Schiller en zijn omgeving
<Ket mfiaal van Jen
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
NEIL
LYNDON
ONTSNAPT
ZIJN SAMENWERKING
MET GOETHE
HET MASKER
JA ZEKER.:.. U OOK
DINSDAG 16 OCTOBER 1934
Schiller maakte, als hij bezig was
te dichten, den indruk aan een
zeer wilde razernij ten
prooi te zijn
Een zeer gevoelige
natuur
Friedrich v. Schiller
Losloopende honden in
Bombay
De prinsen Mdivani
voor het gerecht
liillllllgl!
iüaüü
1 lil
Nu komt er rustl Nu zijn over
bodige geluidssignalen verboden
(f75.— boete 1). 't Werd tijd: ze
toeterden er maar op los j Wie7
Luipaarden-ter reur
De gevolgen van een
weddenschap
van den'akhuis- De kleine fout
Mussolini en maximum
snelheid
Geschenk aan Napoleon
Korte berichten
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
DOOR
VICTOR
BRIDGES
Een beschouwing over een mensch en zich
zelf zou in ieder ander, dan juist dit ge
val, lichtelijk dwaas mogen heeten en ge
tuigen van een voos en armzalig verlangen om
origineel te zijn. Iemand is zichzelf of hij is
zichzelf niet en in het laatste geval doet men
beter met over hem te zwijgen.
„Wees Uzelf," zei 'k tot iemand,
maar hij kon nist. Hij was niemand,"
leekedichterde reeds de goede De Genestet.
Doch met „Schiller en zichzelf" is het een
ander, is het een bijzonder geval. En om dit
geval duidelijk te maken behoeven we ons nog
niet eens tot de fantastische gruwelen van een
Robert Stevenson te wenden, die in zijn „Mr.
Jekyll and dr. Hyde" de theorie der persoons
verdubbeling in een treffend en goedgeschreven
gruwelverhaal ontwikkelt.
Er is aan Schiller niets gruwelijks. Hij was
alleen maar een man, een dichter, een jonge
dichter, die zichzelf zoo weinig zocht, dat hij
zichzelf verier.
En de zaken ziende in dit licht, kunnen we
over Schiller en zichzelf spreken zonder aan
al te groote aanstellerij schuldig te staan.
Er is in het leven van den befaamden, Duit-
schen tocneel- en ballade-dichter een feit, dat
om zijn eenigszins onsmakelijken aard en
schijnbaar onbeduidend karakter niet zoo fel
belicht werd, als het wel verdiende.
Kleinigheden zijn vaak de sporen op den
weg naar een groote ontdekking, gelijk ons
trouwens iedere detective-story overtuigend
leert. -
Wij zouden ook dat kleine feitje wel verzwe
gen hebben, als het maar niet zoo keurig in
dit. ons kraampje te pas kwam. Ja, zoo onbe
duidend is dit feitje, dat het best een leugentje
en dan nog wel een heel onschadelijk leugentje
kon zijn. Maar als leugentje zou het dan toch
deze, voor leugentjes toch wel heel bijzondere,
verdienste hebben, dat het den weg baant naar
de waarheid.
Misschien denkt u, dat we nu zullen gaan
vertellen, dat Schiller een pruik droeg, maar
wie droeg er in Schiller's tijd nu géén pruik?
Wellicht hunkeren er onder hen, die zich in
eens anders val snoodelijk verblijden, naar de
mededeeling, dat Friedrich von Schiller het
bier als water en de jenever als bier dronk.
Doch als dit waar was, maar het is niet
waar, zou dit geen klein, maar een groot,
feit zijn. Een man, die drinkt, die teveel drinkt,
is alleen op het tooneel en in de bioscoop een
komische figuur. In het werkelijke leven staat
hij binnen een tragischer omlijsting.
Neen, er was met Schiller iets anders gaan
de, iets, dat in dien tijd zonder badhuizen, niet
ontploffende geysers en vaste waschtafels nu
niet zoo heel onvergeeflijk behoeft te heeten.
Schiller was, om het maar dadelijk en met
ronde woorden te zeggen, nogal onzindelijk.
Het begrip zindelijk nu is in den loop der
tijden langzaam maar zeker sterk gewijzigd.
Een middeleeuwsche jonkvrouw zong in een
liedje haar geliefden ridder toe en prees het,
als een zijner meest bekoorlijkste eigenschap
pen, dat hij zoo zwart was, als kool.
In het derde deel van „de Kleine Johannes"
vinden we een echt Van Eedensche beschou
wing over de „zindelijkheid" van Bach en Mo
zart, welke ook weinig aan duidelijkheid te
wenschen overlaat. Wij zijn dan al weer eenige
eeuwen verder, maar toch waren dat ook geen
overzindelijke lieden, al zal men in hun tijd
daar wel anders over gedacht hebben.
Met Schiller echter is het een ander geval.
In zijn tijd dacht men er niet anders over.
Het was zijn tijd, die hem onzindelijk vond.
En hoe onzindelijk moet iemand wel zijn ge
weest, die in onzindelijke tijden onaindelijk
werd geheeten?!
Op de KarlschuJe haalde Schiller zich in alle
geval menig verwijt van onzindelijkheid op den
hals, maar wij twijfelen er niet aan, dat hij
zich later hartstochtelijk tot water, zeep en
borstel bekeerd heeft. We zullen het verder
over het feit, als feit, niet hebben, doch ons
veeleer bezinnen gaan op het feit, als sym
bool.
Zonder nu Schiller al dadelijk in het verhe
ven gezelschap van de vuilste, maar ook hei
ligste van alle bedelaars, van Benoit Labre, te
willen brengen, overdrijven we toch niet, als
we beweren, dat Schiller's geringe zorg voor
het lichaam nog andere drijfveeren had, dan
watervrees alleen.
Schiller was een zeer gevoelige natuur en
beschikte (of beter: leed) aan een uiterst le
vendige fantasie. Dit gevoel en die fantasie
brachten hem buiten zichzelf. En als Schiller
buiten zichzelf was, wat konden hem dan zijn
ongewasschen wangen schelen?!
Een simpele verklaring van een moeilijke
zaak.
Benoit Labre was zoozeer zichzelf, dat hij
Gods trouwste bedelaar wilde wezen.
Schiller was zoozeer buiten zichzelf, dat hij
zijn lichaam, als dat van een bedelaar, ver
waarloosde.
Het is duidelijk, dat we hier over den jon
gen Schiller spreken, over den Sturm-und-
Drangler, den jongeling, die boven zichr>;If
uitvloog, zooals een vlinder uitvliegt boven zyr\,
cocon.
Ooggetuigen weten te verhalen, dat Schiller,
als hy bezig was met dichten, den indruk
maakte, aan een zeer wilde razernij ten prooi
te zijn. Hij vond voor deze ongebondenheid
geen „heilige banden" en het duurde lang, eer
een sterke vriendenhand hem zacht maar zeker
in zichzelf terug zou drijven.
Het ligt in de rede en behoeft ons niet te
verwonderen, dat zulk een dichter, die levend
droomt en droomend leeft, die zichzelf ver
deelt over de wereld in zichzelf en zichzelf in
de wereld zocht, het ligt voor de hand, dat
Schiller zich spiegelde in de spiegelgladde theo
rieën van Immanuel Kant, den kamergeleerde,
die leefde met de regelmaat van een klok en
in deze tot een paar vierkante meter inge
perkte wereld en in dit tot een saai lesrooster
besnoeide leven zich de wereld en het leven
niet anders kon voorstellen, dan als een tot
optimisme stemmende symphonie van idealen.
De kraakzindelijke kamergeleerde, die de we
reld oprolt, als een landkaart, die het leven
inbindt in kalfsleer om het ieder oogenblik te
kunnen bestudeeren, de man, die zijn eigen
verstand uit zijn hersenpan licht om het eens
aandachtig te bezien, en Friedrich von Schiller,
de slordige dichter, die iederen morgen met de
spelden zijner idealen een nieuwe wereld tegen
den wand zijner fantasie prikt, zijn twee varia
ties van een eender lied, van het liedje van
verlangen naar een geluk, dat ze niet vonden
in zichzelf en niet vonden in de wereld.
Kant had de heele wereld noodig om er zijn
van geluk verlaten ziel mee te stoffeeren. Schil
ler zond de hunkerende vogels van zijn onge
stilde verlangens uit over de wereld zijner fan
tasie.
Schiller, de dweper, de zanger van heerlijk
hunkerende, naar geluk en schoonheid hun
kerende hymnen, die zichzelf vergat uit liefde
tot „de menschheid" en die de werkelijkheid
niet zag, verblind door het licht zijner idealen,
vond in Kant's wetenschappelijke optimisme
zijn streven tot systeem geworden.
De dichter van „Don Carlos" en „die Rau-
ber" heeft eens op het punt gestaan in het
water te springen, dat hij, als middel tot rei
niging versmaadde. In dit gebruik en misbruik
van het water ligt de sleutel, welke ons den
toegang tot zijn dichterlijk wezen ontsluit.
De dwepende, buiten zichzelf zwevende, in
een gedroomde ruimte zich verliezende, drifti
ge geest van Schiller zweefde, men vergeve
mij deze geenszins, als profanatie, doch slechts
ter toelichting strekkende opmerking, bóven
het waschwater en dreef hem bijna in het
rivierwater.
Hölderlin, Lenau en Nietzsche eindigden hun
leven in waanzin. Kleist pleegde zelfmoord.
Doch Schiller redde zich in de filosofie, welke
eens smadelijk „das Hospital für verunglückte
Poeten" werd genoemd.
Heilzamer dan Kant's systematisch optimis
me was hem echter de vriendschap van Goethe,
den bedachtzamen levenskunstenaar, die Wer-
ther zelfmoord liet plegen, maar zelf tot de
conclusie kwam, dat het leven ook met een ge
broken hart nog levenswaard genoeg blijft.
De houding tusschen Schiller en zichzelf
werd bijna een catastrofe. De verhouding tus
schen Schiller en Goethe werd een in de we
reld van de kunst zeldzame samenwerking van
twee groote geesten. Het loont de moeite juist
op dit punt van Schillers leven wat uitvoeriger
terug te komen.
VAN OLDENBURG ERMKE
Het gemeentebestuur van Bombay geeft jaar
lijks 900 pond sterling uit voor het vangen van
losloopende honden. Dit geschiedt reeds sedert
1915 en toch zwerven er thans nog tienduizend
honden in de stad én twintigduizend in de om
geving. Jaarlijks worden ongeveer duizend ge
vallen van hondenbeten behandeld. Elk jaar
worden ongeveer tienduizend honden gedood,
maar in sommige wijken maakt men geen jacht
op de dieren, uit godsdienstige overwegingen.
Het gemeentebestuur raamt thans op nieuwe
middelen om aan deze plaag een eind te maken
en men overweegt, om de honden op zijn minst
te muilkorven, teneinde hen minder gevaarlijk te
maken.
Het proces tegen de beide prinsen Serge en
David Mdivani op grond van beweerde malver
saties bij de Pacific Shore Oil' Company, dat
voor het Hooggerechtshof behandeld zou worden,
is niet doorgegaan.
Dq openbare aanklager deed namelijk bij het
begin der zitting de onverwachte mededeeling,
dat alle door de aandeelhouders ingestelde vor
deringen waren, of spoedig zouden zijn voldaan.
De advocaat der prinsen deelde mede, dat het
geheele bedrag waarover de vorderingen lie
pen, tot den laatsten cent gedeponeerd was bij
een trustee, in afwachting van den uitslag van
het proces.
siiisss;;™;;,!.
MS
A;';'.v-vi-A 2
üiiiiiiililinin
iHiiiimniMi'.:'
i Als wij spreken van een masker,
1 Dan begrijpen wij wel dit:
1 Dat er achter de bedekking
Altijd iets verborgen zit! i
't Masker dient dan ook gewoonlijk
Voor den uiterlijken schijn,
1 Het verbergt zoo goed voor and're
1 Hoe de ware trekken zijn!
Maar al zitten wij er achter,
Zij 't in letterlijken zin,
Er zit bovendien figuurlijk
Ook nog wel iets anders in!
Want niet slechts als 't carnaval
Siert het masker ons gelaat,
Ook voor andere genoegens
Schijnt het maskeren probaat!
In Turkije is het staatsplicht,
't Is de wet, die er naar streeft,
Dat een ieder, groot en kleinen,
Daar zijn eigen masker heeft! I
Alle mannen, vrouwen, kind'ren i
Moeten voor het gas-festijn,
i Dat men schijnbaar daar wil houder i
1 In 't bezit van maskers zijn.
Want zoodra een nieuwe oorlog
Ons weer plotseling verrast,
1 Wordt ter eere der victorie
Heel het menschdom weg-gegast!
Eerst de sluier, nu het masker
Want men zegt Turkije strijdt E
I Om zich deeg'lijk aan te passen
Bij den meer modernen tijd!
Ja, wij praten wel van vrede,
In Genève en waar al ?üet?
Maar.... dit masker juist verbergt
I hier E
Wat men openlijkniet ziet!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
FiiyiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiE
CALCUTTA, 10 Oct. (Reuter). In den staat
Garhwal (Britsch-ïndië) oefenen twee lui
paarden 'n ware terreur uit onder de bevolking.
Nabij Karnprayag werden zes menschen door
een der beesten gedood, terwijl het tweede
exemplaar nabij Lansdowne zes kinderen en
een vrouw doodde, terwijl nog verscheidene an
dere kinderen werden verwond.
De pogingen om de roofdieren te vangen zijn
tot dusver zonder resultaat gebleven.
Dezer dagen heeft de heer William White,
een vermogend hoedenfabrikant, zich te Sout
hampton ingescheept met het doel een reis om
de wereld te maken uitsluitend te water. Hij
heeft met eenige vrienden een weddenschap
afgesloten, dat hij deze reis in veertig dagen
volbrengen zal. De reisroute is de volgende. Van
Southampton via de Middellandsche Zee, Suez-
Kanaal naar den Indischen Oceaan en via den
Stillen Oceaan en Panama-kanaal naar Europa
terug.
Het spreekt vanzelf, dat hij van tevoren de
scheepsverbindingen ter dege onderzocht heeft.
Zijn vrienden hebben insgelijks gedaan en men
kwam tot de slotsom, dat de vlugste verbindingen
toch nog 47 </2 dag voor deze wereldreis ver-
eischten. Allen verkeeren in de grootste span
ning, hoe de ondernemingslustige mr. White
zijn weddenschap hoopt te winnen. Het spreekt
vanzelf, dat vliegtuigen, zelfs watervliegtuigen,
voor deze reis verboden zijn. Zijn tegenpartij
heeft het volste vertrouwen in de fairheid van
mr. White. De eenige contróle, die men op hem
heeft, zijn de passagebiljetten en zijn paspoort,
hetwelk hij in iedere havenstad laat afteeke-
nen. En zij, die mr. White kennen, weten dat
hij geen duimbreed van het waterpad zal af
wijken.
Ilk wil niet beweren, dat er geen volmaakte
misdaden bestaan," zei detective O'Malone,
terwijl hij den brand in zijn pijp stak en
den kring van toehoorders rondkeek „maar
evenmin als al mijn collega's, heb ik er ooit
een meegemaakt. Daar heb je nou bijvoorbeeld
het geval-Webster. Dat was een eenvoudige
misdaad, die, om het zoo eens te zeggen, tot
in de puntjes verzorgd was. Toch werd de
moordenaar, Stephen Webster, in verrassend
korten tijd gearresteerd Als het jullie interes
seert, zal ik er wat meer van vertellen.
Stephen Webster was een man van ongeveer
vijf en dertig jaar, die op allerlei onwettige
manieren een flink fortuin bijeengegaard had,
zonder ook maar een enkele maal met de justi
tie in aanraking te komen. Integendeel zelfs,
hi] stond als eerlijk en solide bekend en was
in de gegoede New-Yorksche kringen een graag-
gezlene gast. Hij was ongehuwd en dreef zaken
en had geheel en al met zijn duister verleden
afgedaan.
Totdat hij cp een kwaden dag een net-ge-
typten brief ontving van een zekeren meneer
Varnoff, een Rus, die dreigde zekere dingen uit
Stephen's leven bekend te maken (en te be
wijzen!) die hij liever nooit meer voor hei
voetlicht wilde brengen. Varnoff eischte eer.
behoorlijke som gelds voor zijn stilzwijgen.
Webster schrok. Nooit had hij kunnen ver
moeden dat er iemand achter zijn misdaden
gekomen' kon zijn, maar toen hij nader ken
nis maakte met den geslepen Rus, bleek dat
deze er heel veel van af wist.
Dagenlang pijnigde Webster zijn hersens af,
om een middel te vinden om aan den afperser
te- ontkomen. Hij begreep heel goed dat Var
noff niet met één bedrag tevreden zou wezen.
Daar was de Rus te handig en te sluw voor.
Natuurlijk zou hij zijn slachtoffer uitpersen
als een citroen, totdat er niet meer te halen
viel. Ook stond het voor Webster als een paal
boven water, dat Varnoff zijn bedreigingen ten
uitvoer zou brengen, als hij geen geld kreeg.
En de politie in de zaak mengen, was voor hem
zelf te gevaarlijk.
Hij verkeerde inderdaad in een onaangename
positie. Korten tijd hield hij den afperser aan
het lijntje, maar eindelijk begon dit den Rus
te vervelen. Hij tikte opnieuw een brief, waarin
hij Webster uitnoodigde bij hem te komen en
te betalen.
Het was de laatste waarschuwing. En Web
ster begreep dit. Maar tevens had hii besloten
de gelegenheid aan te grijpen en Varnoff uit
den weg te ruimen. Met bijna duivelsche koel
bloedigheid zétte hij zijn plan in elkaar en
gelukkig trof het zóó, dat zijn huisknecht op
den bewusten avond naar de bioscoop wilde
gaan. Dat kwam prachtig gelegen.
Voordat de bediende vertrok, kwam hij nog
even op Stephen's kamer, waar hij zijn patroon
in een boek. verdiept zag.
„Ik kom u even vertellen dat alles klaar is,
meneer," zei de man. „Heeft u nog iets noodig,
voordat ik uit ga?"
„Nee, Jones, dank je," antwoordde Webster.
„Je kunt gerust gaan. Veel plezier".
Zoodra de huisknecht verdwenen was begon
Webster met de uitvoering van zijn plan. Hij
trok een hoed diep in zijn oogen, deed hand
schoenen aan en borg een knuppel onder zijn
overjas. Toen liep hij, onopgemerkt, naar de
woning van Varnoff.
Hjj wist dat de Rus heel alleen woonde en
v/el in een drukke straat. Natuurlijk zou het
geen van die menschen opvallen, dat hi) hier
oen bezoek ging brengen. Varnoff ontving hem
in een soort werkkamer en dadelijk begon
Webster tooneel te spelen.
Varnoff mocht geen argwaan krijgen en daar
om deed Stephen alsof hij vreeselijk in de rats
zat en doodsbang was voor den Rus.
Het is van weinig belang te weten wat er tij
dens dit onderhoud gezegd werd. Genoeg zij,
dat Varnoff in de val liep, waarna Webster
hem onverhoeds neersloeg.
De Rus was onmiddellijk dood. Geen gerucht
was er gehoord. Stephen haalde diep adem en
doorzocht toen de laden van Varnoff's schrijf
bureau. waarin hij inderdaad yele documenten
vond, die voor hem en andere menschen ge
vaarlijk konden zijn. Hij stak ze bij zich, ruim
de toen zorgvuldig elk spoor weg en ging naar
huis.
Opnieuw ging hij alles na, reinigde den knup-
Met Harrison was ik intusschen beste vrien
den geworden. Hij had mij om vergeving ge
vraagd voor zijn gedrag en had er hevige spijt
van. Het bleek dat het hem ernst was en ik
sloeg dan ook gauw toe.
Bij inspectie van de onderzeeboot bleek dat
een van de motoren ducht.g moest worden na
gekeken en voorloopig moesten we op het
eiland verblijf houden. Harrison en ;k hadden
vriendschap gesloten met een Russischen ja
ger die naast het blokhuis woonde.
Ook met zijn vrouw, Koewi Nak maakten wij
kennis en al spoedig konden we best met el
kander opschieten. Op zekeren dag werden wij
door den jager uitgenoodigd om deel te nemen
aan een jachtpartij.
Op zekeren dag trokken we er op uit. Skoe-
richin, zoo heette de jager, bleek echter een
geweldige snoever, die zeker meer met zijn mond
dan met zijn geweer wild had gedood. Op zeker
oogenbhk zagen we een geweldigen walrus op
het ijs liggen. Toen we het beest naderden, zet
te de Rus het eensklaps op een loopen, Harrison
volgde zijn voorbeeld. Ik keek eens om mij heen
of er soms ijsberen in de buurt waren, maar
niets was te bekennen.
pel en borg hem weg. Zelfs veegde hij het stof
van zijn schoenen en kleeren. De documenten
verbrandde hij en toen voelde hij zich heele-
maal veilig.
Niemand wist dat hij in relatie stond met
Varnoff. Nog minder dat hij hem vanavond
bezocht had. Er was geeh enkele aanwijzing
dat hij de dader was. Den volgenden dag zou
het geval in de kranten staan, maar, zooals bij
zooveel misdaden, nooit zou men den dader
kunnen vinden. New-York was groot. Duizen
den menschen konden Varnoff gedood hebben.
Neen, de politie zou nooit vermoeden dat de
solide zakenman, Stephen Webster....
Hij werd in zijn
overpeinzingen
opgeschrikt door
knecht. Alvorens
naar bed te gaan
kwsm Jones de ",",m,"|||"f,,,|,|,>|,||,,>|,|,,|,,||||(|*||||||>
gebruikelijke vraag doen: of meneer nog iets
noodig had?
Jones vond zijn meester terug zooals hij hem
verlaten had. Neen, er was niets noodig. Wel
te rusten, Jones!
Nu voelde Webster zich veiliger dan ooit.
Den volgenden morgen echter verschenen er
twee rechercheurs, die den heer Stephen Web
ster kwamen arresteeren op de beschuldiging
van moord op den Rus Varnoff!
O'Malone zveeg even en de toehoorders ke
ken hem met spanning aan. Toen vervolgde hij
„Ook deze misdaad was niet volmaakt. Het
was namelijk zóó, dat Varnoff zeer kort gele
den een nieuw lint op zijn schrijfmachine had
gezet en toen een der rechercheurs op de ge
dachte kwam te onderzoeken, kon hij woord
voor woord den brief lezen, dien de Rus had
geschreven aan Stephen Webster. Meer was er
niet noodig."
De Duce staat bekend als een zeer snel auto
rijder. Toen hij dezer dagen met zijn auto van
Riccione naar Rome reed ter bijwoning van
een ministerraad, reed hij, daar hij zich eenigs
zins verlaat had. nog iets sneller dan gewoon
lijk. Hy gaf zyn motor vol gas en in de dor
pen, die hy passeerde, sprongen de voetgan
gers vol schrik opzy op het door het geheele
land bekende geluid van de signaalhoorn. Tot
zyn groote verbazing- vond Mussolini eenige
dagen later op zijn bureautafel een bevel tot
betaling van honderd lire boete wegens over
treding van de maximumsnelheid. Een politie
agent had het nummer van zijn auto geno
teerd en plichtsgetrouw proces-verbaal opge
maakt. Zoo kwam het dus, dat een ambtelyk
schryven verzonden werd aan den heer Minis
ter-president Benito Mussolini: U hebt op....
enz. enz.
De honderd lire heeft Mussolini nog denzelf
den dag gegireerd en tevens heeft hy persoon-
iyk een brief gezonden aan den commissaris
van politie, waarin hy hem verzocht zyn straf
bare overtreding wegens dringende staatsaan-
gelegenheden wel te willen verontschuldigen.
Een geschenk, dat een Engelsch officier eens
aan Napoleon gegeven heeft, wordt voor het
eerst te Rome voor het publiek tentoongesteld.
Het is een Chineesche lakdoos, ingelegd met
paarlemoer en het werd Napoleon aangeboden
door Mountstuart Elphinstone, een bekend
Britsch-Indisch administrateur, uit dank voor
het redden van het leven van zjjn broer, kapi
tein Elphinstone. Vlak voor den slag by Water
loo werd de kapitein n.l. zwaar gewond gevan
gen genomen. Hoewel Napoleon zeer druk bezig
was om zyn krygsplan uit te werken informeer
de hij toch met belangstelling naar de gezond
heid van den kapitein en zond zyn besten Chi
rurg om hem te helpen. Hierdoor redde hy diens
leven. Twee jaren later, toen Napoleon naar St.
Helena verbannen werd, zond Mountstuart El
phinstone hem een Chineesche doos, die hy uit
Indië meegebracht had.
De keizer was zeer verheugd met het geschenk
en bracht vele uren door met de spelen, welke
de doos bevatte.
Het kostbare geschenk staat nu tentoonge
steld in het Napoleon Museum in het „Palazzo
Primoli", dat opgedragen is aan den zoon van
Napoleon „den Koning van Rome".
De krijgsraad te Moskou neeft drie employé's
van een metaalfabriek, beschuldigd van spton-
nage en contra-revolutionnaire actie, ter dood
veroordeeld.
Gandhi verklaarde dat hy voornemens is rich
na de a.s. zitting van het Congres hieruit te-rug
te trekken, aangezien de leden van het Congres
zich tegen zyn voorstellen verzetten.
A o /vA/inn/>'a °P dit Wad zijn ingevolge de verzekeringsvi
/life UUUfllif. S ongevallen verzekerd voor een der volge:
oorwaarden
enae ultkeerlngen
tegen f Qflfifi by levenslange geheele ongeschiktheid 13t werkendoor /-7C/) bU ecn ongeval met f Of/1 bij verlies van een hand IOC cij verlies van een f £73 by een breuk van by verlies van 'n
lngen f verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen UU,m doodelijken afloop# £dOU»m een voet of een oog# x £iOm~ duim of wijsvinger *#l/»-been of arm# Tri/»— anderen vinger
15
Al myn losse aanteekeningen die kost
bare aanteekeningen, waaraan ik anderhalf
jaar was bezig geweest waren opgeborgen in
myn safe in Victoria 8treet. Ik had er my
niet verder om bekommerd, want voor iemand,
die ter dood veroordeeld is nemen andere din
gen een zekere mate van onbelangrykheid aan.
Overigens wist ik, dat ofschoon ik George
van het bestaan er van verteld had me
mand anders dan ikzelf ze weer in handen
zou kunnen krijgen, daar ze achter een let
terslot waren weggesloten.
Thans zouden ze me echter van groot nut
geweest zyn. Hoe helder de hoofdzaken mij ook
voor den geest stonden, begreep ik, dat ik
heel wat vroeger werk opnieuw te doen zou
hebben, eer ik de geheele lyst van wat ik noo
dig had voor McMurtrie zou kunnen samen
stellen.
Dien middag en den geheelen volgenden
dag was ik er mee bezig. Er was weinig, dat
my stoorde, want behalve Sonja, die my myn
maaltijden bracht en de oude. doofstomme
huishoudster, die tegen den middag de kaïher
kwam doen, zag of sprak ik niemand.
's Avonds nam ik een uur vrij om de Daily
Mail te lezen. Er stonden twee en een halve
kolom over my in; het eerste gedeelte bestond
uit een grootsche, maar eenigszins onnauw
keurige beschrijving van mijn diefstal van de
fiets en de rest bevatte nog enkele byzonder-
heden over mijn misdaad en myn ontsnap
ping. De titel luidde:
NOG OP VRIJE VOETEN
NEIL LYNDON'S DRANG NAAR VRIJHEID
Met een gevoel van genoegen zette ik mij
tot lezen. Het begon:
„Neil Lyndon, van wiens brutale ontsnap
ping uit Princetown wy een uitvoerig verslag
gaven in ons nummer van gisteravond, heeft
tot dusver met succes de gevangenisbewaar
ders van het spoor gebracht. Niet alleen' is
hy nog in vryheid, maar daar hy zich boven
dien een fiets en een stel andere kleeren heeft
weten te verschaffen door een verbysterend
brutale inbraak, is het zelfs mogeiyk, dat hy
er in geslaagd is, zich geheel uit de onmiddel-
lyke omgeving te verwyderen."
Deze eerste paragraaf werd gevolgd door een
volledige en levendige beschrijving van myn
inbraak in de garage. Daarna ging het verslag
over tot myn dramatisch verschynen op de
fiets zooals die door assistent Marshfield was
waargenomen. Volgens dezen heer was ik hem
in verschrikkelijke vaart voorby gesneld, ter
wijl ik hem een hand vol grind in het gezicht
had geworpen, waardoor hy tydehjk blind
was. Met verwonderiyke handigheid en tegen
woordigheid van geest had hy zich echter tydig
hersteld om myn achterwiel te doorboren, een
staaltje van schutterskunst, dat door de Daily
Mail „onder deze omstandigheden zeer ver-
dlenstelyk" genoemd werd.
Vanaf dit oogenblik scheen ieder spoor van
mij verloren. Zoowel ikzelf als de fiets waren
volkomen in de ruimte verdwenen als Elias
en zyn vurige wagen en niemand bleek in
staat te zijn, een alles verklarende oplossing
te vinden.
Lyndon, zoo schreef het blad, was er mis
schien in geslaagd met de gestolen fiets Ply
mouth te bereiken en zich daar voedsel en on
derdak te verschaffen, waaraan hy -oen stel
lig groote behoefte gehad moet hebben. Aan
den anderen kant is het mogeiyk, dat hy, uit
gehongerd en koud en waarschynlyk gewond,
ergens in een afgelegen bosch verborgen ligt,
grimmig besloten, liever om te komen dan zich
aan de gevangenismenschen over te geven."
„Mogeiyk" was dit inderdaad, meer kan ik
van deze gissing naar de waarheid onmoge-
ïyk zeggen.
Wat my echter in de geheele krant het
meest beviel, was het interview met George,
in de derde ko'.om. Het was heel kort, een
paragraaf van een regel of zes, getiteld: „De
heer Marwood en de ontsnapping", maar hoe
kort het ook was, ik genoot er inderdaad van.
Het luidde:
„In zyn woning aan de Chelsea Embank
ment door onzen speclalen verslaggever ge
ïnterviewd, bleek mijnheer Marwood vol tegen
zin, eenige meening over de ontvluchting
uit te spreken. Het heele geval, zei hy, stuit
my natuuriyk tegen de borst. Ik hoop slechts
dat de ongelukkige gevangen genomen zal
zyn, eer hy door ellende gedwongen wordt
zich te vertoonen of voor hy gelegenheid vindt,
opnieuw diefstal of geweld te plegen.
Wat deze hoop betreft, ik twyfelde er niet
aan, of George sprak hier van ganscher harte
de waarheid. Zoolang ik in vryheid was,
zou hy dag en nacht door een neft'.gen en
pyniyken angst worden verteerd. Ongetwy-
feld werd hij gekweld door de gedachte, dat
ik hoofdzakelyk losgebroken was met het
doel, onze oude relatie te hernieuwen en de
gedachte, dat ik misschien in dit doel zou
slagen, moet hem ten zeerste gehinderd heb
ben. Het maakte my vroslyk, te bedenken,
dat hy, wat er later ook mocht gebeuren,
nog tenminste drie weken in dezen knagenden
angst zou worden gelaten. Daarna zou ik
misschien in staat zyn, hem er van te bevry-
den.
Er waren anderen, die de Mail mei even
groote belangstelling (hoewel van andere
soort!) zouden lezen. Ik trachtte my voor te
stellen, weilke uitwerking het nieuws van
myn ontvluchting op Joyce zou hebben ge
had. Ondanks mijn cynische u'ting van dien
ochtend, wist ik heel goed, dat er geen trou
wer en eeriyker meisjeshart bestond en dat
de onzekerheid over myn lot haar op dit
oogenblik byna wanhopig maken zou.
En dan Tommy Morrison! Deze zou echter
zoo beangst niet zyn als Joyce. Ik kon mij
hem voorstellen, zooals hy zich op zyn knieën
zou slaan en lachen zou met zyn vollen, gul
len lach, wanneer hy las over myn diefstal
van de fiets en myn woesten ren van den
heuvel langs den bewaker. Hy had altijd
zoo'n vertrouwen in mij, die Tommyen
ik was er zeker van, dat slechts het bericht
van myn gevangenneming zyn geloof in de
mogelykheid, om dezen toestand te overleven,
zou schokken.
Het was een aangenaam gevoel, te weten
dat wat ook de rest van de wereld denken
mocht deze beiden tenminste myn ont
vluchting zouden volgen met de hartstochte-
lyke hoop, dat ik het volhouden zou.
Juist om zes uur in den avond van den
volgenden dag keerde Savaroff terug Ik hoorde
den auto tot voor het huis rijden en een ge
luid van voetstappen volgde; toen werd de
aeur toegeworpen. Een stilte van ongeveer 20
minuten volgde, waarin myn gastheeren waar
schynlyk overlegden in een der benedenka
mers.
Ten slotte hoorde ik iemand naar boven
komen en een oogenblik later stond McMurtrie
in de deuropening.
„Ik vrees dat ik u stoor in uw werk, zei
hy.
,,In het geheel niet," antwoordde ik opge
wekt; „ik ben juist klaar." Na welke woor
den ik de vruchten van twee dagen werk be
gon te verzamelen en te rangschikken.
Hy sloot de deur en kwam naar mij toe.
„Bedoelt u, dat u een volledige lyst klaar
hebt van alles wat u noodig hebt?" vroeg hy,
een van de papieren opnemend.
„Alles in orde, behalve de teekening van de
loods. Maar die kan ik in een uur maken."
„Uitstekend!" riep hy uit. ,.Ik zie wel,
dat er niet veel tijd verloren zal gaan, wanneer
wy eenmaal kunnen beginnen."
Hy legde het papier neer.
„Morgen denk ik de eerste kleine operatie
te beproeven," ging hy voort Savaroff heeft
alles meegebracht, wat ik noodig heb en ik
denk, dat alles in enkele dagen zal afgeloopen
zyn."
„Met welk deel gaat u beginnen?" vroeg ik
met zekere belangstelling.
„Ik zal eerst maar den vorm van uw
neus veranderen. Het is werkelijk een pyn-
looze operatie.... een enkele injectie met
heete paraffinewas onder de huid. Daarna
zult u enkele uren volkomen rust moeten
houden, opdat de was in de vereischte vorm
kan hard worden."
„En de behandeling met X-stralen?"
Hij haalde zyn schouders op.
„Ook dat is hoogst eenvoudig. Het komt
er slechts op aan, alles af te sluiten, behalve
de plaats, die wy willen blootstellen. Men
gebruikt daarvoor een speciaal geprepareerd
soort lood. Er is in het geheel geen gevaar
by."
Ik dacht eerst, dat hy opzetteiyk beide
operaties verkleinde. Maar het bleek, dat hy
niets dan de waarheid had gezegd. Den vol
genden morgen om tien uur kwam hy myn
kamer binnen, gevolgd door Sonja, die hem
helpen zou en die een Primus-toestel en een
klein zwart étui droeg.
(Wordt vervolgd)