Max van Poll
over de crisis
5 i UJJJJHÏ
DE ROODE NEVEL
St. Augustinus
„QUADRAGESIMO ANNO"
HET RICHTSNOER
- .v
WOENSDAG 24 OCTOBER 1934
Wij allen zijn schuldig
Opening van de „Grato"
Tusschen hemel en hel
Chantage-pogingen
Vreemde werkkrachten
De regeering is de eenige macht,
die aan het volkshuishouden
leiding kan en moet geven
Hoe wij ons gedroegen
Allen zijn schuldig
Aan die verstoring zijn wij allen schuldig. De
crisis, die over ons gekomen is, is menschen-
Werk, en onze schuld. Het allereerste, wat noo-
dig is om deze crisis te overwinnen, is het
Schuldbesef, dat wy verkeerd gehandeld heb
ben, dat wg naar Gods wet moeten luisteren.
Muur belet terugkeer
De economische kwestie
Regeering moet leiding
geven
MGR. MUTSAERS-OORD
Jaarverslag over 1933
TEELTREGELING VOOR VEE
Identiteitsbewijzen moeten
bewaard worden
TRUDI SCHOOP
Nog verschillende voorstellingen
Wie het woord zullen voeren
JULIUS PATZAK
Toumée door Nederland
JOSEPH SZIGETI
Naar ons land
De „Ijsvogel" naar Indië
Taxegedeelte consumptiemelk
Postvluchten
Pater J. van Heugten S. J. spreekt
op de inauguratie-vergadering
Duitschers uit Zuid-Limburg
in Aken
DAMMEN
Tiende partij remise
Rajchenbach wint den wedstrijd
om het wereldkampioenschap
met 137
Wie in de af deelingen der inge
stelde commissie zitting
zullen nemen
ZANGKOOR DER PRAAGSCHE ONDERWIJZERS
1
5
EEN VERHAAL UIT DEN SLAVENOORLOG
DOOR RANDALL PARRISH
Uitgenoodigd door de commissie van
samenwerking der vier Parochieele Kiesver-
eenigingen hield Max van Poll te Helmond
een rede welke tot titel droeg: ,,In zware
tijden".
Het eerste gedeelte van de lezing handelde
Over de vraag: Hoe zijn wij in dezen toestand
geraakt? Spr. noemde als oorzaak de onrecht
vaardige verdeeling der goederen.
Terwijl de werkgelegenheid in de jaren 1921
'29 gestegen is met 21 pet., zijn de loonen
slechts gestegen in 1929 met 1% pet. verge
leken by 1921. In die jaren is het dividend op
gevoerd met 122 pet, en het primaire vermogen
met 62 pet. Uit deze gegevens volgt, aldus spr.,
dat van den goederenstroom een onevenredig
groot deel is gegaan naar het kapitaal en slechts
een klein deel naar hen, die deze goederen heb
ben voortgebracht.
Spr. haalde de encycliek „Quadragesimo
Anno" aan, welke een onrechtvaardige verdee
ling constateert en het tegenovergestelde eischt,
dat nameiyk de thans verwekte goederenover
vloed zich slechts in biliyke verhouding zal op-
hoopen bij de bezittende groep, doch daaren
tegen in breeden stroom den loonarbeid ten
goede zal komen. De korte inhoud van de en
cycliek is één groot aandringen op betere eigen-
doms- en inkomstenverdeeling.
Hoe nu vroeg spreker hebben wij ons
Vroeger in het algemeen tegenover dezen feite-
lyken toestand gedragen?
Op eenige uitzonderingen na hebben wij ons
met den toestand kunnen vereenigen, zoolang
deze geld in ons laatje bracht.
Wij allen hebben schuld aan het onrecht
vaardige van den feitelijken toestand.
Daarom hebben wij allen mede-schuld aan de
crisis.
In de jaren, dat in ons land de totale loonen
met 1 pet. groeiden, nam de bevolking toe
met 15 pet. De koopkracht steeg niet in even
redigheid met den groei van de bevolking. Het
gevolg hiervan was, dat verschillenden uit die
koopkracht werden uitgeschakeld.
De aard der dingen is door de menschen ver
stoord. Iedere verstoring er van wreekt zichzelf
aan de menschen.
In deze gemoedsstemming hebben wg de cri
sis te gemoet te treden, begrijpend, dat wg de
gevolgen van onze eigen daden rouwmoedig
hebben te dragen.
Uit onze eigen daden is een muur opgebouwd,
die onzen terugkeer belet.
Dit is de muur van den vermaarden put,
Waarin wy zitten. Hoe kunnen wij er uit? Als
Wij nederig, bereid te luisteren naar Gods Wet,
de crisisverschijnselen tegemoet treden, kunnev
Wg ef dan uit?
Deze vraag behandelde spr. in het tweede
gedeelte van zgn lezing, waarin hij twee
kwesties aanroerde: de economische en de
politieke.
Wij moeten er ons terdege van bewust zgn,
dat het niet makkelgk zal zijn herstel tot stand
te brengen.
Zoolang er geen eendrachtige samenwerking
der volkeren tot stand komt, zoolang zal iedere
poging tot herstel zich beperken tot het af-
zonderlgke volkshuishouden. Alom worden de
vertegenwoordigers van het volkshuishouden
gedwongen tot ingrypen, omdat anders het ge-
heele volkshuishouden ineen zou storten.
Welke gezindheid is noodzakelgk om den op
bouw van de maatschappy en het algemeen
Welzijn te bereiken? Op de eerste plaats dat
God in Zgn Goedertierenheid ons bijstaat. Het
vertrouwen in de menschelyke begeerlgkheid
is wel beschaamd. Op dezelfde wijze als voor
anderhalve eeuw de menschen in een roes naar
vrijheid werden gebracht, op dezelfde manier
Wordt thans een beroep gedaan op andere harts
tochten, op den hoogmoed vooral. Uitdrukkelijk
zegt de' Paus dat er een door ons verstand ge-
Vorderde orde der maatschappij moet komen,
dat ons verstand ons zegt welk doel in de eco-
nomische orde moet worden nagestreefd, dat
het staatsbestuur een verstandelijke politiek
moet voeren. Verstandelgk moet worden onder
zocht of en zoo ja langs welken weg het moge
lyk is ons volkshuishouden uit den put te hel
pen.
Eerste voorwaarde: een goed en volkomen
begrypen van den toestand waarin ons volks
huishouden verkeert.
De regeering is de macht, die aan het
hoofd' van het volkshuishouden staat en
ten slotte de eenige macht, die aan het
volkshuishouden leiding kan en moet geven.
Spr. behandelde vervolgens de politiek van
de regeering wat den export betreft, welke po
litiek spr. niet kan deelen. Spr. is voor de poli
tiek van de imperiale zelfvoorziening.
Wat de politieke kwestie betreft, gaf spr. als
conclusie dat wij moeten trachten door onder
linge samenwerking en door onzen goeden wil
te toonen, onze R.K. Staatspartij te brengen
tot één groote economische politiek.
Verschenen is het verslag over 1933 van het
Ned. R. K. Herstellingsoord Ver. voor Spoor-
en Tramwegpersoneel „Mgr. Mutsaers" waar
aan wij het onderstaande ontleenen:
In zijn inleidend woord zegt het verslag over
degenen die geen lid zijn, dat zij die buiten de
H. O.-vereeniging biyven, meer schuldig staan
dan in tijden van voorspoed. Nu vooral, nu
door de economische noodzakelijkheid of
economische zakelijkheid? de aanvallen op
het welvaartspeil van de werknemers, in het
byzonder by spoor- en tramwegen, zich meer
en meer herhalen. Juist nu is het meer dan
ooit noodig dat elke spoor- en tramman er van
overtuigd is en er naar handelt, om zich en
zgn gezin zooveel mogeiyk te beveiligen voor
de tegenspoeden, welke hem en de zijnen kun
nen treffen.
Het ledental vertoont een teruggang van 443
leden en bedroeg 1 Januari 8787. Deze terug
gang is deels te wijten aan ontslag, overlijden,
pensionneering en ook deels aan bedanken.
In de beide herstellingsoorden werden ver
pleegd 81 vrouwen met 4087 verpleegdagen, 23
"mannen met 1188 idem, 135 meisjes met 5993
idem, 134 jongens met 5103 idem, zuigelingen
met 694 idem, 16 particulieren met 872 idem.
Naar andere inrichtingen (zee- en kleuter
huizen: 6 meisjes met 343 verpleegdagen, 2 jon
gens met 84 idem, 5 kleuters met 368 idem, 2
vrouwen met 94 idem.
Totaal aantal uitzendingen 416 met een to
taal van 18826 verpleegdagen.
Ten aanzien van de teeltregeling voor vee is
het seizoen 1934 1 November a.s. geëindigd, ter
wijl op dien datum het seizoen 1935 ingang vindt.
Dit houdt echter niet in, dat het in voorraad
hebben van kalveren, waarvoor een identieits-
bewijs 1934 werd uitgereikt, van dien datum af
niet meer door dit identiteitsbewijs gedekt zou
behoeven te zgn.
Zooals bekend, zijn met ingang van 1 Novem
ber 1934 de gewichtsgrenzen, welke de voren
bedoelde kalveren betreffen, gewijzigd in 60
300 K.G. voor stierkalveren en 100—250 K.G.
voor vaarskalveren, terwijl het in de bedoeling
ligt ten aanzien van dezelfde kalveren de boven
ste grenzen t. g. t. wederom te verhoogen.
Hieruit valt dus af te leiden, dat na 1 Novem
ber 1934 de identiteitsbewyzen 1934 voor de be
trokkenen in het algemeen dezelfde beteekenis
en waarde zullen hebben als voordien het ge
val was.
Om deze reden wordt den veehouders met na
druk aanbevolen ook gedurende het komende
seizoen 1935 deze identiteitsbewyzen 1934 zorg
vuldig te bewaren.
Het voor dezen tyd buitengewoon groote suc
ces van het Schoop-Ballet, dat in vele plaat
sen van ons land uitverkochte schouwburgen
Wist te trekken, heeft de directie doen beslui
ten, de tournée door België uit te stellen en
de toumée door ons land met ongeveer twee
weken te verlengen. De voorstellingen in België
zuüen nu eerst 6 November worden aange
vangen.
Te Rotterdam, waar de schouwburgen over
het algemeen nog leeger zyn dan in andere
plaatsen, heeft het Schoop-Ballet in verloop
van korten tyd vijf voorstellingen gegeven,
waarvan de meeste voor een nagenoeg uitver
kochte zaal- Een zesde voorstelling (tevens laat
ste) zal 2 November a.s. in den Grooten Schouw
burg plaatsvinden. Ook in Den Haag, waar j.l.
Zaterdag een gevuld Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen het Schoop-Ballet geestdriftig
heeft toegejuicht, zal nog een enkele herhaling
gegeven worden: op Donderdag 1 November in
het Gebouw voor K. en W. Voorts zullen nog
voorstellingen plaatsvinden te Haarlem, Stads
schouwburg, op Woensdag 24 October; Zwolle,
Schouwburg „Odeon", op Zondag 28 October
a.s.; Heerenveen, Maandag 29 October in den
zoo juist gereed gekomen nieuwen Schouwburg;
Dinsdag 24 October te Groningen, Stadsschouw
burg; Woensdag 31 in „Tivoli" te Apeldoorn;
vervolgens te Deventer, Zutphen, Maastricht,
enz.
Zooals reeds gemeld, zal by de opening der
I Internationale Grafische Tentoonstelling op
I Woensdagmiddag te twee uur in het Jaarbeurs
gebouw te Utrecht de openingsrede worden uit
gesproken door Z. Exc. Mr. M. P. L. Steen-
berghe, Minister van Economische Zaken.
Bij deze gelegenheid zal nog het woord voe
ren R. A. Austen Leigh als voorzitter van het
Internationaal Bureau der Boekdrukkersveree-
nigingen namens de buitenlandsche delegaties.
De heer S. S. Korthuis, voorzitter van de Fe
deratie, zal spreken namens de vereeniging,
die deze tentoonstelling heeft georganiseerd.
De beroemde Weensche tenor Julius Patzak
zal in de maand November een tournée door ons
land maken. Men zal zich herinneren, dat Pat-
zak het vorige seizoen zgn aangekondigde Ne-
derlandsche tournée wegens ziekte heeft moe
ten afzeggen.
De concerten, welke hü thans de volgende
maand zal geven, worden georganiseerd door
impresario Ernst Krauss.
Onder auspiciën van de N.V. Internationale
Concertdirectie Ernst Krauss zal de wereldver
maarde violist Joseph Szigeti een aantal con
certen in Nederland geven. Donderdag 25 dezer
treedt de kunstenaar op te Amsterdam met het
Concertgebouw-Orkest onder leiding van Bruno
Walter, terwijl hy Zaterdag as. een concert
geeft in het Gebouw voor Kunsten en Weten
schappen te Den Haag.
Donderdagmorgen zal het K.L.M.-vliegtuig de
„Ijsvogel" van Amsterdam naar Batavia ver
trekken.
De bemanning van dit vliegtuig zal bestaan
uit de heeren W. M. O. H. Beekman (1ste be
stuurder); T. M. J. Verhoeven (2de bestuur
der); J. den Hartog (werktuigkundige) en H.
C. Moulyn (radiotelegrafist).
De post voor dit vliegtuig moet uiteriyk
Woensdagavond te Amsterdam zyn.
De Crisis-Zuivel-Centrale maakt bekend, dat
voor de periode van 28 October tot en met 3 No
vember 1934 de prys voor het taxegedeelte van
consumptiemelk, gekocht op Regeeringscon-
tract, is bepaald op 5% cent per Liter, met dien
verstande, dat voor melk van de eerste klasse
deze prijs wordt verhoogd met de kwaliteitspre
mie en voor die van de derde klasse wordt ver
minderd met de kwaliteitsafdracht van K cent.
De afdracht op andere in consumptie gebrach
te melk is vastgesteld op 2 cent per Liter.
De „Oehoe" op uitreis vloog van Jodhpur
naar Calcutta.
In het Eigen Huis aan het Rapenburg heeft
de Leidsche R. K. Studentenvereeniging „Sanc-
tus Augustinus" Maandagmiddag de plechtige
inauguratievergadering der candidaat-leden ge
houden.
De praeses der vereeniging, de heer P. Melief,
heette in zijn openingswoord allen hartelijk
welkom.
Spr. zeide vervolgens het een alleszins ver
heugend verschynsel te noemen, dat ieder jaar
zich zoovelen laten inschrijven als lid van de
vereeniging, niet om de genoegens, verbonden
aan het studentenleven, maar vanwege de
steeds verdere cultureele opleving onder de
katholieken.
Spr. hoopt dat de nieuwe leden waardige
Augustgnen mogen zijn en dat zij in alles het
devies van St. Augustinus: Non vincit nisi Ve
ritas, tot het hunne mogen maken.
Op de gebruikeiyke wijze had vervolgens de
plechtige inauguratie der candidaat-leden. 7
dames en 31 heeren, plaats, waarna de zeer-
eerw. pater J. van Heugten het woord ver
kreeg.
Deze wees er in zijn inleiding op, dat er
tusschen hemel en hel geen huiverender plaats
plaats is dan Rusland, waar alles gesystemati
seerd wordt, omdat er in alles de rede als
hoogste eisch gesteld wordt, want Rusland heeft
den H. Geest versjacherd voor wat stoom en
electriciteit. In deze drie-eenheid: stof, machine
en kracht, meenen zy hun heil te vinden, maar
de rede is temperatuurloos en koud.
Een dergeiyke geest biyft het geheele land
aankleven en zoo is het overal, want Frankrijk
b.v. heeft het gelaat nog altyd geschonden door
Voltaire. Wanneer een Dostojewski een halve
eeuw vroeger had geleefd, zou men hem in een
gesticht hebben opgesloten.
Spr. betoogde vervolgens, hoe bij zeer velen
rede en gevoel overheerschen en wees erop, dat
deze twee elkaar kwellende machten zijn.
Aan de hand van den Franschen schrijver
Claudel beschreef spr. dan hoe de animus en
de anima naast en tegenover staan, hoe zy
beide strijd voeren als geloof en wetenschap,
enkele tientallen jaren geleden. Veel is er
sindsdien veranderd en het geloof heeft zyn
plaats veroverd, maar toen de wetenschap het
geloof afschudde, werd het er niet beter op.
Het eenige, dat zin geeft aan de levensbe
schouwing is de christelijke levensopvatting.
Materialist en pantheïst dwalen in al hun re
deneeringen en daartegenover staat het dualis
me, dat zich concentreert op de tien geboden.
Christus, de dualist der dualisten, zooals spr.
hem noemde, heeft zelf herhaaldelijk de phy-
sica der natuurwetten overtreden om de phy-
sica der tien geboden te doen zegevieren.
Spr. haalde dan den grooten Engelschen
schrijver Chesterton aan, die zeide, dat alle
groote levensraadsels door het katholicisme
worden opgelost, hetgeen spr. met eenige voor
beelden verduideiykte.
Het christendom is het dualisme nimmer uit
den weg gegaan en heeft steeds de verzoening
der tegenstrijdigheden trachten te bereiken.
Het oer-instinct van den mensch zegt, dat er
achter alles een hoogere kracht moet liggen
en daarom is de eenig goede levenshouding die
van het katholicisme, ook al komt het slaags
met de naar eenheid strevende wetenschap.
Na het langdurig applaus, dat deze met aan
dacht gevolgde rede besloot, sprak de praeses
een harteiyk woord van dank tot den spreker.
Hierna werden de Avunculaatsinsignes aan
de oud-bestuursleden uitgereikt en volgde slui
ting der bijeenkomst.
Ongeveer 1000 Duitschers, in de mijnstreek
woonachtig, brachten Zondagmiddag per auto
bussen en andere vehikels een bezoek aan
Aken. De groote zaal van het Westpark was ge
heel gevuld.
Tegen half 5 werden 10 hakenkruisvlaggen,
gewijd op den partijdag in Neurenberg, van de
„Reichsdeutsche Gemeinschaft in Holland",
naar het tooneel gedragen. Een spreekkoor van
de Duitsche school in Heerlen wees er op, dat
ieder Duitscher zijn plicht moest doen. De lei
der van de Reichsdeutsche Gemeinschaft, partij
genoot Nacken, sprak het begroetingswoord. Hij
verwelkomde speciaal den Regeerings-president,
den heer Reeder, den Ober-Bürgermeister der
stad, dr. Krause uit Den Haag. Het gaat er niet
om, aldus de heer Nacken, om Duitschland, ons
vaderland, te toonen, dat wij trouw zijn. Neen,
ook het land dat ons gastvrijheid verleent wil
len we bewijzen dat wij Duitschers zijn, getrouw
aan ons devies: „Treu dem Vaterland dank
bar dem Gastland".
Ook de Ober-Bürgermeister, Quirin Jansen,
begroette de aanwezigen, waarna de gouwleider
Maur het woord voerde.
Dr. Krause bracht de groeten over van den
buitenlandschen commissaris der N.S.D.A.P., den
heer Witte. Wij zullen niet werven voor het ua-
tionaal-socialisme, maar voor een nationaal-
socialistisch Duitschland. Op bevel van onzen
Führer mogen wy nationaal-socialistische ideëen
niet onder niet-Duitschers verspreiden. Wij eer
biedigen de meening van de Nederlandsche re
geering, maar moge zij ook de onze eerbie
digen.
Daarna werd een uitgebreid programma afge
werkt. Aan den Führer werd een telegram gezon
den.
De politie te Rotterdam is een chantage-com-
plot op het spoor, waarvan verscheidene men
schen het slachtoffer zijn geworden. Voor bedra
gen, die in de duizenden guldens loopen, waren
sommige personen afgezet, vóór het schandaal
de politie ter oore kwam.
Den laatsten tyd kwamen herhaaldelijk klach
ten binnen over de practijken van lieden, die
als beroovers bekend stonden, doch die door het
streng optreden van de justitie hun bedrijf er
aan moesten geven. Zooals nu is gebleken, heb
ben zij het omgezet in een anderen vorm, welke
zoowel lucratief bleek te zijn.
Zij gaan naar „De Telegraaf" vertelt, als volgt
te werk. Wanneer iemand vertoeft in een ver
dacht hotelletje, steelt men hem geen bankbil
jetten uit zyn portefeuille, maar brieven en zoo
mogelyk ook fotos.
Eenige dagen later dan krygt de bestolene
bezoek van een man, die zich rechercheur van
een particulier detectivebureau noemt. De pseu-
do-rechercheur vertelt dan dat hij het onder
zoek leidt in een echtscheidingszaak en opdracht
heeft de wegen van een bepaalde vrouw te
volgen. De man vraagt dan zijn slachtoffer of
deze ongeveer op dien of dien dag in een zeker
logement is geweest. De betrokkene zou dan
moeten getuigen in een proces. Vanzelfsprekend
voelt deze hier niet veel voor en dan komt de
chanteur uit den hoek. Hy noemt een groot be
drag, waartegen een en ander kan worden afge
kocht. Vele personen loopen er in hun vrees in.
Zeggen zy van niets te weten, dan komen foto's
voor den dag van hun eigen brieven en foto's,
die in de hotelkamer gevonden zijn.
Reeds vijf a zes gevallen van een dergelijke
chantage zyn de politie ter oore gekomen. Meer
aangiften zullen misschien wel volgen, daar
nog velen de politie niet in de zaak hebben
durven mengen.
De laatste en tiende party uit de match om
het wereldkampioenschap tusschen Keiler en
Rajchenbach nam Dinsdagmiddag om twee uur
in het Carlton-Hotel een aanvang, en is we
derom in remise geëindigd, zoodat Rajchenbach
de match in totaal met 137 heeft gewonnen.
Wie gedacht had, dat de tiende partij wel snel
ten einde zou komen, heeft zich vergist! In
tegendeel, deze party duurde aanzienlyk langer
dan vele ontmoetingen uit het midden van de
match, en heeft nc(; eenige belangwekkende
spelmomenten en voor de toeschouwers talrijke
sensaties opgeleverd. Keiler heeft namelijk in
deze partij een schijf voorgestaan, en desondanks
toch niet gewonnen. Hoe dit in z'n werk is ge
gaan?
De nationale kampioen opende met 3329, en
het gelukte hem na door breed opgezet cen-
trumspel zijn spel zoo te ontplooien, dat hij een
zeer krachtige positie op het middenbord kon
innemen. Rajchenbach's spel kenmerkte zich
door een tactiek van: hoe maak ik 't zoo gauw
mogelyk remise, en hy debuteerde met een
ruil, die inderdaad vereenvoudiging bracht. Dit
verhinderde echter niet, dat Keiler steeds als
aanvaller kon terugkeeren, en hy tartte Raj
chenbach, nadat deze zich met zwart op de
ruiten 20 en 25 had genesteld, een z.g. hek
stelling te nemen, die voor Keiler kansrijk kon
worden. De Franschman had dit op eenvoudige
wijze kunnen ontgaan, maar zyn dammershart
deed zich gelden en hij besloot de moeilykhe-
den niet uit den weg te gaan. Veel pleizier had
hij daar niet van, want twee zetten nadat hy
de hekstelling had ingenomen, maakte hy zijn
eersten en eenigen blunder van de match. Kei
ler kwam op ruit 10, de Franschman moest of
feren, en hield een schyf achterstand, met een
kansje deze terug te winnen. Echter, het stuk
was moeilijk te verdedigen; Keller had een
vooruitgeschoven positie, en thans was niet te
bepalen, of hij genoeg tempi bezat om zijn stuk
winst te handhaven. Hoe het ook zy, Rajchen
bach speelde zeer listig met de tempi, maar
Keiler hield krachtig vol, totdat het zijn tegen
stander gelukte hem te verlokken tot een ruil,
die vol perspectieven leek te zijn. Of de positie
Betreffende de instelling van een commissie,
die van advies kan dienen inzake het afgeven
van pasvisa en het verleenen van vergunningen
voor het laten verrichten van arbeid, voor wat
betreft niet-Nederlandsche musici en artisten
en niet-Nederlandsch personeel in hotel-, re
staurant-, café en andere bedrijven, kan nog
worden gemeld, dat in de afdeeling voor mu
sici en artisten tot lid zijn benoemd: J. Sassen,
directeur van het Grand Hotel Central te Den
Haag; Abr. Staalman, directeur van het bureau
van den Ned. Bond van Koffiehuis-, Restaurant
houders en Siyters, te Amsterdam; D. Reese,
bestuurslid van de vereeniging van Lunchroom-
houders te Rotterdam; D. Hamburger Jr. voor
zitter van den Ned. Bioscoopbond te Utrecht;
Everhard van Beinum, le secretaris der Kon.
Ned. Toonkunstenaarsvereeniging te 's Graven-
hage; J. Olman, voorzitter van den Ned. Toon-
kunstenaarsbond te Rotterdam en H. Wallig,
voorzitter van de Ned. Artisten-Organisatie te
Amsterdam.
Tot lid van de afdeeling voor hotel-, restau
rant- en cafépersoneel zijn benoemd: T. A.
Pfeiffer, directeur van het Centraal Bureau der
Exploitatie My. Scheveningen te 's Gravenhage;
B. H. Nijenhuis, eigenaar van het Hotel Derion
te Maastricht; J. Sassen, directeur van het
Grand Hotel Central te 's Gravenhage; Abr.
Staalman, directeur van het bureau van den
Ned. Bond van Koffiehuis-, Restauranthouders
en Siyters te Amsterdam; D. Reese, bestuurslid
van de Vereeniging van Lunchroomhouders te
Rotterdam; J. C. B. van Hilst, secretaris-pen
ningmeester van den Bond van Hotel-, Café en
Restaurantpersoneel in Nederland te Amster
dam; J. F. Bysterveld, secretaris van den Ned.
R.K. Bond van Hotel-, Café- en Restaurant
geëmployeerden St. Antonius te 's Gravenhage
en F. A. Claassen, voorzitter van den Ned. Ge-
neefschen Bond van Hotel-, Café- en Restau
rantpersoneel te Amsterdam.
De vergadering van de commissie en van de
beide afdeelingen kunnen worden bygewoond
door den directeur van den Rijksdienst der
Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemidde
ling, die zich kan doen bijstaan of vervangen
door Th. van Lier, referendaris bij genoemden
Rijksdienst.
Tot de taak van de afdeeling voor musici
en artisten behoort ook het uitbrengen van
adviezen betreffende het verleenen van ver
gunningen tot uitoefening van arbeidsbe
middeling met winstoogmerk voor musici en
artisten en het verleenen van bijstand in
zake het uitoefenen van toezicht op de na
leving van de verplichtingen van degenen,
aan wie een zoodanige vergunning is ver
leend.
De taak van de eerste afdeeling werd tot
dusver verricht door een in Februari 1933 inge
stelde commissie, die nu is opgeheven.
van Keiler toen te handhaven was, is later e
bezien. Nü liep het zoo, dat Rajchenbach zijn
schijfverlies terug-forceerde doch de overblij
vende stelling liet Keiler het initiatief. Hij drong
steeds op, maar Rajchenbach had nu met een
flankaanval succes, en het slot bracht hem na
veel wederwaardigheden en twee schyven offe
ren de remise.
Na afloop nam om half acht de officieele
sluiting een aanvang. De voorzitter van den
N.D.B., de heer Van Broek, complimenteerde
den nieuwen wereldkampioen, overhandigde
hem den door de maatschappij „Amstleven"
beschikbaar gestelden beker en wees erop, dat
de match zonder eenige wanklank was verloo-
pen en tot in de perfectie was georganiseerd.
Rajchenbach verdient den titel ten volle; Kei
ler werd verrast door een hem onbekend sys
teem, ondanks het feit, dat ook hy zeer sterk
heeft gespeeld. De president adviseerde Keiler,
en ook de andere Nederlandsche meesters, Raj
chenbach's systeem grondig te bestudeeren om
in de toekomst, mogelyk in 1935 of 1936, wan
neer er een groot rondtournooi mocht worden
gehouden, een vreedzame revanche te kunnen
nemen.
De heer Keiler werd als herinnering een arm
bandhorloge aangeboden.
Spreker bracht tevens dank uit aan de heeren
Groenteman en van Baaien als wedstrijdleiders,
bracht voorts dank aan de pers en aan de di
rectie van het Carlton-Hotel voor haar mede
werking en sloot daarna de match om het we
reldkampioenschap.
De heer Rajchenbach dankte nog in harte
lijke bewoordingen, prees de enorme organisa
tie en hoopte nog vele malen in Nederland te
kunnen spelen. Ook de heer Keiler dankte, en
bracht een sportieve hulde aan zyn tegenstan
der. Nadat nog eenige heeren het woord hadden
gevoerd werd de bijeenkomst gesloten.
De tiende en laatste partij volgt hier neg:
Wit: R. C. Keiler. Zwart: M. Rajchenbach.
1. 33—29, 17—21; 2. 31—26, 19—24; 3. 26x17,
24x33; 4. 38x29. 11x22; 5. 42—38. 1&—21; 6.
39—33, 21—27; 7. 32x21, 22—28; 8. 33x22,
18x16; 9. 44—39, 20—25; 10. 50—44, 15—20; 11.
47—42, 10—15; 12. 37—32, 14—19; 13. 41—37,
6—11; 14. 46—41, 11—17; 15. 36—31, 5—10; 16.
39—33, 19—24; 17. 32—28, 17—21; 18. 44—39,
10—14; 19. 31—27, 21x23 20. 29x18, 13 x 22;
21. 34—30, 25x34; 22. 39x10, 9—14; 23. 10x19,
4—10; 24. 40—34, 3—9; 25. 43—39. 12—18; 26.
49—44, 7—12 27. 41—36, 1—7; 28. 37—31, 12—17;
29. 42—37, 7—12 30. 37—32, 20—25 31. 31—27,
22x31; 32. 36x27, 9—14; 33. 33—28, 14x23; 34.
28x19, 2—7; 35. 39—33. 18—22; 36. 27x18, 12x
14; 37. 32—27, 8—13; 38. 33—28, 7—12 39. 44—39,
12—18; 40. 39—33, 17—21; 41. 38—32. 14—19;
42. 4540. 10—14 43. 34—29, 14—20 44. 40—34,
20—24; 45. 29x20, 15x24; 46. 34—29, 24—30;
47. 85x24, 19X30; 48. 28—23, 30—35 49. 23x12,
1318; 50. 12x23, 3540 remise gegeven.
xv/Xw-v ..tf.vfc*-'
Het wereldvermaar
de Koor van Praag-
sche Onderwyzers, dat
onder auspiciën van
impresario Ernst
Krauss en onder pro
tectoraat van Z. E.
Ivan Krno. buitenge
woon gezant en ge
volmachtigd minister
te Den Haag, van 25
October tot 3 No
vember een reeks
concerten in ons land
geeft, zal op Donder
dag 25 dezer in het
„Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen
te Den Haag de volgende werken ten gehoore
brengen: „Heilige Wenzeslaus" van J. B. Foer-
ster (vorst Wenzeslaus, de nationale Heilige en
Patroon, stichter van den Tsjechischen Staat
voor 1000 jaren, was van ouds het symbool dei-
Tsjechische onafhankeiykheid. Het volk richt
zich in zware tijden der onderdrukking tot Hem,
in de hoop, dat Hij in hun moeilyksten tyd
zou komen en hun van de verdrukking en ver
nedering zou bevrijden)„Lied op de Zee" van
B. Smetana; „Onweer" van Fred. J. Roeske;
Hymne (dubbelkoor) en „Op een Landweg" van
J. B. Peerster; „De rust houdt op" en „Wiege
lied uit Montenegro" van Jos. Suk; „Ostrava"
m
van Jan Kunck; „Marycka Magdonova" van
Leos Janacek; „Kerstwiegelied" van V. Novak;
„Mij verheugt niets in Klenci" van J. Jindrich;
„De Avondster" van J. Kricka, enz.
Het koor, dat uit 57 zangers bestaat, arri
veert hedenochtend te 10.02 uur in Den
Haag (S. S.) en zal aan het station offi
cieel worden ontvangen door afgevaardigden en
bestuur van den Haagschen Bond van Zang
verenigingen. Voor den aanvang van het con
cert zal een koor uit den bond onder leiding van
den heer J. Rood den Praagschen zangers toe
zingen met hun volkslied in de Tsjechische taal,
waarvan de tekst bewerkt is door den heer
Fr. E. B. Koeberg, muzikaal adviseur v. d. bond
34
„Met dertig of veertig man, werkelijk een ge
zellig troepje. Twee kwamen wat dichterbij en
reden om de kerk heen een groote vent met
een rooden baard en een klein ventje met een
Vossensnuit, dat hij Kelly noemde."
„Ik ken ze, die zaten ons achterna. Reden ze
haar het Oosten?"
„Ja, dat deed trouwens iedereen die we van
daag gezien hebben. Ik heb me afgevraagd wat
er toch aan de hand was. Ik denk dat je erg po
pulair bent dat er zooveel herrie voor jou ge
maakt wordt, 'n Uur na zonsopgang kwam er 'n
heele compagnie blauwjassen voorby en ze reden
als gekken, hun paarden dropen en een jonge
kerel reed voorop en dreef hen nog aan. Hy was
Zijn hoéd kwyt en ze keken zelfs nog niet naar
de kerk. Ik verzeker je, dat ze haast hadden,
jongen."
„En is er niemand teruggekomen?"
„Nee niemand."
„Hoeveel mannen heeft u hier by zich?"
„Acht en twintig geoefende soldaten."
„Hebt u wachten uitgezet?"
„In beide richtingen één man, goed
verborgen, en een myl yan hieraf. Bo
vendien is van den toren uit de streek rond
om te overzien."
„En de paarden?"
„Die zijn ginds verborgen in de struiken."
„En wat is n uu van plan luit?" voegde ik
kalm eraan toe, maar al vast besloten wat er zou
moeten gebeuren. „Wilt u hier blyven?"
Hij streek eens langs zyn snorretje. „Ik dacht
hier te blijven tot middernacht Wyatt en dan,
als er niets gebeurde, terug te trekken, ik ben
niet van plan om nog een dag in dit vervloekte
hol te zitten. Wat denk jy ervan?"
„Ik denk dat we zoo gauw mogelijk hier weg
moeten zien te komen," antwoordde ik. „Uw po
sitie hier is veel gevaarlyker dan u schijnt te
denken. Die twee troepen die naar het Oosten
reden zoeken ons om ons te vangen. Ik heb geen
tyd om u de heele geschiedenis nu te vertellen,
maar uw nichtje is daar ook in betrokken. Ze
reden door, omdat ze dachten dat wij nog een
voorsprong op hen hadden. Waarschijnlijk we
ten ze nu wel beter en ze zullen elk ravijn en
elke schuilplaats afzoeken als ze terugkomen.
Als die fouragewagens dezen kant uitkomen, zul
len die cavaleristen met hen meerijden, behalve
dan de gewone bewakers nog, en u kunt hen met
die paar menschen niet aanvallen. De eenige
kans om uw troep veilig naar Covington terug te
brengen is, om hier te vertrekken vóór men uw
aanwezigheid hier vermoedt, luit.
„Ik geloof wel, dat je gelijk hebt," gaf hij on
gaarne toe, „maar ik houdt er niet van, om te
keeren zonder nog even myn tanden te hebben
laten zien dat is niet de gewoonte yan het
derde Kentucky. We zouden een goede beurt
maken tegen die Yankee-soldaten."
„Misschien, maar niet tegen eencomb inatie
van soldaten en de bende van Cowan. Ze zouden
viermaal zoo sterk zyn als u en bovendien zijn
het echte vechtjassen."
„Denk je, dat ze samen zullen werken?"
„Als ze elkaar tegenkomen en ze spreken el
kaar, ja. Cowan geeft er niets om voor welke
partij hy vecht, als hy zijn doel maar bereikt en
de cavalerieofficier zal bly zyn met elke verster
king. Ze zullen misschien later over den buit
gaan twisten, maar nu hebben ze een gemeen
schappelijk doel en ze zullen heel dikke vriendjes
zyn. Doe wat u wilt, maar ik sta niet onder uw
commando en als u hier blijft, dan rijden wij
alleen verder. Jy gaat toch met mij mee, niet,
Noreen?"
Ze had nog niets gezegd en ik kon in dat sche
merduister nauwelyks haar figuurtje onderschei
den. Maar op myn directe vraag deed ze een
stap naar my toe en ik voelde hoe ze haar hand
op myn arm legde.
„Ja," zei ze eenvoudig, „als jy dat het beste
vindt. Neef," voegde ze er aan toe, terwijl ze
over haar schouder naar den verbaasden officier
keek, „ik had ook veel liever, dat je meeging."
Hij lachte en keerde zich, plotseling besloten,
om.
„Ik zal wel moeten, als myn familieleden er
zich mee gaan bemoeien," zei hij gemoedelyk.
„Wharton, laat de wachtposten inrukken, en in
specteer de mannen. We vertrekken. God! Wat
is dat?"
Er klonk een salvo, blykbaar niet uit hetzelfde
kaliber geweren, het geluid ervan was heel duide-
lyk. Na het oogenblik stilte dat er volgde, riep
een opgewonden stem van den toren: „In het
Oosten wordt geschoten, luit."
„Hoe ver weg, ongeveer, Somers?" riep de ser
geant terug.
„Een kwart myi, ongeveer; ik zag by het vu
ren een troep mannen aan dezen kant van de
groote rotsen. Ze zullen Hardy gezien hebben,
Tuit, en toen op hem geschoten hebben, op die
hoogte stond hij ongeveer."
Harwood begon te vloeken en hij liep naar het
dichtstbyzijnde venster aan onzen kant en pro
beerde naar buiten te kijken. Behalve een vaag
lichtschijnsel in het Westen en de maan die aan
den hemel stond, was alles rondom ons donker.
Ik kon 't meisje naast me amper zien ofschoon
door de ruiten een beetje licht viel en de figuur
van den luitenant zich vaag afteekende tegen de
vensteropeningen. Ik geloof niet, dat hij iets zag,
maar we hoorden het geluid van hoeven, en
het geratel van wagenwielen. Harwood keerde
zich om.
„Dat zyn die goederenwagens, jongens," zei hij
kortaf, „met een groep cavaleristen voorop. Ga
naar de vensters maar zachtjes je kent de
orders. By God! Wharton we zullen ons robbertje
vechten toch nog hebbenLaat de menschen het
magazyn vullen; kom mee, Wyatt dan kunnen
wy bij de voordeur uit gaan kyken."
Noreen klampte zich aan my vast, toen ik me
tastend een weg zocht naar de smalle deur die
in het portaal uitkwam. Het zou weinig verschil
uitmaken waar ze was als we toch ontdekt wer
den en aangevallen, het zou zelfs beter zyn als
we bij elkaar bleven. Ik gaf haar een hand en
zoo stonden we met drieën te kyken naar het
witte lint van den weg, die goed te zien was in
het maanlicht, terwyl het geluid van de nade
rende colonne al duideiyker en duidelijker werd.
HOOFDSTUK XXVI
De val sluit zich
De luitenant pakte me by mijn schouders. „De
kerels maken lawaai genoeg voor een heel leger,"
fluisterde hy. „Ik denk dat de heele troep by
elkaar is."
„Ongetwyfeld. Hoe staat het met uw ammu
nitie?"
„Zestig houders voor eiken man," grinnikte hy.
„Het zal hun heel wat moeite kosten om door
die dikke muren te komen. Maar we hebben
toch niet veel kans om ons er door te slaan,"
voegde hy er nadenkend aan toe, „want ze zul
len ons toch krijgen ten slotte. Gewooniyk vecht
ik liever, maar nu hoop ik dat die Yankees zoo
vriendelyk zullen zyn om door te ryden."
„Ik ook," antwoordde ik kortaf en ik voelde
hoe Noreen me geruststellend de hand drukte.
„Daar komen ze aan, luit, kyk, twee ruiters
voorop." Het waren zwarte schaduwen, die scherp
afstaken tegen den witten weg maar toen ze wat
dichterby kwamen gaf het maanlicht hun meer
vorm en verlichtte vaag hun uniformen. De eene
was slank en zat rechtop in het zadel, blykbaar
een cavalerist; maar de andere hing als een zak
voorover op zyn zadelknop, grooter, vormloos, en
ik zag duidelijk den loop van een geweer boven
zijn schouders uitsteken, terwyl de breede slap
pe rand van zyn hoed op en neer flapte met de
bewegingen van zyn paard. Ze vierden den teu
gel toen ze tegenover de kerk gekomen waren,
en het cavalerie-paard keerde zich daarby om.
Verder weg, nog onderaan de steile heuvelhel
ling, verscheen de donkere schaduw van een
colonne bereden soldaten. Noreen fluisterde me
in het oor: „De de grootste is An se Cowan."
„En de andere is Raymond," zei ik even
zacht, „die twee hebben elkaar blijkbaar ont
moet."
,,'t Is heel vreemd," zei plotseling een stem,
duiaeiyk hoorbaar ia den nacht, „die kerel met
een Confederalisten-uniform aan."
„Wat zou die hier uitgevoerd hebben?"
„Een verkenner, denk ik," gromde de ander
nauwelijks hoorbaar, „d'r kan geen sterkere troep
hier zijn, luit, want we zyn vanmorgen nog pas
allebei over den weg gekomen. Dat was maar
een zwerver dien we toevallig tegenkwamen,
maar t was niet verkeerd als we dien bergrug
hier eens doorzochten voor we verder ryden
„Goed," stemde de luitenant toe, ,4k zal hier
wachten tot Fox en Moran hier zyn. Laat een
paar menschen terugrijden tot waar de bosschen
ophouden, en 't zou ook wel goed zyn cm eens
'n kijkje te nemen in de kerk. Jullie zijn van
morgen toch niet binnengeweest wel?"
(Wordt vervolgd)