Herwonnen Levenskracht
D
&ev£o-§e*i>
1
mmm
EERSTE RANG f 1.-, TWEEDE RANG f 0.50, DERDE RANG f 0.25
Een Duitsche Aartsbisschop
Velen zochten
den Graal
PARCIVAL
De Uivet kamt!!
G. M. OORD
fft
i
S
C
Clemens August
Duizenden en duizenden
zullen op Schiphol aan
wezig zijn
um
MAANDAG 19 NOVEMBER 1934
De nieuwe film van
Kees Strooband
A. C. R. Dreesmann f
IHiillii
Zoolang de voorraad strekt
aan ons bur. Nassaulaan Haarlem, entrée-kaarten Schiphol verkrijgbaar zonder prijsverh.
De zender bouw
Enorme belangstelling bij de uit
vaart en begrafenis te Bussum
isiilll*®4
De Vereenigde Katholieke Pers
stond voor haar lezers klaar en
legde beslag op duizend entree
biljetten
Clemens als vicaris-generaal
door
PATER J. KLEINTJENS S.J.
jHerwonnen levenskracht
STADSNIEUWS
VOOR DEN POLITIERECHTER
Lood gestolen
Hij trekt zich terug
Bisschopswijding
Geheime conventie
Moedige Aartsbisschop
Minister De Wilde confereert met
de omroepvereenigingen
DOOR MARIE KOENEN
159 bladz. kloek formaat f 1.—
IN DEN BOEKHANDEL
Zorgt dat U Radio hebt. Wij
plaatsen direct uit voorraad. Een
telefoontje en wij staan voor U klaar.
Voor de Gramofoonbezitters hebben wij:
K.L.M. marsch
'fis alweer de K.L.M.
De Uiver marsch
deze platen mogen niet in uw collectie ontbreken
Radio- en Gramofoon Specialist
Gr. Houtstraat 108, tel-13046
e nieuwe film „Herwonnen Levens
kracht 1934" over het sanatorium
„Berg en Bosch", vervaardigd door
Kees Strooband met medewerking van
Jan Hin, is de vijfde film, die de Hinfilm
voor het R. K. Werkliedenverbond heeft
gemaakt en de eerste indruk, dien wij na
het zien van de film hebben gekregen, was
deze: dat de opdrachtgevers het vertrou
wen in hun „lijf-filmers" niet beschaamd
hebben gezien.
Hebben wij van de kleine film „Sparen"
van Strooband onlangs moeten getuigen
dat zij, meesterlijk gemaakt, enkele frag
menten bevatten, die alleen voor filmge-
voeligen verstaanbaar (maar dan ook
uitermate genietbaar waren)van deze
nieuwe groote film kan men zeggen, dat
zij volledig begrepen kan worden door den
eenvoudigsten toeschouwer. Dit wordt een
onschatbaar voordeel, als men bedenkt daT>
Strooband zich niet verstaanbaar maakte
door concessies te doen aan den banalen
smaak. Integendeel: hij blijft de heele
film door op een niveau, die de goede
met smaak gecomponeerde film alle eer
aandoet.
Wat vertelt de maker in dit werk? Hij
bezoekt de smalle, ongezonde stegen van
de groote stad, waar in een dezer stegen
een jong meisje ziek ligt aan de tubercu
lose. In deze omgeving kan van genezing
voorloopig geen sprake zijn, hetgeen ons
niet alleen door de verklaring van den
dokter duidelijk wordt, maar meer nog
door de tegenstelling met de open helder
heid van het sanatorium „Berg en Bosch"
en zijn heerlijke omgeving, waarmede we
tusschen de ellende der stegen door,
reeds hebben kennis gemaakt. Dit begin
is niet het sterkste deel van de film, om
dat een sterkere contrasteering denkbaar
zou zijn maar mèt de gegevens, die Stroo
band heeft gekozen, heeft hij in ieder
geval voortreffelijk gemanoeuvreerd.
Het verdere verloop van de film behan
delt het leven in het sanatorium, waarbij
zoowel de materieele als de geestelijke zor
gen een beurt krijgen in een aangename
en boeiende afwisseling. De frissche, opti
mistische wind, die door de film waait,
beantwoordt volledig aan het doel: be
langstelling te wekken voor het werk van
Herwonnen Levenskracht. Van het sana
torium en de zorgen voor de zieken, van
hun geleidelijke genezing wordt een beeld
gegeven, dat duidelijk helder, doorzichtig
en belangwekkend is.
Dit zou het nooit geworden zijn wan
neer hier niet een filmer gewerkt had,
wien het blijkbaar onmogelijk is anders
dan in filmbeelden te zien. Dit bleek reeds
uit „Sparen", het blijkt evenzeer uit
„Herwonnen Levenskracht". Hier is een
man aan het woord, die de gave van fil
men van nature bezit, zooals sommige
klassieke Russen die bezitten. Zulke fil
mers hebben slechts een stof aan te raken
en het wordt „film" en niets anders dan
dat. Scenario en vorm vloeien tot één on
deelbaar geheel samen, zoodat het on
mogelijk wordt de film, die aldus ontstond
na te vertellen, zonder er ernstig afbreuk
aan te doen. Het is de onfeilbare, nooit
missende camera-instelling, vol variaties
en nuances, die deze film maakt tot een
causerie over „Berg en Bosch" als men het
zoo noemen mag. Het is de geraffineerde
intuitie die een beeld nooit te lang maakt,
nooit te kort, die van tijd tot tijd een ac
cent legt en een herinnering monteert tus
schen de causerie door, juist op het mo
ment, dat het ons en de zaak zelf een
prachtige opfleuring geeft, die ons met één
ruk tot de kerngedachte van de film te
rugbrengt, als we gaan vermoeden, dat
de maker zich op pittoreske maar literaire
zijpaden wil begeven. Men zal hem daar
nooit op kunnen betrappen, omdat het
bloed bij hem kruipt waar het niet gaan
kan en dit ook zou doen, wanneer zijn
film volkomen inhoudloos ware.
En zoo werd dan ook deze film, die een
documentaire is over een vrij zakelijke,
zij het ideëele instelling, dank zij de
meesterlijke camerawerking en een door
trapte montage, tot een zwierig en sug
gestief verhaal, dat men verheugd is ge
zien te hebben en dat een zeer sympathiek
pleidooi is voor een nóg sympathieker
charitas.
De film is een stomme film en moest
dit zijn, omdat de practijk der roulatie tot
in de kleinste dorpen dit eischt. Goddank
want bij het zien van dit frissche en zui
vere filmwerk vergeten we althans een uur
lang een onbehoorlijk lawaai van Holly
wood's geschreeuw....
Dbg.
Hedenmorgen hadden te Bussum onder enor
me belangstelling uitvaart en begrafenis plaats
van den heer A. C. R. Dreesmann, die Donder
dagmorgen te Bussum op tachtigjarigen leeftijd
is overleden.
Reeds zeer vroeg in den ochtend was de lijk-
oaar in de grooce St. Vituskerk opgesteld. iNa-
dat Zonaagmiaaag de „De Pro* uncus" had
praats gehad, weruen Maandagmorgen een aan
bal ±i.ii. Missen voor de zielerust van den over
reden© opgedragen.
Terwijr aan ae zij-altaren H.H. Missen wer
den opgedragen door Mgr. de Gruyoer, kanun
nik van het bisdom Lurk, en Z. D. H. Mgr. dr.
B. Eras, procurator van het Nederianasche
Episcopaat te Rome, vrng te half eif de plech
tige Requiemmis aan. Deze werd opgeuragen
Qoor den zeereerw. heer J. G. Alferinn, pasmoor
der parochie, met assistentie van den wereerw.
neer A. Vehmeyer, kapelaan te Lent, klernzoon
van den overledene, ars diaken, en den weleerw.
neer W. A. Mentink, kapelaan der parocnie, als
sub-diaken. Cantores waren de weieerw. heer
J. H. J. van Gendt, kapelaan der parochie, en
den weleerw. heer H. B. Hulshoff, rector van
het pensionaal „Marienburg" te Bussum. Als
presbyter-assistens fungeerde pastoor van der
velde, Noorsch Missieprocurator, terwijl de wel
eerw. heer J. A. Schinkel, kapelaan te Bussum,
als ceremoniarius optrad.
Het mannen- en jongenskoor der parochie
zong, onder leiding van den directeur A. G.
van der Voort, de Gregoriaansche Requiemmis,
terwijl Hubert Cuypers het orgel bespeelde.
In de kerk, die inplechtige rouwbekleeding
was gehuld, brandden ook kaarsen aan de pi
laren. Het indrukwekkend verlichte godshuis
was door belangstellenden overvuld. Tijdens de
H. Mis waren o. m. aanwezig burgemeester H.
de Bordes van Bussum en wethouder P. Brand,
de heer Heymeyer van Heemstede, evenals de
overledene eere-kamerheer van Z. H. dn Paus,
die ht Pauselijk Hof vertegenwoordigde, de
zeereerw. heer pastoor J. H. Perquin, voorzitter
van de K. R. O., de zeereerw. heer Eelinck, ge
wezen pastoor te Los Angelos.
De absoute in het kerkgebouw werd verricht
door kapelaan A. Vehmeyer, geassisteeerd door
pastoor G. Alferink en kapelaan W. Mentink.
Omstreeks twaalf uur vertrok de begrafenis
stoet van de kerk. De lijkkoets was getooid met
een tweetal schoone bloemkruizen en een
kleine doodenkrans, de eenige bloemstukken
van familiezijde aan de koets gehecht. Er waren
verder op verzoek geen bloemen.
Achter de baar schreed een zeer groot aantal
autoriteiten en vertegenwoordigers, die een zeer
langen stoet vormden. Langs den weg naar het
kerkhof en ook op den doodenakker waren vele
honderden samengestroomd om den beminden
Bussumschen ingezetene den laatsten eer te
bewijzen.
Op het kerkhof
Bij aankomst op het kerkhof werd de baar
ontvangen door den zeereerw. pater Lathouwers
uit Amsterdam, die gevolgd werd door pastoor
Alferink en de reeds genoemde geestelijken.
Op het kerkhof en in den stoet troffen wij
o. m. aan den burgemeester van Bussum met
echtgenoote, we dethouders P. Brand en W.
Kingma, den heer Heymeyer van Heemstede,
Mgr. de Gruyter, Mgr. Eras, pastoor Perquin,
pastoor Eelinck, allen voornoemd. Verder waren
o. m. aanwezig' de heer G. van der Aa, consul
van België, doktoren en vertegenwoordigers van
het St. Majellaziekenhuis te Bussum, de heer L.
Borstrok, namens de Israëlitiesche gemeente,
raadsleden van Bussum, vertegenwoordigers van
kerkelijk en burgerlijk Armbestuur, de direc
teuren, commissarissen, bedrijfsleiders, chefs en
deputaties van het personeel van het concern
Vroom en Dreesmann uit het geheele land, ver
tegenwoordigers van vereenigingen en bevriende
zakenrelaties, de familie en vele vrienden.
De baar werd op het kerkhof gedragen door
een twaalftal leden van de St. Vincintius-con-
ferentie St. Pranciscus Xaverius van de „Krijt
berg" te Amsterdam, waarvan de heer Drees
mann veertig jaren lid en de laatste jaren vice-
voorzitter was.
Het mannenkoor der parochie zong, terwijl
de stoet over het kerkhof trok, het „In para-
disum".
De beaardingsplechtigheid op het kerkhof ge
schiedde door pater Lathouwers, die terzijde
werd gestaan door pastoor Alferink en kapelaan
Mentink. De kist werd bijgezet in het groote
familiegraf, dat dichtbij den ingang op het oude
kerkhof ligt.
Nadat de Gregoriaansche beaardings-ceremo-
niën wraen gezongen, dankte tenslotte de oud
ste zoon van den c-verledene, de heer W. Drees-
- «V* l*<
lemens August, Freiherr Droste zu Vische-
ring werd geboren in den Erbdrostenhof
te Milnster, den 21en Januari 1773 Zijn
ouders waren ijverige katholieken, die hem een
echt christelijke opvoeding gaven en allen slech
ten invloed van hun kind verre hielden. Wij
vinden bij hem geen spoor van lichtzinnigheid
of genotzucht, zooals men die bij de jeugd dik
wijls aantreft.
Op zulke grondslagen bouwde de man voort,
die later een bijzonder werktuig der Goddelijke
Voorzienigheid zal blijken te zijn.
Een reis ooor Duitschland, Zwitserland en
Italië bracht Clemens August in kennis met de
meest op den voorgrond tredende personen. Den
14en Mei 1798 werd hij tot priester gewijd.
De omgang met den in het land van Mün
ster hooggeachten minister en generaai-vlcaris
Von Fürstenberg en met de uitstekende man
nen uit de omgeving van hem en van de gees
tige vorstin Gallitzin, had grooten invloed op
de vermeerdering van zijn kennis, op zijn trou
we aanhankelijkheid aan de Kerk en op de
vorming van zijn vastberaden karakter.
Münster was tijdens de Fransche Revolutie
een oase in de woestijn; terwijl overal ongeloof
heerschte, blonk daar het licht des geloofs en
der ware wetenschap over geheel Duitschland
Hier leefde en werkte de vrome Overberg, de
leidsman der vroeger ongeloovige vorstin: hier
vond ook Friedrich Leopold Graaf zu Stolberg
na jarenlangen strijd den zielevrede. toen hij
in het jaar 1800 het Katholieke geloof omhels
de; hier beleefde zelfs Goethe, volgens zijn
eigen bekentenis, eenige van de schoonste uren
zijns levens.
In 1807, toen het reeds sinds 1802 geseculari
seerde vorstendom eerst onder Pruisische °n
na den slag van Jena onder Fransche heer
schappij kwam, stelde de edele Fürstenberg
den vier en dertigjarigen Clemens August voor
als zijn coadjutor voor het bestuur van het
bisdom Münster; in hetzelfde jaar nog gaf hij
hem als generaal-vicaris het alleenbestuur.
Fürstenberg gevoelde wel, dat de nieuwe tijd
jongere krachten en een beslisten wil noodig
had, en het strekt zijn inzicht en zijn karakter
tot eer, dat hij Clemens August uitkoos.
Over hem schreef hij aan het Domkapittel:
„Ik moet dezen heer het getuigenis geven, dat
hij steeds het welzijn van de Kerk gezocht heeft
en in ieder opzicht zijn plicht op de waardigste
wijze vervuld heeft. Het is mij een groote
vreugde hem als mijn opvolger te kunnen aan
stellen en de voor ons Katholiek geloof zoo
gewichtige plaats aan zoo reine handen te kun
nen toevertrouwen."
Ondanks veelvuldige tegenwerking, voerde
Clemens August zegenrijk het bestuur over het
diocees Münster tot 1813. Napoleon hief in 1811
de kloosters op en zette in 1812 het oude Dom
kapittel af; :n de plaats daarvan koos hij een
nieuw Kapittel en benoemde in een decreet
mann, met een kort woord voor de belangstel
ling. Spr. dankte in het bijzonder den burge
meester van Bussum, den heer Bordes, en echt
genoote, de vertegenwoordigers van vereeni
gingen en handelsrelaties en de vrienden en be
kenden.
(Ongecorrigeerd.)
Het gebeurde in Augustus van dit jaar. Het
lood op het dak van de synagoge fn de Lange
Begijnenstraat lag te blinken en te blakeren
fn het heerlijke zomerzonnetje. Een 28-jarig
chauffeur, die in de buurt van de synagoge
woonde, had er reeds meermalen een begeerig
oog op geslagen. Op dien zomerdag werd hem
echter de aantrekkingskracht te groot ~n hij
zeide tegen het lood: Ga weg of ik neem je
weg. Daar het lood echter geen aanstalten
maakte weg te gaan, nam de chauffeur het des
avonds maar weg en daarom stond hij voor
den politierechter terecht. Hij had er nu bftter
berouw over. Ja, zei de politierechter dat ge
beurt altijd: berouw komt na de zonde. En de
zonde was in dit geval wel zwaar, letterlijk
zoo wel als figuurlijk. Het gewicht van het ge
stolen lood bedroeg n.l. ongeveer 60 K.G. en
de waarde 110.
De politierechter liet zijn goed hart nog eens
spreken en verooordeelde den chauffeur tot drie
maanden voorwaardelijk.
van 14 April 1813 den deken van den Dom
eigenmachtig tot bisschop van Münster. Cle
mens August kon zich daarbij niet neer.egger.
Om echter het bisdom voor een schisma te
behoeden, belastte hij zelf Spiegel met het be
stuur over het bisdom en legde hij zijn waar
digheid neer. Hij reisde in 1815 naar Rome om
bericht te brengen over den kerkdijken toe
stand in Duitschland en bijzonder in het bis
dom Münster. Dat hij afgetreden was, werd
goedgekeurd. Bij zijn terugkeer stond het bis
dom weder onder Pruisische heerschappij en
kon hij dus het bestuur over zijn diocees weer
op zich nemen.
Toen volgens het concordaat in 1821 de bis
schopzetels in Pruisen weder bezet werden,
trad Clemens August andermaal terug. Sinds
dien tijd wijdde hij al zijn werkzaamheid aan
den bloei der reeds vroeger (1 Nov 1808) dooi
hem te Münster gesichte Congregatie der Zus
ters van Barmhartigheid. In 1810 en 1811
woedde in de lazaretten van Münster de day-
sen terie en de typhus; de offerzin van stichter
en zusters werden op een zware proef gesteld.
Alle zusters werden aangetast door de ziekte,
maar alleen de eerwaarde Moeder Marie Al
bert! stierf. ClemensAugust kwam het als
biechtvader te stade, dat hij Fransch, Spaansch
en tlaliaansch machtig was.
Dag en nacht was hij in de lazaretten te vin
den, om de soldaten met God te verzoenen en
bun de vrede des Verlossers te brengen. Ook
hij werd door de ziekte aangetast en reeds liep
bet gerucht van zijn dood. Maar God had hem
voor hoogere dingen nog bestemd.
In 1827 had zijn broer, de toenmalige bisschop
van Münster, Caspar Maximiliaan, bekend om
de vrijmoedigheid, die hij tegenover Napoleon
op het nationaal concilie te Parijs toonde, hem
tot bisschop geconsacreerd.
Niettemin leefde hij nog in stille teruggetrok
kenheid. zonder echter den gang der Kerkelijke
zaken uit het oog te verliezen. Gewichtige din
gen waren op til. Clemens August was de uit
verkorene, om dit tot heil der Kerk te doen
strekken. Toen namelijk kort na de bezetting
van het Rijnland in Westfalen door Pruisen,
door het aanstellen van niet-katholieke be
ambten, gemengde huwelijken, die de Kerk
steeds ongaarne gezien heeft, talrijker begon
nen te worden, kreeg de kerkelijke overheid een
goede gelegenheid om aan de geestelijken den
plicht in te scherpen, bij gemengde huwelijken
alle deelneming te weigeren, als de verloofden
niet de belofte aflegden, de kinderen katholiek
te zullen opvoeden. Daartegen verscheen eer,
koninklijke kabinetsorder van 17 Augustus 1825
waarbij bevolen werd, dat ook in de Rijnpro
vincie en Westfalen geen afspraken, over de
opvoeding der kinderen vóór het sluiten vac
het huwelijk mochten gemaakt worden; als
beide ouders het niet eens waren op dit punt.
moesten alle kinderen den godsdienst van den
vader volgen. Toen nu de pastoors weigerden
gemengde huwelijken zender meer in te zege
nen, daagde de regeering de pastoors voor het
gerecht en eischte van de bisschoppen hun be
straffing. Dezen richtten zich tot den Paus.
Na lange onderhandelingen tusschen Pruisen
en den H. Stoel vaardigde Pius VIII op 25
Maart 1830 een breve uit, waarin hij lettende
op de bijzondere verhoudingen in Pruisen, om
grootere misstanden te voorkomen, tot de
uiterste grenzen der toegevendheid ging, zon
der de beginstelen der Kerk prijs te geven.
Nu knoopte de regeering met den toegeven-
den toenmaligen aartsbisschop van Keulen.
Graaf Ferdinand von Spiegel, in alle stilte on
derhandelingen aan en bracht den 19en Juni
1834 de beruchte overeenkomst tot stand, wel
ke onder den naam van „geheime conventie"
bekend is en nog grootere concessies deed dan
de breve. Ook de bisschoppen van Paderborn,
Münster en Trier traden later tot deze con
ventie toe. Op grond hiervan ontvingen de
pastoors bevelen, waarin de eisch van een be
lofte tot katholieke opvoeding werd verboden.
In Pruisen werd overigens de Kerk geheel aan
banden gelegd, zoodat men met recht zeide:
„Als in de Katholieke Kerk geen Goddelijk
beginsel was, dat door geen menschelijk ge
weld vernietigd kan worden, dan zouden de
komende geslachten slechts tusschen puin-
hoopen ronddwalen."
Eten 2en Aug. 1835 stierf de aartsbisschop
Graaf Spiegel, die zelf reeds de kwade gevol
gen van zijn zwakheid had ondervonden, maar
geen kracht genoeg bezat om terug te treden
De regeering wenschte nu voor den aartsbis-
schoppelijken zetel een man, die niet alleen met
de geheime conventie het eens was, maar die
ook het volle vertrouwen van den clerus be
zat. Dit laatste was het geval met den Mün-
sterschen wijbisschop; of hij de geheime con
ventie zou goedkeuren, kon men met recht in
twijfel trekken.
Daarom liet Minister Von Altenstein hem
vragen of hij, bij eventueele benoeming tot
aartsbisschop, ook zich aan de volgens de breve
van Paus Pius VIII gesloten overeenkomst zou
houden. Clemens August, die de geheime over
eenkomst niet kende, moest uit de woorden van
den minister wel besluiten, dat de overeen
komst geheel en al met de Pauselijke breve
overeenstemde HU antwoordde dan ook arge-
'oos: „Ik zal er mU wel voor hoeden, een vol
gens de breve gesloten overeenkomst te over
treden." Nu was de Regeering voor zUn keuze,
die den len December 1835 volgde. Den 29en
Mei 1836 nam hU bezit van den aartsbisschop-
pelijken zetel. Spoedig daarop werd den nieu
wen aartsbisschop de geheime conventie be
kend en bemerkte hü, dat deze in het geheel
niet met de Pauselijke breve strookte. Van nu
af handelde hU naar de Conventie, slechts
voorzoover deze met de breve overeenkwam.
Op een navraag der regeering antwoordde hij.
dat zU'ne daden zoo zouden zün, dat hij niet
zooals een zyner medebroeders, op zün sterf
bed moest herroepen, wat hü tü'dens zijn leven
gedaan had. Hij doelde hiermee op den bis
schop van Trier, Joseph von Honsmer. die ster
vend den Paus had laten weten, dat hü de ge
heime Conventie terugnam. Daardoor was men
ook in Rome den stand der zaken te weten
gekomen, door den Pruisischen gezant bU het
Vaticaan rondweg geloochend. Daar de aarts
bisschop het door hem aan de pastoors gegeven
bevel niet wilde intrekken, en ook zijn ambt
niet wilde neerleggen, werd hU 's avonds, op
20 November 1837, heimelijk gewelddadig als
gevangene naar de vesting Minden vervoerd.
De indruk, door de gevangenneming van den
Naar wü vernemen zal as. Donderdag om
half drie te Den Haag besprekingen plaats
hebben van den Minister van Binnenlandse!»
Zaken, mr. De Wilde met de omroepvereenigin
gen. over het aan de orde zünde vraagstuk van
den zenderbouw.
Verwacht wordt dat deze bespreking tot een
definitief resultaat zal leiden.
In aansluiing hierbü vernemen wij nog, dat
minister De Wilde het voornemens heeft dezer
dagen over het zedenvraagstuk nadere mede-
deelingen te publiceeren.
Over de uitzending op de golflengte van 1875
M. is het overleg tusschen de regeeringen van
Nederland en Roemenië nog steeds gaande
Personalia
In de hedenmiddag gehouden vergaderong
van den Haagschen gemeenteraad is mej. A.
W. Kersbergen, te Haarlem, benoemd tot t(j-
delü'k leerares in de klassieke talen aan het
Lyceum voor meisjes, aldaar.
aartsbisschop niet alleen in Duitschland maar
in de geheele katholieke wereld teweeggebracht,
was geweldig. Deze werd nog versterkt door de
allocutie van Gregorius XVI op 10 December
1837. waarin de Paus zün smart over het ge
beurde uitte en tegen die gewelddaad der we-
reldijke macht protesteerde.
Kort daarop trof eenzelfde lot den aartsbis
schop van Gnesen-Posen, Martin von Dumin,
Eerst werd hü te Berlijn, waarheen de koning
hem ontboden had, met geweld van zijn dio
cees verwijderd gehouden. Toen hij na een
afwezigheid van zes maanden zonder verlof der
regeering naar Posen terugkeerde, werd ook hij
in den nacht van 5 op 6 October gevangen ge
nomen. Den Sen October kwam hij. onder ge
leide van veertig huzaren, in de vesting Kol
berg aan. Ook de bisschoppen van Ermeland en
Kulm namen intusschen maatregelen tegen de
'gemengde huwelijken, nadat reeds in Januari
1838 de bisschoppen van Münster en Pader
born hun terugtreden uit de Conventie hadden
bekend gemaakt. Alleen de vorst-bisschop van
Breslau maakte een uitzondering. Hen legde in
1840 zijn ambt neer en ging in 1863 zelfs open
lijk tot het Protestantisme over.
Ofschoon de onderhandelingen tusschen
Rome en Berlyn nooit geheel afgebroken, wa
ren, kwam eerst na den dood van koning Frie
drich Wilhelm III in 1840 een overeenkomst
tot stand. De aartsbisschop Martin von Dunin
herkreeg van Friedrich Wilhelm IV in Augus
tus 1840 de vrijheid. De aartsbisschop Clemens
August echter, dien men in de lente van 1839,
daar zün gezondheid zwaar geleden had. ver
lof had gegeven naar Darfeld en daarna naar
München te gaan, bekwam in 1842 in den per
soon van den toenmaligen bisschop van Spiers,
Johannes von Geissel, een coadjutor met recht
van opvolging, nadat hem toch nog de genoeg
doening was te beurt gevallen, door den koning
in een eigenhandig schrijven te worden vrüge-
sproken van de tegen hem ingebrachte beschul
digingen, dat hü in verstandhouding stond met
de revolutionnaire partijen.
maar vonden niet, omdat zij
roem en eigen geluk verlangden.
Slechts de zuivere liefde, die in
niets zichzelve zoekt, kon red
ding brengen. Dat was zoo in de
Graal-sage. Zoo is het nu nog.
Marie Koenen weet die groote
waarheid te maken tot uw le
vende overtuiging.
franco per post 1.10
verkrijgbaar, en b.d. uitgeefster:
N.V. DRUKKERIJ D E S P A A R N E ST A D
HAARLEM GIRO No. 5970