Levenden en dooden Peignoir voor jonge meisjes Een groot kelimkleed voor een ronde tafel Correspondentie REGENKLEEDING Nuttige wenken Gevraagde recepten Gebreide wollen Modem interieur 1 Wij naderen Allerzielen. Het is goed, dat de Kerk een specialen gedenk dag heeft ingesteld voor alle' dooden. Niet alleen voor hen, wier trouwe nabestaanden en vrienden hen geen dag, geen uur bijna, vergeten in hun verzuch tingen tot God maar ook voor de arme veriatenen, aan wie niemand meer in lief de denkt of wier schuld zoo groot was, dat ze niet geboet werd in die al te korte spanne tijds na hun heengaan, waarin men nu en dan wel eens voor hen wilde bidden, om het spoedig voorgoed na te laten. Dat is goed. Maar het is eigenlijk jam mer, dat we ook niet een dag voor Alle Le venden hebben, een dag waarop we ons, dieper dan gewoonlijk, bezinnen op wat we kunnen zijn voor hen die we nog bezitten, die we dagelijks om ons heen hebben, voor wie we verantwoordelijkheid dragen, wien we kunnen goeddoen of schaden, voor wie we een zegen kunnen zijn of een vloek. We hebben een Moederdag en een Vader dag en zelfs een Dierendag. Maar geen Naastendag, geen dag, bestemd om onszelf af te vragen, hoe onze verhouding is tot onze levenden: man, ouders, vrouw, kinde ren, oude tante, verarmde kennissen, zieke buren, verre vrienden, werkloozen aan de deur, blinden in het gesticht; heidenen in de missie en dichterbij Zij allen léven. Zij zijn in ons bereik. Wij kunnen voor hen nog méér doen dan Missen laten lezen om him schuld te del gen, méér dan hen in liefde gedenken wij kunnen hun liefde b e w ij z e n, hun goed doen, hen steunen, vermanen, tot God brengen, ergernis vermijden, kwaad voor komen, hun schuldenlast verkleinen, wan neer zij eenmaal voor God zullen komen staan. Er is nog meer dat wij onzen dooden ple gen te schenken behalve de aalmoes van ons gebed. Wij idealiseeren hen. Ons her denken overstraalt al hun daden, hun woorden, hun gedragingen, met een wee moedige schoonheid. Wij zouden schatten willen geven voor nog één dag, één uur in hun dierbaar gezelschap, één enkele van die tallooze dagen en uren, die wij vroeger voor niets geteld hebben. Met verterend verlangen denken wij aan hun blik, hun stem, hun voetstap; met smartelijk heim wee aan de kleine eigenaardigheden, dia ons bij hun leven zoo vaak een ongeduldi- gen uitroep ontlokten Kleine verzuimen onzerzijds blijven ons vervolgen met een knagende wroeging, die levenslang niet kan genezen. Een geweigerd verzoek wat zouden we niet willen ge ven als we het nog konden inwilligen Een met kennelijk ongeduld bewezen dienst Genomen maten: bovenw. 82 c.M., lengte 115 c.M., mouwl. 54 c.M. Benoodigd: 2.50 M. stof van 100 c.M. breedte, 65 c.M. stof om af te werken van 80 c.M. breedte, eën drukknoopje. Van bovenstaande peignoir teekent ge het patroon op de aangegeven maten, waar na ge het op de vaste lijnen uitknipt. Hier na legt ge de patronen op de stof; de beide mouwen worden onder elkaar naast het rugpand weggeknipt. Onderaan de peignoir wordt een 5 c.M. breede zoom bijgeknipt; aan de beide voorkanten vanaf de taille 3 c.M. Wanneer alles is geknipt, kunt ge schouder-, zij-, en mouwnaden dichtstik- ken, en de naden openleggen. Hierna wordt aan de voorkanten vanaf de taille een 2 cM. breede zoom ingemaakt, waarna aan den onderkant een 4 c.M. breede zoom. De mouwen worden aan den onderkant afgewerkt met een bies, welke ge 38 c.M. lang en 6 c.M. breed knipt, aan den ver keerden kant aan- en op den goeden kant overstikt, waarna deze dan 4 c.M. breed moet zijn. Het schuine gedeelte van den voorkant werkt ge af met een biesje, dat na afwerking 2 c.M. breed is. Het kraagje, dat ge van dubbele stof knipt, wordt langs den buitenomtrek gestikt, omgehaald en gelijk met een schuin biesje langs den hals gezet. Hierna geeft ge knipjes tot aan het stiksel, waarna ge de schuine bies op de peignoir overzoomt. Bij het inzetten der mouwen neemt ge den mouwnaad 4 c.M. meer naar voren dan den zijnaad. De zakken worden 19 c.M. lang en 16 c.M. breed ge knipt; waarna ge bovenaan een 2 c.M. breed zoompje inmaakt, en deze tegen de zijnaad, 15 c.M. vanuit de taille opstikt. Het ceintuurtje wordt 130 c.M. lang en 4 c.M. breed geknipt, dubbel gestikt, en om gehaald. Als eenige sluiting zet ge boven aan bij den hals een drukknoopje; verder wordt de peignoir door de ceintuur geslo ten. DINY. och, werd die nog ééns van ons ge vraagd, hoe zouden we er al onze liefde in leggen! Een verwijt, gerechtvaardigd mis schien maar hoe duizendmaal méér zou den we willen vergeven, als we die oude dagen opnieuw beleven konden Onze levenden, die we nu nog bezitten, zullen misschien ééns onze dooden zijn. Dan zullen we voor hen bidden en Missen voor hen laten lezen en op Allerzielen met ontroering aan hun graf knielen. Maar we zullen hun nooit meer kunnen geven wat we hun vandaag geven kunnen. Het ongeduldig woord, dat ons straks zal ontvallen, het neerbuigend ingewilligd ver zoek, de wekenlang uitgestelde, nietige dienst, ze zullen dan van die oorzaken van zelfverwijt zijn, zooals we ze reeds zoo goed kennen. Als we eens probeerden, onzen levenden tijdens dat leven niet te onthouden, wat we hun in zoo ruime mate zullen gaan schen ken zoodra zij er niets meer aan hebben Als we eens probeerden, hun iets te geven van het goede waarmede we hen zouden overstelpen als zij dooden waren, die voor één dag terugkeerdenAls we eens trachtten, hun eigenaardigheden van een afstand te bezien, het nobele in hen te idealiseeren, nu reeds Er is een waar, ouderwetsch rijmpje waarschijnlijk heeft men het in z'n tijd 'n „gedicht" genoemd, maar het is heusch niet meer dan een rijmpje: „Bemint elkaar, bemint elkaar, bemint zoolang het harte slaat! Want ach, de tijd is spoedig daar, dat g'aan een graf te weenen staat!" De vorm moge voor onzen modernen smaak abnormaal zijn, de gedachte zal haar waarde behouden zoolang de wereld draait. Elke dag van het jaar kan en moet ons een Dag der Levenden zijn. Laten we onzen dierbaren toonen hoe kostbaar ons hun ge zelschap is, vóór we het voorgoed moeten ontberen. Laten we de armen helpen en opbeuren vóór ze onder hun dunne deken gestorven zijn. Laten we de verdwaalden tot God brengen vóór ze voor Zijn rechter stoel staan. Laten wij de eenzamen troos ten vóór zij eenzaam ondergaan. Laten wij werken, liefhebben en goed doen, zoolang het Dag is.... S. A. T. Nu de lange avonden weer gaan ko men hebben wij ook weer tijd en zin om een grooter handwerk te be ginnen. In het voorbije seizoen met zijn wandelingen en uitstapjes kon er geen sprake zijn van handwerk, hoogstens een of ander kleinigheidje, dat in een enkel verloren uurtje gereed kwam. Maar nu rus tig gezeten in de warme beslotenheid onzer huiskamer zal weer menig prachtwerk ge reed komen. Weet U niet wat u eens zou be ginnen? Zeker hebt U een der moderne ronde tafeltjes, dat met enkele fauteuiltjes een gezellig hoekje vormt. Een rijk aanzien zou uw zitje krijgen als over dat tafeltje een der prachtige kelimkleeden van onze teekening lag. Kelimwerk geeft een warm deftig cachet aan onze kamers en is om zijn degelijkheid zeer geschikt voor de huis kamer. Er zijn nog dames die tegen het werk opzien, maar het lijkt moeilijker dan het eigenlijk is. Als men geen al te inge wikkeld patroon kiest is het heusch erg makkelijk en vlug opschietend. Dankbaar der werk dan kelim, dat wat effect en on verslijtbaarheid betreft, bestaat haast niet. Ik weet zeker dat mijn lezeressen geen aan sporing behoefden, als zij met mij bij een mijner kennissen de kelimkamer gezien hadden. Verleden jaar ontwierp ik voor deze dame een kameraankleeding in kelim en een dezer dagen mocht ik de kamer geheel gereed gaan bewonderen. Om het nu eens romantisch uit te drukkenhet was een droomwerkelijk het resultaat was zoo verrassend mooi, dat ik, die tot over mijn ooren in handwerk zit, naijverig werd en ik zal niet rusten voor aleer ook ik een kelim kamer heb. Doet U ook mee? Zullen wij dan beginnen met het kleed voor de tafel en dat dan aanvullen met kussens, wand kleed, thee- en koffiewarmer, reepen voor gordijnen en vloerkleed of kleedjes? Zul len ook wij ons een kelim-kamer scheppen en ze dan eens bij elkaar komen bewon deren? Afgesproken! Onze teekening brengt drie verschillende patronen, alle even mak kelijk, zoodat de vreeselijke tellerij achter wege blijft. Het eerste kleed wordt langs den omtrek in ronden verdeeld, zoodat er een stervormig midden overblijft. Dit mid dengedeelte werd bij ons model met beige wol bewerkt. De rondjes daartegen zijn in mozaïekpatroon gehouden en vertoonen de kleuren rood, beige, bruin, oranje, citroengeel en zwart. Een buitengewoon mooie kleur combinatie. Met een rood of blauw potlood teekent men eerst de figuren op. Deze behoeven heusch niet angstvallig even groot ge houden hoor; klein en groot rechthoekig en puntig, kris en kras door elkaar. Bij de bewerking moet U natuurlijk rekening houden met de harmonie der kleu- TjT ren, dus geen twee zelfde w 0 kleuren vlak naast elkaar en ook niet bijv. róód naast „Van alle op deze bladzijde voorkomende genummerde mo dellen, die aan het mode-album „Winterweelde" ontleend zijn, hunnen bij het Patronenkantoor „Panora", Nassauplein I, Haarlem, patronen be steld worden tegen den prijs van 50 ets. voor complets, 35 ets. voor mantels en japonnen, en 20 ets. voor rokken, kleine avondjasies en kin- derkleeding. Voor toezending per post, ook bij bestelling aan de agen ten, 1 0 ets. extra. Het fraai uitgevoerde album zelf, 1 60 modellen bevat tend, is aan hetzelfde adres tegen den prijs van 50 ets. verkrijgbaar." mÊM Een groot kelimkleed voor een ronde tafel oranje, of zwart naast bruin. Als U de kleu ren zoo verdeelt als ze hierboven in volg orde zijn aangegeven, hebt U het juiste. De rondjes in 't midden moet U beige houden. Als het werk af is wordt het overstaande randje naar binnen afgehecht en krijgt ons kleed een heel dunne voering. Men kan dan den rand effen laten, maar heel mooi is het om hem met franje van de gebruikte wol af te werken. Onze tweede teekening is recht van omtrek en vertoont langwerpige vakjes. In deze vakken nu wordt eerst een bloem gewerkt in de kleur van het midden stuk en het overige gedeelte met mozaïek figuren bijgevuld. De kleuren hiervoor ge bruikt, bestonden uit oud-rose voor mid denstuk en bloemen, zachtgroen voor de bladeren en zwart, zandkleur en blauw in twee tinten, dus licht en ietwat hard. Ook deze omtrek kan, of effen, of met franje afgewerkt worden. Het derde en laatste model heeft een breeden rand. Het mid denstuk is zandkleurig en het mozaïek ver toont 'n vroolijke bonte kleurenmengeling, bijv. rood, zwart, citroengeel, hardblauw, zacht en dieprose, beige en groen. De rond jes en halve rondjes zijn in 't zwart gehou den. Zwarte franje als afwerking. Voor die dames die met mij de „kelim-kamer" gaan maken zal ik met tusschenpoozen alle ver dere onderdeelen geven. Misschien willen deze dames mij eens berichten, welke der drie patronen zij gekozen hebben. ETA, TANGELDER Patroon voor gehaakte gordijnen Mevr. d. K. te A'dam vraagt 'n patroon voor gehaakte gordijnen, liefst met rechte banen. Kan een onzer lezeressen haar daarbij helpen? Nu het mooie weer eindelijk zijn ont slag heeft genomen en plaats ge maakt heeft voor storm en regen, haasten wij ons om u een paar modellen van regenkleeding te laten zien. Niets is vervelender dan met ons „goede goed" in den regen te loopen. Het gladde vilt van onzen hoed krijgt dikwijls leelijke vlekken en de zoom van onzen rok begint meestal erg te lub beren. Laten we daarom een „all-weather" hoedje opzetten en een jas van ondoor dringbare stof maken. Ook voor de kinde ren die iederen dag door weer en wind naar school moeten, maken we practische regenkleeding. Zoo'n ouderwetsche cape met capuchon als fig. 1058 aangeeft, is geschikt voor jongens en meisjes en wordt altijd nog graag door de kinderen gedragen. Het patroon is verkrijgbaar in de maten 72, 76 en 80. Pig. 1090 is een regenjasje voor jongens van 10 tot 14 jaar. Het heeft een dubbele knoopsluiting, schuin ingezette zakken, ruimen rug en ceintuur. Verkrijgbaar in de maten 76, 80 en 84. Benoodigde stof 1.75 tot 2 Meter van 140 c.M. breed. Tenslotte hebben wij dien prettigen regen mantel voor onszelf. Hij is gemaakt vair gabardine in raglanmodel. De kraag kan gesloten worden, terwijl een revers open kan blijven. We maken er schuine zakken in en slui ten de jas met eenige knoopen en een ceintuur. Het patroon is te verkrijgen in de maten 42, 44, 46 en 48. POLA. Levertraanvlekken kan men met eenige moeite goed verwijderen en wel met pijp aarde. Op een vel papier strooit men wat pijpaarde en legt de stof met de vlek er op. Hieroverheen strooit men weer pijpaarde, flink dik. Nu giet men tetra erop, legt een stuk grauw papier over de vochtig gewor den bovenste laag pijpaarde en strijkt met een warme bout over het grauwe papier. De levertraan trekt nu in de pijpaarde. 1 Ons goed, dat we tegen motten heb ben beschermd, dient thans, in 't najaar goed nagekeken te worden. De naftaline- balletjes geuren niet sterk genoeg meer. Men kan ze door nieuwe vervangen of goed fijn stampen en dit gruis tusschen de klee- ren strooien. Een eenvoudig middel, om met weinig droogruimte veel goed te kunnen drogen, bestaat hierin, dat men de wasch op klee-, renhangers hangt en deze aan waschknij- pers aan de lijnen. Vooral voor kleine stuk jes, als babygoed en kousen, voldoen de kleerhangers met dwarslatjes uitstekend. VOOR DE KEUKEN Warme kaasbroodjes M ?n neemt - hiervoor dunne sneetjes oud brood, zonder korst, besmeert ze met boter en legt tusschen twee sneetjes brood een even dik plakje kaas. Dan snijdt men de boterhammetjes schuin door, zoodat er driehoekjes gevormd wor den. Deze bakt men, in de koekenpan, met boter aan beide kanten lichtbruin. De kaas wordt dan 'n weeke massa, welke met het croquant gebakken brood een zeer smakelijk geheel vormt. Men dient deze broodjes goed warm op. Warme hambroodjes Bij 6 dunne sneetjes oud brood heeft men hiervoor noodig: 1 ons ham, 1 ons kalfs- vleesch, 15 gram boter, 10 gram bloem, 1 d.L. water, 1 ei en paneermeel Ham en kalfsvleesch worden fijn gehakt. Van bloem, boter en water maakt men, op de bekende wijze, een dik sausje waar door heen met het gehakte vleesch roert. De sneetjes brood ontdoet men van de korsten en men bedekt ze met een laagje van het vulsel, zóó, dat dit in het midden iets hoo- ger ligt. Het ei wordt, met 1 lepel water, goed los geklopt en men wentelt de brood jes hierin, zoodat ze goed ervan doortrok ken worden. Dan wentelt men ze door pa neermeel, waarbij men het vulsel goed ste vig op het brood drukt en bakt ze ten slotte in dampend heet frituurvet mooi bruin. Goed warm opdienen. Ansjovisbroodjes Bij 6 dunne sneetjes oud brood heeft men noodig 12 ansjovissen, 2K afgestreken eetlepel boter, 2 hard gekookte eieren, 1 eetlepel slaolie, 1 eetlepel azijn, 1 eetlepel gehakte peterselie, 1 eetlepel capertjes, A theelepel mosterdpoeder. Men laat de ansjovissen een paar uren weeken in water of melk, splijt ze dan in tweeën en neemt de graat eruit. De eieren worden gepeld en middendoor gesneden en de dooiers eruit genomen en fijn gewreven. Men roert de fijn gewreven dooiers met olie en azijn en mosterdpoeder tot een goed smeerbaar papje. De sneetjes brood ont doet men van de korsten, men snijdt ze dan in tweeën en bakt ze, in de koekenpan, aan beide kanten lichtbruin in de heete boter. Men bestrijkt de broodjes met het eier- mengsel en garneert elk broodje met 2 op gerolde ansjovishelften, capertjes, fijn ge hakte peterselie en het fijn gehakte eiwit. Ook deze broodjes moeten pas kort voor het gebruik worden klaar gemaakt, daar het brood croquant moet blijven. A. K.—P. OP VERZOEK Voor jongetje van ongeveer twee jaar De bol van dit mutsje wordt in vier deelen gebreid. Voor elk gedeelte zet men 25 st. op en men breit 46 toeren in korrelsteek, dus 1 r., 1 aver., bij eiken toer verspringend. Dan mindert men, om den anderen toer, aan weerskanten van de naald, 1 st., tot men nog 3 st. overhoudt. Men breekt dan den draad af, haalt dien door alle steken en laat den draad voor- loopig hangen. Zijn de volgende deelen klaar, dan haalt men denzelfden draad ook hier door de laatste 3 st. Zijn de 4 gedeelten van den bol gebreid, dan naait men ze aan elkaar en men werst de bovenste draden af. Men kan alle naden dicht naaien en den omgeslagen rand van de muts in het rond breien, dus met 4 naal den, ofwel men laat één naad open en naait dien pas dicht wanneer ook de rand ge breid is. Voor den rand neemt men, in het geheel, onder langs het mutsje 100 steken op en men breit daarop ribbels, dus aldoor rechts wanneer men met twee naalden breit en 1 toer r., 1 toer aver., wanneer men in het rond breit met 4 naalden. Voor den omgeslagen rand van de muts kan men 'n afstekende kleur nemen, ook staat het heel mooi als men voor dien rand dikkere wol neemt dan die van het mutsje. Men strijkt al de naden goed uit, werkt de draden af en versiert de muts met 'n pompoen boven op den bol. Deze muts kan men ook breien voor een grootere maat. Men begint dan eenvoudig met 'n grooter aantal steken voor elk vier de gedeelte. Wanneer men even 'n proef lapje breit, kan men zelf precies uitrekenen hoeveel steken men moet opzetten voor de gewenschte maat. De pauwveerensteek. Een onzer abonné's vraagt hoe de pauwveerensteek gebreid wordt. Als ik 't wel heb is dit hetzelfde patroon, dat ook waaiersteek wordt ge noemd. Men zet daarvoor op 'n aantal ste ken deelbaar door 8 en breit als volgt: lste toer: 4 keer: 1 r., draad omslaan. Dan breit men 8 keer 2 st. samen. Verder breit men telkens: 8 keer: 1 r., draad omsL 8 keer 2 samenbr. Op het einde van den toer 4 keer: 1 r., draad omsl. Na dezen patroontoer breit men 5 toeren r. en daarna weer 'n patroontoer, gevolgd door 5 toeren r. De 6 toeren vormen het patroon van den waaiersteek. DORA. Zooveel critiek wordt uitgeoefend op de moderne manier van meubileeren, dat een praatje hierover niet mis plaatst is. Voorbij zijn reeds de dagen, dat modern beteekende: leven in een kille atmosfeer van naakte wanden, vloeren kaal en de zitkamer in haast niets te onderscheiden van een operatiezaal. In een zeer warm klimaat, waarin elk overbodig meubelstuk drukkend kan werken, brengen kale wan den en onbelegde gronden misschien iets verademends, maar in Holland kunnen we nu eenmaal wel een warme aankleeding gebruiken. En de binnenshuisarchitect, hoe wel niet in het overdadige tredend, legt zich den laatsten tijd dan ook meer en meer toe op het verkrijgen van een warm en harmonisch geheel. Het moderne meubelwerk moet bijna al tijd voor meer dam het oorspronkelijke doel dienst doen, om het duidelijker uit te druk ken, het kan meervoudige diensten bewij zen. Vooral de groote stukken, zooals buf fets, kasten, enz., waarvoor men vroeger verschillende stukken noodig had, zijn meestal vernuftig tot één meubel tezamen gebracht. Al houdt U niet van modern meubelwerk zooals stalen meubelen en glazen platen, toch zult U moeten erkennen, dat men rui mer ademt in de lichte, frissche, niet te voile kamer van heden, dan in de donkere kamer uit grootmoeder's tijd, met druk be werkte schoorsteenmantels, veelvuldige donkere draperieën en donker gekleurd behang. De ultra moderne interieurs zijn heel licht gehouden, sommige bijna geheel wit. Witte glazen platen, waartegen 't ver chroomde metaal glinstert, staan tegen lichte achtergronden van stoffen in de na tuurlijke shantungkleur, zijde en ongebleekt linnen of katoen, terwijl in een luxe inte rieur een enkele maal witte taf zij de ge bruikt wordt. Ook de teere kleuren, biscuit, zilvergrijs, lichtblauw, zalmkleur en zacht geel worden door den modernen binnenhuisarchitect veel gebruikt. De lichte kleuren worden met reden ge bruikt, om zooveel mogelijk ruimte te scheppen; van een donkere of domineeren- de kleur kan juist het omgekeerde gezegd worden. Een heel kleine zitkamer kan door het buisvormige metaal, tezamen met glazen platen, waardoor men heenziet, ruim aan doen, terwijl de lage, zeer ondiepe, langs den wand geplaatste kasten, welke alle mo gelijke comfort bieden, samengevoegd met gemakkelijke zitjes, artistiek verlicht, ae gezelligheid aanbrengen, welke men miste in de eerste periode, toen modern meubel werk en ruimte-idee pas ingevoerd werden. De keuze van zacht gekleurde vloerbe kleedsels is zeer groot. Tegels in haver- meelkleur, glas, steen, mozaïek, rubber, marmer, rubberbedekking uit een stuk, li noleum, inlaid, dat alles is in zachte kleu ren verkrijgbaar, terwijl voor de eenvoudi ger belegging de effen Japansche, biezen of twisted matten gekozen kunnen worden. Vachten worden hier en daar neergelegd op den verder onbedekten vloer en voorts effen haardkleeden in zeer zachte kleuren of wit, gespikkeld, gevlekt of gepatroond met bruin of zwart. De houtsoorten welke de meubelmaker tot zijn beschikking heeft, worden soms bespoten met cellulose-lak in heldere kleu ren, tezamen met aluminium, doch vaak ongepolijst, en door den modernen archi tect heden veelal kleurloos gekozen. Verwerkt wordt esschenhout, ahorn, wit vijgeboomhout, eiken, noten, ongepolijst en ongebeitst. Hét blanke hout werd in 't bui tenland voor meubelwerk reeds eerder toe gepast, doch kwam sedert de laatste Jaar beurs eerst goed voor Hollands uit. Grenenhouten paneelwerk op de deuren voor ombouwen van schoorsteenen en soms rondom in de kamer geven verder een goed geheel aan zilver-, licht-blauwe, zachtrose en ascbkleurige decoraties in de kamer. Van modem meubelwerk moet men hou den, maar de mogelijkheden ermede zijn tegenwoordig zoo vele, dat men het bijna altijd passend naar den smaak kan laten maken. ANEMOON 'S DIE WOUW 1EW HAAK HUISHOUDING L,----- J WWVWWWWSWlWiVUWUVVVWVSWrtVWVVVWSVAVUVWLWbVVVV

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 7