolonel, die my vol verwach
ting aankeek.
„Hebt u volmacht om my dat voorstel te
doen?" vroeg ik rustig.
„Ik heb hier het commando, en myn aanbeve
ling zal gewicht in de schaal leggen. Ik beloof
je, dat ik dien invloed zal gebruiken by generaal
Ramsay."
„Wat wilt u dan weten?"
„De sterkte en de bewapening van Jackson's
troepen, waar ze op 't oogenblik liggen en welke
wapens en je oordeel over zyn toekomstige plan
nen."
„En in ruil voor die inlichtingen garandeert u
me dat ik vrygelaten word?"
„Dat zou pnmogelyk zün. wachtmeester," en
hy legde zijn hand op myn schouder. „We zul
len je hier moeten houden als krijgsgevangene,
maar er zal geen aanklacht ingediend worden,
waar de doodstraf op staat."
Ik stond een oogenblik doodstil en probeerde
de zaak van alle kanten te bekyken. Toen ik
sprak, deed ik dat zoo kort mogeiyk. „Ik dank
u, kolonel," zei ik kalm, „en ik weiger. Ik ben
soldaat en trouw aan mijn vaandel. Toen gene
raal Jackson myn diensten noodig had, heb ik
de kans om in een toestand te komen, als waarin
ik my nu bevind, onder de oogen gezien. Zelfs
als ik er mijn leven mee kan redden, zal ik uw
vragen niet beantwoorden."
„Dan zal je als spion moeten sterven. Je zult
opgehangen worden."
„Dat is in Gods hand, kolonel; die bedreiging
zelf laat me koud."
Fox greep myn arm vast en toen ik nem aan
keek, zag ik tot mijn verbazing tranen in zyn
oogen.
„Wyatt," riep hij uit, zonder zijn aandoening
te verbergen, „wees niet zoo haastig met je be
sluit. Ik wil je niets oneervols aanraden, maar
er is toch zeker wel een compromis mogelyk.
Ik vraag je, de zaak niet alleen van jouw stand
punt uit te bekijken, maar ook van het onze.
Ik ben met kolonel Pickney meegekomen in de
hoop je misschien te kunnen beïnvloeden." Hy
aarzelde een oogenblik, alsof hy niet goed uit
zijn woorden kon Women. „Misschien deed ik
beter, mijn jongen, niet te bekennen, dat- iemand
anders me heeft overgehaald te komen."
„Iemand anders?"
„Ja een dame." iWordt vervolgd