Eucharistisch Congres gesloten Raymond Poincaré overleden Het nieuws van heden EEN ONVERBIDDELIJK NATIONALIST DE BAROMETER MAANDAG 15 OCTOBER 1934 Argentinië Christus toegewijd De gezondheid van den H. Vader Duitschlands bitterste vijand 58607 postzegels De grootste forel Agha Kahn zoekt een paleis in Engeland nu min// li MORTH (Vervolg van pag. 1) Het komt mij voor, dat de Heer het ge heim van de eenheid der Kerk juist in de rede en het gebed van het laatste avond maal maar dan ooit te voren in het licht heeft willen stellen, om daardoor aan te duiden, dat die eenheid haar oorsprong heeft in het geheim der Eucharistie. De Eucharistische geheimen van geloof en liefde worden aldus als het ware het hart der Kerk, waaruit door het gansche lichaam het leven van Haar Goddelijken Koning gloeit. Het is daarom, dat God, toen Hij aan een Paus het Goddelijk plan ingaf alles te herstellen in Christus, hem tevens ingaf, vooral het Eucharistisch leven te bevorde ren, door de zielen uit te noodigen tot een veelvuldiger deelnemen aan den Godde lijken Maaltijd. Wanneer wij het Rijk Gods beschou wen als synoniem van het Eeuwige Leven, zou het op het eerste gezicht schjjnen, dat de Eucharistie, daarmede niet zoo een nauwen samenhang heeft. De Eucharistie is immers de Teerspijze van den pelgrim op aarde terwijl het Eeuwige Leven het einde van zijn groote reis is. De Eucharistie is een mysterie van geloof, terwijl het Eeuwig Leven de mysterie van zalig aanschouwen is. De Eucharistie is een mysterie der God delijke Vernedering, maar het Eeuwig Leven is een mysterie van Gods Eeuwige Heerlijkheid. Is het waar, ook in deze gestalte van het Rijk, dat de Eucharistie een instrument van Jesus' Koningschap is? Steunende op het woord van het Evangelie. „Wie dit Brood eet, zal Leven in Eeuwigheid", leeren de theologen, dat de Eucharistie het zaad der verrijzenis van het Eeuwig leven is, dat wil zeggen: het zaad van het Rijks Gods in eeuwige gestalte. Door haar kracht gaat het leven des geloofs over in een leven van aanschouwing. De pelgrim be reikt zijn vaderland en degenen, die ge deeld hebben in Christus' vernedering, deelen nu in zijn onvergankelijke glorie. Daarenboven kunnen wij zeggen, dat de Eucharistie reeds een voorsmaak is van het hemelsche leven. De dood, het oogenblik van onzen over gang, zal slechts den sluiter verscheuren en ons open en klaar toonen, wat wij reeds hielden, wat wij in zekeren zin reeds zagen in het licht van het Geloof. Goddelijk ongeduld van Christus' Hart, dat gewild heeft, dat wij door een rij van wonderen, reeds in dezen tijd, het leven der Eeuwig heid zouden zien en dat wij ons hart reeds verborgen in den Hemelschen nacht van het Geloof en de eeuwige Vlam der Liefde zouden dragen. Het Eucharistische Rijk Welk een volheid van vrede voelt de ziel. wanneer zij met doordringende gedachten de harmonie tusschen het Rijk van Chris tus en het Sacrament van Zijn Liefde bloot legt. Alles is Liefde; heerschen is Liefde; de Eucharistie is Liefde. Op het pad der Goddelijke Wijsheid gaan de Waarheid en de Liefde immer met gelijke schreden. Het Eucharistisch Rijk van Je zus heeft in den loop der geschiedenis stralende sporen achtergelaten. Liturgie en kunst, grootsche monumenten, histori sche daden, Eucharistische wonderen, tee kenen den voortgang van Zijn weg. Maar dit alles is slechts het bloeiende grastapijt, dat den bodem bedekt. De Schat is verbor gen en men moet hem zoeken in het gra nieten inwendige der Waarheid, waaruit de volheid der Liefde springt. De rots der Waarheid splijtende, vindt de ziel den toe gang tot de Liefde. Eenmaal door die Lief de getroffen, brandt zij van ongeduld, dat Christus in haar het Rijk van Zijn Liefde vestigen zal en voelt zij zich doordrongen van apostolisch vuur om de grenzen der Kerk uit te zetten. Het Sacrament des Rijks zal het Rijk van Jezus vergrooten langs de geheimvolle keten der geestelijke wereld, door de wijdsche ruimte der Kerk, door de grenzenlooze uitstrekking der Eeu wigheid. Hierop doet ons de vlammende Liefde, die God in uw hart gelegd heeft, maar meer nog de Liefde, die als een brandend vuur uit de Eucharistie ontspringt, hopen. Heden zal Jezus niet weigeren, zooals aan den oever van het meer Genesareth. den scepter van het Koningschap te aan vaarden. Wij willen Hem geen Koning schap geven dat Hem niet behoort. Hij zal onze bede, onze stem verhooren en heer schen in alle zielen over de gansche Aarde.... en Zijn Rijk zal geen einde hebben. Voortzetting H. Mis Nadat de Kardinaal-Legaat zijn predica te beëindigd had, klonk de juichkreet: „Leve het H. Sacrament!" En vóórt jubelde de menigte voort: „Leve de H. Eucharistie!" „Leve de Paus!" „Leve de Kardinaal-Legaat!" In een Spaansche feesthymne wordt ver volgens op ontroerende wijze de lof van het H. Sacrament bezongen. Het H. Misoffer wordt voortgezet. Na het Offertorium zet het koor een hymne in, begeleid met orgel en door de harmonie van het politiecorps. Dan nadert het hoogtepunt van de ver' heven plechtigheid, de H. Consecratie; de militaire macht brengt den eere-groet; eerbiedig knielt de menigte neer: één ein- delooze deining! Daar klinken en een huivering vaart door de knielende menigte de woorden, die het Wonder werken.... Dan volgt de H. Communie, het laatste Evangelie; het slot is gekomen, maar nu wacht de menigte nog de heerlijkste, de blijdste verrassing; alle loudspeakers ver kondigen het: De Paus zal spreken; nog enkele minuten, nog enkele seconden en de stem van Christus' Plaatsvervanger zal spreken. Silencia! Silencia! wordt er geroepen en gefluisterd. Stilte! Stilte! Daar klinkt dp stem van den directeur van het Vaticaansche radio-station door den aether en hunkerend van ongeduld ver neemt de menigte, dat de H. Vader zoo aanstonds spreken zal tot het Congres en Zijn zegen zal schenken.... De groote plechtigheid van Zondagmor gen en -middag, behoorend tot de groot ste, welke de wereld ooit heeft gezien ble ken nog slechts een voorbereiding voor het liturgische feest van den avond, dat een groote ontmoeting werd tusschen God en de menschheid en een ongekende triomf van Christus Koning. In den ochtend hadden velen de plech tigheden nog door de radio in de straten van de stad gevolgd, maar in den namiddag stroomde alles naar het Palermo Park, om aan de processie deel te nemen. Het schouw spel, dat de stad bood, was onvergelijkelijk en waarschijnlijk nog ongekend in de ge schiedenis der Kerk Het aanvangsuur der processie was ver vroegd en de heilige stoet verliet om drie uur de oude kerk van de Madonna del Pilar. Voorop het gouden processiekruis, dan duizenden seminaristen, de lange stoet der broederschappen, de eindelooze rijen der reguliere en seculiere geestelijken, de kapit tels der kathedrale kerken, de prelaten en daarop de honderd tachtig bisschoppen, in welker eerbiedwaardige rijen wij met ontroe ring ook Neerlands Aartsbisschop en den bisschop van Roermond ontwaarden. Op hen volgden de aartsbisschop van Buenos Aires, de nuntius en de generaal en admiraal die de attaché's van den kardi naal-legaat zijn. Onder luide gezangen trok de processie Ings den heerlijken weg van de Avenida Alvear, omzoomd door wuivende palmen en overgoten door de stralen der middagzon. Dan naderde op een machtigen wagen, in een kasteel van bloemen veranderd, het Allerheiligste, gevat in een onmetelijken monstrans, waarbinnen een kleiner juweel de blanke Hostie draagt. Op den wagen, tusschen de bloemen knielde de kardinaal-legaat voor het Aller heiligste. De groote wagen rustende op een door bloemen geheel overdekt auto-chasis, werd langzaam voortgestuwd door vele priester handen; het gelijkmatige plechtig voort gaan maakte een diepen indruk op allen. Achter het Allerheiligste volgden de leden der Pauselijke missie, de vier kardinalen, de president der republiek Argentinië, de vice-president, alle ministers en vele ver tegenwoordigers van steden en provincies. Een militaire eerewacht in groot ornaat sloot hierbij aan, gevolgd door een einde- Een verontrustend bericht. Tegenspraak loozen stoet van mannen, vrouwen en kin deren, jeugdorganisaties, studenten, enz. de stoet volgde den zes kilometer langen avenida. Eerst om half zes was het Aller heiligste bij het kruis in het Palermo-Park aangekomen. Vooral langs den weg knielde een dichte menigte, zingend, roepende, juichend en weenende. Overweldigend spontaan was deze mani festatie van geloof. Geen pen kan weer geven, wat onze ontroerde oogen hier hebben gezien. Het was de triomf van den Zaligmaker in Amerika en in de gansche wereld. Een glorie van geloof en liefde. Gebed voor den vrede Terwijl de zon den avondhemel overgoot met een heerlijkheid van goud en paars, zong de menigte rondom het kruis en wuif de met zakdoeken|en sluiers. Zij antwoord de uit ongetelde kelen wanneer de luid sprekers haar opriepen tot een gebed voor den vrede tusschen Paragua en Bolivia. Wanneer het Allerheiligste op het altaar geplaatst was, zong een machtig koor het „Te Deum", dat breed en vol door den da lenden avond ruischte. Dan trad de presi dent der republiek, generaal Justo, voor het altaar om met van ontroering bevende stem zijn land, Argentinië, toe te wijden aan Christus Koning. Den almachtigen en barmhartigen God, oneindig groot, zooals de mensch oneindig klein is, en oneindig edelmoedig, Schenker van alles, wat de menschheid behoeft, riep de generaal aan, sprekend de woorden „Je sus onze Zaligmaker, almachtige God, maak dat over het Argentijnsche volk neerdale de vrede. Jesus heersch over de geesten van al onze zonen, in de gezinnen en in Het Britannica-plein met de Engelsche k erk, een geschenk van de Engelsche kolonie van Buenos Aires de gansche natie, in gansch Amerika, dat Gij voor het geloof hebt behouden, en in de gansche menschheid, die den vrede zoo bitter behoeft en zoo smeekt om dien te mogen bezitten." De president dankte daarop plechtig den Schepper voor de weldaden aan Argentinië geschonken en eindigde met den uitroep: „Heer zegen en bescherm ons vaderland!" Het volk onderbrak herhaaldelijk zijn hartstochtelijk uitgesproken rede met da verende toejuichingen en bezegelde haar met een onweerstaanbare ovatie aan Christus Koning. Daarop zong de gansche menigte het Tantum Ergo en terwijl een gewijde stilte heerschte over de hoofden der onafzienbare menigte, gaf de Kardi naal-Legaat den zegen met het Allerhei ligste. Staande op de treden van het altaar sprak de Kardinaal-Legaat daarop een gevoelvol slotwoord. „Het congres, zoo zeide hij, heeft alle ver wachtingen der katholieke wereld overtrof fen. De stad Buenos Aires werd door dit congres 'n heerlijk schoone kathedraal, een triumfplaats voor den Goddelijken Koning. Den Heiligen Vader, aldus spr., zal ik schilderen, wat ik in Buenos Aires heb ge zien en het Vaderhart van den Paus zal diep ontroerd zijn kinderen zegenen. De gloed van dit onvergetelijk congres, zoo zeide de kardinaal tenslotte, moge niet sterven en voorbijgaan, maar het teeken zijn van een duurzaam nieuw leven, van een grooten strijd tegen de hartstochten en van een verheffing der zeden. Aan het einde van dezen laatsten dag, bekroond door de toewijding van Argentinië aan Christus Koning door den president, dankte de pauselijke gezant allen voor hun medewerking en deelname en riep over al len Gods zegen af. Hij sloot met de woorden: „Leve Jesus Christus, de Koning der Zielen in het Sa crament van Zijn liefde. Christus, Koning van den vrede, geve vrede aan het Zuid Amerikaansche land, geve vrede aan heel de wereld." De felle storm van toejuichingen, welke deze woorden begroette, werd besloten met het zingen van het Argentijnsche volkslied door de menigte. Tegen acht uur was deze grootsche gods dienstige manifestatie aller tijden beëin digd. Den ganschen verderen avond bleef de stad feestelijk verlicht. Heden zou de Kardinaal-Legaat een pel grimstocht ondernemen naar Lu jan. ri Een fraaie interieur-foto van het mausoleum, waarin het stoffelijk overschot van koning Alexander zal worden bijgezet. Het Weer iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiui,„|£ q- tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii mui iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiii in mi mui iiiiiiiiiiMiiiiiiniiiiri ui iitn mimi mi inn in ii in ii mui ii hui iiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHi ii iiiiriiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiii ri Het Persbureau Vaz Dias verspreidde giste ren onderstaand verontrustend bercht, dat uit de Vaticaansche Stad afkomstig heette te zijn. Gisteren verluidde, dat de gezondheidstoe stand van den Paus in verband met de ge beurtenissen in Spanje, Frankrijk en Zuid-Sla- vië door de groote bezorgdheid welke Z. H. ge voelt, minder goed genoemd moet worden, in ver band waarmede de radiotoespraak, welke hij heden voor het Eucharistisch congres te Bue nos Aires zou houden, niet zal doorgaan. De uitzending zal worden beperkt tot een eenvou dige zegening. Naar wij bij informatie te Rome vernemen, moet bovenstaand bericht zeer beslist tegen gesproken worden. Z. H. de Paus is niet ongesteld; hedenmorgen nog heeft Hij in de Sixtijnsche kapel het hu welijk ingezegend van zijn neef, Graaf Franco Ratti, met de dochter van den Milaneeschen senator, mejuffrouw Maria Crespi. Frankrijk komt niet uit de nationale be grafenissen. Zoo juist heeft men te Parijs den te Marseille neergeschoten minister van buitenlandsche zaken, Barthou, luisterrijk ten grave gedragen en ziet er staat weer een nieuwe doode boven aarde, die op nationaal rouwbetoon wacht. Raymond Poincaré, de oor logspresident van Frankrijk, de redder van den franc, die zich de laatste jaren om gezondheids redenen geheel uit het openbare leven had te ruggetrokken, heeft in de Fransche hoofdstad voor altijd de scherpe juristen-oogen gesloten. Frankrijk zal aan zijn baar treuren, want het verliest in hem een trouw patriot, die zijn leven in den titel van zijn „mémoires" zelf heeft ge karakteriseerd als ge Wijd „au service de la France". Poincaré, wiens naam door de Parijsche ca baretiers zinrijk verbasterd werd tot „poing i carré" (vierkante vuist), is geen genie geweest, maar een harde werker, die met hardnekkigheid heeft vastgehouden aan de politieke inzichten, welke hij van het begin van zijn loopbaan af heeft gehad. Poincaré is een aanhouder geweest, die won. Hij heeft zijn standpunten nimmer herzien of gewijzigd. Zij stonden onwrikbaar vast. Deze beperktheid heeft hem groot ge maakt in de oogen van hen, die zijn opvattingen deelden. Hij was een zakelijk advocaat, niet alleen door zijn studie, maar ook van nature. Hij heeft ontelbare malen voor de balie gepleit, maai: belangrijker waren de pleidooien, die hij in het sensatie-proces der jongste wereldge schiedenis hield voor de zaak van Frankrijk. In 1893 werd deze koele Lotharinger op 33- jarigen leeftijd voor het eerst minister en dit was het begin van een belangwekkende poli tieke loopbaan. Hij behoorde tot geen enkele politieke partij, en was een zgn. „onafhanke lijke". Zijn richting was die van een onverbid delijk nationalist, van een doctrinair republi kein, zijn doel Frankrijk en nog eens Frankrijk. Hij hield niet van leege Woorden en ij del eer betoon, hy vervulde zün werk voor Frankrijk met een welhaast scrupuleuze nauwgezetheid als een niet begeerde, maar hem opgelegde taak. Zeven jaar lang heeft hy onder uiterst moeiiyke omstandigheden het hoogste ambt in den staat, het presidentschap der republiek, vervuld, zich streng houdend aan de voor hem „heilige" constitutioneele wetten en nimmer beproevend buiten zijn verantwoordeiyke minis ters om een eigen rol te spelen. Dit presidentschap is hem zwaar gevallen, want opgesloten en tot stilzwijgen gedoemd in de „trieste werkkamer" van het kille presiden- tieele paleis versmachtte hij van verlangen om zijn ideeën te verdedigen tegen de aanvallen die daarop werden gedaan, zy'n advocaten-na tuur had de zucht zichzelf steeds te rechtvaar digen en anderen van het goed recht van zijn zaak te overtuigen, temeer daar hy als mensch evenzeer gevoelig was voor bewijzen van vriend schap en instemming als voor critiek en blaam. Poincaré deed zonder hartstocht, zonder dat meesleepende élan, dat velen zyner landgenooten eigen is, zün harden plicht op de wijze, welke hij zelf als den eenig juisten erkende. Zün liefde voor Frankrijk heeft hem tot een der bitterste vyanden van Duitschland gemaakt. En ook hierin is zijn beperktheid van geest, welke, hoe paradoxaal het ook moge klinken, zün kracht was, tot uiting gekomen. Hy heeft zich nim mer kunnen opwerken tot een hoogte, vanwaar af hy de mogelijkheid van een groot Frankrijk naast een groot Duitschland in harmonische Europeesche samenwerking kon zien. In zyn oog kon Frankrijk slechts groot en veilig zyn, indien Duitschland werd neergedwongen op de knieën. Poincaré's populariteit by de groote massa dateerde van 1912, toen hy in de troebele omstandigheden, waarin Europa na Aga- dir en gedurende de Balkanoorlogen verkeerde, tot het presidentschap van den ministerraad geroepen werd en voor het eerst zün formule van de nationale eenheid kon verwezeniyken. Een jaar later werd hy tegen den candidaat van Clemenceau, den Tüger, in tot president van de Republiek gekozen. „Poincaré c'est la guerre", profeteerde de socialist Jaurès na het bekend worden van den uitslag van de verkie zing, en aan den vooravond van het in ver vulling gaan van zyn voorspelling viel Poin caré's felle tegenstander Jaurès onder de scho ten van een sluipmoordenaar. Heeft Poincaré den wereldoorlog gewild? Velen achten hem verantwoordelijk voor het uitbreken van den wereldbrand in 1914. zy brandmerkten hem zelfs met den by naam: „Poincaré-la-guerre". Poincaré zelf en zyn vrienden hebben zich te gen deze zware beschuldiging met alle kracht verzet. Toen Poincaré zich uit de politiek terug trok, heeft hy in de vyf dikke deelen van zyn „mémoires" als het ware een eindelooze pleit rede gehouden om zich van die blaam te zuive ren. Een der belangrijkste overtuigingsstukken, welke hü daarby naar voren bracht, was de brief, welken hij den 31en Juli 1914 aan Koning George van Engeland schreef en waarin hij erop aandrong, dat Engeland onomwonden zou verklaren in geval van een oorlog met Duitsch land actief de zijde van Frankrijk te zullen kiezen. Slechts zulk een verklaring meende hy, zou nog het eenige middel zijn om Duitschland tot nadenken te stemmen en den oorlog te verhin deren. Dit beroep van Poincaré kwam rijkelijk laat. Engeland bleef aarzelen en het Duitsch land tot op het laatst in het onzekere, aan wel ke zijde het zich zou scharen. Gewild, of niet gewild, Poincaré heeft den oorlog met Duitsch land voorzien en aanvaard, en hij heeft, voor zoover het in zyn macht stond, zijn land erop voorbereid. Hy ging daarbij zeer methodisch te werk en zag geen detail over het hoofd. Zijn za- keiyk organisatie-talent kwam hem daarby goed te stade. Toen eindelijk Duitschland overwon nen in elkaar zakte kende hy geen genade. Ware zyn wil doorgevoerd dan had men Duitsch land by den „vrede" van Versailles ook nog den RÜ'n afgenomen en het onder nog pyramidalere schadevergoedingen en herstelbetalingen trach ten te verbrijzelen. De op een jammeriyk échec uitgeloopen Roer bezetting was zyn werk. Poincaré's naam zal onverbreekbaar verbonden blüven aan de Fransche prestige- en represaille-politiek, welke na den oorlog de spanning in Europa heeft doen voortduren en de nationaal-socialistisehe „opstanding" van Duitschland onbedoeld heeft bevorderd, zoo niet geprovoceerd. In binnen- landsch politiek opzicht biyft het „redden van de franc", toen Poincairé wederom een beroep deed op de eenheid der natie en een eind maakte aan de inflatie-lawine door stabili satie van de franc zyn grootste succes. Op zulk een zuiver gebied was hij eerst recht in zyn element. De Fransche hegemonie in Europa, welke na den oorlog zooveel verzet, ontstemming en ook naü'ver heeft gewekt, is zeker voor een groot deel te danken of te wyten aan den politieken advocaat, wiens stoffeiyk overschot thans wacht op het laatste militaire geleide, dat de Fran sche republiek haar trouwen dienaar ongetwü- feld geven zal. Clemenceau heeft, sprekend over de twee antipoden: Poincaré den rigou- reuzen nationalist en Briand den nationalen internationalist, eens gezegd: .poincaré weet alles, maar begrijpt niets, Briand begrijpt al les, maar weet niets." Er is iets waars in dit woord, want Poincaré heeft niet begrepen, dat zyn vaderland, hetwelk hy boven alles liefhad, op den duur bedreigd en geschaad zou moeten worden door onverzoenlijkheid tegenover de overwonnenen. DE OUD-PRESIDENT DER FRANSCHE RE PUBLIEK, RAYMOND POINCARÉ, OVER LEDEN. Het Duitsche handelsverdrag met Amerika opgezegd. Stoffelijk overschot van koning Alexander in Joego-Slavië aangekomen. Indrukwekkende ont vangst te Split; Maandagavond wordt het lijk naar Belgrado vervoerd; moordenaar blijkt een Macedonisch Bulgaar en een berucht lid van de Imro te zijn. De reconstructie van het Fransche kabinet. Wie zal Chéron opvolgen? Rust keert geleidelijk terug in Spanje. Het journaal van den moord te Marseille blijft voor ons land verboden. Adres van exporteurs aan de regeering over de clearing met Duitschland. Comité is geïnstalleerd tot het oprichten van een stichting voor ondersteuning van cm- en minvermogende tuberculoselijders. De Indische begrooting 1935 toont een tekort van f 75 millioen. Tijdens het wilde najaarsweer in den afge- loopen nacht is de Protestante kerk te Noord- Scharwoude door de bliksem getroffen en afge- tbramd. De toren der St. Dominions-kerk te Alkmaar werd eveneens getroffen, doch kon be houden biyven. Hotelbrand te Wolvega. VERWACHTING: Matige tot krach- EE tigen, later afnemende Noord-Westelijke EE tot Noordelijken wind, half tot zwaar EE bewolkt, waarschijnlijk regen- of hagel- buien, later kouder. EE Hoogste stand: 766.9 te Isafjord. EE Laagste stand: 732.1 te Kopenhagen. EE ÈE Zon op 6.25 - onder 5.06 - Licht op 5.36 EE Maan op nam. 2.11 onder nam. 9.51 Eerste Kwartier 7.49 nam. illlllllllllllllllllll lllllllllfllllllllllinillüülllllllfllllllllllllllllllllllllll Op het oogenblik moet een serieuse philate list, om een volledige verzameling postzegels te bezitten, in zijn album 58607 verschillende postzegels verzamelen. In een jaar hebben de verschillende landen der wereld 1733 nieuwe postzegels in omloop gebracht, verdeeld als volgt: 542 voor Europa, 392 voor Afrika, 357 voor Azië, 533 voor Noord en Zuid-Amerika, en 109 voor Australië. Het zou wel eens interessant zijn, wanneer men deze volledige serie van 58607 postzegels, die de ideale collectie vormen, naar den te- genwoordigen koers kon taxeeren. Ongetwijfeld zou men aan een astronomisch getal komen. Alle Engelsche bladen publiceerden enkele dagen geleden de foto van een gevangen visch, die weliswaar zich in de verste verte niet met het monster van Loch Ness meten kan, maar toch eenig is in zijn soort. De Engelschen zijn immers in de heele wereld als enthousiaste beoefenaars der vischvangst bekend en het is dus niet te verwonderen, dat de bewoners van het Engelsche stadje Candal al jarenlang bezig waren om een reuzen forel te vangen. Al hun pogingen waren echter te vergeefs, want het gelukte de forel telkens om aan de angelhaken te ontkomen. Dezer dagen nu is het een volhardenden vischlief- hebber gelukt de zeldzame vangst te doen. De visch heeft het mooie gewicht van meer dan 12 pond en een lengte van meer dan een hal ven meter. Agha Kahn bezit weliswaar in ïndië de prachtigste sprookjespaleizen en heeft ook in ons werelddeel reeds vele bezittingen gekocht. Zij schijnen hem echter niet goed te bevallen, want hij maakt thans bekend, dat hy ergens in Engeland of Frankrijk een nieuw huis zoekt. De prijs speelt geen rol, heeft hij verklaard, het moet een zeer ruim slot zijn, het liefst een of andere historische plaats. Hoofdzaak is, dat het gemakkelijk ingericht en door veel par ken en weiden omgeven is. Wanneer deze sprookjesplaats niet gevonden zou worden, wil de heer van millioenen Muzelmannen zelf een gebouw laten optrekken. Hy wil midden in Engeland een van die grootsche paleizen la ten bouwen, zooals men die slechts in Indië kent. n oc O Stand op Maandag 1 uur nm: 746,5 yorige stand: 766

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 5