Levenden en dooden
Peignoir voor jonge
meisjes
Een groot kelimkleed
voor een ronde tafel
Correspondentie
REGENKLEEDING
Nuttige wenken
Gevraagde recepten
Gebreide wollen
Modem interieur
1
Wij naderen Allerzielen. Het is goed,
dat de Kerk een specialen gedenk
dag heeft ingesteld voor alle'
dooden. Niet alleen voor hen, wier trouwe
nabestaanden en vrienden hen geen dag,
geen uur bijna, vergeten in hun verzuch
tingen tot God maar ook voor de arme
veriatenen, aan wie niemand meer in lief
de denkt of wier schuld zoo groot was,
dat ze niet geboet werd in die al te korte
spanne tijds na hun heengaan, waarin men
nu en dan wel eens voor hen wilde bidden,
om het spoedig voorgoed na te laten.
Dat is goed. Maar het is eigenlijk jam
mer, dat we ook niet een dag voor Alle Le
venden hebben, een dag waarop we ons,
dieper dan gewoonlijk, bezinnen op wat we
kunnen zijn voor hen die we nog bezitten,
die we dagelijks om ons heen hebben, voor
wie we verantwoordelijkheid dragen, wien
we kunnen goeddoen of schaden, voor wie
we een zegen kunnen zijn of een vloek.
We hebben een Moederdag en een Vader
dag en zelfs een Dierendag. Maar geen
Naastendag, geen dag, bestemd om onszelf
af te vragen, hoe onze verhouding is tot
onze levenden: man, ouders, vrouw, kinde
ren, oude tante, verarmde kennissen, zieke
buren, verre vrienden, werkloozen aan de
deur, blinden in het gesticht; heidenen in
de missie en dichterbij
Zij allen léven. Zij zijn in ons bereik.
Wij kunnen voor hen nog méér doen dan
Missen laten lezen om him schuld te del
gen, méér dan hen in liefde gedenken
wij kunnen hun liefde b e w ij z e n, hun
goed doen, hen steunen, vermanen, tot God
brengen, ergernis vermijden, kwaad voor
komen, hun schuldenlast verkleinen, wan
neer zij eenmaal voor God zullen komen
staan.
Er is nog meer dat wij onzen dooden ple
gen te schenken behalve de aalmoes van
ons gebed. Wij idealiseeren hen. Ons her
denken overstraalt al hun daden, hun
woorden, hun gedragingen, met een wee
moedige schoonheid. Wij zouden schatten
willen geven voor nog één dag, één uur in
hun dierbaar gezelschap, één enkele van
die tallooze dagen en uren, die wij vroeger
voor niets geteld hebben. Met verterend
verlangen denken wij aan hun blik, hun
stem, hun voetstap; met smartelijk heim
wee aan de kleine eigenaardigheden, dia
ons bij hun leven zoo vaak een ongeduldi-
gen uitroep ontlokten
Kleine verzuimen onzerzijds blijven ons
vervolgen met een knagende wroeging, die
levenslang niet kan genezen. Een geweigerd
verzoek wat zouden we niet willen ge
ven als we het nog konden inwilligen
Een met kennelijk ongeduld bewezen dienst
Genomen maten: bovenw. 82 c.M.,
lengte 115 c.M., mouwl. 54 c.M.
Benoodigd: 2.50 M. stof van 100 c.M.
breedte, 65 c.M. stof om af te werken van
80 c.M. breedte, eën drukknoopje.
Van bovenstaande peignoir teekent ge
het patroon op de aangegeven maten, waar
na ge het op de vaste lijnen uitknipt. Hier
na legt ge de patronen op de stof; de beide
mouwen worden onder elkaar naast het
rugpand weggeknipt. Onderaan de peignoir
wordt een 5 c.M. breede zoom bijgeknipt;
aan de beide voorkanten vanaf de taille
3 c.M. Wanneer alles is geknipt, kunt ge
schouder-, zij-, en mouwnaden dichtstik-
ken, en de naden openleggen. Hierna wordt
aan de voorkanten vanaf de taille een 2
cM. breede zoom ingemaakt, waarna aan
den onderkant een 4 c.M. breede zoom.
De mouwen worden aan den onderkant
afgewerkt met een bies, welke ge 38 c.M.
lang en 6 c.M. breed knipt, aan den ver
keerden kant aan- en op den goeden kant
overstikt, waarna deze dan 4 c.M. breed
moet zijn. Het schuine gedeelte van den
voorkant werkt ge af met een biesje, dat
na afwerking 2 c.M. breed is. Het kraagje,
dat ge van dubbele stof knipt, wordt langs
den buitenomtrek gestikt, omgehaald en
gelijk met een schuin biesje langs den hals
gezet. Hierna geeft ge knipjes tot aan het
stiksel, waarna ge de schuine bies op de
peignoir overzoomt. Bij het inzetten der
mouwen neemt ge den mouwnaad 4 c.M.
meer naar voren dan den zijnaad. De zakken
worden 19 c.M. lang en 16 c.M. breed ge
knipt; waarna ge bovenaan een 2 c.M.
breed zoompje inmaakt, en deze tegen de
zijnaad, 15 c.M. vanuit de taille opstikt.
Het ceintuurtje wordt 130 c.M. lang en 4
c.M. breed geknipt, dubbel gestikt, en om
gehaald. Als eenige sluiting zet ge boven
aan bij den hals een drukknoopje; verder
wordt de peignoir door de ceintuur geslo
ten.
DINY.
och, werd die nog ééns van ons ge
vraagd, hoe zouden we er al onze liefde in
leggen! Een verwijt, gerechtvaardigd mis
schien maar hoe duizendmaal méér zou
den we willen vergeven, als we die oude
dagen opnieuw beleven konden
Onze levenden, die we nu nog bezitten,
zullen misschien ééns onze dooden zijn.
Dan zullen we voor hen bidden en Missen
voor hen laten lezen en op Allerzielen met
ontroering aan hun graf knielen. Maar we
zullen hun nooit meer kunnen geven wat
we hun vandaag geven kunnen.
Het ongeduldig woord, dat ons straks zal
ontvallen, het neerbuigend ingewilligd ver
zoek, de wekenlang uitgestelde, nietige
dienst, ze zullen dan van die oorzaken van
zelfverwijt zijn, zooals we ze reeds zoo goed
kennen.
Als we eens probeerden, onzen levenden
tijdens dat leven niet te onthouden, wat we
hun in zoo ruime mate zullen gaan schen
ken zoodra zij er niets meer aan hebben
Als we eens probeerden, hun iets te geven
van het goede waarmede we hen zouden
overstelpen als zij dooden waren, die voor
één dag terugkeerdenAls we eens
trachtten, hun eigenaardigheden van een
afstand te bezien, het nobele in hen te
idealiseeren, nu reeds
Er is een waar, ouderwetsch rijmpje
waarschijnlijk heeft men het in z'n tijd 'n
„gedicht" genoemd, maar het is heusch
niet meer dan een rijmpje: „Bemint elkaar,
bemint elkaar, bemint zoolang het harte
slaat! Want ach, de tijd is spoedig daar,
dat g'aan een graf te weenen staat!"
De vorm moge voor onzen modernen
smaak abnormaal zijn, de gedachte zal
haar waarde behouden zoolang de wereld
draait.
Elke dag van het jaar kan en moet ons
een Dag der Levenden zijn. Laten we onzen
dierbaren toonen hoe kostbaar ons hun ge
zelschap is, vóór we het voorgoed moeten
ontberen. Laten we de armen helpen en
opbeuren vóór ze onder hun dunne deken
gestorven zijn. Laten we de verdwaalden
tot God brengen vóór ze voor Zijn rechter
stoel staan. Laten wij de eenzamen troos
ten vóór zij eenzaam ondergaan.
Laten wij werken, liefhebben en goed
doen, zoolang het Dag is....
S. A. T.
Nu de lange avonden weer gaan ko
men hebben wij ook weer tijd en
zin om een grooter handwerk te be
ginnen. In het voorbije seizoen met zijn
wandelingen en uitstapjes kon er geen
sprake zijn van handwerk, hoogstens een
of ander kleinigheidje, dat in een enkel
verloren uurtje gereed kwam. Maar nu rus
tig gezeten in de warme beslotenheid onzer
huiskamer zal weer menig prachtwerk ge
reed komen.
Weet U niet wat u eens zou be
ginnen? Zeker hebt U een der moderne
ronde tafeltjes, dat met enkele fauteuiltjes
een gezellig hoekje vormt. Een rijk aanzien
zou uw zitje krijgen als over dat tafeltje
een der prachtige kelimkleeden van onze
teekening lag. Kelimwerk geeft een warm
deftig cachet aan onze kamers en is om
zijn degelijkheid zeer geschikt voor de huis
kamer. Er zijn nog dames die tegen het
werk opzien, maar het lijkt moeilijker dan
het eigenlijk is. Als men geen al te inge
wikkeld patroon kiest is het heusch erg
makkelijk en vlug opschietend. Dankbaar
der werk dan kelim, dat wat effect en on
verslijtbaarheid betreft, bestaat haast niet.
Ik weet zeker dat mijn lezeressen geen aan
sporing behoefden, als zij met mij bij een
mijner kennissen de kelimkamer gezien
hadden. Verleden jaar ontwierp ik voor deze
dame een kameraankleeding in kelim en
een dezer dagen mocht ik de kamer geheel
gereed gaan bewonderen. Om het nu eens
romantisch uit te drukkenhet was een
droomwerkelijk het resultaat was zoo
verrassend mooi, dat ik, die tot over mijn
ooren in handwerk zit, naijverig werd en ik
zal niet rusten voor aleer ook ik een kelim
kamer heb. Doet U ook mee? Zullen wij
dan beginnen met het kleed voor de tafel
en dat dan aanvullen met kussens, wand
kleed, thee- en koffiewarmer, reepen voor
gordijnen en vloerkleed of kleedjes? Zul
len ook wij ons een kelim-kamer scheppen
en ze dan eens bij elkaar komen bewon
deren? Afgesproken! Onze teekening brengt
drie verschillende patronen, alle even mak
kelijk, zoodat de vreeselijke tellerij achter
wege blijft. Het eerste kleed wordt langs
den omtrek in ronden verdeeld, zoodat er
een stervormig midden overblijft. Dit mid
dengedeelte werd bij ons model met beige
wol bewerkt. De rondjes daartegen zijn in
mozaïekpatroon gehouden
en vertoonen de kleuren
rood, beige, bruin, oranje,
citroengeel en zwart. Een
buitengewoon mooie kleur
combinatie. Met een rood
of blauw potlood teekent
men eerst de figuren op.
Deze behoeven heusch niet
angstvallig even groot ge
houden hoor; klein en groot
rechthoekig en puntig,
kris en kras door elkaar.
Bij de bewerking moet U
natuurlijk rekening houden
met de harmonie der kleu-
TjT ren, dus geen twee zelfde
w 0 kleuren vlak naast elkaar
en ook niet bijv. róód naast
„Van alle op deze bladzijde voorkomende genummerde mo
dellen, die aan het mode-album „Winterweelde" ontleend zijn, hunnen bij
het Patronenkantoor „Panora", Nassauplein I, Haarlem, patronen be
steld worden tegen den prijs van 50 ets. voor complets, 35 ets. voor
mantels en japonnen, en 20 ets. voor rokken, kleine avondjasies en kin-
derkleeding. Voor toezending per post, ook bij bestelling aan de agen
ten, 1 0 ets. extra. Het fraai uitgevoerde album zelf, 1 60 modellen bevat
tend, is aan hetzelfde adres tegen den prijs van 50 ets. verkrijgbaar."
mÊM
Een groot kelimkleed voor een
ronde tafel
oranje, of zwart naast bruin. Als U de kleu
ren zoo verdeelt als ze hierboven in volg
orde zijn aangegeven, hebt U het juiste. De
rondjes in 't midden moet U beige houden.
Als het werk af is wordt het overstaande
randje naar binnen afgehecht en krijgt
ons kleed een heel dunne voering. Men kan
dan den rand effen laten, maar heel mooi
is het om hem met franje van de gebruikte
wol af te werken. Onze tweede teekening is
recht van omtrek en vertoont langwerpige
vakjes. In deze vakken nu wordt eerst een
bloem gewerkt in de kleur van het midden
stuk en het overige gedeelte met mozaïek
figuren bijgevuld. De kleuren hiervoor ge
bruikt, bestonden uit oud-rose voor mid
denstuk en bloemen, zachtgroen voor de
bladeren en zwart, zandkleur en blauw in
twee tinten, dus licht en ietwat hard. Ook
deze omtrek kan, of effen, of met franje
afgewerkt worden. Het derde en laatste
model heeft een breeden rand. Het mid
denstuk is zandkleurig en het mozaïek ver
toont 'n vroolijke bonte kleurenmengeling,
bijv. rood, zwart, citroengeel, hardblauw,
zacht en dieprose, beige en groen. De rond
jes en halve rondjes zijn in 't zwart gehou
den. Zwarte franje als afwerking. Voor die
dames die met mij de „kelim-kamer" gaan
maken zal ik met tusschenpoozen alle ver
dere onderdeelen geven. Misschien willen
deze dames mij eens berichten, welke der
drie patronen zij gekozen hebben.
ETA, TANGELDER
Patroon voor gehaakte gordijnen
Mevr. d. K. te A'dam vraagt 'n patroon
voor gehaakte gordijnen, liefst met rechte
banen.
Kan een onzer lezeressen haar daarbij
helpen?
Nu het mooie weer eindelijk zijn ont
slag heeft genomen en plaats ge
maakt heeft voor storm en regen,
haasten wij ons om u een paar modellen
van regenkleeding te laten zien. Niets is
vervelender dan met ons „goede goed" in
den regen te loopen.
Het gladde vilt van onzen hoed
krijgt dikwijls leelijke vlekken en de zoom
van onzen rok begint meestal erg te lub
beren. Laten we daarom een „all-weather"
hoedje opzetten en een jas van ondoor
dringbare stof maken. Ook voor de kinde
ren die iederen dag door weer en wind
naar school moeten, maken we practische
regenkleeding.
Zoo'n ouderwetsche cape met capuchon
als fig. 1058 aangeeft, is geschikt voor
jongens en meisjes en wordt altijd nog
graag door de kinderen gedragen.
Het patroon is verkrijgbaar in de maten
72, 76 en 80.
Pig. 1090 is een regenjasje voor jongens
van 10 tot 14 jaar. Het heeft een dubbele
knoopsluiting, schuin ingezette zakken,
ruimen rug en ceintuur. Verkrijgbaar in de
maten 76, 80 en 84.
Benoodigde stof 1.75 tot 2 Meter van 140
c.M. breed.
Tenslotte hebben wij dien prettigen regen
mantel voor onszelf. Hij is gemaakt vair
gabardine in raglanmodel. De kraag kan
gesloten worden, terwijl een revers open
kan blijven.
We maken er schuine zakken in en slui
ten de jas met eenige knoopen en een
ceintuur. Het patroon is te verkrijgen in de
maten 42, 44, 46 en 48.
POLA.
Levertraanvlekken kan men met eenige
moeite goed verwijderen en wel met pijp
aarde. Op een vel papier strooit men wat
pijpaarde en legt de stof met de vlek er op.
Hieroverheen strooit men weer pijpaarde,
flink dik. Nu giet men tetra erop, legt een
stuk grauw papier over de vochtig gewor
den bovenste laag pijpaarde en strijkt met
een warme bout over het grauwe papier.
De levertraan trekt nu in de pijpaarde. 1
Ons goed, dat we tegen motten heb
ben beschermd, dient thans, in 't najaar
goed nagekeken te worden. De naftaline-
balletjes geuren niet sterk genoeg meer.
Men kan ze door nieuwe vervangen of goed
fijn stampen en dit gruis tusschen de klee-
ren strooien.
Een eenvoudig middel, om met weinig
droogruimte veel goed te kunnen drogen,
bestaat hierin, dat men de wasch op klee-,
renhangers hangt en deze aan waschknij-
pers aan de lijnen. Vooral voor kleine stuk
jes, als babygoed en kousen, voldoen de
kleerhangers met dwarslatjes uitstekend.
VOOR DE KEUKEN
Warme kaasbroodjes
M ?n neemt - hiervoor dunne sneetjes
oud brood, zonder korst, besmeert
ze met boter en legt tusschen twee
sneetjes brood een even dik plakje kaas.
Dan snijdt men de boterhammetjes schuin
door, zoodat er driehoekjes gevormd wor
den. Deze bakt men, in de koekenpan, met
boter aan beide kanten lichtbruin. De
kaas wordt dan 'n weeke massa, welke met
het croquant gebakken brood een zeer
smakelijk geheel vormt.
Men dient deze broodjes goed warm op.
Warme hambroodjes
Bij 6 dunne sneetjes oud brood heeft men
hiervoor noodig: 1 ons ham, 1 ons kalfs-
vleesch, 15 gram boter, 10 gram bloem, 1
d.L. water, 1 ei en paneermeel
Ham en kalfsvleesch worden fijn gehakt.
Van bloem, boter en water maakt men, op
de bekende wijze, een dik sausje waar door
heen met het gehakte vleesch roert. De
sneetjes brood ontdoet men van de korsten
en men bedekt ze met een laagje van het
vulsel, zóó, dat dit in het midden iets hoo-
ger ligt. Het ei wordt, met 1 lepel water,
goed los geklopt en men wentelt de brood
jes hierin, zoodat ze goed ervan doortrok
ken worden. Dan wentelt men ze door pa
neermeel, waarbij men het vulsel goed ste
vig op het brood drukt en bakt ze ten slotte
in dampend heet frituurvet mooi bruin.
Goed warm opdienen.
Ansjovisbroodjes
Bij 6 dunne sneetjes oud brood heeft
men noodig 12 ansjovissen, 2K afgestreken
eetlepel boter, 2 hard gekookte eieren, 1
eetlepel slaolie, 1 eetlepel azijn, 1 eetlepel
gehakte peterselie, 1 eetlepel capertjes, A
theelepel mosterdpoeder.
Men laat de ansjovissen een paar uren
weeken in water of melk, splijt ze dan in
tweeën en neemt de graat eruit. De eieren
worden gepeld en middendoor gesneden en
de dooiers eruit genomen en fijn gewreven.
Men roert de fijn gewreven dooiers met olie
en azijn en mosterdpoeder tot een goed
smeerbaar papje. De sneetjes brood ont
doet men van de korsten, men snijdt ze
dan in tweeën en bakt ze, in de koekenpan,
aan beide kanten lichtbruin in de heete
boter.
Men bestrijkt de broodjes met het eier-
mengsel en garneert elk broodje met 2 op
gerolde ansjovishelften, capertjes, fijn ge
hakte peterselie en het fijn gehakte eiwit.
Ook deze broodjes moeten pas kort voor
het gebruik worden klaar gemaakt, daar
het brood croquant moet blijven.
A. K.—P.
OP VERZOEK
Voor jongetje van ongeveer
twee jaar
De bol van dit mutsje wordt in vier
deelen gebreid. Voor elk gedeelte zet
men 25 st. op en men breit 46 toeren
in korrelsteek, dus 1 r., 1 aver., bij eiken toer
verspringend. Dan mindert men, om den
anderen toer, aan weerskanten van de
naald, 1 st., tot men nog 3 st. overhoudt.
Men breekt dan den draad af, haalt dien
door alle steken en laat den draad voor-
loopig hangen. Zijn de volgende deelen
klaar, dan haalt men denzelfden draad ook
hier door de laatste 3 st.
Zijn de 4 gedeelten van den bol gebreid,
dan naait men ze aan elkaar en men werst
de bovenste draden af. Men kan alle naden
dicht naaien en den omgeslagen rand van
de muts in het rond breien, dus met 4 naal
den, ofwel men laat één naad open en naait
dien pas dicht wanneer ook de rand ge
breid is.
Voor den rand neemt men, in het geheel,
onder langs het mutsje 100 steken op en
men breit daarop ribbels, dus aldoor
rechts wanneer men met twee naalden
breit en 1 toer r., 1 toer aver., wanneer
men in het rond breit met 4 naalden.
Voor den omgeslagen rand van de muts
kan men 'n afstekende kleur nemen, ook
staat het heel mooi als men voor dien rand
dikkere wol neemt dan die van het mutsje.
Men strijkt al de naden goed uit, werkt
de draden af en versiert de muts met 'n
pompoen boven op den bol.
Deze muts kan men ook breien voor een
grootere maat. Men begint dan eenvoudig
met 'n grooter aantal steken voor elk vier
de gedeelte. Wanneer men even 'n proef
lapje breit, kan men zelf precies uitrekenen
hoeveel steken men moet opzetten voor de
gewenschte maat.
De pauwveerensteek. Een onzer abonné's
vraagt hoe de pauwveerensteek gebreid
wordt. Als ik 't wel heb is dit hetzelfde
patroon, dat ook waaiersteek wordt ge
noemd. Men zet daarvoor op 'n aantal ste
ken deelbaar door 8 en breit als volgt:
lste toer: 4 keer: 1 r., draad omslaan.
Dan breit men 8 keer 2 st. samen. Verder
breit men telkens: 8 keer: 1 r., draad omsL
8 keer 2 samenbr. Op het einde van den
toer 4 keer: 1 r., draad omsl.
Na dezen patroontoer breit men 5 toeren
r. en daarna weer 'n patroontoer, gevolgd
door 5 toeren r.
De 6 toeren vormen het patroon van den
waaiersteek. DORA.
Zooveel critiek wordt uitgeoefend op de
moderne manier van meubileeren,
dat een praatje hierover niet mis
plaatst is.
Voorbij zijn reeds de dagen, dat modern
beteekende: leven in een kille atmosfeer
van naakte wanden, vloeren kaal en de
zitkamer in haast niets te onderscheiden
van een operatiezaal. In een zeer warm
klimaat, waarin elk overbodig meubelstuk
drukkend kan werken, brengen kale wan
den en onbelegde gronden misschien iets
verademends, maar in Holland kunnen we
nu eenmaal wel een warme aankleeding
gebruiken. En de binnenshuisarchitect, hoe
wel niet in het overdadige tredend, legt
zich den laatsten tijd dan ook meer en
meer toe op het verkrijgen van een warm
en harmonisch geheel.
Het moderne meubelwerk moet bijna al
tijd voor meer dam het oorspronkelijke doel
dienst doen, om het duidelijker uit te druk
ken, het kan meervoudige diensten bewij
zen. Vooral de groote stukken, zooals buf
fets, kasten, enz., waarvoor men vroeger
verschillende stukken noodig had, zijn
meestal vernuftig tot één meubel tezamen
gebracht.
Al houdt U niet van modern meubelwerk
zooals stalen meubelen en glazen platen,
toch zult U moeten erkennen, dat men rui
mer ademt in de lichte, frissche, niet te
voile kamer van heden, dan in de donkere
kamer uit grootmoeder's tijd, met druk be
werkte schoorsteenmantels, veelvuldige
donkere draperieën en donker gekleurd
behang.
De ultra moderne interieurs zijn heel
licht gehouden, sommige bijna geheel wit.
Witte glazen platen, waartegen 't ver
chroomde metaal glinstert, staan tegen
lichte achtergronden van stoffen in de na
tuurlijke shantungkleur, zijde en ongebleekt
linnen of katoen, terwijl in een luxe inte
rieur een enkele maal witte taf zij de ge
bruikt wordt.
Ook de teere kleuren, biscuit, zilvergrijs,
lichtblauw, zalmkleur en zacht geel worden
door den modernen binnenhuisarchitect
veel gebruikt.
De lichte kleuren worden met reden ge
bruikt, om zooveel mogelijk ruimte te
scheppen; van een donkere of domineeren-
de kleur kan juist het omgekeerde gezegd
worden.
Een heel kleine zitkamer kan door het
buisvormige metaal, tezamen met glazen
platen, waardoor men heenziet, ruim aan
doen, terwijl de lage, zeer ondiepe, langs
den wand geplaatste kasten, welke alle mo
gelijke comfort bieden, samengevoegd met
gemakkelijke zitjes, artistiek verlicht, ae
gezelligheid aanbrengen, welke men miste
in de eerste periode, toen modern meubel
werk en ruimte-idee pas ingevoerd werden.
De keuze van zacht gekleurde vloerbe
kleedsels is zeer groot. Tegels in haver-
meelkleur, glas, steen, mozaïek, rubber,
marmer, rubberbedekking uit een stuk, li
noleum, inlaid, dat alles is in zachte kleu
ren verkrijgbaar, terwijl voor de eenvoudi
ger belegging de effen Japansche, biezen
of twisted matten gekozen kunnen worden.
Vachten worden hier en daar neergelegd
op den verder onbedekten vloer en voorts
effen haardkleeden in zeer zachte kleuren
of wit, gespikkeld, gevlekt of gepatroond
met bruin of zwart.
De houtsoorten welke de meubelmaker
tot zijn beschikking heeft, worden soms
bespoten met cellulose-lak in heldere kleu
ren, tezamen met aluminium, doch vaak
ongepolijst, en door den modernen archi
tect heden veelal kleurloos gekozen.
Verwerkt wordt esschenhout, ahorn, wit
vijgeboomhout, eiken, noten, ongepolijst en
ongebeitst. Hét blanke hout werd in 't bui
tenland voor meubelwerk reeds eerder toe
gepast, doch kwam sedert de laatste Jaar
beurs eerst goed voor Hollands uit.
Grenenhouten paneelwerk op de deuren
voor ombouwen van schoorsteenen en soms
rondom in de kamer geven verder een goed
geheel aan zilver-, licht-blauwe, zachtrose
en ascbkleurige decoraties in de kamer.
Van modem meubelwerk moet men hou
den, maar de mogelijkheden ermede zijn
tegenwoordig zoo vele, dat men het bijna
altijd passend naar den smaak kan laten
maken.
ANEMOON
'S
DIE WOUW 1EW HAAK HUISHOUDING
L,----- J
WWVWWWWSWlWiVUWUVVVWVSWrtVWVVVWSVAVUVWLWbVVVV