Max van Poll over de crisis 5 i UJJJJHÏ DE ROODE NEVEL St. Augustinus „QUADRAGESIMO ANNO" HET RICHTSNOER - .v WOENSDAG 24 OCTOBER 1934 Wij allen zijn schuldig Opening van de „Grato" Tusschen hemel en hel Chantage-pogingen Vreemde werkkrachten De regeering is de eenige macht, die aan het volkshuishouden leiding kan en moet geven Hoe wij ons gedroegen Allen zijn schuldig Aan die verstoring zijn wij allen schuldig. De crisis, die over ons gekomen is, is menschen- Werk, en onze schuld. Het allereerste, wat noo- dig is om deze crisis te overwinnen, is het Schuldbesef, dat wy verkeerd gehandeld heb ben, dat wg naar Gods wet moeten luisteren. Muur belet terugkeer De economische kwestie Regeering moet leiding geven MGR. MUTSAERS-OORD Jaarverslag over 1933 TEELTREGELING VOOR VEE Identiteitsbewijzen moeten bewaard worden TRUDI SCHOOP Nog verschillende voorstellingen Wie het woord zullen voeren JULIUS PATZAK Toumée door Nederland JOSEPH SZIGETI Naar ons land De „Ijsvogel" naar Indië Taxegedeelte consumptiemelk Postvluchten Pater J. van Heugten S. J. spreekt op de inauguratie-vergadering Duitschers uit Zuid-Limburg in Aken DAMMEN Tiende partij remise Rajchenbach wint den wedstrijd om het wereldkampioenschap met 137 Wie in de af deelingen der inge stelde commissie zitting zullen nemen ZANGKOOR DER PRAAGSCHE ONDERWIJZERS 1 5 EEN VERHAAL UIT DEN SLAVENOORLOG DOOR RANDALL PARRISH Uitgenoodigd door de commissie van samenwerking der vier Parochieele Kiesver- eenigingen hield Max van Poll te Helmond een rede welke tot titel droeg: ,,In zware tijden". Het eerste gedeelte van de lezing handelde Over de vraag: Hoe zijn wij in dezen toestand geraakt? Spr. noemde als oorzaak de onrecht vaardige verdeeling der goederen. Terwijl de werkgelegenheid in de jaren 1921 '29 gestegen is met 21 pet., zijn de loonen slechts gestegen in 1929 met 1% pet. verge leken by 1921. In die jaren is het dividend op gevoerd met 122 pet, en het primaire vermogen met 62 pet. Uit deze gegevens volgt, aldus spr., dat van den goederenstroom een onevenredig groot deel is gegaan naar het kapitaal en slechts een klein deel naar hen, die deze goederen heb ben voortgebracht. Spr. haalde de encycliek „Quadragesimo Anno" aan, welke een onrechtvaardige verdee ling constateert en het tegenovergestelde eischt, dat nameiyk de thans verwekte goederenover vloed zich slechts in biliyke verhouding zal op- hoopen bij de bezittende groep, doch daaren tegen in breeden stroom den loonarbeid ten goede zal komen. De korte inhoud van de en cycliek is één groot aandringen op betere eigen- doms- en inkomstenverdeeling. Hoe nu vroeg spreker hebben wij ons Vroeger in het algemeen tegenover dezen feite- lyken toestand gedragen? Op eenige uitzonderingen na hebben wij ons met den toestand kunnen vereenigen, zoolang deze geld in ons laatje bracht. Wij allen hebben schuld aan het onrecht vaardige van den feitelijken toestand. Daarom hebben wij allen mede-schuld aan de crisis. In de jaren, dat in ons land de totale loonen met 1 pet. groeiden, nam de bevolking toe met 15 pet. De koopkracht steeg niet in even redigheid met den groei van de bevolking. Het gevolg hiervan was, dat verschillenden uit die koopkracht werden uitgeschakeld. De aard der dingen is door de menschen ver stoord. Iedere verstoring er van wreekt zichzelf aan de menschen. In deze gemoedsstemming hebben wg de cri sis te gemoet te treden, begrijpend, dat wg de gevolgen van onze eigen daden rouwmoedig hebben te dragen. Uit onze eigen daden is een muur opgebouwd, die onzen terugkeer belet. Dit is de muur van den vermaarden put, Waarin wy zitten. Hoe kunnen wij er uit? Als Wij nederig, bereid te luisteren naar Gods Wet, de crisisverschijnselen tegemoet treden, kunnev Wg ef dan uit? Deze vraag behandelde spr. in het tweede gedeelte van zgn lezing, waarin hij twee kwesties aanroerde: de economische en de politieke. Wij moeten er ons terdege van bewust zgn, dat het niet makkelgk zal zijn herstel tot stand te brengen. Zoolang er geen eendrachtige samenwerking der volkeren tot stand komt, zoolang zal iedere poging tot herstel zich beperken tot het af- zonderlgke volkshuishouden. Alom worden de vertegenwoordigers van het volkshuishouden gedwongen tot ingrypen, omdat anders het ge- heele volkshuishouden ineen zou storten. Welke gezindheid is noodzakelgk om den op bouw van de maatschappy en het algemeen Welzijn te bereiken? Op de eerste plaats dat God in Zgn Goedertierenheid ons bijstaat. Het vertrouwen in de menschelyke begeerlgkheid is wel beschaamd. Op dezelfde wijze als voor anderhalve eeuw de menschen in een roes naar vrijheid werden gebracht, op dezelfde manier Wordt thans een beroep gedaan op andere harts tochten, op den hoogmoed vooral. Uitdrukkelijk zegt de' Paus dat er een door ons verstand ge- Vorderde orde der maatschappij moet komen, dat ons verstand ons zegt welk doel in de eco- nomische orde moet worden nagestreefd, dat het staatsbestuur een verstandelijke politiek moet voeren. Verstandelgk moet worden onder zocht of en zoo ja langs welken weg het moge lyk is ons volkshuishouden uit den put te hel pen. Eerste voorwaarde: een goed en volkomen begrypen van den toestand waarin ons volks huishouden verkeert. De regeering is de macht, die aan het hoofd' van het volkshuishouden staat en ten slotte de eenige macht, die aan het volkshuishouden leiding kan en moet geven. Spr. behandelde vervolgens de politiek van de regeering wat den export betreft, welke po litiek spr. niet kan deelen. Spr. is voor de poli tiek van de imperiale zelfvoorziening. Wat de politieke kwestie betreft, gaf spr. als conclusie dat wij moeten trachten door onder linge samenwerking en door onzen goeden wil te toonen, onze R.K. Staatspartij te brengen tot één groote economische politiek. Verschenen is het verslag over 1933 van het Ned. R. K. Herstellingsoord Ver. voor Spoor- en Tramwegpersoneel „Mgr. Mutsaers" waar aan wij het onderstaande ontleenen: In zijn inleidend woord zegt het verslag over degenen die geen lid zijn, dat zij die buiten de H. O.-vereeniging biyven, meer schuldig staan dan in tijden van voorspoed. Nu vooral, nu door de economische noodzakelijkheid of economische zakelijkheid? de aanvallen op het welvaartspeil van de werknemers, in het byzonder by spoor- en tramwegen, zich meer en meer herhalen. Juist nu is het meer dan ooit noodig dat elke spoor- en tramman er van overtuigd is en er naar handelt, om zich en zgn gezin zooveel mogeiyk te beveiligen voor de tegenspoeden, welke hem en de zijnen kun nen treffen. Het ledental vertoont een teruggang van 443 leden en bedroeg 1 Januari 8787. Deze terug gang is deels te wijten aan ontslag, overlijden, pensionneering en ook deels aan bedanken. In de beide herstellingsoorden werden ver pleegd 81 vrouwen met 4087 verpleegdagen, 23 "mannen met 1188 idem, 135 meisjes met 5993 idem, 134 jongens met 5103 idem, zuigelingen met 694 idem, 16 particulieren met 872 idem. Naar andere inrichtingen (zee- en kleuter huizen: 6 meisjes met 343 verpleegdagen, 2 jon gens met 84 idem, 5 kleuters met 368 idem, 2 vrouwen met 94 idem. Totaal aantal uitzendingen 416 met een to taal van 18826 verpleegdagen. Ten aanzien van de teeltregeling voor vee is het seizoen 1934 1 November a.s. geëindigd, ter wijl op dien datum het seizoen 1935 ingang vindt. Dit houdt echter niet in, dat het in voorraad hebben van kalveren, waarvoor een identieits- bewijs 1934 werd uitgereikt, van dien datum af niet meer door dit identiteitsbewijs gedekt zou behoeven te zgn. Zooals bekend, zijn met ingang van 1 Novem ber 1934 de gewichtsgrenzen, welke de voren bedoelde kalveren betreffen, gewijzigd in 60 300 K.G. voor stierkalveren en 100—250 K.G. voor vaarskalveren, terwijl het in de bedoeling ligt ten aanzien van dezelfde kalveren de boven ste grenzen t. g. t. wederom te verhoogen. Hieruit valt dus af te leiden, dat na 1 Novem ber 1934 de identiteitsbewyzen 1934 voor de be trokkenen in het algemeen dezelfde beteekenis en waarde zullen hebben als voordien het ge val was. Om deze reden wordt den veehouders met na druk aanbevolen ook gedurende het komende seizoen 1935 deze identiteitsbewyzen 1934 zorg vuldig te bewaren. Het voor dezen tyd buitengewoon groote suc ces van het Schoop-Ballet, dat in vele plaat sen van ons land uitverkochte schouwburgen Wist te trekken, heeft de directie doen beslui ten, de tournée door België uit te stellen en de toumée door ons land met ongeveer twee weken te verlengen. De voorstellingen in België zuüen nu eerst 6 November worden aange vangen. Te Rotterdam, waar de schouwburgen over het algemeen nog leeger zyn dan in andere plaatsen, heeft het Schoop-Ballet in verloop van korten tyd vijf voorstellingen gegeven, waarvan de meeste voor een nagenoeg uitver kochte zaal- Een zesde voorstelling (tevens laat ste) zal 2 November a.s. in den Grooten Schouw burg plaatsvinden. Ook in Den Haag, waar j.l. Zaterdag een gevuld Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen het Schoop-Ballet geestdriftig heeft toegejuicht, zal nog een enkele herhaling gegeven worden: op Donderdag 1 November in het Gebouw voor K. en W. Voorts zullen nog voorstellingen plaatsvinden te Haarlem, Stads schouwburg, op Woensdag 24 October; Zwolle, Schouwburg „Odeon", op Zondag 28 October a.s.; Heerenveen, Maandag 29 October in den zoo juist gereed gekomen nieuwen Schouwburg; Dinsdag 24 October te Groningen, Stadsschouw burg; Woensdag 31 in „Tivoli" te Apeldoorn; vervolgens te Deventer, Zutphen, Maastricht, enz. Zooals reeds gemeld, zal by de opening der I Internationale Grafische Tentoonstelling op I Woensdagmiddag te twee uur in het Jaarbeurs gebouw te Utrecht de openingsrede worden uit gesproken door Z. Exc. Mr. M. P. L. Steen- berghe, Minister van Economische Zaken. Bij deze gelegenheid zal nog het woord voe ren R. A. Austen Leigh als voorzitter van het Internationaal Bureau der Boekdrukkersveree- nigingen namens de buitenlandsche delegaties. De heer S. S. Korthuis, voorzitter van de Fe deratie, zal spreken namens de vereeniging, die deze tentoonstelling heeft georganiseerd. De beroemde Weensche tenor Julius Patzak zal in de maand November een tournée door ons land maken. Men zal zich herinneren, dat Pat- zak het vorige seizoen zgn aangekondigde Ne- derlandsche tournée wegens ziekte heeft moe ten afzeggen. De concerten, welke hü thans de volgende maand zal geven, worden georganiseerd door impresario Ernst Krauss. Onder auspiciën van de N.V. Internationale Concertdirectie Ernst Krauss zal de wereldver maarde violist Joseph Szigeti een aantal con certen in Nederland geven. Donderdag 25 dezer treedt de kunstenaar op te Amsterdam met het Concertgebouw-Orkest onder leiding van Bruno Walter, terwijl hy Zaterdag as. een concert geeft in het Gebouw voor Kunsten en Weten schappen te Den Haag. Donderdagmorgen zal het K.L.M.-vliegtuig de „Ijsvogel" van Amsterdam naar Batavia ver trekken. De bemanning van dit vliegtuig zal bestaan uit de heeren W. M. O. H. Beekman (1ste be stuurder); T. M. J. Verhoeven (2de bestuur der); J. den Hartog (werktuigkundige) en H. C. Moulyn (radiotelegrafist). De post voor dit vliegtuig moet uiteriyk Woensdagavond te Amsterdam zyn. De Crisis-Zuivel-Centrale maakt bekend, dat voor de periode van 28 October tot en met 3 No vember 1934 de prys voor het taxegedeelte van consumptiemelk, gekocht op Regeeringscon- tract, is bepaald op 5% cent per Liter, met dien verstande, dat voor melk van de eerste klasse deze prijs wordt verhoogd met de kwaliteitspre mie en voor die van de derde klasse wordt ver minderd met de kwaliteitsafdracht van K cent. De afdracht op andere in consumptie gebrach te melk is vastgesteld op 2 cent per Liter. De „Oehoe" op uitreis vloog van Jodhpur naar Calcutta. In het Eigen Huis aan het Rapenburg heeft de Leidsche R. K. Studentenvereeniging „Sanc- tus Augustinus" Maandagmiddag de plechtige inauguratievergadering der candidaat-leden ge houden. De praeses der vereeniging, de heer P. Melief, heette in zijn openingswoord allen hartelijk welkom. Spr. zeide vervolgens het een alleszins ver heugend verschynsel te noemen, dat ieder jaar zich zoovelen laten inschrijven als lid van de vereeniging, niet om de genoegens, verbonden aan het studentenleven, maar vanwege de steeds verdere cultureele opleving onder de katholieken. Spr. hoopt dat de nieuwe leden waardige Augustgnen mogen zijn en dat zij in alles het devies van St. Augustinus: Non vincit nisi Ve ritas, tot het hunne mogen maken. Op de gebruikeiyke wijze had vervolgens de plechtige inauguratie der candidaat-leden. 7 dames en 31 heeren, plaats, waarna de zeer- eerw. pater J. van Heugten het woord ver kreeg. Deze wees er in zijn inleiding op, dat er tusschen hemel en hel geen huiverender plaats plaats is dan Rusland, waar alles gesystemati seerd wordt, omdat er in alles de rede als hoogste eisch gesteld wordt, want Rusland heeft den H. Geest versjacherd voor wat stoom en electriciteit. In deze drie-eenheid: stof, machine en kracht, meenen zy hun heil te vinden, maar de rede is temperatuurloos en koud. Een dergeiyke geest biyft het geheele land aankleven en zoo is het overal, want Frankrijk b.v. heeft het gelaat nog altyd geschonden door Voltaire. Wanneer een Dostojewski een halve eeuw vroeger had geleefd, zou men hem in een gesticht hebben opgesloten. Spr. betoogde vervolgens, hoe bij zeer velen rede en gevoel overheerschen en wees erop, dat deze twee elkaar kwellende machten zijn. Aan de hand van den Franschen schrijver Claudel beschreef spr. dan hoe de animus en de anima naast en tegenover staan, hoe zy beide strijd voeren als geloof en wetenschap, enkele tientallen jaren geleden. Veel is er sindsdien veranderd en het geloof heeft zyn plaats veroverd, maar toen de wetenschap het geloof afschudde, werd het er niet beter op. Het eenige, dat zin geeft aan de levensbe schouwing is de christelijke levensopvatting. Materialist en pantheïst dwalen in al hun re deneeringen en daartegenover staat het dualis me, dat zich concentreert op de tien geboden. Christus, de dualist der dualisten, zooals spr. hem noemde, heeft zelf herhaaldelijk de phy- sica der natuurwetten overtreden om de phy- sica der tien geboden te doen zegevieren. Spr. haalde dan den grooten Engelschen schrijver Chesterton aan, die zeide, dat alle groote levensraadsels door het katholicisme worden opgelost, hetgeen spr. met eenige voor beelden verduideiykte. Het christendom is het dualisme nimmer uit den weg gegaan en heeft steeds de verzoening der tegenstrijdigheden trachten te bereiken. Het oer-instinct van den mensch zegt, dat er achter alles een hoogere kracht moet liggen en daarom is de eenig goede levenshouding die van het katholicisme, ook al komt het slaags met de naar eenheid strevende wetenschap. Na het langdurig applaus, dat deze met aan dacht gevolgde rede besloot, sprak de praeses een harteiyk woord van dank tot den spreker. Hierna werden de Avunculaatsinsignes aan de oud-bestuursleden uitgereikt en volgde slui ting der bijeenkomst. Ongeveer 1000 Duitschers, in de mijnstreek woonachtig, brachten Zondagmiddag per auto bussen en andere vehikels een bezoek aan Aken. De groote zaal van het Westpark was ge heel gevuld. Tegen half 5 werden 10 hakenkruisvlaggen, gewijd op den partijdag in Neurenberg, van de „Reichsdeutsche Gemeinschaft in Holland", naar het tooneel gedragen. Een spreekkoor van de Duitsche school in Heerlen wees er op, dat ieder Duitscher zijn plicht moest doen. De lei der van de Reichsdeutsche Gemeinschaft, partij genoot Nacken, sprak het begroetingswoord. Hij verwelkomde speciaal den Regeerings-president, den heer Reeder, den Ober-Bürgermeister der stad, dr. Krause uit Den Haag. Het gaat er niet om, aldus de heer Nacken, om Duitschland, ons vaderland, te toonen, dat wij trouw zijn. Neen, ook het land dat ons gastvrijheid verleent wil len we bewijzen dat wij Duitschers zijn, getrouw aan ons devies: „Treu dem Vaterland dank bar dem Gastland". Ook de Ober-Bürgermeister, Quirin Jansen, begroette de aanwezigen, waarna de gouwleider Maur het woord voerde. Dr. Krause bracht de groeten over van den buitenlandschen commissaris der N.S.D.A.P., den heer Witte. Wij zullen niet werven voor het ua- tionaal-socialisme, maar voor een nationaal- socialistisch Duitschland. Op bevel van onzen Führer mogen wy nationaal-socialistische ideëen niet onder niet-Duitschers verspreiden. Wij eer biedigen de meening van de Nederlandsche re geering, maar moge zij ook de onze eerbie digen. Daarna werd een uitgebreid programma afge werkt. Aan den Führer werd een telegram gezon den. De politie te Rotterdam is een chantage-com- plot op het spoor, waarvan verscheidene men schen het slachtoffer zijn geworden. Voor bedra gen, die in de duizenden guldens loopen, waren sommige personen afgezet, vóór het schandaal de politie ter oore kwam. Den laatsten tyd kwamen herhaaldelijk klach ten binnen over de practijken van lieden, die als beroovers bekend stonden, doch die door het streng optreden van de justitie hun bedrijf er aan moesten geven. Zooals nu is gebleken, heb ben zij het omgezet in een anderen vorm, welke zoowel lucratief bleek te zijn. Zij gaan naar „De Telegraaf" vertelt, als volgt te werk. Wanneer iemand vertoeft in een ver dacht hotelletje, steelt men hem geen bankbil jetten uit zyn portefeuille, maar brieven en zoo mogelyk ook fotos. Eenige dagen later dan krygt de bestolene bezoek van een man, die zich rechercheur van een particulier detectivebureau noemt. De pseu- do-rechercheur vertelt dan dat hij het onder zoek leidt in een echtscheidingszaak en opdracht heeft de wegen van een bepaalde vrouw te volgen. De man vraagt dan zijn slachtoffer of deze ongeveer op dien of dien dag in een zeker logement is geweest. De betrokkene zou dan moeten getuigen in een proces. Vanzelfsprekend voelt deze hier niet veel voor en dan komt de chanteur uit den hoek. Hy noemt een groot be drag, waartegen een en ander kan worden afge kocht. Vele personen loopen er in hun vrees in. Zeggen zy van niets te weten, dan komen foto's voor den dag van hun eigen brieven en foto's, die in de hotelkamer gevonden zijn. Reeds vijf a zes gevallen van een dergelijke chantage zyn de politie ter oore gekomen. Meer aangiften zullen misschien wel volgen, daar nog velen de politie niet in de zaak hebben durven mengen. De laatste en tiende party uit de match om het wereldkampioenschap tusschen Keiler en Rajchenbach nam Dinsdagmiddag om twee uur in het Carlton-Hotel een aanvang, en is we derom in remise geëindigd, zoodat Rajchenbach de match in totaal met 137 heeft gewonnen. Wie gedacht had, dat de tiende partij wel snel ten einde zou komen, heeft zich vergist! In tegendeel, deze party duurde aanzienlyk langer dan vele ontmoetingen uit het midden van de match, en heeft nc(; eenige belangwekkende spelmomenten en voor de toeschouwers talrijke sensaties opgeleverd. Keiler heeft namelijk in deze partij een schijf voorgestaan, en desondanks toch niet gewonnen. Hoe dit in z'n werk is ge gaan? De nationale kampioen opende met 3329, en het gelukte hem na door breed opgezet cen- trumspel zijn spel zoo te ontplooien, dat hij een zeer krachtige positie op het middenbord kon innemen. Rajchenbach's spel kenmerkte zich door een tactiek van: hoe maak ik 't zoo gauw mogelyk remise, en hy debuteerde met een ruil, die inderdaad vereenvoudiging bracht. Dit verhinderde echter niet, dat Keiler steeds als aanvaller kon terugkeeren, en hy tartte Raj chenbach, nadat deze zich met zwart op de ruiten 20 en 25 had genesteld, een z.g. hek stelling te nemen, die voor Keiler kansrijk kon worden. De Franschman had dit op eenvoudige wijze kunnen ontgaan, maar zyn dammershart deed zich gelden en hij besloot de moeilykhe- den niet uit den weg te gaan. Veel pleizier had hij daar niet van, want twee zetten nadat hy de hekstelling had ingenomen, maakte hy zijn eersten en eenigen blunder van de match. Kei ler kwam op ruit 10, de Franschman moest of feren, en hield een schyf achterstand, met een kansje deze terug te winnen. Echter, het stuk was moeilijk te verdedigen; Keller had een vooruitgeschoven positie, en thans was niet te bepalen, of hij genoeg tempi bezat om zijn stuk winst te handhaven. Hoe het ook zy, Rajchen bach speelde zeer listig met de tempi, maar Keiler hield krachtig vol, totdat het zijn tegen stander gelukte hem te verlokken tot een ruil, die vol perspectieven leek te zijn. Of de positie Betreffende de instelling van een commissie, die van advies kan dienen inzake het afgeven van pasvisa en het verleenen van vergunningen voor het laten verrichten van arbeid, voor wat betreft niet-Nederlandsche musici en artisten en niet-Nederlandsch personeel in hotel-, re staurant-, café en andere bedrijven, kan nog worden gemeld, dat in de afdeeling voor mu sici en artisten tot lid zijn benoemd: J. Sassen, directeur van het Grand Hotel Central te Den Haag; Abr. Staalman, directeur van het bureau van den Ned. Bond van Koffiehuis-, Restaurant houders en Siyters, te Amsterdam; D. Reese, bestuurslid van de vereeniging van Lunchroom- houders te Rotterdam; D. Hamburger Jr. voor zitter van den Ned. Bioscoopbond te Utrecht; Everhard van Beinum, le secretaris der Kon. Ned. Toonkunstenaarsvereeniging te 's Graven- hage; J. Olman, voorzitter van den Ned. Toon- kunstenaarsbond te Rotterdam en H. Wallig, voorzitter van de Ned. Artisten-Organisatie te Amsterdam. Tot lid van de afdeeling voor hotel-, restau rant- en cafépersoneel zijn benoemd: T. A. Pfeiffer, directeur van het Centraal Bureau der Exploitatie My. Scheveningen te 's Gravenhage; B. H. Nijenhuis, eigenaar van het Hotel Derion te Maastricht; J. Sassen, directeur van het Grand Hotel Central te 's Gravenhage; Abr. Staalman, directeur van het bureau van den Ned. Bond van Koffiehuis-, Restauranthouders en Siyters te Amsterdam; D. Reese, bestuurslid van de Vereeniging van Lunchroomhouders te Rotterdam; J. C. B. van Hilst, secretaris-pen ningmeester van den Bond van Hotel-, Café en Restaurantpersoneel in Nederland te Amster dam; J. F. Bysterveld, secretaris van den Ned. R.K. Bond van Hotel-, Café- en Restaurant geëmployeerden St. Antonius te 's Gravenhage en F. A. Claassen, voorzitter van den Ned. Ge- neefschen Bond van Hotel-, Café- en Restau rantpersoneel te Amsterdam. De vergadering van de commissie en van de beide afdeelingen kunnen worden bygewoond door den directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemidde ling, die zich kan doen bijstaan of vervangen door Th. van Lier, referendaris bij genoemden Rijksdienst. Tot de taak van de afdeeling voor musici en artisten behoort ook het uitbrengen van adviezen betreffende het verleenen van ver gunningen tot uitoefening van arbeidsbe middeling met winstoogmerk voor musici en artisten en het verleenen van bijstand in zake het uitoefenen van toezicht op de na leving van de verplichtingen van degenen, aan wie een zoodanige vergunning is ver leend. De taak van de eerste afdeeling werd tot dusver verricht door een in Februari 1933 inge stelde commissie, die nu is opgeheven. van Keiler toen te handhaven was, is later e bezien. Nü liep het zoo, dat Rajchenbach zijn schijfverlies terug-forceerde doch de overblij vende stelling liet Keiler het initiatief. Hij drong steeds op, maar Rajchenbach had nu met een flankaanval succes, en het slot bracht hem na veel wederwaardigheden en twee schyven offe ren de remise. Na afloop nam om half acht de officieele sluiting een aanvang. De voorzitter van den N.D.B., de heer Van Broek, complimenteerde den nieuwen wereldkampioen, overhandigde hem den door de maatschappij „Amstleven" beschikbaar gestelden beker en wees erop, dat de match zonder eenige wanklank was verloo- pen en tot in de perfectie was georganiseerd. Rajchenbach verdient den titel ten volle; Kei ler werd verrast door een hem onbekend sys teem, ondanks het feit, dat ook hy zeer sterk heeft gespeeld. De president adviseerde Keiler, en ook de andere Nederlandsche meesters, Raj chenbach's systeem grondig te bestudeeren om in de toekomst, mogelyk in 1935 of 1936, wan neer er een groot rondtournooi mocht worden gehouden, een vreedzame revanche te kunnen nemen. De heer Keiler werd als herinnering een arm bandhorloge aangeboden. Spreker bracht tevens dank uit aan de heeren Groenteman en van Baaien als wedstrijdleiders, bracht voorts dank aan de pers en aan de di rectie van het Carlton-Hotel voor haar mede werking en sloot daarna de match om het we reldkampioenschap. De heer Rajchenbach dankte nog in harte lijke bewoordingen, prees de enorme organisa tie en hoopte nog vele malen in Nederland te kunnen spelen. Ook de heer Keiler dankte, en bracht een sportieve hulde aan zyn tegenstan der. Nadat nog eenige heeren het woord hadden gevoerd werd de bijeenkomst gesloten. De tiende en laatste partij volgt hier neg: Wit: R. C. Keiler. Zwart: M. Rajchenbach. 1. 33—29, 17—21; 2. 31—26, 19—24; 3. 26x17, 24x33; 4. 38x29. 11x22; 5. 42—38. 1&—21; 6. 39—33, 21—27; 7. 32x21, 22—28; 8. 33x22, 18x16; 9. 44—39, 20—25; 10. 50—44, 15—20; 11. 47—42, 10—15; 12. 37—32, 14—19; 13. 41—37, 6—11; 14. 46—41, 11—17; 15. 36—31, 5—10; 16. 39—33, 19—24; 17. 32—28, 17—21; 18. 44—39, 10—14; 19. 31—27, 21x23 20. 29x18, 13 x 22; 21. 34—30, 25x34; 22. 39x10, 9—14; 23. 10x19, 4—10; 24. 40—34, 3—9; 25. 43—39. 12—18; 26. 49—44, 7—12 27. 41—36, 1—7; 28. 37—31, 12—17; 29. 42—37, 7—12 30. 37—32, 20—25 31. 31—27, 22x31; 32. 36x27, 9—14; 33. 33—28, 14x23; 34. 28x19, 2—7; 35. 39—33. 18—22; 36. 27x18, 12x 14; 37. 32—27, 8—13; 38. 33—28, 7—12 39. 44—39, 12—18; 40. 39—33, 17—21; 41. 38—32. 14—19; 42. 4540. 10—14 43. 34—29, 14—20 44. 40—34, 20—24; 45. 29x20, 15x24; 46. 34—29, 24—30; 47. 85x24, 19X30; 48. 28—23, 30—35 49. 23x12, 1318; 50. 12x23, 3540 remise gegeven. xv/Xw-v ..tf.vfc*-' Het wereldvermaar de Koor van Praag- sche Onderwyzers, dat onder auspiciën van impresario Ernst Krauss en onder pro tectoraat van Z. E. Ivan Krno. buitenge woon gezant en ge volmachtigd minister te Den Haag, van 25 October tot 3 No vember een reeks concerten in ons land geeft, zal op Donder dag 25 dezer in het „Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Den Haag de volgende werken ten gehoore brengen: „Heilige Wenzeslaus" van J. B. Foer- ster (vorst Wenzeslaus, de nationale Heilige en Patroon, stichter van den Tsjechischen Staat voor 1000 jaren, was van ouds het symbool dei- Tsjechische onafhankeiykheid. Het volk richt zich in zware tijden der onderdrukking tot Hem, in de hoop, dat Hij in hun moeilyksten tyd zou komen en hun van de verdrukking en ver nedering zou bevrijden)„Lied op de Zee" van B. Smetana; „Onweer" van Fred. J. Roeske; Hymne (dubbelkoor) en „Op een Landweg" van J. B. Peerster; „De rust houdt op" en „Wiege lied uit Montenegro" van Jos. Suk; „Ostrava" m van Jan Kunck; „Marycka Magdonova" van Leos Janacek; „Kerstwiegelied" van V. Novak; „Mij verheugt niets in Klenci" van J. Jindrich; „De Avondster" van J. Kricka, enz. Het koor, dat uit 57 zangers bestaat, arri veert hedenochtend te 10.02 uur in Den Haag (S. S.) en zal aan het station offi cieel worden ontvangen door afgevaardigden en bestuur van den Haagschen Bond van Zang verenigingen. Voor den aanvang van het con cert zal een koor uit den bond onder leiding van den heer J. Rood den Praagschen zangers toe zingen met hun volkslied in de Tsjechische taal, waarvan de tekst bewerkt is door den heer Fr. E. B. Koeberg, muzikaal adviseur v. d. bond 34 „Met dertig of veertig man, werkelijk een ge zellig troepje. Twee kwamen wat dichterbij en reden om de kerk heen een groote vent met een rooden baard en een klein ventje met een Vossensnuit, dat hij Kelly noemde." „Ik ken ze, die zaten ons achterna. Reden ze haar het Oosten?" „Ja, dat deed trouwens iedereen die we van daag gezien hebben. Ik heb me afgevraagd wat er toch aan de hand was. Ik denk dat je erg po pulair bent dat er zooveel herrie voor jou ge maakt wordt, 'n Uur na zonsopgang kwam er 'n heele compagnie blauwjassen voorby en ze reden als gekken, hun paarden dropen en een jonge kerel reed voorop en dreef hen nog aan. Hy was Zijn hoéd kwyt en ze keken zelfs nog niet naar de kerk. Ik verzeker je, dat ze haast hadden, jongen." „En is er niemand teruggekomen?" „Nee niemand." „Hoeveel mannen heeft u hier by zich?" „Acht en twintig geoefende soldaten." „Hebt u wachten uitgezet?" „In beide richtingen één man, goed verborgen, en een myl yan hieraf. Bo vendien is van den toren uit de streek rond om te overzien." „En de paarden?" „Die zijn ginds verborgen in de struiken." „En wat is n uu van plan luit?" voegde ik kalm eraan toe, maar al vast besloten wat er zou moeten gebeuren. „Wilt u hier blyven?" Hij streek eens langs zyn snorretje. „Ik dacht hier te blijven tot middernacht Wyatt en dan, als er niets gebeurde, terug te trekken, ik ben niet van plan om nog een dag in dit vervloekte hol te zitten. Wat denk jy ervan?" „Ik denk dat we zoo gauw mogelijk hier weg moeten zien te komen," antwoordde ik. „Uw po sitie hier is veel gevaarlyker dan u schijnt te denken. Die twee troepen die naar het Oosten reden zoeken ons om ons te vangen. Ik heb geen tyd om u de heele geschiedenis nu te vertellen, maar uw nichtje is daar ook in betrokken. Ze reden door, omdat ze dachten dat wij nog een voorsprong op hen hadden. Waarschijnlijk we ten ze nu wel beter en ze zullen elk ravijn en elke schuilplaats afzoeken als ze terugkomen. Als die fouragewagens dezen kant uitkomen, zul len die cavaleristen met hen meerijden, behalve dan de gewone bewakers nog, en u kunt hen met die paar menschen niet aanvallen. De eenige kans om uw troep veilig naar Covington terug te brengen is, om hier te vertrekken vóór men uw aanwezigheid hier vermoedt, luit. „Ik geloof wel, dat je gelijk hebt," gaf hij on gaarne toe, „maar ik houdt er niet van, om te keeren zonder nog even myn tanden te hebben laten zien dat is niet de gewoonte yan het derde Kentucky. We zouden een goede beurt maken tegen die Yankee-soldaten." „Misschien, maar niet tegen eencomb inatie van soldaten en de bende van Cowan. Ze zouden viermaal zoo sterk zyn als u en bovendien zijn het echte vechtjassen." „Denk je, dat ze samen zullen werken?" „Als ze elkaar tegenkomen en ze spreken el kaar, ja. Cowan geeft er niets om voor welke partij hy vecht, als hy zijn doel maar bereikt en de cavalerieofficier zal bly zyn met elke verster king. Ze zullen misschien later over den buit gaan twisten, maar nu hebben ze een gemeen schappelijk doel en ze zullen heel dikke vriendjes zyn. Doe wat u wilt, maar ik sta niet onder uw commando en als u hier blijft, dan rijden wij alleen verder. Jy gaat toch met mij mee, niet, Noreen?" Ze had nog niets gezegd en ik kon in dat sche merduister nauwelyks haar figuurtje onderschei den. Maar op myn directe vraag deed ze een stap naar my toe en ik voelde hoe ze haar hand op myn arm legde. „Ja," zei ze eenvoudig, „als jy dat het beste vindt. Neef," voegde ze er aan toe, terwijl ze over haar schouder naar den verbaasden officier keek, „ik had ook veel liever, dat je meeging." Hij lachte en keerde zich, plotseling besloten, om. „Ik zal wel moeten, als myn familieleden er zich mee gaan bemoeien," zei hij gemoedelyk. „Wharton, laat de wachtposten inrukken, en in specteer de mannen. We vertrekken. God! Wat is dat?" Er klonk een salvo, blykbaar niet uit hetzelfde kaliber geweren, het geluid ervan was heel duide- lyk. Na het oogenblik stilte dat er volgde, riep een opgewonden stem van den toren: „In het Oosten wordt geschoten, luit." „Hoe ver weg, ongeveer, Somers?" riep de ser geant terug. „Een kwart myi, ongeveer; ik zag by het vu ren een troep mannen aan dezen kant van de groote rotsen. Ze zullen Hardy gezien hebben, Tuit, en toen op hem geschoten hebben, op die hoogte stond hij ongeveer." Harwood begon te vloeken en hij liep naar het dichtstbyzijnde venster aan onzen kant en pro beerde naar buiten te kijken. Behalve een vaag lichtschijnsel in het Westen en de maan die aan den hemel stond, was alles rondom ons donker. Ik kon 't meisje naast me amper zien ofschoon door de ruiten een beetje licht viel en de figuur van den luitenant zich vaag afteekende tegen de vensteropeningen. Ik geloof niet, dat hij iets zag, maar we hoorden het geluid van hoeven, en het geratel van wagenwielen. Harwood keerde zich om. „Dat zyn die goederenwagens, jongens," zei hij kortaf, „met een groep cavaleristen voorop. Ga naar de vensters maar zachtjes je kent de orders. By God! Wharton we zullen ons robbertje vechten toch nog hebbenLaat de menschen het magazyn vullen; kom mee, Wyatt dan kunnen wy bij de voordeur uit gaan kyken." Noreen klampte zich aan my vast, toen ik me tastend een weg zocht naar de smalle deur die in het portaal uitkwam. Het zou weinig verschil uitmaken waar ze was als we toch ontdekt wer den en aangevallen, het zou zelfs beter zyn als we bij elkaar bleven. Ik gaf haar een hand en zoo stonden we met drieën te kyken naar het witte lint van den weg, die goed te zien was in het maanlicht, terwyl het geluid van de nade rende colonne al duideiyker en duidelijker werd. HOOFDSTUK XXVI De val sluit zich De luitenant pakte me by mijn schouders. „De kerels maken lawaai genoeg voor een heel leger," fluisterde hy. „Ik denk dat de heele troep by elkaar is." „Ongetwyfeld. Hoe staat het met uw ammu nitie?" „Zestig houders voor eiken man," grinnikte hy. „Het zal hun heel wat moeite kosten om door die dikke muren te komen. Maar we hebben toch niet veel kans om ons er door te slaan," voegde hy er nadenkend aan toe, „want ze zul len ons toch krijgen ten slotte. Gewooniyk vecht ik liever, maar nu hoop ik dat die Yankees zoo vriendelyk zullen zyn om door te ryden." „Ik ook," antwoordde ik kortaf en ik voelde hoe Noreen me geruststellend de hand drukte. „Daar komen ze aan, luit, kyk, twee ruiters voorop." Het waren zwarte schaduwen, die scherp afstaken tegen den witten weg maar toen ze wat dichterby kwamen gaf het maanlicht hun meer vorm en verlichtte vaag hun uniformen. De eene was slank en zat rechtop in het zadel, blykbaar een cavalerist; maar de andere hing als een zak voorover op zyn zadelknop, grooter, vormloos, en ik zag duidelijk den loop van een geweer boven zijn schouders uitsteken, terwyl de breede slap pe rand van zyn hoed op en neer flapte met de bewegingen van zyn paard. Ze vierden den teu gel toen ze tegenover de kerk gekomen waren, en het cavalerie-paard keerde zich daarby om. Verder weg, nog onderaan de steile heuvelhel ling, verscheen de donkere schaduw van een colonne bereden soldaten. Noreen fluisterde me in het oor: „De de grootste is An se Cowan." „En de andere is Raymond," zei ik even zacht, „die twee hebben elkaar blijkbaar ont moet." ,,'t Is heel vreemd," zei plotseling een stem, duiaeiyk hoorbaar ia den nacht, „die kerel met een Confederalisten-uniform aan." „Wat zou die hier uitgevoerd hebben?" „Een verkenner, denk ik," gromde de ander nauwelijks hoorbaar, „d'r kan geen sterkere troep hier zijn, luit, want we zyn vanmorgen nog pas allebei over den weg gekomen. Dat was maar een zwerver dien we toevallig tegenkwamen, maar t was niet verkeerd als we dien bergrug hier eens doorzochten voor we verder ryden „Goed," stemde de luitenant toe, ,4k zal hier wachten tot Fox en Moran hier zyn. Laat een paar menschen terugrijden tot waar de bosschen ophouden, en 't zou ook wel goed zyn cm eens 'n kijkje te nemen in de kerk. Jullie zijn van morgen toch niet binnengeweest wel?" (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 3