Geestelijke liefde in 't huwelijk
III
lil
De Hollandsche molen herleeft!
ONDERWERP OP SOCIALE
STUDIEDAGEN
III
„DOODE HAND"-WET IS
AFGEKONDIGD
BRUIKBAAR WERKTUIG
WOENSDAG 10 OCTOBER 1934
Het huwelijk is heilig
Uitvoering eener Zuider-
zee-steunwet
Het clearingverdrag
met Duitschland
1
Contingenteeringen
Kringloop der techniek
Brandstichting te
Amsterdam
Het is God, die voor den man een
vrouw kiest; Hij stelt belang
in de tot standkoming van
ieder huwelijk
Het gezinsloon
Voor het groote gezin
Christelijke gezinsgebruiken
Rector Bots spreekt
God kiest
Dit geheim is groot
Instelling Beroepscommissie
te verwachten
De uitwisseling van vol-nationale
producten van het hoogste
belang
HENGELAARS MET DEN
WISSELTRUC
Demonstratie voor de rechtbank
te Arnhem
g s i
s 11
H 5
Wiskunde L.O.
Nieuwe wetsontwerpen tot rege
ling van den invoer van
allerlei artikelen
Siergewassen
Dekens
TERUG NAAR DEN VLEGEL
Na verbetering volgens 't systeem-
Dekker wordt de molen weer
meer gebruikt om polders
te bemalen
Terug naar den windmolen
De stroomlijn-molen
Groote perspectieven
Vele brandhaarden met petroleum
gedrenkt
TE KLEIN BEHUISD
Prinses Juliana zal het nieuwe
gebouw der Ned. Padvinders
openen
DE MIJNINDUSTRIE IN
DEN PUT
Groote invoer uit Duitschland
GEKNOEI MET AANDEELEN
EM.-PASTOOR VAN DER AA
IN VRIJHEID GESTELD
Op den laatsten dag van de Sociale Studie
dagen van den R. K. Volksbond te Bergen ge
houden, werd de cursus over het herstel der
Maatschappeijke Orde voortgezet met een drie
tal inleidingen over Gezinsloon, Christelijke ge
zinsgebruiken en Geestelijke liefde in het hu
welijk.
De Z. E. Pater J. Jacobs M. S. C. sprak over:
Vooraf gaf spr. eenige opmerkingen over het
rechtvaardig loon in het algemeen.
De norm van loon naar prestatie is in het
algemeen moeilijk te bepalen. Er moet een mid
del zijn om de minimum waarde van den arbeid
te bepalen.
Daarom moet het doel van den arbeid in het
oog gehouden worden; doel van den arbeid is
het leven van den arbeider; hem het noodige
levensonderhoud te waarborgen. De kosten van
levensonderhoud van den normaal-sober-leven-
den arbeider moet de minimum waarde van den
gepresteerden arbeid zijn.
Een rechtvaardig loon is altijd een levens-
loon, d. i.: noodig voor de kosten van levens
onderhoud.
Een levensloon moet echter steeds een ge
zinsloon zijn.
Het is een plicht van sociale rechtvaardig
heid van de Christelijke Maatschappij het daar
heen te leiden, dat het loon van den arbeider
kan voorzien in alle behoeften van het gezin.
De sociale rechtvaardigheid eischt een loon
voor den arbeider, dat voorziet in de behoefte
van heel zijn groote gezin, en dat gezin een
menschwaardig bestaan waarborgt.
Het algemeen welzijn is de rechtsgrond voor
het ingrijpen door den Staat om de sociale
rechtvaardigheid toe te passen.
Een andere rechtsgrond is het groote gezin-
zelf, waardoor omdat het de vraag naar de
productieartikelen grooter maakt ook de
totale loonsom grooter maakt. De groote ge
zinnen dragen meer bij tot het algemeen wel
zijn van de maatschappij.
Hierover hield de Z. E. Heer F. C. van Beu
kering, pastoor te Haarlem, een causerie.
Hij wees er op, hoe het Christendom een
keerpunt beteekende in het familieleven. Door
Christus werd aan het huwelijk een bovenna
tuurlijk karakter gegeven en werd het gezin ge
heiligd; de ouders kregen een aureool als ge
lijkenis van Christus met Zijn Bruid: de Kerk.
Tusschen het leven van Kerk en gezin moet
dan ook een nauw verband bestaan. Op „hui
selijke" wijze moet het liturgisch leven der
Kerk in de huiskamer worden voortgezet.
De kerkelijke feesten moeten in de huiska
mer op eigen wijze hun weerslag vinden; door
vrome gebruiken moeten de ouders in de oogen
hunner kinderen een priesterlijk karakter too-
nen, zooals ook inderdaad het geval moet zijn.
Over „Geestelijke liefde in het huwelijk" hield
de Bondsadviseur Rector J. F. A. Bots de laat-
ste der tien inleidingen.
Hij, die de drie cursusdagen had meegemaakt,
Werd met applaus begroet.
Hij verwachtte van de cursisten dat zij straks,
thuis gekomen, hun gezin met andere oogen
zullen bekijken en het christelijk gezinsideaal
volop zullen waardeeren en beminnen, beleven
en bewaren.
Chesterton zei, dat het beste middel om een
Ideaal te bewaren, de godsdienst is; het beste
middel om het huwelijk te bewaren is de chris
telijke godsdienst; in de Kerk neemt het ge
zin de plaats in, die het toekomt.
Het Christelijk gezin is van geestelijke orde;
bovennatuurlijk, al zijn niet alle katho
lieke gezinnen ideale gezinnen.
Het geestelijk karakter van het huwelijk is
ook door tal van katholieken al te zeer mis
kend.
Volgens den modernen mensch heeft God
met het huwelijk niets te maken.
In het plan der Goddelijke Voorzienigheid is
het echter van het grootste gewicht, hoe het
huwelijk gesloten en beleefd wordt.
Aan de hand van de geschiedenis van Isaac
en Rebecca betoogde spr. hoe God het is, Die
voor den man een vrouw kiest; huwelijken wor
den in den hemel gesloten. Anna Bijns dicht
te: „gelijk de man is, kiest God hem een
vrouw".
Men kan aannemen, dat God belang stelt in
de tot stand koming van iéder huwelijk. Hij
gaf het huwelijk een sacramenteel karakter.
Niets is zoo menschelijk als het huwelijk; het
grootste probleem er van is, dat de mensch
uit eigen kracht niet in staat is, om het huwe
lijk naar zijn reht te beleven en te waardee
ren.
De eenheid van zielen, die alleen tusschen
man en vrouw kan bestaan, is een eenheid van
gevoelens en gedachten, een eenheid van twee
personen. Alleen als God helpt, is zoo'n oplos
sing van het individu, zoo'n twee-eenheid mo
gelijk.
Christus kwam, om het huwelijk te herstellen
naar zijn oorspronkelijke ongereptheid van het
Paradijs; St. Paulus, de groote redenaar ver
geleek de verhouding tusschen man en vrouw
met de innige verhouding tusschen Christus
en Zijn Kerk.
Het huwelijk is heilig, omdat het in wezen
niets anders is dan een voortzetting van het
mystieke leven tusschen Christus en Zijn Kerk.
„Dit geheim is groot", zei St. Paulus.
Het Christelijk huwelijk tusschen twee ge-
c jopten schenkt nieuwe kinderen aan de kerk
Cods. Het zwaartepunt van het leven der Kerk
l'gt in het huwelijk. De weg naar de eeuwig
heid zal voor de kinderen des te gemakkelij
ker zijn, naarmate de ouders deugdzaam zijn
en hun roeping, die van koninklijke en priester
lijke waardigheid is, beleven; naarmate zij de
geestelijke liefde van het huwelijk bezitten.
Het herstel der ontredderde Maatschappelijke
Orde zal moeten uitgaan van het Christelijk
gezin. Overal, ook in de dichtbevolkte industrie
centra zal het geheim van het groote gezin de
oplossing brengen voor de ontreddering van
dezen tijd. (Applaus.)
De Bondsadviseur sprak ten slotte een dank
woord en uitte den wensch, dat de zoo uitste
kend geslaagde studiedagen rijke vruchten
mochten afwerpen.
Naar de „Volkskr." meldt, ligt het in de
bedoeling van den minister van Waterstaat een
beroep op beslissingen inzake de uitvoering der
Zuiderzeesteunwet mogelijk te maken.
De minister is bezig een regeling neer te leg
gen in een ontwerp koninklijk besluit ter wij
ziging van het bestaande K. B.
De samenstelling dezer beroepsinstantie zal
waarschijnlijk aldus geregeld worden, dat een
sub-commissie voor die behandeling zal worden
aangewezen, welke dan haar adviezen niet zal
vaststellen dan nadat de betrokkenen vooraf
zijn gehoord, terwijl daarbij ook de voorzitter
der betrokken plaatselijke commissie wordt uit-
genoodigd.
Het moet voorts in de bedoeling liggen, dat
een scheiding zal worden gemaakt tusschen het
personeel van den Rijksdienst en dat der Gene
rale Commissie.
De Nederlandsche Tuinaersbond heeft een
request gezonden aan den Minister van Econo
mische Zaken, waarin hij erop aandringt bij de
afwikkeling der geblokkeerde vorderingen van
het Duitsche Sonderkonto voor de vorderingen,
welke zijn voortgekomen uit den export van
nationale bodemproducten speciaal tuinbouw
producten een bevoorrechte en bijzondere re
geling te treffen.
De Bond meent, dat de meest snelle afwikke
ling of andere, voor betrokkenen bevredigende
regeling, alleszins gewettigd is, en wel om de
volgende redenen.
1. De handhaving van export van bodem-
producten is economisch een belang van de eer
ste orde;
2e. De instandhouding van den export van
tuinbouwproducten en het bestaan van tiental
len exporteurs en veilingen is hiervan afhan
kelijk. De snelste wederopvatting van den prac-
tisch geheel stilgelegden export is een levens
kwestie voor den Nederlandschen tuinbouw. Dit
klemt te meer, doordat de meeste tuinbouw
producten geen bewaarbare producten zijn en
dus direct verbruikt c.q. dagelijks geëxporteerd
moeten worden. Iedere stagnatie werkt nier
funest.
3. De revolveerende functie, die het handels
kapitaal in de Gemeenschap heeft te vervul
len, maakt bevoorrechte mobielmaking tegen
over vorderingen, voortkomende uit geldcontrac
ten, tot een gerechtvaardigd nationaal belang.
4. De ten behoeve van andere landen op het
Nederlandsche Sonderkonto gestorte bedragen
(hetgeen de Minister zelf een misbruik noem
de), dienen in elk geval bij de afwikke'irg
achter gesteld te worden, terwijl ten opzichte
van vorderingen, voortkomende uit kolonialen
export en doorvoerhandel, een billijke volgorde
waren te bepalen.
5. Waar de Nederlandsche tuinbouw toch
reeds zeer noodlijdend is, zal iedere stagnatie
en nieuwe tegenslag bij den export buitenge
woon nadeelige gevolgen met zich brengen en
de algeheele ineenstorting van den tuinbouw
en wat daaraan verbonden is, kunnen veroor
zaken.
De Nederlandsche Tuindersbond is overtuigd
van de vele moeilijkheden aan deze zaak ver
bonden; hij is ook overtuigd, dat wij met de
clearing-overeenkomst op den goeden weg zijn.
doch meent, dat bij de afwikkeling van Sonder
konto- en clearingbedragen de producenten (en
exporteurs) van nationale bodemproducten niet
mogen worden opgeofferd aan de belangen van
geldcontractanten en buitenlandsciien handel,
m.a.w. dat deze clearing in de eerste plaats
moet worden dienstbaar gemaakt aan de uit
wisseling van vol-nationale producten, omdat
deze zoowel sociaal als economisch het hoogste
effect sorteeren. De bond verzoekt den Minister
dringend op dezen grondslag zeer spoedige n
bevredigende maatregelen te willen treffen.
Ook de Ned. Ver. van Fruit- en Groenten-
exporteurs heeft met betrekking tot de uitbe
taling van in Duitschland bevroren credieten
een adres gericht tot den Minister van Econo
mische Zaken.
G. L. B., 37 jaar, koopman te Amsterdam,
en G. Z., 45 jaar, metselaar te Amsterdam,
stonden Dinsdag voor de rechtbank te Arnhem
terecht wegens het toepassen van een wissel
truc. Indertijd gingen zij „hengelen" en toen
zij niet te Amsterdam terug keerden geraakte
de familie in groote onrust. Later bleken zij te
Arnhem gearresteerd en ingesloten te zijn.
Verdachten wendden voor groot geld in win
kels te willen wisselen, namen het kleine geld
in ontvangst, doch hielden dan listig het groote
geld achter, de aandacht afleidend door allerlei
handighec'den.
De beide verdachtten bekenden.
Behalve oplichting was subsidiair diefstal en
verduistering ten laste gelegd. Tegen G. L. B.
werd wegens een geval ten nadeele van N. v. B.
een jaar gevangenisstraf geëischt, en tegen G.
Z. drie maanden.
Daarna komt een ander geval aan de orde.
waarbij M. de dupe werd van G. Z. Hij had ge
vraagd aan M. om een „tientje" te wisselen.
M. stond op het punt hem het klein geld te
geven. Z. stond nog met het „tienje" in de
hand. Op dit oogenblik zei Z.: „Ik geloof, dat
u zich vergist". Neen, zei M. en telde hem
het geld uit.
„Dat was een truc van je", zei de Officier.
„Neen", zegt verdachte, „dat legt u verkeerd
uitt Ik wildde met dat gezegde vragen of ik het
„tientje" wel afgegeven had". De truc doet zijn
nut dus niet alleen in den winkel, doch ook voor
de rechtbank. Onder groote belangstelling en
hilariteit gaf de oplichter de rechtbank een les,
hoe men het bankbiljet daarbij behoort vast te
houden.
De Officier eischte negen maanden.
Mr. Cremers, de verdediger, noemde het feit
een noodsprong. Het is verdachte's eerste feit.
Hij heeft uit honger gehandeld.
Verdachte lichtte dit nog toe. Hij was werk
loos. Hij trachtte iets te verdienen met fotogra
feeren. Dit ging echter niet. Toen hij bij „den
steun" terug kwam, werd hij verplicht aan het
fotografeeren te blijven. Bij een reclasseerings-
vereeniging aankloppend, werd hem gezegd, dat
men daar alleen veroordeelden hielp. Verdachte
vroeg een voorwaardelijke veroordeeling, met
een zeer langen proeftijd, opdat hij bij de re-
classeering steun kan krijgen
De rechtbank zal nu een reclasseeringsrap-
port inwinnen en wel binnen 14 dagen.
Wegens heling stond terecht C. W. R., die een
derde van de „verdienste" van de beide andere
hengelaars heeft gekregen, als loon voor het
vervoer AmsterdamArnhem.
Tegen hem werd een jaar gevangenisstraf ge-
eischt.
Mr. Cremers pleitte een voorwaardelijke ver
oordeeling.
Uitspraak over 14 dagen.
5
jj S 1
s I
g g
S j I
De Weleeno. heer Vo
gels Geestelijk Advi
seur van den Nederl.
R. K. Bond van Hand
boogschutterijen, lost
op het Missieconcours
te Nijnsel bij Eindhoven
het eerste schot.
DEN HAAG. Geslaagd de heer A. M. van Brug
gen, te Enters.
Ingediend is een wetsontwerp regeling van den
invoer van manufacturen, stoffen en weefsels
van geverfd, bedrukt, bontgeweven, gebleekt en
ongebleekt katoen.
Aan de memorie van toelichting wordt ont
leend, dat bij Koninklijk besluit van 28 Augustus
1934 de beperking van den invoer van manu
facturen, stoffen en weefsels van katoen weder
om verlengd is, zoodat thans indiening van een
wetsvoorstel in dit verband noodzakelijk is. De
Nederlandsche katoenindustrie verkeert nog
steeds in een zeer slechten toestand. Weliswaar
werden door de contingenteeringen van ge
bleekte en eenige bontgeweven katoenen manu
facturen in Nederlandsch-Indië voor de Neder
landsche katoenindustrie nieuwe exportgebieden
geopend, maar deze wegen niet cp tegen den
nog steeds afnemenden export naar de andere
buitenlandsche markten. De werkgelegenheid,
welke gedurende 1933 eenigszins toenam, is de
laatste maanden wederom verminderd. Desbe
treffende cijfers worden in de memorie van toe
lichting gegeven.
Evenals zulks reeds het geval was tijdens de
afgeloopen periode, zal onder de verlengde con-
tingenteering wederom het passieve veredelings-
verkeer worden betrokken. Dit heeft zulk een
omvang aangenomen, dat inzonderheid de con-
tingenteering van bedrukte katoenen manufac
turen niet het effekt heeft gesorteerd, dat hier
van aanvankelijk werd verwacht. De minister
van Economische Zaken zal daarom gedurende
de loopende contingenteeringsperiode het ver-
edelingsverkeer aan zoodanige grenzen binden,
dat eenerzijds aan de Nederlandsche druk-
industrie de gelegenheid wordt geboden, tot een
normale ontwikkeling te komen, maar ander
zijds wordt voorkomen, dat de witwevers, die
het ruwdoek, bestemd voor de veredeling in het
buitenland, vervaardigen, daardoor te ernstig
worden benadeeld.
In verband met handelspolitieke overwegin
gen worden de percentages over deze contingen-
teering thans wederom lager gesteld.
Ingediend is een wetsontwerp regeling van den
invoer van niet-houtvormende siergewassen, als
mede van Azalea Indica en Hortensia. Aan de
memorie van toelichting wordt ontleend, dat de
voor de contingenteering van dezen invoer ge
stelde termijn afliep op 31 Augustus J.l. Bij
Koninklijk besluit van 28 Augustus 1934 werd
deze invoer voor den duur van één jaar weder
om beperkt. De maatregelen hebben voor een
groot deel aan hun doel beantwoord. Een niet
onbelangrijk deel van de werkgelegenheid, ver
bonden aan het in bloei trekken der groene
planten, kon voor de Nederlandsche kweekers
worden gereserveerd. Het aandeel van de
bloeiende planten in den totalen invoer is ech
ter ook thans nog te groot. De minister is in
staat, dezen abnormalen invoer door gelegen
heidshandelaren nog verder te beperken en zoo
het doel dezer contingenteering nog meer nabij
te komen.
Ingediend is voorts een wetsontwerp, waarbij
wordt voorgesteld de bij K.B. van 28 Augustus
j.l. ingevoerde contingenteering van den invoer
van wollen en halfwollen dekens door de wet
te bekrachtigen.
Afgekondigd is het Staatsblad, bevattende de
wet van 5 October 1934 tot heffing van een be
lasting naar het vermogen van instellingen van
de doode hand.
In verband met de reeds door ons vermelde
pogingen om, ter verkrijging van werkverrui
ming, de tarwe in Zeeuwsch-Vlaanderen in
plaats van met de machine met den vlegel te
doen dorschen, is namens de Commissie tot
werkverruiming in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaan
deren een adres gericht tot den Minister van
Sociale Zaken.
In dit adres wordt o.m. medegedeeld, dat,
blijkens gemaakte berekening, het verschil in
kosten tusschen machinaal en met den vlegel
gedorscht graan valt te stellen op 80 cent per
100 K.G. ten nadeele van den vlegel. De week-
capaciteit per arbeider wordt gesteld op 700
K.G. tarwe. Om den landbouwer schadeloos
te stellen voor de grootere uitgaven, zou een
loontoeslag van 5.60 per week moeten wor
den verleend. Daar de gemiddelde werkloos-
heidsuitkeering hooger ligt dan dit bedrag,
zou dit een geldelijke besparing geven, voor
zoover de arbeid door werkloozen werd ver
richt. Adressante wijst er echter op„ dat het
niet in haar bedoeling ligt, den bijslag uit
sluitend op werkloozen toe te passen.
Wat de werkverruiming betreft, wordt mede
gedeeld, dat, indien slechts 20 pet. van den
Zeeuwsch-Vlaamschen tarwe-oogst met den
vlegel werd gedorscht, hiervan 10 weken ar
beid voor 700 arbeiders het gevolg zou zijn.
Adressante betoogt, dat, dat behalve tarwe,
ook gerst, erwten en boonen naar een soort
gelijken maatstaf met den vlegel zouden te
dorschen zijn.
Te Maasland, een plaatsje nabij Maassluis,
heeft Dinsdagmorgen de molen van den Dijk-
polder proefgedraaid, na gemoderniseerd te zijn
volgens het systeem-Dekker. Ongeveer dertig
belangstellenden waren verzameld bij den molen
die, ofschoon volgens een inscriptie op een steen
in 1718 gebouwd, nog allerminst teekenen van
aftakeling vertoont. Krachtig gierden de wie
ken door de lucht, toen de heer W. C. J. J.
baron van Voorst tot Voorst, dijkgraaf van Delf
land, „den vang had afgetrokken" zooals dat
in molenaarstermen heet. Nadat de molen al
dus zijn volwaardigheid bewezen had, werd het
binnenwerk van den molen bezichtigd, met zijn
houten kamraderen en spillen. Daarna werd
naar het dorpje Maasland gereden, waar in het
bescheiden milieu van een vereenigingslokaaltje
jhr. mr. F. van Rijckevorsel Jr., bestuurslid der
vereeniging „De Hollandsche Molen" gelegen
heid kreeg zijn vreugde uit te spreken over de
herleving van den molen als bruikbaar werk
tuig voor de bemaling van polders.
„Met vreugde zien wij,"zoo sprak hij tot het
polderbestuur van Maasland, „hoe een zaak, die
tien jaar geleden vrijwel hopeloos was, zich in
stijgende lijn gaat bewegen."
Inderdaad schijnt er een nieuwe tijd voor
den Hollandschen molen te zijn aongebro-
ken. De wind als drijfkracht heeft, naast
De gestroomlijnde wiek van een „ver-
dekkerden" molen
het nadeel van onbetrouwbaarheid toch het
voordeel dat zij gratis geleverd wordt. En
dat is in de tegenwoordige tijden een heel
ding. I
Iedereen weet hoe moeilijk de boeren het heb
ben, en hoe de opbrengst van een boerenbedrijf
vaak niet eens toereikend is alleen om de vaste
lasten die op zijn landen rusten er uit te be
strijden. En weinig stadsmenschen weten hoe
zwaar in de polders de waterschapslasten op
den grond kunnen drukken. „Wien 't water
deert, die 't water keert" zegt een oud-Holland-
sche spreuk, maar het kan voor de ingelanden
wel eens een hard gelag zijn, wanneer zehooge
sommen moeten betalen om landen die hun
niets opbrengen, van het water vrij te houden.
Zoo komt het dat men thans weer meer aan
dacht gaat besteden aan den oud-Hollandschen
molen, en dat niet alleen als sierlijk ornament
in het Hollandsche polderlandschap, doch als
doelmatige machine die de eigenaardigheden
van ons klimaat weet dienstbaar te maken aan
de keering van het altijd-dreigende water.
Te Woubrugge was tot vóór een achttal jaren
een windmolen, die echter in de jaren dat het
den boeren goed ging werd vervangen door een
ruwoliemotor, die sindsdien de vijzel aandrijft.
In de eerste jaren ging alles goed: de motor
leverde zelfs een besparing. Maar na korten
tijd kwamen de mankementen en de reparaties.
De kosten werden steeds hooger, de ingelanden
raakten steeds dieper in den put. Ten slotte
besloten de Woubruggenaren na ampele over
weging tot het herstellen van den windmolen.
De Hollandsche molen had een stuk verloren
terrein herwonnen.
Echter de vooruitgang der techniek gaat zelfs
aan den traditioneelen molen niet ongemerkt
voorbij. Door bijzondere voorzieningen wordt hij
doelmatiger gemaakt voor zijn werk. Hij moet
kunnen draaien met minder wind den vroeger
en zoo mogelijk nog meer water kunnen ver
zetten. In zoowel het een als het ander weet
de moderne techniek te voorzien, zoodat de
molen nog met meer recht dan voorheen zijn
plaats in het Hollandsche landschap kan hand
haven.
Het is naar aanleiding van een prijsvraag der
vereeniging „De Hollandsche molen" dat de
heer A. J. Dekker te Leiden, stammend uit een
oud molenmakersgeslacht, een studie ging ma
ken van de mogelijkheden om den windmolen
meer efficient te maken. Na veel proefnemin
gen kwam hij met zijn vinding: de gestroom
lijnde molenwiek.
Wie bij een draaienden molen staat zal tel
kens wanneer een wiek langs hem heen gaat,
de wind hooren suizen. De molenwiek wordt
wel door den wind voortbewogen, maar ander
zijds moet hij ook de lucht doorklieven: den
weerstand van de lucht overwinnen. Nu is de
gewone molenwiek daar slecht op ingericht: de
roede is een zware vierkante balk, zooals onze
degelijke voorouders die volgens de traditie
hunner vaderen vervaardigden. De heer Dekker
omkleedde 'nu deze balken met een aluminium
hulsel, dat aan de roede een ronde, gladde vorm
geeft: ongeveer als de propeller van een vlieg
tuig. Zoo doorklieft de wiek met veel minder
moeite de lucht. Een aldus „verdekkerde" mo
len kan draaien bij een windkracht van 3 M.
per seconde, een windkracht die in Nederland
zoo veelvuldig voorkomt, dat de Dekkermolen
ongeveer drie kwart van het heele jaar kan
draaien, terwijl een gewone molen slechts één
kwart van het jaar wind genoeg heeft.
In de laatste jaren zijn aldus heel wat mo
lens verdekkerd, zooals de volgende cijfers laten
zien: in 1927: een; in 1928: vijf; in 1929: drie;
in 1930: drie; in 1931: vier; in 1932: twee; in
1933: tien.
Aan den molen te Maasland is bovendien nog
een andere verbetering aangebracht: de toe
voer van het water is verbeterd en de wacht-
plank: d.i. de plank die het uitgemalen water
tegenhoudt, zoodat het niet terug kan stroo
men, is niet meer direct achter het scheprad,
doch eenige meters daarachter geplaatst, wat
het voordeel heeft, dat het den molen minder
kracht kost om op gang te komen.
Zoo heeft de uitvinding van den heer Dekker
den Hollandschen molen in eere hersteld. Hij is
nu niet meer een fossiel, een monument dat
omwille van het landschapsschoon in stand
wordt gehouden doch een bruikbare machine,
die aan haar prestaties haar goed bestaans
recht ontleent. Openen zich na deze vinding
geen nieuwe perspectieven voor Hollands mo
len? In vroeger jaren werd de molen tot veler
lei doeleinden gebruikt. De molens aan de Zaan,
die in de gouden eeuw daar de houtzagerijen
dreven, zijn nog spreekwoordelijk. Wellicht dat
thans ook andere bedrijven van geringen om
vang, die niet direct op tijd behoeven te wer
ken, van deze goedkoope drijfkracht gebruik
kunnen maken. In de eerste plaats zou men
weer meer graan kunnen gaan vermalen in
molens: wat vooral goed mogelijk is nu de
binnenlandsche graanproductie toch meer dan
vroeger een belangrijke plaats inneemt in de
voedselvoorziening. Zou het verder niet moge
lijk zijn door windkracht kleine electrische
centrales te drijven? Zooals Zwitserland en Italië
van de natuur profijt trekken door het gebruik
van waterkracht, de „witte steenkool", zoo zou
ons land de windkracht vaster kunnen in
schakelen in het nationale bedrijfsleven. Wel
licht zou zulk een ontwikkeling nut kunnen
hebben zoo meenen wij als onderdeel van
den door de omstandigheden opgelegden „over
gang naar het lager niveau",
Dinsdagmorgen brak brand uit in een per
ceel in de Vrolikstraat te Amsterdam. De
brandweer was zeer spoedig ter plaatse; net
bleek, dat in de woning, waarin een winkeltje
is gevestigd zeven brandhaarden waren. En
kele plaatsen waren met petroleum gedrenkt.
Onmiddellijk werd de politie gewaarschuwd
en des middags hebben rechter-commissaris mr.
J. Meihuizen en de officier van justitie een on
derzoek ter plaatse ingesteld. Ook de polirie-
deskundige, dr. van Ledden Hulsebosch, was
hierbij aanwezig.
De justitie vond aanleiding, zoowel den man,
een winkelier, als zijn vrouw aan te houden.
Beide personen zijn in politiebewaring gesteld.
Nader wordt gemeld:
Toen de brandweer voor het bewuste perceel,
waar een groentenwinkel wordt gedreven door
O. de W„ verscheen, behoefde zij geen dienst
meer te doen. De winkelier en zijn vrouw wa
ren al druk aan het blusschen en met een paar
emmers water kon het gevaar bezworen worden.
Het viel onmiddellijk op, dat de brandweer hier
met een ongewoon geval te doen had. In net
sousterrain waren een houtbetimmering van
den schoorsteen, vloerplanken en een divan
door het vuur aangetast, doch ook op de bel
étage was een bed in brand geraakt en er
wérden in totaal vijf brandhaarden aangetrof
fen, terwijl de woning naar petroleum rook.
Het bleek, dat de brandhaarden rijkelijk vooraf
met petroleum waren begoten. Eeen en ander
was voor de politie aanleiding een nader on
derzoek in te stellen. De justitie werd gewaar
schuwd en de officier en de rechter-commissa
ris, mr. Meihuizen, benevens de politie-deskun-
dige dr. Van Ledden Hulsebosch verschenen
weldra ter plaatse. De winkelier De W. en rijn
vrouw werden, verdacht van brandstichting, ge
arresteerd. Zij ontkennen echter alle schuld; de
man voerde aan, dat hij bezig was geweest het
vuur te blusschen. Hoe het ontstaan was. kon
den noch de man, noch de vrouw zeggen.
Voorts was een 15-jarige zoon in de woning,
die echter sliep, toen de brand uitbrak.
De inboedel was op beurspolis verzekerd tot
een bedrag van 2000.Beide verdachten zijn
ingesloten in het politiebureeau aan de Lin-
naeusstraat.
Het gebouw aan de Billitonstraat te Den
Haag, waarin het hoofdkwartier van de Neder
landsche Padvinders gevestigd was, is reeds ge-
ruimen tijd te klein geworden, voor de omvang
rijke werkzaamheden dezer beweging. Men heeft
daarom uitgezien naar een ruimer gebouw, en
dit gevonden in het perceel Alexanderstraat 20.
Zaterdagmiddag om half vier zal dit gebouw
officieel als hoofdkwartier der Nederlandsche
Padvinders in gebruik worden genomen. Dit zal
met eenige plechtigheid, in tegenwoordigheid
van Prinses Juliana geschieden.
De hoofdverkenner vice-admiraal Rambonnet
zal er een rede uitspreken, waarna H.K.H. da," ér
Prinses het nieuwe gebouw zal openen. Een groot
aantal autoriteiten zal tegenwoordig zijn. De
minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen heeft toegezegd te zullen komen, ter
wijl waarschijnlijk ook de minister van Buiten
landsche Zaken aanwezig zal zijn.
Voorts zijn de gezanten van die landen,
waarmede de Nederlandsche padvindersbeweging
geregeld contact heeft, uitgenoodigd.
De Algemeene Nederlandsche Mijnwerkers-
bond heeft een uitvoerig adres tot den Raad
van Ministers gezonden, waarin gewezen wordt
op den noodtoestand, waarin de mijnwerkers
en hun gezinnen nog steeds verkeeren.
Weliswaar zijn de huishuren in d'e mijnstreek
verlaagd en is door contingenteeringsmaat-
regelen het aantal verzuimdienten eenigszins
verminderd, doch dit is onvold'oende compen
seering voor de drie pCt. loonsverlaging, die
per 1 Augustus is ingevoerd.
Gewezen wordt in het adres op de slechte
uitkomsten van het mijnbedrijf, terwijl nog
ongunstiger uitkomsten te wachten zijn in
verband met verscherpte invoeihelemmeringen
en het verhoogen van invoerrechten, die door
verschillende andere landen op de Nederland
sche steenkolen worden toegepast.
De aandacht wordt ook gevestigd op de
tegenstelling van de behandeling ten aanzien
van Duitschland. Terwijl de invoer van Duitsche
kolen onbelemmerd is en blijkens de beschik
bare gegevens de invoer van Duitsche kolen in
ons land nog steeds stijgt, is de invoer van
Nederiandsche kolen in Duitschland tot 100.000
ton per maand beperkt.
Verder komt men in dit adres op tegen een
request van de importeurs van huisbrandkolen,
waarin ten onrechte wordt beweerd, dat in
Nederland onvoldoende huisbrandkolen aan
wezig zouden zijn. Adressanten wijzen er op,
dat juist de huisbrand produceerende mijnen
de grootste moeilijkheden bij den afzet onder
vinden en juist daar duizenden mijnwerkers
z-ijn ontslagen en zelfs in de wintermaanden
ten gevolge van gebrek aan afzet vijf dagen
per week wordt gewerkt.
De Haagsche rechtbank zou Dinsdagmiddag
behandelen de zaak tegen mr. L. Th. D. te
's Gravenhage, verdacht als directeur van de
N.V. Mij. tot Exploitatie van Onroerende Goe
deren „Concordia" zich wederrechtelijk een
aantal aandeelen te hebben toegeëigend. In
verband met 't gevorderde uur werd de behande
ling dezer zaak evenwel uitgesteld tot Dinsdag
20 November, 10 uur.
De zeereerw. heer P. G. W. J. van der Aa,
tot voor kort deken van Middelburg en pas
toor te Vlissingen, zal in de Maria-stichting te
Haarlem een operatie moeten ondergaan.
De Hilversumsche makelaar A. J. O., die
verdacht van oplichting en verduistering was
gearresteerd, is na verhoor door den rechter
commissaris in vrijheid gesteld.
Als zijn verdediger treedt op mr. J. L. Fran-
kenhuis.