Herwonnen Levenskracht D &ev£o-§e*i> 1 mmm EERSTE RANG f 1.-, TWEEDE RANG f 0.50, DERDE RANG f 0.25 Een Duitsche Aartsbisschop Velen zochten den Graal PARCIVAL De Uivet kamt!! G. M. OORD fft i S C Clemens August Duizenden en duizenden zullen op Schiphol aan wezig zijn um MAANDAG 19 NOVEMBER 1934 De nieuwe film van Kees Strooband A. C. R. Dreesmann f IHiillii Zoolang de voorraad strekt aan ons bur. Nassaulaan Haarlem, entrée-kaarten Schiphol verkrijgbaar zonder prijsverh. De zender bouw Enorme belangstelling bij de uit vaart en begrafenis te Bussum isiilll*®4 De Vereenigde Katholieke Pers stond voor haar lezers klaar en legde beslag op duizend entree biljetten Clemens als vicaris-generaal door PATER J. KLEINTJENS S.J. jHerwonnen levenskracht STADSNIEUWS VOOR DEN POLITIERECHTER Lood gestolen Hij trekt zich terug Bisschopswijding Geheime conventie Moedige Aartsbisschop Minister De Wilde confereert met de omroepvereenigingen DOOR MARIE KOENEN 159 bladz. kloek formaat f 1.— IN DEN BOEKHANDEL Zorgt dat U Radio hebt. Wij plaatsen direct uit voorraad. Een telefoontje en wij staan voor U klaar. Voor de Gramofoonbezitters hebben wij: K.L.M. marsch 'fis alweer de K.L.M. De Uiver marsch deze platen mogen niet in uw collectie ontbreken Radio- en Gramofoon Specialist Gr. Houtstraat 108, tel-13046 e nieuwe film „Herwonnen Levens kracht 1934" over het sanatorium „Berg en Bosch", vervaardigd door Kees Strooband met medewerking van Jan Hin, is de vijfde film, die de Hinfilm voor het R. K. Werkliedenverbond heeft gemaakt en de eerste indruk, dien wij na het zien van de film hebben gekregen, was deze: dat de opdrachtgevers het vertrou wen in hun „lijf-filmers" niet beschaamd hebben gezien. Hebben wij van de kleine film „Sparen" van Strooband onlangs moeten getuigen dat zij, meesterlijk gemaakt, enkele frag menten bevatten, die alleen voor filmge- voeligen verstaanbaar (maar dan ook uitermate genietbaar waren)van deze nieuwe groote film kan men zeggen, dat zij volledig begrepen kan worden door den eenvoudigsten toeschouwer. Dit wordt een onschatbaar voordeel, als men bedenkt daT> Strooband zich niet verstaanbaar maakte door concessies te doen aan den banalen smaak. Integendeel: hij blijft de heele film door op een niveau, die de goede met smaak gecomponeerde film alle eer aandoet. Wat vertelt de maker in dit werk? Hij bezoekt de smalle, ongezonde stegen van de groote stad, waar in een dezer stegen een jong meisje ziek ligt aan de tubercu lose. In deze omgeving kan van genezing voorloopig geen sprake zijn, hetgeen ons niet alleen door de verklaring van den dokter duidelijk wordt, maar meer nog door de tegenstelling met de open helder heid van het sanatorium „Berg en Bosch" en zijn heerlijke omgeving, waarmede we tusschen de ellende der stegen door, reeds hebben kennis gemaakt. Dit begin is niet het sterkste deel van de film, om dat een sterkere contrasteering denkbaar zou zijn maar mèt de gegevens, die Stroo band heeft gekozen, heeft hij in ieder geval voortreffelijk gemanoeuvreerd. Het verdere verloop van de film behan delt het leven in het sanatorium, waarbij zoowel de materieele als de geestelijke zor gen een beurt krijgen in een aangename en boeiende afwisseling. De frissche, opti mistische wind, die door de film waait, beantwoordt volledig aan het doel: be langstelling te wekken voor het werk van Herwonnen Levenskracht. Van het sana torium en de zorgen voor de zieken, van hun geleidelijke genezing wordt een beeld gegeven, dat duidelijk helder, doorzichtig en belangwekkend is. Dit zou het nooit geworden zijn wan neer hier niet een filmer gewerkt had, wien het blijkbaar onmogelijk is anders dan in filmbeelden te zien. Dit bleek reeds uit „Sparen", het blijkt evenzeer uit „Herwonnen Levenskracht". Hier is een man aan het woord, die de gave van fil men van nature bezit, zooals sommige klassieke Russen die bezitten. Zulke fil mers hebben slechts een stof aan te raken en het wordt „film" en niets anders dan dat. Scenario en vorm vloeien tot één on deelbaar geheel samen, zoodat het on mogelijk wordt de film, die aldus ontstond na te vertellen, zonder er ernstig afbreuk aan te doen. Het is de onfeilbare, nooit missende camera-instelling, vol variaties en nuances, die deze film maakt tot een causerie over „Berg en Bosch" als men het zoo noemen mag. Het is de geraffineerde intuitie die een beeld nooit te lang maakt, nooit te kort, die van tijd tot tijd een ac cent legt en een herinnering monteert tus schen de causerie door, juist op het mo ment, dat het ons en de zaak zelf een prachtige opfleuring geeft, die ons met één ruk tot de kerngedachte van de film te rugbrengt, als we gaan vermoeden, dat de maker zich op pittoreske maar literaire zijpaden wil begeven. Men zal hem daar nooit op kunnen betrappen, omdat het bloed bij hem kruipt waar het niet gaan kan en dit ook zou doen, wanneer zijn film volkomen inhoudloos ware. En zoo werd dan ook deze film, die een documentaire is over een vrij zakelijke, zij het ideëele instelling, dank zij de meesterlijke camerawerking en een door trapte montage, tot een zwierig en sug gestief verhaal, dat men verheugd is ge zien te hebben en dat een zeer sympathiek pleidooi is voor een nóg sympathieker charitas. De film is een stomme film en moest dit zijn, omdat de practijk der roulatie tot in de kleinste dorpen dit eischt. Goddank want bij het zien van dit frissche en zui vere filmwerk vergeten we althans een uur lang een onbehoorlijk lawaai van Holly wood's geschreeuw.... Dbg. Hedenmorgen hadden te Bussum onder enor me belangstelling uitvaart en begrafenis plaats van den heer A. C. R. Dreesmann, die Donder dagmorgen te Bussum op tachtigjarigen leeftijd is overleden. Reeds zeer vroeg in den ochtend was de lijk- oaar in de grooce St. Vituskerk opgesteld. iNa- dat Zonaagmiaaag de „De Pro* uncus" had praats gehad, weruen Maandagmorgen een aan bal ±i.ii. Missen voor de zielerust van den over reden© opgedragen. Terwijr aan ae zij-altaren H.H. Missen wer den opgedragen door Mgr. de Gruyoer, kanun nik van het bisdom Lurk, en Z. D. H. Mgr. dr. B. Eras, procurator van het Nederianasche Episcopaat te Rome, vrng te half eif de plech tige Requiemmis aan. Deze werd opgeuragen Qoor den zeereerw. heer J. G. Alferinn, pasmoor der parochie, met assistentie van den wereerw. neer A. Vehmeyer, kapelaan te Lent, klernzoon van den overledene, ars diaken, en den weleerw. neer W. A. Mentink, kapelaan der parocnie, als sub-diaken. Cantores waren de weieerw. heer J. H. J. van Gendt, kapelaan der parochie, en den weleerw. heer H. B. Hulshoff, rector van het pensionaal „Marienburg" te Bussum. Als presbyter-assistens fungeerde pastoor van der velde, Noorsch Missieprocurator, terwijl de wel eerw. heer J. A. Schinkel, kapelaan te Bussum, als ceremoniarius optrad. Het mannen- en jongenskoor der parochie zong, onder leiding van den directeur A. G. van der Voort, de Gregoriaansche Requiemmis, terwijl Hubert Cuypers het orgel bespeelde. In de kerk, die inplechtige rouwbekleeding was gehuld, brandden ook kaarsen aan de pi laren. Het indrukwekkend verlichte godshuis was door belangstellenden overvuld. Tijdens de H. Mis waren o. m. aanwezig burgemeester H. de Bordes van Bussum en wethouder P. Brand, de heer Heymeyer van Heemstede, evenals de overledene eere-kamerheer van Z. H. dn Paus, die ht Pauselijk Hof vertegenwoordigde, de zeereerw. heer pastoor J. H. Perquin, voorzitter van de K. R. O., de zeereerw. heer Eelinck, ge wezen pastoor te Los Angelos. De absoute in het kerkgebouw werd verricht door kapelaan A. Vehmeyer, geassisteeerd door pastoor G. Alferink en kapelaan W. Mentink. Omstreeks twaalf uur vertrok de begrafenis stoet van de kerk. De lijkkoets was getooid met een tweetal schoone bloemkruizen en een kleine doodenkrans, de eenige bloemstukken van familiezijde aan de koets gehecht. Er waren verder op verzoek geen bloemen. Achter de baar schreed een zeer groot aantal autoriteiten en vertegenwoordigers, die een zeer langen stoet vormden. Langs den weg naar het kerkhof en ook op den doodenakker waren vele honderden samengestroomd om den beminden Bussumschen ingezetene den laatsten eer te bewijzen. Op het kerkhof Bij aankomst op het kerkhof werd de baar ontvangen door den zeereerw. pater Lathouwers uit Amsterdam, die gevolgd werd door pastoor Alferink en de reeds genoemde geestelijken. Op het kerkhof en in den stoet troffen wij o. m. aan den burgemeester van Bussum met echtgenoote, we dethouders P. Brand en W. Kingma, den heer Heymeyer van Heemstede, Mgr. de Gruyter, Mgr. Eras, pastoor Perquin, pastoor Eelinck, allen voornoemd. Verder waren o. m. aanwezig' de heer G. van der Aa, consul van België, doktoren en vertegenwoordigers van het St. Majellaziekenhuis te Bussum, de heer L. Borstrok, namens de Israëlitiesche gemeente, raadsleden van Bussum, vertegenwoordigers van kerkelijk en burgerlijk Armbestuur, de direc teuren, commissarissen, bedrijfsleiders, chefs en deputaties van het personeel van het concern Vroom en Dreesmann uit het geheele land, ver tegenwoordigers van vereenigingen en bevriende zakenrelaties, de familie en vele vrienden. De baar werd op het kerkhof gedragen door een twaalftal leden van de St. Vincintius-con- ferentie St. Pranciscus Xaverius van de „Krijt berg" te Amsterdam, waarvan de heer Drees mann veertig jaren lid en de laatste jaren vice- voorzitter was. Het mannenkoor der parochie zong, terwijl de stoet over het kerkhof trok, het „In para- disum". De beaardingsplechtigheid op het kerkhof ge schiedde door pater Lathouwers, die terzijde werd gestaan door pastoor Alferink en kapelaan Mentink. De kist werd bijgezet in het groote familiegraf, dat dichtbij den ingang op het oude kerkhof ligt. Nadat de Gregoriaansche beaardings-ceremo- niën wraen gezongen, dankte tenslotte de oud ste zoon van den c-verledene, de heer W. Drees- - «V* l*< lemens August, Freiherr Droste zu Vische- ring werd geboren in den Erbdrostenhof te Milnster, den 21en Januari 1773 Zijn ouders waren ijverige katholieken, die hem een echt christelijke opvoeding gaven en allen slech ten invloed van hun kind verre hielden. Wij vinden bij hem geen spoor van lichtzinnigheid of genotzucht, zooals men die bij de jeugd dik wijls aantreft. Op zulke grondslagen bouwde de man voort, die later een bijzonder werktuig der Goddelijke Voorzienigheid zal blijken te zijn. Een reis ooor Duitschland, Zwitserland en Italië bracht Clemens August in kennis met de meest op den voorgrond tredende personen. Den 14en Mei 1798 werd hij tot priester gewijd. De omgang met den in het land van Mün ster hooggeachten minister en generaai-vlcaris Von Fürstenberg en met de uitstekende man nen uit de omgeving van hem en van de gees tige vorstin Gallitzin, had grooten invloed op de vermeerdering van zijn kennis, op zijn trou we aanhankelijkheid aan de Kerk en op de vorming van zijn vastberaden karakter. Münster was tijdens de Fransche Revolutie een oase in de woestijn; terwijl overal ongeloof heerschte, blonk daar het licht des geloofs en der ware wetenschap over geheel Duitschland Hier leefde en werkte de vrome Overberg, de leidsman der vroeger ongeloovige vorstin: hier vond ook Friedrich Leopold Graaf zu Stolberg na jarenlangen strijd den zielevrede. toen hij in het jaar 1800 het Katholieke geloof omhels de; hier beleefde zelfs Goethe, volgens zijn eigen bekentenis, eenige van de schoonste uren zijns levens. In 1807, toen het reeds sinds 1802 geseculari seerde vorstendom eerst onder Pruisische °n na den slag van Jena onder Fransche heer schappij kwam, stelde de edele Fürstenberg den vier en dertigjarigen Clemens August voor als zijn coadjutor voor het bestuur van het bisdom Münster; in hetzelfde jaar nog gaf hij hem als generaal-vicaris het alleenbestuur. Fürstenberg gevoelde wel, dat de nieuwe tijd jongere krachten en een beslisten wil noodig had, en het strekt zijn inzicht en zijn karakter tot eer, dat hij Clemens August uitkoos. Over hem schreef hij aan het Domkapittel: „Ik moet dezen heer het getuigenis geven, dat hij steeds het welzijn van de Kerk gezocht heeft en in ieder opzicht zijn plicht op de waardigste wijze vervuld heeft. Het is mij een groote vreugde hem als mijn opvolger te kunnen aan stellen en de voor ons Katholiek geloof zoo gewichtige plaats aan zoo reine handen te kun nen toevertrouwen." Ondanks veelvuldige tegenwerking, voerde Clemens August zegenrijk het bestuur over het diocees Münster tot 1813. Napoleon hief in 1811 de kloosters op en zette in 1812 het oude Dom kapittel af; :n de plaats daarvan koos hij een nieuw Kapittel en benoemde in een decreet mann, met een kort woord voor de belangstel ling. Spr. dankte in het bijzonder den burge meester van Bussum, den heer Bordes, en echt genoote, de vertegenwoordigers van vereeni gingen en handelsrelaties en de vrienden en be kenden. (Ongecorrigeerd.) Het gebeurde in Augustus van dit jaar. Het lood op het dak van de synagoge fn de Lange Begijnenstraat lag te blinken en te blakeren fn het heerlijke zomerzonnetje. Een 28-jarig chauffeur, die in de buurt van de synagoge woonde, had er reeds meermalen een begeerig oog op geslagen. Op dien zomerdag werd hem echter de aantrekkingskracht te groot ~n hij zeide tegen het lood: Ga weg of ik neem je weg. Daar het lood echter geen aanstalten maakte weg te gaan, nam de chauffeur het des avonds maar weg en daarom stond hij voor den politierechter terecht. Hij had er nu bftter berouw over. Ja, zei de politierechter dat ge beurt altijd: berouw komt na de zonde. En de zonde was in dit geval wel zwaar, letterlijk zoo wel als figuurlijk. Het gewicht van het ge stolen lood bedroeg n.l. ongeveer 60 K.G. en de waarde 110. De politierechter liet zijn goed hart nog eens spreken en verooordeelde den chauffeur tot drie maanden voorwaardelijk. van 14 April 1813 den deken van den Dom eigenmachtig tot bisschop van Münster. Cle mens August kon zich daarbij niet neer.egger. Om echter het bisdom voor een schisma te behoeden, belastte hij zelf Spiegel met het be stuur over het bisdom en legde hij zijn waar digheid neer. Hij reisde in 1815 naar Rome om bericht te brengen over den kerkdijken toe stand in Duitschland en bijzonder in het bis dom Münster. Dat hij afgetreden was, werd goedgekeurd. Bij zijn terugkeer stond het bis dom weder onder Pruisische heerschappij en kon hij dus het bestuur over zijn diocees weer op zich nemen. Toen volgens het concordaat in 1821 de bis schopzetels in Pruisen weder bezet werden, trad Clemens August andermaal terug. Sinds dien tijd wijdde hij al zijn werkzaamheid aan den bloei der reeds vroeger (1 Nov 1808) dooi hem te Münster gesichte Congregatie der Zus ters van Barmhartigheid. In 1810 en 1811 woedde in de lazaretten van Münster de day- sen terie en de typhus; de offerzin van stichter en zusters werden op een zware proef gesteld. Alle zusters werden aangetast door de ziekte, maar alleen de eerwaarde Moeder Marie Al bert! stierf. ClemensAugust kwam het als biechtvader te stade, dat hij Fransch, Spaansch en tlaliaansch machtig was. Dag en nacht was hij in de lazaretten te vin den, om de soldaten met God te verzoenen en bun de vrede des Verlossers te brengen. Ook hij werd door de ziekte aangetast en reeds liep bet gerucht van zijn dood. Maar God had hem voor hoogere dingen nog bestemd. In 1827 had zijn broer, de toenmalige bisschop van Münster, Caspar Maximiliaan, bekend om de vrijmoedigheid, die hij tegenover Napoleon op het nationaal concilie te Parijs toonde, hem tot bisschop geconsacreerd. Niettemin leefde hij nog in stille teruggetrok kenheid. zonder echter den gang der Kerkelijke zaken uit het oog te verliezen. Gewichtige din gen waren op til. Clemens August was de uit verkorene, om dit tot heil der Kerk te doen strekken. Toen namelijk kort na de bezetting van het Rijnland in Westfalen door Pruisen, door het aanstellen van niet-katholieke be ambten, gemengde huwelijken, die de Kerk steeds ongaarne gezien heeft, talrijker begon nen te worden, kreeg de kerkelijke overheid een goede gelegenheid om aan de geestelijken den plicht in te scherpen, bij gemengde huwelijken alle deelneming te weigeren, als de verloofden niet de belofte aflegden, de kinderen katholiek te zullen opvoeden. Daartegen verscheen eer, koninklijke kabinetsorder van 17 Augustus 1825 waarbij bevolen werd, dat ook in de Rijnpro vincie en Westfalen geen afspraken, over de opvoeding der kinderen vóór het sluiten vac het huwelijk mochten gemaakt worden; als beide ouders het niet eens waren op dit punt. moesten alle kinderen den godsdienst van den vader volgen. Toen nu de pastoors weigerden gemengde huwelijken zender meer in te zege nen, daagde de regeering de pastoors voor het gerecht en eischte van de bisschoppen hun be straffing. Dezen richtten zich tot den Paus. Na lange onderhandelingen tusschen Pruisen en den H. Stoel vaardigde Pius VIII op 25 Maart 1830 een breve uit, waarin hij lettende op de bijzondere verhoudingen in Pruisen, om grootere misstanden te voorkomen, tot de uiterste grenzen der toegevendheid ging, zon der de beginstelen der Kerk prijs te geven. Nu knoopte de regeering met den toegeven- den toenmaligen aartsbisschop van Keulen. Graaf Ferdinand von Spiegel, in alle stilte on derhandelingen aan en bracht den 19en Juni 1834 de beruchte overeenkomst tot stand, wel ke onder den naam van „geheime conventie" bekend is en nog grootere concessies deed dan de breve. Ook de bisschoppen van Paderborn, Münster en Trier traden later tot deze con ventie toe. Op grond hiervan ontvingen de pastoors bevelen, waarin de eisch van een be lofte tot katholieke opvoeding werd verboden. In Pruisen werd overigens de Kerk geheel aan banden gelegd, zoodat men met recht zeide: „Als in de Katholieke Kerk geen Goddelijk beginsel was, dat door geen menschelijk ge weld vernietigd kan worden, dan zouden de komende geslachten slechts tusschen puin- hoopen ronddwalen." Eten 2en Aug. 1835 stierf de aartsbisschop Graaf Spiegel, die zelf reeds de kwade gevol gen van zijn zwakheid had ondervonden, maar geen kracht genoeg bezat om terug te treden De regeering wenschte nu voor den aartsbis- schoppelijken zetel een man, die niet alleen met de geheime conventie het eens was, maar die ook het volle vertrouwen van den clerus be zat. Dit laatste was het geval met den Mün- sterschen wijbisschop; of hij de geheime con ventie zou goedkeuren, kon men met recht in twijfel trekken. Daarom liet Minister Von Altenstein hem vragen of hij, bij eventueele benoeming tot aartsbisschop, ook zich aan de volgens de breve van Paus Pius VIII gesloten overeenkomst zou houden. Clemens August, die de geheime over eenkomst niet kende, moest uit de woorden van den minister wel besluiten, dat de overeen komst geheel en al met de Pauselijke breve overeenstemde HU antwoordde dan ook arge- 'oos: „Ik zal er mU wel voor hoeden, een vol gens de breve gesloten overeenkomst te over treden." Nu was de Regeering voor zUn keuze, die den len December 1835 volgde. Den 29en Mei 1836 nam hU bezit van den aartsbisschop- pelijken zetel. Spoedig daarop werd den nieu wen aartsbisschop de geheime conventie be kend en bemerkte hü, dat deze in het geheel niet met de Pauselijke breve strookte. Van nu af handelde hU naar de Conventie, slechts voorzoover deze met de breve overeenkwam. Op een navraag der regeering antwoordde hij. dat zU'ne daden zoo zouden zün, dat hij niet zooals een zyner medebroeders, op zün sterf bed moest herroepen, wat hü tü'dens zijn leven gedaan had. Hij doelde hiermee op den bis schop van Trier, Joseph von Honsmer. die ster vend den Paus had laten weten, dat hü de ge heime Conventie terugnam. Daardoor was men ook in Rome den stand der zaken te weten gekomen, door den Pruisischen gezant bU het Vaticaan rondweg geloochend. Daar de aarts bisschop het door hem aan de pastoors gegeven bevel niet wilde intrekken, en ook zijn ambt niet wilde neerleggen, werd hU 's avonds, op 20 November 1837, heimelijk gewelddadig als gevangene naar de vesting Minden vervoerd. De indruk, door de gevangenneming van den Naar wü vernemen zal as. Donderdag om half drie te Den Haag besprekingen plaats hebben van den Minister van Binnenlandse!» Zaken, mr. De Wilde met de omroepvereenigin gen. over het aan de orde zünde vraagstuk van den zenderbouw. Verwacht wordt dat deze bespreking tot een definitief resultaat zal leiden. In aansluiing hierbü vernemen wij nog, dat minister De Wilde het voornemens heeft dezer dagen over het zedenvraagstuk nadere mede- deelingen te publiceeren. Over de uitzending op de golflengte van 1875 M. is het overleg tusschen de regeeringen van Nederland en Roemenië nog steeds gaande Personalia In de hedenmiddag gehouden vergaderong van den Haagschen gemeenteraad is mej. A. W. Kersbergen, te Haarlem, benoemd tot t(j- delü'k leerares in de klassieke talen aan het Lyceum voor meisjes, aldaar. aartsbisschop niet alleen in Duitschland maar in de geheele katholieke wereld teweeggebracht, was geweldig. Deze werd nog versterkt door de allocutie van Gregorius XVI op 10 December 1837. waarin de Paus zün smart over het ge beurde uitte en tegen die gewelddaad der we- reldijke macht protesteerde. Kort daarop trof eenzelfde lot den aartsbis schop van Gnesen-Posen, Martin von Dumin, Eerst werd hü te Berlijn, waarheen de koning hem ontboden had, met geweld van zijn dio cees verwijderd gehouden. Toen hij na een afwezigheid van zes maanden zonder verlof der regeering naar Posen terugkeerde, werd ook hij in den nacht van 5 op 6 October gevangen ge nomen. Den Sen October kwam hij. onder ge leide van veertig huzaren, in de vesting Kol berg aan. Ook de bisschoppen van Ermeland en Kulm namen intusschen maatregelen tegen de 'gemengde huwelijken, nadat reeds in Januari 1838 de bisschoppen van Münster en Pader born hun terugtreden uit de Conventie hadden bekend gemaakt. Alleen de vorst-bisschop van Breslau maakte een uitzondering. Hen legde in 1840 zijn ambt neer en ging in 1863 zelfs open lijk tot het Protestantisme over. Ofschoon de onderhandelingen tusschen Rome en Berlyn nooit geheel afgebroken, wa ren, kwam eerst na den dood van koning Frie drich Wilhelm III in 1840 een overeenkomst tot stand. De aartsbisschop Martin von Dunin herkreeg van Friedrich Wilhelm IV in Augus tus 1840 de vrijheid. De aartsbisschop Clemens August echter, dien men in de lente van 1839, daar zün gezondheid zwaar geleden had. ver lof had gegeven naar Darfeld en daarna naar München te gaan, bekwam in 1842 in den per soon van den toenmaligen bisschop van Spiers, Johannes von Geissel, een coadjutor met recht van opvolging, nadat hem toch nog de genoeg doening was te beurt gevallen, door den koning in een eigenhandig schrijven te worden vrüge- sproken van de tegen hem ingebrachte beschul digingen, dat hü in verstandhouding stond met de revolutionnaire partijen. maar vonden niet, omdat zij roem en eigen geluk verlangden. Slechts de zuivere liefde, die in niets zichzelve zoekt, kon red ding brengen. Dat was zoo in de Graal-sage. Zoo is het nu nog. Marie Koenen weet die groote waarheid te maken tot uw le vende overtuiging. franco per post 1.10 verkrijgbaar, en b.d. uitgeefster: N.V. DRUKKERIJ D E S P A A R N E ST A D HAARLEM GIRO No. 5970

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 13