Eucharistisch congres geopend
Enthousiaste begroeting van
Kardinaal-Legaat
den
m
Trouwelooze
Michel
m
HARTELIJKE TOE
SPRAKEN
WOENSDAG 10 OCTOBER 1934
De plechtigheden in de
kathedraal
Tuinbouw-industrie als
uitweg
Voor het eerst zond de Paus een
Kardinaal als Legaat naar
Latijnsch Amerika
De Conté Grande in zicht
De Conté Grande nadert
langzaam
Kardinaal Pacelli!
Begroeting door de autoriteiten
Koning Alexander en Barthou kort voordat de moordaanslag
op hen werd gepleegd
De legaat zegende naar
alle kanten
In de Kathedraal
Officieel bezoek aan den
president
WRAK AANGETROFFEN
Vermoedelijk van een baggermolen
DE PESTGEVALLEN
TE BATAVIA
Geen uitbreiding geconstateerd
Zilveren jubileum Nederlandsche
Jozefvereeniging te Aken
AANRANDER ZES JAAR
ACHTER SLOT
Examen apothekers-assistent
Installatie pastoor Ramaekers
Maastricht
Internationaal Volksdans-congres
te Londen
Archeologische lezingen
De Gulden Roos
Een Jan van Goyen in het
Mauritshuis
HET EUCHARISTISCH CONGRES
De Kathedraal op de Plaza Mayo te Buenos Aires
De moeilijkheden in de tuinbouw-
wereld, tengevolge van de
Duitsche clearing-
politiek
De vermoorde Fransche minister Barthou op zijn doodsbaar
BUENOS AIRES, 9 Oct. avond.
Onder het daveren van de saluut
schoten, die door de zonnige lucht
dreunen, en het feestelijk gelui van
alle klokken, is de afgezant van
Z.H. den Paus in de stad van het
Eucharistisch Congres aangekomen.
Het was niet alleen de eerste maal, dat een
pauselijk legaat naar Zuid-Amerika kwam,
maar nog nooit had de Paus als legatus a
latere Zijn eigen staatssecretaris gezonden en
nimmer werd aan een pauselijken legaat zulk
een glorieuze ontvangst bereid als hier te
Buenos Aires.
De haven is geheel versierd met pauselijke
wimpels en Argentijnsche vlaggen. Niemand
kan zich herinneren ooit zoo'n schouwspel te
hebben gezien.
Twee escadrons vliegtuigen stijgen op om de
„Conté Grande" tegemoet te gaan en tot aan
de haven te begeleiden.
Reeds kort na het middaguur begonnen de
grijze oorlogsschepen zich van hun boeien los
te maken en schaarden zich met langzame be
wegingen van hun slanke rompen bij den vuur
toren van Recalata.
Hun scherpe stevens sneden witte lijnen in
de blauwe zee, hun dreigend uiterlijk, trots de
plechtige wimpels, zoude kunnen doen dansen
dat zij een vijand verwachtten, doch zij ver
wachtten een vriend.
Vóór de toeschouwers, die de havenkaden en
elk uitzicht biedend plekje met een menigte
zoo dicht als een bijenzwerm bezet houden, bet
Kardinaalschip zien, 'verkondigt het geweldige
concert van de havenbatterijen zijn nadering,
en over de gansche stad antwoorden de klokken.
Aan de noordkade wacht een hoog gezelschap.
Het zijn oa. de president der republiek gene
raal Agostino Justo, de Ministers van Biuneh-
landsche zaken en eeredienst Saavedra en
Lamas, de Minister van Marine Videla, de in
tendant van de stad Buenos Aires, Vedia Mitre,
en de persoonlijke adjudanten, die in dienst
van den kardinaal-legaat zullen worden ge
steld: generaal Martinez, Piëta en contre-
admiraal Vlabet, verder de haven- en garni
zoenscommandant, generaals, gezanten en mi
nisters. De Kardinalen Hlond van Polen. Kar
dinaal Gonzalves van Lissabon, Kardinaal Leme
van Brazilië, de voorzitter van het Argentijnsch
Comité Mgr. Vigueroa, de Aartsbisschop van
Buenos Aires en vele andere bisschoppen en
prelaten mengen hun roode en paarse mantels
tusschen de gouden galons der officieren en de
eeresabels der ministers.
Enkele journalisten zijn tot hiertoe doorge
drongen en schrijven koortsachtig hun notities.
Filmoperateurs staan op hun wankele stel
lages en laten het oog van hun toestel langs
den horizon gaan.
De laatste honderd meter schijnen een
eeuwigheid te duren. Op het dek ziet men reeds
de leden der pauselijke missie. In de menigte
wijst men elkaar de personen aan.
De menigte Juicht hem toe, terwijl centime-
tersgewijze het schip zijn breede flanken naar
de havenkade schuift. Dan valt de loopbrug
Honderden duiven worden losgelaten en vuilen
den lucht met hun gewiek.
Een oogenblik zwijgt de menigte als de presi
dent den Kardinaal-Legaat als gezant van den
Paus begroet.
De voorstelling van het gezelschap aan beide
zijden neemt eenige minuten in beslag.
Dan spreekt de intendant van Buenos Aires
namens de congresstad den Kardinaal toe.
Z. Em. Kardinaal-Legaat Pacelli
„Ik begroet in den pauselijken legaat," aldus
de vertegenwoordiger der Argentijnsche hoofd
stad, „den eersten souverein der wereld, voor
Wiens geestelijke macht alle andere souverei-
nen zich eerbiedig buigen.
Het oogenblik, waarop Uwe Eminentie tot ons
komt, is een tragisch uur voor de gansche we
reld door de crisis van onze beschaving en net
ongeduld, waarmede volkeren naar rechtvaar
digheid en vrede verlangen.
De vertegenwoordiger van den Paus komt in
dit ernstig uur naar Buenos Aires, zooals Chris
tus aan de poort van Jerusalem kwam. De
Argentijnsche hoofdstad zal de gave Gods, die
deze komst is, weten te erkennen en luisteren
naar de boodschap van vrede, die de afgezant
van den plaatsbekleeder van Christus-Komog
haar brengt: het is de vrede Gods, die De-
staat in orde, harmonie en naastenliefde, kost
bare gaven, waarvan men waarlijk zeggen kan:
gelukkig het volk, welks heer zijn God is.
Dezen vrede vindt 't geloovig volk vooral bij
het tabernakel van oen Eucharistischen Chris
tus. Door zich los te maken van het levens-
materialisme zal de stad Buenos Aires een Je
rusalem zijn, dat waardig is voor Christus'
vrede te worden veroverd."
Op het applaus, dat deze rede besloot, brak
de menigte rondom opnieuw in een geweldig ge
juich los.
Toen dit gejuich bedaard was, sprak de kar
dinaal-legaat een» dankrede voor deze be
groeting.
„In de rede van den intendant," aldus de kar
dinaal-legaat, „heeft de stad Buenos-Aires de
stem van haar traditioneelen adel en haar zui
ver geloof doen hooren. Ik dank u voor deze
begroeting, maar vooral voor de betuiging van
liefde en trouw aan den Heiligen Vader."
„Onze persoon," aldus de kardinaal-legaat,
„gaat te niet tegenover de beteekenis van onze
zending. Het is de eerste maal in de geschie
denis, dat de Paus een kardinaal als legaat naar
Latijnsch Amerika heeft gezonden, dat Hij met
een bijzondere voorliefde bemint.
De woorden van den intendant bewijzen, dat
die liefde door het volk van Latijnsch Ame
rika wordt beantwoord.
Het zal ons te allen tijde een groote vreugde
geweest zijn, deze stad te bezoeken, dit edel
volk en dit land met zijn wonderschoone na
tuur en zijn groote 'geschiedenis.
Maar deze vreugde is vooral groot, nu wij
het land zien, in deze feestelijke dagen bij deze
grootste religieuze manifestatie, die ooit in het
onmetelijk gebied van Latijnsch Amerika heeft
plaats gehad. De komende dagen zijn dagen
van evangelischen vrede, van apostolischen ar
beid en van geestelijk vuur."
„Wij beschouwen Ons zelf," aldus kardinaal
Pacelli, „als boden van den vrede Gods, dien
de wereld niet geven kan, als opwekkers van
apostolische zielen en als dragers, zij het in een
broos aardsch omhulsel, van dat Goddelijk Vuur,
dat Christus op de wereld heeft gebracht. Wij
hopen en bidden, dat de vrede moge doordrin
gen tot in het diepste der zielen, dat de vruch
ten van dit apostolaat de korenschuren van den
hemelschen Vader mogen vullen en dat geen
enkel hart zich moge onttrekken aan de vlam
men van het Hart van Jezus Christus."
Ten slotte begroette en zegende ae kardinaal
het volk van Buenos Aires en snrak zijn zeg 211
uit over alle deelnemers aan het Congres, ver-
eenigd in één gedachte, die het programma
der Internationale Eucharistische Congressen
uitmaakt: de wereldwijde triomph van Jezus
Christus, den Vrede-Koning.
Heinde en ver tot op de hoogten van de stad
zweeg de menigte, zoolang de kardinaal sprak,
Maar een geweldige uitbarsting van gejuicn
bezegelde het einde.
De Kardinaal hield zijn toespraak die door
middel van de radio door de geheele stad te
volgen was, in het Spansch.
De kardinaal-legaat inspecteert hierop de
eere-compagnie, die uit leden van de Marine
school is samengesteld.
Terwijl de muziek de pauselijke hymne speelt
en de Argentijnsche vlag de pauselijke kleuren
groet, vormt zich de stoet, die den pauselijken
gezant naar de kathedraal begeleidt.
De legaat en de president der republiek na
men samen plaats in een open koets, met vier
paarden bespannen. Daarachter volgden in open
koetsen de kardinalen, de ministers, de generaals
en de bisschoppen.
De glansrijke stoet werd besloten door een
eskadron grenadiers in fonkelende uniformen.
Langs den weg door de stad tot aan de ka
thedraal stonden cordons van infanterie en
marine-soldaten, die de eerbewijzen brachten,
terwijl achter deze omheining en uit vensters
en van daken en balkons een blijde menigte
jubelde en de koets van den pauselijken legaat
onder bloemen bedolf.
Het was een dichte kleurige regen van bloe
men, die als een wolk de koets van den kardi
naal-legaat scheen te volgen.
Langs den ongeveer 10 K.M. langen weg
hadden naar schatting meer dan 50.000 men-
schen zich een plaatsje weten te veroveren,
om den imposanten stoet te zien voorbijtrek
ken en den Kardinaal te kunnen toejuichen.
Vooral op het congresplein en de Plaza Mayo
waar de Kathedraal staat was het enthousiasme
der menigte ten top gestegen en scheen aan
de toejuichingen geen einde te kunnen komen.
De huizen langs den te volgen weg waren
met anjelieren, tulpen, rozen, meiklokjes en
groote bossen leliën versierd.
En van alle kanten daverde, na een vroom
kruisteeken, het antwoord „Leve de Paus", „Leve
Christus-Koning!" in het Spaansch, Italiaansch
en in alle talen van de pelgrims, die ergens een
plekje hebben gevonden om getuige te zijn van
de bljjde komst van den legaat. Ook het Neder-
landsch ontbrak niet.
Op het gelaat van Kardinaal Pacelli, immer
ernstig en bijna strak, teekent zich een heilige
vreugde af onder deze ontvangst, die Christus-
zelf geldt.
Toen de Kardinaal-Legaat de Kathedraal bin
nentrad, zong het koor „Tu es Sacerdos" van Pe-
rosi. Bij den ingang van de Kathedraal kuste
de Kardinaal het Kruis en besprenkelde de ge-
loovlgen met wijwater.
In de Kathedraal waren bijna alle bisschop
pen, die het Eucharistisch Congres bijwonen,
ongeveer 170 in getal, aanwezig, alsmede de Ar
gentijnsche president, alle ministers, de meeste
generaals van het leger en tallooze priesters
en Seminaristen.
Om 6 uur heeft de Kardinaal een officieel be
zoek gebracht aan den president van de Ar
gentijnsche republiek, waar hij ontvangen werd
:n de „Witte zaal" van Casa Rosada, dat de
zetel van de regeering is.
mar waren aanwezig de president, alle minis
ters en de voorzitters van de Senaat en de Ka
mer. De Legaat werd zeer hartelijk ontvangen
en onderhield zich met alle aanwezigen, wier
harten hij spoedig voor zich won.
De Kardinaal heeft zijn intrek genomen in
het paleis, dat hem ter beschikking is gesteld
door gravin Adelia de Olmo. Dicht bij, in een an
der paleis van dezelfde gravin, zijn de andere
leden van de Pauselijke missie ondergebracht.
Voor de woning van den Kardinaal prijkt een
groote verlichte tiaar.
Des avonds is de stad wonderlijk verlicht, en
vol wapperende vaandels. Zingend trekt een zeer
blijde en feestelijke menigte door ae straten.
Er heerscht een opwinding als men nog nooit
heeft aanschouwd.
De berichten over het gebeurde te Marseille
hebben een smartelijke schok teweeg gebracht.
Op het congres zullen bijzondere gebeden wor
den verricht voor den volkerenvrede.
TANDJONG PRIOK, 10 Oct. (Aneta) Aan de
kust bij Tjilatjap is pl.m achthonderd meter
ten Zuid-Oosten van den uiterton een drijvend
wrak gezien, dat voor de scheepvaart gevaar
oplevert. Het is vermoedelijk het wrak van den
baggermolen, jaren geleden door de firma Wijs
muller Co. uit Holland naar de Walvisch-baai
gesleept, waarbij toen de baggermolen onderweg
kapseisde en een paar jaar later nog drijvende
werd aangetroffen.
BATAVIA, 10 Oct. (Aneta) Nog één contact
persoon is verder in de Centrale Burgerlijke
Ziekeninrichting opgenomen.
Bij geen der zieken is echter pest geconsta
teerd, zoodat men hoopt hier met gewone ge
vallen van koorts te maken te hebben.
Zondag vierde bovengenoemde vereeniging
te Aken, opgericht door den Z. E. Pater Pazzi,
Minderbroeder-Conventueel, haar 25-jarig be
staan. Des ochtends droeg de Z.E. Pater Vic-
torinus uit Treebeek een plechtige Hcogmis op,
in de kapel dér Zusters Franciscanessen in de
Klemmarchierstrasse. Het kerkkoor van St.
Toilan zong een meerstemmige Mis. Des avonds
werd in de zaal van het Kolpingshaus een feest-
vergadering gehouden, die zeer druk bezocht
was en geopend en geleid werd door den heer
A. Noben, voorzitter. Ook vele Duitsche fami
lies deden van haar belangstelling blijken. De
vereeniging werd toegesproken door den Ne-
derlandschen consul, jhr. van Pelser Berens-
berg, die vergezeld was door zijn zoon, den vice-
consul, den Z.E. Heer J. Verheggen, pastoor
van St. Mathias te Maastricht, die den 4 jubi
larissen, die sedert de oprichting lid der ver
eeniging zijn, den heeren Noben, Hochstenbach,
Hahnbruikers en Franssen, een zilveren her
inneringsmedaille overhandigde, den Z.E. Pater
v. d. Hoven S. J. uit het retraitehuis te Spau-
beek, den Z.E. Pater Victorinus, namens den
praeses der vereeniging en door den eere-voor-
zitter der St. Jozefvereenig ngen in Duitschland,
den heer Habets, burgemeester van Kerkrade.
Tijdens de vergadering, die opgeluisterd werd
door de muziek der afdeeling en komische voor
drachten, werden het Nederlandsche, Limburg-
sche en Duitsche volkslied gezongen en Hochs
uitgebracht op Koningin Wilhelmina en Prin
ses Juliana.
De Roermondsche rechtbank heeft een 44-
jarigen Pool, overeenkomstig den eisch, tot zes
jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens aanran
ding van een vrouw te Arcen.
UTRECHT. Geslaagd de heeren: G. J. de Boer,
Gorinchem; E. B. Smit, Den Bosch; A. M. J. A.
v. Aerssen, Wouw (N.B.)
Onder groote belangstelling van wereldlijke
en geestelijke autoriteiten en van geheel katho
liek Maastricht, heeft Zondag de plechtige in
stallatie plaats gehad van den zeereerw. heer
pastoor Ramaekers, pastoor der St. Theresia-
parochie en bouwer van de nieuwe monumen
tale Theresia-kerk.
Aan de grens der nieuwe parochie werd de
herder verwelkomd door het kerkbestuur.
De plechtigheid der installatie, zoowel buiten
als in het kerkgebouw, werd o.m. bijgewoond
door Z. H. Mgr. J. Wouters, pastoor-deken van
Maastricht, den z.eerw. heer Schoenmakers,
deken van Wijk, de zeereerw. heeren pastoors
der stad, mr. E. O. J. M. baron van Hövell van
Wezeveld tot Westerflier, commissaris der ko
ningin in de provinóie Limburg, mr. L. B. J. van
Oppen, burgemeester van Maastricht, de hee
ren wethouders Schoonbrood, Deussen en Bol
len.
Te Londen zal van 1520 Juli 1935 een groot
internationaal volksdans-congres worden ge
houden onder auspiciën van „The English Folk-
dance and Song Society" en van „The British
National Committee on Folk Arts".
De Koningin van Engeland heeft het patro
naatschap aanvaard en uit vele Europeesche
landen zijn reeds toezeggingen gedaan om groe
pen volksdansers naar Londen af te vaardigen.
Tot mevrouw dr. Elise van der Venten Ben-
sel te Oosterbeek is het verzoek gericht in
haar kwaliteit van Honorary Corresponding
Member of the E. F. D. S. zorg te dragen, dat
ook Nederland te Londen vertegenwoordigd zal
zijn.
Thans wordt medegedeeld, dat zij er in ge
slaagd is de Gorsselsche boerendansers, die
onder leiding van den heer H. J. de Rooy in
den afgeloopen zomer te Weenen zoo'n succes
hebben geoogst, bereid te vinden naar Londen
te komen.
Het gezelschap zal daar de Achterhoeksche
boerendansen demonstreeren.
In het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden
wordt dit najaar een reeks archaeoiogische le
zingen en cursussen gegeven en wel:
Op 23 October prof. dr. J. Capart, Brussel:
„Quelques sites d'Egypte peu connus".
Op 6 November dr. W. D. van Wijngaarden:
„De jongste opgravingen in het oude Perse
polis."
Op 27 November prof. dr. E. Krüger, Trier:
„Römische Mosaiken in Germanien und Gallia
Belgica." Op 29 November: „Die Entwicklung
der gallischen Götterkulte" door denkelfde.
Op 11 December: dr. J H. Holwerda: „Een
Gallisch vorstengraf bij Oss."
Zij, die één of meer lezingen wenschen bij
te wonen, gelieven zich daartoe op te geven
vóór 18 October a.s„ hetzij schriftelijk bij de
Directie of door hun naam te teekenen op de
daartoe bij den Museumportier gereed liggen
de lijst.
Belangstellend waren we Zaterdagmiddag
en met ons velen uit Zuid-Limburg opgegaan
naar de artistiek-actieve kunstzaal „de Gulden
Roos" te Maastricht, waar de opening plaats
vond van eene tentoonstelling van kunstfoto's
van Mathieu Koch. We merkten onder de tal
rijke belangstellenden, die in druk beweeg de
drie tentoonstellingszalen vulden, bekende ge
zichten, welke men pleegt te ontmoeten bij
soortgelijke artistieke gebeurtenissen te Venlo,
Roermond en Sittard. De burgemeester van
laatstgenoemde plaats, de heer Coenders, die
bij herhaling kunstzinnige gebeurtenissen bin
nen z'n eigen gemeente mogelijk maakt, be
hoorde ook thans tot de bezoekers.
Door den heer Albert Kuyle werd een inlei
ding gehouden, een inleiding, evenals spreker's
literair werk, boeiend, niet zonder 'n kastijding
der hedendaagsche kiekende gemeenschap,
welke haar eigen onbenulligheid in moment
opnamen aan strand en weg op het geduldige
celluloid vastlegt, doch eveneens niet zonder
'n lofhymne voor het kunstzinnige en hoogst
begaafde werk van Mathieu Koch.
Men schrijft ons:
De gemeente Nijmegen bezit sinds jaren een
groot doek van Jan van Goyen, voorstellende
de Waal met het Valkhof voluit gemerkt en
uit 1641 dateerend. Dit doek was in niet al te
besten toestand geraakt en is, dank zij een
besluit van den gemeenteraad, gerestaureerd.
Door deze zeer goed geslaagde herstelling is het
wederom luchtig en doorschijnend geworden
gelijk weleer en kan men de bijzondere kwali
teiten van van Goyen's vlot penseel er weder
om in herkennen. Van Goyen heeft het Valk
hof vrij nauwkeurig afgebeeld. Zeer goed on
derscheidt men b.v. de Karolingische kapel.
Maar bij de stad zelve veroorloofde hij zich
enkele vrijheden. Zoo maakte hij b.v een poort
rechts bij het groote bastion, die nooit bestaap.
heeft en voegde hij rechts boven de hijsch-
kraan een gotisch huis toe, dat daar nooit heeft
gestaan. Maar des te treffender is het effect
van het geheel: de ligging van het enorme
massale complex aan de stille rivier onder een
lichtende grijze lucht.
Alvorens wederom naar het stadhuis te Nij
megen terug te keeren is het doek gedurende
twee maanden in het Mauritshuis tentoonge
steld.
Als nog nimmer voorheen heeft momenteel
de Noord-Limburgsche tuinderij met
zware tegenslagen te kampen. Nu zijn de
oogsten goed. Door den ijver en toewijding waar
mee geteeld wordt, heeft men een qualitatief
uitstekenden tuinbouw gekregen. De producten,
die uit Noord-Limburg komen, hebben tot ver
buiten de grenzen een geroemden naam gekre
gen.
Ook de afzet geschiedt vlot. De middelen, om
deze afzet zoo gunstig en zoo modem mogelijk
te doen verloopen, hebben den tuinders en hun
vereenigingen veel kapitaal gekost, doch de
prachtige gebouwen der C.V.V. en V.V.V., welke
te Venlo opgetrokken zijn, moesten naar de
modernste eischen ingericht worden.
Het aantal tuinders te Venlo en omgeving is
zeer groot. Nagenoeg een derde deel der bevol
king van Venlo en haar peripherie van 20 K.M.
vindt in den tuinbouw haar hoofdbron van in
komen.
Voordat de producten der tuinders bij de
consumenten komen, nadat ze in een der Ven-
losche veilingen geveild zijn, gaan deze pro
ducten nog door meerdere handen. Meerdere
bedrijven, zooals export-firma's, expediteurs,
opkoopers enz. zijn In den loop der jaren te
Venlo gevestigd, die naast de tuinders een be
staan door den bloeienden tuinbouw gekregen
hebben. Zoo vindt men in Venlo een drietal ex
portfirma's, die een wereldnaam op gebied van
tuinbouwproducten en fruit gekregen hebben.
Deze firma's hebben met kapitalen van mil-
lioenen bij deze tuinbouwtransacties deelgeno
men. Aan hun personeel, dat bij meerdere
firma's uit meer dan 100 personen bestaat, wor
den wekelijks duizenden guldens arbeidsloon
betaald. Hun kapitaal in de kostbare vervoer
middelen gestoken beloopt eveneens in het mil-
lioen.
Ook meerdere bankinstellingen zijn nauw aan
den tuinbouw geïnteresseerd. Zij gaven crediet
en leverden voorschotten aan de tuinders voor
den uitbouw en vernieuwing der kassen in den
gezonden strijd voor de veredeling en perfectie
der productie.
Het is niet teveel gezegd, dat Venlo en zijn
omgeving zonder den tuinbouw in aanzien zou
terugvallen tot een plattelandsdorp. De tuin
bouw is het, die het bedrijfsleven der stad
gaande gemaakt heeft. Hij drukt zijn stempel
op het geheele zakenleven. Venlo zonder tuin
bouw is een doode stad. Wanneer Venlo's tuin
bouw ten onder gaat, gaat met hem een derde
deel der bevolking ten onder en valt toe aan
de wassende groep paupers.
In dit licht moet men den tuinbouw te Venlo
bezien. Hij is voor Venlo een levensnoodzaak
en wellicht de belangrijkste.
De productie in tuinbouwartikelen is in den
loop der jaren dermate uitgegroeid, dat hier
mee de binnenlandsche markt met een niet te
verwerken surplus overvoerd zou worden. Wel
iswaar werd naar veredeling der productie ge
streefd, doch waar het zooveel kleinere tuinders
betreft, wien toch ook een menschwaardig be
staan toekomt, geldt als voornaamste factor
nog steeds zooveel mogelijk produceeren daarbij
trachtende naar het beste.
De noodzakelijkheid lag bij dit op de binnen
landsche markt niet te verwerken surplus voor
de hand, dat men exporteeren moest naar het
buitenland. Voor Noord-Limburg was Duitsch
land hiervoor het aangewezen land. Duitsch
land werd dan ook inderdaad de grootste af
nemer. Dag-in dag-uit gingen in de beste jaren
en tot voor kort nóg wagonladingen en auto
vrachten tot-omvallens-toe-vol over de grens.
Het nabijzijnde schrale industriegebied en na
genoeg het geheele Westfalendistrict van
Duitschland werden gevoed met Noord-Lim
burgsche tuinbouwproducten.
Dit heeft geruimen tijd goed gegaan, totdat
het nieuwe bewind gekomen is. Om eerlijk te
zijn moeten we echter toegeven, dat ook onder
de laatste maanden van het tweede rijk reeds
donkere wolken voor de Noord-Limburgsche
tuinbouwwereld opdoemden. Edoch dit staat
onomstootelijk vast, dat deze toestand onder
het nieuwe bewind aanmerkelijk verscherpt is.
(Zou de factor, dat men op de Duitsche hooge-
scholen economie als leervak heeft laten vallen,
gewricht in de schaal leggen?).
Duitschland neemt wel producten af, maar
betaalt niet.
Wij zullen niet tot in details alle onderhande
lingen weergeven, die aangaande den tuinbouw-
uitvoer tusschen Nederland en Duitschland ge
voerd zijn.
In groote lijnen genomen wist de Nederland
sche delegatie oorspronkelijk van de Duitsche
regeering gedaan te krijgen, dat bij de „ge-
sperrte" gelden naar het buitenland voor de
groentenle vering een „Sonderkonto" geopend
werd tot een totaalbedrag \'an 15 millioen. De
Duitsche opkoopers werden gedwongen hun geld
ter betaling der ingevoerde tuinbouwproducten
te doen storten op de Deutsche Reichsbank, die
op haar beurt dit geld zou overmaken op de
Nederlandsche bank. Deze gedwongen clearing,
die een zeer omslachtige betaalwijze met zich
brengt, heeft ten opzichte van Duitschland nog
dit bijzonder kenmerk, dat deze betaling dubieus
is.
Dit is voor de tuinders funest, ongetwijfeld.
Men zal zich afvragen als normaal denkend
handelsman: Wie levert nu nog aan een klant,
die niet betaalt, of die zijn betaling zóó uit
stelt? Heeft men nog niet genoeg aan de opge
dane bittere ervaringen?
De Venlosche Veilingvereenigingen hébben
weinig vertrouwen in Duitschland, niet in de
personen, maar in het land. Zij hebben alleen
dan aan Duitsche koopers geleverd, wanneer
deze in Holland voldoende borg voor de levering
konden stellen. In de meeste gevallen zijn de
exportfirma's echter borg voor de levering ge
bleven. En deze zullen het thans zijn, die de
kinderen van de rekening worden.
Wij hebben in tuinbouwkringen een onderzoek
ingesteld en hierbij is ons gebleken, dat vooral
deze exportfirma's, die voor ettelijke millioenen
per jaar aan Duitschland leveneren thans moei
lijke tijden doormaken. Niet alleen, dat zij voor
leveringen van millioenen borg bleven, zij heb
ben bovendien zelf door hun rechtstreekschen
handel in zuidvruchten ontstellend hooge vor
deringen op Duitschland.
De schuld, die Duitschland aan de tuin
ders heeft, bedraagt ongeveer 8 millioen.
Hiervan komen twee en een half millioen
voor de Venlosche tuinders; vier voor de
Roermondsche veiling en een millioen voor
de andere tuinbouwvereenigingen.
Wat er van al deze vorderingen terecht komt?
Het is moeilijk hierop een antwoord te geven.
Duitschland toont zich allesbehalve een braven
buurman als het op betalen aankomt. Vermoe
delijk zullen lichtpunten verschijnen, indien de
met veel zorg verwachte winter, waarvoor de
Duitsche regeering alle mogelijke voorzorgs
maatregelen neemt, achter den rug is.
Of de tuinders zoolang kunnen wachten be
twijfelen we sterk. De inkoopen aan zaden voor
den nieuwen oogst en de aflossing van de schuld
van rente en hypotheken vallen tegen Novem
ber. Om catastrofes in wijden kring te vermij
den zal tenslotte de regeering te hulp moeten
komen.
En zal de Noord-Limburgsche tuinbouw een
zelfde zorgwekkende komende seizoen moeten
doormaken? En nog meerdere van deze, die
ieder jaar erger worden?
Op de Amsterdamsche Amato was een inzen
ding van Limburgsch geconserveerd fruit. Op
dit gebied bestaan in ons land nog zeer weinig
ervaringen. Hoeveel geconserveerd fruit wordt
niet jaarlijks uit het buitenland, voornamelijk
België, betrokken? Op dit gebied zou een goede
industrie kunnen gevestigd worden. En wie beter
dan de Limburgsche industriebank zou hierbij
met kapitaal de behulpzame hand kunnen
bieden?