Begrooting Buitenlandsche Zaken Het Bankgeheim m Nieuwe uitvinding Uit de gevangenis MINISTER DE GRAEFF ANTWOORDT Wekelijksch beurs- overzicht ZONDAG 11 NOVEMBER 1934 Verhouding tot België De G.-G. ontvangt de ,Uiver"-bemanning Jurisprudentie gunstig voor den fiscus? Ruwolie-vergassings- motor Na twee iaar van ingrijpende be zuiniging kan niet opnieuw een groote vermindering worden verwacht Bezuinigiug Ernst wordt ingezien Jhr. de Graeff Persdienst Uiting van minister Baldwin Geval-Spansier Particuliere wapenfabricage „Reëel, nuttig, groot werk, waar- voor men u terecht dankbaar moet zijn" Koopt een „Uiver"-speld ONTSLAG AAN HUWENDE ONDERWIJZERES Amendement tot instelling van het recht van beroep WAARDEERING VAN ITALIË Onderscheidingen verleend Moreele overwegingen pleiten voor opheffing, terwijl economische factoren tot voorzichtig heid manen Nadeelifje gevolgen Twee zijden der medaille Onze oorlogsbodems in den vreemde De Saarcommissle heeft te Rome vergaderd in het paleis Chigi Op den weg naar vervolmaking van het transportwezen? De wegens S per r mar hen-smokkel veroordeelde Nijmegenaars spoedig vrij? BUIZEN VOOR GAS- WATERLEIDING EN Commissie inzake vervaardiging er van in Nederland Ontleend is aan de Memorie van Antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer van hoofdstuk III (Buitenlandsche Zaken) der Rijksbegrooting: De Troonrede bevatte dit jaar niet de mede- deeling, dat de verhouding van ons land met andere Mogendheden van zeer vriendschappe- lijken aard is, omdat in een Staatsstuk, waarin de nadruk moest vallen op de groote verande ringen, die zich op zoo menig terrein in onze dagen voortdurend voltrekken, en waarin, helaas, het accent moest worden gelegd op de nooden waaraan het land het hoofd heeft te bieden, een stereotype uiting, dat de betrek kingen met vreemde Mogendheden van zeer vriendschappelijken aard zijn, uit den toon zou vallen. De Regeering grijpt intusschen gaarne de door het Voorloopig Verslag geboden gelegen heid aan om te verklaren, dat die betrekkingen inderdaad van den meest vriendschappelijken Bard zijn. De Minister kan de klacht niet aanvaarden dat hij tegenover de Staten-Generaal zoo wei nig mededeelzaamheid toont. Hij acht die klacht even ongegrond als onverdiend, en moge er op wijzen, dat met name het uitblijven van de vroeger gedurende een aantal jaren gepu bliceerde Oranjeboeken haar geenszins wettigt. Raadpleging van die jaarlijksche Oranjeboeken zal doen zien, dat politieke zaken daarin, al thans in vredestijd, slechts een zeer geringe plaats innamen. Het behoeft wel nauwelijks be toog, dat ten aanzien van een be grooting met een betrekkelijk zoo gering totaal-cijfer, en waarop zoo vele lasten voorkomen, welke deels niet verminderd kunnen worden zon der onze internationale bewerktui ging ten zeerste te schaden, ander deels gelijk b.v. de uitgaven voor den Volkenbond niet van Ne derland alleen afhangen, na twee jaar van ingrijpende bezuiniging niet opnieuw groote vermindering kan worden verwacht. De Regeering deelt de zienswijze, dat Ne derland in samenwerking met andere landen, die daarvoor het meest in aanmerking komen, het daarheen moet trachten te leiden, dat de Ontwapeningsconferentie, ondanks de ongun stige vooruitzichten, alsnog tot eenig positief resultaat moge voeren. In die richting is Ne derland dan ook te Genève werkzaam geweest. De Minister heeft verder zonder voorbe houd te kennen gegeven, bereid te zijn tot volledige medewerking, ten einde tot heil van beide landen met België op aanneme- lijken grondslag tot overeenstemming te komen. Het verwijt, dat de Minister den ernst van deze zaak niet voldoende zon in zien, wordt door hem dan ook met beslist heid afgewezen. Inderdaad is in een vorige periode, toen van de zijde van de Belgische Regeering de mede werking van de Nederlandsche Regeering werd gevraagd, voor den bouw van een tweede sluis bij Terneuzen, dezerzijds als gedeeltelijke, mo gelijke compensatie daarvoor genoemd de weg neming van den „stop van Lixhe". De gedach- tengang daarbij was, dat de Nederlandsche Re geering bereid was aan de begrijpelijke ver langens van Gent tegemoet te komen, omdat zij van een territoriale situatie geen beletsel wil maken voor de vervulling van Belgische wen- echen, waarvan zij de redelijkheid ten volle kan erkennen, maar dat zij dan ook aan België de blijken van een overeenkomstige gezindheid mocht vragen door aan te dringen op de ophef fing van een op Belgisch territoir gelegen be lemmering van de scheepvaart naar en over Nederlandsch gebied, een belemmering, waar van de beteekenis voor Nederland overigens niet mog worden overschat, waarbij bovendien nog in aanmerking dient te worden genomen, dat opheffing van den bewusten „stop''' ook Belgische belangen ten goede zou komen. Met betrekking tot de vraag, door sommige leden gesteld, of naar het inzicht der Regee ring thans niet de tijd gekomen is om de Unie van Socialistische Sovjet-republieken de jure te erkennen, kan de Regeering in genoemde toelating en de geleidelijke erkenning van Sov jet Rusland door de meeste Staten geen aan leiding vinden haar tot dusver ter zake in genomen standpunt te herzien. De minister is van oordeel, dat een actief consulair corps ongetwijfeld tot vermeerdering van den afzet onzer producten zal kunnen bij dragen. De Minister is evenals eenige andere leden Van oordeel, dat het wenschelijk zoude zijn, dat de Nederlandsche vertegenwoordigers in het buitenland met het oog op de economische zijde van hun taak meer dan thans worden bij ges.aan door handelsattaché's, mits deze aan jhooge eischen van bekwaamheid voldoen. Deze dienst, sedert 1 Januari in werking, heeft van meet af zijn aandacht gewijd aan het probleem der rechtzetting van onjuiste be richten over Nederland en Nederlandsch-Indië in de buitenlandsche pers. Hij gaat bij zijn pogingen om een juiste berichtgeving te be vorderen zoowel preventief, n.l. door tijdige beschikbaarstelling van nieuwsmateriaal aan vertegenwoordigers van buitenlandsche bladen en persagentschappen, als repressief, n.l. door verspreiding van rectificaties langs de daartoe meest geschikte kanalen, te werk. Tot de pre ventieve wegen behoort mede de behartiging van in- en voorlichting van de bipnenlandsche pers, die een voorname bron van informatie voor de buitenlandsche vormt. Een en ander is een werk van stelselmatigen opbouw, dat zorgvuldige oriëntatie en voorbe reiding vereischt. Uit het voorafgaande moge blijken, dat de activiteit van den dienst niet aan het getal der tegenspraken van onjuiste berichten ge meten kan worden. De berichten in de Japan- sche pers met betrekking tot de te Batavia ge voerde handelsbesprekingen, in het voorloopig verslag vermeld, hebben de volle aandacht van den persdienst gehad; deze heeft, voor zoover dit van hier uit mogelijk was, gedaan wat in de gegeven omstandigheden verant woord kon worden geacht. Dat de Regeering, gelijk gesuggereerd wordt, meer van den persdienst gebruik zou kunnen maken, teneinde het publiek over bepaalde za ken in te lichten, kan worden toegegeven. Het strekt tot voldoening, dat naarmate deze nieu we mogelijkheid van contact met de pers on derkend wordt, het gebruik van den pers dienst langs den weg eener natuurlijke ont wikkeling toeneemt. De achterstelling van de Nederlandsche schippers bij de bevrachting te Duisburg heeft aanleiding gegeven tot overleg tusschen de Ne derlandsche en Duitsche belangengroepen, met medeweten van de Nederlandsche Regeering. De verwachting bestaat, dat dit overleg bin nen een niet al te lang tijdsverloop tot bevre digend resultaat zal leiden. Naar aanleiding van de vraag of het juist is, dat van Nederlandsche zijde met Britsche vlootautoritet.en besprekingen, Nederlandsch- Indië betreffende, zijn gehouden, wenscht de Minister uitdrukkelijk te verklaren, dat zoo danige besprekingen niet hebben plaats ge vonden. 1 Het bericht, dat de Britsche Regeering zoude overwegen de beschikking te trachten te verkrij gen van vliegvelden aan Nederlands Oostgrens, is te beschouwen als een van de vele geruch ten, welke naar aanleiding van het bezoek van den Chef van den Franschen Generalen Saf aan Londen, omstreeks het einde der maand Juni 1934 in de pers tot uiting zijn gekomen en later weder zijn tegengesproken. De Minister kan er overigens slechts op wijzen, dat de onderstelling, dat over Ne derlandsch grondgebied beschikt zou kun nen worden voor de verdediging van een anderen Staat, in die mate in strijd komt met de ook in Engeland voldoende beken de traditioneele zelfstandigheidspolitiek der Nederlandsche Regeering, dat zij moeilijk au sérieux kan worden genomen. Met het oog hierop, heeft de Nederlandsche Regee ring het dan ook niet noodig of nuttig geacht de Britsche Regeering te verzoe ken eenige opheldering ter zake van de verklaring van den heer Baldwin te ver schaffen. Het geval Spansier heeft van den aanvang af de volle aandacht van den minister gehad en talrijk zijn de démarches, welke Hr. MS. Gezant te Berlijn in deze zaak heeft onderno men. Nadat het vonnis gewezen was, heeft de Minister het voor Spansier ingediend gratie verzoek door den Gezant doen ondersteunen en heeft hij bij herhaling op overlegging van het vonnis aangedrongen, dit laatste voorloo pig zonder resultaat, omdat de op schriftstel ling met motiveering van het mondeling uit gesproken vonnis blijkbaar nog niet gereed was. De strekking van een op de Ontwapenings conferentie voorgestelde regeling is niet om te komen tot volledige afschaffing van de parti culiere wapenfabricage, doch gaat uit van de gedachte, dat de Staten verantwoordelijk zijn voor de fabricage van wapenen en oorlogsma teriaal, welke op hun grondgebied, hetzij van Staatswege, hetzij door particulieren, plaats heeft. De Staten zullen derhalve hebben te zorgen, dat geen oorlogsmateriaal wordt ver vaardigd, waarvan het gebruik verboden is, en zullen er voor moeten waken, dat niet door de vervaardiging op hun gebied de kwantitatieve grenzen, welke in het Ontwapeningsverdir.g zullen worden neergelegd, worden overschreden. roep op grond van haar kostwinnerschap toe te kennen op Ged. Staten of de Commissie van Beroep. Een in het kader van het amendement nood zakelijke afwijking van thans geldende wacht geldregelingen wordt mede voorgesteld. BUITENZORG, 10 Nov. (Aneta) Heden morgen is de bemanning van de „Uiver" dooi den Gouverneur-Generaal in audiëntie ontvan gen, mede in tegenwoordigheid van mevrouw De Jonge. Verder waren vele autoriteiten aanwezig. De Gouverneur-Generaal sprak als volgt de bemanning toe: „Vergun mij, alvorens zij de groote reis naar het vaderland weer aanvaar den, een paar woorden te zeggen tot de leden van de bemanning van de „Uiver", die wij het voorrecht hebben op het oogenblik in ons mid den te zien. Ik stel die reis op den voorgrond, omdat ik niet in de eerste plaats huldebetuigingen wil uitspreken ge weet langzamerhand hoe men over uwe schitterende prestatie denkt maar u een behouden thuiskomst wil toewenschen na de emotie, die gij doorstaan hebt en met voor u een toch nog altijd inspannende en vermoeiende reis, die op zichelf reeds een heele prestatie is. Ik doe dat te eer, omdat gij zelf zoo juist en zoosvmpathiek uw vlucht met de „Civer" kenschetst als alleen maar iets snel'er en iets verder dan hetgeen regelmatig op de lijn Hol landIndië geschiedt. Dat gij in dit geval deelnaamt aan een wed strijd en daarbij anderen de baas zijt geweest, verandert de zaak in wezen niet; misschien zou het in de wereld er beter uitzien als wij niet zooveel waarde hechtten aan een overwinning over anderen. Be kan uw prestatie dan ook niet losmaken van het schiterende werk, dat nu al twee jaren lang regelmatig door de K. L. M. is gedaan. Wat dit werk voor Indië beteekent, is niet met een paar woorden te zeggen. Denk eens aan het zoo noodige nauwe con tact, vooral in deze tijden, tusschen de Ned.- Tndische Regeering en het Opperbestuur; aan de eischen, die handel en nijverheid stellen, aan familiebanden, waarop de afstand soms zoo pijnlijk inwerkt, wat lijkt die afstand nu minder groot nu een brief niet meer een maand heen en een maand terug vereischt. Dat alles is ook uw werk; reëel, nuttig, groot werk, waarvoor men u terecht dankbaar moet zijn. Toch kan ik een woord van zeer persoonlijke hulde niet achterwege laten. De nacht van Albury geeft u daarop ten volle aanspraak. Wat gij daar hebt getoond ging verre uit boven correcte dienstverrichting, deskundige behande ling of sportieve prestatie; het was meester schap, niet alleen van inzicht en bekwaamheid, maar ook van karakter en geestesgesteldheid. Hierbij mag nationale trots worden gevoeld. Onze vliegers geven daartoe in het algemeen gereede aanleiding, maar thans spant gij de kroon. Hulde, driewerf hulde!" Nadat nog een half uur in gezellig samen zijn was doorgebracht, begaven de vliegers en autoriteiten zich naar de soc'ëteit om daar de lunch te gebruiken, waarbij wederom vele speeches werden afgestoken. De stichting „Nationaal Luchtvaartfonds" roept in een manifest aan al onze landgenoo- ten op tot het kopen van een „Uiver"-speld. Deze speld heeft als embleem den gevleugel- den Nederlandschen leeuw en wordt gemaakt door 's Rijks Munt. De kosten bedragen 35 cent. Bij de distributie verleenen de Bataafsche Import Maatschappij en de Ned. Bond van Sigarenwinkeliersvereenigingen welwillend de medewerking van hun over het geheele land vertegenwoordigde organisaties. De bedoeling is, dat ieder Nederlander op 21 November deze speld zal dragen. De heeren Suring, van Dijken en Tilanus hebben op het ontwerp tot wijziging van de artikelen 38, 56 en 97 der L. O. wet een amen dement ingediend, waarvan de toelichting als volgt luidt: Het amendement beoogt van het wetsont werp geen principieele wijziging. Immers zal door het tot wet worden van het ontwerp een huwende onderwijzeres moeten worden ontsla gen en geen gehuwde onderwijzeres mogen worden benoemd, waardoor er na verloop van tijd geen gehuwde onderwijzeres meer in de school werkzaam zal zijn. De voorstellers mee- nen echter, dat, met het oog op de noodzakelij ke werkverruiming bij het onderwijs voor on derwijzers en voor onderwijzeressen, die zelf in haar levensonderhoud moeten voorzien, de tijd, gedurende welken nog gehuwde onderwijzeres sen werkzaam kunnen zijn, zoo kort mogelijk moet worden gesteld. Ten einde het bezwaar te ontgaan, dat aan den Minister van Onderwijs een naar diens mee ning te ruime arbitraire bevoegdheid zou wor den gegeven, wordt voorgesteld, aan de ont slagen gehuwde onderwijzeressen recht van be' Naar wij vernemen, heeft de Italiaansche Regeering, in verband met de tot standkoming van een bijzonderen Italiaanschen leerstoel aan de Rijksuniversiteit te Utrecht de heeren mr. H. J. Smidt, referendaris bij het Depar tement van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen en mr. B. J. L. baron de Geer van Jutphaas, secretaris van het college van cura toren der Rijksuniversiteit te Utrecht benoemd tot officier in de Kroonorde van Italië. Mr. S. K. D. M. van Lier, notaris te 'sGravenhage is benoemd tot ridder in deze orde. De Italiaansche gezant, de heer M. F. Talia- ni, heeft een dezer dagen bij gelegenheid van een- déjeuner, dat hij dezen heeren in de lega tie heeft aangeboden en waarbij tevens de bij zonder hoogleeraar R. Guarnieri tegenwoordig was, de versierselen, aan deze onderscheiding verbonden, overhandigd. Voor de leden van de Vereeniging van Ambte naren der Registratie en Domeinen heeft mr. dr. E. Tekenbroek, advocaat en accountant te 's-Gravenhage Zaterdagmiddag in een der zalen van „Krasnapolsky" te Amsterdam een lezing gehouden over de vraag of de opheffing van het bankgeheim al of niet wenschelijk is. Spreker begon met er op te wijzen, dat, ge lijk elk beroepsgeheim ook het bankgeheim zijn ontstaan dankt aan het vertrouwelijke karak ter van het bankiersvak. Op den bankier rust zonder twijfel de civielrechtelijke verplichting tot geheimhouding van hetgeen hij in zijn be roep verneemt omtrent de vermogenspositie, etc. van zijn clienten. Het zou verkeerd zijn te meenen, dat het bankgeheim zijn ontstaan uitsluitend te danken heeft aan de zucht om belasting te ontduiken- De sanctie op net beroepsgeheim ligt o. m. in art. 272 W. v. Strafrecht. Over het verschoo- ningsrecht van den bankier in civiel- en straf procedures bestaat weinig rechtspraak; de wei nige beslissingen, die er zijn, gaan in de rich ting van niet-erkenning, waartegenover staat, dat gezaghebbende juristen het verschoonings- recht voor den bankier opeischen. In belastingzaken heeft het vraagstuk van het bankgeheim een geheel eigen karakter. De ambtenaren kunnen t. b. v. de controle van de Inkomsten-, de Vermogens-, de Dividend- en Tantième- de Coupon- en de Zegelbelasting in zage van boeken en bescheiden vragen. De vraag is in deze hoever gaat dat inzage recht, m. a. w. welke boeken en bescheiden kunnen zij ter inzage vragen en wat mogen de ambtenaren met de gegevens, die hun daardoor ter kennis komen, uitrichten. Daar is veel over gestreden en geprocedeerd. Over het algemeen is die rechtspraak gunstig voor den fiscus; zij is aangevuld door verschil lende ministerieele resoluties. Spreker kwam tot de conclusie, dat globaal genomen het bankgeheim hier te lande met in achtneming van de belangen van den fiscus, behoorlijk gewaarborgd is. Overgaande tot de behandeling van de vraag, of het wenschelijk is ter bestrijding van belas tingontduiking in de verhoudingen, zooals wij deze thans hier te lande op het punt van het bankgeheim kennen, verandering te brengen, wees spr. er op, dat een algeheele opheffing van het bankgeheim aan het vrije en vertrouwelijke verkeer tusschen bankiers, commissionairs in ef fecten en hun cliënten ernstig afbreuk zal doen. Het publiek zou in de bankiers de voorposten van den fiscus gaan zien. Opheffing van het bankgeheim zal echter ook voor den fiscus derving van inkomsten betee- kenen, doordat men er toe komt de zegelbe lasting en de couponbelasting' te ontduiken of te ontgaan door vlucht naar het buitenland. Vooral de ontduikers in het groot zullen naar het buitenland vluchten, vertrouwd als zij door gaans zijn met het internationale bankverkeer. Dit kan er ook toe leiden, dat de ontduikingen van de successie-belasting grooter worden. Uitvoerig behandelde spr. de nadeelige gevol gen, die de algeheele opheffing van het bankge heim voor onze positie als financieel wereld centrum met zich zal brengen. Het vreemde kapitaal trekt, autarkische stroo mingen ten spijt, het wereldverkeer naar ons toe. Amsterdam dankt er voor een niet gering deel zijn positie als internationaal geldcen- trum aan, terwijl ook de overheid er op indi recte wijze van geprofiteerd heeft bij haar Conversie-politiek. Het bankgeheim heeft voor ons land dus een eigenaardig aspect; moreele overwegingen plei ten ervoor het op te heffen om belastingontdui king tegen te gaan; economische factoren, die aan de directe waarneming van het groote pu bliek ontsnappen, pleiten er voor in deze de grootst mogelijke voorzichtigheid te betrachten. Een logische consequentie van de opheffing van het bankgeheim zou zijn, dat het ook voor de Rijkspostspaarbank en voor de Postcheque- •en Girodienst opgeheven zou moeten worden, daar anders in het bijzonder de kleine spaar der met zfjn geld naar die Rijksinstelingen zou vluchten. Spr. zou willen adviseeren de zaken hier te lande op dit punt te laten, zooals zij thans zijn en het buitenland niet te verontrusten. H. Ms. „Johan Maurits van Nassau", onder bevel van den luitenant ter zee der 1ste klasse W. van den Donker is 8 November te Kolon in Panama aangekomen. Generaal Maurin, die in het Tcabinet- Flandin Pétain als minister van oorlog is opgevolgd Nu de „uitvinding" van Wolvega heel Neder land en misschien ook reeds het buitenland zoo deerlijk heeft teleurgesteld, zou men bang gaan worden wanneer men van nieuwe vindingen en patenten hoort spreken. Thans komt Breda met een uitvinding, ten minste geheel Breda voelt zich één met den uitvinder, zooals Wolvega zich één voelde met Wardenier. Het is de heer de Ceuster, die een patent heeft verkregen voor zijn ruwolie-vergassings- motor. De heer de Ceuster vluchtte tijdens den oor log uit België over de Nederlandsche grens, waarna hij als auto-monteur in dienst trad bij een autoreparateur in Steenbergen. Tien jaren experimenteerde de heer de Ceuster, totdat hij ten slotte het gewenschte re sultaat bereikte. Hij wist enkele personen te interesseeren en zoo werd opgericht de Comm. Venn. Industrieele onderneming „Prabo". De werking van deze nieuwe vinding berust ongeveer op het volgende systeem: De nieuwe ruw-olie carburator verstuift de olie in een voorverwarmingskamer. Deze versto ven olie wordt dan naar de meng- of vergas singskamer gezogen. Hier wordt deze olie dan vergast en met de gewenschte hoeveelheden lucht vermengd. Het mengsel gaat vervolgens naar de droogkamer, waar de nadroging ge schiedt en de brandstof dus ruw-olie-gas- luchtmengsel wordt. Op deze wijze is dus de plotselinge vergas sing geheel komen te vervallen. Hoe wordt nu de verstoven olie verwarmd? De uitlaatgassen worden door de droogkamer gevoerd en via de mengkamer naar de voor verwarmingskamer, vanwaar deze via den nieu wen uitlaat afgevoerd worden. De warmte wordt geregeld door een ther mostaat. De aanzetting geschiedt op de gewo ne wijze met benzine, waarna men op de ruw- olie kan overschakelen. Op deze wijze heeft men dus den petro- leumvergasser door een ruwolievergasser vervangen. De besparing op benzine bedraagt aldus 70 tot 80 procent. Voor dezen nieuwen motor heeft men thans reeds in vfjf landen patent verkregen. Van twaalf landen wordt het nog tegemoet gezien. Het auto-transportwezen wordt thans dus in een nieuwe phase geleid. Het nieuwe beginsel is sedert eenigen tijd toegepast in de autobussen van de lijn Den Bosch—Vught—Voorburg. Alle gewenschte re sultaten zijn hier bereikt. Tenslotte nog enkele cijfers die de groote be sparing van den nieuwen motor kunnen il- lustreeren. Een reis per auto van Breda naar Amster dam kost 35 cent aan ruw-olie. Van Breda naar Groningen v. v. f 2.—. Naar wij vernemen, is te Nijmegen van de zijde van den landraad Eick te Kleef bericht ontvangen, dat de Nijmeegsche ingezetenen, die in verband met den geruchtmakenden Sperrmarken-smokkelhandel tot zware straf fen veroordeeld waren, zoo spoedig mogelijk uit de gevangenis zullen worden ontslagen. Tot leden van de in April j.l. door de Minis- ers van Sociale en van Economische Zaken in- estelde commissie ter beantwoording van de raag in hoeverre en zoo ja met welke middelen an Regeeringswege de oprichting van een fa- riek voor de vervaardiging van buizen voor as- en waterleiding in Nederland kan worden evorderd, zijn bij beschikking van beide Minis- :rs alsnog benoemd de heeren: ir. M. v. d. Horst e Amsterdam, voorzitter der Vereeniging van iasfabrikanten in Nederland en ir. F. F. M. /irtz te Roterdam, lid der vereeniging voor Vaterleidingsbelangen in Nederland. Voorts is tot voorzitter aangewezen de direc- aur van het Rijksbureau voor Drinkwatervoor- iening, terwijl als secretaris aan de commissie 3 toegevoegd de ingenieur bij het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening ir. C. J. C. Smeets. Amsterdam 9 November 1934. Politieke gebeurtenissen hebben het beurs- verioop deze week sterk in ougunstigen zin be ïnvloed. Het bijvoegsel „in or.gunstigen zin" is haast overbodig, omdat het woord politiek bij het publiek reeds bij voorbaat troebele ge dachten opwekt. Op de Parijsche beurs ont stond Maandag j.l. een bijna paniekachtige stemming, toen groote oneenigheid in het mi- nisterie-Doumergue dreigde uit te loopen op een regeeringscrisis. warop men een herhaling vreesde van de Februari-onlusten. Toen enkele dagen later het ministerie werkelijk zijn parle mentairen nek brak over politieke intriges, waarin groeps- en particuliere belangen een zeer onfrlssche rol speelden, had de financieele wereld ondertusschen haar evenwicht weer her kregen en werden deze gebeurtenissen met onbegrijpelijke kalmte opgenomen. Deze kalmte is alleen te verklaren uit het feit, dat de zoo gevreesde onlusten althans voorloopig zijn uitgebleven en dat men verwacht, dat bin nen enkele uren weer nieuwe ministers de nog warme zetels van hun voorgangers zullen in nemen. Dit alles neemt echter niet weg. dat wij de binnenlandsche politieke situatie in Frankrijk alsnog zeer somber inzien. Men ziet hier de meest denkbare verwording van het parlementaristisehe systeem, waar regeeringen zich kwartaalsgewfize opvolgen, waar alle con tinuïteit in de leiding ontbreekt en waar dus constructieve arbeid bij voorbaat is uitgeslo ten. in Doumergue had men een sterke figuur gevonden, die het land in Februari van een chaos redde, die een politieken Godsvrede heeft weten te bewerkstelligen en die nu door mid del van een grondwetsherziening fundamen- teele en hoogst noodzakelijke wijzigingen in de parlementaire verhoudingen wilde aanbren gen. Hij is helaas ontijdig gedwongen zijn on- bouwenden arbeid te staken, nu de radicaal- socialistische partij hem in den steek heeft ge laten en zijn ministerie niet meer kon reke nen op een meerderheid in het parlement. Frankrijk is reeds aan zijn derde ministerie in 1934 en als de voorteekenen niet bedriegen, zal voor het einde van het jaar het half dozijn wel worden volgemaakt, hoewel het nieuwe ministerie-Flandin in principe den po'itieken Godsvrede handhaaft. Ook op het gebied der internationale politiek zijn de tegenstellingen verscherpt, door den toestand in het Ssarge- bied, waar de gemoederen tot een bedenkelijk fanatisme worden opgezweept. De dagbladen staan vol van beschouwingen over nationaal- socialistische staatsgrepen en Fransche mili taire interventies, hoewel zij den vrede van het land hiermede geen dienst bewijzen. Onder dezen politieken storm bewogen op het Damrak de koersen zich op onregelmatige wijze, zonder dat het publiek op noemenswaar dige wijze zich met deze aangelegenheid be moeide. De koersfluctuaties aan de Parijsche beurs kwamen hier het best tot uiting in aan- deelen Koninklijke Olie, welke na een koers verlies van bijna 7 punten zich op het einoe der week gedeeltelijk konden herstellen. De speculatie en arbitrage brachten hier het noo dige leven in de brouwerij. Wij gelooven niet. dat de fantastische verhalen uit Wolvega over brandstoflooze motoren eenigen invloed op het koersverloop hebben gehad. Philipslampen hadden aanvankelijk ook van de algemeene gedrukte stemming te lijden, maar ten slotte werd het koersverschil geheel in gehaald op de zeer gunstige cijfers betreffende den uitvoer van radio-artikelen en gloeilampen in de maand October. In deze periode werd voor ruim 6 millioen gulden aan radio-artike len uitgevoerd. We moeten teruggaan tot Ja nuari 1931 om een dergelijk gunstig cijfer terug te vinden. Als men hierbij in aanmerking neemt, dat de prijzen in de laatste jaren sterk gedaald zijn, dan moeten de omzetten momen teel een recordaantal hebben bereikt. In Aku's is geen handel van beteekenis. De uitvoer van kunstzijde-garens is niet bevredi gend en liep in October zoowel in hoeveelheid als in waarde terug. Amerikanen waren hier in overeenstemming met Wallstreet een fractie tot een punt beter. De animo van het publiek is ook hier echter Op de cultuuraf deeling verkeeren suiker - waarden in een meest deplorabeien toestand. De handel in H V. A.'s ligt vrijwel geheel stil. Op de rubbermarkt is de rust teruggekeerd, nu de Engelsche en Nederlandsche belangen tot overeenstemming zijn gekomen en het restric tiepercentage voor het eerste kwartaal van 1935 hebben bepaald op 25 pet. De makelaars Symington Wilson berekenen de wereldpro ductie in dit tijdsbestek op 317.000 ton. Jij nemen aan, dat het verbruik zich zal hand haven op het niveau van 1934, waardoor de voorraden in deze periode met 40.000 ton zul len dalen. Deze gunstige perspectieven werden verdisconteerd in betere koersen voor rubber- aandeelen. Bepaald flauw waren tabakken, waar de verliezen niet tot enkele punten bleven be- parkt. Over den komenden oogst der Sertem- bah gaan zeer gunstige berichten, welke echter nauwelijks in den koers tot uiting komen. Heden verscheen het prospectus der nieuw ste Nederlandsclr-Indische consolidatie-lee- ning, en kan het publiek kennis nemen van de voorwaarden, waarop het 50 millioen van haar vrijliggende dubbeltjes aan de Indische regeering kan toevertrouwen- Honderdmillioen is reeds bij Rijksinstellingen geplaatst. De rente bedraagt 4 pet., de koers van uitgifte is a pari, rente en aflossingen worden volledig aoor het Koninkrijk der Nederlanden gegaran deerd, terwijl de fiscus achter het net vischt, doordat de leening vrijgesteld wordt van cou ponbelasting. Voor het slot hebben wij nog de verheugende mededeeling bewaard voor houders van afge loste Duitsche obligaties, die wij kunnen be richten, aat momenteel onderhandelingen ge voerd worden om hun onhoudbare positie eenigszins te verbeteren. Zij hebben stukken, die niet meer verhandelbaar zijn en naar het voor hen gestorte bedrag bij de „Konverslons- kasse" mogen zij wel kijken, maar niet aan komen, terwijl zij ook van iedere rentevergoe ding verstoken blijven. Dezen zwaar-gedupeer- den hopen wij spoedig nadere berichten te kunnen verstrekken, zonder dat wij hen nu reeds met een dood muschje willen blijmaken. Slotkoersen 4% Nederland 1934 4% Ned. Indië 1934 A 3 H pet Engeland 5% pet. Youngl. m. verklaring A K Ned. Ford Philips Unilever .- Ned. Scheepv. Unie Koninkl Olie Redjang Lebong Amsterd. Rubber H V A Deli Mij Senembah Beth Steel U 8. Stee) Anaconda Intern. Nickel 2 Nov. 9 Nov. Prolongatie 10U4 100% 24 H 33*/* 211 214V* 72% 29% 141% 174 59% 152 li 7 H 1244/s 15% ïy/h, 14 v 7.367/g 1.47 59.47. 1 pCt. IOU4 100% 00 V. 227/8 32"/8 219 2144 71*/* 30 1374* 1*6 8.1/8 146 ilO 120 16¥. 20Vs 6°4 14% 7.37Vi 1.477/g oy 43 1 pCr. (Ingezonden door de Spaame-Bank N. V, Amsterdam)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 7