Bescherming van leerlingen tegen besmetting De film van den Koningsmoord DE ROODE NEVEL Rijksmiddelen DE BERAADSLAGINGEN GESCHORST OM EEN JOURNAAL WOENSDAG 17 OCTOBER 1934 Invoerbeperking van draadnagels Pater Henricus spreekt Bedrijfsraad sigaren- industrie Is een verbod gemoti veerd? Planken Wambuis TWEEDE KAMER Grondwettelijke vrijheid van on derwijs moet nooit verder dan noodig beperkt viorden EEN VERHAAL UIT DEN SLAVENOORLOG DOOR RANDALL PARRISH Minister Marchant Bedenkelijke gezichten Kartelpolitiek Uitkeeringen aan oud militairen In September f 1.4 millioen be neden de raming en vrijwel gelijk met Sept 1933 Naar aanleiding van linksche en rechtsche revoluties Weest 100 pCt. katholiek Dinsdag te Den Haag geïnstalleerd De vertegenwoordiging Conflict tusschen Rijkskeuring en exploitanten Verkocht voor 21/'2 ton RIJWIELPLAATJES OOK OP DE BORST PATER QUIRINUS O. M. CAP. HULDIGINGSAVOND TEN BATE N.C.C. Netto-opbrengst van f 2029 UIT DE STAATSCOURANT Den Haag, 16 October 1934. Met het belangrijkste ontwerp, dat de Tweede Kamer heden op den eersten dag van haar weder samen zijn aansneed, het wetsontwerp, dat een waarborg schept tegen het ge vaar van besmetting met longtuber- culose, hetwelk schoolkinderen be dreigt, wier onderwijzer aan deze ziekte lijdende is, is zij in één dag niet klaar kunnen komen, doordat de Katholieke afgevaardigde SU- RING een stel amendementen had ingediend, welke Minister Marchant nog niet voldoende had kunnen overzien. De amendementen waren namelijk door een misverstand ter griffie pas heden onder s Ministers oogen gekomen. Zooals men zich herinnert, zal voortaan, als dit ontwerp wet wordt, iedere onderwijzer, wil hij in vasten dienst kunnen komen, eene ver klaring moeten overleggen, waaruit blijkt, dat hij niet lijdt aan de vooral in een milieu van kinderen zoo hoogst gevaarlijke open long- tuberculose. En men was het over het nemen van maatregelen te dezer zake bij de Algemepne Beschouwingen zoo goed als eens, al was er een enkeling, de anti-revolutionnair ZIJLSTRA, die eenige financieele bedenkingen opperde, en al was er een ander, de Christelijk-Historische afgevaardigde TILANUS, die er nog heelemaal zoo zeker niet van was, of dit stellen van den eisch van lichamelijke gezondheid wel te rijmen is met de grondwettelijke vrijheid van onder wijs, welke immers alleen een onderzoek naar de bekwaamheid en de zedelijkheid der onder wijzers kent. Dat dit bezwaar slechts geldt, wanneer men de Grondwet alleen naar den letter leest, en dat het onmiddellijk vervalt, wanneer men rekening houdt met den geest der grondwet, heeft de heer SURING, die als altijd een glashelder betcog hield, uitnemend uiteen gezet. Men moet, aldus de Katholieke deskundige, J. G. SURING die dingen natuurlijk redelijk bezien. En dan is het niet redelijk, de grondwettelijke vrijheid zóó absoluut op te vatten, dat onverschillig welk gebruik daarvan dan maar geëerbiedigd zou moeten worden. Een beperking van die vrijheid aanvaardt de heer Suring dan ook, mits aan twee voorwaar den voldaan is. Primo: De beperking moet noodzakelijk zijn. En dat was hier het geval. Secundo: De beperking moet nooit verder gaan dan noodig is. En aan die voorwaarde voldeed naar het oordeel van den Katholieken afge vaardigde de ontworpen regeling niet, omdat zij de vrijheid van benoeming en ontslag zelf aantastte, in tegenstelling b.v. met de wet van 1872, die alleen van een „niet toelaten" van een niet-gevaccineerden onderwijzer spreekt, wat principieel heel iets anders is. De heer Suring had ook nog eenige an dere bezwaren, welke hij door amendeering hoopt weg te nemen. En Minister Mar chant, al vroeg hij schorsing der beraad slagingen, om deze amendementen nog eens beter te doorgronden, toonde zich niet on bereid om verschillende dier bezwaren te ondervangen. Morgen zullen deze onderdeelen uit de ont worpen regeling verder worden doorgenomen, 's Heeren Suring's bedenking richt zich vooral tegen de bepaling, welke aan de Kroon de be voegdheid geeft, om „wegens onvoldoende mede werking aan de uitvoering van de wet" een school te sluiten hij acht die bevoegdheid veel te ruim en te vaag omschreven tegen het feit, dat de wet de betrokkenen alsmede de gemeenten en de schoolbesturen voor aller lei kosten in verband met de keuring plaatst, 28 „Dat was zoo leuk, luitenant," riep ze vroolijk Uit, „ik moet telkens weer lachen als ik er aan denk hoe hij viel. Ik geloof niet dat ik ooit, zoo'n akeligen man ontmoet heb of althans mee ge danst. Zoo, schildwacht, is kapitein Fox al te rug?" „Hier is hij niet langs gekomen, miss," ant woordde hij eerbiedig, terwijl hij mij groette. Hij ging in de houding staan, maar deed geen en kele poging om den weg te versperren; hij was van middelbaren leeftijd, met een baardje, en zjjn stem klonk gedempt. „Als hij terug komt," zei ik kalm", zeg hem dan alsjeblieft, dat luitenant Mann hem graag even zou spreken in het hotel." „Goed luit, luitenant Mann?" „Van den staf van generaal Ramsay" voegde het meisje erbij. „Misschien herinnert hij zich uw naam niet meer, luitenant." „Juist van den staf zult ge het niet verge ten?" We liepen langzaam verder, vlak onder een lamp door. We trachtten 'n gesprek te voeren maar ik herinner me geen enkel woord meer. welke kosten eigenlijk voor rekening moesien komen van dengene, die die keuring voor schrijft en tegen het vacuum, dat een door de keuringscommissie ongeschikt verklaarde maar door den geneeskundigen dienst van den Pen sioenraad wèl geschikt geachte onderwijzer de dupe wordt. Verdedigd is het ontwerp door de voor het eerst weer optredende sociaal-democratische arts MEVROUW DE VRIES—BRUINS, haar liberalen collega Dr. VOS, den anti-revolution nair WIELENGA, den vrijzinnig-democraat KETELAAR en den sociaal-democraat THIJS- SEN. MINISTER MARCHANT, die de meer nete lige onderdeelen naar de behandeling der amen dementen verschoof, was in betrekkelijk korten tijd met zijn verdediging klaar. De ratio van de wet was duidelijk. Men moest wel zeer pes simistisch zijn en met zucht tot liquidatie van ons volksbestaan behept, indien men, zooals de heer ZIJLSTRA, voor dit door en door gezonde doel de betrekkelijk geringe en later veel groo- tere uitgaven besparende kosten één drie ton, met over had. En strijd met de Grondwet was er met. Minister Marchant manoeuvreerde weer met zijn gebruikelijke debat-routine en wekte met verschillende zijner principieele uitlatingen hier en daar nog al bedenkelijke gezichten. Vermoe delijk zal hij daarover morgen bij de behande ling der amendementen nog wel een en ander te hooren krijgen. Wat hij, als wij hem goed hebben verstaan, opmerkte over de vrijheid van onderwijs, welke formaliter volkomen intact blijft, wanneer het subsidie wordt ingetrokken en de school daardoor ten doode is gedoemd, verwaarloost geheel, dat juist het geven van subsidie onder bepaalde voorwaarden inhaerent is aan ons onderwijsstelsel. Men zal dit in de Handelingen eens precies moeten nagaan, want op de formuleering komt in deze materie zeer veel aan. Vermelden wij nog van de behandeling van dit ontwerp, dat mevrouw DE VRIES-BRUINS eens van MINISTER SLOTEMAKER DE BRUïNE, die wegens zijn taak op het gebied der gezondheidszorg dit ontwerp medeondertee- kende, volkomen acceptabele en eigenlijk zeer overbodige motie aangenomen zag, welke de Re geering uitnoodigde, „zooveel mogelijk maat regelen te bevorderen om te komen tot een on derzoek van de schoolkinderen op open tuber culose van de ademhalingsorganen. „Zooveel mogelijk" omvatte blijkens Mevrouw de Vries' toelichting ook de financieele mogelijkheid. En toen kon Minister Slotemaker vrede met deze motie hebben. Bij den aanvang der vergadering keurde de Kamer zonder hoofdelijke stemming de contin- genteering van draadnagels enz. goed, doch niet dan nadat Mr. TEULINGS nog eens de kartelpolitiek in deze industrie en het afkeu renswaardige sluiten van de fabriek te Helmond ter sprake had gebracht en Mr. WENDELAAR een pleidooi had gehouden, om den invoer van machinale draadnagels, welke vooral in den tuinbouw voor kratten veel toepassing vinden, soepeler te behandelen. MINISTER STEENBERG HE zegde toe, het opgemerkte zorgvuldig te zullen overwegen en de ontwikkeling van den gang van zaken in de draadnagelindustrie zeer nauwgezet in het oog te zullen houden. De middag is besloten met het begin van de beraadslagingen over de suppletoire begrooting ten behoeve van de verhooging der uitkeeringen aan oud-gepensionneerde militairen van land- en zeemacht. Jarenlang is van alle zijden voor deze groep gepleit. En de tegemoetkoming, welke Minister Deckers thans voorstelde, bevredigt natuurlijk de afgevaardigden, die ieder jaar op nieuw gelijkstelling dezer oud-gepensionneerde militairen met de burgerlijke ambtenaren ge vraagd hebben, slechts zeer matig. De heeren WESTERMAN, SCHILTHUIS, K. TER LAAN, Mijn hart klopte als een stoommachine en mijn keel was droog, terwijl ik met de vingers van mijn eene hand de kolf van mijn revolver vast hield in mijn koppel. Ik hoorde hoe haar stem licht beefde en voelde hoe ze zich dichter tegen mij aandrukte. We waren nu uit het heldere licht en konden de donkere veranda overzien. Er stonden een twaalftal stoelen, maar er was er geen een be zet. Ze gaf een zucht van verlichting, en ze greep met beide handen zenuwachtig mijn arm. „Goddank," zei ze warm. „Als we nu nog maar vijf minuten tijd hebben!" HOOFDSTUK XXI Weer dichter bij het doel „En nu naar den stal," zei ik. „Wat voor paar den zijn er?" „Officierspaarden, maar een uur geleden ston den er ook nog andere vastgebonden aan de pi- ketlijn. Er zijn ook enkele burgers uit Beckley op het bal. En hun paarden zullen gemakkelijk mee te nemen zijn, want die worden niet be waakt." „Heb je ze gezien?" „Toen ze aankwamen, ja, het leken me mooie dieren te zijn, nog beter dan de legerpaarden." Nu kon ik ze ook vaag onderscheiden, maar ze stonden zoo dicht bij elkaar, dat ik onmoge lijk kon zien hoeveel er waren. „Zouden ze allemaal gezadeld zijn?" „Ja, ze hebben ze eenvoudig vastgebonden. Ik VAN DIJK en SURING waren het vrijwel eens over het ontoereikende van wat de Minister thans voor deze menschen wil doen en alleen de heeren TILANUS en DUYMAER VAN TWIST deden een geluid hooren, dat van iet wat meer waardeering getuigde. Aari de hand van 's Ministers antwoord ko men wij morgen op deze aangelegenheid en haar lange voorgeschiedenis nog terug. De heer SU RING heeft onder meer bepleit, dat men op deze oud-gepensionneerden althans niet zal toe passen de als onderdeel van het dekkingsplan 1935 voorgestelde korting op het pensioen, welke dienen moet als premie voor het gezinspensioen. De Rijksmiddelen hebben over September f 30.724.155 opgebracht of f 1.4- millioen minder dan de raming tegen f 30.684.626 in Sep tember 1933. Over de eerste negen maanden van dit jaar was de opbrengst f260.266.656 tegen f 237.875.908 in hetzelfde tijdvak van het vorige jaar. De raming voor de negen maan den bedroeg echter f289.888.125, zoodat de opbrengst daar f29.621.469 beneden gebleven is. De wegen- en rijwielbelasting hebben over de eerste negen maan den van dit jaar f 18.952.923 op gebracht. In het Casino te Treebeek heeft pater Hen ricus O.Cap. voor de leden van „Geloof en We tenschap" en vele andere belangstellenden in een rede zijn persoonlijke visie gegeven over re voluties-van-links-en-van-rechts. Z.eerw. heeft allen opgeroepen katholiek te zijn, Roomsche mannen en Roomsche vrouwen, die de daad aandurven, die hun beginselen be leven, die in den communist hun broeder en in de zondares hun zuster zien, die niet fuiven kunnen zoolang er leed geleden wordt. „En als in een kerk aldus spr. de com muniebank bestormd wordt en de geloovigen zich voor de biechtstoelen verdringen en als van den kansel schitterend gepredikt wordt, dan ze'fs kan men niet van een ideale parochie spreken, wanneer buiten de kerk de crisis woedt en niet bestreden wordt met alle christelijke middelen, wanneer daar honger geleden en het geloof niet beleefd wordt." „We voelen op een avond als dezen onze ont stellende verantwoordelijkheid. We staan op een keerpunt, voor een kentering. Er wordt geschie denis geschreven, wie zal dit ontkennen? Van ons, katholieken, zal het afhangen, hoe die ge schiedenis zal worden geschreven. Zal men over honderd jaar ons vloeken als lafbekken of zal men ons een monument oprichten als het volk, dat redding bracht?" Door de heele rede heen, als een gouden draad ging zijn oproep tot ons volk: weest 100 pet. katholiek. „Gij, tamme, brave Nederlanders, die de we reld beziende meent dat het zoo kwaad nog niet gaat, al wordt er van crisis en wat dies meer zij gesproken, wie lijdt aan de grootste koorts, Mos- cou of gij? Noem de schurken in Rusland schurk, noemt, wat ze verrichten, schurkerij, maar er kent: ze hebben courage. Die courage wenschen we ons zelf toe, die zoo graag achter de schut ting staan. Het bolsjewisme is een machtige beweging gezien door den Marxistischen bril een elite-groep, ingesteld niet op gezwam dat kunnen wij, Roomschen, dikwijls beter, maar op de forsche daad. Ruslands commu nisme heeft niets van een ordeloos-instincten uitleven, het legt meedoogenloos de hardste of fers op en ook dit kunnen wij ter harte nemen. Bij alle sectarische strevingen van 'n Lenin, bij al zijn godslastering, wil ik hem toch mijn hulde brengen, want hij is energiek, hij laat zich lei den door zijn beginselen, ofschoon ik die ver foei, hij is een man-van-de-daad, die weet wat hij wil." „Als een schoft zich installeert in ons huis, schuwen we geen burengerucht. Dreigt 'n over strooming den dijk te doorbreken, dan trappen we met veel lawaai de deuren in. 'n Beetje ra dicaal en durvend-zijn heeft met Rusland niets te maken. We moeten meer radicaal zijn, wer kelijke Roomschen, 100 pet. Roomschen." Pater Henricus greep communisme en fascis me de revolutieleer van rechts en van links in de ziel, legde goede elementen bloot, wees groote fouten aan, diepe kloven, die ons voor immer van beide scheiden zullen. Tegenover deze dwalingen plaatste hij onze eigen beginselen, die hij in fraaie beel- zat met kapitein Fox op de veranda en ik her inner me niet, dat er een afgetuigd is Ik deed een paar passen naar voren, liep om het huis heen om de dieren vanuit de schaduw van een heg te kunnen naderen. Het meisje kwam naast me loopen en ik stond stil. „Luister eens, Noreen, je hebt nu genoeg voor me gedaan te veel zelfs voor een meisje. Waar logeer je? Hier in 't hotel?" „J ja." „Zie dan binnen te komen, terwijl er niemand in de buurt is, en ga dan naar je kamer. Er is nu niets meer voor je te doen. Ik zal een van die paarden meenemen en dan wegrijden, ik ken de streek voldoende, om den weg te vinden; een maal in de bergen, ben ik veilig. Zul je dat doen?" Tot mijn verbazing keek ze me strak aan, en bleef rechtop en doodstil staan. Ze scheen naar adem te snakken, alsof het haar moeite kostte te spreken. „Meen je dat heusch, dat ik naar mijn kamer moet gaan?" vroeg ze langzaam. „Natuurlijk, dat zal 't beste en het veiligste voor je zijn. Ik kan je niet zeggen, hoe dankbaar ik je ben, niets wat ik ooit voor je kan doen, zal in staat zijn om den dienst dien jij me bewezen hebt te vergelden. Je bent een buitengewoon dapper meisje." „Vind je? O, maar ik ben heelemaal niet dap per. Ik begrijp nog niet, wat ik eigenlijk gedaan heb, ik had trouwens niet anders kunnen doen. Maar nu weet ik wat me te doen staat, nu twij fel ik niet meer, of jij moet het me weige ren „Ik weigeren; wat valt er te weigeren? Alles den in al hun schoonheid voor oogen too- verde. Deze beginselen alleen, mits daad werkelijk beleefd, kunnen redding brengen. Ook sprak hij over het parlementaire stel sel en over de R. K. Staatspartij en met beide verklaarde hij zich solidair. „Geen katholiek, die erkennen moet wat de Staatspartij in het verleden deed en nu nog doet voor het katholieke volk, kan haar zonder meer verlaten. En het katholieke volk overleveren aan het fascisme, al zou dat met de beste bedoelingen geschieden, zou in ons land met zijn gemengde bevolking, een salto mortale beteekenen. Waren alle katholieken voor 100 pet. katholiek, levende monumenten van katholiciteit, dan zou het de vies gegeven kunnen worden, ook op politiek gebied: verspreidt u en doordeesemt ons volk van onze beginselen. Maar we hebben elkaar noodig, eikaars kracht, eikaars schouders. Het communisme begint te ontnuchteren. Het socialisme krijgt overal geweldjge klappen; ook in ons land heeft het geen werkelijk program. Hier geldt: geeft ons enkele generaties om de geesten gewillig te maken voor het socialisme. Hier ook eet de S.D.A.P. uit de handen van het parlement. Onze tijd is gekomen. Kunnen we nu uiteengaan? Nooit! Gezamenlijk en op poli tiek gebied in één organisatie dienen we op ta stuwen, het oude Evangelie weer nieuw te ma ken op sociaal en politiek terrein, 't Is een enorme, een ernstige taak. Maar we moeten er voor staan met een blij hart, ons eigen maken het voorbeeld van Uilenspiegel, die den be:g optorsende met zijn kruiwagen, zich toch ver heugde, dat het straks van zelf zou gaan." Op deze rede volgde een langdurig applaus Op het Departement van Sociale Zaken is Dinsdag de bedrijfsraad voor de Sigarenindu- strie geïnstalleerd. Wegens verhindering van den Minister van Sociale Zaken, geschiedde de installatie door den secretaris-generaal, mr. dr. A. L. Scholtens, die daarbij een rede hield. Hij spreekt den wensch uit, dat mede, door beleidvol optreden de goede ontwikkeling van het instituut der bedrijfsraden zal worden be vorderd en dat de samenwerking voor de be- drijsverhoudingen en de bedrijfsgenooten goe de vruchten zal dragn. Deze rede van den secretaris-generaal werd, namens de leden van den bedrijfsraad beant woord door den heer K. L. H. van der Putt, die zeide, dat deze bedrijfsraad door allen aan vaard, zij het dan ook met meer of minder geestdrift begroet, een feit was geworden. Spr. wilde niet verhelen, dat een verder strekkende bevoegdheid meer aan de wenschen van werk gevers en werknemers zou hebben beantwoord en dat een bemoeienis op breeder terrein tot de verlangens behoorde. Sedert tientallen jaren bestaat aldus spr. in de sigarennijverheid een zeer nauw contact tusschen werkgevers en werknemers, dat heeft geleid tot een collectie ve arbeidsovereenkomst met een behoorlijke rechtspraak, een kindertoeslagfonds, een be- drijfsvereeniging en een pensioenfonds. Het is de vrees voor deze zoo moeizaam opgebouwde arbeidsregelingen en sociale voorzieningen die werkgevers en werknemers te zamen drijft. Spr. zeide in den nieuwen vorm van samen werking, die de bedrijfsraad biedt een perspec tief te zien, dat reden tot voldoening geeft en bevorderlijk is v. d. bedrijfsvrede. Hij verheug de zich over de belangstelling, die de ontwikke ling van de bedrijfsraden in den lande onder vond en sprak de hoop uit dat ook deze nieuwe bedrijfsraad rijke vruchten zou mogen af werpen. In den Bedrijfsraad zijn vertegenwoordigd: De Nederlandsche R.K. Vereeniging van Si garenfabrikanten door de heeren, K. L. H. van der Putt, W. M. Huysmans en A. H. M. Kes- sels, allen te Eindhoven; het Verbond van Siga renfabrikanten in Nederland, door de heeren, M. Smith te Heemstede, G. Bijdendijk te Deven ter en G. Witteveen te Utrecht; de Ned. R.K. Tabakbewerkersbond „St. Willibrordus" door de heeren J. Gemen en H. Heesterbeek, beiden te Eindhoven; de Ned. Sigarenmakers- en Ta bakbewerkersbond door de heeren J. van der Weijden te Amsterdam en Th. Beerens te Eind hoven; de Nederlandsche Federatie van Siga renmakers en Tabakbewerkers door den heer C. Wolff te Amsterdam en de Christelijke Bond van Sigarenmakers en Tabakbewerkers in Ne derland door den heer B. Kruithof te Kampen. Tot voorzitters zijn benoemd van werkgevers zijde de heeren K. L. H. yan der Putt en W. Smith en van werknemerszijde de heeren J. Gemen en J. van der Weijden, met bepaling, dat elk van hen voor den tijd van één jaar als voorzitter zal optreden. Voor het eerste jaar treedt de heer Van der Putt als zoodanig op. Tot eersten secr. is benoemd mr. A. Stein- hüller, tot tweden secretaris de heer H. Hees terbeek te Eindhoven. Het secretariaat van den bedrijfsraad is ge vestigd, Keizersgracht 4, te Eindhoven wat er nog voor je te doen valt is, naar je kamer te gaan." „Maar als ik nu eens niet ga, als ik met jou mee wil rijden?" „Maar Noreen, dat kan toch niet, je zou je aan ontzettende gevaren blootstellen denk toch eens aan de dagen en nachten van verber gen, en voorttrekken, met kans op ontdekking, vóór ik veilig en wel de linies van de Confede- ralïsten bereikt zal hebben. En die opoffering is trouwens niet noodig, je bent hier volkomen veilig." „Ben ik hier veilig?" vroeg ze. „Denk je dat ze me zullen ontzien, omdat ik een vrouw ben? Er zijn te veel menschen die weten welk aandeel ik in jouw ontvluchting gehad heb. Kolonel Pickney zal rapport moeten opmaken en zichzelf vrij moeten pleiten. En wil je nu nog dat ik hier blijf? Vader is dood, er is niemand tot wien ik me nu kan wenden. Als ik hier blijf, zal ik van nacht nog gearresteerd worden beschuldigd jou te hebben geholpen om te ontkomen en ik heb geen vrienden en geen verdedigers. Tom, ik moet bij je blijven." „Je behoeft niets meer te zeggen, Noreen," zei ik eenvoudig, „nu begrijp ik het. Je wilt dus met me meerijden?" ,Ja," „Het zal een moeilijke rit worden en ik kan niet vermoeden hoe alles zal af loopen, maar je vertrouwt me volkomen, niet?" Ja. „We zullen vrienden zijn echte vrienden, niet?" „Ik vertouw je, is dat niet genoeg? Alles wat Zooals men in de bladen heeft kunnen le zen is het filmjournaal, dat den moord op koning Alexander van Joego-Slavië en minister Barthou in beeld brengt, door de Cen trale Commissie voor de Filmkeuring verboden, welk verbod na een herkeuring bevestigd werd. Zoowel Fox als Paramount waren in het bezit van een eigen journaal, terwijl Polygoon de rechten van het Fransche Eclair-journal in handen had. Al deze journalen werden verboden en behalve deze ook de gemitigeerde versie, waarbij de moordaanslag zelf en verschillende andere schokkende détails waren weggelaten. Verbaasd en ontevreden over dit verbod heb ben de directies der drie bovengenoemde film- ondernemingen Dinsdagmiddag een vertooning georganiseerd voor het hoofdbestuur van den Ned. Bioscoopbond en de pers. Op deze vertoo ning werden zoowel de origineelee iilms als de gecoupeerde film gedraaid, zoodat men alle gelegenheid had het voor en tegen van hef verbod der Centrale Commissie aan de hand van de practijk te beoordeelen. De algemeene indruk na afloop was ongetwijfeld, dat de keu- ringsraad zijn doel voorbijgeschoten is en een film verboden heeft, die niet alleen een histo risch document is, doch die tevens een aan grijpend beeld geeft, dat via pers en radio een zeer groote belangstelling bij het publiek van alle landen heeft gewekt. In Frankrijk heeft men weliswaar op de film beslag gelegd, doch dit geschiedde, zooals de heer Ochse, die de voorstelling inleidde, zeide, uit overwegingen, die niets met zedelijkheid noch openbare orde te maken hadden. Oorzaak van het optreden der Fransche autoriteiten was de vrees, dat het pubhek zou zien, hoe ge brekkig de afzetting door de politie is geweest. Deze maatregel is heftig becritiseerd in de Fransche pers, die meende, dat het volk recht heeft op volledige inlichtirgen. ook daar waar een regeering zou gefaald hebben. Wat nu de journalen zelf betreft (zij bepalen zich niet tot den moordaanslag alleen, doch een ervan vertoont ook de plechtige overbrenging van het lijk van den koning aan boord van de „Dubrovnik")zij zijn uiteraard ontstaan uit het toeval, zooals zich dit aan de vele opera teurs voordeed, zoodat men zich tevoren op geen enkel sensationeel accent kon instellen. Daardoor is het eigenlijk moment van den moord aan de camera ontsnapt. Alleen het. knallen der schoten deed de operateurs plotse ling de camera wenden, juist op het oogenblik, dat de dader, staande op de treeplank van den auto, den sabelslag ontvangt. De menigte stuift uit elkaar, we zien een close-up van den ster venden koning, we zien hoe de dader onder den voet wordt geloopen en in het Eclair-joumal verschijnt ook de koningin-weduwe in een groot-opname voor de lens Ongetwijfeld zijn de opnamen van den ster venden koning, van het vertrapte lichaam van den dader en van de koningin-weduwe schok kend voor ons gevoel, doch deze sensatie spruit eer voort uit een gevoel van piëteit dan uit een gekwetst zedelijkheidsgevoel. Doch ook zonder deze schokkende accenten heeft men de film verboden en dit is voor ons bepaaid onbegrij pelijk. De misdaad van Marseille heeft in de pers in woord en beeld groote aandacht gehad. De film fascineert sterker, ongetwijfeld, doch niet alleen suggereert zij de afschuwelijkheid van den moord, maar zij roept andere gedach ten wakker. Bijvoorbeeld deze: dat een blij moedig lachend mensch, hü zij koning of bede laar, met één slag uit het leven kan weggesla gen worden. De opgewekte figuur van koning Alexander en de wijze glimlach van Barthou, beiden weten we plotseling verstard als de dader zijn schoten heeft gelost en de sterkste emotie was voor ons het schrijnend contrast tusschen het lachend gezicht van den koning en zijn krijtwit masker van den dood, een emo tie, die eer een gewijd karakter krijgt dan een gevoel van grove sensatie. We zouden zelfs wil len concludeeren, dat de hierboven genoemde accenten, tot een ondeelbaar oogenblik verkort, allerminst als een grofheio kunnen gekwalifi ceerd worden, ja zelfs 'n waarschuwende gedach te aan den dood kunnen oproepen. Reden tot verbod in dezen vorm kan er o.i. niet bestaar Ook met de „staatsgevaarlijkheid" van de film zal het nogal losloopen. Er zullen elemen ten zijn, die meenen te moeten demonstreeren, er zullen anderzijds menigten zijn, die bij het zien van deze film nadenken en lang daarna in de overweging, dat ook hier weer twee man nen des vredes hun leven lieten door grof ge weld. Heeft de Centrale Commissie, zoo vragen wij ons af, geen spoken gezien, waar hoogstens enkele sterke emoties waar te nemen zijn? Wij vreezen dit zeer en na het zien van deze jour nalen, kwam onwillekeurig de gedachte bij ons op: van waar plotseling deze kieskeurigheid, die zoo vaak afwezig was bij vrij wat grovere films, die niet eens historische documenten doch fan tasieën waren? Herinneren we ons b.v. om wèl een historisch geval te noemen het on geluk van de „Akron", waarbij drie matrozen door een kabel in de lucht werden getrokken en voor het gevoellooze apparaat van den film operateur te pletter vielen, zonder dat ons één détail werd bespaard? Denken we even te-ug aan films als „Mata Hari", „Het Teeken des Kruises", „Het monster Frankenstein" en zoo- ik van je vraag is dat je me niet hier alleen ach terlaat." Ze klampte zich aan mij vast en haar oogen keken me aan. „Beloof me dat, Tom," smeekte ze. „Dat is alles wat ik van je vraag." „Goed, we gaan samen, en ik nam haar hand geruststellend in de mijne. „Wat er ook gebeurt, ik zal mijn best doen. Maar dan moeten we ook direct gaan." „Ja, goed en dank je wel We kropen nu verder in de schaduw van de heg, tot we bij de paarden kwamen, die buiten den' stal aan de piketlijn vastgebonden waren. Er stonden er zeven, en ik koos er twee uit, die voor zoover ik in de duisternis zien kon, aan ons doel schenen te beantwoorden. Ik hielp haar in het zadel, stak een van de revolvers in den lee- gen holster en steeg toen zelf ook op. Dat was allemaal stil en zonder leven te maken gegaan, en het slapende kamp achter ons bleef ook rus tig. Uit een raam boven in het hotel viel een lichtschijn naar buiten, maar wij waren veilig uit het licht. Het meisje leek een schaduw en de lange cape verborg haar heelemaal. Ik kon het geluid van de muziek niet meer onderscheiden, maar toch was het gerechtsgebouw nog verlicht. „Welken kant uit?' vroeg ik, terwijl ik de paarden aanzette. „Eerst naar het Zuiden. Er is een zijweg juist achter de oude school." „En de wachtposten, weet je waar die staan?" „Bij den rivierovergang van de Green Briar den hoofdovergang." „En niet bij Benton?" „Nee. ik denk dat ze niet eens weten, dat daar vele andere, die om allerlei redenen een ver bod hadden verdiend. Tegenover deze fantasieën wordt het journaal van den moord te Marseille een verschrikkelijk nuchter en daardoor aan grijpend document, dat zeker niet voor kin deren kan bestemd zijn, doch dat aan volwas senen met normale hersens en een normaal ge moed geen onedele sensaties behoeft te ver schaffen, zelfs met, wanneer alle accenten als het ware flitsenderwijs in de film zijn opge nomen. Men kan blijven twisten over de vraag of bedoelde détails met eenigszins in strijd zijn met den goeden smaak, liever gezegd met de goede mameren. De te opzettelijke vertooning van het smartelijke beeld der koningin-weduwe is dit zeker wel, althans in een te geprolon geerde close-upmaar dit te beoordeelen is nooit de taak der centrale commissie geweest en, afgaande op de onsmakelijkheden, die zij heeft doorgelaten, zouden we met durven be weren, dat zij deze taak ooit heeft begeerd. Wat dat dus betreft Maar zijn er misschien andere, geheime mo tieven voor de Centrale Commissie geweest? Dinsdag vond bij toeslag de verkoop plaats van de „Planken Wambuis", het landgoed onder Otterlo, ruim 2000 HA. groot. De massa is ver kocht voor een bedrag van f 240.340. Het hout, dat geveild was voor f 66.150 is door den kooper genaast voor dit bedrag, verhoogd met 5 pCt. Met betrekking tot de in het laatst van de maand September j.l. verschenen bekendmaking omtrent de controle op de naleving van artikel 2 van de Rijwielbelastingwet, deelt men ons mede, dat de minister van Financiën nader aanleiding heeft gevonden aan de ambtenaren van den belastingdienst opdracht te geven geen bekeuring in te stellen, indien de berijder van een rijwiel het rijwielbelastingmerk met op de voorgeschreven wijze aan het rijwiel, doch op in het oog vallende wijze op de linker borsthelft aan zijn bovenkleeding heeft bevestigd. De HoogEerwaarde Pater Generaal der Pa ters Capucijnen heeft pater Quirinus te Char- lois benoemd tot poenitencier aan de pauselijke basiliek van O. L. Vrouw te Loreto. Naar men ons meldt, hebben de voorzitter en de secretaris van de Haagsche Telefoon Radio- Vereeniging, die jJ. Zaterdag ten Paleize Nooröeinde aan Prinses Juliana een album heb ben aangeboden ter herinnering aan den hul- (ügingsavond ten bate van het Nationaal Crisis- Comité, bij die gelegenheid tevens aan de Prinses een chèque van 2.029.40. zijnde de netto-opbrengst van dien huldigingsavond, over handigd. Met 1 Nov. is benoemd tot burgemeester van Raai te: H. M. van der Vijver, met toek. van gelijktijdig eervol ontslag als id. van Overasselt. Met 1 Nov. is benoemd tot burgemeester van Groesbeek: jhr. H. H. J. M. van de Poll, met toek. van gelijkt, eervol ontslag als id. van Didam. Met 1 Nov. is benoemd tot burgemeester van Eibergen G. J. J. Wouters met toek. van gelijkt, eervol ontslag als id. van Wamel. Aan J. P. G. Grootendorst is wegens ophef fing van zjjn betrekking eervol ontslag verleend als leeraar aan de R.H.BB. te Deventer. Wederom tijd. benoemd tot leeraar aan de Rijks HES. te Velsen: J. J. van den Berg. Met 16 Nov. is benoemd tot referendaris der P.T.T. de idem 2e kl. der P.T.T. J. van Holt- hoom, thans dir. P.T.T.-kantoor te Culemborg. Aan den referendaris 2e kl. der P.T.T. J. N. Pel, bestuurder van het post- en telegraafkant. te 's Gravenhage, Charlotte de Bourbonstraat, is ing. 16 Oct. op verz. eervol ontsl. verleend. Herbenoemd zijn tot burgemeester van Cuijk en St. Agatha J. A. M. van de Mortel; van Borculo M. van Welie; van Hillegom mr. D. F. Pont; van Den Helder W. F. G. L. Driessen; van Harenkarspel en Warmenhuizen H. Nolet; van Kamerik en Zegveld J. J. Talsma en van Grijpskerk R. Bakker. Benoemd tot subst. off. van Justitie bij de rechtbank te Amsterdam mr. H. A. Wassen- bergh, thans id. bij de rechtbank te Leeuwarden. Benoemd zün tot kantonrechter-pl.verv. in het kanton 's Hertogenbosch mr. J. B. H. M. Hengst, adv. en proc. te 's Hertogenbosch en mr. E. E. J. M. van Zinnicq Bergmann, adv. en proc. te 's Hertogenbosch, won. te Vught. Aan den heer G. P. Datema is op verz. eervol ontslag verleend als consul der Nederlanden te Manilla. De waarneming van het consulaat is opgedragen aan den vice-consul der Neder landen aldaar, den heer T. Bremer. een doorwaadbare plaats is, die staat met op de stafkaarten." We reden langzaam verder, ik hield met mijn hand de trens van haar paard en we bleven op zij van den weg rijden, waar 't donker was, tot we de laatste huizen van het dorp voorby waren. Ik was niet bang, dat we de posten bij Green Briar zouden tegenkomen, want de Doschweg, die juist achter het roode, oude schoolgebouw links afsloeg zou ons een paar kilometer naar het Oosten brengen.»En als we dien overgang van de rivier bij Benton konden bereiken voor het dag werd, stonden onze kansen om in de bergen een schuilplaats te vinden er uitstekend voor. Als het kamp het eerste half uur nog niet gealarmeerd werd, dan zouden onze achtervolgers cms wel niet meer inhalen. Maar als we de rivier over waren, dan hadden we een anderen vyand te duchten de Cowans en hun benden. In de bergen krioelde het van menschen, die by hen hoorden, en we moesten dwars door hun schuilplaats om aan de linies der Confederalisten te komen. Ik moest voedsel voor ons vinden en een nachtleger en de bendeleden probeeren te ontwaken. „Noreen," zei ik, terwyi ik me naar haar toekeerde, „ben je er nog van overtuigd, dat het het beste is voor je om dezen rit mee te maken?" „Je wilt toch niet, dat ik terug ga?" vroeg ze, en ze hield het paard in. „Nee dat niet. Ik wil alleen je eigen bestwil. Maar maar besef je wel goed wat voor geva ren ons hier in de bergen bedreigen?" (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 3