Strijd tusschen auto en trein DE ROODE NEVEL BEIDE KRIJGEN ZWARE KLAPPEN DINSDAG 23 OCTOBER 1934 Jaarvergadering van autobusondernemers Tindiefstallen bij de Draka Brandkasten-ïnbreker Tegen smokkelen van pluimvee De Bond van Autobusrfienstonder- nemers is bereid met de Neder- landsche Spoorwegen samen te werken Bereid tot samenwerking Bussen op den afsluitdijk Het Verkeersfonds en zijn gevaren STEUN AAN SCHEEPVAART Nog geen toezeggingen aan den Kon. Holl. Lloyd INSTELLING VAN BEDRIJFS- RADEN Bij verschillende bedrijven wordt een onderzoek ingesteld Hooge straffen geëischt tegen dieven en heler VREEMDE MUSICI Moeilijkheden voor het café restaurantbedrijf In totaal zou hij nog 9l/2 jaar moeten uitzitten OP MILITAIRE COLONNE INGEREDEN Cassatieberoep verworpen HERCLASSIFICATIE GEMEENTEN DER Bezwaren tegen salarisverlaging OUD-MINISTER BELEEDIGD In hooger beroep dezelfde straf geëischt MISHANDELING TE OSS Opnieuw vier jaar geëischt GRAANMALERUAFGEBRAND Twee woonhuizen mede een prooi der vlammen MACHT OVER HET STUUR VERLOREN Auto botste dientengevolge tegen brug DOOR EEN AUTO GEGREPEN Wielrijder zwaargewond BRABANT-OVERFLAKKEE MAN VERDRONKEN Vrijsprekend vonnis vernietigd Uitbreiding van vervoerverbod Lompenpakhuis uitgebrand UIT DE STAATSCOURANT een verhaal uit den slavenoorlog door randall parrish Maandagmiddag hield in het Jaarbeurs- restaurant te Utrecht de Ned. Bond van Auto- busdienstondernemers de 12e jaarvergadering. In zijn openingswoord gaf de voorzitter, de heer Wortsman (Utrecht) een resumé van de Zware lasten die den autobusdienstonderne- mers in het afgeloopen jaar zijn opgelegd. Spe ciaal memoreerde spr. den grooten strijd, die tusschen den auto en den trein thans woedt en die de gemoederen in den lande reeds lang in beroering houdt. Spr. uitte zijn verontwaardiging over de op- hande zijnde maatregelen, die getroffen zullen Worden ten opzichte van twee autobuslijnen ten behoeve van het pas in bedrijf gestelde spoor lijntje in Zuid-Holland, dat ondanks zijn jeugd leeds ettelijke millioenen gekost heeft en overal in den lande berucht is geworden! Aan het jaarverslag ontleenen wij o.m. het Volgende: Het spoorwegtekort is niet alleen werkelijk heid geworden, doch een zoo ontrustbarende realiteit, dat de Regeering ronduit verklaart dat dit de zwarte vlek op de begrooting is. Het geheele land zucht er onder. Als de Regeering tengevolge van dit tekort radeloos wordt, is de kans op redelooze maat regelen tegenover het autotransportbedrijf in het algemeen heel groot, waardoor dit wel eens in een reddelooze positie kan geraken. Buitengewoon fataal is het daarom, dat na slechts enkele maanden er in ons land geen Dieseltreinen meer te zien zijn, de proef met dit Soort treinen niet als geslaagd kan worden aan gemerkt, de kosten van aanschaffing en repa ratie belangrijk geacht kunnen worden en om trent de geheele nieuwe tractie-methode een Pijnlijke onzekerheid bestaat. Op dit oogenblik wagen zelfs de spoorwegmenschen zich aan geen enkele profetie. Door het Verkeersfonds worden onze bedrij ven gevoeliger voor de lotgevallen der Spoor wegen. Wij wenschen van harte dat inderdaad in December de Dieseltreinen terug komen en Voor goed en dat de invloed op de exploitatie- Uitkomsten een weldadige zij. Ook de voorwaarde waarop de spoorweg directie bereid is de exploitatie op een onbe- teekenend lijntje te staken is aan bedenking onderhevig. De voorwaarde is, dat de A.T.O. dan een autobusvergunning krijgt. De Spoorwegen behoeven echter op een daad van de Regeering niet te wachten. Zij kunnen zelf de on derhandelingen met ons openen, want onze bereidheid tot samen werkingen is nog precies dezelfde als vroeger. Een schrede achterwaarts is het om een hieuwe spoorlijn GoudaBoskoopAlphen te openen. Geen enkel vervoersmensch heeft voor deze daad eenig enthousiasme getoond. De Minister was niet geestdriftig, de Spoor wegen wilden niet. Van alle kanten is er gewaarschuwd, precies als bij het Zuid-Be- velandsche geval. In hetzelfde jaar, waarin men, in Zeeland wijsgeworden, de spoorlijn Sluit, opent men de natuurlijk spoedig tot op heffing gedoemde lijn GoudaBoskoopAl phen. Het is onverklaarbaar. Ook hier een comité van een paar burgemeesters, die de zaak doordrijven, die autobusdiensten en on dernemers de dupe laat worden. Voor ons staat het vast, dat de ervaring van Zeeland dezelfde zal worden te Boskoop: het gaat niet. Reeds in het begin van dit jaar bereikte ons het alarmeerend gerucht, dat de Spoorwegen, hu ze verplicht werden de nieuwe Hjn te ex- Ploiteeren, reeds vooraf poogden zich van de Uutobusdienstondernemers te ontdoen, door aan Ged. Staten van Zuid-Holland te verzoeken alle autobuslijnen rondom Boskoop op te hef fen. Nu de Hooge Raad door een juiste wetsinter pretatie de ingestelde vervolgingen kans van slagen geeft, heeft het Departement van Wa terstaat onmiddellijk de aandacht van alle Commissarissen der Koningin op deze zaak ge vestigd en hebben deze op hun beurt de bur gemeesters verwittigd dat tegen wilde diensten streng behoort te worden opgetreden. In dit verband zij herinnerd aan de gerucht makende inbeslagname van autobussen op den afsluitdijk. Het is onze grief dat men op klach ten van de spoorwegen en van de A.T.O. vlug ger reageert dan op die van ons. Toch mogen we de eer van dit optreden niet aan de A.T.O. afstaan. Het beteugelen van wilde diensten is moei lijk gemaakt door een protest tegen de inbe slagname van autobussen door het Rijkstoe- zicht. Deze zaak werd door de ondernemers in kort geding gewonnen, waardoor het Rijkstoe- zicht een belangrijk machtsmiddel is ontno men. Er zijn evenwel aanwijzingen, dat het ingestelde beroep niet in het voordeel van de ondernemers zal uitvallen. Het financieel verslag sloot met een batig saldo van ƒ210.19. Bij de hoofdbestuursverkiezing werden de heeren T. J. Boomstra te Wommels, L. A. Kors te Heemstede, B. Blom te Gouda herkozen. Nadat besloten was de volgende jaarvergade ring wederom te Utrecht te houden, hield de heer N. Kraak Steemann, secretaris van den Bond, een referaat over: Het gevaar van het Verkeersfonds zit niet in den gewijzigden vorm van boekhouding, ook niet in de besteding van het bedrag, want de wegenbouw is veilig, aldus spr., zelfs niet in de verhouding van lasten, maar van de te benoe men Centrale Commissie. De samenstelling daarvan is van groot belang. Het is bekend, dat het autotransportbedrijf, autobus en vracht auto in de eenzijdig samengestelde commissie- Patijn ontbrak. Het autotransport verkeert nog in het on zekere, of de minister vertegenwoordigers voor dezen vervoerstak zal benoemen. De samenstelling der Centrale Commissie is daarom van zoo groot belang, omdat de coör dinatie van het verkeer niet zonder wettelijke maatregelen zal kunnen geschieden. De voor te stellen wetsontwerpen vormen het grootste ge vaar. Immers het vergunningsstelsel voor auto busdiensten is nauwkeurig geregeld. Het be- roepsrecht werkt uitstekend. Een yaste juris prudentie heeft zich gevormd. Wordt door dit moeizaam opgebouwde werk vanaf 1926 tot heden weer een streep gehaald? Worden Ge deputeerde Staten in de vergunningsprocedure uitgeschakeld? Wordt de Raad van State op zijde gezet? Zal de Commissie over de vergun ningen oordeelen? Hier liggen de gevaren, die nauw betrokken zijn met de samenstelling der commissie. In het Voorloopig Verslag op Hoofdstuk I der Rijksbegrooting hebben eenige leden der Tweede Kamer de vraag gesteld „of het juist is, dat de Regeering aan de Koninklijke Holl. Loyd reeds steun voor den bouw van nieuwe schepen heeft toegezegd." Wij hebben ons dienaangaande om inlichtin gen gewend tot de directie dezer Scheepvaart maatschappij, die ons verklaarde dat de vraag, zooals deze in het verslag gesteld is, ontken nend beantwoord kan worden. Nadere inlichtin gen omtrent den stand van eventueele be sprekingen kon zij echter niet verstrekken. De Commissie van Advies ex art. 8 bedrijfs- radenwet, waarvan voorzitter is prof. mr. A. C. Josephus Jitta, vice-voorzitter prof. mr. C. W. de Vries, secretaris mr. ir. A. W. Quint, werd 6 November 1933 door den Minister van Sociale Zaken geïnstalleerd. Tot nu toe zijn adviezen door de kerncom missie-industrie, aangevuld met bedrijfsgenoo- ten, uitgebracht over de instelling van een be- drijfsraad in de typografie en de sigarenindus- trie. In beide bedrijven is inmiddels een be- drijfsraad ingesteld. Een voorloopig onderzoek, gevolgd door het hooren van belanghebbenden, had plaats in de steenindustrie. Mede op grond van ontvangen antwooitien op nader schriftelijk aan werk gevers- en werknemersorganisaties gerichte vragen werd besloten voorloopig in dit bedrijf geen verdere stappen te doen. Een voorloopig onderzoek, door het bureau verricht in het brouwerijbedrijf, had eveneens een negatief resultaat. Eenzelfde onderzoek in het bouwbedrijf leidde tot een bespreking in de Commissie met werkgevers- en werknemers organisaties. Dezer dagen heeft 'n bespreking met belang hebbenden uit het schildersbedrijf en het stu- cadoorsbedrijf. plaats gehad in de gecombineer de kerncommissie-industrie en -middenstand. Uit het schildersbedrijf werd reeds den Minis ter een verzoek gedaan tot instelling van een' bedrijfsraad, welk verzoek in handen der Com missie werd gesteld- Den Minister is verzocht, aan de genoemde kerncommissies opdracht te verleenen tot het uitbrengen van advies inzake de instelling van een bedrijfsraad in het schildersbedrijf en het stucadoorsbedrijf en in verband hiermee deze commissies aan te vullen met vertegenwoordi gers van werkgevers- en werknemersorganisa ties in deze bedrijven. Het bouwbedrijf zal te zijner tijd opnieuw een punt van onderzoek vormen. Van den R. K. Landbouwbedrijfsraad is een verzoek ontvangen tot het instellen van een onderzoek in den landbouw. Een kerncommissie- landbouw is echter nog niet ingesteld. Door het bureau der commissie wordt een onderzoek ingesteld naar de mogelijkheid van instelling van een bedrijfsraad in de volgende bedrijven: glasindustrie, meubelindustrie, bak kersbedrijf, visschersbedrijf, kappersbedrijf. (Uit dit laatste bedrijf is reeds een verzoek tot in stelling van een bedrijfsraad aan den Minister gedaan.) Voor de rechtbank te Amsterdam heeft zich de 30-jarige chauffeur H. v. D. moeten verant woorden, verdacht van diefstallen van tin, ten nadeele van de Draad- en Kabelfabriek in de hoofdstad. Verdachte was bij deze fabriek in betrekking. Hij legde een bekentenis af. Uit de getuigenverhooren bleek, dat verdach te een loon verdiende van ongeveer ƒ30 per week. In den tijd dat de diefstallen werden ge pleegd in 1933, 1934 heeft verdachte nog een voorschot op zijn loon gehad, men moest hem aanmanen, om het terug te betalen. De president merkte naar aanleiding hiervan op, dat het altijd zoo met die menschen gaat, „ze stelen als raven en het geld is zoo weer weg." Het reclasseeringsrapport, dat over verdachte was uitgebracht, was goed. Verdachte beweerde, dat hij door kameraden was meegesleept. Pres.: Toen U Uw belasting niet kon betalen, omdat U niet hebt meegedaan aan het vrijwil lige belastingspaarfonds, bent U gaan infor- meeren hoe U Uw inkomsten onwettig kon ver meerderen. Toen bent U te weten gekomen, dat de contróle op het tin niet zoo scherp was De Officier van Justitie, mr. B. Kist, gaf alvorens zijn requisitoir aan te vangen een verklaring van het feit, dat verd. zich niet in voorloopige hechtenis bevindt: er was in die dagen plaatsgebrek in het Huis van Bewaring. Verd. heeft langen tijd ontkend schuldig te zijn, ten slotte heeft hij een bekentenis afge legd. Er zijn in den loop van 1933 en 1934 on geveer 7000 K.G. tin gestolen bij de Draka, en daaraan heeft verd. meegedaan. Spr. requireerde, gezien den ernst van het feit, een gevangenisstraf van anderhalf jaar wegens diefstal in vereeniging. De verdediger, mr. Barmat pleitte op juridi sche gronden vrijspraak. Vervolgens stonden nog twee arbeiders te recht, die zich eveneeens aan diefstallen van tin ten nadeele van de Draka hebben schuldig gemaakt. Het O. M. requireerde ook tegen deze ver dachten ieder anderhalf jaar gevangenisstraf. De verdediger, mr. J. L. Frankenhuis en mr. Barmat, bepleitten clementie. Tenslotte stond „koopman" L. B. terecht; hij wordt er van verdacht in de jaren 1932, 1933 en 1934 tin, afkomstig van diefstal, te hebben geheeld. Verdachte gaf toe tin van de arbeiders te hebben gekocht. De Officier van Justitie, mr. B. Kist, zeide, dat uit het onderzoek is komen vast te staan, dat c.a. 7300 K.G. tin door verd. is verhandeld voor een bedrag van ruim ƒ8700. Waarschijn lijk is er nog meer gestolen. Spr. requireerde, gezien den ernst van de fei ten, een gevangenisstraf van een jaar en negen maanden. De verdediger, mr. Simon de Jong, bepleitte clementie. Vonnis 2 November. Dezer dagen hield de Vereeniging tot be hartiging van de belangen van café-restaurant bedrijven in Nederland inzake muziekaangele- genheden een bijeenkomst te Utrecht, waar verslag werd uitgebracht inzake de gevoerde be sprekingen met het Departement van Sociale Zaken, betreffende de tewerkstelling van vreem de arbeidskrachten. Besloten werd zich wederom te wenden tot den Minister van Sociale Zaken, daar als de uit voering inzake het Koninklijk Besluit tot te werkstelling van vreemde arbeidskrtchten zoo kan worden uitgevoerd, de café-restaurantbe drijven ten doode zijn opgeschreven. Er wordt 't vertrouwen uitegsproken, dat meer dan tot nu toe steun zal worden verleend aan het café- restaurantbedrijf en dan door algeheele of ge deeltelijke afschaffing van de zware op het be drijf drukkende belastingen, accijnzen en rech ten, alsmede door het wegnemen en het achter wege laten van steeds meer toenemende be- drijfsbelemmering. In het bestuur werden gekozen de heeren P. Hendrix, Den Bosch, voorzitter; H. L. America, Amsterdam, penningmeester; A. J. v. Dieren, Amsterdam, commissaris; J. P. Willems, Utrecht, commissaris; G. Gennissen, Utrecht, secretaris. Wegens inbraak in het kantoor van de N. V. Houthandel „De Rietvink" te Eindhoven, ge pleegd in den nacht van 22 op 23 December j.L, was de koopman I. P. de K. uit Eindhoven door de rechtbank te Den Bosch tot vier jaren gevangenisstraf veroordeeld. Met een ander was hij met een valschen sleutel binnengedrongen. Hij had de brandkast geforceerd en ongeveer 1800.gestolen. Hij stond Maandag in hoo- ger beroep terecht voor het gerechtshof alhier. Verdachte ontkende. Zijn kameraad had het gedaan en hij had zich teruggetrokken, omdat hij verwachtte, dat het forceeren van de kast weinig zou opleveren. De advocaat-generaal vermeldde, dat de „brandkast-inbreker", behalve de jaren, die hij vroeger reeds in de gevangenis had doorge bracht, dit jaar was veroqrdeeld tot 3V> en 2 jaar, waarbij deze vier jaar nog zoudeiï komen. Als hij dien tijd heeft uitgezeten, zal de leeftijd wel voorbij zijn, waarin hij het enerveerend en gevaarlijk beroep van inbreker neg ambieert. Spr. eischte bevestiging van het vonnis. Arrest op 5 November a.s. De Hooge Raad heeft verworpen het cassatie beroep van C. B., bestuurder van de Noord- Zuid-Holl. Tramwegmij., door het gerechtshof te 'sGravenhage veroordeeld to drie maanden hechtenis wegens het veroorzaken van een aan rijding op 19 October 1933 op den Raamweg te 's Gravenhage, toen hij op een colonne mili tairen inreed, waarbij een artillerist het leven verloor. Men verzoekt ons plaatsing van de volgende motie: De R.K. Kiesvereeniging „District Helmond", in vergadering bijeen op 20 October 1934 te Hel mond; kennis genomen hebbende van de plan nen der Regeering om door herziening en uit breiding der klassificatie der gemeenten een bezuiniging te krijgen op de salarissen der rijks ambtenaren; gehoord de besprekingen; buiten beschouwing latend of een verdere bezuiniging op de salarissen der rijksambtenaren al of niet gemotiveerd is; verklaard zich niet te kunnen vereenigen met deze plannen der Regeering, omdat daardoor: le. het platteland nog meer wordt achtergesteld bij de steden, de kleine steden bij de groote; 2e. een bezuiniging op de ambtenaren-salaris sen wordt afgewenteld op een gedeelte der ambtenaren; 3e. een korting wordt toegepast op de salarissen van de laagst bezoldigden en de hoogere salarissen grootendeels aan die korting ontkomen; besluit: het bestuur van de R.K. Staatspartij met aandrang te verzoeken om zich onverwijld in verbinding te stellen met de R.K. Kamer fracties der Tweede en Eerste Kamer der Sta- ten-Generaal, en deze te bewegen eenstemmig een absoluut afwijzende houding tegenover de door de Regeering voorgenomen herclassificatie aan te iiemen. In hooger beroep is Maandag voor het Haagsch Gerechtshof behandeld de zaak tegen den ex-Rijks-accountant R. H, te Hillegersberg, die door de rechtbank te Rotterdam, terzake van eenvoudige beleediging aangedaan aan een ambtenaar in de uitoefening zijner bedie ning, driemaal gepleegd, is veroordeeld tot een maand gevangenisstraf, door te brengen in een bijzondere strafgevangenis. Door den advocaat-generaal mr. J. A. de Vis ser waren in deze zaak vijf getuigen gedag vaard, terwijl de verdediger Mr. Stompe uit Haarlem eenige getuigen a décharge had doen oproepen. De eerste getuige de oud-inspecteur van po litie J. de Vries, was niet verschenen wegens ziekte, hetgeen den verdachte, wien dit werd medegedeeld, eenige uitdrukkingen aan het adres van dezen functionaris ontlokte, zoodat de president Mr. de Kuyper hem tot de orde moest roepen. Zulks herhaalde zich nog eenige malen tijdens het verhoor van de getuigen, onder wie de suhst. officier bij de Rotterdam- sche Rechtbank, mr. Meischke. Telkens kwam verdachte op p.unten welke naar het oordeel van den president niet ter zake dienende waren en hij verwees daarbij naar brochures en artikelen uit couranten en tijdschriften, waaruit zou moeten blijken, dat hij het recht aan zijn zijde had. Als de verdachte, ondanks de herhaalde waar schuwingen van den president, voortging in heftige bewoordingen nog eens te onderstre pen hetgeen hem bij de dagvaardiging is ten laste gelegd, werd hij uit de zaal verwijderd en had het verder getuigenverhoor buiten zijn tegenwoordigheid plaats. Een van de door mr. Stomps gedagvaarde getuigen de heer Staal, die destijds een ver gadering leidde, waarin verdachte het woord heeft gevoerd, was niet verschenen. De verdediger zeide geen genoegen te kunnen nemen met het voorlezen van diens verklarin gen, omdat hij dit een belangrijken getuige achtte en hij verzocht acte van de beslissing van het Hof om zijn verzoek tot aanhouding dezer zaak af te wijzen. De advocaat-geneeraal, Mr. J. A. de Visser, verzocht het hof het vonnis der rechtbank op formeele gronden te vernietigen. De ten laste gelegde feiten achtte spr. bewezen en gezien het psychiatrisch rapport omtrent verdachte vroeg hij wat de straf betreft, oplegging van de zelfde straf. Mr Stomps achtte de dagvaarding in zoo danige termen gesteld dat veroordeeling niet zal kunnen volgen, omdat niemand van de gehoorde getuigen de daarin vervatte woorden positief heeft gehoord. Subs, vertocht pleiter clementie. Arrest 5 Nov. as. Voor het Bossche Hof heeft terecht gestaan de arbeider P. G. van O. uit Oss, die door de rechtbank te Den Bosch wegens zware mis handeling tot vier jaren gevangenisstraf was veroordeeld. Hij had in den nacht van 18 op 19 Juni j.l. te Oss P. van Buul met een mes gestoken en levensgevaarlijk gewond. De advocaat-generaal, mr. Massink, eischte bevestiging van het vonnis. Uitspraak 5 November as. Zondag is de groote graanmalerij van Hiem- stra te Stroobos, gemeente Grootegast, totaal afgebrand. Behalve de graanmalerij zijn ook twee woonhuizen verbrand. Persoonlijke onge lukken vonden niet plaats. De schade is groot. De oorzaak van den brand is onbekend. De brandweren van Kollum en Buitenpost konden niet verhinderen, dat al deze perceelen door 't vernielende vuur werden verwoest. De chauffeur Ter Beek, die voor den vracht rijder S. uit Oldenzaal Maandag een lading hout naar den bouw van een nieuwe brug over het kanaal AlmeloNordhorn, nabij Denekamp bracht, moest vlak voor de brug, aan het ka naal, een scherpe bocht maken. Bij het maken van deze bocht begon de lading te schuiven, waardoor Ter B. de macht over zijn stuur ver loor. Hij reed tegen de brug, waarvan de leu ning in het water stortte. Zwaar beschadigd kwam de auto tot stilstand. De chauffeur bekwam een zware hersenschud ding en is naar het R.K. ziekenhuis te Dene kamp overgebracht. Zijn toestand is ernstig. Maandagnacht om ongeveer 1 uur reden drie auto's met zeer groote snelheid achter elkaar over den Rijksweg uit de richting Leeuwarden naar Stiens. Onder de gemeente Jelsu moes ten zij een viertal wielrijders passeeren. De eerste auto reed om de wielrijders heen, doch de achter hem rijdende auto zag waarschijn lijk de wielrijders niet met het gevolg dat hij een van hen omver reed. Met zware verwon dingen werd het slachtoffer, J. Kerkstra uit Finkum, op medisch advies naar het Diacones- senhuis te Leeuwarden vervoerd. Maandagmor gen was zijn toestand naar omstandigheden re delijk. De andere wielrijders bleven ongedeerd. De derde auto is doorgereden. De politie stelt een onderzoek in. De gemeenten Ooltgersplaat en Dinteloord hebben met den dijkring Flakkee een overeen komst aangegaan, om een betere verbinding te krijgen tusschen Noord-Brabant en het eiland Overflakkee. Te Nijmegen is de arbeider W. H. te water geraakt en verdronken. De 28jarige L. N., huisvrouw van F. A. V. te Leiden, vroeger te Terneuzen, is door de Middel- burgsche rechtbank vrijgesproken van de haar ten laste gelegde heling. In hooger berope is door den advocaat-generaal bij het Haagsche ge rechtshof vernietiging van dit vonnis gerequi- reerd en veroordeeling gevraagd van de verdach te wegens diefstal tot een jaar en drie maanden gevangenisstraf met bevel tot arrestatie. Het Hof heeft Maandag het vrijsprekend von nis vernietigd en de verdachte veroordeeld tot 9 maanden gevangenisstraf wegens diefstal. 21 October 1934 is in werking getreden het Crisis-Pluimveebesluit 1934 I. Dit Besluit bevat in de eerste plaats een be paling, waarbij de Besluiten van 19 Juli 1934, welke een regeling inhielden voor het grensver- voer van pluimvee, worden ingetrokken. Het nieuwe Besluit en de daarop rustende Crisis-Pluimvee-Beschikking 1934 I geven thans een algemeene regeling voor pluimvee, welke hierop neerkomt, dat slechts het vervoeren en het invoorraad hebben van pluimvee, dat, het zij in Nederland is geboren, hetzij op recht matige wijze is ingevoerd, is toegestaan. Het vervoeren van frauduleus ingevoerd pluimvee is derhave thans ook buiten het grensgebied verboden. Teneinde het smokkelen van pluimvee zoo veel mogelijk tegen te gaan, is voorts de be paling, dat in het grensgebied het vervoer van pluimvee gedurende den nacht slechts toege staan is, indien het geschiedt per spoortrein of per vaartuig, hetwelk onder douaneverband vaart, gehandhaafd. Te 'sGravenhage is Maandagmiddag om half twee het uit drie verdiepingen bestaande lom penpakhuis van C. P. aan de Vinkensteynstraat 127 uitgebrand. De oorzaak is vermoedelijk defect aan den schoorsteen. De brandschade wordt niet door verzekering gedekt. Bij K.B. is de heer José Garo, ter vervanging van den heer Juan B. de Lemoine, erkend en toegelaten als consul-generaal van Argentinië te Amsterdam voor Nederland. Bij K.B. is aan prof. mr. J. Ph. Suyling. oud raadadviseur aan het Ministerie van Justitie en oud-hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, op verzoek, eervol ontslag verleend als lid der bij K.B. van 20 Febr. 1897, no. 1, inge stelde Staats-commissie tot Voorbereiding van de te nemen maatregelen ter bevordering der codificatie van het Internationaal Privaatrecht, zulks onder dankbetuiging voor de vele belang rijke diensten, als zoodanig en in andere func- tiën aan den Lande bewezen, en is prof. Suy ling, voornoemd, benoemd tot groot-officier in de Orde van Oranje-Nassau. Bij K.B. is aan J. R. Romyn, op zijn verzoek, met ingang van 1 Januari 1935, eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van notaris te Utrecht. Bij KB. is benoemd tot lid, tevens voorzitter van den Voogdijraad te Winschoten, dr. J. L. Hoving, directeur der gemeentelijke hoogerebur- gerschool te Winschoten, wonende aldaar. Bij K.B- is benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau mr. M. de Mos, voorzitter van het Departement Scheveningen van de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen, te Scheve ningen. Bij K.B. is aan J. C. Ligtvoet, administrateur bij het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, met ingang van 1 Januari 1935, op zijn verzoek eervol ontslag verleend met dankbetuiging voor de langdurige diensten, door hem aan den lande bewezen. Bij K.B. zijn in vasten dienst benoemd: ir. F. W. Honig, Rijkstuinbouwconsulent te Zutphen; ir. N. H. H. Addens, Rijkslandbouwconsulent te Wageningen; ir. J. J. Janssen, adjunct-Rykspluimveeteelt- consulent te Venlo; ir. G. K. Veldman, adjunct-Rykslandbouw- consulent te Dragten; ir. D. R. Mansholt, adjunct-Rykslandbouw- consulent te Groningen; ir. H. Adams, adjunct-Rijkspluimveeteeltcon- sulent te Meppel, allen thans tijdelijk als zoo danig werkzaam. Bij beschikking van den minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen is bepaald, dat de afd. der werktuigbouwkunde en scheeps- bouwkunde van de Technische Hoogeschool voor de in het studiejaar 19341935 af te ne men ingenieursexamens zal worden aangevuld met de na te noemen deskundigen: ir. F. A. Be- gemann, te 's Gravenhage; prof. ir. D. Dresden, te Utrecht; ir. Chr. Hovestad, te Breda; ir. P, Labrijn, te Utrecht; ir. F. Muller, te Rotter dam; prof. ir. G. H. M. Vierling, te Schevenin gen; ir. F. C. J. M. Wirtz, te 's Gravenhage. Bij beschikking van den Minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen is dr. J. B. Tielrooy, te Zwolle, tot weder-opzeggens toege laten als privaatdocent in de faculteit der lat- teren en wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit te Leiden, om onderwijs te geven in de moderne Fransche letterkunde. Bij beschikking van den minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen is dr. J. Haantjes, te Delft, tot wederopzeggens toegela ten als privaatdocent in de faculteit de rwis- en nauurkunde aan de Rijksuniversiteit te Lei den, om onderwijs te geven in de meetkunde. Bij beschikking van den directeur-generaal der posterijen, telegrafie en telefonie is, met ingang van 16 December 1934, aangewezen als directeur van het post-, telegraaf- en telefoon kantoor te Weesp de referendaris 2de klasse der posterijen, telegrafie en telefonie J. O. C. Men, thans referendaris 2de klasse der posterijen, te legrafie en telefonie te Utrecht P. 33 Er stond een reusachtige kachel tusschen de twee toegangsdeuren en de kachelpijp liep tegen over de deur den muur uit, naar buiten. Ruwe banken zonder leuning liepen bijna van muur tot tnuur en een smalle doorgang leidde naar den Preekstoel, die in een soort nis was gebouwd en nauwelijks te zien was. Alles zag er verlaten uit en er heerschte een trieste stilte. Tegen den tnuur hing eer klok, die stilstond, en ik zag op den grooten lessenaar op den katheder een opengeslagen Bijbel liggen. Op den grond bij mijn voeten lag het een of ander boek, vol ezels- °oren en zonder omslagen, ik bukte me om het °P te rapen. Toen ik me weer oprichtte, stapte ®en man uit de schaduw van een hoek naar vo- ten eri ik zag het glinsteren van een stalen re- volverloop. Ik voelde hoe Noreen tegen me aan drong en een gesmoorden kreet uitte. „Blijf waar je bent, vriendje," zei een vroolijke ^tem, ,neem me niet kwalijk dame.'' HOOFDSTUK XXV Met den rug tegen den muur Het was een jonge kerel met brutale donkere dogen een klein snorretje en een glimlachenden mond, maar waar ik het meest over verbaasd was, dat was zijn hoed met breeden rand, en zijn keyrige grijze cavalerie-jas. „Da's een verrassing, niet!" lachte hij een beetje grimmig'. „Wat moet dat beteekenen, jon getje? Een bruiloft? Hier Wharton, ontdoe dien meneer eens van zijn arsenaal, nou, een heele sorteering zie ik. Neem me niet kwalijk, ma dame, maar zelfs het zwakke geslacht reist te genwoordig soms gewapend en ik zou niet graag ruw willen schijnen. Dank u zeer Wharton, pak die revolver van de dame ook maar meteen aan. Ziezoo, 't is in orde, jongens." Tot 'mijn groote verbazing krabbelden nu een groot aantal mannen onder de banken uit, waar ze verborgen hadden gezeten. Ik kon ze niet tel len in het vage licht, maar zij, die het dichtst bij me stonden waren allemaal in 't grijs, solda ten, aan hun korte jasjes te zien en met karabij nen gewapend. Wharton, die onze revolvers af genomen had, grinnikte en ging achter den of ficier staan. „Wie zijn jullie in 's hemelsnaam?" vroeg ik, toen ik wat van mijn verbazing bekomen was, „Confederalisten hier?" „Je raadt het den eersten keer," antwoordde hij luchtig. „Dat bewijst dat je een goed gedisciplineerd verstand hebt en een buitengewone opmerkings gave. Ja, beste kerel, je ziet hier allemaal Confe deralisten, rebellen, vijanden; je hebt de eer ge vangene te zijn van het regiment Kentucky Cavalerie. Wharton." ,,Ja, luit." „Breng die dame en dien meneer naar het ge wijde spreekgestoelte, waar ze zich kunnen on derhouden met den man die hier dit bedehuls in de wildernis soms presideert. Denk niet" ging hij verder met een afwerende beweging, „dat de donkere versiering die 's mans gelaat verfraait een souvenirtje is van de Confederalisten. „Het zij verre van ons," en hij boog nederig voor de verbaasde Noreen, „om oorlog te voeren tegen dames of bedienaren des Woords; schoon heid en goedheid zijn in onze handen veilig en ik verzeker u dat de edele man aan onze zorg werd toevertrouwd in zijn tegenwoordigen toe- st^nd „U bedoelt dat u Nichols, den hulpprediker, gevangen hebt?" vroeg ik, nauwelijks wetend wat hij met die verwarde toespraak bedoelde. „Dat zal hij wel zijn, ja, al herinner ik mij niet dadelijk dat hij onze ooren verblijd heeft met het noemen van zijn naam. Wij ontdekten hem alleen hier in dit gebouw en hebben hem maar hier gehouden om van zijn gezelschap te kunnen genieten." „Een oogenblik, luitenant," zei ik, en ik keek hem recht ïn zijn gezicht en lette niet op Whar ton die me stevig bij mijn arm vasthield. „Er is geen reden om ons gevangen te nemen, alles wat er Federalist aan mij is, is mijn uni form. Ik ben juist ontsnapt uit Lewisburg." Zijn lachende, maar achterdochtige oogen ke ken ons aan. „Ik laat me niet zoo gemakkelijk voor den gek houden," zei hij, „graag wil ik ech ter iets leeren. Wie bent u?" „Thomas Wyatt, sergeant van de Staunton Artillerie." „Wie is je kapitein?.'» „Philip Lavigne." „Goed, en je eerste luit.?" „George E. Whitehouse." „Kijk, je schijnt de batterij goed te kennen. En wanneer ben je daar het laatst bij geweest?" „Tien dagen geleden in het kamp van Front Royal." „Bij alle goden, het klinkt vreemd, maar waar. Verklaar me dat geheim maar eens. Hoe ben je hierheen gekomen?" „Op order van generaal Jackson. Ik ben hier in de streek geboren en daarom koos hij mij om de sterkte en de verdeeling uit te vinden van de Federalistische troepen hier in de buurt en nog enkele andere dingen, die hij wilde weten. Ik werd gevangen genomen toen ik de Federa listenuniform droeg en ter dood veroordeeld als spion. Gisternacht heb ik weten te ontsnappen." „En dat meisje?" Ze sloeg haar cape terug, die haar gezicht ge deeltelijk verborg, en toonde haar groote oogen en haar gezicht dat met een blos overgoten was. „Die vraag zal ik zelf wel beantwoorden, lui tenant Harwood." „Wat! Hoe kent u mijn naam?" „Door den naam van uw regiment en uit en kele eigenaardigheden in uw manier van spre ken, waarover ik ingelicht ben. Ik ben een nicht van u." „Een nicht? Goddank! Ik heb nooit geweten dat er nog zooveel moois bestond in onze famie- lie. Mijn nichtje! Wacht eens toch niet Noreen Harwood?" Ze knikte glimlachend. „Noreen Harwood! Nee maar! Hoe komt het dan dat jij iemand bij je hebt die beweert tot onze party te hooren? Ze hebben me toch ver teld dat je vader by den staf van generaal Ram say was, als majoor." „Vader is dood," antwoordde ze eenvoudig, ,hy werd een paar dagen geleden vermoord." „Dat spijt me, nichtje" en hij drukte haar de hand, „want al heb ik hem of jou nooit gezien, mijn vader bewonderde hem zeer. Maar, neem me niet kwalijk dat ik myn plicht volbreng als soldaat zelfs onder deze omstandigheden. We zijn maar met een paar man hier en midden in een vijandige streek en we kunnen geen onnoodig risico op ons nemen. Wie is die man? En hoe ken je hem?" „Hij heeft je de waarheid gezegd," antwoord de ze rustig, en ik ken hem al van kinds been af." „Dus hy is Confederalist?" „Ja." „En jij, nichtje?" „Ik hoor voortaan by hem, hy heeft me op alle mogelijke manieren verdedigd en geholpen." Toen gaf Harwood me een stevigen handdruk en keek me frank en vriendeiyk aan. „Ik zal je vertrouwen, kameraad," zei hij hartelijk, „maar aan mijn zadelknop zit nog een gryze reservejas, die je beter zal staan dan dat blauwe ding. Hé, Stone, haal die jas eens van mijn paard en breng ze hier, voorzichtig jongen, en in de schaduw biyven hoor. Nee maar, dat is een prettige ont moeting, zeg; jullie moeten me straks nlies maar eens vertellen, maar nu moet ik eens kij ken hoe mijn menschen het stellen, 't Is niet zoo gemak kelijk wat we van plan zyn." „Kimt u me dat niet eens uitleggen, luit.?" zei ik, toen hij zich om wilde keeren, „hoe komt het dat u hier bent, en waarom?" „Dat is een brutaal plannetje van mij, goedge keurd door den garnizoenscommandant van Co vington, waar wij thuis hooren," legde hij uit, terwyi hij onderzoekend de kerk rondkeek. „De Yankees hebben een fouragetrein onderweg, van Hot Springs, die maar slecht bewaakt is. Ze zijn nog nooit zoover Oostelyk durven komen en enze verkenners hebben ons dat nieuws overge bracht. En nu heb ik het schitterende idee ge kregen om hun den terugweg af te snyden en ik heb voor dat waagstukje toestemming gekregen. We hebben een stuk afgesneden en zyn hier te gen het aanbreken van den dag aangekomen. Die trein had allang hier moeten zyn, maar we hebben nog niets gezien." „Bent u hier den heelen dag geweest, zonder iets te zien?" „O we hebben wel wat gezien," lachte hy, „maar niets wat we de moeite waard vonden om onze kogels aan te wagen. De weg hier blijkt nogal druk bezocht te worden, maar gelukkig was er geen enkele Yankee, die behoefte had om naar de kerk te gaan. Er kwam een bende myn- werkers langs, een paar uur geleden, die tot by de deur reden en eens naar binnen neusden. Of het Federalisten of Confederalisten waren, weet ik niet. In elk geval waren we blij genoeg dat we ze weer zagen vertrekken. Ze zagen er uit of ze er niet vies van waren om eens te bakkeleien." „Met hoevelen waren se?" (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 3