Bescherming van leerlingen
tegen besmetting
De film van den Koningsmoord
DE ROODE NEVEL
Rijksmiddelen
DE BERAADSLAGINGEN
GESCHORST
OM EEN JOURNAAL
WOENSDAG 17 OCTOBER 1934
Invoerbeperking van
draadnagels
Pater Henricus spreekt
Bedrijfsraad sigaren-
industrie
Is een verbod gemoti
veerd?
Planken Wambuis
TWEEDE KAMER
Grondwettelijke vrijheid van on
derwijs moet nooit verder dan
noodig beperkt viorden
EEN VERHAAL UIT DEN SLAVENOORLOG
DOOR RANDALL PARRISH
Minister Marchant
Bedenkelijke gezichten
Kartelpolitiek
Uitkeeringen aan oud
militairen
In September f 1.4 millioen be
neden de raming en vrijwel
gelijk met Sept 1933
Naar aanleiding van linksche en
rechtsche revoluties
Weest 100 pCt. katholiek
Dinsdag te Den Haag geïnstalleerd
De vertegenwoordiging
Conflict tusschen Rijkskeuring
en exploitanten
Verkocht voor 21/'2 ton
RIJWIELPLAATJES OOK OP
DE BORST
PATER QUIRINUS O. M. CAP.
HULDIGINGSAVOND TEN
BATE N.C.C.
Netto-opbrengst van f 2029
UIT DE STAATSCOURANT
Den Haag, 16 October 1934.
Met het belangrijkste ontwerp,
dat de Tweede Kamer heden op den
eersten dag van haar weder samen
zijn aansneed, het wetsontwerp, dat
een waarborg schept tegen het ge
vaar van besmetting met longtuber-
culose, hetwelk schoolkinderen be
dreigt, wier onderwijzer aan deze
ziekte lijdende is, is zij in één dag
niet klaar kunnen komen, doordat
de Katholieke afgevaardigde SU-
RING een stel amendementen had
ingediend, welke Minister Marchant
nog niet voldoende had kunnen
overzien. De amendementen waren
namelijk door een misverstand ter
griffie pas heden onder s Ministers
oogen gekomen.
Zooals men zich herinnert, zal voortaan, als
dit ontwerp wet wordt, iedere onderwijzer, wil
hij in vasten dienst kunnen komen, eene ver
klaring moeten overleggen, waaruit blijkt, dat
hij niet lijdt aan de vooral in een milieu van
kinderen zoo hoogst gevaarlijke open long-
tuberculose. En men was het over het nemen
van maatregelen te dezer zake bij de Algemepne
Beschouwingen zoo goed als eens, al was er
een enkeling, de anti-revolutionnair ZIJLSTRA,
die eenige financieele bedenkingen opperde, en
al was er een ander, de Christelijk-Historische
afgevaardigde TILANUS, die er nog heelemaal
zoo zeker niet van was, of dit stellen van den
eisch van lichamelijke gezondheid wel te rijmen
is met de grondwettelijke vrijheid van onder
wijs, welke immers alleen een onderzoek naar
de bekwaamheid en de zedelijkheid der onder
wijzers kent.
Dat dit bezwaar slechts
geldt, wanneer men de
Grondwet alleen naar
den letter leest, en dat
het onmiddellijk vervalt,
wanneer men rekening
houdt met den geest der
grondwet, heeft de heer
SURING, die als altijd
een glashelder betcog
hield, uitnemend uiteen
gezet.
Men moet, aldus de
Katholieke deskundige,
J. G. SURING die dingen natuurlijk
redelijk bezien. En dan is
het niet redelijk, de grondwettelijke vrijheid zóó
absoluut op te vatten, dat onverschillig welk
gebruik daarvan dan maar geëerbiedigd zou
moeten worden.
Een beperking van die vrijheid aanvaardt de
heer Suring dan ook, mits aan twee voorwaar
den voldaan is. Primo: De beperking moet
noodzakelijk zijn. En dat was hier het geval.
Secundo: De beperking moet nooit verder gaan
dan noodig is. En aan die voorwaarde voldeed
naar het oordeel van den Katholieken afge
vaardigde de ontworpen regeling niet, omdat
zij de vrijheid van benoeming en ontslag zelf
aantastte, in tegenstelling b.v. met de wet van
1872, die alleen van een „niet toelaten" van een
niet-gevaccineerden onderwijzer spreekt, wat
principieel heel iets anders is.
De heer Suring had ook nog eenige an
dere bezwaren, welke hij door amendeering
hoopt weg te nemen. En Minister Mar
chant, al vroeg hij schorsing der beraad
slagingen, om deze amendementen nog eens
beter te doorgronden, toonde zich niet on
bereid om verschillende dier bezwaren te
ondervangen.
Morgen zullen deze onderdeelen uit de ont
worpen regeling verder worden doorgenomen,
's Heeren Suring's bedenking richt zich vooral
tegen de bepaling, welke aan de Kroon de be
voegdheid geeft, om „wegens onvoldoende mede
werking aan de uitvoering van de wet" een
school te sluiten hij acht die bevoegdheid
veel te ruim en te vaag omschreven tegen
het feit, dat de wet de betrokkenen alsmede
de gemeenten en de schoolbesturen voor aller
lei kosten in verband met de keuring plaatst,
28
„Dat was zoo leuk, luitenant," riep ze vroolijk
Uit, „ik moet telkens weer lachen als ik er aan
denk hoe hij viel. Ik geloof niet dat ik ooit, zoo'n
akeligen man ontmoet heb of althans mee ge
danst. Zoo, schildwacht, is kapitein Fox al te
rug?"
„Hier is hij niet langs gekomen, miss," ant
woordde hij eerbiedig, terwijl hij mij groette. Hij
ging in de houding staan, maar deed geen en
kele poging om den weg te versperren; hij was
van middelbaren leeftijd, met een baardje, en
zjjn stem klonk gedempt.
„Als hij terug komt," zei ik kalm", zeg hem
dan alsjeblieft, dat luitenant Mann hem graag
even zou spreken in het hotel."
„Goed luit, luitenant Mann?"
„Van den staf van generaal Ramsay" voegde
het meisje erbij. „Misschien herinnert hij zich
uw naam niet meer, luitenant."
„Juist van den staf zult ge het niet verge
ten?"
We liepen langzaam verder, vlak onder een
lamp door. We trachtten 'n gesprek te voeren
maar ik herinner me geen enkel woord meer.
welke kosten eigenlijk voor rekening moesien
komen van dengene, die die keuring voor
schrijft en tegen het vacuum, dat een door de
keuringscommissie ongeschikt verklaarde maar
door den geneeskundigen dienst van den Pen
sioenraad wèl geschikt geachte onderwijzer de
dupe wordt.
Verdedigd is het ontwerp door de voor het
eerst weer optredende sociaal-democratische
arts MEVROUW DE VRIES—BRUINS, haar
liberalen collega Dr. VOS, den anti-revolution
nair WIELENGA, den vrijzinnig-democraat
KETELAAR en den sociaal-democraat THIJS-
SEN.
MINISTER MARCHANT, die de meer nete
lige onderdeelen naar de behandeling der amen
dementen verschoof, was in betrekkelijk korten
tijd met zijn verdediging klaar. De ratio van
de wet was duidelijk. Men moest wel zeer pes
simistisch zijn en met zucht tot liquidatie van
ons volksbestaan behept, indien men, zooals de
heer ZIJLSTRA, voor dit door en door gezonde
doel de betrekkelijk geringe en later veel groo-
tere uitgaven besparende kosten één drie ton,
met over had. En strijd met de Grondwet was
er met.
Minister Marchant manoeuvreerde weer met
zijn gebruikelijke debat-routine en wekte met
verschillende zijner principieele uitlatingen hier
en daar nog al bedenkelijke gezichten. Vermoe
delijk zal hij daarover morgen bij de behande
ling der amendementen nog wel een en ander
te hooren krijgen. Wat hij, als wij hem goed
hebben verstaan, opmerkte over de vrijheid van
onderwijs, welke formaliter volkomen intact
blijft, wanneer het subsidie wordt ingetrokken
en de school daardoor ten doode is gedoemd,
verwaarloost geheel, dat juist het geven van
subsidie onder bepaalde voorwaarden inhaerent
is aan ons onderwijsstelsel. Men zal dit in de
Handelingen eens precies moeten nagaan, want
op de formuleering komt in deze materie zeer
veel aan.
Vermelden wij nog van de behandeling van
dit ontwerp, dat mevrouw DE VRIES-BRUINS
eens van MINISTER SLOTEMAKER DE
BRUïNE, die wegens zijn taak op het gebied
der gezondheidszorg dit ontwerp medeondertee-
kende, volkomen acceptabele en eigenlijk zeer
overbodige motie aangenomen zag, welke de Re
geering uitnoodigde, „zooveel mogelijk maat
regelen te bevorderen om te komen tot een on
derzoek van de schoolkinderen op open tuber
culose van de ademhalingsorganen. „Zooveel
mogelijk" omvatte blijkens Mevrouw de Vries'
toelichting ook de financieele mogelijkheid. En
toen kon Minister Slotemaker vrede met deze
motie hebben.
Bij den aanvang der vergadering keurde de
Kamer zonder hoofdelijke stemming de contin-
genteering van draadnagels enz. goed, doch
niet dan nadat Mr. TEULINGS nog eens de
kartelpolitiek in deze industrie en het afkeu
renswaardige sluiten van de fabriek te Helmond
ter sprake had gebracht en Mr. WENDELAAR
een pleidooi had gehouden, om den invoer van
machinale draadnagels, welke vooral in den
tuinbouw voor kratten veel toepassing vinden,
soepeler te behandelen.
MINISTER STEENBERG HE zegde toe, het
opgemerkte zorgvuldig te zullen overwegen en
de ontwikkeling van den gang van zaken in de
draadnagelindustrie zeer nauwgezet in het oog
te zullen houden.
De middag is besloten met het begin van de
beraadslagingen over de suppletoire begrooting
ten behoeve van de verhooging der uitkeeringen
aan oud-gepensionneerde militairen van land- en
zeemacht. Jarenlang is van alle zijden voor deze
groep gepleit. En de tegemoetkoming, welke
Minister Deckers thans voorstelde, bevredigt
natuurlijk de afgevaardigden, die ieder jaar op
nieuw gelijkstelling dezer oud-gepensionneerde
militairen met de burgerlijke ambtenaren ge
vraagd hebben, slechts zeer matig. De heeren
WESTERMAN, SCHILTHUIS, K. TER LAAN,
Mijn hart klopte als een stoommachine en mijn
keel was droog, terwijl ik met de vingers van
mijn eene hand de kolf van mijn revolver vast
hield in mijn koppel.
Ik hoorde hoe haar stem licht beefde en
voelde hoe ze zich dichter tegen mij aandrukte.
We waren nu uit het heldere licht en konden
de donkere veranda overzien. Er stonden een
twaalftal stoelen, maar er was er geen een be
zet. Ze gaf een zucht van verlichting, en ze greep
met beide handen zenuwachtig mijn arm.
„Goddank," zei ze warm. „Als we nu nog
maar vijf minuten tijd hebben!"
HOOFDSTUK XXI
Weer dichter bij het doel
„En nu naar den stal," zei ik. „Wat voor paar
den zijn er?"
„Officierspaarden, maar een uur geleden ston
den er ook nog andere vastgebonden aan de pi-
ketlijn. Er zijn ook enkele burgers uit Beckley
op het bal. En hun paarden zullen gemakkelijk
mee te nemen zijn, want die worden niet be
waakt."
„Heb je ze gezien?"
„Toen ze aankwamen, ja, het leken me mooie
dieren te zijn, nog beter dan de legerpaarden."
Nu kon ik ze ook vaag onderscheiden, maar
ze stonden zoo dicht bij elkaar, dat ik onmoge
lijk kon zien hoeveel er waren.
„Zouden ze allemaal gezadeld zijn?"
„Ja, ze hebben ze eenvoudig vastgebonden. Ik
VAN DIJK en SURING waren het vrijwel eens
over het ontoereikende van wat de Minister
thans voor deze menschen wil doen en alleen
de heeren TILANUS en DUYMAER VAN
TWIST deden een geluid hooren, dat van iet
wat meer waardeering getuigde.
Aari de hand van 's Ministers antwoord ko
men wij morgen op deze aangelegenheid en haar
lange voorgeschiedenis nog terug. De heer SU
RING heeft onder meer bepleit, dat men op
deze oud-gepensionneerden althans niet zal toe
passen de als onderdeel van het dekkingsplan
1935 voorgestelde korting op het pensioen, welke
dienen moet als premie voor het gezinspensioen.
De Rijksmiddelen hebben over
September f 30.724.155 opgebracht
of f 1.4- millioen minder dan de
raming tegen f 30.684.626 in Sep
tember 1933.
Over de eerste negen maanden
van dit jaar was de opbrengst
f260.266.656 tegen f 237.875.908
in hetzelfde tijdvak van het vorige
jaar.
De raming voor de negen maan
den bedroeg echter f289.888.125,
zoodat de opbrengst daar
f29.621.469 beneden gebleven is.
De wegen- en rijwielbelasting
hebben over de eerste negen maan
den van dit jaar f 18.952.923 op
gebracht.
In het Casino te Treebeek heeft pater Hen
ricus O.Cap. voor de leden van „Geloof en We
tenschap" en vele andere belangstellenden in
een rede zijn persoonlijke visie gegeven over re
voluties-van-links-en-van-rechts.
Z.eerw. heeft allen opgeroepen katholiek te
zijn, Roomsche mannen en Roomsche vrouwen,
die de daad aandurven, die hun beginselen be
leven, die in den communist hun broeder en in
de zondares hun zuster zien, die niet fuiven
kunnen zoolang er leed geleden wordt.
„En als in een kerk aldus spr. de com
muniebank bestormd wordt en de geloovigen zich
voor de biechtstoelen verdringen en als van den
kansel schitterend gepredikt wordt, dan ze'fs
kan men niet van een ideale parochie spreken,
wanneer buiten de kerk de crisis woedt en niet
bestreden wordt met alle christelijke middelen,
wanneer daar honger geleden en het geloof niet
beleefd wordt."
„We voelen op een avond als dezen onze ont
stellende verantwoordelijkheid. We staan op een
keerpunt, voor een kentering. Er wordt geschie
denis geschreven, wie zal dit ontkennen? Van
ons, katholieken, zal het afhangen, hoe die ge
schiedenis zal worden geschreven. Zal men over
honderd jaar ons vloeken als lafbekken of zal
men ons een monument oprichten als het volk,
dat redding bracht?"
Door de heele rede heen, als een gouden draad
ging zijn oproep tot ons volk: weest 100 pet.
katholiek.
„Gij, tamme, brave Nederlanders, die de we
reld beziende meent dat het zoo kwaad nog niet
gaat, al wordt er van crisis en wat dies meer zij
gesproken, wie lijdt aan de grootste koorts, Mos-
cou of gij? Noem de schurken in Rusland schurk,
noemt, wat ze verrichten, schurkerij, maar er
kent: ze hebben courage. Die courage wenschen
we ons zelf toe, die zoo graag achter de schut
ting staan. Het bolsjewisme is een machtige
beweging gezien door den Marxistischen bril
een elite-groep, ingesteld niet op gezwam
dat kunnen wij, Roomschen, dikwijls beter,
maar op de forsche daad. Ruslands commu
nisme heeft niets van een ordeloos-instincten
uitleven, het legt meedoogenloos de hardste of
fers op en ook dit kunnen wij ter harte nemen.
Bij alle sectarische strevingen van 'n Lenin, bij
al zijn godslastering, wil ik hem toch mijn hulde
brengen, want hij is energiek, hij laat zich lei
den door zijn beginselen, ofschoon ik die ver
foei, hij is een man-van-de-daad, die weet wat
hij wil."
„Als een schoft zich installeert in ons huis,
schuwen we geen burengerucht. Dreigt 'n over
strooming den dijk te doorbreken, dan trappen
we met veel lawaai de deuren in. 'n Beetje ra
dicaal en durvend-zijn heeft met Rusland niets
te maken. We moeten meer radicaal zijn, wer
kelijke Roomschen, 100 pet. Roomschen."
Pater Henricus greep communisme en fascis
me de revolutieleer van rechts en van links
in de ziel, legde goede elementen bloot, wees
groote fouten aan, diepe kloven, die ons voor
immer van beide scheiden zullen.
Tegenover deze dwalingen plaatste hij
onze eigen beginselen, die hij in fraaie beel-
zat met kapitein Fox op de veranda en ik her
inner me niet, dat er een afgetuigd is
Ik deed een paar passen naar voren, liep om
het huis heen om de dieren vanuit de schaduw
van een heg te kunnen naderen. Het meisje
kwam naast me loopen en ik stond stil.
„Luister eens, Noreen, je hebt nu genoeg voor
me gedaan te veel zelfs voor een meisje. Waar
logeer je? Hier in 't hotel?"
„J ja."
„Zie dan binnen te komen, terwijl er niemand
in de buurt is, en ga dan naar je kamer. Er is
nu niets meer voor je te doen. Ik zal een van
die paarden meenemen en dan wegrijden, ik ken
de streek voldoende, om den weg te vinden; een
maal in de bergen, ben ik veilig. Zul je dat
doen?"
Tot mijn verbazing keek ze me strak aan, en
bleef rechtop en doodstil staan. Ze scheen naar
adem te snakken, alsof het haar moeite kostte
te spreken. „Meen je dat heusch, dat ik naar
mijn kamer moet gaan?" vroeg ze langzaam.
„Natuurlijk, dat zal 't beste en het veiligste
voor je zijn. Ik kan je niet zeggen, hoe dankbaar
ik je ben, niets wat ik ooit voor je kan doen, zal
in staat zijn om den dienst dien jij me bewezen
hebt te vergelden. Je bent een buitengewoon
dapper meisje."
„Vind je? O, maar ik ben heelemaal niet dap
per. Ik begrijp nog niet, wat ik eigenlijk gedaan
heb, ik had trouwens niet anders kunnen doen.
Maar nu weet ik wat me te doen staat, nu twij
fel ik niet meer, of jij moet het me weige
ren
„Ik weigeren; wat valt er te weigeren? Alles
den in al hun schoonheid voor oogen too-
verde. Deze beginselen alleen, mits daad
werkelijk beleefd, kunnen redding brengen.
Ook sprak hij over het parlementaire stel
sel en over de R. K. Staatspartij en met
beide verklaarde hij zich solidair.
„Geen katholiek, die erkennen moet wat
de Staatspartij in het verleden deed en nu
nog doet voor het katholieke volk, kan haar
zonder meer verlaten.
En het katholieke volk overleveren aan het
fascisme, al zou dat met de beste bedoelingen
geschieden, zou in ons land met zijn gemengde
bevolking, een salto mortale beteekenen. Waren
alle katholieken voor 100 pet. katholiek, levende
monumenten van katholiciteit, dan zou het de
vies gegeven kunnen worden, ook op politiek
gebied: verspreidt u en doordeesemt ons volk
van onze beginselen. Maar we hebben elkaar
noodig, eikaars kracht, eikaars schouders.
Het communisme begint te ontnuchteren. Het
socialisme krijgt overal geweldjge klappen; ook
in ons land heeft het geen werkelijk program.
Hier geldt: geeft ons enkele generaties om de
geesten gewillig te maken voor het socialisme.
Hier ook eet de S.D.A.P. uit de handen van het
parlement. Onze tijd is gekomen. Kunnen we
nu uiteengaan? Nooit! Gezamenlijk en op poli
tiek gebied in één organisatie dienen we op ta
stuwen, het oude Evangelie weer nieuw te ma
ken op sociaal en politiek terrein, 't Is een
enorme, een ernstige taak. Maar we moeten er
voor staan met een blij hart, ons eigen maken
het voorbeeld van Uilenspiegel, die den be:g
optorsende met zijn kruiwagen, zich toch ver
heugde, dat het straks van zelf zou gaan."
Op deze rede volgde een langdurig applaus
Op het Departement van Sociale Zaken is
Dinsdag de bedrijfsraad voor de Sigarenindu-
strie geïnstalleerd. Wegens verhindering van
den Minister van Sociale Zaken, geschiedde de
installatie door den secretaris-generaal, mr. dr.
A. L. Scholtens, die daarbij een rede hield.
Hij spreekt den wensch uit, dat mede, door
beleidvol optreden de goede ontwikkeling van
het instituut der bedrijfsraden zal worden be
vorderd en dat de samenwerking voor de be-
drijsverhoudingen en de bedrijfsgenooten goe
de vruchten zal dragn.
Deze rede van den secretaris-generaal werd,
namens de leden van den bedrijfsraad beant
woord door den heer K. L. H. van der Putt, die
zeide, dat deze bedrijfsraad door allen aan
vaard, zij het dan ook met meer of minder
geestdrift begroet, een feit was geworden. Spr.
wilde niet verhelen, dat een verder strekkende
bevoegdheid meer aan de wenschen van werk
gevers en werknemers zou hebben beantwoord
en dat een bemoeienis op breeder terrein tot de
verlangens behoorde. Sedert tientallen jaren
bestaat aldus spr. in de sigarennijverheid
een zeer nauw contact tusschen werkgevers en
werknemers, dat heeft geleid tot een collectie
ve arbeidsovereenkomst met een behoorlijke
rechtspraak, een kindertoeslagfonds, een be-
drijfsvereeniging en een pensioenfonds. Het is
de vrees voor deze zoo moeizaam opgebouwde
arbeidsregelingen en sociale voorzieningen die
werkgevers en werknemers te zamen drijft.
Spr. zeide in den nieuwen vorm van samen
werking, die de bedrijfsraad biedt een perspec
tief te zien, dat reden tot voldoening geeft en
bevorderlijk is v. d. bedrijfsvrede. Hij verheug
de zich over de belangstelling, die de ontwikke
ling van de bedrijfsraden in den lande onder
vond en sprak de hoop uit dat ook deze nieuwe
bedrijfsraad rijke vruchten zou mogen af
werpen.
In den Bedrijfsraad zijn vertegenwoordigd:
De Nederlandsche R.K. Vereeniging van Si
garenfabrikanten door de heeren, K. L. H. van
der Putt, W. M. Huysmans en A. H. M. Kes-
sels, allen te Eindhoven; het Verbond van Siga
renfabrikanten in Nederland, door de heeren,
M. Smith te Heemstede, G. Bijdendijk te Deven
ter en G. Witteveen te Utrecht; de Ned. R.K.
Tabakbewerkersbond „St. Willibrordus" door de
heeren J. Gemen en H. Heesterbeek, beiden te
Eindhoven; de Ned. Sigarenmakers- en Ta
bakbewerkersbond door de heeren J. van der
Weijden te Amsterdam en Th. Beerens te Eind
hoven; de Nederlandsche Federatie van Siga
renmakers en Tabakbewerkers door den heer C.
Wolff te Amsterdam en de Christelijke Bond
van Sigarenmakers en Tabakbewerkers in Ne
derland door den heer B. Kruithof te Kampen.
Tot voorzitters zijn benoemd van werkgevers
zijde de heeren K. L. H. yan der Putt en W.
Smith en van werknemerszijde de heeren J.
Gemen en J. van der Weijden, met bepaling,
dat elk van hen voor den tijd van één jaar als
voorzitter zal optreden. Voor het eerste jaar
treedt de heer Van der Putt als zoodanig op.
Tot eersten secr. is benoemd mr. A. Stein-
hüller, tot tweden secretaris de heer H. Hees
terbeek te Eindhoven.
Het secretariaat van den bedrijfsraad is ge
vestigd, Keizersgracht 4, te Eindhoven
wat er nog voor je te doen valt is, naar je kamer
te gaan."
„Maar als ik nu eens niet ga, als ik met jou
mee wil rijden?"
„Maar Noreen, dat kan toch niet, je zou je
aan ontzettende gevaren blootstellen denk
toch eens aan de dagen en nachten van verber
gen, en voorttrekken, met kans op ontdekking,
vóór ik veilig en wel de linies van de Confede-
ralïsten bereikt zal hebben. En die opoffering is
trouwens niet noodig, je bent hier volkomen
veilig."
„Ben ik hier veilig?" vroeg ze. „Denk je dat
ze me zullen ontzien, omdat ik een vrouw ben?
Er zijn te veel menschen die weten welk aandeel
ik in jouw ontvluchting gehad heb. Kolonel
Pickney zal rapport moeten opmaken en zichzelf
vrij moeten pleiten. En wil je nu nog dat ik hier
blijf? Vader is dood, er is niemand tot wien ik
me nu kan wenden. Als ik hier blijf, zal ik van
nacht nog gearresteerd worden beschuldigd
jou te hebben geholpen om te ontkomen en
ik heb geen vrienden en geen verdedigers. Tom,
ik moet bij je blijven."
„Je behoeft niets meer te zeggen, Noreen," zei
ik eenvoudig, „nu begrijp ik het. Je wilt dus
met me meerijden?"
,Ja,"
„Het zal een moeilijke rit worden en ik kan
niet vermoeden hoe alles zal af loopen, maar je
vertrouwt me volkomen, niet?"
Ja.
„We zullen vrienden zijn echte vrienden,
niet?"
„Ik vertouw je, is dat niet genoeg? Alles wat
Zooals men in de bladen heeft kunnen le
zen is het filmjournaal, dat den moord op
koning Alexander van Joego-Slavië en
minister Barthou in beeld brengt, door de Cen
trale Commissie voor de Filmkeuring verboden,
welk verbod na een herkeuring bevestigd werd.
Zoowel Fox als Paramount waren in het bezit
van een eigen journaal, terwijl Polygoon de
rechten van het Fransche Eclair-journal in
handen had. Al deze journalen werden verboden
en behalve deze ook de gemitigeerde versie,
waarbij de moordaanslag zelf en verschillende
andere schokkende détails waren weggelaten.
Verbaasd en ontevreden over dit verbod heb
ben de directies der drie bovengenoemde film-
ondernemingen Dinsdagmiddag een vertooning
georganiseerd voor het hoofdbestuur van den
Ned. Bioscoopbond en de pers. Op deze vertoo
ning werden zoowel de origineelee iilms als de
gecoupeerde film gedraaid, zoodat men alle
gelegenheid had het voor en tegen van hef
verbod der Centrale Commissie aan de hand
van de practijk te beoordeelen. De algemeene
indruk na afloop was ongetwijfeld, dat de keu-
ringsraad zijn doel voorbijgeschoten is en een
film verboden heeft, die niet alleen een histo
risch document is, doch die tevens een aan
grijpend beeld geeft, dat via pers en radio een
zeer groote belangstelling bij het publiek van
alle landen heeft gewekt.
In Frankrijk heeft men weliswaar op de film
beslag gelegd, doch dit geschiedde, zooals de
heer Ochse, die de voorstelling inleidde, zeide,
uit overwegingen, die niets met zedelijkheid
noch openbare orde te maken hadden. Oorzaak
van het optreden der Fransche autoriteiten
was de vrees, dat het pubhek zou zien, hoe ge
brekkig de afzetting door de politie is geweest.
Deze maatregel is heftig becritiseerd in de
Fransche pers, die meende, dat het volk recht
heeft op volledige inlichtirgen. ook daar waar
een regeering zou gefaald hebben.
Wat nu de journalen zelf betreft (zij bepalen
zich niet tot den moordaanslag alleen, doch een
ervan vertoont ook de plechtige overbrenging
van het lijk van den koning aan boord van de
„Dubrovnik")zij zijn uiteraard ontstaan uit
het toeval, zooals zich dit aan de vele opera
teurs voordeed, zoodat men zich tevoren op
geen enkel sensationeel accent kon instellen.
Daardoor is het eigenlijk moment van den
moord aan de camera ontsnapt. Alleen het.
knallen der schoten deed de operateurs plotse
ling de camera wenden, juist op het oogenblik,
dat de dader, staande op de treeplank van den
auto, den sabelslag ontvangt. De menigte stuift
uit elkaar, we zien een close-up van den ster
venden koning, we zien hoe de dader onder den
voet wordt geloopen en in het Eclair-joumal
verschijnt ook de koningin-weduwe in een
groot-opname voor de lens
Ongetwijfeld zijn de opnamen van den ster
venden koning, van het vertrapte lichaam van
den dader en van de koningin-weduwe schok
kend voor ons gevoel, doch deze sensatie spruit
eer voort uit een gevoel van piëteit dan uit een
gekwetst zedelijkheidsgevoel. Doch ook zonder
deze schokkende accenten heeft men de film
verboden en dit is voor ons bepaaid onbegrij
pelijk. De misdaad van Marseille heeft in de
pers in woord en beeld groote aandacht gehad.
De film fascineert sterker, ongetwijfeld, doch
niet alleen suggereert zij de afschuwelijkheid
van den moord, maar zij roept andere gedach
ten wakker. Bijvoorbeeld deze: dat een blij
moedig lachend mensch, hü zij koning of bede
laar, met één slag uit het leven kan weggesla
gen worden. De opgewekte figuur van koning
Alexander en de wijze glimlach van Barthou,
beiden weten we plotseling verstard als de
dader zijn schoten heeft gelost en de sterkste
emotie was voor ons het schrijnend contrast
tusschen het lachend gezicht van den koning
en zijn krijtwit masker van den dood, een emo
tie, die eer een gewijd karakter krijgt dan een
gevoel van grove sensatie. We zouden zelfs wil
len concludeeren, dat de hierboven genoemde
accenten, tot een ondeelbaar oogenblik verkort,
allerminst als een grofheio kunnen gekwalifi
ceerd worden, ja zelfs 'n waarschuwende gedach
te aan den dood kunnen oproepen. Reden tot
verbod in dezen vorm kan er o.i. niet bestaar
Ook met de „staatsgevaarlijkheid" van de
film zal het nogal losloopen. Er zullen elemen
ten zijn, die meenen te moeten demonstreeren,
er zullen anderzijds menigten zijn, die bij het
zien van deze film nadenken en lang daarna
in de overweging, dat ook hier weer twee man
nen des vredes hun leven lieten door grof ge
weld.
Heeft de Centrale Commissie, zoo vragen wij
ons af, geen spoken gezien, waar hoogstens
enkele sterke emoties waar te nemen zijn? Wij
vreezen dit zeer en na het zien van deze jour
nalen, kwam onwillekeurig de gedachte bij ons
op: van waar plotseling deze kieskeurigheid, die
zoo vaak afwezig was bij vrij wat grovere films,
die niet eens historische documenten doch fan
tasieën waren? Herinneren we ons b.v. om
wèl een historisch geval te noemen het on
geluk van de „Akron", waarbij drie matrozen
door een kabel in de lucht werden getrokken
en voor het gevoellooze apparaat van den film
operateur te pletter vielen, zonder dat ons één
détail werd bespaard? Denken we even te-ug
aan films als „Mata Hari", „Het Teeken des
Kruises", „Het monster Frankenstein" en zoo-
ik van je vraag is dat je me niet hier alleen ach
terlaat." Ze klampte zich aan mij vast en haar
oogen keken me aan. „Beloof me dat, Tom,"
smeekte ze.
„Dat is alles wat ik van je vraag."
„Goed, we gaan samen, en ik nam haar hand
geruststellend in de mijne.
„Wat er ook gebeurt, ik zal mijn best doen.
Maar dan moeten we ook direct gaan."
„Ja, goed en dank je wel
We kropen nu verder in de schaduw van de
heg, tot we bij de paarden kwamen, die buiten
den' stal aan de piketlijn vastgebonden waren.
Er stonden er zeven, en ik koos er twee uit, die
voor zoover ik in de duisternis zien kon, aan ons
doel schenen te beantwoorden. Ik hielp haar in
het zadel, stak een van de revolvers in den lee-
gen holster en steeg toen zelf ook op. Dat was
allemaal stil en zonder leven te maken gegaan,
en het slapende kamp achter ons bleef ook rus
tig. Uit een raam boven in het hotel viel een
lichtschijn naar buiten, maar wij waren veilig
uit het licht. Het meisje leek een schaduw en de
lange cape verborg haar heelemaal. Ik kon het
geluid van de muziek niet meer onderscheiden,
maar toch was het gerechtsgebouw nog verlicht.
„Welken kant uit?' vroeg ik, terwijl ik de
paarden aanzette.
„Eerst naar het Zuiden. Er is een zijweg juist
achter de oude school."
„En de wachtposten, weet je waar die staan?"
„Bij den rivierovergang van de Green Briar
den hoofdovergang."
„En niet bij Benton?"
„Nee. ik denk dat ze niet eens weten, dat daar
vele andere, die om allerlei redenen een ver
bod hadden verdiend. Tegenover deze fantasieën
wordt het journaal van den moord te Marseille
een verschrikkelijk nuchter en daardoor aan
grijpend document, dat zeker niet voor kin
deren kan bestemd zijn, doch dat aan volwas
senen met normale hersens en een normaal ge
moed geen onedele sensaties behoeft te ver
schaffen, zelfs met, wanneer alle accenten als
het ware flitsenderwijs in de film zijn opge
nomen.
Men kan blijven twisten over de vraag of
bedoelde détails met eenigszins in strijd zijn
met den goeden smaak, liever gezegd met de
goede mameren. De te opzettelijke vertooning
van het smartelijke beeld der koningin-weduwe
is dit zeker wel, althans in een te geprolon
geerde close-upmaar dit te beoordeelen is
nooit de taak der centrale commissie geweest
en, afgaande op de onsmakelijkheden, die zij
heeft doorgelaten, zouden we met durven be
weren, dat zij deze taak ooit heeft begeerd.
Wat dat dus betreft
Maar zijn er misschien andere, geheime mo
tieven voor de Centrale Commissie geweest?
Dinsdag vond bij toeslag de verkoop plaats
van de „Planken Wambuis", het landgoed onder
Otterlo, ruim 2000 HA. groot. De massa is ver
kocht voor een bedrag van f 240.340.
Het hout, dat geveild was voor f 66.150 is door
den kooper genaast voor dit bedrag, verhoogd
met 5 pCt.
Met betrekking tot de in het laatst van de
maand September j.l. verschenen bekendmaking
omtrent de controle op de naleving van artikel
2 van de Rijwielbelastingwet, deelt men ons
mede, dat de minister van Financiën nader
aanleiding heeft gevonden aan de ambtenaren
van den belastingdienst opdracht te geven geen
bekeuring in te stellen, indien de berijder van
een rijwiel het rijwielbelastingmerk met op de
voorgeschreven wijze aan het rijwiel, doch op
in het oog vallende wijze op de linker borsthelft
aan zijn bovenkleeding heeft bevestigd.
De HoogEerwaarde Pater Generaal der Pa
ters Capucijnen heeft pater Quirinus te Char-
lois benoemd tot poenitencier aan de pauselijke
basiliek van O. L. Vrouw te Loreto.
Naar men ons meldt, hebben de voorzitter en
de secretaris van de Haagsche Telefoon Radio-
Vereeniging, die jJ. Zaterdag ten Paleize
Nooröeinde aan Prinses Juliana een album heb
ben aangeboden ter herinnering aan den hul-
(ügingsavond ten bate van het Nationaal Crisis-
Comité, bij die gelegenheid tevens aan de
Prinses een chèque van 2.029.40. zijnde de
netto-opbrengst van dien huldigingsavond, over
handigd.
Met 1 Nov. is benoemd tot burgemeester van
Raai te: H. M. van der Vijver, met toek. van
gelijktijdig eervol ontslag als id. van Overasselt.
Met 1 Nov. is benoemd tot burgemeester van
Groesbeek: jhr. H. H. J. M. van de Poll, met
toek. van gelijkt, eervol ontslag als id. van
Didam.
Met 1 Nov. is benoemd tot burgemeester van
Eibergen G. J. J. Wouters met toek. van
gelijkt, eervol ontslag als id. van Wamel.
Aan J. P. G. Grootendorst is wegens ophef
fing van zjjn betrekking eervol ontslag verleend
als leeraar aan de R.H.BB. te Deventer.
Wederom tijd. benoemd tot leeraar aan de
Rijks HES. te Velsen: J. J. van den Berg.
Met 16 Nov. is benoemd tot referendaris der
P.T.T. de idem 2e kl. der P.T.T. J. van Holt-
hoom, thans dir. P.T.T.-kantoor te Culemborg.
Aan den referendaris 2e kl. der P.T.T. J. N.
Pel, bestuurder van het post- en telegraafkant.
te 's Gravenhage, Charlotte de Bourbonstraat,
is ing. 16 Oct. op verz. eervol ontsl. verleend.
Herbenoemd zijn tot burgemeester van Cuijk
en St. Agatha J. A. M. van de Mortel; van
Borculo M. van Welie; van Hillegom mr. D. F.
Pont; van Den Helder W. F. G. L. Driessen;
van Harenkarspel en Warmenhuizen H. Nolet;
van Kamerik en Zegveld J. J. Talsma en van
Grijpskerk R. Bakker.
Benoemd tot subst. off. van Justitie bij de
rechtbank te Amsterdam mr. H. A. Wassen-
bergh, thans id. bij de rechtbank te Leeuwarden.
Benoemd zün tot kantonrechter-pl.verv. in
het kanton 's Hertogenbosch mr. J. B. H. M.
Hengst, adv. en proc. te 's Hertogenbosch en
mr. E. E. J. M. van Zinnicq Bergmann, adv. en
proc. te 's Hertogenbosch, won. te Vught.
Aan den heer G. P. Datema is op verz. eervol
ontslag verleend als consul der Nederlanden te
Manilla. De waarneming van het consulaat is
opgedragen aan den vice-consul der Neder
landen aldaar, den heer T. Bremer.
een doorwaadbare plaats is, die staat met op
de stafkaarten."
We reden langzaam verder, ik hield met mijn
hand de trens van haar paard en we bleven op
zij van den weg rijden, waar 't donker was, tot
we de laatste huizen van het dorp voorby waren.
Ik was niet bang, dat we de posten bij Green
Briar zouden tegenkomen, want de Doschweg, die
juist achter het roode, oude schoolgebouw links
afsloeg zou ons een paar kilometer naar het
Oosten brengen.»En als we dien overgang van de
rivier bij Benton konden bereiken voor het dag
werd, stonden onze kansen om in de bergen een
schuilplaats te vinden er uitstekend voor. Als het
kamp het eerste half uur nog niet gealarmeerd
werd, dan zouden onze achtervolgers cms wel niet
meer inhalen. Maar als we de rivier over waren,
dan hadden we een anderen vyand te duchten
de Cowans en hun benden. In de bergen krioelde
het van menschen, die by hen hoorden, en we
moesten dwars door hun schuilplaats om aan de
linies der Confederalisten te komen. Ik moest
voedsel voor ons vinden en een nachtleger en de
bendeleden probeeren te ontwaken. „Noreen,"
zei ik, terwyi ik me naar haar toekeerde, „ben
je er nog van overtuigd, dat het het beste is voor
je om dezen rit mee te maken?"
„Je wilt toch niet, dat ik terug ga?" vroeg ze,
en ze hield het paard in.
„Nee dat niet. Ik wil alleen je eigen bestwil.
Maar maar besef je wel goed wat voor geva
ren ons hier in de bergen bedreigen?"
(Wordt vervolgd)