Begrooting Buitenlandsche Zaken
Het Bankgeheim
m
Nieuwe uitvinding
Uit de gevangenis
MINISTER DE GRAEFF
ANTWOORDT
Wekelijksch beurs-
overzicht
ZONDAG 11 NOVEMBER 1934
Verhouding tot België
De G.-G. ontvangt de
,Uiver"-bemanning
Jurisprudentie gunstig
voor den fiscus?
Ruwolie-vergassings-
motor
Na twee iaar van ingrijpende be
zuiniging kan niet opnieuw
een groote vermindering
worden verwacht
Bezuinigiug
Ernst wordt ingezien
Jhr. de Graeff
Persdienst
Uiting van minister Baldwin
Geval-Spansier
Particuliere wapenfabricage
„Reëel, nuttig, groot werk, waar-
voor men u terecht dankbaar
moet zijn"
Koopt een „Uiver"-speld
ONTSLAG AAN HUWENDE
ONDERWIJZERES
Amendement tot instelling van het
recht van beroep
WAARDEERING VAN ITALIË
Onderscheidingen verleend
Moreele overwegingen pleiten voor
opheffing, terwijl economische
factoren tot voorzichtig
heid manen
Nadeelifje gevolgen
Twee zijden der medaille
Onze oorlogsbodems in den
vreemde
De Saarcommissle heeft te Rome vergaderd in het paleis Chigi
Op den weg naar vervolmaking
van het transportwezen?
De wegens S per r mar hen-smokkel
veroordeelde Nijmegenaars
spoedig vrij?
BUIZEN VOOR GAS-
WATERLEIDING
EN
Commissie inzake vervaardiging
er van in Nederland
Ontleend is aan de Memorie van Antwoord
op het voorloopig verslag der Tweede Kamer
van hoofdstuk III (Buitenlandsche Zaken) der
Rijksbegrooting:
De Troonrede bevatte dit jaar niet de mede-
deeling, dat de verhouding van ons land met
andere Mogendheden van zeer vriendschappe-
lijken aard is, omdat in een Staatsstuk, waarin
de nadruk moest vallen op de groote verande
ringen, die zich op zoo menig terrein in onze
dagen voortdurend voltrekken, en waarin,
helaas, het accent moest worden gelegd op de
nooden waaraan het land het hoofd heeft te
bieden, een stereotype uiting, dat de betrek
kingen met vreemde Mogendheden van zeer
vriendschappelijken aard zijn, uit den toon
zou vallen.
De Regeering grijpt intusschen gaarne de
door het Voorloopig Verslag geboden gelegen
heid aan om te verklaren, dat die betrekkingen
inderdaad van den meest vriendschappelijken
Bard zijn.
De Minister kan de klacht niet aanvaarden
dat hij tegenover de Staten-Generaal zoo wei
nig mededeelzaamheid toont. Hij acht die
klacht even ongegrond als onverdiend, en moge
er op wijzen, dat met name het uitblijven van
de vroeger gedurende een aantal jaren gepu
bliceerde Oranjeboeken haar geenszins wettigt.
Raadpleging van die jaarlijksche Oranjeboeken
zal doen zien, dat politieke zaken daarin, al
thans in vredestijd, slechts een zeer geringe
plaats innamen.
Het behoeft wel nauwelijks be
toog, dat ten aanzien van een be
grooting met een betrekkelijk zoo
gering totaal-cijfer, en waarop zoo
vele lasten voorkomen, welke deels
niet verminderd kunnen worden zon
der onze internationale bewerktui
ging ten zeerste te schaden, ander
deels gelijk b.v. de uitgaven voor
den Volkenbond niet van Ne
derland alleen afhangen, na twee
jaar van ingrijpende bezuiniging niet
opnieuw groote vermindering kan
worden verwacht.
De Regeering deelt de zienswijze, dat Ne
derland in samenwerking met andere landen,
die daarvoor het meest in aanmerking komen,
het daarheen moet trachten te leiden, dat de
Ontwapeningsconferentie, ondanks de ongun
stige vooruitzichten, alsnog tot eenig positief
resultaat moge voeren. In die richting is Ne
derland dan ook te Genève werkzaam geweest.
De Minister heeft verder zonder voorbe
houd te kennen gegeven, bereid te zijn tot
volledige medewerking, ten einde tot heil
van beide landen met België op aanneme-
lijken grondslag tot overeenstemming te
komen. Het verwijt, dat de Minister den
ernst van deze zaak niet voldoende zon in
zien, wordt door hem dan ook met beslist
heid afgewezen.
Inderdaad is in een vorige periode, toen van
de zijde van de Belgische Regeering de mede
werking van de Nederlandsche Regeering werd
gevraagd, voor den bouw van een tweede sluis
bij Terneuzen, dezerzijds als gedeeltelijke, mo
gelijke compensatie daarvoor genoemd de weg
neming van den „stop van Lixhe". De gedach-
tengang daarbij was, dat de Nederlandsche Re
geering bereid was aan de begrijpelijke ver
langens van Gent tegemoet te komen, omdat zij
van een territoriale situatie geen beletsel wil
maken voor de vervulling van Belgische wen-
echen, waarvan zij de redelijkheid ten volle kan
erkennen, maar dat zij dan ook aan België de
blijken van een overeenkomstige gezindheid
mocht vragen door aan te dringen op de ophef
fing van een op Belgisch territoir gelegen be
lemmering van de scheepvaart naar en over
Nederlandsch gebied, een belemmering, waar
van de beteekenis voor Nederland overigens
niet mog worden overschat, waarbij bovendien
nog in aanmerking dient te worden genomen,
dat opheffing van den bewusten „stop''' ook
Belgische belangen ten goede zou komen.
Met betrekking tot de vraag, door sommige
leden gesteld, of naar het inzicht der Regee
ring thans niet de tijd gekomen is om de Unie
van Socialistische Sovjet-republieken de jure
te erkennen, kan de Regeering in genoemde
toelating en de geleidelijke erkenning van Sov
jet Rusland door de meeste Staten geen aan
leiding vinden haar tot dusver ter zake in
genomen standpunt te herzien.
De minister is van oordeel, dat een actief
consulair corps ongetwijfeld tot vermeerdering
van den afzet onzer producten zal kunnen bij
dragen.
De Minister is evenals eenige andere leden
Van oordeel, dat het wenschelijk zoude zijn,
dat de Nederlandsche vertegenwoordigers in
het buitenland met het oog op de economische
zijde van hun taak meer dan thans worden bij
ges.aan door handelsattaché's, mits deze aan
jhooge eischen van bekwaamheid voldoen.
Deze dienst, sedert 1 Januari in werking,
heeft van meet af zijn aandacht gewijd aan
het probleem der rechtzetting van onjuiste be
richten over Nederland en Nederlandsch-Indië
in de buitenlandsche pers. Hij gaat bij zijn
pogingen om een juiste berichtgeving te be
vorderen zoowel preventief, n.l. door tijdige
beschikbaarstelling van nieuwsmateriaal aan
vertegenwoordigers van buitenlandsche bladen
en persagentschappen, als repressief, n.l. door
verspreiding van rectificaties langs de daartoe
meest geschikte kanalen, te werk. Tot de pre
ventieve wegen behoort mede de behartiging
van in- en voorlichting van de bipnenlandsche
pers, die een voorname bron van informatie
voor de buitenlandsche vormt.
Een en ander is een werk van stelselmatigen
opbouw, dat zorgvuldige oriëntatie en voorbe
reiding vereischt.
Uit het voorafgaande moge blijken, dat de
activiteit van den dienst niet aan het getal
der tegenspraken van onjuiste berichten ge
meten kan worden. De berichten in de Japan-
sche pers met betrekking tot de te Batavia ge
voerde handelsbesprekingen, in het voorloopig
verslag vermeld, hebben de volle aandacht
van den persdienst gehad; deze heeft, voor
zoover dit van hier uit mogelijk was, gedaan
wat in de gegeven omstandigheden verant
woord kon worden geacht.
Dat de Regeering, gelijk gesuggereerd wordt,
meer van den persdienst gebruik zou kunnen
maken, teneinde het publiek over bepaalde za
ken in te lichten, kan worden toegegeven. Het
strekt tot voldoening, dat naarmate deze nieu
we mogelijkheid van contact met de pers on
derkend wordt, het gebruik van den pers
dienst langs den weg eener natuurlijke ont
wikkeling toeneemt.
De achterstelling van de Nederlandsche
schippers bij de bevrachting te Duisburg heeft
aanleiding gegeven tot overleg tusschen de Ne
derlandsche en Duitsche belangengroepen, met
medeweten van de Nederlandsche Regeering.
De verwachting bestaat, dat dit overleg bin
nen een niet al te lang tijdsverloop tot bevre
digend resultaat zal leiden.
Naar aanleiding van de vraag of het juist
is, dat van Nederlandsche zijde met Britsche
vlootautoritet.en besprekingen, Nederlandsch-
Indië betreffende, zijn gehouden, wenscht de
Minister uitdrukkelijk te verklaren, dat zoo
danige besprekingen niet hebben plaats ge
vonden.
1
Het bericht, dat de Britsche Regeering zoude
overwegen de beschikking te trachten te verkrij
gen van vliegvelden aan Nederlands Oostgrens,
is te beschouwen als een van de vele geruch
ten, welke naar aanleiding van het bezoek van
den Chef van den Franschen Generalen Saf
aan Londen, omstreeks het einde der maand
Juni 1934 in de pers tot uiting zijn gekomen
en later weder zijn tegengesproken.
De Minister kan er overigens slechts op
wijzen, dat de onderstelling, dat over Ne
derlandsch grondgebied beschikt zou kun
nen worden voor de verdediging van een
anderen Staat, in die mate in strijd komt
met de ook in Engeland voldoende beken
de traditioneele zelfstandigheidspolitiek der
Nederlandsche Regeering, dat zij moeilijk
au sérieux kan worden genomen. Met het
oog hierop, heeft de Nederlandsche Regee
ring het dan ook niet noodig of nuttig
geacht de Britsche Regeering te verzoe
ken eenige opheldering ter zake van de
verklaring van den heer Baldwin te ver
schaffen.
Het geval Spansier heeft van den aanvang
af de volle aandacht van den minister gehad
en talrijk zijn de démarches, welke Hr. MS.
Gezant te Berlijn in deze zaak heeft onderno
men. Nadat het vonnis gewezen was, heeft de
Minister het voor Spansier ingediend gratie
verzoek door den Gezant doen ondersteunen
en heeft hij bij herhaling op overlegging van
het vonnis aangedrongen, dit laatste voorloo
pig zonder resultaat, omdat de op schriftstel
ling met motiveering van het mondeling uit
gesproken vonnis blijkbaar nog niet gereed
was.
De strekking van een op de Ontwapenings
conferentie voorgestelde regeling is niet om te
komen tot volledige afschaffing van de parti
culiere wapenfabricage, doch gaat uit van de
gedachte, dat de Staten verantwoordelijk zijn
voor de fabricage van wapenen en oorlogsma
teriaal, welke op hun grondgebied, hetzij van
Staatswege, hetzij door particulieren, plaats
heeft. De Staten zullen derhalve hebben te
zorgen, dat geen oorlogsmateriaal wordt ver
vaardigd, waarvan het gebruik verboden is, en
zullen er voor moeten waken, dat niet door de
vervaardiging op hun gebied de kwantitatieve
grenzen, welke in het Ontwapeningsverdir.g
zullen worden neergelegd, worden overschreden.
roep op grond van haar kostwinnerschap toe
te kennen op Ged. Staten of de Commissie
van Beroep.
Een in het kader van het amendement nood
zakelijke afwijking van thans geldende wacht
geldregelingen wordt mede voorgesteld.
BUITENZORG, 10 Nov. (Aneta) Heden
morgen is de bemanning van de „Uiver" dooi
den Gouverneur-Generaal in audiëntie ontvan
gen, mede in tegenwoordigheid van mevrouw
De Jonge.
Verder waren vele autoriteiten aanwezig.
De Gouverneur-Generaal sprak als volgt de
bemanning toe: „Vergun mij, alvorens zij de
groote reis naar het vaderland weer aanvaar
den, een paar woorden te zeggen tot de leden
van de bemanning van de „Uiver", die wij het
voorrecht hebben op het oogenblik in ons mid
den te zien.
Ik stel die reis op den voorgrond, omdat ik
niet in de eerste plaats huldebetuigingen wil
uitspreken ge weet langzamerhand hoe men
over uwe schitterende prestatie denkt maar
u een behouden thuiskomst wil toewenschen
na de emotie, die gij doorstaan hebt en met
voor u een toch nog altijd inspannende en
vermoeiende reis, die op zichelf reeds een heele
prestatie is.
Ik doe dat te eer, omdat gij zelf zoo juist
en zoosvmpathiek uw vlucht met de „Civer"
kenschetst als alleen maar iets snel'er en iets
verder dan hetgeen regelmatig op de lijn Hol
landIndië geschiedt.
Dat gij in dit geval deelnaamt aan een wed
strijd en daarbij anderen de baas zijt geweest,
verandert de zaak in wezen niet; misschien zou
het in de wereld er beter uitzien als wij niet
zooveel waarde hechtten aan een overwinning
over anderen.
Be kan uw prestatie dan ook niet losmaken
van het schiterende werk, dat nu al twee jaren
lang regelmatig door de K. L. M. is gedaan.
Wat dit werk voor Indië beteekent, is niet met
een paar woorden te zeggen.
Denk eens aan het zoo noodige nauwe con
tact, vooral in deze tijden, tusschen de Ned.-
Tndische Regeering en het Opperbestuur; aan
de eischen, die handel en nijverheid stellen,
aan familiebanden, waarop de afstand soms
zoo pijnlijk inwerkt, wat lijkt die afstand nu
minder groot nu een brief niet meer een
maand heen en een maand terug vereischt.
Dat alles is ook uw werk; reëel, nuttig,
groot werk, waarvoor men u terecht dankbaar
moet zijn.
Toch kan ik een woord van zeer persoonlijke
hulde niet achterwege laten. De nacht van
Albury geeft u daarop ten volle aanspraak.
Wat gij daar hebt getoond ging verre uit boven
correcte dienstverrichting, deskundige behande
ling of sportieve prestatie; het was meester
schap, niet alleen van inzicht en bekwaamheid,
maar ook van karakter en geestesgesteldheid.
Hierbij mag nationale trots worden gevoeld.
Onze vliegers geven daartoe in het algemeen
gereede aanleiding, maar thans spant gij de
kroon.
Hulde, driewerf hulde!"
Nadat nog een half uur in gezellig samen
zijn was doorgebracht, begaven de vliegers en
autoriteiten zich naar de soc'ëteit om daar de
lunch te gebruiken, waarbij wederom vele
speeches werden afgestoken.
De stichting „Nationaal Luchtvaartfonds"
roept in een manifest aan al onze landgenoo-
ten op tot het kopen van een „Uiver"-speld.
Deze speld heeft als embleem den gevleugel-
den Nederlandschen leeuw en wordt gemaakt
door 's Rijks Munt.
De kosten bedragen 35 cent.
Bij de distributie verleenen de Bataafsche
Import Maatschappij en de Ned. Bond van
Sigarenwinkeliersvereenigingen welwillend de
medewerking van hun over het geheele land
vertegenwoordigde organisaties.
De bedoeling is, dat ieder Nederlander op
21 November deze speld zal dragen.
De heeren Suring, van Dijken en Tilanus
hebben op het ontwerp tot wijziging van de
artikelen 38, 56 en 97 der L. O. wet een amen
dement ingediend, waarvan de toelichting als
volgt luidt:
Het amendement beoogt van het wetsont
werp geen principieele wijziging. Immers zal
door het tot wet worden van het ontwerp een
huwende onderwijzeres moeten worden ontsla
gen en geen gehuwde onderwijzeres mogen
worden benoemd, waardoor er na verloop van
tijd geen gehuwde onderwijzeres meer in de
school werkzaam zal zijn. De voorstellers mee-
nen echter, dat, met het oog op de noodzakelij
ke werkverruiming bij het onderwijs voor on
derwijzers en voor onderwijzeressen, die zelf in
haar levensonderhoud moeten voorzien, de tijd,
gedurende welken nog gehuwde onderwijzeres
sen werkzaam kunnen zijn, zoo kort mogelijk
moet worden gesteld.
Ten einde het bezwaar te ontgaan, dat aan
den Minister van Onderwijs een naar diens mee
ning te ruime arbitraire bevoegdheid zou wor
den gegeven, wordt voorgesteld, aan de ont
slagen gehuwde onderwijzeressen recht van be'
Naar wij vernemen, heeft de Italiaansche
Regeering, in verband met de tot standkoming
van een bijzonderen Italiaanschen leerstoel
aan de Rijksuniversiteit te Utrecht de heeren
mr. H. J. Smidt, referendaris bij het Depar
tement van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen en mr. B. J. L. baron de Geer van
Jutphaas, secretaris van het college van cura
toren der Rijksuniversiteit te Utrecht benoemd
tot officier in de Kroonorde van Italië. Mr. S.
K. D. M. van Lier, notaris te 'sGravenhage is
benoemd tot ridder in deze orde.
De Italiaansche gezant, de heer M. F. Talia-
ni, heeft een dezer dagen bij gelegenheid van
een- déjeuner, dat hij dezen heeren in de lega
tie heeft aangeboden en waarbij tevens de bij
zonder hoogleeraar R. Guarnieri tegenwoordig
was, de versierselen, aan deze onderscheiding
verbonden, overhandigd.
Voor de leden van de Vereeniging van Ambte
naren der Registratie en Domeinen heeft mr. dr.
E. Tekenbroek, advocaat en accountant te
's-Gravenhage Zaterdagmiddag in een der zalen
van „Krasnapolsky" te Amsterdam een lezing
gehouden over de vraag of de opheffing van het
bankgeheim al of niet wenschelijk is.
Spreker begon met er op te wijzen, dat, ge
lijk elk beroepsgeheim ook het bankgeheim zijn
ontstaan dankt aan het vertrouwelijke karak
ter van het bankiersvak. Op den bankier rust
zonder twijfel de civielrechtelijke verplichting
tot geheimhouding van hetgeen hij in zijn be
roep verneemt omtrent de vermogenspositie,
etc. van zijn clienten.
Het zou verkeerd zijn te meenen, dat het
bankgeheim zijn ontstaan uitsluitend te danken
heeft aan de zucht om belasting te ontduiken-
De sanctie op net beroepsgeheim ligt o. m. in
art. 272 W. v. Strafrecht. Over het verschoo-
ningsrecht van den bankier in civiel- en straf
procedures bestaat weinig rechtspraak; de wei
nige beslissingen, die er zijn, gaan in de rich
ting van niet-erkenning, waartegenover staat,
dat gezaghebbende juristen het verschoonings-
recht voor den bankier opeischen.
In belastingzaken heeft het vraagstuk van
het bankgeheim een geheel eigen karakter. De
ambtenaren kunnen t. b. v. de controle van de
Inkomsten-, de Vermogens-, de Dividend- en
Tantième- de Coupon- en de Zegelbelasting in
zage van boeken en bescheiden vragen.
De vraag is in deze hoever gaat dat inzage
recht, m. a. w. welke boeken en bescheiden
kunnen zij ter inzage vragen en wat mogen de
ambtenaren met de gegevens, die hun daardoor
ter kennis komen, uitrichten. Daar is veel over
gestreden en geprocedeerd.
Over het algemeen is die rechtspraak gunstig
voor den fiscus; zij is aangevuld door verschil
lende ministerieele resoluties.
Spreker kwam tot de conclusie, dat globaal
genomen het bankgeheim hier te lande met in
achtneming van de belangen van den fiscus,
behoorlijk gewaarborgd is.
Overgaande tot de behandeling van de vraag,
of het wenschelijk is ter bestrijding van belas
tingontduiking in de verhoudingen, zooals wij
deze thans hier te lande op het punt van het
bankgeheim kennen, verandering te brengen,
wees spr. er op, dat een algeheele opheffing van
het bankgeheim aan het vrije en vertrouwelijke
verkeer tusschen bankiers, commissionairs in ef
fecten en hun cliënten ernstig afbreuk zal doen.
Het publiek zou in de bankiers de voorposten
van den fiscus gaan zien.
Opheffing van het bankgeheim zal echter ook
voor den fiscus derving van inkomsten betee-
kenen, doordat men er toe komt de zegelbe
lasting en de couponbelasting' te ontduiken of
te ontgaan door vlucht naar het buitenland.
Vooral de ontduikers in het groot zullen naar
het buitenland vluchten, vertrouwd als zij door
gaans zijn met het internationale bankverkeer.
Dit kan er ook toe leiden, dat de ontduikingen
van de successie-belasting grooter worden.
Uitvoerig behandelde spr. de nadeelige gevol
gen, die de algeheele opheffing van het bankge
heim voor onze positie als financieel wereld
centrum met zich zal brengen.
Het vreemde kapitaal trekt, autarkische stroo
mingen ten spijt, het wereldverkeer naar ons
toe. Amsterdam dankt er voor een niet gering
deel zijn positie als internationaal geldcen-
trum aan, terwijl ook de overheid er op indi
recte wijze van geprofiteerd heeft bij haar
Conversie-politiek.
Het bankgeheim heeft voor ons land dus een
eigenaardig aspect; moreele overwegingen plei
ten ervoor het op te heffen om belastingontdui
king tegen te gaan; economische factoren, die
aan de directe waarneming van het groote pu
bliek ontsnappen, pleiten er voor in deze de
grootst mogelijke voorzichtigheid te betrachten.
Een logische consequentie van de opheffing
van het bankgeheim zou zijn, dat het ook voor
de Rijkspostspaarbank en voor de Postcheque-
•en Girodienst opgeheven zou moeten worden,
daar anders in het bijzonder de kleine spaar
der met zfjn geld naar die Rijksinstelingen zou
vluchten.
Spr. zou willen adviseeren de zaken hier te
lande op dit punt te laten, zooals zij thans zijn
en het buitenland niet te verontrusten.
H. Ms. „Johan Maurits van Nassau", onder
bevel van den luitenant ter zee der 1ste klasse
W. van den Donker is 8 November te Kolon
in Panama aangekomen.
Generaal Maurin, die in het Tcabinet-
Flandin Pétain als minister van oorlog
is opgevolgd
Nu de „uitvinding" van Wolvega heel Neder
land en misschien ook reeds het buitenland zoo
deerlijk heeft teleurgesteld, zou men bang gaan
worden wanneer men van nieuwe vindingen en
patenten hoort spreken.
Thans komt Breda met een uitvinding, ten
minste geheel Breda voelt zich één met den
uitvinder, zooals Wolvega zich één voelde met
Wardenier.
Het is de heer de Ceuster, die een patent
heeft verkregen voor zijn ruwolie-vergassings-
motor.
De heer de Ceuster vluchtte tijdens den oor
log uit België over de Nederlandsche grens,
waarna hij als auto-monteur in dienst trad bij
een autoreparateur in Steenbergen.
Tien jaren experimenteerde de heer de
Ceuster, totdat hij ten slotte het gewenschte re
sultaat bereikte.
Hij wist enkele personen te interesseeren en
zoo werd opgericht de Comm. Venn. Industrieele
onderneming „Prabo".
De werking van deze nieuwe vinding berust
ongeveer op het volgende systeem:
De nieuwe ruw-olie carburator verstuift de
olie in een voorverwarmingskamer. Deze versto
ven olie wordt dan naar de meng- of vergas
singskamer gezogen. Hier wordt deze olie dan
vergast en met de gewenschte hoeveelheden
lucht vermengd. Het mengsel gaat vervolgens
naar de droogkamer, waar de nadroging ge
schiedt en de brandstof dus ruw-olie-gas-
luchtmengsel wordt.
Op deze wijze is dus de plotselinge vergas
sing geheel komen te vervallen.
Hoe wordt nu de verstoven olie verwarmd?
De uitlaatgassen worden door de droogkamer
gevoerd en via de mengkamer naar de voor
verwarmingskamer, vanwaar deze via den nieu
wen uitlaat afgevoerd worden.
De warmte wordt geregeld door een ther
mostaat. De aanzetting geschiedt op de gewo
ne wijze met benzine, waarna men op de ruw-
olie kan overschakelen.
Op deze wijze heeft men dus den petro-
leumvergasser door een ruwolievergasser
vervangen. De besparing op benzine bedraagt
aldus 70 tot 80 procent.
Voor dezen nieuwen motor heeft men
thans reeds in vfjf landen patent verkregen.
Van twaalf landen wordt het nog tegemoet
gezien. Het auto-transportwezen wordt thans
dus in een nieuwe phase geleid.
Het nieuwe beginsel is sedert eenigen tijd
toegepast in de autobussen van de lijn Den
Bosch—Vught—Voorburg. Alle gewenschte re
sultaten zijn hier bereikt.
Tenslotte nog enkele cijfers die de groote be
sparing van den nieuwen motor kunnen il-
lustreeren.
Een reis per auto van Breda naar Amster
dam kost 35 cent aan ruw-olie.
Van Breda naar Groningen v. v. f 2.—.
Naar wij vernemen, is te Nijmegen van de
zijde van den landraad Eick te Kleef bericht
ontvangen, dat de Nijmeegsche ingezetenen,
die in verband met den geruchtmakenden
Sperrmarken-smokkelhandel tot zware straf
fen veroordeeld waren, zoo spoedig mogelijk uit
de gevangenis zullen worden ontslagen.
Tot leden van de in April j.l. door de Minis-
ers van Sociale en van Economische Zaken in-
estelde commissie ter beantwoording van de
raag in hoeverre en zoo ja met welke middelen
an Regeeringswege de oprichting van een fa-
riek voor de vervaardiging van buizen voor
as- en waterleiding in Nederland kan worden
evorderd, zijn bij beschikking van beide Minis-
:rs alsnog benoemd de heeren: ir. M. v. d. Horst
e Amsterdam, voorzitter der Vereeniging van
iasfabrikanten in Nederland en ir. F. F. M.
/irtz te Roterdam, lid der vereeniging voor
Vaterleidingsbelangen in Nederland.
Voorts is tot voorzitter aangewezen de direc-
aur van het Rijksbureau voor Drinkwatervoor-
iening, terwijl als secretaris aan de commissie
3 toegevoegd de ingenieur bij het Rijksbureau
voor Drinkwatervoorziening ir. C. J. C. Smeets.
Amsterdam 9 November 1934.
Politieke gebeurtenissen hebben het beurs-
verioop deze week sterk in ougunstigen zin be
ïnvloed. Het bijvoegsel „in or.gunstigen zin" is
haast overbodig, omdat het woord politiek bij
het publiek reeds bij voorbaat troebele ge
dachten opwekt. Op de Parijsche beurs ont
stond Maandag j.l. een bijna paniekachtige
stemming, toen groote oneenigheid in het mi-
nisterie-Doumergue dreigde uit te loopen op
een regeeringscrisis. warop men een herhaling
vreesde van de Februari-onlusten. Toen enkele
dagen later het ministerie werkelijk zijn parle
mentairen nek brak over politieke intriges,
waarin groeps- en particuliere belangen een
zeer onfrlssche rol speelden, had de financieele
wereld ondertusschen haar evenwicht weer her
kregen en werden deze gebeurtenissen met
onbegrijpelijke kalmte opgenomen. Deze
kalmte is alleen te verklaren uit het feit, dat
de zoo gevreesde onlusten althans voorloopig
zijn uitgebleven en dat men verwacht, dat bin
nen enkele uren weer nieuwe ministers de nog
warme zetels van hun voorgangers zullen in
nemen. Dit alles neemt echter niet weg. dat
wij de binnenlandsche politieke situatie in
Frankrijk alsnog zeer somber inzien. Men ziet
hier de meest denkbare verwording van het
parlementaristisehe systeem, waar regeeringen
zich kwartaalsgewfize opvolgen, waar alle con
tinuïteit in de leiding ontbreekt en waar dus
constructieve arbeid bij voorbaat is uitgeslo
ten. in Doumergue had men een sterke figuur
gevonden, die het land in Februari van een
chaos redde, die een politieken Godsvrede heeft
weten te bewerkstelligen en die nu door mid
del van een grondwetsherziening fundamen-
teele en hoogst noodzakelijke wijzigingen in
de parlementaire verhoudingen wilde aanbren
gen. Hij is helaas ontijdig gedwongen zijn on-
bouwenden arbeid te staken, nu de radicaal-
socialistische partij hem in den steek heeft ge
laten en zijn ministerie niet meer kon reke
nen op een meerderheid in het parlement.
Frankrijk is reeds aan zijn derde ministerie in
1934 en als de voorteekenen niet bedriegen, zal
voor het einde van het jaar het half dozijn
wel worden volgemaakt, hoewel het nieuwe
ministerie-Flandin in principe den po'itieken
Godsvrede handhaaft. Ook op het gebied der
internationale politiek zijn de tegenstellingen
verscherpt, door den toestand in het Ssarge-
bied, waar de gemoederen tot een bedenkelijk
fanatisme worden opgezweept. De dagbladen
staan vol van beschouwingen over nationaal-
socialistische staatsgrepen en Fransche mili
taire interventies, hoewel zij den vrede van
het land hiermede geen dienst bewijzen.
Onder dezen politieken storm bewogen op
het Damrak de koersen zich op onregelmatige
wijze, zonder dat het publiek op noemenswaar
dige wijze zich met deze aangelegenheid be
moeide. De koersfluctuaties aan de Parijsche
beurs kwamen hier het best tot uiting in aan-
deelen Koninklijke Olie, welke na een koers
verlies van bijna 7 punten zich op het einoe
der week gedeeltelijk konden herstellen. De
speculatie en arbitrage brachten hier het noo
dige leven in de brouwerij. Wij gelooven niet.
dat de fantastische verhalen uit Wolvega over
brandstoflooze motoren eenigen invloed op het
koersverloop hebben gehad.
Philipslampen hadden aanvankelijk ook van
de algemeene gedrukte stemming te lijden, maar
ten slotte werd het koersverschil geheel in
gehaald op de zeer gunstige cijfers betreffende
den uitvoer van radio-artikelen en gloeilampen
in de maand October. In deze periode werd
voor ruim 6 millioen gulden aan radio-artike
len uitgevoerd. We moeten teruggaan tot Ja
nuari 1931 om een dergelijk gunstig cijfer
terug te vinden. Als men hierbij in aanmerking
neemt, dat de prijzen in de laatste jaren sterk
gedaald zijn, dan moeten de omzetten momen
teel een recordaantal hebben bereikt.
In Aku's is geen handel van beteekenis. De
uitvoer van kunstzijde-garens is niet bevredi
gend en liep in October zoowel in hoeveelheid
als in waarde terug.
Amerikanen waren hier in overeenstemming
met Wallstreet een fractie tot een punt beter.
De animo van het publiek is ook hier echter
Op de cultuuraf deeling verkeeren suiker -
waarden in een meest deplorabeien toestand.
De handel in H V. A.'s ligt vrijwel geheel stil.
Op de rubbermarkt is de rust teruggekeerd,
nu de Engelsche en Nederlandsche belangen tot
overeenstemming zijn gekomen en het restric
tiepercentage voor het eerste kwartaal van 1935
hebben bepaald op 25 pet. De makelaars
Symington Wilson berekenen de wereldpro
ductie in dit tijdsbestek op 317.000 ton. Jij
nemen aan, dat het verbruik zich zal hand
haven op het niveau van 1934, waardoor de
voorraden in deze periode met 40.000 ton zul
len dalen. Deze gunstige perspectieven werden
verdisconteerd in betere koersen voor rubber-
aandeelen.
Bepaald flauw waren tabakken, waar de
verliezen niet tot enkele punten bleven be-
parkt. Over den komenden oogst der Sertem-
bah gaan zeer gunstige berichten, welke echter
nauwelijks in den koers tot uiting komen.
Heden verscheen het prospectus der nieuw
ste Nederlandsclr-Indische consolidatie-lee-
ning, en kan het publiek kennis nemen van
de voorwaarden, waarop het 50 millioen van
haar vrijliggende dubbeltjes aan de Indische
regeering kan toevertrouwen- Honderdmillioen
is reeds bij Rijksinstellingen geplaatst. De
rente bedraagt 4 pet., de koers van uitgifte is
a pari, rente en aflossingen worden volledig
aoor het Koninkrijk der Nederlanden gegaran
deerd, terwijl de fiscus achter het net vischt,
doordat de leening vrijgesteld wordt van cou
ponbelasting.
Voor het slot hebben wij nog de verheugende
mededeeling bewaard voor houders van afge
loste Duitsche obligaties, die wij kunnen be
richten, aat momenteel onderhandelingen ge
voerd worden om hun onhoudbare positie
eenigszins te verbeteren. Zij hebben stukken,
die niet meer verhandelbaar zijn en naar het
voor hen gestorte bedrag bij de „Konverslons-
kasse" mogen zij wel kijken, maar niet aan
komen, terwijl zij ook van iedere rentevergoe
ding verstoken blijven. Dezen zwaar-gedupeer-
den hopen wij spoedig nadere berichten te
kunnen verstrekken, zonder dat wij hen nu
reeds met een dood muschje willen blijmaken.
Slotkoersen
4% Nederland 1934
4% Ned. Indië 1934 A
3 H pet Engeland
5% pet. Youngl. m. verklaring
A K
Ned. Ford
Philips
Unilever .-
Ned. Scheepv. Unie
Koninkl Olie
Redjang Lebong
Amsterd. Rubber
H V A
Deli Mij
Senembah
Beth Steel
U 8. Stee)
Anaconda
Intern. Nickel
2 Nov. 9 Nov.
Prolongatie
10U4
100%
24 H
33*/*
211
214V*
72%
29%
141%
174
59%
152
li 7 H
1244/s
15%
ïy/h,
14 v
7.367/g
1.47
59.47.
1 pCt.
IOU4
100%
00 V.
227/8
32"/8
219
2144
71*/*
30
1374*
1*6
8.1/8
146
ilO
120
16¥.
20Vs
6°4
14%
7.37Vi
1.477/g
oy 43
1 pCr.
(Ingezonden door de Spaame-Bank N. V,
Amsterdam)