Geestelijke liefde in 't huwelijk III lil De Hollandsche molen herleeft! ONDERWERP OP SOCIALE STUDIEDAGEN III „DOODE HAND"-WET IS AFGEKONDIGD BRUIKBAAR WERKTUIG WOENSDAG 10 OCTOBER 1934 Het huwelijk is heilig Uitvoering eener Zuider- zee-steunwet Het clearingverdrag met Duitschland 1 Contingenteeringen Kringloop der techniek Brandstichting te Amsterdam Het is God, die voor den man een vrouw kiest; Hij stelt belang in de tot standkoming van ieder huwelijk Het gezinsloon Voor het groote gezin Christelijke gezinsgebruiken Rector Bots spreekt God kiest Dit geheim is groot Instelling Beroepscommissie te verwachten De uitwisseling van vol-nationale producten van het hoogste belang HENGELAARS MET DEN WISSELTRUC Demonstratie voor de rechtbank te Arnhem g s i s 11 H 5 Wiskunde L.O. Nieuwe wetsontwerpen tot rege ling van den invoer van allerlei artikelen Siergewassen Dekens TERUG NAAR DEN VLEGEL Na verbetering volgens 't systeem- Dekker wordt de molen weer meer gebruikt om polders te bemalen Terug naar den windmolen De stroomlijn-molen Groote perspectieven Vele brandhaarden met petroleum gedrenkt TE KLEIN BEHUISD Prinses Juliana zal het nieuwe gebouw der Ned. Padvinders openen DE MIJNINDUSTRIE IN DEN PUT Groote invoer uit Duitschland GEKNOEI MET AANDEELEN EM.-PASTOOR VAN DER AA IN VRIJHEID GESTELD Op den laatsten dag van de Sociale Studie dagen van den R. K. Volksbond te Bergen ge houden, werd de cursus over het herstel der Maatschappeijke Orde voortgezet met een drie tal inleidingen over Gezinsloon, Christelijke ge zinsgebruiken en Geestelijke liefde in het hu welijk. De Z. E. Pater J. Jacobs M. S. C. sprak over: Vooraf gaf spr. eenige opmerkingen over het rechtvaardig loon in het algemeen. De norm van loon naar prestatie is in het algemeen moeilijk te bepalen. Er moet een mid del zijn om de minimum waarde van den arbeid te bepalen. Daarom moet het doel van den arbeid in het oog gehouden worden; doel van den arbeid is het leven van den arbeider; hem het noodige levensonderhoud te waarborgen. De kosten van levensonderhoud van den normaal-sober-leven- den arbeider moet de minimum waarde van den gepresteerden arbeid zijn. Een rechtvaardig loon is altijd een levens- loon, d. i.: noodig voor de kosten van levens onderhoud. Een levensloon moet echter steeds een ge zinsloon zijn. Het is een plicht van sociale rechtvaardig heid van de Christelijke Maatschappij het daar heen te leiden, dat het loon van den arbeider kan voorzien in alle behoeften van het gezin. De sociale rechtvaardigheid eischt een loon voor den arbeider, dat voorziet in de behoefte van heel zijn groote gezin, en dat gezin een menschwaardig bestaan waarborgt. Het algemeen welzijn is de rechtsgrond voor het ingrijpen door den Staat om de sociale rechtvaardigheid toe te passen. Een andere rechtsgrond is het groote gezin- zelf, waardoor omdat het de vraag naar de productieartikelen grooter maakt ook de totale loonsom grooter maakt. De groote ge zinnen dragen meer bij tot het algemeen wel zijn van de maatschappij. Hierover hield de Z. E. Heer F. C. van Beu kering, pastoor te Haarlem, een causerie. Hij wees er op, hoe het Christendom een keerpunt beteekende in het familieleven. Door Christus werd aan het huwelijk een bovenna tuurlijk karakter gegeven en werd het gezin ge heiligd; de ouders kregen een aureool als ge lijkenis van Christus met Zijn Bruid: de Kerk. Tusschen het leven van Kerk en gezin moet dan ook een nauw verband bestaan. Op „hui selijke" wijze moet het liturgisch leven der Kerk in de huiskamer worden voortgezet. De kerkelijke feesten moeten in de huiska mer op eigen wijze hun weerslag vinden; door vrome gebruiken moeten de ouders in de oogen hunner kinderen een priesterlijk karakter too- nen, zooals ook inderdaad het geval moet zijn. Over „Geestelijke liefde in het huwelijk" hield de Bondsadviseur Rector J. F. A. Bots de laat- ste der tien inleidingen. Hij, die de drie cursusdagen had meegemaakt, Werd met applaus begroet. Hij verwachtte van de cursisten dat zij straks, thuis gekomen, hun gezin met andere oogen zullen bekijken en het christelijk gezinsideaal volop zullen waardeeren en beminnen, beleven en bewaren. Chesterton zei, dat het beste middel om een Ideaal te bewaren, de godsdienst is; het beste middel om het huwelijk te bewaren is de chris telijke godsdienst; in de Kerk neemt het ge zin de plaats in, die het toekomt. Het Christelijk gezin is van geestelijke orde; bovennatuurlijk, al zijn niet alle katho lieke gezinnen ideale gezinnen. Het geestelijk karakter van het huwelijk is ook door tal van katholieken al te zeer mis kend. Volgens den modernen mensch heeft God met het huwelijk niets te maken. In het plan der Goddelijke Voorzienigheid is het echter van het grootste gewicht, hoe het huwelijk gesloten en beleefd wordt. Aan de hand van de geschiedenis van Isaac en Rebecca betoogde spr. hoe God het is, Die voor den man een vrouw kiest; huwelijken wor den in den hemel gesloten. Anna Bijns dicht te: „gelijk de man is, kiest God hem een vrouw". Men kan aannemen, dat God belang stelt in de tot stand koming van iéder huwelijk. Hij gaf het huwelijk een sacramenteel karakter. Niets is zoo menschelijk als het huwelijk; het grootste probleem er van is, dat de mensch uit eigen kracht niet in staat is, om het huwe lijk naar zijn reht te beleven en te waardee ren. De eenheid van zielen, die alleen tusschen man en vrouw kan bestaan, is een eenheid van gevoelens en gedachten, een eenheid van twee personen. Alleen als God helpt, is zoo'n oplos sing van het individu, zoo'n twee-eenheid mo gelijk. Christus kwam, om het huwelijk te herstellen naar zijn oorspronkelijke ongereptheid van het Paradijs; St. Paulus, de groote redenaar ver geleek de verhouding tusschen man en vrouw met de innige verhouding tusschen Christus en Zijn Kerk. Het huwelijk is heilig, omdat het in wezen niets anders is dan een voortzetting van het mystieke leven tusschen Christus en Zijn Kerk. „Dit geheim is groot", zei St. Paulus. Het Christelijk huwelijk tusschen twee ge- c jopten schenkt nieuwe kinderen aan de kerk Cods. Het zwaartepunt van het leven der Kerk l'gt in het huwelijk. De weg naar de eeuwig heid zal voor de kinderen des te gemakkelij ker zijn, naarmate de ouders deugdzaam zijn en hun roeping, die van koninklijke en priester lijke waardigheid is, beleven; naarmate zij de geestelijke liefde van het huwelijk bezitten. Het herstel der ontredderde Maatschappelijke Orde zal moeten uitgaan van het Christelijk gezin. Overal, ook in de dichtbevolkte industrie centra zal het geheim van het groote gezin de oplossing brengen voor de ontreddering van dezen tijd. (Applaus.) De Bondsadviseur sprak ten slotte een dank woord en uitte den wensch, dat de zoo uitste kend geslaagde studiedagen rijke vruchten mochten afwerpen. Naar de „Volkskr." meldt, ligt het in de bedoeling van den minister van Waterstaat een beroep op beslissingen inzake de uitvoering der Zuiderzeesteunwet mogelijk te maken. De minister is bezig een regeling neer te leg gen in een ontwerp koninklijk besluit ter wij ziging van het bestaande K. B. De samenstelling dezer beroepsinstantie zal waarschijnlijk aldus geregeld worden, dat een sub-commissie voor die behandeling zal worden aangewezen, welke dan haar adviezen niet zal vaststellen dan nadat de betrokkenen vooraf zijn gehoord, terwijl daarbij ook de voorzitter der betrokken plaatselijke commissie wordt uit- genoodigd. Het moet voorts in de bedoeling liggen, dat een scheiding zal worden gemaakt tusschen het personeel van den Rijksdienst en dat der Gene rale Commissie. De Nederlandsche Tuinaersbond heeft een request gezonden aan den Minister van Econo mische Zaken, waarin hij erop aandringt bij de afwikkeling der geblokkeerde vorderingen van het Duitsche Sonderkonto voor de vorderingen, welke zijn voortgekomen uit den export van nationale bodemproducten speciaal tuinbouw producten een bevoorrechte en bijzondere re geling te treffen. De Bond meent, dat de meest snelle afwikke ling of andere, voor betrokkenen bevredigende regeling, alleszins gewettigd is, en wel om de volgende redenen. 1. De handhaving van export van bodem- producten is economisch een belang van de eer ste orde; 2e. De instandhouding van den export van tuinbouwproducten en het bestaan van tiental len exporteurs en veilingen is hiervan afhan kelijk. De snelste wederopvatting van den prac- tisch geheel stilgelegden export is een levens kwestie voor den Nederlandschen tuinbouw. Dit klemt te meer, doordat de meeste tuinbouw producten geen bewaarbare producten zijn en dus direct verbruikt c.q. dagelijks geëxporteerd moeten worden. Iedere stagnatie werkt nier funest. 3. De revolveerende functie, die het handels kapitaal in de Gemeenschap heeft te vervul len, maakt bevoorrechte mobielmaking tegen over vorderingen, voortkomende uit geldcontrac ten, tot een gerechtvaardigd nationaal belang. 4. De ten behoeve van andere landen op het Nederlandsche Sonderkonto gestorte bedragen (hetgeen de Minister zelf een misbruik noem de), dienen in elk geval bij de afwikke'irg achter gesteld te worden, terwijl ten opzichte van vorderingen, voortkomende uit kolonialen export en doorvoerhandel, een billijke volgorde waren te bepalen. 5. Waar de Nederlandsche tuinbouw toch reeds zeer noodlijdend is, zal iedere stagnatie en nieuwe tegenslag bij den export buitenge woon nadeelige gevolgen met zich brengen en de algeheele ineenstorting van den tuinbouw en wat daaraan verbonden is, kunnen veroor zaken. De Nederlandsche Tuindersbond is overtuigd van de vele moeilijkheden aan deze zaak ver bonden; hij is ook overtuigd, dat wij met de clearing-overeenkomst op den goeden weg zijn. doch meent, dat bij de afwikkeling van Sonder konto- en clearingbedragen de producenten (en exporteurs) van nationale bodemproducten niet mogen worden opgeofferd aan de belangen van geldcontractanten en buitenlandsciien handel, m.a.w. dat deze clearing in de eerste plaats moet worden dienstbaar gemaakt aan de uit wisseling van vol-nationale producten, omdat deze zoowel sociaal als economisch het hoogste effect sorteeren. De bond verzoekt den Minister dringend op dezen grondslag zeer spoedige n bevredigende maatregelen te willen treffen. Ook de Ned. Ver. van Fruit- en Groenten- exporteurs heeft met betrekking tot de uitbe taling van in Duitschland bevroren credieten een adres gericht tot den Minister van Econo mische Zaken. G. L. B., 37 jaar, koopman te Amsterdam, en G. Z., 45 jaar, metselaar te Amsterdam, stonden Dinsdag voor de rechtbank te Arnhem terecht wegens het toepassen van een wissel truc. Indertijd gingen zij „hengelen" en toen zij niet te Amsterdam terug keerden geraakte de familie in groote onrust. Later bleken zij te Arnhem gearresteerd en ingesloten te zijn. Verdachten wendden voor groot geld in win kels te willen wisselen, namen het kleine geld in ontvangst, doch hielden dan listig het groote geld achter, de aandacht afleidend door allerlei handighec'den. De beide verdachtten bekenden. Behalve oplichting was subsidiair diefstal en verduistering ten laste gelegd. Tegen G. L. B. werd wegens een geval ten nadeele van N. v. B. een jaar gevangenisstraf geëischt, en tegen G. Z. drie maanden. Daarna komt een ander geval aan de orde. waarbij M. de dupe werd van G. Z. Hij had ge vraagd aan M. om een „tientje" te wisselen. M. stond op het punt hem het klein geld te geven. Z. stond nog met het „tienje" in de hand. Op dit oogenblik zei Z.: „Ik geloof, dat u zich vergist". Neen, zei M. en telde hem het geld uit. „Dat was een truc van je", zei de Officier. „Neen", zegt verdachte, „dat legt u verkeerd uitt Ik wildde met dat gezegde vragen of ik het „tientje" wel afgegeven had". De truc doet zijn nut dus niet alleen in den winkel, doch ook voor de rechtbank. Onder groote belangstelling en hilariteit gaf de oplichter de rechtbank een les, hoe men het bankbiljet daarbij behoort vast te houden. De Officier eischte negen maanden. Mr. Cremers, de verdediger, noemde het feit een noodsprong. Het is verdachte's eerste feit. Hij heeft uit honger gehandeld. Verdachte lichtte dit nog toe. Hij was werk loos. Hij trachtte iets te verdienen met fotogra feeren. Dit ging echter niet. Toen hij bij „den steun" terug kwam, werd hij verplicht aan het fotografeeren te blijven. Bij een reclasseerings- vereeniging aankloppend, werd hem gezegd, dat men daar alleen veroordeelden hielp. Verdachte vroeg een voorwaardelijke veroordeeling, met een zeer langen proeftijd, opdat hij bij de re- classeering steun kan krijgen De rechtbank zal nu een reclasseeringsrap- port inwinnen en wel binnen 14 dagen. Wegens heling stond terecht C. W. R., die een derde van de „verdienste" van de beide andere hengelaars heeft gekregen, als loon voor het vervoer AmsterdamArnhem. Tegen hem werd een jaar gevangenisstraf ge- eischt. Mr. Cremers pleitte een voorwaardelijke ver oordeeling. Uitspraak over 14 dagen. 5 jj S 1 s I g g S j I De Weleeno. heer Vo gels Geestelijk Advi seur van den Nederl. R. K. Bond van Hand boogschutterijen, lost op het Missieconcours te Nijnsel bij Eindhoven het eerste schot. DEN HAAG. Geslaagd de heer A. M. van Brug gen, te Enters. Ingediend is een wetsontwerp regeling van den invoer van manufacturen, stoffen en weefsels van geverfd, bedrukt, bontgeweven, gebleekt en ongebleekt katoen. Aan de memorie van toelichting wordt ont leend, dat bij Koninklijk besluit van 28 Augustus 1934 de beperking van den invoer van manu facturen, stoffen en weefsels van katoen weder om verlengd is, zoodat thans indiening van een wetsvoorstel in dit verband noodzakelijk is. De Nederlandsche katoenindustrie verkeert nog steeds in een zeer slechten toestand. Weliswaar werden door de contingenteeringen van ge bleekte en eenige bontgeweven katoenen manu facturen in Nederlandsch-Indië voor de Neder landsche katoenindustrie nieuwe exportgebieden geopend, maar deze wegen niet cp tegen den nog steeds afnemenden export naar de andere buitenlandsche markten. De werkgelegenheid, welke gedurende 1933 eenigszins toenam, is de laatste maanden wederom verminderd. Desbe treffende cijfers worden in de memorie van toe lichting gegeven. Evenals zulks reeds het geval was tijdens de afgeloopen periode, zal onder de verlengde con- tingenteering wederom het passieve veredelings- verkeer worden betrokken. Dit heeft zulk een omvang aangenomen, dat inzonderheid de con- tingenteering van bedrukte katoenen manufac turen niet het effekt heeft gesorteerd, dat hier van aanvankelijk werd verwacht. De minister van Economische Zaken zal daarom gedurende de loopende contingenteeringsperiode het ver- edelingsverkeer aan zoodanige grenzen binden, dat eenerzijds aan de Nederlandsche druk- industrie de gelegenheid wordt geboden, tot een normale ontwikkeling te komen, maar ander zijds wordt voorkomen, dat de witwevers, die het ruwdoek, bestemd voor de veredeling in het buitenland, vervaardigen, daardoor te ernstig worden benadeeld. In verband met handelspolitieke overwegin gen worden de percentages over deze contingen- teering thans wederom lager gesteld. Ingediend is een wetsontwerp regeling van den invoer van niet-houtvormende siergewassen, als mede van Azalea Indica en Hortensia. Aan de memorie van toelichting wordt ontleend, dat de voor de contingenteering van dezen invoer ge stelde termijn afliep op 31 Augustus J.l. Bij Koninklijk besluit van 28 Augustus 1934 werd deze invoer voor den duur van één jaar weder om beperkt. De maatregelen hebben voor een groot deel aan hun doel beantwoord. Een niet onbelangrijk deel van de werkgelegenheid, ver bonden aan het in bloei trekken der groene planten, kon voor de Nederlandsche kweekers worden gereserveerd. Het aandeel van de bloeiende planten in den totalen invoer is ech ter ook thans nog te groot. De minister is in staat, dezen abnormalen invoer door gelegen heidshandelaren nog verder te beperken en zoo het doel dezer contingenteering nog meer nabij te komen. Ingediend is voorts een wetsontwerp, waarbij wordt voorgesteld de bij K.B. van 28 Augustus j.l. ingevoerde contingenteering van den invoer van wollen en halfwollen dekens door de wet te bekrachtigen. Afgekondigd is het Staatsblad, bevattende de wet van 5 October 1934 tot heffing van een be lasting naar het vermogen van instellingen van de doode hand. In verband met de reeds door ons vermelde pogingen om, ter verkrijging van werkverrui ming, de tarwe in Zeeuwsch-Vlaanderen in plaats van met de machine met den vlegel te doen dorschen, is namens de Commissie tot werkverruiming in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaan deren een adres gericht tot den Minister van Sociale Zaken. In dit adres wordt o.m. medegedeeld, dat, blijkens gemaakte berekening, het verschil in kosten tusschen machinaal en met den vlegel gedorscht graan valt te stellen op 80 cent per 100 K.G. ten nadeele van den vlegel. De week- capaciteit per arbeider wordt gesteld op 700 K.G. tarwe. Om den landbouwer schadeloos te stellen voor de grootere uitgaven, zou een loontoeslag van 5.60 per week moeten wor den verleend. Daar de gemiddelde werkloos- heidsuitkeering hooger ligt dan dit bedrag, zou dit een geldelijke besparing geven, voor zoover de arbeid door werkloozen werd ver richt. Adressante wijst er echter op„ dat het niet in haar bedoeling ligt, den bijslag uit sluitend op werkloozen toe te passen. Wat de werkverruiming betreft, wordt mede gedeeld, dat, indien slechts 20 pet. van den Zeeuwsch-Vlaamschen tarwe-oogst met den vlegel werd gedorscht, hiervan 10 weken ar beid voor 700 arbeiders het gevolg zou zijn. Adressante betoogt, dat, dat behalve tarwe, ook gerst, erwten en boonen naar een soort gelijken maatstaf met den vlegel zouden te dorschen zijn. Te Maasland, een plaatsje nabij Maassluis, heeft Dinsdagmorgen de molen van den Dijk- polder proefgedraaid, na gemoderniseerd te zijn volgens het systeem-Dekker. Ongeveer dertig belangstellenden waren verzameld bij den molen die, ofschoon volgens een inscriptie op een steen in 1718 gebouwd, nog allerminst teekenen van aftakeling vertoont. Krachtig gierden de wie ken door de lucht, toen de heer W. C. J. J. baron van Voorst tot Voorst, dijkgraaf van Delf land, „den vang had afgetrokken" zooals dat in molenaarstermen heet. Nadat de molen al dus zijn volwaardigheid bewezen had, werd het binnenwerk van den molen bezichtigd, met zijn houten kamraderen en spillen. Daarna werd naar het dorpje Maasland gereden, waar in het bescheiden milieu van een vereenigingslokaaltje jhr. mr. F. van Rijckevorsel Jr., bestuurslid der vereeniging „De Hollandsche Molen" gelegen heid kreeg zijn vreugde uit te spreken over de herleving van den molen als bruikbaar werk tuig voor de bemaling van polders. „Met vreugde zien wij,"zoo sprak hij tot het polderbestuur van Maasland, „hoe een zaak, die tien jaar geleden vrijwel hopeloos was, zich in stijgende lijn gaat bewegen." Inderdaad schijnt er een nieuwe tijd voor den Hollandschen molen te zijn aongebro- ken. De wind als drijfkracht heeft, naast De gestroomlijnde wiek van een „ver- dekkerden" molen het nadeel van onbetrouwbaarheid toch het voordeel dat zij gratis geleverd wordt. En dat is in de tegenwoordige tijden een heel ding. I Iedereen weet hoe moeilijk de boeren het heb ben, en hoe de opbrengst van een boerenbedrijf vaak niet eens toereikend is alleen om de vaste lasten die op zijn landen rusten er uit te be strijden. En weinig stadsmenschen weten hoe zwaar in de polders de waterschapslasten op den grond kunnen drukken. „Wien 't water deert, die 't water keert" zegt een oud-Holland- sche spreuk, maar het kan voor de ingelanden wel eens een hard gelag zijn, wanneer zehooge sommen moeten betalen om landen die hun niets opbrengen, van het water vrij te houden. Zoo komt het dat men thans weer meer aan dacht gaat besteden aan den oud-Hollandschen molen, en dat niet alleen als sierlijk ornament in het Hollandsche polderlandschap, doch als doelmatige machine die de eigenaardigheden van ons klimaat weet dienstbaar te maken aan de keering van het altijd-dreigende water. Te Woubrugge was tot vóór een achttal jaren een windmolen, die echter in de jaren dat het den boeren goed ging werd vervangen door een ruwoliemotor, die sindsdien de vijzel aandrijft. In de eerste jaren ging alles goed: de motor leverde zelfs een besparing. Maar na korten tijd kwamen de mankementen en de reparaties. De kosten werden steeds hooger, de ingelanden raakten steeds dieper in den put. Ten slotte besloten de Woubruggenaren na ampele over weging tot het herstellen van den windmolen. De Hollandsche molen had een stuk verloren terrein herwonnen. Echter de vooruitgang der techniek gaat zelfs aan den traditioneelen molen niet ongemerkt voorbij. Door bijzondere voorzieningen wordt hij doelmatiger gemaakt voor zijn werk. Hij moet kunnen draaien met minder wind den vroeger en zoo mogelijk nog meer water kunnen ver zetten. In zoowel het een als het ander weet de moderne techniek te voorzien, zoodat de molen nog met meer recht dan voorheen zijn plaats in het Hollandsche landschap kan hand haven. Het is naar aanleiding van een prijsvraag der vereeniging „De Hollandsche molen" dat de heer A. J. Dekker te Leiden, stammend uit een oud molenmakersgeslacht, een studie ging ma ken van de mogelijkheden om den windmolen meer efficient te maken. Na veel proefnemin gen kwam hij met zijn vinding: de gestroom lijnde molenwiek. Wie bij een draaienden molen staat zal tel kens wanneer een wiek langs hem heen gaat, de wind hooren suizen. De molenwiek wordt wel door den wind voortbewogen, maar ander zijds moet hij ook de lucht doorklieven: den weerstand van de lucht overwinnen. Nu is de gewone molenwiek daar slecht op ingericht: de roede is een zware vierkante balk, zooals onze degelijke voorouders die volgens de traditie hunner vaderen vervaardigden. De heer Dekker omkleedde 'nu deze balken met een aluminium hulsel, dat aan de roede een ronde, gladde vorm geeft: ongeveer als de propeller van een vlieg tuig. Zoo doorklieft de wiek met veel minder moeite de lucht. Een aldus „verdekkerde" mo len kan draaien bij een windkracht van 3 M. per seconde, een windkracht die in Nederland zoo veelvuldig voorkomt, dat de Dekkermolen ongeveer drie kwart van het heele jaar kan draaien, terwijl een gewone molen slechts één kwart van het jaar wind genoeg heeft. In de laatste jaren zijn aldus heel wat mo lens verdekkerd, zooals de volgende cijfers laten zien: in 1927: een; in 1928: vijf; in 1929: drie; in 1930: drie; in 1931: vier; in 1932: twee; in 1933: tien. Aan den molen te Maasland is bovendien nog een andere verbetering aangebracht: de toe voer van het water is verbeterd en de wacht- plank: d.i. de plank die het uitgemalen water tegenhoudt, zoodat het niet terug kan stroo men, is niet meer direct achter het scheprad, doch eenige meters daarachter geplaatst, wat het voordeel heeft, dat het den molen minder kracht kost om op gang te komen. Zoo heeft de uitvinding van den heer Dekker den Hollandschen molen in eere hersteld. Hij is nu niet meer een fossiel, een monument dat omwille van het landschapsschoon in stand wordt gehouden doch een bruikbare machine, die aan haar prestaties haar goed bestaans recht ontleent. Openen zich na deze vinding geen nieuwe perspectieven voor Hollands mo len? In vroeger jaren werd de molen tot veler lei doeleinden gebruikt. De molens aan de Zaan, die in de gouden eeuw daar de houtzagerijen dreven, zijn nog spreekwoordelijk. Wellicht dat thans ook andere bedrijven van geringen om vang, die niet direct op tijd behoeven te wer ken, van deze goedkoope drijfkracht gebruik kunnen maken. In de eerste plaats zou men weer meer graan kunnen gaan vermalen in molens: wat vooral goed mogelijk is nu de binnenlandsche graanproductie toch meer dan vroeger een belangrijke plaats inneemt in de voedselvoorziening. Zou het verder niet moge lijk zijn door windkracht kleine electrische centrales te drijven? Zooals Zwitserland en Italië van de natuur profijt trekken door het gebruik van waterkracht, de „witte steenkool", zoo zou ons land de windkracht vaster kunnen in schakelen in het nationale bedrijfsleven. Wel licht zou zulk een ontwikkeling nut kunnen hebben zoo meenen wij als onderdeel van den door de omstandigheden opgelegden „over gang naar het lager niveau", Dinsdagmorgen brak brand uit in een per ceel in de Vrolikstraat te Amsterdam. De brandweer was zeer spoedig ter plaatse; net bleek, dat in de woning, waarin een winkeltje is gevestigd zeven brandhaarden waren. En kele plaatsen waren met petroleum gedrenkt. Onmiddellijk werd de politie gewaarschuwd en des middags hebben rechter-commissaris mr. J. Meihuizen en de officier van justitie een on derzoek ter plaatse ingesteld. Ook de polirie- deskundige, dr. van Ledden Hulsebosch, was hierbij aanwezig. De justitie vond aanleiding, zoowel den man, een winkelier, als zijn vrouw aan te houden. Beide personen zijn in politiebewaring gesteld. Nader wordt gemeld: Toen de brandweer voor het bewuste perceel, waar een groentenwinkel wordt gedreven door O. de W„ verscheen, behoefde zij geen dienst meer te doen. De winkelier en zijn vrouw wa ren al druk aan het blusschen en met een paar emmers water kon het gevaar bezworen worden. Het viel onmiddellijk op, dat de brandweer hier met een ongewoon geval te doen had. In net sousterrain waren een houtbetimmering van den schoorsteen, vloerplanken en een divan door het vuur aangetast, doch ook op de bel étage was een bed in brand geraakt en er wérden in totaal vijf brandhaarden aangetrof fen, terwijl de woning naar petroleum rook. Het bleek, dat de brandhaarden rijkelijk vooraf met petroleum waren begoten. Eeen en ander was voor de politie aanleiding een nader on derzoek in te stellen. De justitie werd gewaar schuwd en de officier en de rechter-commissa ris, mr. Meihuizen, benevens de politie-deskun- dige dr. Van Ledden Hulsebosch verschenen weldra ter plaatse. De winkelier De W. en rijn vrouw werden, verdacht van brandstichting, ge arresteerd. Zij ontkennen echter alle schuld; de man voerde aan, dat hij bezig was geweest het vuur te blusschen. Hoe het ontstaan was. kon den noch de man, noch de vrouw zeggen. Voorts was een 15-jarige zoon in de woning, die echter sliep, toen de brand uitbrak. De inboedel was op beurspolis verzekerd tot een bedrag van 2000.Beide verdachten zijn ingesloten in het politiebureeau aan de Lin- naeusstraat. Het gebouw aan de Billitonstraat te Den Haag, waarin het hoofdkwartier van de Neder landsche Padvinders gevestigd was, is reeds ge- ruimen tijd te klein geworden, voor de omvang rijke werkzaamheden dezer beweging. Men heeft daarom uitgezien naar een ruimer gebouw, en dit gevonden in het perceel Alexanderstraat 20. Zaterdagmiddag om half vier zal dit gebouw officieel als hoofdkwartier der Nederlandsche Padvinders in gebruik worden genomen. Dit zal met eenige plechtigheid, in tegenwoordigheid van Prinses Juliana geschieden. De hoofdverkenner vice-admiraal Rambonnet zal er een rede uitspreken, waarna H.K.H. da," ér Prinses het nieuwe gebouw zal openen. Een groot aantal autoriteiten zal tegenwoordig zijn. De minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen heeft toegezegd te zullen komen, ter wijl waarschijnlijk ook de minister van Buiten landsche Zaken aanwezig zal zijn. Voorts zijn de gezanten van die landen, waarmede de Nederlandsche padvindersbeweging geregeld contact heeft, uitgenoodigd. De Algemeene Nederlandsche Mijnwerkers- bond heeft een uitvoerig adres tot den Raad van Ministers gezonden, waarin gewezen wordt op den noodtoestand, waarin de mijnwerkers en hun gezinnen nog steeds verkeeren. Weliswaar zijn de huishuren in d'e mijnstreek verlaagd en is door contingenteeringsmaat- regelen het aantal verzuimdienten eenigszins verminderd, doch dit is onvold'oende compen seering voor de drie pCt. loonsverlaging, die per 1 Augustus is ingevoerd. Gewezen wordt in het adres op de slechte uitkomsten van het mijnbedrijf, terwijl nog ongunstiger uitkomsten te wachten zijn in verband met verscherpte invoeihelemmeringen en het verhoogen van invoerrechten, die door verschillende andere landen op de Nederland sche steenkolen worden toegepast. De aandacht wordt ook gevestigd op de tegenstelling van de behandeling ten aanzien van Duitschland. Terwijl de invoer van Duitsche kolen onbelemmerd is en blijkens de beschik bare gegevens de invoer van Duitsche kolen in ons land nog steeds stijgt, is de invoer van Nederiandsche kolen in Duitschland tot 100.000 ton per maand beperkt. Verder komt men in dit adres op tegen een request van de importeurs van huisbrandkolen, waarin ten onrechte wordt beweerd, dat in Nederland onvoldoende huisbrandkolen aan wezig zouden zijn. Adressanten wijzen er op, dat juist de huisbrand produceerende mijnen de grootste moeilijkheden bij den afzet onder vinden en juist daar duizenden mijnwerkers z-ijn ontslagen en zelfs in de wintermaanden ten gevolge van gebrek aan afzet vijf dagen per week wordt gewerkt. De Haagsche rechtbank zou Dinsdagmiddag behandelen de zaak tegen mr. L. Th. D. te 's Gravenhage, verdacht als directeur van de N.V. Mij. tot Exploitatie van Onroerende Goe deren „Concordia" zich wederrechtelijk een aantal aandeelen te hebben toegeëigend. In verband met 't gevorderde uur werd de behande ling dezer zaak evenwel uitgesteld tot Dinsdag 20 November, 10 uur. De zeereerw. heer P. G. W. J. van der Aa, tot voor kort deken van Middelburg en pas toor te Vlissingen, zal in de Maria-stichting te Haarlem een operatie moeten ondergaan. De Hilversumsche makelaar A. J. O., die verdacht van oplichting en verduistering was gearresteerd, is na verhoor door den rechter commissaris in vrijheid gesteld. Als zijn verdediger treedt op mr. J. L. Fran- kenhuis.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 6