Eucharistisch Congres gesloten
Raymond Poincaré overleden
Het nieuws van heden
EEN ONVERBIDDELIJK
NATIONALIST
DE BAROMETER
MAANDAG 15 OCTOBER 1934
Argentinië Christus
toegewijd
De gezondheid van den
H. Vader
Duitschlands bitterste
vijand
58607 postzegels
De grootste forel
Agha Kahn zoekt een
paleis in Engeland
nu min// li
MORTH
(Vervolg van pag. 1)
Het komt mij voor, dat de Heer het ge
heim van de eenheid der Kerk juist in de
rede en het gebed van het laatste avond
maal maar dan ooit te voren in het licht
heeft willen stellen, om daardoor aan te
duiden, dat die eenheid haar oorsprong
heeft in het geheim der Eucharistie. De
Eucharistische geheimen van geloof en
liefde worden aldus als het ware het hart
der Kerk, waaruit door het gansche lichaam
het leven van Haar Goddelijken Koning
gloeit.
Het is daarom, dat God, toen Hij aan
een Paus het Goddelijk plan ingaf alles
te herstellen in Christus, hem tevens ingaf,
vooral het Eucharistisch leven te bevorde
ren, door de zielen uit te noodigen tot een
veelvuldiger deelnemen aan den Godde
lijken Maaltijd.
Wanneer wij het Rijk Gods beschou
wen als synoniem van het Eeuwige
Leven, zou het op het eerste gezicht
schjjnen, dat de Eucharistie, daarmede
niet zoo een nauwen samenhang heeft. De
Eucharistie is immers de Teerspijze van
den pelgrim op aarde terwijl het Eeuwige
Leven het einde van zijn groote reis is. De
Eucharistie is een mysterie van geloof,
terwijl het Eeuwig Leven de mysterie van
zalig aanschouwen is.
De Eucharistie is een mysterie der God
delijke Vernedering, maar het Eeuwig
Leven is een mysterie van Gods Eeuwige
Heerlijkheid.
Is het waar, ook in deze gestalte van het
Rijk, dat de Eucharistie een instrument
van Jesus' Koningschap is? Steunende op
het woord van het Evangelie. „Wie dit
Brood eet, zal Leven in Eeuwigheid", leeren
de theologen, dat de Eucharistie het zaad
der verrijzenis van het Eeuwig leven is,
dat wil zeggen: het zaad van het Rijks
Gods in eeuwige gestalte. Door haar kracht
gaat het leven des geloofs over in een
leven van aanschouwing. De pelgrim be
reikt zijn vaderland en degenen, die ge
deeld hebben in Christus' vernedering,
deelen nu in zijn onvergankelijke glorie.
Daarenboven kunnen wij zeggen, dat de
Eucharistie reeds een voorsmaak is van het
hemelsche leven.
De dood, het oogenblik van onzen over
gang, zal slechts den sluiter verscheuren en
ons open en klaar toonen, wat wij reeds
hielden, wat wij in zekeren zin reeds zagen
in het licht van het Geloof. Goddelijk
ongeduld van Christus' Hart, dat gewild
heeft, dat wij door een rij van wonderen,
reeds in dezen tijd, het leven der Eeuwig
heid zouden zien en dat wij ons hart reeds
verborgen in den Hemelschen nacht van
het Geloof en de eeuwige Vlam der Liefde
zouden dragen.
Het Eucharistische Rijk
Welk een volheid van vrede voelt de ziel.
wanneer zij met doordringende gedachten
de harmonie tusschen het Rijk van Chris
tus en het Sacrament van Zijn Liefde
bloot legt. Alles is Liefde; heerschen is
Liefde; de Eucharistie is Liefde. Op het
pad der Goddelijke Wijsheid gaan de
Waarheid en de Liefde immer met gelijke
schreden. Het Eucharistisch Rijk van Je
zus heeft in den loop der geschiedenis
stralende sporen achtergelaten. Liturgie
en kunst, grootsche monumenten, histori
sche daden, Eucharistische wonderen, tee
kenen den voortgang van Zijn weg. Maar
dit alles is slechts het bloeiende grastapijt,
dat den bodem bedekt. De Schat is verbor
gen en men moet hem zoeken in het gra
nieten inwendige der Waarheid, waaruit
de volheid der Liefde springt. De rots der
Waarheid splijtende, vindt de ziel den toe
gang tot de Liefde. Eenmaal door die Lief
de getroffen, brandt zij van ongeduld, dat
Christus in haar het Rijk van Zijn Liefde
vestigen zal en voelt zij zich doordrongen
van apostolisch vuur om de grenzen der
Kerk uit te zetten. Het Sacrament des
Rijks zal het Rijk van Jezus vergrooten
langs de geheimvolle keten der geestelijke
wereld, door de wijdsche ruimte der Kerk,
door de grenzenlooze uitstrekking der Eeu
wigheid.
Hierop doet ons de vlammende Liefde,
die God in uw hart gelegd heeft, maar
meer nog de Liefde, die als een brandend
vuur uit de Eucharistie ontspringt, hopen.
Heden zal Jezus niet weigeren, zooals
aan den oever van het meer Genesareth.
den scepter van het Koningschap te aan
vaarden. Wij willen Hem geen Koning
schap geven dat Hem niet behoort. Hij zal
onze bede, onze stem verhooren en heer
schen in alle zielen over de gansche
Aarde.... en Zijn Rijk zal geen einde
hebben.
Voortzetting H. Mis
Nadat de Kardinaal-Legaat zijn predica
te beëindigd had, klonk de juichkreet:
„Leve het H. Sacrament!"
En vóórt jubelde de menigte voort:
„Leve de H. Eucharistie!" „Leve de
Paus!" „Leve de Kardinaal-Legaat!"
In een Spaansche feesthymne wordt ver
volgens op ontroerende wijze de lof van het
H. Sacrament bezongen.
Het H. Misoffer wordt voortgezet. Na het
Offertorium zet het koor een hymne in,
begeleid met orgel en door de harmonie van
het politiecorps.
Dan nadert het hoogtepunt van de ver'
heven plechtigheid, de H. Consecratie; de
militaire macht brengt den eere-groet;
eerbiedig knielt de menigte neer: één ein-
delooze deining!
Daar klinken en een huivering vaart
door de knielende menigte de woorden,
die het Wonder werken....
Dan volgt de H. Communie, het laatste
Evangelie; het slot is gekomen, maar nu
wacht de menigte nog de heerlijkste, de
blijdste verrassing; alle loudspeakers ver
kondigen het: De Paus zal spreken; nog
enkele minuten, nog enkele seconden en de
stem van Christus' Plaatsvervanger zal
spreken.
Silencia! Silencia! wordt er geroepen
en gefluisterd.
Stilte! Stilte!
Daar klinkt dp stem van den directeur
van het Vaticaansche radio-station door
den aether en hunkerend van ongeduld ver
neemt de menigte, dat de H. Vader zoo
aanstonds spreken zal tot het Congres en
Zijn zegen zal schenken....
De groote plechtigheid van Zondagmor
gen en -middag, behoorend tot de groot
ste, welke de wereld ooit heeft gezien ble
ken nog slechts een voorbereiding voor het
liturgische feest van den avond, dat een
groote ontmoeting werd tusschen God en de
menschheid en een ongekende triomf van
Christus Koning.
In den ochtend hadden velen de plech
tigheden nog door de radio in de straten
van de stad gevolgd, maar in den namiddag
stroomde alles naar het Palermo Park, om
aan de processie deel te nemen. Het schouw
spel, dat de stad bood, was onvergelijkelijk
en waarschijnlijk nog ongekend in de ge
schiedenis der Kerk
Het aanvangsuur der processie was ver
vroegd en de heilige stoet verliet om drie
uur de oude kerk van de Madonna del Pilar.
Voorop het gouden processiekruis, dan
duizenden seminaristen, de lange stoet der
broederschappen, de eindelooze rijen der
reguliere en seculiere geestelijken, de kapit
tels der kathedrale kerken, de prelaten en
daarop de honderd tachtig bisschoppen, in
welker eerbiedwaardige rijen wij met ontroe
ring ook Neerlands Aartsbisschop en den
bisschop van Roermond ontwaarden.
Op hen volgden de aartsbisschop van
Buenos Aires, de nuntius en de generaal en
admiraal die de attaché's van den kardi
naal-legaat zijn. Onder luide gezangen trok
de processie Ings den heerlijken weg van
de Avenida Alvear, omzoomd door wuivende
palmen en overgoten door de stralen der
middagzon.
Dan naderde op een machtigen wagen,
in een kasteel van bloemen veranderd, het
Allerheiligste, gevat in een onmetelijken
monstrans, waarbinnen een kleiner juweel
de blanke Hostie draagt.
Op den wagen, tusschen de bloemen
knielde de kardinaal-legaat voor het Aller
heiligste.
De groote wagen rustende op een door
bloemen geheel overdekt auto-chasis, werd
langzaam voortgestuwd door vele priester
handen; het gelijkmatige plechtig voort
gaan maakte een diepen indruk op allen.
Achter het Allerheiligste volgden de leden
der Pauselijke missie, de vier kardinalen,
de president der republiek Argentinië, de
vice-president, alle ministers en vele ver
tegenwoordigers van steden en provincies.
Een militaire eerewacht in groot ornaat
sloot hierbij aan, gevolgd door een einde-
Een verontrustend bericht.
Tegenspraak
loozen stoet van mannen, vrouwen en kin
deren, jeugdorganisaties, studenten, enz.
de stoet volgde den zes kilometer langen
avenida. Eerst om half zes was het Aller
heiligste bij het kruis in het Palermo-Park
aangekomen.
Vooral langs den weg knielde een dichte
menigte, zingend, roepende, juichend en
weenende.
Overweldigend spontaan was deze mani
festatie van geloof. Geen pen kan weer
geven, wat onze ontroerde oogen hier
hebben gezien. Het was de triomf van den
Zaligmaker in Amerika en in de gansche
wereld. Een glorie van geloof en liefde.
Gebed voor den vrede
Terwijl de zon den avondhemel overgoot
met een heerlijkheid van goud en paars,
zong de menigte rondom het kruis en wuif
de met zakdoeken|en sluiers. Zij antwoord
de uit ongetelde kelen wanneer de luid
sprekers haar opriepen tot een gebed voor
den vrede tusschen Paragua en Bolivia.
Wanneer het Allerheiligste op het altaar
geplaatst was, zong een machtig koor het
„Te Deum", dat breed en vol door den da
lenden avond ruischte. Dan trad de presi
dent der republiek, generaal Justo, voor het
altaar om met van ontroering bevende stem
zijn land, Argentinië, toe te wijden aan
Christus Koning.
Den almachtigen en barmhartigen God,
oneindig groot, zooals de mensch oneindig
klein is, en oneindig edelmoedig, Schenker
van alles, wat de menschheid behoeft, riep
de generaal aan, sprekend de woorden „Je
sus onze Zaligmaker, almachtige God, maak
dat over het Argentijnsche volk neerdale
de vrede. Jesus heersch over de geesten
van al onze zonen, in de gezinnen en in
Het Britannica-plein met de Engelsche k erk, een geschenk van de Engelsche
kolonie van Buenos Aires
de gansche natie, in gansch Amerika, dat
Gij voor het geloof hebt behouden, en in
de gansche menschheid, die den vrede zoo
bitter behoeft en zoo smeekt om dien te
mogen bezitten."
De president dankte daarop plechtig den
Schepper voor de weldaden aan Argentinië
geschonken en eindigde met den uitroep:
„Heer zegen en bescherm ons vaderland!"
Het volk onderbrak herhaaldelijk zijn
hartstochtelijk uitgesproken rede met da
verende toejuichingen en bezegelde haar
met een onweerstaanbare ovatie aan
Christus Koning. Daarop zong de gansche
menigte het Tantum Ergo en terwijl een
gewijde stilte heerschte over de hoofden
der onafzienbare menigte, gaf de Kardi
naal-Legaat den zegen met het Allerhei
ligste.
Staande op de treden van het altaar
sprak de Kardinaal-Legaat daarop een
gevoelvol slotwoord.
„Het congres, zoo zeide hij, heeft alle ver
wachtingen der katholieke wereld overtrof
fen. De stad Buenos Aires werd door dit
congres 'n heerlijk schoone kathedraal, een
triumfplaats voor den Goddelijken Koning.
Den Heiligen Vader, aldus spr., zal ik
schilderen, wat ik in Buenos Aires heb ge
zien en het Vaderhart van den Paus zal
diep ontroerd zijn kinderen zegenen.
De gloed van dit onvergetelijk congres,
zoo zeide de kardinaal tenslotte, moge niet
sterven en voorbijgaan, maar het teeken
zijn van een duurzaam nieuw leven, van een
grooten strijd tegen de hartstochten en van
een verheffing der zeden.
Aan het einde van dezen laatsten dag,
bekroond door de toewijding van Argentinië
aan Christus Koning door den president,
dankte de pauselijke gezant allen voor hun
medewerking en deelname en riep over al
len Gods zegen af.
Hij sloot met de woorden: „Leve Jesus
Christus, de Koning der Zielen in het Sa
crament van Zijn liefde. Christus, Koning
van den vrede, geve vrede aan het Zuid
Amerikaansche land, geve vrede aan heel
de wereld."
De felle storm van toejuichingen, welke
deze woorden begroette, werd besloten met
het zingen van het Argentijnsche volkslied
door de menigte.
Tegen acht uur was deze grootsche gods
dienstige manifestatie aller tijden beëin
digd. Den ganschen verderen avond bleef
de stad feestelijk verlicht.
Heden zou de Kardinaal-Legaat een pel
grimstocht ondernemen naar Lu jan.
ri
Een fraaie interieur-foto van het mausoleum, waarin het stoffelijk
overschot van koning Alexander zal worden bijgezet.
Het Weer iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiui,„|£
q-
tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii mui iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiii in mi mui iiiiiiiiiiMiiiiiiniiiiri ui iitn mimi mi inn in ii in ii mui ii hui iiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHi ii iiiiriiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiii ri
Het Persbureau Vaz Dias verspreidde giste
ren onderstaand verontrustend bercht, dat uit
de Vaticaansche Stad afkomstig heette te zijn.
Gisteren verluidde, dat de gezondheidstoe
stand van den Paus in verband met de ge
beurtenissen in Spanje, Frankrijk en Zuid-Sla-
vië door de groote bezorgdheid welke Z. H. ge
voelt, minder goed genoemd moet worden, in ver
band waarmede de radiotoespraak, welke hij
heden voor het Eucharistisch congres te Bue
nos Aires zou houden, niet zal doorgaan. De
uitzending zal worden beperkt tot een eenvou
dige zegening.
Naar wij bij informatie te Rome vernemen,
moet bovenstaand bericht zeer beslist tegen
gesproken worden.
Z. H. de Paus is niet ongesteld; hedenmorgen
nog heeft Hij in de Sixtijnsche kapel het hu
welijk ingezegend van zijn neef, Graaf Franco
Ratti, met de dochter van den Milaneeschen
senator, mejuffrouw Maria Crespi.
Frankrijk komt niet uit de nationale be
grafenissen. Zoo juist heeft men te Parijs
den te Marseille neergeschoten minister
van buitenlandsche zaken, Barthou, luisterrijk
ten grave gedragen en ziet er staat weer een
nieuwe doode boven aarde, die op nationaal
rouwbetoon wacht. Raymond Poincaré, de oor
logspresident van Frankrijk, de redder van den
franc, die zich de laatste jaren om gezondheids
redenen geheel uit het openbare leven had te
ruggetrokken, heeft in de Fransche hoofdstad
voor altijd de scherpe juristen-oogen gesloten.
Frankrijk zal aan zijn baar treuren, want het
verliest in hem een trouw patriot, die zijn leven
in den titel van zijn „mémoires" zelf heeft ge
karakteriseerd als ge Wijd „au service de la
France".
Poincaré, wiens naam door de Parijsche ca
baretiers zinrijk verbasterd werd tot „poing
i
carré" (vierkante vuist), is geen genie geweest,
maar een harde werker, die met hardnekkigheid
heeft vastgehouden aan de politieke inzichten,
welke hij van het begin van zijn loopbaan af
heeft gehad. Poincaré is een aanhouder geweest,
die won. Hij heeft zijn standpunten nimmer
herzien of gewijzigd. Zij stonden onwrikbaar
vast. Deze beperktheid heeft hem groot ge
maakt in de oogen van hen, die zijn opvattingen
deelden. Hij was een zakelijk advocaat, niet
alleen door zijn studie, maar ook van nature.
Hij heeft ontelbare malen voor de balie gepleit,
maai: belangrijker waren de pleidooien, die hij
in het sensatie-proces der jongste wereldge
schiedenis hield voor de zaak van Frankrijk.
In 1893 werd deze koele Lotharinger op 33-
jarigen leeftijd voor het eerst minister en dit
was het begin van een belangwekkende poli
tieke loopbaan. Hij behoorde tot geen enkele
politieke partij, en was een zgn. „onafhanke
lijke". Zijn richting was die van een onverbid
delijk nationalist, van een doctrinair republi
kein, zijn doel Frankrijk en nog eens Frankrijk.
Hij hield niet van leege Woorden en ij del eer
betoon, hy vervulde zün werk voor Frankrijk
met een welhaast scrupuleuze nauwgezetheid
als een niet begeerde, maar hem opgelegde
taak. Zeven jaar lang heeft hy onder uiterst
moeiiyke omstandigheden het hoogste ambt in
den staat, het presidentschap der republiek,
vervuld, zich streng houdend aan de voor hem
„heilige" constitutioneele wetten en nimmer
beproevend buiten zijn verantwoordeiyke minis
ters om een eigen rol te spelen.
Dit presidentschap is hem zwaar gevallen,
want opgesloten en tot stilzwijgen gedoemd in
de „trieste werkkamer" van het kille presiden-
tieele paleis versmachtte hij van verlangen om
zijn ideeën te verdedigen tegen de aanvallen
die daarop werden gedaan, zy'n advocaten-na
tuur had de zucht zichzelf steeds te rechtvaar
digen en anderen van het goed recht van zijn
zaak te overtuigen, temeer daar hy als mensch
evenzeer gevoelig was voor bewijzen van vriend
schap en instemming als voor critiek en blaam.
Poincaré deed zonder hartstocht, zonder dat
meesleepende élan, dat velen zyner landgenooten
eigen is, zün harden plicht op de wijze, welke
hij zelf als den eenig juisten erkende. Zün liefde
voor Frankrijk heeft hem tot een der bitterste
vyanden van Duitschland gemaakt. En ook
hierin is zijn beperktheid van geest, welke, hoe
paradoxaal het ook moge klinken, zün kracht
was, tot uiting gekomen. Hy heeft zich nim
mer kunnen opwerken tot een hoogte, vanwaar
af hy de mogelijkheid van een groot Frankrijk
naast een groot Duitschland in harmonische
Europeesche samenwerking kon zien. In zyn
oog kon Frankrijk slechts groot en veilig zyn,
indien Duitschland werd neergedwongen op de
knieën.
Poincaré's populariteit by de groote massa
dateerde van 1912, toen hy in de troebele
omstandigheden, waarin Europa na Aga-
dir en gedurende de Balkanoorlogen verkeerde,
tot het presidentschap van den ministerraad
geroepen werd en voor het eerst zün formule
van de nationale eenheid kon verwezeniyken.
Een jaar later werd hy tegen den candidaat
van Clemenceau, den Tüger, in tot president
van de Republiek gekozen. „Poincaré c'est la
guerre", profeteerde de socialist Jaurès na het
bekend worden van den uitslag van de verkie
zing, en aan den vooravond van het in ver
vulling gaan van zyn voorspelling viel Poin
caré's felle tegenstander Jaurès onder de scho
ten van een sluipmoordenaar. Heeft Poincaré
den wereldoorlog gewild? Velen achten hem
verantwoordelijk voor het uitbreken van den
wereldbrand in 1914. zy brandmerkten hem
zelfs met den by naam: „Poincaré-la-guerre".
Poincaré zelf en zyn vrienden hebben zich te
gen deze zware beschuldiging met alle kracht
verzet. Toen Poincaré zich uit de politiek terug
trok, heeft hy in de vyf dikke deelen van zyn
„mémoires" als het ware een eindelooze pleit
rede gehouden om zich van die blaam te zuive
ren. Een der belangrijkste overtuigingsstukken,
welke hü daarby naar voren bracht, was de
brief, welken hij den 31en Juli 1914 aan Koning
George van Engeland schreef en waarin hij
erop aandrong, dat Engeland onomwonden zou
verklaren in geval van een oorlog met Duitsch
land actief de zijde van Frankrijk te zullen
kiezen.
Slechts zulk een verklaring meende hy, zou
nog het eenige middel zijn om Duitschland tot
nadenken te stemmen en den oorlog te verhin
deren. Dit beroep van Poincaré kwam rijkelijk
laat. Engeland bleef aarzelen en het Duitsch
land tot op het laatst in het onzekere, aan wel
ke zijde het zich zou scharen. Gewild, of niet
gewild, Poincaré heeft den oorlog met Duitsch
land voorzien en aanvaard, en hij heeft, voor
zoover het in zyn macht stond, zijn land erop
voorbereid. Hy ging daarbij zeer methodisch te
werk en zag geen detail over het hoofd. Zijn za-
keiyk organisatie-talent kwam hem daarby goed
te stade. Toen eindelijk Duitschland overwon
nen in elkaar zakte kende hy geen genade.
Ware zyn wil doorgevoerd dan had men Duitsch
land by den „vrede" van Versailles ook nog den
RÜ'n afgenomen en het onder nog pyramidalere
schadevergoedingen en herstelbetalingen trach
ten te verbrijzelen.
De op een jammeriyk échec uitgeloopen Roer
bezetting was zyn werk. Poincaré's naam
zal onverbreekbaar verbonden blüven aan de
Fransche prestige- en represaille-politiek, welke
na den oorlog de spanning in Europa heeft
doen voortduren en de nationaal-socialistisehe
„opstanding" van Duitschland onbedoeld heeft
bevorderd, zoo niet geprovoceerd. In binnen-
landsch politiek opzicht biyft het „redden van
de franc", toen Poincairé wederom een beroep
deed op de eenheid der natie en een eind
maakte aan de inflatie-lawine door stabili
satie van de franc zyn grootste succes. Op
zulk een zuiver gebied was hij eerst recht in
zyn element.
De Fransche hegemonie in Europa, welke na
den oorlog zooveel verzet, ontstemming en ook
naü'ver heeft gewekt, is zeker voor een groot
deel te danken of te wyten aan den politieken
advocaat, wiens stoffeiyk overschot thans wacht
op het laatste militaire geleide, dat de Fran
sche republiek haar trouwen dienaar ongetwü-
feld geven zal. Clemenceau heeft, sprekend
over de twee antipoden: Poincaré den rigou-
reuzen nationalist en Briand den nationalen
internationalist, eens gezegd: .poincaré weet
alles, maar begrijpt niets, Briand begrijpt al
les, maar weet niets." Er is iets waars in dit
woord, want Poincaré heeft niet begrepen, dat
zyn vaderland, hetwelk hy boven alles liefhad,
op den duur bedreigd en geschaad zou moeten
worden door onverzoenlijkheid tegenover de
overwonnenen.
DE OUD-PRESIDENT DER FRANSCHE RE
PUBLIEK, RAYMOND POINCARÉ, OVER
LEDEN.
Het Duitsche handelsverdrag met Amerika
opgezegd.
Stoffelijk overschot van koning Alexander in
Joego-Slavië aangekomen. Indrukwekkende ont
vangst te Split; Maandagavond wordt het lijk
naar Belgrado vervoerd; moordenaar blijkt een
Macedonisch Bulgaar en een berucht lid van de
Imro te zijn.
De reconstructie van het Fransche kabinet. Wie
zal Chéron opvolgen?
Rust keert geleidelijk terug in Spanje.
Het journaal van den moord te Marseille blijft
voor ons land verboden.
Adres van exporteurs aan de regeering over de
clearing met Duitschland.
Comité is geïnstalleerd tot het oprichten van
een stichting voor ondersteuning van cm- en
minvermogende tuberculoselijders.
De Indische begrooting 1935 toont een tekort
van f 75 millioen.
Tijdens het wilde najaarsweer in den afge-
loopen nacht is de Protestante kerk te Noord-
Scharwoude door de bliksem getroffen en afge-
tbramd. De toren der St. Dominions-kerk te
Alkmaar werd eveneens getroffen, doch kon be
houden biyven.
Hotelbrand te Wolvega.
VERWACHTING: Matige tot krach-
EE tigen, later afnemende Noord-Westelijke
EE tot Noordelijken wind, half tot zwaar
EE bewolkt, waarschijnlijk regen- of hagel-
buien, later kouder.
EE Hoogste stand: 766.9 te Isafjord.
EE Laagste stand: 732.1 te Kopenhagen. EE
ÈE Zon op 6.25 - onder 5.06 - Licht op 5.36
EE Maan op nam. 2.11 onder nam. 9.51
Eerste Kwartier 7.49 nam.
illlllllllllllllllllll lllllllllfllllllllllinillüülllllllfllllllllllllllllllllllllll
Op het oogenblik moet een serieuse philate
list, om een volledige verzameling postzegels
te bezitten, in zijn album 58607 verschillende
postzegels verzamelen. In een jaar hebben de
verschillende landen der wereld 1733 nieuwe
postzegels in omloop gebracht, verdeeld als
volgt: 542 voor Europa, 392 voor Afrika, 357
voor Azië, 533 voor Noord en Zuid-Amerika,
en 109 voor Australië.
Het zou wel eens interessant zijn, wanneer
men deze volledige serie van 58607 postzegels,
die de ideale collectie vormen, naar den te-
genwoordigen koers kon taxeeren. Ongetwijfeld
zou men aan een astronomisch getal komen.
Alle Engelsche bladen publiceerden enkele
dagen geleden de foto van een gevangen visch,
die weliswaar zich in de verste verte niet met
het monster van Loch Ness meten kan, maar
toch eenig is in zijn soort.
De Engelschen zijn immers in de heele wereld
als enthousiaste beoefenaars der vischvangst
bekend en het is dus niet te verwonderen, dat
de bewoners van het Engelsche stadje Candal
al jarenlang bezig waren om een reuzen forel
te vangen. Al hun pogingen waren echter te
vergeefs, want het gelukte de forel telkens
om aan de angelhaken te ontkomen. Dezer
dagen nu is het een volhardenden vischlief-
hebber gelukt de zeldzame vangst te doen. De
visch heeft het mooie gewicht van meer dan
12 pond en een lengte van meer dan een hal
ven meter.
Agha Kahn bezit weliswaar in ïndië de
prachtigste sprookjespaleizen en heeft ook in
ons werelddeel reeds vele bezittingen gekocht.
Zij schijnen hem echter niet goed te bevallen,
want hij maakt thans bekend, dat hy ergens
in Engeland of Frankrijk een nieuw huis zoekt.
De prijs speelt geen rol, heeft hij verklaard,
het moet een zeer ruim slot zijn, het liefst
een of andere historische plaats. Hoofdzaak is,
dat het gemakkelijk ingericht en door veel par
ken en weiden omgeven is. Wanneer deze
sprookjesplaats niet gevonden zou worden, wil
de heer van millioenen Muzelmannen zelf een
gebouw laten optrekken. Hy wil midden in
Engeland een van die grootsche paleizen la
ten bouwen, zooals men die slechts in Indië
kent.
n
oc
O
Stand op Maandag 1 uur nm: 746,5
yorige stand: 766