Schiller en zijn omgeving <Ket mfiaal van Jen PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND NEIL LYNDON ONTSNAPT ZIJN SAMENWERKING MET GOETHE HET MASKER JA ZEKER.:.. U OOK DINSDAG 16 OCTOBER 1934 Schiller maakte, als hij bezig was te dichten, den indruk aan een zeer wilde razernij ten prooi te zijn Een zeer gevoelige natuur Friedrich v. Schiller Losloopende honden in Bombay De prinsen Mdivani voor het gerecht liillllllgl! iüaüü 1 lil Nu komt er rustl Nu zijn over bodige geluidssignalen verboden (f75.— boete 1). 't Werd tijd: ze toeterden er maar op los j Wie7 Luipaarden-ter reur De gevolgen van een weddenschap van den'akhuis- De kleine fout Mussolini en maximum snelheid Geschenk aan Napoleon Korte berichten AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL DOOR VICTOR BRIDGES Een beschouwing over een mensch en zich zelf zou in ieder ander, dan juist dit ge val, lichtelijk dwaas mogen heeten en ge tuigen van een voos en armzalig verlangen om origineel te zijn. Iemand is zichzelf of hij is zichzelf niet en in het laatste geval doet men beter met over hem te zwijgen. „Wees Uzelf," zei 'k tot iemand, maar hij kon nist. Hij was niemand," leekedichterde reeds de goede De Genestet. Doch met „Schiller en zichzelf" is het een ander, is het een bijzonder geval. En om dit geval duidelijk te maken behoeven we ons nog niet eens tot de fantastische gruwelen van een Robert Stevenson te wenden, die in zijn „Mr. Jekyll and dr. Hyde" de theorie der persoons verdubbeling in een treffend en goedgeschreven gruwelverhaal ontwikkelt. Er is aan Schiller niets gruwelijks. Hij was alleen maar een man, een dichter, een jonge dichter, die zichzelf zoo weinig zocht, dat hij zichzelf verier. En de zaken ziende in dit licht, kunnen we over Schiller en zichzelf spreken zonder aan al te groote aanstellerij schuldig te staan. Er is in het leven van den befaamden, Duit- schen tocneel- en ballade-dichter een feit, dat om zijn eenigszins onsmakelijken aard en schijnbaar onbeduidend karakter niet zoo fel belicht werd, als het wel verdiende. Kleinigheden zijn vaak de sporen op den weg naar een groote ontdekking, gelijk ons trouwens iedere detective-story overtuigend leert. - Wij zouden ook dat kleine feitje wel verzwe gen hebben, als het maar niet zoo keurig in dit. ons kraampje te pas kwam. Ja, zoo onbe duidend is dit feitje, dat het best een leugentje en dan nog wel een heel onschadelijk leugentje kon zijn. Maar als leugentje zou het dan toch deze, voor leugentjes toch wel heel bijzondere, verdienste hebben, dat het den weg baant naar de waarheid. Misschien denkt u, dat we nu zullen gaan vertellen, dat Schiller een pruik droeg, maar wie droeg er in Schiller's tijd nu géén pruik? Wellicht hunkeren er onder hen, die zich in eens anders val snoodelijk verblijden, naar de mededeeling, dat Friedrich von Schiller het bier als water en de jenever als bier dronk. Doch als dit waar was, maar het is niet waar, zou dit geen klein, maar een groot, feit zijn. Een man, die drinkt, die teveel drinkt, is alleen op het tooneel en in de bioscoop een komische figuur. In het werkelijke leven staat hij binnen een tragischer omlijsting. Neen, er was met Schiller iets anders gaan de, iets, dat in dien tijd zonder badhuizen, niet ontploffende geysers en vaste waschtafels nu niet zoo heel onvergeeflijk behoeft te heeten. Schiller was, om het maar dadelijk en met ronde woorden te zeggen, nogal onzindelijk. Het begrip zindelijk nu is in den loop der tijden langzaam maar zeker sterk gewijzigd. Een middeleeuwsche jonkvrouw zong in een liedje haar geliefden ridder toe en prees het, als een zijner meest bekoorlijkste eigenschap pen, dat hij zoo zwart was, als kool. In het derde deel van „de Kleine Johannes" vinden we een echt Van Eedensche beschou wing over de „zindelijkheid" van Bach en Mo zart, welke ook weinig aan duidelijkheid te wenschen overlaat. Wij zijn dan al weer eenige eeuwen verder, maar toch waren dat ook geen overzindelijke lieden, al zal men in hun tijd daar wel anders over gedacht hebben. Met Schiller echter is het een ander geval. In zijn tijd dacht men er niet anders over. Het was zijn tijd, die hem onzindelijk vond. En hoe onzindelijk moet iemand wel zijn ge weest, die in onzindelijke tijden onaindelijk werd geheeten?! Op de KarlschuJe haalde Schiller zich in alle geval menig verwijt van onzindelijkheid op den hals, maar wij twijfelen er niet aan, dat hij zich later hartstochtelijk tot water, zeep en borstel bekeerd heeft. We zullen het verder over het feit, als feit, niet hebben, doch ons veeleer bezinnen gaan op het feit, als sym bool. Zonder nu Schiller al dadelijk in het verhe ven gezelschap van de vuilste, maar ook hei ligste van alle bedelaars, van Benoit Labre, te willen brengen, overdrijven we toch niet, als we beweren, dat Schiller's geringe zorg voor het lichaam nog andere drijfveeren had, dan watervrees alleen. Schiller was een zeer gevoelige natuur en beschikte (of beter: leed) aan een uiterst le vendige fantasie. Dit gevoel en die fantasie brachten hem buiten zichzelf. En als Schiller buiten zichzelf was, wat konden hem dan zijn ongewasschen wangen schelen?! Een simpele verklaring van een moeilijke zaak. Benoit Labre was zoozeer zichzelf, dat hij Gods trouwste bedelaar wilde wezen. Schiller was zoozeer buiten zichzelf, dat hij zijn lichaam, als dat van een bedelaar, ver waarloosde. Het is duidelijk, dat we hier over den jon gen Schiller spreken, over den Sturm-und- Drangler, den jongeling, die boven zichr>;If uitvloog, zooals een vlinder uitvliegt boven zyr\, cocon. Ooggetuigen weten te verhalen, dat Schiller, als hy bezig was met dichten, den indruk maakte, aan een zeer wilde razernij ten prooi te zijn. Hij vond voor deze ongebondenheid geen „heilige banden" en het duurde lang, eer een sterke vriendenhand hem zacht maar zeker in zichzelf terug zou drijven. Het ligt in de rede en behoeft ons niet te verwonderen, dat zulk een dichter, die levend droomt en droomend leeft, die zichzelf ver deelt over de wereld in zichzelf en zichzelf in de wereld zocht, het ligt voor de hand, dat Schiller zich spiegelde in de spiegelgladde theo rieën van Immanuel Kant, den kamergeleerde, die leefde met de regelmaat van een klok en in deze tot een paar vierkante meter inge perkte wereld en in dit tot een saai lesrooster besnoeide leven zich de wereld en het leven niet anders kon voorstellen, dan als een tot optimisme stemmende symphonie van idealen. De kraakzindelijke kamergeleerde, die de we reld oprolt, als een landkaart, die het leven inbindt in kalfsleer om het ieder oogenblik te kunnen bestudeeren, de man, die zijn eigen verstand uit zijn hersenpan licht om het eens aandachtig te bezien, en Friedrich von Schiller, de slordige dichter, die iederen morgen met de spelden zijner idealen een nieuwe wereld tegen den wand zijner fantasie prikt, zijn twee varia ties van een eender lied, van het liedje van verlangen naar een geluk, dat ze niet vonden in zichzelf en niet vonden in de wereld. Kant had de heele wereld noodig om er zijn van geluk verlaten ziel mee te stoffeeren. Schil ler zond de hunkerende vogels van zijn onge stilde verlangens uit over de wereld zijner fan tasie. Schiller, de dweper, de zanger van heerlijk hunkerende, naar geluk en schoonheid hun kerende hymnen, die zichzelf vergat uit liefde tot „de menschheid" en die de werkelijkheid niet zag, verblind door het licht zijner idealen, vond in Kant's wetenschappelijke optimisme zijn streven tot systeem geworden. De dichter van „Don Carlos" en „die Rau- ber" heeft eens op het punt gestaan in het water te springen, dat hij, als middel tot rei niging versmaadde. In dit gebruik en misbruik van het water ligt de sleutel, welke ons den toegang tot zijn dichterlijk wezen ontsluit. De dwepende, buiten zichzelf zwevende, in een gedroomde ruimte zich verliezende, drifti ge geest van Schiller zweefde, men vergeve mij deze geenszins, als profanatie, doch slechts ter toelichting strekkende opmerking, bóven het waschwater en dreef hem bijna in het rivierwater. Hölderlin, Lenau en Nietzsche eindigden hun leven in waanzin. Kleist pleegde zelfmoord. Doch Schiller redde zich in de filosofie, welke eens smadelijk „das Hospital für verunglückte Poeten" werd genoemd. Heilzamer dan Kant's systematisch optimis me was hem echter de vriendschap van Goethe, den bedachtzamen levenskunstenaar, die Wer- ther zelfmoord liet plegen, maar zelf tot de conclusie kwam, dat het leven ook met een ge broken hart nog levenswaard genoeg blijft. De houding tusschen Schiller en zichzelf werd bijna een catastrofe. De verhouding tus schen Schiller en Goethe werd een in de we reld van de kunst zeldzame samenwerking van twee groote geesten. Het loont de moeite juist op dit punt van Schillers leven wat uitvoeriger terug te komen. VAN OLDENBURG ERMKE Het gemeentebestuur van Bombay geeft jaar lijks 900 pond sterling uit voor het vangen van losloopende honden. Dit geschiedt reeds sedert 1915 en toch zwerven er thans nog tienduizend honden in de stad én twintigduizend in de om geving. Jaarlijks worden ongeveer duizend ge vallen van hondenbeten behandeld. Elk jaar worden ongeveer tienduizend honden gedood, maar in sommige wijken maakt men geen jacht op de dieren, uit godsdienstige overwegingen. Het gemeentebestuur raamt thans op nieuwe middelen om aan deze plaag een eind te maken en men overweegt, om de honden op zijn minst te muilkorven, teneinde hen minder gevaarlijk te maken. Het proces tegen de beide prinsen Serge en David Mdivani op grond van beweerde malver saties bij de Pacific Shore Oil' Company, dat voor het Hooggerechtshof behandeld zou worden, is niet doorgegaan. Dq openbare aanklager deed namelijk bij het begin der zitting de onverwachte mededeeling, dat alle door de aandeelhouders ingestelde vor deringen waren, of spoedig zouden zijn voldaan. De advocaat der prinsen deelde mede, dat het geheele bedrag waarover de vorderingen lie pen, tot den laatsten cent gedeponeerd was bij een trustee, in afwachting van den uitslag van het proces. siiisss;;™;;,!. MS A;';'.v-vi-A 2 üiiiiiiililinin iHiiiimniMi'.:' i Als wij spreken van een masker, 1 Dan begrijpen wij wel dit: 1 Dat er achter de bedekking Altijd iets verborgen zit! i 't Masker dient dan ook gewoonlijk Voor den uiterlijken schijn, 1 Het verbergt zoo goed voor and're 1 Hoe de ware trekken zijn! Maar al zitten wij er achter, Zij 't in letterlijken zin, Er zit bovendien figuurlijk Ook nog wel iets anders in! Want niet slechts als 't carnaval Siert het masker ons gelaat, Ook voor andere genoegens Schijnt het maskeren probaat! In Turkije is het staatsplicht, 't Is de wet, die er naar streeft, Dat een ieder, groot en kleinen, Daar zijn eigen masker heeft! I Alle mannen, vrouwen, kind'ren i Moeten voor het gas-festijn, i Dat men schijnbaar daar wil houder i 1 In 't bezit van maskers zijn. Want zoodra een nieuwe oorlog Ons weer plotseling verrast, 1 Wordt ter eere der victorie Heel het menschdom weg-gegast! Eerst de sluier, nu het masker Want men zegt Turkije strijdt E I Om zich deeg'lijk aan te passen Bij den meer modernen tijd! Ja, wij praten wel van vrede, In Genève en waar al ?üet? Maar.... dit masker juist verbergt I hier E Wat men openlijkniet ziet! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) FiiyiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiE CALCUTTA, 10 Oct. (Reuter). In den staat Garhwal (Britsch-ïndië) oefenen twee lui paarden 'n ware terreur uit onder de bevolking. Nabij Karnprayag werden zes menschen door een der beesten gedood, terwijl het tweede exemplaar nabij Lansdowne zes kinderen en een vrouw doodde, terwijl nog verscheidene an dere kinderen werden verwond. De pogingen om de roofdieren te vangen zijn tot dusver zonder resultaat gebleven. Dezer dagen heeft de heer William White, een vermogend hoedenfabrikant, zich te Sout hampton ingescheept met het doel een reis om de wereld te maken uitsluitend te water. Hij heeft met eenige vrienden een weddenschap afgesloten, dat hij deze reis in veertig dagen volbrengen zal. De reisroute is de volgende. Van Southampton via de Middellandsche Zee, Suez- Kanaal naar den Indischen Oceaan en via den Stillen Oceaan en Panama-kanaal naar Europa terug. Het spreekt vanzelf, dat hij van tevoren de scheepsverbindingen ter dege onderzocht heeft. Zijn vrienden hebben insgelijks gedaan en men kwam tot de slotsom, dat de vlugste verbindingen toch nog 47 </2 dag voor deze wereldreis ver- eischten. Allen verkeeren in de grootste span ning, hoe de ondernemingslustige mr. White zijn weddenschap hoopt te winnen. Het spreekt vanzelf, dat vliegtuigen, zelfs watervliegtuigen, voor deze reis verboden zijn. Zijn tegenpartij heeft het volste vertrouwen in de fairheid van mr. White. De eenige contróle, die men op hem heeft, zijn de passagebiljetten en zijn paspoort, hetwelk hij in iedere havenstad laat afteeke- nen. En zij, die mr. White kennen, weten dat hij geen duimbreed van het waterpad zal af wijken. Ilk wil niet beweren, dat er geen volmaakte misdaden bestaan," zei detective O'Malone, terwijl hij den brand in zijn pijp stak en den kring van toehoorders rondkeek „maar evenmin als al mijn collega's, heb ik er ooit een meegemaakt. Daar heb je nou bijvoorbeeld het geval-Webster. Dat was een eenvoudige misdaad, die, om het zoo eens te zeggen, tot in de puntjes verzorgd was. Toch werd de moordenaar, Stephen Webster, in verrassend korten tijd gearresteerd Als het jullie interes seert, zal ik er wat meer van vertellen. Stephen Webster was een man van ongeveer vijf en dertig jaar, die op allerlei onwettige manieren een flink fortuin bijeengegaard had, zonder ook maar een enkele maal met de justi tie in aanraking te komen. Integendeel zelfs, hi] stond als eerlijk en solide bekend en was in de gegoede New-Yorksche kringen een graag- gezlene gast. Hij was ongehuwd en dreef zaken en had geheel en al met zijn duister verleden afgedaan. Totdat hij cp een kwaden dag een net-ge- typten brief ontving van een zekeren meneer Varnoff, een Rus, die dreigde zekere dingen uit Stephen's leven bekend te maken (en te be wijzen!) die hij liever nooit meer voor hei voetlicht wilde brengen. Varnoff eischte eer. behoorlijke som gelds voor zijn stilzwijgen. Webster schrok. Nooit had hij kunnen ver moeden dat er iemand achter zijn misdaden gekomen' kon zijn, maar toen hij nader ken nis maakte met den geslepen Rus, bleek dat deze er heel veel van af wist. Dagenlang pijnigde Webster zijn hersens af, om een middel te vinden om aan den afperser te- ontkomen. Hij begreep heel goed dat Var noff niet met één bedrag tevreden zou wezen. Daar was de Rus te handig en te sluw voor. Natuurlijk zou hij zijn slachtoffer uitpersen als een citroen, totdat er niet meer te halen viel. Ook stond het voor Webster als een paal boven water, dat Varnoff zijn bedreigingen ten uitvoer zou brengen, als hij geen geld kreeg. En de politie in de zaak mengen, was voor hem zelf te gevaarlijk. Hij verkeerde inderdaad in een onaangename positie. Korten tijd hield hij den afperser aan het lijntje, maar eindelijk begon dit den Rus te vervelen. Hij tikte opnieuw een brief, waarin hij Webster uitnoodigde bij hem te komen en te betalen. Het was de laatste waarschuwing. En Web ster begreep dit. Maar tevens had hii besloten de gelegenheid aan te grijpen en Varnoff uit den weg te ruimen. Met bijna duivelsche koel bloedigheid zétte hij zijn plan in elkaar en gelukkig trof het zóó, dat zijn huisknecht op den bewusten avond naar de bioscoop wilde gaan. Dat kwam prachtig gelegen. Voordat de bediende vertrok, kwam hij nog even op Stephen's kamer, waar hij zijn patroon in een boek. verdiept zag. „Ik kom u even vertellen dat alles klaar is, meneer," zei de man. „Heeft u nog iets noodig, voordat ik uit ga?" „Nee, Jones, dank je," antwoordde Webster. „Je kunt gerust gaan. Veel plezier". Zoodra de huisknecht verdwenen was begon Webster met de uitvoering van zijn plan. Hij trok een hoed diep in zijn oogen, deed hand schoenen aan en borg een knuppel onder zijn overjas. Toen liep hij, onopgemerkt, naar de woning van Varnoff. Hjj wist dat de Rus heel alleen woonde en v/el in een drukke straat. Natuurlijk zou het geen van die menschen opvallen, dat hi) hier oen bezoek ging brengen. Varnoff ontving hem in een soort werkkamer en dadelijk begon Webster tooneel te spelen. Varnoff mocht geen argwaan krijgen en daar om deed Stephen alsof hij vreeselijk in de rats zat en doodsbang was voor den Rus. Het is van weinig belang te weten wat er tij dens dit onderhoud gezegd werd. Genoeg zij, dat Varnoff in de val liep, waarna Webster hem onverhoeds neersloeg. De Rus was onmiddellijk dood. Geen gerucht was er gehoord. Stephen haalde diep adem en doorzocht toen de laden van Varnoff's schrijf bureau. waarin hij inderdaad yele documenten vond, die voor hem en andere menschen ge vaarlijk konden zijn. Hij stak ze bij zich, ruim de toen zorgvuldig elk spoor weg en ging naar huis. Opnieuw ging hij alles na, reinigde den knup- Met Harrison was ik intusschen beste vrien den geworden. Hij had mij om vergeving ge vraagd voor zijn gedrag en had er hevige spijt van. Het bleek dat het hem ernst was en ik sloeg dan ook gauw toe. Bij inspectie van de onderzeeboot bleek dat een van de motoren ducht.g moest worden na gekeken en voorloopig moesten we op het eiland verblijf houden. Harrison en ;k hadden vriendschap gesloten met een Russischen ja ger die naast het blokhuis woonde. Ook met zijn vrouw, Koewi Nak maakten wij kennis en al spoedig konden we best met el kander opschieten. Op zekeren dag werden wij door den jager uitgenoodigd om deel te nemen aan een jachtpartij. Op zekeren dag trokken we er op uit. Skoe- richin, zoo heette de jager, bleek echter een geweldige snoever, die zeker meer met zijn mond dan met zijn geweer wild had gedood. Op zeker oogenbhk zagen we een geweldigen walrus op het ijs liggen. Toen we het beest naderden, zet te de Rus het eensklaps op een loopen, Harrison volgde zijn voorbeeld. Ik keek eens om mij heen of er soms ijsberen in de buurt waren, maar niets was te bekennen. pel en borg hem weg. Zelfs veegde hij het stof van zijn schoenen en kleeren. De documenten verbrandde hij en toen voelde hij zich heele- maal veilig. Niemand wist dat hij in relatie stond met Varnoff. Nog minder dat hij hem vanavond bezocht had. Er was geeh enkele aanwijzing dat hij de dader was. Den volgenden dag zou het geval in de kranten staan, maar, zooals bij zooveel misdaden, nooit zou men den dader kunnen vinden. New-York was groot. Duizen den menschen konden Varnoff gedood hebben. Neen, de politie zou nooit vermoeden dat de solide zakenman, Stephen Webster.... Hij werd in zijn overpeinzingen opgeschrikt door knecht. Alvorens naar bed te gaan kwsm Jones de ",",m,"|||"f,,,|,|,>|,||,,>|,|,,|,,||||(|*||||||> gebruikelijke vraag doen: of meneer nog iets noodig had? Jones vond zijn meester terug zooals hij hem verlaten had. Neen, er was niets noodig. Wel te rusten, Jones! Nu voelde Webster zich veiliger dan ooit. Den volgenden morgen echter verschenen er twee rechercheurs, die den heer Stephen Web ster kwamen arresteeren op de beschuldiging van moord op den Rus Varnoff! O'Malone zveeg even en de toehoorders ke ken hem met spanning aan. Toen vervolgde hij „Ook deze misdaad was niet volmaakt. Het was namelijk zóó, dat Varnoff zeer kort gele den een nieuw lint op zijn schrijfmachine had gezet en toen een der rechercheurs op de ge dachte kwam te onderzoeken, kon hij woord voor woord den brief lezen, dien de Rus had geschreven aan Stephen Webster. Meer was er niet noodig." De Duce staat bekend als een zeer snel auto rijder. Toen hij dezer dagen met zijn auto van Riccione naar Rome reed ter bijwoning van een ministerraad, reed hij, daar hij zich eenigs zins verlaat had. nog iets sneller dan gewoon lijk. Hy gaf zyn motor vol gas en in de dor pen, die hy passeerde, sprongen de voetgan gers vol schrik opzy op het door het geheele land bekende geluid van de signaalhoorn. Tot zyn groote verbazing- vond Mussolini eenige dagen later op zijn bureautafel een bevel tot betaling van honderd lire boete wegens over treding van de maximumsnelheid. Een politie agent had het nummer van zijn auto geno teerd en plichtsgetrouw proces-verbaal opge maakt. Zoo kwam het dus, dat een ambtelyk schryven verzonden werd aan den heer Minis ter-president Benito Mussolini: U hebt op.... enz. enz. De honderd lire heeft Mussolini nog denzelf den dag gegireerd en tevens heeft hy persoon- iyk een brief gezonden aan den commissaris van politie, waarin hy hem verzocht zyn straf bare overtreding wegens dringende staatsaan- gelegenheden wel te willen verontschuldigen. Een geschenk, dat een Engelsch officier eens aan Napoleon gegeven heeft, wordt voor het eerst te Rome voor het publiek tentoongesteld. Het is een Chineesche lakdoos, ingelegd met paarlemoer en het werd Napoleon aangeboden door Mountstuart Elphinstone, een bekend Britsch-Indisch administrateur, uit dank voor het redden van het leven van zjjn broer, kapi tein Elphinstone. Vlak voor den slag by Water loo werd de kapitein n.l. zwaar gewond gevan gen genomen. Hoewel Napoleon zeer druk bezig was om zyn krygsplan uit te werken informeer de hij toch met belangstelling naar de gezond heid van den kapitein en zond zyn besten Chi rurg om hem te helpen. Hierdoor redde hy diens leven. Twee jaren later, toen Napoleon naar St. Helena verbannen werd, zond Mountstuart El phinstone hem een Chineesche doos, die hy uit Indië meegebracht had. De keizer was zeer verheugd met het geschenk en bracht vele uren door met de spelen, welke de doos bevatte. Het kostbare geschenk staat nu tentoonge steld in het Napoleon Museum in het „Palazzo Primoli", dat opgedragen is aan den zoon van Napoleon „den Koning van Rome". De krijgsraad te Moskou neeft drie employé's van een metaalfabriek, beschuldigd van spton- nage en contra-revolutionnaire actie, ter dood veroordeeld. Gandhi verklaarde dat hy voornemens is rich na de a.s. zitting van het Congres hieruit te-rug te trekken, aangezien de leden van het Congres zich tegen zyn voorstellen verzetten. A o /vA/inn/>'a °P dit Wad zijn ingevolge de verzekeringsvi /life UUUfllif. S ongevallen verzekerd voor een der volge: oorwaarden enae ultkeerlngen tegen f Qflfifi by levenslange geheele ongeschiktheid 13t werkendoor /-7C/) bU ecn ongeval met f Of/1 bij verlies van een hand IOC cij verlies van een f £73 by een breuk van by verlies van 'n lngen f verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen UU,m doodelijken afloop# £dOU»m een voet of een oog# x £iOm~ duim of wijsvinger *#l/»-been of arm# Tri/»— anderen vinger 15 Al myn losse aanteekeningen die kost bare aanteekeningen, waaraan ik anderhalf jaar was bezig geweest waren opgeborgen in myn safe in Victoria 8treet. Ik had er my niet verder om bekommerd, want voor iemand, die ter dood veroordeeld is nemen andere din gen een zekere mate van onbelangrykheid aan. Overigens wist ik, dat ofschoon ik George van het bestaan er van verteld had me mand anders dan ikzelf ze weer in handen zou kunnen krijgen, daar ze achter een let terslot waren weggesloten. Thans zouden ze me echter van groot nut geweest zyn. Hoe helder de hoofdzaken mij ook voor den geest stonden, begreep ik, dat ik heel wat vroeger werk opnieuw te doen zou hebben, eer ik de geheele lyst van wat ik noo dig had voor McMurtrie zou kunnen samen stellen. Dien middag en den geheelen volgenden dag was ik er mee bezig. Er was weinig, dat my stoorde, want behalve Sonja, die my myn maaltijden bracht en de oude. doofstomme huishoudster, die tegen den middag de kaïher kwam doen, zag of sprak ik niemand. 's Avonds nam ik een uur vrij om de Daily Mail te lezen. Er stonden twee en een halve kolom over my in; het eerste gedeelte bestond uit een grootsche, maar eenigszins onnauw keurige beschrijving van mijn diefstal van de fiets en de rest bevatte nog enkele byzonder- heden over mijn misdaad en myn ontsnap ping. De titel luidde: NOG OP VRIJE VOETEN NEIL LYNDON'S DRANG NAAR VRIJHEID Met een gevoel van genoegen zette ik mij tot lezen. Het begon: „Neil Lyndon, van wiens brutale ontsnap ping uit Princetown wy een uitvoerig verslag gaven in ons nummer van gisteravond, heeft tot dusver met succes de gevangenisbewaar ders van het spoor gebracht. Niet alleen' is hy nog in vryheid, maar daar hy zich boven dien een fiets en een stel andere kleeren heeft weten te verschaffen door een verbysterend brutale inbraak, is het zelfs mogeiyk, dat hy er in geslaagd is, zich geheel uit de onmiddel- lyke omgeving te verwyderen." Deze eerste paragraaf werd gevolgd door een volledige en levendige beschrijving van myn inbraak in de garage. Daarna ging het verslag over tot myn dramatisch verschynen op de fiets zooals die door assistent Marshfield was waargenomen. Volgens dezen heer was ik hem in verschrikkelijke vaart voorby gesneld, ter wijl ik hem een hand vol grind in het gezicht had geworpen, waardoor hy tydehjk blind was. Met verwonderiyke handigheid en tegen woordigheid van geest had hy zich echter tydig hersteld om myn achterwiel te doorboren, een staaltje van schutterskunst, dat door de Daily Mail „onder deze omstandigheden zeer ver- dlenstelyk" genoemd werd. Vanaf dit oogenblik scheen ieder spoor van mij verloren. Zoowel ikzelf als de fiets waren volkomen in de ruimte verdwenen als Elias en zyn vurige wagen en niemand bleek in staat te zijn, een alles verklarende oplossing te vinden. Lyndon, zoo schreef het blad, was er mis schien in geslaagd met de gestolen fiets Ply mouth te bereiken en zich daar voedsel en on derdak te verschaffen, waaraan hy -oen stel lig groote behoefte gehad moet hebben. Aan den anderen kant is het mogeiyk, dat hy, uit gehongerd en koud en waarschynlyk gewond, ergens in een afgelegen bosch verborgen ligt, grimmig besloten, liever om te komen dan zich aan de gevangenismenschen over te geven." „Mogeiyk" was dit inderdaad, meer kan ik van deze gissing naar de waarheid onmoge- ïyk zeggen. Wat my echter in de geheele krant het meest beviel, was het interview met George, in de derde ko'.om. Het was heel kort, een paragraaf van een regel of zes, getiteld: „De heer Marwood en de ontsnapping", maar hoe kort het ook was, ik genoot er inderdaad van. Het luidde: „In zyn woning aan de Chelsea Embank ment door onzen speclalen verslaggever ge ïnterviewd, bleek mijnheer Marwood vol tegen zin, eenige meening over de ontvluchting uit te spreken. Het heele geval, zei hy, stuit my natuuriyk tegen de borst. Ik hoop slechts dat de ongelukkige gevangen genomen zal zyn, eer hy door ellende gedwongen wordt zich te vertoonen of voor hy gelegenheid vindt, opnieuw diefstal of geweld te plegen. Wat deze hoop betreft, ik twyfelde er niet aan, of George sprak hier van ganscher harte de waarheid. Zoolang ik in vryheid was, zou hy dag en nacht door een neft'.gen en pyniyken angst worden verteerd. Ongetwy- feld werd hij gekweld door de gedachte, dat ik hoofdzakelyk losgebroken was met het doel, onze oude relatie te hernieuwen en de gedachte, dat ik misschien in dit doel zou slagen, moet hem ten zeerste gehinderd heb ben. Het maakte my vroslyk, te bedenken, dat hy, wat er later ook mocht gebeuren, nog tenminste drie weken in dezen knagenden angst zou worden gelaten. Daarna zou ik misschien in staat zyn, hem er van te bevry- den. Er waren anderen, die de Mail mei even groote belangstelling (hoewel van andere soort!) zouden lezen. Ik trachtte my voor te stellen, weilke uitwerking het nieuws van myn ontvluchting op Joyce zou hebben ge had. Ondanks mijn cynische u'ting van dien ochtend, wist ik heel goed, dat er geen trou wer en eeriyker meisjeshart bestond en dat de onzekerheid over myn lot haar op dit oogenblik byna wanhopig maken zou. En dan Tommy Morrison! Deze zou echter zoo beangst niet zyn als Joyce. Ik kon mij hem voorstellen, zooals hy zich op zyn knieën zou slaan en lachen zou met zyn vollen, gul len lach, wanneer hy las over myn diefstal van de fiets en myn woesten ren van den heuvel langs den bewaker. Hy had altijd zoo'n vertrouwen in mij, die Tommyen ik was er zeker van, dat slechts het bericht van myn gevangenneming zyn geloof in de mogelykheid, om dezen toestand te overleven, zou schokken. Het was een aangenaam gevoel, te weten dat wat ook de rest van de wereld denken mocht deze beiden tenminste myn ont vluchting zouden volgen met de hartstochte- lyke hoop, dat ik het volhouden zou. Juist om zes uur in den avond van den volgenden dag keerde Savaroff terug Ik hoorde den auto tot voor het huis rijden en een ge luid van voetstappen volgde; toen werd de aeur toegeworpen. Een stilte van ongeveer 20 minuten volgde, waarin myn gastheeren waar schynlyk overlegden in een der benedenka mers. Ten slotte hoorde ik iemand naar boven komen en een oogenblik later stond McMurtrie in de deuropening. „Ik vrees dat ik u stoor in uw werk, zei hy. ,,In het geheel niet," antwoordde ik opge wekt; „ik ben juist klaar." Na welke woor den ik de vruchten van twee dagen werk be gon te verzamelen en te rangschikken. Hy sloot de deur en kwam naar mij toe. „Bedoelt u, dat u een volledige lyst klaar hebt van alles wat u noodig hebt?" vroeg hy, een van de papieren opnemend. „Alles in orde, behalve de teekening van de loods. Maar die kan ik in een uur maken." „Uitstekend!" riep hy uit. ,.Ik zie wel, dat er niet veel tijd verloren zal gaan, wanneer wy eenmaal kunnen beginnen." Hy legde het papier neer. „Morgen denk ik de eerste kleine operatie te beproeven," ging hy voort Savaroff heeft alles meegebracht, wat ik noodig heb en ik denk, dat alles in enkele dagen zal afgeloopen zyn." „Met welk deel gaat u beginnen?" vroeg ik met zekere belangstelling. „Ik zal eerst maar den vorm van uw neus veranderen. Het is werkelijk een pyn- looze operatie.... een enkele injectie met heete paraffinewas onder de huid. Daarna zult u enkele uren volkomen rust moeten houden, opdat de was in de vereischte vorm kan hard worden." „En de behandeling met X-stralen?" Hij haalde zyn schouders op. „Ook dat is hoogst eenvoudig. Het komt er slechts op aan, alles af te sluiten, behalve de plaats, die wy willen blootstellen. Men gebruikt daarvoor een speciaal geprepareerd soort lood. Er is in het geheel geen gevaar by." Ik dacht eerst, dat hy opzetteiyk beide operaties verkleinde. Maar het bleek, dat hy niets dan de waarheid had gezegd. Den vol genden morgen om tien uur kwam hy myn kamer binnen, gevolgd door Sonja, die hem helpen zou en die een Primus-toestel en een klein zwart étui droeg. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 10