Eucharistisch congres geopend Enthousiaste begroeting van Kardinaal-Legaat den m Trouwelooze Michel m HARTELIJKE TOE SPRAKEN WOENSDAG 10 OCTOBER 1934 De plechtigheden in de kathedraal Tuinbouw-industrie als uitweg Voor het eerst zond de Paus een Kardinaal als Legaat naar Latijnsch Amerika De Conté Grande in zicht De Conté Grande nadert langzaam Kardinaal Pacelli! Begroeting door de autoriteiten Koning Alexander en Barthou kort voordat de moordaanslag op hen werd gepleegd De legaat zegende naar alle kanten In de Kathedraal Officieel bezoek aan den president WRAK AANGETROFFEN Vermoedelijk van een baggermolen DE PESTGEVALLEN TE BATAVIA Geen uitbreiding geconstateerd Zilveren jubileum Nederlandsche Jozefvereeniging te Aken AANRANDER ZES JAAR ACHTER SLOT Examen apothekers-assistent Installatie pastoor Ramaekers Maastricht Internationaal Volksdans-congres te Londen Archeologische lezingen De Gulden Roos Een Jan van Goyen in het Mauritshuis HET EUCHARISTISCH CONGRES De Kathedraal op de Plaza Mayo te Buenos Aires De moeilijkheden in de tuinbouw- wereld, tengevolge van de Duitsche clearing- politiek De vermoorde Fransche minister Barthou op zijn doodsbaar BUENOS AIRES, 9 Oct. avond. Onder het daveren van de saluut schoten, die door de zonnige lucht dreunen, en het feestelijk gelui van alle klokken, is de afgezant van Z.H. den Paus in de stad van het Eucharistisch Congres aangekomen. Het was niet alleen de eerste maal, dat een pauselijk legaat naar Zuid-Amerika kwam, maar nog nooit had de Paus als legatus a latere Zijn eigen staatssecretaris gezonden en nimmer werd aan een pauselijken legaat zulk een glorieuze ontvangst bereid als hier te Buenos Aires. De haven is geheel versierd met pauselijke wimpels en Argentijnsche vlaggen. Niemand kan zich herinneren ooit zoo'n schouwspel te hebben gezien. Twee escadrons vliegtuigen stijgen op om de „Conté Grande" tegemoet te gaan en tot aan de haven te begeleiden. Reeds kort na het middaguur begonnen de grijze oorlogsschepen zich van hun boeien los te maken en schaarden zich met langzame be wegingen van hun slanke rompen bij den vuur toren van Recalata. Hun scherpe stevens sneden witte lijnen in de blauwe zee, hun dreigend uiterlijk, trots de plechtige wimpels, zoude kunnen doen dansen dat zij een vijand verwachtten, doch zij ver wachtten een vriend. Vóór de toeschouwers, die de havenkaden en elk uitzicht biedend plekje met een menigte zoo dicht als een bijenzwerm bezet houden, bet Kardinaalschip zien, 'verkondigt het geweldige concert van de havenbatterijen zijn nadering, en over de gansche stad antwoorden de klokken. Aan de noordkade wacht een hoog gezelschap. Het zijn oa. de president der republiek gene raal Agostino Justo, de Ministers van Biuneh- landsche zaken en eeredienst Saavedra en Lamas, de Minister van Marine Videla, de in tendant van de stad Buenos Aires, Vedia Mitre, en de persoonlijke adjudanten, die in dienst van den kardinaal-legaat zullen worden ge steld: generaal Martinez, Piëta en contre- admiraal Vlabet, verder de haven- en garni zoenscommandant, generaals, gezanten en mi nisters. De Kardinalen Hlond van Polen. Kar dinaal Gonzalves van Lissabon, Kardinaal Leme van Brazilië, de voorzitter van het Argentijnsch Comité Mgr. Vigueroa, de Aartsbisschop van Buenos Aires en vele andere bisschoppen en prelaten mengen hun roode en paarse mantels tusschen de gouden galons der officieren en de eeresabels der ministers. Enkele journalisten zijn tot hiertoe doorge drongen en schrijven koortsachtig hun notities. Filmoperateurs staan op hun wankele stel lages en laten het oog van hun toestel langs den horizon gaan. De laatste honderd meter schijnen een eeuwigheid te duren. Op het dek ziet men reeds de leden der pauselijke missie. In de menigte wijst men elkaar de personen aan. De menigte Juicht hem toe, terwijl centime- tersgewijze het schip zijn breede flanken naar de havenkade schuift. Dan valt de loopbrug Honderden duiven worden losgelaten en vuilen den lucht met hun gewiek. Een oogenblik zwijgt de menigte als de presi dent den Kardinaal-Legaat als gezant van den Paus begroet. De voorstelling van het gezelschap aan beide zijden neemt eenige minuten in beslag. Dan spreekt de intendant van Buenos Aires namens de congresstad den Kardinaal toe. Z. Em. Kardinaal-Legaat Pacelli „Ik begroet in den pauselijken legaat," aldus de vertegenwoordiger der Argentijnsche hoofd stad, „den eersten souverein der wereld, voor Wiens geestelijke macht alle andere souverei- nen zich eerbiedig buigen. Het oogenblik, waarop Uwe Eminentie tot ons komt, is een tragisch uur voor de gansche we reld door de crisis van onze beschaving en net ongeduld, waarmede volkeren naar rechtvaar digheid en vrede verlangen. De vertegenwoordiger van den Paus komt in dit ernstig uur naar Buenos Aires, zooals Chris tus aan de poort van Jerusalem kwam. De Argentijnsche hoofdstad zal de gave Gods, die deze komst is, weten te erkennen en luisteren naar de boodschap van vrede, die de afgezant van den plaatsbekleeder van Christus-Komog haar brengt: het is de vrede Gods, die De- staat in orde, harmonie en naastenliefde, kost bare gaven, waarvan men waarlijk zeggen kan: gelukkig het volk, welks heer zijn God is. Dezen vrede vindt 't geloovig volk vooral bij het tabernakel van oen Eucharistischen Chris tus. Door zich los te maken van het levens- materialisme zal de stad Buenos Aires een Je rusalem zijn, dat waardig is voor Christus' vrede te worden veroverd." Op het applaus, dat deze rede besloot, brak de menigte rondom opnieuw in een geweldig ge juich los. Toen dit gejuich bedaard was, sprak de kar dinaal-legaat een» dankrede voor deze be groeting. „In de rede van den intendant," aldus de kar dinaal-legaat, „heeft de stad Buenos-Aires de stem van haar traditioneelen adel en haar zui ver geloof doen hooren. Ik dank u voor deze begroeting, maar vooral voor de betuiging van liefde en trouw aan den Heiligen Vader." „Onze persoon," aldus de kardinaal-legaat, „gaat te niet tegenover de beteekenis van onze zending. Het is de eerste maal in de geschie denis, dat de Paus een kardinaal als legaat naar Latijnsch Amerika heeft gezonden, dat Hij met een bijzondere voorliefde bemint. De woorden van den intendant bewijzen, dat die liefde door het volk van Latijnsch Ame rika wordt beantwoord. Het zal ons te allen tijde een groote vreugde geweest zijn, deze stad te bezoeken, dit edel volk en dit land met zijn wonderschoone na tuur en zijn groote 'geschiedenis. Maar deze vreugde is vooral groot, nu wij het land zien, in deze feestelijke dagen bij deze grootste religieuze manifestatie, die ooit in het onmetelijk gebied van Latijnsch Amerika heeft plaats gehad. De komende dagen zijn dagen van evangelischen vrede, van apostolischen ar beid en van geestelijk vuur." „Wij beschouwen Ons zelf," aldus kardinaal Pacelli, „als boden van den vrede Gods, dien de wereld niet geven kan, als opwekkers van apostolische zielen en als dragers, zij het in een broos aardsch omhulsel, van dat Goddelijk Vuur, dat Christus op de wereld heeft gebracht. Wij hopen en bidden, dat de vrede moge doordrin gen tot in het diepste der zielen, dat de vruch ten van dit apostolaat de korenschuren van den hemelschen Vader mogen vullen en dat geen enkel hart zich moge onttrekken aan de vlam men van het Hart van Jezus Christus." Ten slotte begroette en zegende ae kardinaal het volk van Buenos Aires en snrak zijn zeg 211 uit over alle deelnemers aan het Congres, ver- eenigd in één gedachte, die het programma der Internationale Eucharistische Congressen uitmaakt: de wereldwijde triomph van Jezus Christus, den Vrede-Koning. Heinde en ver tot op de hoogten van de stad zweeg de menigte, zoolang de kardinaal sprak, Maar een geweldige uitbarsting van gejuicn bezegelde het einde. De Kardinaal hield zijn toespraak die door middel van de radio door de geheele stad te volgen was, in het Spansch. De kardinaal-legaat inspecteert hierop de eere-compagnie, die uit leden van de Marine school is samengesteld. Terwijl de muziek de pauselijke hymne speelt en de Argentijnsche vlag de pauselijke kleuren groet, vormt zich de stoet, die den pauselijken gezant naar de kathedraal begeleidt. De legaat en de president der republiek na men samen plaats in een open koets, met vier paarden bespannen. Daarachter volgden in open koetsen de kardinalen, de ministers, de generaals en de bisschoppen. De glansrijke stoet werd besloten door een eskadron grenadiers in fonkelende uniformen. Langs den weg door de stad tot aan de ka thedraal stonden cordons van infanterie en marine-soldaten, die de eerbewijzen brachten, terwijl achter deze omheining en uit vensters en van daken en balkons een blijde menigte jubelde en de koets van den pauselijken legaat onder bloemen bedolf. Het was een dichte kleurige regen van bloe men, die als een wolk de koets van den kardi naal-legaat scheen te volgen. Langs den ongeveer 10 K.M. langen weg hadden naar schatting meer dan 50.000 men- schen zich een plaatsje weten te veroveren, om den imposanten stoet te zien voorbijtrek ken en den Kardinaal te kunnen toejuichen. Vooral op het congresplein en de Plaza Mayo waar de Kathedraal staat was het enthousiasme der menigte ten top gestegen en scheen aan de toejuichingen geen einde te kunnen komen. De huizen langs den te volgen weg waren met anjelieren, tulpen, rozen, meiklokjes en groote bossen leliën versierd. En van alle kanten daverde, na een vroom kruisteeken, het antwoord „Leve de Paus", „Leve Christus-Koning!" in het Spaansch, Italiaansch en in alle talen van de pelgrims, die ergens een plekje hebben gevonden om getuige te zijn van de bljjde komst van den legaat. Ook het Neder- landsch ontbrak niet. Op het gelaat van Kardinaal Pacelli, immer ernstig en bijna strak, teekent zich een heilige vreugde af onder deze ontvangst, die Christus- zelf geldt. Toen de Kardinaal-Legaat de Kathedraal bin nentrad, zong het koor „Tu es Sacerdos" van Pe- rosi. Bij den ingang van de Kathedraal kuste de Kardinaal het Kruis en besprenkelde de ge- loovlgen met wijwater. In de Kathedraal waren bijna alle bisschop pen, die het Eucharistisch Congres bijwonen, ongeveer 170 in getal, aanwezig, alsmede de Ar gentijnsche president, alle ministers, de meeste generaals van het leger en tallooze priesters en Seminaristen. Om 6 uur heeft de Kardinaal een officieel be zoek gebracht aan den president van de Ar gentijnsche republiek, waar hij ontvangen werd :n de „Witte zaal" van Casa Rosada, dat de zetel van de regeering is. mar waren aanwezig de president, alle minis ters en de voorzitters van de Senaat en de Ka mer. De Legaat werd zeer hartelijk ontvangen en onderhield zich met alle aanwezigen, wier harten hij spoedig voor zich won. De Kardinaal heeft zijn intrek genomen in het paleis, dat hem ter beschikking is gesteld door gravin Adelia de Olmo. Dicht bij, in een an der paleis van dezelfde gravin, zijn de andere leden van de Pauselijke missie ondergebracht. Voor de woning van den Kardinaal prijkt een groote verlichte tiaar. Des avonds is de stad wonderlijk verlicht, en vol wapperende vaandels. Zingend trekt een zeer blijde en feestelijke menigte door ae straten. Er heerscht een opwinding als men nog nooit heeft aanschouwd. De berichten over het gebeurde te Marseille hebben een smartelijke schok teweeg gebracht. Op het congres zullen bijzondere gebeden wor den verricht voor den volkerenvrede. TANDJONG PRIOK, 10 Oct. (Aneta) Aan de kust bij Tjilatjap is pl.m achthonderd meter ten Zuid-Oosten van den uiterton een drijvend wrak gezien, dat voor de scheepvaart gevaar oplevert. Het is vermoedelijk het wrak van den baggermolen, jaren geleden door de firma Wijs muller Co. uit Holland naar de Walvisch-baai gesleept, waarbij toen de baggermolen onderweg kapseisde en een paar jaar later nog drijvende werd aangetroffen. BATAVIA, 10 Oct. (Aneta) Nog één contact persoon is verder in de Centrale Burgerlijke Ziekeninrichting opgenomen. Bij geen der zieken is echter pest geconsta teerd, zoodat men hoopt hier met gewone ge vallen van koorts te maken te hebben. Zondag vierde bovengenoemde vereeniging te Aken, opgericht door den Z. E. Pater Pazzi, Minderbroeder-Conventueel, haar 25-jarig be staan. Des ochtends droeg de Z.E. Pater Vic- torinus uit Treebeek een plechtige Hcogmis op, in de kapel dér Zusters Franciscanessen in de Klemmarchierstrasse. Het kerkkoor van St. Toilan zong een meerstemmige Mis. Des avonds werd in de zaal van het Kolpingshaus een feest- vergadering gehouden, die zeer druk bezocht was en geopend en geleid werd door den heer A. Noben, voorzitter. Ook vele Duitsche fami lies deden van haar belangstelling blijken. De vereeniging werd toegesproken door den Ne- derlandschen consul, jhr. van Pelser Berens- berg, die vergezeld was door zijn zoon, den vice- consul, den Z.E. Heer J. Verheggen, pastoor van St. Mathias te Maastricht, die den 4 jubi larissen, die sedert de oprichting lid der ver eeniging zijn, den heeren Noben, Hochstenbach, Hahnbruikers en Franssen, een zilveren her inneringsmedaille overhandigde, den Z.E. Pater v. d. Hoven S. J. uit het retraitehuis te Spau- beek, den Z.E. Pater Victorinus, namens den praeses der vereeniging en door den eere-voor- zitter der St. Jozefvereenig ngen in Duitschland, den heer Habets, burgemeester van Kerkrade. Tijdens de vergadering, die opgeluisterd werd door de muziek der afdeeling en komische voor drachten, werden het Nederlandsche, Limburg- sche en Duitsche volkslied gezongen en Hochs uitgebracht op Koningin Wilhelmina en Prin ses Juliana. De Roermondsche rechtbank heeft een 44- jarigen Pool, overeenkomstig den eisch, tot zes jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens aanran ding van een vrouw te Arcen. UTRECHT. Geslaagd de heeren: G. J. de Boer, Gorinchem; E. B. Smit, Den Bosch; A. M. J. A. v. Aerssen, Wouw (N.B.) Onder groote belangstelling van wereldlijke en geestelijke autoriteiten en van geheel katho liek Maastricht, heeft Zondag de plechtige in stallatie plaats gehad van den zeereerw. heer pastoor Ramaekers, pastoor der St. Theresia- parochie en bouwer van de nieuwe monumen tale Theresia-kerk. Aan de grens der nieuwe parochie werd de herder verwelkomd door het kerkbestuur. De plechtigheid der installatie, zoowel buiten als in het kerkgebouw, werd o.m. bijgewoond door Z. H. Mgr. J. Wouters, pastoor-deken van Maastricht, den z.eerw. heer Schoenmakers, deken van Wijk, de zeereerw. heeren pastoors der stad, mr. E. O. J. M. baron van Hövell van Wezeveld tot Westerflier, commissaris der ko ningin in de provinóie Limburg, mr. L. B. J. van Oppen, burgemeester van Maastricht, de hee ren wethouders Schoonbrood, Deussen en Bol len. Te Londen zal van 1520 Juli 1935 een groot internationaal volksdans-congres worden ge houden onder auspiciën van „The English Folk- dance and Song Society" en van „The British National Committee on Folk Arts". De Koningin van Engeland heeft het patro naatschap aanvaard en uit vele Europeesche landen zijn reeds toezeggingen gedaan om groe pen volksdansers naar Londen af te vaardigen. Tot mevrouw dr. Elise van der Venten Ben- sel te Oosterbeek is het verzoek gericht in haar kwaliteit van Honorary Corresponding Member of the E. F. D. S. zorg te dragen, dat ook Nederland te Londen vertegenwoordigd zal zijn. Thans wordt medegedeeld, dat zij er in ge slaagd is de Gorsselsche boerendansers, die onder leiding van den heer H. J. de Rooy in den afgeloopen zomer te Weenen zoo'n succes hebben geoogst, bereid te vinden naar Londen te komen. Het gezelschap zal daar de Achterhoeksche boerendansen demonstreeren. In het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden wordt dit najaar een reeks archaeoiogische le zingen en cursussen gegeven en wel: Op 23 October prof. dr. J. Capart, Brussel: „Quelques sites d'Egypte peu connus". Op 6 November dr. W. D. van Wijngaarden: „De jongste opgravingen in het oude Perse polis." Op 27 November prof. dr. E. Krüger, Trier: „Römische Mosaiken in Germanien und Gallia Belgica." Op 29 November: „Die Entwicklung der gallischen Götterkulte" door denkelfde. Op 11 December: dr. J H. Holwerda: „Een Gallisch vorstengraf bij Oss." Zij, die één of meer lezingen wenschen bij te wonen, gelieven zich daartoe op te geven vóór 18 October a.s„ hetzij schriftelijk bij de Directie of door hun naam te teekenen op de daartoe bij den Museumportier gereed liggen de lijst. Belangstellend waren we Zaterdagmiddag en met ons velen uit Zuid-Limburg opgegaan naar de artistiek-actieve kunstzaal „de Gulden Roos" te Maastricht, waar de opening plaats vond van eene tentoonstelling van kunstfoto's van Mathieu Koch. We merkten onder de tal rijke belangstellenden, die in druk beweeg de drie tentoonstellingszalen vulden, bekende ge zichten, welke men pleegt te ontmoeten bij soortgelijke artistieke gebeurtenissen te Venlo, Roermond en Sittard. De burgemeester van laatstgenoemde plaats, de heer Coenders, die bij herhaling kunstzinnige gebeurtenissen bin nen z'n eigen gemeente mogelijk maakt, be hoorde ook thans tot de bezoekers. Door den heer Albert Kuyle werd een inlei ding gehouden, een inleiding, evenals spreker's literair werk, boeiend, niet zonder 'n kastijding der hedendaagsche kiekende gemeenschap, welke haar eigen onbenulligheid in moment opnamen aan strand en weg op het geduldige celluloid vastlegt, doch eveneens niet zonder 'n lofhymne voor het kunstzinnige en hoogst begaafde werk van Mathieu Koch. Men schrijft ons: De gemeente Nijmegen bezit sinds jaren een groot doek van Jan van Goyen, voorstellende de Waal met het Valkhof voluit gemerkt en uit 1641 dateerend. Dit doek was in niet al te besten toestand geraakt en is, dank zij een besluit van den gemeenteraad, gerestaureerd. Door deze zeer goed geslaagde herstelling is het wederom luchtig en doorschijnend geworden gelijk weleer en kan men de bijzondere kwali teiten van van Goyen's vlot penseel er weder om in herkennen. Van Goyen heeft het Valk hof vrij nauwkeurig afgebeeld. Zeer goed on derscheidt men b.v. de Karolingische kapel. Maar bij de stad zelve veroorloofde hij zich enkele vrijheden. Zoo maakte hij b.v een poort rechts bij het groote bastion, die nooit bestaap. heeft en voegde hij rechts boven de hijsch- kraan een gotisch huis toe, dat daar nooit heeft gestaan. Maar des te treffender is het effect van het geheel: de ligging van het enorme massale complex aan de stille rivier onder een lichtende grijze lucht. Alvorens wederom naar het stadhuis te Nij megen terug te keeren is het doek gedurende twee maanden in het Mauritshuis tentoonge steld. Als nog nimmer voorheen heeft momenteel de Noord-Limburgsche tuinderij met zware tegenslagen te kampen. Nu zijn de oogsten goed. Door den ijver en toewijding waar mee geteeld wordt, heeft men een qualitatief uitstekenden tuinbouw gekregen. De producten, die uit Noord-Limburg komen, hebben tot ver buiten de grenzen een geroemden naam gekre gen. Ook de afzet geschiedt vlot. De middelen, om deze afzet zoo gunstig en zoo modem mogelijk te doen verloopen, hebben den tuinders en hun vereenigingen veel kapitaal gekost, doch de prachtige gebouwen der C.V.V. en V.V.V., welke te Venlo opgetrokken zijn, moesten naar de modernste eischen ingericht worden. Het aantal tuinders te Venlo en omgeving is zeer groot. Nagenoeg een derde deel der bevol king van Venlo en haar peripherie van 20 K.M. vindt in den tuinbouw haar hoofdbron van in komen. Voordat de producten der tuinders bij de consumenten komen, nadat ze in een der Ven- losche veilingen geveild zijn, gaan deze pro ducten nog door meerdere handen. Meerdere bedrijven, zooals export-firma's, expediteurs, opkoopers enz. zijn In den loop der jaren te Venlo gevestigd, die naast de tuinders een be staan door den bloeienden tuinbouw gekregen hebben. Zoo vindt men in Venlo een drietal ex portfirma's, die een wereldnaam op gebied van tuinbouwproducten en fruit gekregen hebben. Deze firma's hebben met kapitalen van mil- lioenen bij deze tuinbouwtransacties deelgeno men. Aan hun personeel, dat bij meerdere firma's uit meer dan 100 personen bestaat, wor den wekelijks duizenden guldens arbeidsloon betaald. Hun kapitaal in de kostbare vervoer middelen gestoken beloopt eveneens in het mil- lioen. Ook meerdere bankinstellingen zijn nauw aan den tuinbouw geïnteresseerd. Zij gaven crediet en leverden voorschotten aan de tuinders voor den uitbouw en vernieuwing der kassen in den gezonden strijd voor de veredeling en perfectie der productie. Het is niet teveel gezegd, dat Venlo en zijn omgeving zonder den tuinbouw in aanzien zou terugvallen tot een plattelandsdorp. De tuin bouw is het, die het bedrijfsleven der stad gaande gemaakt heeft. Hij drukt zijn stempel op het geheele zakenleven. Venlo zonder tuin bouw is een doode stad. Wanneer Venlo's tuin bouw ten onder gaat, gaat met hem een derde deel der bevolking ten onder en valt toe aan de wassende groep paupers. In dit licht moet men den tuinbouw te Venlo bezien. Hij is voor Venlo een levensnoodzaak en wellicht de belangrijkste. De productie in tuinbouwartikelen is in den loop der jaren dermate uitgegroeid, dat hier mee de binnenlandsche markt met een niet te verwerken surplus overvoerd zou worden. Wel iswaar werd naar veredeling der productie ge streefd, doch waar het zooveel kleinere tuinders betreft, wien toch ook een menschwaardig be staan toekomt, geldt als voornaamste factor nog steeds zooveel mogelijk produceeren daarbij trachtende naar het beste. De noodzakelijkheid lag bij dit op de binnen landsche markt niet te verwerken surplus voor de hand, dat men exporteeren moest naar het buitenland. Voor Noord-Limburg was Duitsch land hiervoor het aangewezen land. Duitsch land werd dan ook inderdaad de grootste af nemer. Dag-in dag-uit gingen in de beste jaren en tot voor kort nóg wagonladingen en auto vrachten tot-omvallens-toe-vol over de grens. Het nabijzijnde schrale industriegebied en na genoeg het geheele Westfalendistrict van Duitschland werden gevoed met Noord-Lim burgsche tuinbouwproducten. Dit heeft geruimen tijd goed gegaan, totdat het nieuwe bewind gekomen is. Om eerlijk te zijn moeten we echter toegeven, dat ook onder de laatste maanden van het tweede rijk reeds donkere wolken voor de Noord-Limburgsche tuinbouwwereld opdoemden. Edoch dit staat onomstootelijk vast, dat deze toestand onder het nieuwe bewind aanmerkelijk verscherpt is. (Zou de factor, dat men op de Duitsche hooge- scholen economie als leervak heeft laten vallen, gewricht in de schaal leggen?). Duitschland neemt wel producten af, maar betaalt niet. Wij zullen niet tot in details alle onderhande lingen weergeven, die aangaande den tuinbouw- uitvoer tusschen Nederland en Duitschland ge voerd zijn. In groote lijnen genomen wist de Nederland sche delegatie oorspronkelijk van de Duitsche regeering gedaan te krijgen, dat bij de „ge- sperrte" gelden naar het buitenland voor de groentenle vering een „Sonderkonto" geopend werd tot een totaalbedrag \'an 15 millioen. De Duitsche opkoopers werden gedwongen hun geld ter betaling der ingevoerde tuinbouwproducten te doen storten op de Deutsche Reichsbank, die op haar beurt dit geld zou overmaken op de Nederlandsche bank. Deze gedwongen clearing, die een zeer omslachtige betaalwijze met zich brengt, heeft ten opzichte van Duitschland nog dit bijzonder kenmerk, dat deze betaling dubieus is. Dit is voor de tuinders funest, ongetwijfeld. Men zal zich afvragen als normaal denkend handelsman: Wie levert nu nog aan een klant, die niet betaalt, of die zijn betaling zóó uit stelt? Heeft men nog niet genoeg aan de opge dane bittere ervaringen? De Venlosche Veilingvereenigingen hébben weinig vertrouwen in Duitschland, niet in de personen, maar in het land. Zij hebben alleen dan aan Duitsche koopers geleverd, wanneer deze in Holland voldoende borg voor de levering konden stellen. In de meeste gevallen zijn de exportfirma's echter borg voor de levering ge bleven. En deze zullen het thans zijn, die de kinderen van de rekening worden. Wij hebben in tuinbouwkringen een onderzoek ingesteld en hierbij is ons gebleken, dat vooral deze exportfirma's, die voor ettelijke millioenen per jaar aan Duitschland leveneren thans moei lijke tijden doormaken. Niet alleen, dat zij voor leveringen van millioenen borg bleven, zij heb ben bovendien zelf door hun rechtstreekschen handel in zuidvruchten ontstellend hooge vor deringen op Duitschland. De schuld, die Duitschland aan de tuin ders heeft, bedraagt ongeveer 8 millioen. Hiervan komen twee en een half millioen voor de Venlosche tuinders; vier voor de Roermondsche veiling en een millioen voor de andere tuinbouwvereenigingen. Wat er van al deze vorderingen terecht komt? Het is moeilijk hierop een antwoord te geven. Duitschland toont zich allesbehalve een braven buurman als het op betalen aankomt. Vermoe delijk zullen lichtpunten verschijnen, indien de met veel zorg verwachte winter, waarvoor de Duitsche regeering alle mogelijke voorzorgs maatregelen neemt, achter den rug is. Of de tuinders zoolang kunnen wachten be twijfelen we sterk. De inkoopen aan zaden voor den nieuwen oogst en de aflossing van de schuld van rente en hypotheken vallen tegen Novem ber. Om catastrofes in wijden kring te vermij den zal tenslotte de regeering te hulp moeten komen. En zal de Noord-Limburgsche tuinbouw een zelfde zorgwekkende komende seizoen moeten doormaken? En nog meerdere van deze, die ieder jaar erger worden? Op de Amsterdamsche Amato was een inzen ding van Limburgsch geconserveerd fruit. Op dit gebied bestaan in ons land nog zeer weinig ervaringen. Hoeveel geconserveerd fruit wordt niet jaarlijks uit het buitenland, voornamelijk België, betrokken? Op dit gebied zou een goede industrie kunnen gevestigd worden. En wie beter dan de Limburgsche industriebank zou hierbij met kapitaal de behulpzame hand kunnen bieden?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 9