Vertrek van Mgr. Brandsma Valschheid in geschrifte door politie-commissaris DE ROODE NEVEL Crisisproducten TERUG NAAR KISUMU HERINNERINGEN AAN DE MOBILISATIE GERUCHTMAKENDE ZAAK TE HENGELO (0.) VERDEDIGING VAN HET ZUIDEN WOENSDAG 10 OCTOBER 1934 Een onderhoud met den Missiebisschop De resultaten van de Reisweek Brandstoffentoeslag „Ezel, ben je niet wijzer?" Radiodistributie van Rijkswege Ministers op Schiphol De onlusten in Spanje In het hartje van Afrika groeit een katholieke gemeenschap op, die de grootste belof ten inhoudt Voorspoedige groei Een eigen kleinseminarie Z. H, Exc, Mgr. Brandsma Ztvare zorgen „Naar huis" DR. A. B. A. VAN KETEL Veel belangstelling voor zijn ambtsaanvaarding aan de R.K. Handelshoogeschool Steun tot een bedrag van f 1 millioen Eieren en pluimvee Niet ongunstig verloopen Over de te treffen regeling is nog geen beslissing genomen Ter verkrijging van een subsidie zouden valsche begrootingen bij den R.K. Politiebond „St. Michaël" inge diend zijn Alles moest betaald worden De Staten-Generaal zouden moeten beslissen Drie maanden gevorderd Heden een rondvlucht met de F 36 Geen Nederlanders onder de slachtoffers Samenwerking der verschil lende comité's UIT DE STAATSCOURANT EEN VERHAAL UIT DEN SLAVENOORLOG DOOR RANDALL PARRISH Onze Romeinsche correspondent schrijft ons d.d. 6 Oct.: De apostolische vicaris van Kisumu, die gis teren door den Paus in audiëntie werd ontvan gen en morgenochtend te Napels scheep gaat naar zijn vicariaat in Midden Afrika, had van zijn laatsten Romeinschen en Europeeschen dag nog een uurtje over voor de „pers". Het kleine Engelsche klooster van San Sil- vestro, vlak naast het postkantoor in het druk ste deel van de stad, is drie kwart Romeinsch en één kwart Engelsch. De huisknecht behoort tot de eerste drie-kwart en verstond geen woord van het fraaie Engelsch, waarin de mis sie-bisschop hem opdrachten gaf, evenmin als deze het Romeinsche dialect verstond, waarin de knecht zijn meldingen kwam maken. Zoo kon de bezoeker zich dus nuttig maken als tolk, een kleine verontschuldiging voor het feit, dat hij deze laatste oogenblikken kwam rooven. Kwesties van bagage, spoorkaartjes, reke ningen.... Er zat reiskoorts in de lucht en ik viel dan ook maar met de deur in huis. „Mag ik iets vragen van hetgeen U den Paus giste ren verteld heeft en wat Hij U gezegd heeft?" „De Paus informeerde natuurlijk op de eer ste plaats naar den stand van onze missie. Hjj toonde vooral bijzondere belangstelling voor de opleiding der catechumenen, die zeer gron dig' is en twee tot vier jaren duurt. In den eer sten tijd, één of twee jaar lang, moeten de hei denen afleeren, heiden te zijn en zich terug trekken van de wangebruiken, die onder de hei denen in zwang zijn, zooals bijv. de braspartijen met hun nasleep van zedelijke excessen. Eerst wanneer zij daarin standvastigheid toonen, be gint de eigenlijke vorming en het onderricht om hen tot Christenen te maken. Veel interesse toonde de Paus voor het werk van de inlandsche helpers, de catechisten, waar van wij er in het Vicariaat nu bijna 1100 heb ben, om precies te zijn 1074. De Heilige Vader noemde het werk van deze helpers het ware leekenapostolaat, echte „katholieke actie." De groei van onze missie is zeer voorspoedig geweest. Toen ik 28 jaar geleden naar Kisumu kwam, was er nog geen enkele inlandsche ka tholiek. Nu leven er ruim 50.000. In deze 28 ja ren werden er door onze missionarissen meer dan 120.000 gedoogt. En het tempo, waarmee de missie zich uitbreïtft.'nëèmfr nóg'voortdurend toe: van Juni 1933 tot Juhi 1934 hebben wij 10.$61 doopsels toegediend. Mgr. Brandsma behoeft geen notities te raad plegen, om deze cijfers te geven. Zij liggen blijkbaar bovenaan in zijn geheugen. „De cultureele vooruitgang houdt gelijken tred met deze kerstening. Toen ik in Kisumu kwam, ging de gansche bevolking nog totaal naakt. Nu zijn allen gekleed, al is het niet erg stijlvol; want juist door het feit, dat zij geen kleeding kenden, was er geenerlei traditie op dat gebied en namen zij eenvoudig aan, wat de Europeesche industrie leverde. Het zedelijke en cultureele peil stijgt eenparig. Velen van onze christenen bouwen tegenwoordig hun leemen woning in drie vertrekken, zoodat de gansche familie niet meer in eenzelfde ruimte woont en slaapt. De verandering is op elk gebied onaf zienbaar. Er groeit daar in Afrika met groote snelheid een katholieke gemeenschap op, die de grootste beloften inhoudt.. Vijftig jaar geleden was er nog niets. Nu tellen wij drie millioen katholieken op een be volking van misschien 25 millioen. De hoop is gewettigd, dat binnen afzienbaren tijd het meerendeel van die bevolking katholiek zal zijn. De negers zijn zeer religieus en ontvankelijk Voor het Christendom. Daar in het hartje van Afrika Engelsch Oost Afrika en den Belgi schen Congo ligt, zooals de Pau3 zelf gezegd heeft, het mooiste mis- sieveld van de wereld. Het groote vraagstuk is, krachten genoeg ter beschikking te hebben om deze groeiende bevolking niet alleen te bekeeren, maar ook waarlijk in ka tholieken geest op te voeden. Heeft u reeds inlandsche priesters? „Nog niet. Wij hebben vier studenten op een groot-seminarie en twintig op een klein-semi- narissen zullen mij volgen, maar vieer anderen 35 zusters en 10 broeders. Ten nieuwe missio- bleven. Overigens hebben wij 39 missionarssen, zelfs eeen tijd lang een negerpriester als fiio- seminaris voor ons vicariaat te bouwen, narie aan den Boven Nijl. Een van mijn eerste plannen bij mijn terugkeer is een eigen klein seminarie voor ons vicariaat te bouwen. De seminaristen komen bijna uitsluitend uit de kinderen, wier ouders al katholiek zijn. De opleiding is dezelfde als in de Europeesche se minaries. Of die Westersche geestesvorming den negers goed afgaat? De Witter Paters hebren zelfs een tijd lang een negerpriester als filo sofieprofessor in hun seminarie gehad. Inlandsche zusters hebben wij sedert 1932. Het zijn er vijftien en zij zijn allen trouw ge bleven. Overigens hebben wij 39 missionarissen, 35 zusters en 10 broeders. Tien nieuwe missio narissen zullen mij volgen, maar vier anderen zal ik verliezen, twee door ziekte en twee, die professor worden in onze colleges. Het getal komt dus nu op 45. Behalve de uitbreiding van het hospitaal en een tweetal nieuwe missie posten hoop ik binnenkort ook een school voor Europeesche jongens te kunnen beginnen, aïe door Engelsche Benedictijnen zal geleid wor den, zooals er in Kisumu reeds een meisjes pensionaat is van zusters uit Dublin. Maar dit is nog toekomstmuziek. En ik heb den Paus ook moeten spreken over zware zorgen, vooral van materieelen aard De missie-intenties, die zulk een belangrijk deel van onze middelen vormen, zijn zóó geslonken, dat zij geen tiende deel van vroeger meer vor men. U begrijpt wat dat beteekent. De subsidie van het Liefdewerk voor de Voortplanting des Geloofs is eveneens, en door dezelfde oorzaken sterk gedaald. Mijn reis naar Europa is dan ook niet op de laatste plaats een bedelreis geweest. En ik maak gaarne van uw pen gebruik, om nog eens openlijk van mijn groote dankbaarheid te ge tuigen aan de geestelijkheid, hoog en laag, en aan de leeken, rijk en arm. De rijken hebben mij véél gegeven, en de "armen, naar gelang van hun vermogen, nog méér." En nu, Excellentie? „En nu ga ik „naar huis". Dat is geen scherts, maar waarheid. Ik heb in Kisumu acht en twintig jaar geleefd en gewerkt, heb de katholieke missie daar zien ontstaan en groeien, ik ken allen die er werken en zelfs min of meer elk van die 50.000 geloovigen, die wij er voor de Kerk hebben gewonnen. De tien maanden, die ik in Europa heb doorgebracht, waren een aaneenschakeling van reizen, ge haast en druk. Op de „Mazzini", die morgen ochtend de ankers ligt, kan ik wat uitrusten. Den 25sten komt het schip in Mombasa aan. Dan nog twee dagen in den treein en den 27ste hoop en verlang ik weer thuis te zijn," Dinsdagmiddag heeft, zooals gemeld, ln het autditorium van het Conservatorium der R.K. Leergangen te Tilburg, dr. A. B. A. van Ketel, zijn inaugurale rede gehouden bij ge legenheid van zijn ambtsaanvaarding als bui tengewoon hoogleeraar in Bedrijfsleer aan de R.K. Handelshoogeschool. Er was een overgroote belangstelling, vooral van persoonlijkheden uit de financieele we reld. Het was ruim vier uur toen de pedel, in vol ornaat, den stoet opende, die van het hoofd gebouw den weg overstak naar de aula. Door een haag van, met een hard groenen hoogen hoed: getooide novieten, waren reeds de genoodigden naar binnen gegaan. Na den Rector-Magnificus, Mgr. prof. dr. Til Goossens, betrad de stoet met den nieuwen hoogleeraar het gebouw. Het waren de profes soren dr. A. B. A. van Ketel; prof. dr. A. P. Weve O. P.; Prof. dr. M. Cobbenhagen; prof. mr. E. Gimbrère, prof. H. A. Kaag; prof. dr. J. de Quay. Onder de aanwezigen merkten we op: de curatoren mr. A. baron van Wijnbergen, pre sident; pastoor drs. J. Verhoeven; mr. dr. A. van Sonsbeeck; mr. B. Verspaendonk en H. Blomjous, lid le Kamer. Verder waren aanwezig mevrouw Ketel; prof. dr. J. Teulings; wethouder J. J. van den Oudenhoven, die het gemeentebestuur ver tegenwoordigde; mgr. dr. A. J. van Gils; mgr. Th. Verhoeven; de heer Jos. Meyering, voor zitter van den Ned. R.K. Middenstandsbond; de heer M. Raadts, directeur van de Ambachts school; prof. Volmer uit Rotterdam; de heer A. van Reyen, lid der Kamer, en leden van den Raad van Toezicht. Verder waren er vele studenten; de senaat van St. Olof met den moderator drs. F. van Miert en de oud-moderator Pather J. Pad berg S. J. Het college van hoogleeraren nam op het, met bloemen getooide podium plaats, waarop prof. Ketel onmiddellijk zijn buitengewoon college begon. In ons blad van Dinsdag gaven wij hier van reeds verslag. Na afloop had in het Villagebouw van de Handelshoogeschool een receptie plaats. De Minister van Economische Zaken heeft erkend als producenten van crisisproducten alle in Nederland gevestigde beoefenaars van tuinbouwproducten voor zoover deze zijn aan gesloten bij de Stichting Nederlandsche Groen ten- en Fruitcentrale, die hun producten over erkende veilingen veilen of als markttuinders zijn erkend. Voorts heeft de Minister bepaald, dat uit het Landbouw-Crisisfoncs aan die produ centen steun zal worden verleend tot een totaal bedrag van ten hoogste 1 millioen, en wel voor de volgende producten: a. kas- komkommers over het tijdvak van 2 Januari 1934 tot 1 Juni 1934- 1.50 per 100 stuks; b. tomaten over het tijdvak van 2 Januari 1934 tot 30 Juni 1934 3.— per 100 K.G.; en c. blauwe druiven over het tijdvak van 1 April 1934 tot 15 Augustus 1934 ƒ1.50 per 100 K.G. De reorganisatie der Landbouw-Crisisdiensten heeft er toe geleid, dat de verschihende stich tingen, die zich met eieren en pluimvee bezig hielden, in één organisatie, de Nederlandsche Centrale voor Eieren en Pluimvee, zijn samen gebracht. Het Bestuur der nieuwe Centrale werd dezer dagen op het Departement van Econo mische Zaken door den secretaris-generaal van dat Departement Mr. Dr. A. A. van Rhijn, ge ïnstalleerd. Spreker herinnerde er aan, dat tot 1907 meer Zooals men weet, is van 20—27 Augustus 1934 de z.g. Nederlandsche Reisweek gehouden. De Nederlandsche Spoorwegen verleenden in die week een reductie op den prijs der vacuntie- kaarten, en wel in dier vuege, dat voor de va- cantiekaart voor de heenreis, welke in deze week genomen werd, de volle prijs berekend werd (I kl. 7.50; II kl. 5.75: III kl. ƒ4), terwijl voor de vacantiekaart, welke op de terugreis genomen werd, geheven werd I kl. 4; II ki ƒ3; III kl. 2. De vacantiekaart voor de terugreis kon niet alleen op eiken aag van de reisweek (behalve op den dag van afgifte van de vacan tiekaart voor de heenreis)maar ook nog in het tijdvak van 28 Augustus t.m. 3 September 1934 genomen worden. Voorts werd een reductie ver leend op den prijs der achtdaagsche abonne mentskaarten. Deze kostten tijdens de Reisweek I kl. ƒ21.50; II kl. ƒ16.50; III kl. ƒ11.50, in plaats van anders I kl. ƒ28.50; II kl. ƒ21.75; III kl. 15. Een vergelijking van het in de maanden Aug. 1934 en 1933 afgegeven aantal vacantiekaarten en achtdaagsche abonnementskaarten geeft het volgende beeld: Vacantiekaarten: Augustus 1934 I 1349, II 15771, III 107291, te zamen 124411, verschil 5401. Augustus 1933 I 1785, II 19063, Hl 108964, te zamen 129812. Achtdaagsche abonnementskaarten; Augustus 1934 I 99, II 1399, III 6898, te zamen 8396, ver schil 4208. Augustus 1933 I 49, II 595, III 3544, te zamen 4188. Aan goedkoope vacantiekaarten voor de te rugreis werden afgegeven- Augustus 1934 I 40, II 869, III 7213, te zamen 8122. 1, 2 en 3 September 1934 I 8, II 211, III 2071, te zamen 2290. Te zamen I 48, II 1080, III 9284, totaal 10412, zoodat 10412 reizigers gebruik gemaakt hebben van de lagere prijzen der vacantiekaarten gedu rende de Reisweek; dezen hebben dus 20824 va cantiekaarten genomen. Aan achtdaagsche abonnementskaarten wer- eieren werden ingevoerd dan uitgevoerd. In 1907 bedroeg het uitvoerverbod 800 ton in 1931, d. e. t. 85.909 ton. In de achter ons liggende periode werd het bedrijf gekenmerkt door de groote uitbreiding van het aantal kippen, de verbetering der bedrijfsmethoden en het in gebruik komen der broodmachi nes. Door de crisis is de afzetmogelijkheid aan zienlijk ingekrompen. Bedroeg de export in 1931 nog 1094 millioen stuks, in 1933 was dit getal reeds tot 720 millioen stuks teruggekropen. Spre ker meende dat maatregelen ter verbetering van den toestand moeten uitgaan eenerzijds van de wenschelijkheid den pluimveestapel re verbeteren, ten einde de productiekosten te drukken en de hoedanigheid van het product te verhoogen. De toespraak werd namens de nieuwe cen trale beantwoord door den voorzitter, den heer Stroink. Daarna maakte het bestuur onmiddellijk met de werkzaamheden een aanvang. Naar aanleiding van een persbericht, volgens hetwelk aan het departement van Sociale Za ken een regeling is voorbereid voor een ver strekking van brandstoffentoeslag aan werk- loozen in den komenden winter, welke regeling hoogstwaarschijnlijk 1 November zou ingaan en een toeslag van ten hoogste een gulden per week zou bevatten, is ons te bevoegder plaatse verklaard, dat deze regeling op dit oogenblik nog in voorbereiding is en dat het onderzoek van eenige desbetreffende punten nog niet is geëindigd, zoodat de Minister nog geen beslis sing heeft genomen en mededeelingen omtrent den inhoud der regeling als voorbarig moeten worden beschouwd. Van het feit, dat een rege ling voor brandstoffentoeslag wordt voorbereid, is reeds dezer dagen mededeeling gedaan. Het voornemen bestaat om op 15 October a.s een tentoonstelling van Mobilisatie-herinnerin gen te openen, welke zal duren tot 31 October aanstaande. Deze tentoonstelling zal omvatten een zeer uitgebreide en volledige serie photografieën. alle betrekking hebbende op de jaren 1914 1918. Voorts worden nog vele voorwerpen van huisvlijt en nijverheid tentoongesteld, vervaar digd door soldaten in den Mobilisatietijd. De tentoonstelling zal worden gehouden in het gebouw, Lange Voorhout 39 te 's-Gra- venhage, terwijl de netto opbrengst van de entreeprijzen zal zijn bestemd voor den Natio- nalen Bond „Het Mobilisatiekruis". den gedurende de Reisweek afgegeven: I 74, II 1127, III 5222, te zamen 6443. Meer dan twee derde gedeelte van de m de maand Augustus 1934 afgegeven achtdaagsche "abonnementskaarten Werd dus gedurende de Reisweek genomen. Het is moeilijk, aldus lezen we in „Spoor en Tramwegen", een juiste conclusie te vormen ten aanzien van de resultaten van de Reisweek, om dat daarbij verschillende factoren in aanmer king genomen moeten worden, welker invloed men echter niet bepalen kan. In de eerste plaats zullen velen na het bekend raken der Reisweekplannen (half Juli) hun rei zen, die anders in het tijdvak van 15 Juli tot 19 Augustus zouden vallen, tot de Reisweek uit gesteld hebben, terwijl anderen, die in Septem ber zouden gereisd hebben, wellicht hun reis plannen vervrcegd hebben In de tweede plaats zijn in de Reisweek veel reizen met vacantiekaarten of achtdaagsche abonnementskaarten gemaakt die anders met gewone plaatskaarten zouden zijn afgelegd. Dit aantal moet niet onderschat worden. Vacantie kaarten toch, welke anders eerst bij reizen van meer dan 188 k.m. voordeel bieden boven ge wone plaatskaarten, werden nu reeds voor ei a reis heen en terug van 134 k.m. voordeeliger. Bij achtdaagsche abonnementskaarten had men reeds voordeel, indien men twee reizen heen en terug, elk van 127 k.m. had afgelegd. In welke mate er verschuiving van reizigers naar de Reisweek is geweest, zou, behalve uit het kleine aantal achtdaagsche abonnements kaarten, dat in Augustus 1934 buiten de Reis week genomen is, ook eenigszins uit een verge lijking van de maanden Juli 1933 en 1934 afge leid kunnen worden. Afgegeven werden aan: Vacantiekaarten: Juli 1934 I 1572, II 12653, III 70288, te zamen 84513, verschil 10687. Juli 1933 I 1867, II 15623. Hl 77710, te zamen 95200. Achtdaagsche Abonnementskaarten: Juli 1934 I 42, II 465, Hl 2767, te zamen 3274, verschil 817. Juli 1933 I 67, II 639, III 3385, te zamen 4091. Intusschen moet niet uit het oog verloren worden, dat ook de crisis tot vermindering van het vervoer medewerkt, en dit in aanmerking genomen, lijken de uitkomsten der Reisweek niet ongunstig, al moeten zij aan den anderen kant niet overschat worden. Wellicht zal het mogelijk zijn een denkbeeld van de financieele uitkomsten der Reisweek te vormen, zoodra de definitieve cijfers van het geheele reizigersverkeer over de maanden Juli, Augustus en September 1934 bekend zijn. Onder groote publieke belangstelling stond Dinsdag voor de Almelosche rechtbank terecht de heer J. C. D., commissaris van politie te Hengelo (O.), wegens valschheid in geschrifte. De commissaris heeft 1 Mei van dit jaar we gens gezondheidsredenen ontslag gevraagd, welk ontslag intusschen, hangende deze zaak, nog niet verleend is. Sinds dien datum doet D echter geen dienst meer. Volgens de dagvaarding heeft D. als lei der van een politiecursus te Hengelo val sche begrootingen ingeleverd aan het be stuur van den R.K. Politiebond „St. Mi chael" te Den B<1sch, in dezen zin, dat de inkomsten te laag werden opgegeven en de uitgaven te hoog, waardoor een tekort ont stond, dat door genoemden Bond gedekt werd in den vorm van een subsidie. President van de rechtbank was mr. Leen- dertz. De verdachte, die verdedigd werd door de ad vocaten mr. Noyon en Baak uit Enschede, had zeven getuigen décharge doen oproepen. Bij het verhoor van verdachte erkent deze. de begrootingen ingezonden te hebben. Hij ver klaarde inderdaad de daarin genoemde uitga ven gedaan te hebben en het bedrag der tekor ten ontvangen te hebben. De president toont uit de begrootingen aan, dat het aantal cursisten lager is opgegeven, dan het in werkelijkheid was. Het doel daarvan was voor de subsidie in aanmerking te komen. De president betwijfelt of D. werkelijk vier uur per week les heeft gegeven, waarop verdachte ant woordt, dat hij daaronder ook rekende, het na kijken van het schriftelijke werk en het corri- geeren. Alles wat hij deed voor den cursus wil de hij betaald hebben. Pres. tot verdachte: „U voelt toch wel de strafbaarheid der handeling, als u een tekort, dat niet bestaat, nochtans declareert?" Verd.: „Ik kan bewijzen, dat ik het ook niet eens was met de vaststelling van het subsidie." Op een vraag van den officier, mr. Wolf- son erkent D., dat de beide cursussen-over de jaren 1932 en 1933 hem een vrij aan zienlijk voordeel opleverden. Als getuige werd vervolgens gehoord A. F. Peterse, hoofdagent van politie te Hengelo, die mede-leider van den cursus was. Hij verklaart, dat hij den commissaris vaak genoeg gewezen heeft op het incorrecte van zijn handelingen. Steeds wees getuige op het gevaar, als de zaak uit zou komen, waarop ver dachte dan onverschillig antwoordde en op een keer zeide: „ezel, ben je niet wijzer!" Getuige vertelt verder, dat de uitgaven ge flatteerd moesten worden en de inkomsten ge drukt om het tekort te krijgen. Het geld, dat hij als deel van het subsidie eenmaal voor zijn medewerking aan den cursus ontvangen heeft, zijnde 48, heeft hij niet willen accepteeren. In verband met de reeds lang overwogen plan nen om de particuliere en gemeentelijke radio- distributiebedrijven in Nederland door het rijk te laten overnemen, waarnaar een technisch en organisatorisch onderzoek is ingesteld, dat nog niet geheel geëindigd moet zijn, verneemt de „Telegraaf", dat de minister van Binnenland- sche Zaken, mr. De Wilde, op de begrooting voor P.T.T. voor 1935 een memoriepost heeft laten zetten als .radiodistributie van rijks wege". De bedoeling moet zijn de Staten-Generaal een beslissing te laten nemen over de vraag of het gewenscht is tot ryksradiodistributie over te gaan. Hij heeft dit geld langs een omweg naar den bond teruggezonden. President: „Waarom langs een omweg?" Getuige: „Omdat ik den commissaris niet aan de kaak wilde stellen." Volgens deze getuige heeft de commissaris hem bewogen om een lager aantal cursisten dan er in werkelijkheid waren in te vullen op de be grooting, omdat er anders geen subsidie gege ven zou worden door den R.K. Politiebond. Ge tuige heeft voor het opmaken der begrooting opgegeven twee lesuren per week, doch de commissaris tweemaal 2* 4» uur. Pres.: „Zijn er leerboeken aangeschaft?" Getuige P.: „Wel enkele, maar dat ging steeds op rekening van de gemeente. De boeken, die op de begrooting voor den Bond staan, zijn niet uit de cursusgelden betaald. Na verder getuigenverhoor eischte de Offi cier van Justitie een gevangenisstraf van drie maanden. De ministers Colijn, Deckers, Van Schaik en De Wilde zullen heden een rondvlucht maken met de F. 36. Zij zullen daartoe te ongeveer kwart over tien op Schiphol arriveeren. Van den Nederlandschen consul-generaal te Barcelona is aan het Departement van Bui- tenlandsche Zaken bericht ontvangen, dat de onlusten aldaar onder de Nederlanders, in die stad woonachtig, geen slachtoffers hebben ge- eischt. De kunstzijdefabriek, we.ke onder haar per soneel vele Nederlanders telt, werkt door. Het verkeer is hersteld. Zaterdag zal in Hotel Du Commerce te Eind hoven een bestuursvergadering worden gehou den van de vereeniging „Ons Leger", welke vergadering ook zijn uitgenoodigd de verschil lende comités' welke in het Zuiden des lands zijn opgericht om de vertserking van het leger te propageeren. Het doel van deze bijeenkomst is, te trachten een federatief verband te vor men tusschen deze comité's, zoodat er in de toekomst een gezamenlijke en daardoor krach tiger actie kan worden gevoerd. Met 1 November bevorderd tot vice-admiraai de schout-bij-nacht N. J. van Laer, inspecteur- generaal van loodswezen, betorning. bebakening en verlichting. Aan den off.-vlieger 2e kl. G J. C. te Roller is eervol ontslag uit den zeedienst verleend; hij is benoemd tot off.-vlieger 2e kl. bij de Kon. Marine-reserve. Benoemd tot res.-off. van gez. tweede ky. bij de landmacht de dienstpl. van de le comp. hospitaalsoldaten B. J. W Blunders, arts. Bij K. B. is de heer mr. P. J. J. van den Bie- sen benoemd tot lid van oen Kolomalen Raad van Curacao. Bij K.B. zijn tijdelijk benoemd aan de Rijks hoogere burgerschool te Groningen tot leerares mej. J. Kloppenborg en tot 1 eeraar J. B. Swie- renga, beiden te Groningen Bij K. B. is aan den heer Jhr. Mr. J. Schuur- beque Boeye op zijn verzoek met ingang van 1 October 1934 eervol ontslag verleend als com mies bij het Centraal Bureau voor de Statis tiek. Bij K.B. zijn benoemd: in de provincie Groningen: tot voorzitter van het waterschap Ten Dyke, B. van Hoorn te Mensingeweer; in de provincie Overijsse. tot heemraad van het Waterschap Masten broek, H. Pelleboer Hzn., te Usselmuiden; in de provincie Noord-Holland: met ingang van 1 October 1934 tot heemraad van den polder Eyerland op Texel, A. Garrit- sen te Texel; in de provincje Zeeland: a. tot voorzitter van het bestuur der water- keering van den calamiteuzen Leendert-Abra- hampolder, D. Priester, te Katz; b. tot gezworene van het waterschap Groede en Baanst, A. C. Salomé te Groede. 22 Het was een droefgeestige bewolkte dag, en de weg was zoo modderig, dat de paarden tot aan de vetlokken in het water stonden. Binnen twee minuten zat het heele commando te paard en zette zich langzaam in beweging naar het Noor den. De luitenant reed den eersten mijl met mijn geleide mee, argwanend en op alles lettend, ik hoorde hoe hij bevelen gaf, maar bekommende mij er niet om, welke maatregelen er genomen werden. Noreen reed voor den kolonel, tusschen de twee kapiteins. En zoo waadden we maar door de modder, volgden den landweg die onder langs den voet van de bergen kronkelde, tot we eindelijk de straten van Lewisburg binnenreden. HOOFDSTUK XVI Ik kies den dood Ik kende het stadje nog van vroeger, toen mijn vader er rechter was, zag nu de oude vertrouwde huizen weer terug, waar niets was veranderd, en bemekte ook, hoe alles vol soldaten was, veel meer dan ik gedacht had. Eindelijk maakte het hoofd van onze colonne front voor 't Furst Ho tel, een drie verdiepingen hoog houten gebouw, v:aar de garnizoensofficieren blijkbaar verbleven, maar Whitlock schreeuwde 'n bevel naar den sergeant en wij gevangenen reden door, met de wacht vlak achter ons, tot we bij het Gerechtsge bouw kwamen, een eerbiedwaardig gebouw van rooden baksteen, dat één blok verder lag en waar vroeger mijn vader president van de rechtbank was; het was nu door een kampement omgeven. Daar aangekomen gaf de sergeant me over aan den officier van den dag en ik marcheerde naar het sousterrein. De vroegere gevangenis was zeker vernield, maar die benedenverdieping van het gebouw-was ook stevig genoeg. Het vertrekje waar ik opge sloten werd, herkende ik direct. Daar waren vroeger de strafregisters van de streek opgebor gen. Het was zoowat drie meter in 't vierkant, met 'n klein raampje hoog in den muur en een ijzeren deui-. Een echte safe! De vbloer en de muren waren van steen en het plafond zoo hoog, dat ik daar niet bij kon komen. Een soldaat smeet een kistje haar binnen, dat als stoel kon dienen, en een paar dekens. „Hier jongen," zei hij onverschillig, „hier zul Je wel blijven zitten tot ze je noodig hebben en over een tijdje zal je ook wel iets te bikken krij gen." De ijzeren deur viel achter hem in 't slot, ik hoorde den scherpen klik van een zwaar slot en dan de regelmatige passen over den steenen vloer ten bewijze, dat er een schildwacht gepos teerd was. Ziezoo nu kon ik mijn omgeving eens opne men, yan den vroegeren inhoud van die onder- aardsche kluis was niet veel meer overgebleven, alleen langs de muren zag Ik nog de ijzeren rek ken, waar vroeger de verschillende registers ge legen hadden. Ik kon me zelfs herinneren hoe ik die rekken had zien bevestigen aan de muren. Vroeger, toen vader hier nog zetelde, was dit oude gebouw mijn geliefkoosde schuilplaats ge weest en toen de kluis gemaakt moest worden, zat ik uren toe te zien, hoe de werklui dat klaar speelden. Plotseling kreeg ik een ingeving, mis schien was er nog kans om te ontsnappen. De muur waartegen die ijzeren rekken ge bouwd waren, bestond eigenlijk uit een schoor steen, en er was een opening in dien schoor steen, herinnerde ik me, en daaroverheen hadden ze een zinken plaat gelegd om het ijzer aan den muur te bevestigen. Als ik maar eenmaal achter die plaat kon komen, dan zou het niet zoo moei lijk zijn, een uitweg te vinden. De schoorsteen was wijd, dat herinnerde ik me nog wel. Maar hoe kon ik die plaat loskrijgen? Ik probeerde een paar ijzers van de rekken, maar die zaten on wrikbaar vast, veel rukken durfde ik ook niet, bang lawaai te maken, en bovendien was het tijd dat de gevangenbewaarder me voedsel bracht. Ik had een half dozijn sleutels in mijn zak en in mijn koppel een gebroken patroonhuls,, an ders niets. Op den vloer kon ik niets ontdekken dan een krommen spijker, maar tusschen de spijlen van 't raampje zag ik zooiets als een ge broken hoefijzer. Ik wilde net gaan kijken, maar ging weer gauw zitten, er was iemand aan de deur, die openging, en twee mannen kwamen binnen. De een was Fox, de ander een zwaarge bouwde officier peet een grijzen knevel, gekleed in de uniform van kolonel der infanterie. De ka pitein groette me ernstig en gaf me een hand. „Ik zou je liever ontmoeten zooals den eersten keer," zei hij. „Maar de oorlog laat ons geen keus." „Ik heb alle kansen benut en ik klaag niet," antwoordde ik hartelijk, want ik vond hem een sympathieken kerel, „en het is zeker niet twijfel achtig wat er met mij zal gebeuren, wel?" ,,Ik vrees van niet, maar gelukkig hoef ik daar niet over te beslissen. Dit is kolonel Pickney, de garnizoenscommandant." Ik boog en we keken elkaar aan. Ik zag een streng en vastberaden gezicht met een uit drukking van spijt. „Nog erg jong, kapitein," zei hy tot Fox, „wat den onaangenamen plicht nog beroerder maakt. Je heet Wyatt, niet?" „Jawel, kolonel." „Je zegt dat je in dienst bent bij de Confede- ralisten officier?" „Wachtmeester bij de artillerie, kolonel." Hij schraapte zijn keel. „Je ziet er intelligent uit, wachtmeester Wyatt, en je zult den ernst van je positie wel begrijpen. Ik hoef zeker niet uit te weiden over het lot dat een spion ondergaat, die door den vijand gevangen genomen wordt. In jouw geval schynt er zelfs geen verdediging mogelijk, je draagt de unifonn der Federalisten, je bevond je binnen onze linies en er zijn papieren op je gevonden van een zeer bezwarende soort. Ik begrijp daar uit, dat je niet ontkent." „Absoluut niet, kolonel, dat zou nutteloos zijn," „Je hebt dus geen redenen om verzachtende omstandigheden te laten gelden?" „Neen, kolonel." „Maar er is altijd wel een manier om die te verkrijgen," ging hij ernstig door. „Je kunt onge- twyfeld inlichtingen geven, die voor ons van het grootste gewicht zijn. Ik zal gaarne al mijn in vloed aanwenden voor je als de omstandigheden dat met zich meebrengen." „U bedoelt natuurlijk: als ik de vragen beant woord, die u me zult stellen." „Dat is myn bedoeling, ja. Kom je van het hoofdkwartier van Jackson?" „Ik ben hier op zün bevel." „Dan bestaat de mogelijkheid ook, dat je in lichtingen kunt geven, die ons laten we zeg gen waard zijn, je leven te sparen." Ik keek even opzij naar Fox en bemerkte den smeekenden blik, waarmee hy my aanzag en dan weer naar den kolonel, die my vol verwach ting aankeek. „Hebt u volmacht om my dat voorstel te doen?" vroeg ik rustig. „Ik heb hier het commando, en myn aanbeve ling zal gewicht in de schaal leggen. Ik beloof je, dat ik dien invloed zal gebruiken by generaal Ramsay." „Wat wilt u dan weten?" „De sterkte en de bewapening van Jackson's troepen, waar ze op 't oogenblik liggen en welke wapens en je oordeel over zyn toekomstige plan nen." „En in ruil voor die inlichtingen garandeert u me dat ik vrygelaten word?" „Dat zou pnmogelyk zün. wachtmeester," en hy legde zijn hand op myn schouder. „We zul len je hier moeten houden als krijgsgevangene, maar er zal geen aanklacht ingediend worden, waar de doodstraf op staat." Ik stond een oogenblik doodstil en probeerde de zaak van alle kanten te bekyken. Toen ik sprak, deed ik dat zoo kort mogeiyk. „Ik dank u, kolonel," zei ik kalm, „en ik weiger. Ik ben soldaat en trouw aan mijn vaandel. Toen gene raal Jackson myn diensten noodig had, heb ik de kans om in een toestand te komen, als waarin ik my nu bevind, onder de oogen gezien. Zelfs als ik er mijn leven mee kan redden, zal ik uw vragen niet beantwoorden." „Dan zal je als spion moeten sterven. Je zult opgehangen worden." „Dat is in Gods hand, kolonel; die bedreiging zelf laat me koud." Fox greep myn arm vast en toen ik nem aan keek, zag ik tot mijn verbazing tranen in zyn oogen. „Wyatt," riep hij uit, zonder zijn aandoening te verbergen, „wees niet zoo haastig met je be sluit. Ik wil je niets oneervols aanraden, maar er is toch zeker wel een compromis mogelyk. Ik vraag je, de zaak niet alleen van jouw stand punt uit te bekijken, maar ook van het onze. Ik ben met kolonel Pickney meegekomen in de hoop je misschien te kunnen beïnvloeden." Hy aarzelde een oogenblik, alsof hy niet goed uit zijn woorden kon Women. „Misschien deed ik beter, mijn jongen, niet te bekennen, dat- iemand anders me heeft overgehaald te komen." „Iemand anders?" „Ja een dame." iWordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 3