Strijd tusschen auto en trein
DE ROODE NEVEL
BEIDE KRIJGEN ZWARE
KLAPPEN
DINSDAG 23 OCTOBER 1934
Jaarvergadering van
autobusondernemers
Tindiefstallen bij de
Draka
Brandkasten-ïnbreker
Tegen smokkelen van
pluimvee
De Bond van Autobusrfienstonder-
nemers is bereid met de Neder-
landsche Spoorwegen samen
te werken
Bereid tot samenwerking
Bussen op den afsluitdijk
Het Verkeersfonds en zijn
gevaren
STEUN AAN SCHEEPVAART
Nog geen toezeggingen aan den
Kon. Holl. Lloyd
INSTELLING VAN BEDRIJFS-
RADEN
Bij verschillende bedrijven wordt
een onderzoek ingesteld
Hooge straffen geëischt tegen
dieven en heler
VREEMDE MUSICI
Moeilijkheden voor het café
restaurantbedrijf
In totaal zou hij nog 9l/2 jaar
moeten uitzitten
OP MILITAIRE COLONNE
INGEREDEN
Cassatieberoep verworpen
HERCLASSIFICATIE
GEMEENTEN
DER
Bezwaren tegen salarisverlaging
OUD-MINISTER BELEEDIGD
In hooger beroep dezelfde straf
geëischt
MISHANDELING TE OSS
Opnieuw vier jaar geëischt
GRAANMALERUAFGEBRAND
Twee woonhuizen mede een prooi
der vlammen
MACHT OVER HET STUUR
VERLOREN
Auto botste dientengevolge
tegen brug
DOOR EEN AUTO GEGREPEN
Wielrijder zwaargewond
BRABANT-OVERFLAKKEE
MAN VERDRONKEN
Vrijsprekend vonnis vernietigd
Uitbreiding van vervoerverbod
Lompenpakhuis uitgebrand
UIT DE STAATSCOURANT
een verhaal uit den slavenoorlog
door randall parrish
Maandagmiddag hield in het Jaarbeurs-
restaurant te Utrecht de Ned. Bond van Auto-
busdienstondernemers de 12e jaarvergadering.
In zijn openingswoord gaf de voorzitter, de
heer Wortsman (Utrecht) een resumé van de
Zware lasten die den autobusdienstonderne-
mers in het afgeloopen jaar zijn opgelegd. Spe
ciaal memoreerde spr. den grooten strijd, die
tusschen den auto en den trein thans woedt
en die de gemoederen in den lande reeds lang
in beroering houdt.
Spr. uitte zijn verontwaardiging over de op-
hande zijnde maatregelen, die getroffen zullen
Worden ten opzichte van twee autobuslijnen ten
behoeve van het pas in bedrijf gestelde spoor
lijntje in Zuid-Holland, dat ondanks zijn jeugd
leeds ettelijke millioenen gekost heeft en overal
in den lande berucht is geworden!
Aan het jaarverslag ontleenen wij o.m. het
Volgende:
Het spoorwegtekort is niet alleen werkelijk
heid geworden, doch een zoo ontrustbarende
realiteit, dat de Regeering ronduit verklaart
dat dit de zwarte vlek op de begrooting is. Het
geheele land zucht er onder.
Als de Regeering tengevolge van dit tekort
radeloos wordt, is de kans op redelooze maat
regelen tegenover het autotransportbedrijf in
het algemeen heel groot, waardoor dit wel eens
in een reddelooze positie kan geraken.
Buitengewoon fataal is het daarom, dat na
slechts enkele maanden er in ons land geen
Dieseltreinen meer te zien zijn, de proef met dit
Soort treinen niet als geslaagd kan worden aan
gemerkt, de kosten van aanschaffing en repa
ratie belangrijk geacht kunnen worden en om
trent de geheele nieuwe tractie-methode een
Pijnlijke onzekerheid bestaat. Op dit oogenblik
wagen zelfs de spoorwegmenschen zich aan
geen enkele profetie.
Door het Verkeersfonds worden onze bedrij
ven gevoeliger voor de lotgevallen der Spoor
wegen.
Wij wenschen van harte dat inderdaad in
December de Dieseltreinen terug komen en
Voor goed en dat de invloed op de exploitatie-
Uitkomsten een weldadige zij.
Ook de voorwaarde waarop de spoorweg
directie bereid is de exploitatie op een onbe-
teekenend lijntje te staken is aan bedenking
onderhevig. De voorwaarde is, dat de A.T.O.
dan een autobusvergunning krijgt.
De Spoorwegen behoeven echter
op een daad van de Regeering niet
te wachten. Zij kunnen zelf de on
derhandelingen met ons openen,
want onze bereidheid tot samen
werkingen is nog precies dezelfde
als vroeger.
Een schrede achterwaarts is het om een
hieuwe spoorlijn GoudaBoskoopAlphen te
openen. Geen enkel vervoersmensch heeft
voor deze daad eenig enthousiasme getoond.
De Minister was niet geestdriftig, de Spoor
wegen wilden niet. Van alle kanten is er
gewaarschuwd, precies als bij het Zuid-Be-
velandsche geval. In hetzelfde jaar, waarin
men, in Zeeland wijsgeworden, de spoorlijn
Sluit, opent men de natuurlijk spoedig tot op
heffing gedoemde lijn GoudaBoskoopAl
phen. Het is onverklaarbaar. Ook hier een
comité van een paar burgemeesters, die de
zaak doordrijven, die autobusdiensten en on
dernemers de dupe laat worden. Voor ons
staat het vast, dat de ervaring van Zeeland
dezelfde zal worden te Boskoop: het gaat
niet.
Reeds in het begin van dit jaar bereikte ons
het alarmeerend gerucht, dat de Spoorwegen,
hu ze verplicht werden de nieuwe Hjn te ex-
Ploiteeren, reeds vooraf poogden zich van de
Uutobusdienstondernemers te ontdoen, door aan
Ged. Staten van Zuid-Holland te verzoeken
alle autobuslijnen rondom Boskoop op te hef
fen.
Nu de Hooge Raad door een juiste wetsinter
pretatie de ingestelde vervolgingen kans van
slagen geeft, heeft het Departement van Wa
terstaat onmiddellijk de aandacht van alle
Commissarissen der Koningin op deze zaak ge
vestigd en hebben deze op hun beurt de bur
gemeesters verwittigd dat tegen wilde diensten
streng behoort te worden opgetreden.
In dit verband zij herinnerd aan de gerucht
makende inbeslagname van autobussen op den
afsluitdijk. Het is onze grief dat men op klach
ten van de spoorwegen en van de A.T.O. vlug
ger reageert dan op die van ons. Toch mogen
we de eer van dit optreden niet aan de A.T.O.
afstaan.
Het beteugelen van wilde diensten is moei
lijk gemaakt door een protest tegen de inbe
slagname van autobussen door het Rijkstoe-
zicht. Deze zaak werd door de ondernemers in
kort geding gewonnen, waardoor het Rijkstoe-
zicht een belangrijk machtsmiddel is ontno
men. Er zijn evenwel aanwijzingen, dat het
ingestelde beroep niet in het voordeel van de
ondernemers zal uitvallen.
Het financieel verslag sloot met een batig
saldo van ƒ210.19.
Bij de hoofdbestuursverkiezing werden de
heeren T. J. Boomstra te Wommels, L. A. Kors
te Heemstede, B. Blom te Gouda herkozen.
Nadat besloten was de volgende jaarvergade
ring wederom te Utrecht te houden, hield de
heer N. Kraak Steemann, secretaris van den
Bond, een referaat over:
Het gevaar van het Verkeersfonds zit niet
in den gewijzigden vorm van boekhouding, ook
niet in de besteding van het bedrag, want de
wegenbouw is veilig, aldus spr., zelfs niet in de
verhouding van lasten, maar van de te benoe
men Centrale Commissie. De samenstelling
daarvan is van groot belang. Het is bekend,
dat het autotransportbedrijf, autobus en vracht
auto in de eenzijdig samengestelde commissie-
Patijn ontbrak.
Het autotransport verkeert nog in het on
zekere, of de minister vertegenwoordigers voor
dezen vervoerstak zal benoemen.
De samenstelling der Centrale Commissie is
daarom van zoo groot belang, omdat de coör
dinatie van het verkeer niet zonder wettelijke
maatregelen zal kunnen geschieden. De voor te
stellen wetsontwerpen vormen het grootste ge
vaar. Immers het vergunningsstelsel voor auto
busdiensten is nauwkeurig geregeld. Het be-
roepsrecht werkt uitstekend. Een yaste juris
prudentie heeft zich gevormd. Wordt door dit
moeizaam opgebouwde werk vanaf 1926 tot
heden weer een streep gehaald? Worden Ge
deputeerde Staten in de vergunningsprocedure
uitgeschakeld? Wordt de Raad van State op
zijde gezet? Zal de Commissie over de vergun
ningen oordeelen? Hier liggen de gevaren, die
nauw betrokken zijn met de samenstelling der
commissie.
In het Voorloopig Verslag op Hoofdstuk I
der Rijksbegrooting hebben eenige leden der
Tweede Kamer de vraag gesteld „of het juist
is, dat de Regeering aan de Koninklijke Holl.
Loyd reeds steun voor den bouw van nieuwe
schepen heeft toegezegd."
Wij hebben ons dienaangaande om inlichtin
gen gewend tot de directie dezer Scheepvaart
maatschappij, die ons verklaarde dat de vraag,
zooals deze in het verslag gesteld is, ontken
nend beantwoord kan worden. Nadere inlichtin
gen omtrent den stand van eventueele be
sprekingen kon zij echter niet verstrekken.
De Commissie van Advies ex art. 8 bedrijfs-
radenwet, waarvan voorzitter is prof. mr. A. C.
Josephus Jitta, vice-voorzitter prof. mr. C. W.
de Vries, secretaris mr. ir. A. W. Quint, werd
6 November 1933 door den Minister van Sociale
Zaken geïnstalleerd.
Tot nu toe zijn adviezen door de kerncom
missie-industrie, aangevuld met bedrijfsgenoo-
ten, uitgebracht over de instelling van een be-
drijfsraad in de typografie en de sigarenindus-
trie. In beide bedrijven is inmiddels een be-
drijfsraad ingesteld.
Een voorloopig onderzoek, gevolgd door het
hooren van belanghebbenden, had plaats in de
steenindustrie. Mede op grond van ontvangen
antwooitien op nader schriftelijk aan werk
gevers- en werknemersorganisaties gerichte
vragen werd besloten voorloopig in dit bedrijf
geen verdere stappen te doen.
Een voorloopig onderzoek, door het bureau
verricht in het brouwerijbedrijf, had eveneens
een negatief resultaat. Eenzelfde onderzoek in
het bouwbedrijf leidde tot een bespreking in
de Commissie met werkgevers- en werknemers
organisaties.
Dezer dagen heeft 'n bespreking met belang
hebbenden uit het schildersbedrijf en het stu-
cadoorsbedrijf. plaats gehad in de gecombineer
de kerncommissie-industrie en -middenstand.
Uit het schildersbedrijf werd reeds den Minis
ter een verzoek gedaan tot instelling van een'
bedrijfsraad, welk verzoek in handen der Com
missie werd gesteld-
Den Minister is verzocht, aan de genoemde
kerncommissies opdracht te verleenen tot het
uitbrengen van advies inzake de instelling van
een bedrijfsraad in het schildersbedrijf en het
stucadoorsbedrijf en in verband hiermee deze
commissies aan te vullen met vertegenwoordi
gers van werkgevers- en werknemersorganisa
ties in deze bedrijven. Het bouwbedrijf zal te
zijner tijd opnieuw een punt van onderzoek
vormen.
Van den R. K. Landbouwbedrijfsraad is een
verzoek ontvangen tot het instellen van een
onderzoek in den landbouw. Een kerncommissie-
landbouw is echter nog niet ingesteld.
Door het bureau der commissie wordt een
onderzoek ingesteld naar de mogelijkheid van
instelling van een bedrijfsraad in de volgende
bedrijven: glasindustrie, meubelindustrie, bak
kersbedrijf, visschersbedrijf, kappersbedrijf. (Uit
dit laatste bedrijf is reeds een verzoek tot in
stelling van een bedrijfsraad aan den Minister
gedaan.)
Voor de rechtbank te Amsterdam heeft zich
de 30-jarige chauffeur H. v. D. moeten verant
woorden, verdacht van diefstallen van tin, ten
nadeele van de Draad- en Kabelfabriek in de
hoofdstad. Verdachte was bij deze fabriek in
betrekking. Hij legde een bekentenis af.
Uit de getuigenverhooren bleek, dat verdach
te een loon verdiende van ongeveer ƒ30 per
week. In den tijd dat de diefstallen werden ge
pleegd in 1933, 1934 heeft verdachte nog
een voorschot op zijn loon gehad, men moest
hem aanmanen, om het terug te betalen.
De president merkte naar aanleiding hiervan
op, dat het altijd zoo met die menschen gaat,
„ze stelen als raven en het geld is zoo weer
weg."
Het reclasseeringsrapport, dat over verdachte
was uitgebracht, was goed.
Verdachte beweerde, dat hij door kameraden
was meegesleept.
Pres.: Toen U Uw belasting niet kon betalen,
omdat U niet hebt meegedaan aan het vrijwil
lige belastingspaarfonds, bent U gaan infor-
meeren hoe U Uw inkomsten onwettig kon ver
meerderen. Toen bent U te weten gekomen, dat
de contróle op het tin niet zoo scherp was
De Officier van Justitie, mr. B. Kist, gaf
alvorens zijn requisitoir aan te vangen een
verklaring van het feit, dat verd. zich niet in
voorloopige hechtenis bevindt: er was in die
dagen plaatsgebrek in het Huis van Bewaring.
Verd. heeft langen tijd ontkend schuldig te
zijn, ten slotte heeft hij een bekentenis afge
legd. Er zijn in den loop van 1933 en 1934 on
geveer 7000 K.G. tin gestolen bij de Draka, en
daaraan heeft verd. meegedaan.
Spr. requireerde, gezien den ernst van het
feit, een gevangenisstraf van anderhalf jaar
wegens diefstal in vereeniging.
De verdediger, mr. Barmat pleitte op juridi
sche gronden vrijspraak.
Vervolgens stonden nog twee arbeiders te
recht, die zich eveneeens aan diefstallen van
tin ten nadeele van de Draka hebben schuldig
gemaakt.
Het O. M. requireerde ook tegen deze ver
dachten ieder anderhalf jaar gevangenisstraf.
De verdediger, mr. J. L. Frankenhuis en mr.
Barmat, bepleitten clementie.
Tenslotte stond „koopman" L. B. terecht; hij
wordt er van verdacht in de jaren 1932, 1933
en 1934 tin, afkomstig van diefstal, te hebben
geheeld. Verdachte gaf toe tin van de arbeiders
te hebben gekocht.
De Officier van Justitie, mr. B. Kist, zeide,
dat uit het onderzoek is komen vast te staan,
dat c.a. 7300 K.G. tin door verd. is verhandeld
voor een bedrag van ruim ƒ8700. Waarschijn
lijk is er nog meer gestolen.
Spr. requireerde, gezien den ernst van de fei
ten, een gevangenisstraf van een jaar en negen
maanden.
De verdediger, mr. Simon de Jong, bepleitte
clementie.
Vonnis 2 November.
Dezer dagen hield de Vereeniging tot be
hartiging van de belangen van café-restaurant
bedrijven in Nederland inzake muziekaangele-
genheden een bijeenkomst te Utrecht, waar
verslag werd uitgebracht inzake de gevoerde be
sprekingen met het Departement van Sociale
Zaken, betreffende de tewerkstelling van vreem
de arbeidskrachten.
Besloten werd zich wederom te wenden tot
den Minister van Sociale Zaken, daar als de uit
voering inzake het Koninklijk Besluit tot te
werkstelling van vreemde arbeidskrtchten zoo
kan worden uitgevoerd, de café-restaurantbe
drijven ten doode zijn opgeschreven. Er wordt 't
vertrouwen uitegsproken, dat meer dan tot nu
toe steun zal worden verleend aan het café-
restaurantbedrijf en dan door algeheele of ge
deeltelijke afschaffing van de zware op het be
drijf drukkende belastingen, accijnzen en rech
ten, alsmede door het wegnemen en het achter
wege laten van steeds meer toenemende be-
drijfsbelemmering.
In het bestuur werden gekozen de heeren P.
Hendrix, Den Bosch, voorzitter; H. L. America,
Amsterdam, penningmeester; A. J. v. Dieren,
Amsterdam, commissaris; J. P. Willems, Utrecht,
commissaris; G. Gennissen, Utrecht, secretaris.
Wegens inbraak in het kantoor van de N. V.
Houthandel „De Rietvink" te Eindhoven, ge
pleegd in den nacht van 22 op 23 December
j.L, was de koopman I. P. de K. uit Eindhoven
door de rechtbank te Den Bosch tot vier jaren
gevangenisstraf veroordeeld. Met een ander was
hij met een valschen sleutel binnengedrongen.
Hij had de brandkast geforceerd en ongeveer
1800.gestolen. Hij stond Maandag in hoo-
ger beroep terecht voor het gerechtshof alhier.
Verdachte ontkende. Zijn kameraad had het
gedaan en hij had zich teruggetrokken, omdat
hij verwachtte, dat het forceeren van de kast
weinig zou opleveren.
De advocaat-generaal vermeldde, dat de
„brandkast-inbreker", behalve de jaren, die hij
vroeger reeds in de gevangenis had doorge
bracht, dit jaar was veroqrdeeld tot 3V> en 2
jaar, waarbij deze vier jaar nog zoudeiï komen.
Als hij dien tijd heeft uitgezeten, zal de leeftijd
wel voorbij zijn, waarin hij het enerveerend en
gevaarlijk beroep van inbreker neg ambieert.
Spr. eischte bevestiging van het vonnis.
Arrest op 5 November a.s.
De Hooge Raad heeft verworpen het cassatie
beroep van C. B., bestuurder van de Noord-
Zuid-Holl. Tramwegmij., door het gerechtshof
te 'sGravenhage veroordeeld to drie maanden
hechtenis wegens het veroorzaken van een aan
rijding op 19 October 1933 op den Raamweg te
's Gravenhage, toen hij op een colonne mili
tairen inreed, waarbij een artillerist het leven
verloor.
Men verzoekt ons plaatsing van de volgende
motie:
De R.K. Kiesvereeniging „District Helmond",
in vergadering bijeen op 20 October 1934 te Hel
mond; kennis genomen hebbende van de plan
nen der Regeering om door herziening en uit
breiding der klassificatie der gemeenten een
bezuiniging te krijgen op de salarissen der rijks
ambtenaren; gehoord de besprekingen; buiten
beschouwing latend of een verdere bezuiniging
op de salarissen der rijksambtenaren al of niet
gemotiveerd is;
verklaard zich niet te kunnen vereenigen met
deze plannen der Regeering, omdat daardoor:
le. het platteland nog meer wordt achtergesteld
bij de steden, de kleine steden bij de groote;
2e. een bezuiniging op de ambtenaren-salaris
sen wordt afgewenteld op een gedeelte der
ambtenaren; 3e. een korting wordt toegepast op
de salarissen van de laagst bezoldigden en de
hoogere salarissen grootendeels aan die korting
ontkomen;
besluit: het bestuur van de R.K. Staatspartij
met aandrang te verzoeken om zich onverwijld
in verbinding te stellen met de R.K. Kamer
fracties der Tweede en Eerste Kamer der Sta-
ten-Generaal, en deze te bewegen eenstemmig
een absoluut afwijzende houding tegenover de
door de Regeering voorgenomen herclassificatie
aan te iiemen.
In hooger beroep is Maandag voor het
Haagsch Gerechtshof behandeld de zaak tegen
den ex-Rijks-accountant R. H, te Hillegersberg,
die door de rechtbank te Rotterdam, terzake
van eenvoudige beleediging aangedaan aan
een ambtenaar in de uitoefening zijner bedie
ning, driemaal gepleegd, is veroordeeld tot een
maand gevangenisstraf, door te brengen in een
bijzondere strafgevangenis.
Door den advocaat-generaal mr. J. A. de Vis
ser waren in deze zaak vijf getuigen gedag
vaard, terwijl de verdediger Mr. Stompe uit
Haarlem eenige getuigen a décharge had doen
oproepen.
De eerste getuige de oud-inspecteur van po
litie J. de Vries, was niet verschenen wegens
ziekte, hetgeen den verdachte, wien dit werd
medegedeeld, eenige uitdrukkingen aan het
adres van dezen functionaris ontlokte, zoodat
de president Mr. de Kuyper hem tot de orde
moest roepen. Zulks herhaalde zich nog eenige
malen tijdens het verhoor van de getuigen,
onder wie de suhst. officier bij de Rotterdam-
sche Rechtbank, mr. Meischke.
Telkens kwam verdachte op p.unten welke
naar het oordeel van den president niet ter
zake dienende waren en hij verwees daarbij
naar brochures en artikelen uit couranten en
tijdschriften, waaruit zou moeten blijken, dat
hij het recht aan zijn zijde had.
Als de verdachte, ondanks de herhaalde waar
schuwingen van den president, voortging in
heftige bewoordingen nog eens te onderstre
pen hetgeen hem bij de dagvaardiging is ten
laste gelegd, werd hij uit de zaal verwijderd
en had het verder getuigenverhoor buiten zijn
tegenwoordigheid plaats.
Een van de door mr. Stomps gedagvaarde
getuigen de heer Staal, die destijds een ver
gadering leidde, waarin verdachte het woord
heeft gevoerd, was niet verschenen.
De verdediger zeide geen genoegen te kunnen
nemen met het voorlezen van diens verklarin
gen, omdat hij dit een belangrijken getuige
achtte en hij verzocht acte van de beslissing
van het Hof om zijn verzoek tot aanhouding
dezer zaak af te wijzen.
De advocaat-geneeraal, Mr. J. A. de Visser,
verzocht het hof het vonnis der rechtbank op
formeele gronden te vernietigen. De ten laste
gelegde feiten achtte spr. bewezen en gezien
het psychiatrisch rapport omtrent verdachte
vroeg hij wat de straf betreft, oplegging van
de zelfde straf.
Mr Stomps achtte de dagvaarding in zoo
danige termen gesteld dat veroordeeling niet
zal kunnen volgen, omdat niemand van de
gehoorde getuigen de daarin vervatte woorden
positief heeft gehoord. Subs, vertocht pleiter
clementie. Arrest 5 Nov. as.
Voor het Bossche Hof heeft terecht gestaan
de arbeider P. G. van O. uit Oss, die door de
rechtbank te Den Bosch wegens zware mis
handeling tot vier jaren gevangenisstraf was
veroordeeld. Hij had in den nacht van 18 op
19 Juni j.l. te Oss P. van Buul met een mes
gestoken en levensgevaarlijk gewond.
De advocaat-generaal, mr. Massink, eischte
bevestiging van het vonnis.
Uitspraak 5 November as.
Zondag is de groote graanmalerij van Hiem-
stra te Stroobos, gemeente Grootegast, totaal
afgebrand. Behalve de graanmalerij zijn ook
twee woonhuizen verbrand. Persoonlijke onge
lukken vonden niet plaats. De schade is groot.
De oorzaak van den brand is onbekend. De
brandweren van Kollum en Buitenpost konden
niet verhinderen, dat al deze perceelen door 't
vernielende vuur werden verwoest.
De chauffeur Ter Beek, die voor den vracht
rijder S. uit Oldenzaal Maandag een lading
hout naar den bouw van een nieuwe brug over
het kanaal AlmeloNordhorn, nabij Denekamp
bracht, moest vlak voor de brug, aan het ka
naal, een scherpe bocht maken. Bij het maken
van deze bocht begon de lading te schuiven,
waardoor Ter B. de macht over zijn stuur ver
loor. Hij reed tegen de brug, waarvan de leu
ning in het water stortte.
Zwaar beschadigd kwam de auto tot stilstand.
De chauffeur bekwam een zware hersenschud
ding en is naar het R.K. ziekenhuis te Dene
kamp overgebracht. Zijn toestand is ernstig.
Maandagnacht om ongeveer 1 uur reden drie
auto's met zeer groote snelheid achter elkaar
over den Rijksweg uit de richting Leeuwarden
naar Stiens. Onder de gemeente Jelsu moes
ten zij een viertal wielrijders passeeren. De
eerste auto reed om de wielrijders heen, doch
de achter hem rijdende auto zag waarschijn
lijk de wielrijders niet met het gevolg dat hij
een van hen omver reed. Met zware verwon
dingen werd het slachtoffer, J. Kerkstra uit
Finkum, op medisch advies naar het Diacones-
senhuis te Leeuwarden vervoerd. Maandagmor
gen was zijn toestand naar omstandigheden re
delijk. De andere wielrijders bleven ongedeerd.
De derde auto is doorgereden. De politie stelt
een onderzoek in.
De gemeenten Ooltgersplaat en Dinteloord
hebben met den dijkring Flakkee een overeen
komst aangegaan, om een betere verbinding te
krijgen tusschen Noord-Brabant en het eiland
Overflakkee.
Te Nijmegen is de arbeider W. H. te water
geraakt en verdronken.
De 28jarige L. N., huisvrouw van F. A. V. te
Leiden, vroeger te Terneuzen, is door de Middel-
burgsche rechtbank vrijgesproken van de haar
ten laste gelegde heling. In hooger berope is
door den advocaat-generaal bij het Haagsche ge
rechtshof vernietiging van dit vonnis gerequi-
reerd en veroordeeling gevraagd van de verdach
te wegens diefstal tot een jaar en drie maanden
gevangenisstraf met bevel tot arrestatie.
Het Hof heeft Maandag het vrijsprekend von
nis vernietigd en de verdachte veroordeeld tot
9 maanden gevangenisstraf wegens diefstal.
21 October 1934 is in werking getreden het
Crisis-Pluimveebesluit 1934 I.
Dit Besluit bevat in de eerste plaats een be
paling, waarbij de Besluiten van 19 Juli 1934,
welke een regeling inhielden voor het grensver-
voer van pluimvee, worden ingetrokken.
Het nieuwe Besluit en de daarop rustende
Crisis-Pluimvee-Beschikking 1934 I geven thans
een algemeene regeling voor pluimvee, welke
hierop neerkomt, dat slechts het vervoeren en
het invoorraad hebben van pluimvee, dat, het
zij in Nederland is geboren, hetzij op recht
matige wijze is ingevoerd, is toegestaan.
Het vervoeren van frauduleus ingevoerd
pluimvee is derhave thans ook buiten het
grensgebied verboden.
Teneinde het smokkelen van pluimvee zoo
veel mogelijk tegen te gaan, is voorts de be
paling, dat in het grensgebied het vervoer van
pluimvee gedurende den nacht slechts toege
staan is, indien het geschiedt per spoortrein of
per vaartuig, hetwelk onder douaneverband
vaart, gehandhaafd.
Te 'sGravenhage is Maandagmiddag om half
twee het uit drie verdiepingen bestaande lom
penpakhuis van C. P. aan de Vinkensteynstraat
127 uitgebrand.
De oorzaak is vermoedelijk defect aan den
schoorsteen. De brandschade wordt niet door
verzekering gedekt.
Bij K.B. is de heer José Garo, ter vervanging
van den heer Juan B. de Lemoine, erkend en
toegelaten als consul-generaal van Argentinië te
Amsterdam voor Nederland.
Bij K.B. is aan prof. mr. J. Ph. Suyling. oud
raadadviseur aan het Ministerie van Justitie en
oud-hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht, op verzoek, eervol ontslag verleend als
lid der bij K.B. van 20 Febr. 1897, no. 1, inge
stelde Staats-commissie tot Voorbereiding van
de te nemen maatregelen ter bevordering der
codificatie van het Internationaal Privaatrecht,
zulks onder dankbetuiging voor de vele belang
rijke diensten, als zoodanig en in andere func-
tiën aan den Lande bewezen, en is prof. Suy
ling, voornoemd, benoemd tot groot-officier in
de Orde van Oranje-Nassau.
Bij K.B. is aan J. R. Romyn, op zijn verzoek,
met ingang van 1 Januari 1935, eervol ontslag
verleend uit zijn betrekking van notaris te
Utrecht.
Bij KB. is benoemd tot lid, tevens voorzitter
van den Voogdijraad te Winschoten, dr. J. L.
Hoving, directeur der gemeentelijke hoogerebur-
gerschool te Winschoten, wonende aldaar.
Bij K.B- is benoemd tot ridder in de Orde van
Oranje-Nassau mr. M. de Mos, voorzitter van
het Departement Scheveningen van de Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen, te Scheve
ningen.
Bij K.B. is aan J. C. Ligtvoet, administrateur
bij het Departement van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, met ingang van 1 Januari 1935,
op zijn verzoek eervol ontslag verleend met
dankbetuiging voor de langdurige diensten, door
hem aan den lande bewezen.
Bij K.B. zijn in vasten dienst benoemd:
ir. F. W. Honig, Rijkstuinbouwconsulent te
Zutphen;
ir. N. H. H. Addens, Rijkslandbouwconsulent
te Wageningen;
ir. J. J. Janssen, adjunct-Rykspluimveeteelt-
consulent te Venlo;
ir. G. K. Veldman, adjunct-Rykslandbouw-
consulent te Dragten;
ir. D. R. Mansholt, adjunct-Rykslandbouw-
consulent te Groningen;
ir. H. Adams, adjunct-Rijkspluimveeteeltcon-
sulent te Meppel, allen thans tijdelijk als zoo
danig werkzaam.
Bij beschikking van den minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen is bepaald, dat
de afd. der werktuigbouwkunde en scheeps-
bouwkunde van de Technische Hoogeschool
voor de in het studiejaar 19341935 af te ne
men ingenieursexamens zal worden aangevuld
met de na te noemen deskundigen: ir. F. A. Be-
gemann, te 's Gravenhage; prof. ir. D. Dresden,
te Utrecht; ir. Chr. Hovestad, te Breda; ir. P,
Labrijn, te Utrecht; ir. F. Muller, te Rotter
dam; prof. ir. G. H. M. Vierling, te Schevenin
gen; ir. F. C. J. M. Wirtz, te 's Gravenhage.
Bij beschikking van den Minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen is dr. J. B.
Tielrooy, te Zwolle, tot weder-opzeggens toege
laten als privaatdocent in de faculteit der lat-
teren en wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit te
Leiden, om onderwijs te geven in de moderne
Fransche letterkunde.
Bij beschikking van den minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen is dr. J.
Haantjes, te Delft, tot wederopzeggens toegela
ten als privaatdocent in de faculteit de rwis-
en nauurkunde aan de Rijksuniversiteit te Lei
den, om onderwijs te geven in de meetkunde.
Bij beschikking van den directeur-generaal
der posterijen, telegrafie en telefonie is, met
ingang van 16 December 1934, aangewezen als
directeur van het post-, telegraaf- en telefoon
kantoor te Weesp de referendaris 2de klasse der
posterijen, telegrafie en telefonie J. O. C. Men,
thans referendaris 2de klasse der posterijen, te
legrafie en telefonie te Utrecht P.
33
Er stond een reusachtige kachel tusschen de
twee toegangsdeuren en de kachelpijp liep tegen
over de deur den muur uit, naar buiten. Ruwe
banken zonder leuning liepen bijna van muur tot
tnuur en een smalle doorgang leidde naar den
Preekstoel, die in een soort nis was gebouwd en
nauwelijks te zien was. Alles zag er verlaten uit
en er heerschte een trieste stilte. Tegen den
tnuur hing eer klok, die stilstond, en ik zag op
den grooten lessenaar op den katheder een
opengeslagen Bijbel liggen. Op den grond bij
mijn voeten lag het een of ander boek, vol ezels-
°oren en zonder omslagen, ik bukte me om het
°P te rapen. Toen ik me weer oprichtte, stapte
®en man uit de schaduw van een hoek naar vo-
ten eri ik zag het glinsteren van een stalen re-
volverloop. Ik voelde hoe Noreen tegen me aan
drong en een gesmoorden kreet uitte.
„Blijf waar je bent, vriendje," zei een vroolijke
^tem, ,neem me niet kwalijk dame.''
HOOFDSTUK XXV
Met den rug tegen den muur
Het was een jonge kerel met brutale donkere
dogen een klein snorretje en een glimlachenden
mond, maar waar ik het meest over verbaasd
was, dat was zijn hoed met breeden rand, en zijn
keyrige grijze cavalerie-jas.
„Da's een verrassing, niet!" lachte hij een
beetje grimmig'. „Wat moet dat beteekenen, jon
getje? Een bruiloft? Hier Wharton, ontdoe dien
meneer eens van zijn arsenaal, nou, een heele
sorteering zie ik. Neem me niet kwalijk, ma
dame, maar zelfs het zwakke geslacht reist te
genwoordig soms gewapend en ik zou niet graag
ruw willen schijnen. Dank u zeer Wharton, pak
die revolver van de dame ook maar meteen aan.
Ziezoo, 't is in orde, jongens."
Tot 'mijn groote verbazing krabbelden nu een
groot aantal mannen onder de banken uit, waar
ze verborgen hadden gezeten. Ik kon ze niet tel
len in het vage licht, maar zij, die het dichtst
bij me stonden waren allemaal in 't grijs, solda
ten, aan hun korte jasjes te zien en met karabij
nen gewapend. Wharton, die onze revolvers af
genomen had, grinnikte en ging achter den of
ficier staan.
„Wie zijn jullie in 's hemelsnaam?" vroeg ik,
toen ik wat van mijn verbazing bekomen was,
„Confederalisten hier?"
„Je raadt het den eersten keer," antwoordde
hij luchtig.
„Dat bewijst dat je een goed gedisciplineerd
verstand hebt en een buitengewone opmerkings
gave. Ja, beste kerel, je ziet hier allemaal Confe
deralisten, rebellen, vijanden; je hebt de eer ge
vangene te zijn van het regiment Kentucky
Cavalerie. Wharton."
,,Ja, luit."
„Breng die dame en dien meneer naar het ge
wijde spreekgestoelte, waar ze zich kunnen on
derhouden met den man die hier dit bedehuls
in de wildernis soms presideert. Denk niet" ging
hij verder met een afwerende beweging, „dat de
donkere versiering die 's mans gelaat verfraait
een souvenirtje is van de Confederalisten.
„Het zij verre van ons," en hij boog nederig
voor de verbaasde Noreen, „om oorlog te voeren
tegen dames of bedienaren des Woords; schoon
heid en goedheid zijn in onze handen veilig en
ik verzeker u dat de edele man aan onze zorg
werd toevertrouwd in zijn tegenwoordigen toe-
st^nd
„U bedoelt dat u Nichols, den hulpprediker,
gevangen hebt?" vroeg ik, nauwelijks wetend wat
hij met die verwarde toespraak bedoelde.
„Dat zal hij wel zijn, ja, al herinner ik mij niet
dadelijk dat hij onze ooren verblijd heeft met
het noemen van zijn naam. Wij ontdekten hem
alleen hier in dit gebouw en hebben hem maar
hier gehouden om van zijn gezelschap te kunnen
genieten."
„Een oogenblik, luitenant," zei ik, en ik keek
hem recht ïn zijn gezicht en lette niet op Whar
ton die me stevig bij mijn arm vasthield.
„Er is geen reden om ons gevangen te nemen,
alles wat er Federalist aan mij is, is mijn uni
form. Ik ben juist ontsnapt uit Lewisburg."
Zijn lachende, maar achterdochtige oogen ke
ken ons aan. „Ik laat me niet zoo gemakkelijk
voor den gek houden," zei hij, „graag wil ik ech
ter iets leeren. Wie bent u?"
„Thomas Wyatt, sergeant van de Staunton
Artillerie."
„Wie is je kapitein?.'»
„Philip Lavigne."
„Goed, en je eerste luit.?"
„George E. Whitehouse."
„Kijk, je schijnt de batterij goed te kennen.
En wanneer ben je daar het laatst bij geweest?"
„Tien dagen geleden in het kamp van Front
Royal."
„Bij alle goden, het klinkt vreemd, maar waar.
Verklaar me dat geheim maar eens. Hoe ben je
hierheen gekomen?"
„Op order van generaal Jackson. Ik ben hier
in de streek geboren en daarom koos hij mij om
de sterkte en de verdeeling uit te vinden van
de Federalistische troepen hier in de buurt en
nog enkele andere dingen, die hij wilde weten.
Ik werd gevangen genomen toen ik de Federa
listenuniform droeg en ter dood veroordeeld als
spion. Gisternacht heb ik weten te ontsnappen."
„En dat meisje?"
Ze sloeg haar cape terug, die haar gezicht ge
deeltelijk verborg, en toonde haar groote oogen
en haar gezicht dat met een blos overgoten was.
„Die vraag zal ik zelf wel beantwoorden, lui
tenant Harwood."
„Wat! Hoe kent u mijn naam?"
„Door den naam van uw regiment en uit en
kele eigenaardigheden in uw manier van spre
ken, waarover ik ingelicht ben. Ik ben een nicht
van u."
„Een nicht? Goddank! Ik heb nooit geweten
dat er nog zooveel moois bestond in onze famie-
lie. Mijn nichtje! Wacht eens toch niet Noreen
Harwood?"
Ze knikte glimlachend.
„Noreen Harwood! Nee maar! Hoe komt het
dan dat jij iemand bij je hebt die beweert tot
onze party te hooren? Ze hebben me toch ver
teld dat je vader by den staf van generaal Ram
say was, als majoor."
„Vader is dood," antwoordde ze eenvoudig, ,hy
werd een paar dagen geleden vermoord."
„Dat spijt me, nichtje" en hij drukte haar de
hand, „want al heb ik hem of jou nooit gezien,
mijn vader bewonderde hem zeer. Maar, neem
me niet kwalijk dat ik myn plicht volbreng als
soldaat zelfs onder deze omstandigheden. We
zijn maar met een paar man hier en midden in
een vijandige streek en we kunnen geen onnoodig
risico op ons nemen. Wie is die man? En hoe
ken je hem?"
„Hij heeft je de waarheid gezegd," antwoord
de ze rustig, en ik ken hem al van kinds
been af."
„Dus hy is Confederalist?"
„Ja."
„En jij, nichtje?"
„Ik hoor voortaan by hem, hy heeft me op
alle mogelijke manieren verdedigd en geholpen."
Toen gaf Harwood me een stevigen handdruk
en keek me frank en vriendeiyk aan. „Ik zal je
vertrouwen, kameraad," zei hij hartelijk, „maar
aan mijn zadelknop zit nog een gryze reservejas,
die je beter zal staan dan dat blauwe ding. Hé,
Stone, haal die jas eens van mijn paard en breng
ze hier, voorzichtig jongen, en in de schaduw
biyven hoor. Nee maar, dat is een prettige ont
moeting, zeg; jullie moeten me straks nlies maar
eens vertellen, maar nu moet ik eens kij ken hoe
mijn menschen het stellen, 't Is niet zoo gemak
kelijk wat we van plan zyn."
„Kimt u me dat niet eens uitleggen, luit.?"
zei ik, toen hij zich om wilde keeren, „hoe komt
het dat u hier bent, en waarom?"
„Dat is een brutaal plannetje van mij, goedge
keurd door den garnizoenscommandant van Co
vington, waar wij thuis hooren," legde hij uit,
terwyi hij onderzoekend de kerk rondkeek. „De
Yankees hebben een fouragetrein onderweg, van
Hot Springs, die maar slecht bewaakt is. Ze zijn
nog nooit zoover Oostelyk durven komen en
enze verkenners hebben ons dat nieuws overge
bracht. En nu heb ik het schitterende idee ge
kregen om hun den terugweg af te snyden en ik
heb voor dat waagstukje toestemming gekregen.
We hebben een stuk afgesneden en zyn hier te
gen het aanbreken van den dag aangekomen. Die
trein had allang hier moeten zyn, maar we
hebben nog niets gezien."
„Bent u hier den heelen dag geweest, zonder
iets te zien?"
„O we hebben wel wat gezien," lachte hy,
„maar niets wat we de moeite waard vonden om
onze kogels aan te wagen. De weg hier blijkt
nogal druk bezocht te worden, maar gelukkig
was er geen enkele Yankee, die behoefte had om
naar de kerk te gaan. Er kwam een bende myn-
werkers langs, een paar uur geleden, die tot by
de deur reden en eens naar binnen neusden. Of
het Federalisten of Confederalisten waren, weet
ik niet. In elk geval waren we blij genoeg dat we
ze weer zagen vertrekken. Ze zagen er uit of ze
er niet vies van waren om eens te bakkeleien."
„Met hoevelen waren se?"
(Wordt vervolgd)