Crisis-leed in de grootstad
m
m
WmÈsmÊ^sSÊm
m
Dobbefmann
lekker...ntan!
Aardappelprijzen
te hoog
MAANDAG 19 NOVEMBER 1934
Strenge verplichtingen tot
beoefening der lief
dadigheid
Tm&z -
mm
Daling der consumptie
Nood in de mijnen
ROTTERDAM-NED. ELFTAL 0-1
Moment uit den wedstrijd om den Gouden Onafhankelijk-1
heidsbeker, welke Zondag op het Sparta-terrein te Rotterdam
werd gespeeld
H. H. WIJDINGEN
In het Aartsbisdom
PRINSES JULIANA ALS
BRUIDSMEISJE
DE REIS VAN DE K. 18
GOEDKOOPER BLIKVLEESCH
OUD-REDDER GEHULDIGD
Op zijn honderdsten verjaardag
DUITSCHE OBLIGATIES
Inlevering couponbladen
SINTERKLAAS-LIEDJES
IN ELK GEZIN
ROTTERDAMSCHE TRAM
LEVERING ZIEK VEE
BETHLEHEM STEEL
EENHEID IN DE VERKEERS-
TEEKENS
Examen Staatsinrichting M. O.
Wie zou voor eenige jaren aan de
mogelijkheid hebben gedacht, dat
de ijzerwinkeltjes in de volkswijken
van onze groote steden vol zouden staan
met petroleum-apparaten, patent „Haller",
zooals onze grootmoeders ze gebruikten;
met straal-kacheltjes voor tweevoudig ge
bruik? Wie had gedacht, dat de oude pe
troleumlamp weer via de opkoopers van
de zolders van patriciërshuizen zou ver
huizen naar kamertjes van den modernen
arbeider, dat men afgedragen vodden weer
tot bruikbare dekking zou gaan herstellen,
dat menin een stad op klompen zou
moeten gaan loopen, dat in vele stads
huizen bij gebrek aan stookmateriaal
slechts sporadisch een warm maal op tafel
zou komen, dat in vele huizen de boel
zou vervuilen uit gebrek aan muntspecie
voor noodzakelijk onderhoud, herstel en...
zeep?
Overdreven?Ik dacht dat ook, toen
ik voor anderhalf jaar nog zorgenloos op
een Seminarie achter een bureau zat te
Werken.
Overdreven?dat dacht ook een
dame, die bij huisbezoek aan een zieke
huismoeder de handen uit de mouwen
wilde steken, maar in den zeeppot geen
zeep vond en in de portemonnaie van de
vrouw op bed geen geld.
Overdreven?men vrage het aan
bakkers in volkswijken, aan kruideniers
en slagers, ja zelfs aan manufacturiers.
Overdreven?Indien men bij huis
bezoek een paar oude menschen werkelijk
in de kou of een gezin met kinderen wer
kelijk in het donker aantreft, dan kan men
toch niet met verwijzing naar de eivolle
bioscooptheaters een zegel op het slot van
zijn portemonnaie laten zitten.
Me dunkt, dat deze abnormale tijden ons
een fout aanwijzen in het organisme van
onze christelijke charitas. De fout is ver
klaarbaar. Immers alle ordening op dit
gebied geschiedt, uitgaande van de ver
onderstelling, dat men met organische
groepeeringen te doen heeft. Het is dus
geen verwijt aan vroegere geslachten,
maar alleen de constateering van een
feit, dat tengevolge van een andere
bewust of onbewust gemaakte fout, zich
thans een fout in de charitas openbaart,
die dringend herziening behoeft.
De fout nu, waarop m.i. de wanverhou
ding in onze christelijke charitas van
thans berust, is deze: de monstrueuze, an
organische bouw van onze groote steden
Immers tengevolge daarvan zijn er feite
lijk ontstaan, wat eens in de fantasie leef
de van een man als Chrysostomossteden
van rijken en steden van armen.
Na anderhalf jaar pastoraat in een der
grootste volkswijken van de hoofd
stad van ons land, de z.g. Indische
Buurt, meen ik niet slechts het recht,
maar ook den plicht te hebben hierover
te spreken.
Beslisteen stad van meer dan 60.000
menschen, louter arbeidende bevolking,
moge voor een socialistisch bestuur een
Dorado zijn geweest, om er propaganda
te maken voor ideeën van moderne arbei
dersbeweging, thans zijn zulke stadswijken
de grootste monsters, die men zich denken
kan het meest onlogische een ramp,
om niet te zeggen een vloed, voor de
arbeid-looze bevolking dier wijken. Een
enkel voorbeeld moge ter illustratie volgen.
Als iemand me in de spreekkamer vraagt
een goed woordje te doen, om werk te
krijgen, dan zou ik hem moeten verwijzen
naar een anderen pastoor in de stad, dien
hij niet kent en die hém niet kent, omdat
er in die heele stad van 60.000 menschen
geen enkele werkgever woont, geen enkele
fabriek is, geen enkel groot-magazijn.
Wie weet, om bij Amsterdam te blijven
in Amsterdam-Zuid iets af van Amster
dam-Oost? Zou een bewoner van Zuid zelfs
•Wel ooit in het verre Oost zijn geweest?
(elke ingewijde kent de schrille tegenstel
lingen tusschen Oost en Zuid).
Wat weet de beter gesitueerde af van het
budget van den steuntrekker, wat van de
schrijnende armoede in tallooze gezinnen?
De beter gesitueerde denkt hoogstens: de
menschen krijgen hun steungelder
zijn wel relletjes geweest, maar 't schijnt
toch te kunnenik betaal mijn belasting
(wel met tegenzin)ergo: ik heb aan
mijn plicht tot liefdadigheid voldaan.
Nu is het vooreerst te hopen, dat men
in onze kringen toch niet zal vergeten, dat
liefdadigheid in de eerste plaats een zaak
moet zijn van particulier initiatief en dat
dan nog niet eens in den zin van de
„Duitsche" Winterhilfe. God houdt van
blijde en milde gevers. Met andere woorden,
We kunnen den arme niet afwijzen door
hem ons belastingbiljet te toonen. Maar
vervolgens, er bestaan nu eenmaal strenge
verplichtingen tot het beoefenen van de
liefdadigheid en het geven van aalmoezen
door natuur en positief Goddelijk gebod
bepaald. In een voorbije periode stonden
die dingen oogenschijnlijk velledigheidshalve
in een tractaat van christelijke zedenleer
en zelf heb ik in mijn studietijd wel eens
gemeend, dat zulke moraal-capita atavis
men waren uit een vorige eeuw. Nu zie ik
de theologische hersenschimmen van toen
als volle werkelijkheid èn als probleem
tevens, dat om oplossing schreeuwt.
Neem, om een voorbeeld te noemen, een
vraag als deze: Is men op groote zonde
verplicht te zoeken, of er inderdaad iemand
is, die gebrek lijdt? Het antwoord zal er
voor niemand makkelijker op worden, als
ik bij voorbaat verzeker, dat er inderdaad
tal van zulke menschen zijn. Ge zoudt
jiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiMiiiiiniiiiiHiiiiin
Onze medische medewerker, dr. Th.
1 Schlichting, schreef op ons verzoek
een artikel ter inleiding van het
vraagstuk der dreigende of reeds tot
I feit geworden ondervoeding in Ne-
derland als gevolg van de crisis. i
Daarna nam Dr. A. H. J. Coppes
van Enschede het tooord om een stem
uit Twente te doen klinken.
Heden spreekt in "bijgaand artikel de
Amsterdamsche Pastoor J. C. W. van
de Wiel, die het vraagstuk van mo-
raal-theologische zijde benadert.
Wij stellen ons voor aan het vraag-
stuk, dat spoedig reeds klemmender
zal blijken te worden, nog meer
artikelen te wijden behelzende de
resultaten van een onderzoek in
verschillende streken van ons land.
Tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiii
alleen mijn geloofwaardigheid in twijfel
kunnen trekken, doch ik zou u op mijn
beurt een overtuiging kunnen bijbrengen
door u eenige adressen op te geven.
In aansluiting op deze vraag zou men
dan de vraag kunnen stellen: In hoeverre
rust op een pastoor de plicht persoonlijk
te hulp te komen? In vele gevallen zal
iedere pastoor dien plicht moeten erkennen
als een voor hem persoonlijk zware ver
plichting. Maar wat dan in de gevallen,
waarin zijn hulp te kort schiet? Men weet
toch, dat voor eenieder, die weet, dat er
zeker armoede is, en dat er geen hulp wordt
geboden, noch kan worden geboden, het
gebod van de aalmoes in zijn vollen om
vang begint te verplichten.
Maar dan tot welke hoogte?M.i.
verder dan men doorgaans denkt. Doch
onderzoeken we eerst, of er inderdaad
menschen zijn, die in uitersten nood ver-
keeren.
Een dezer dagen schreef een bekend
Amsterdamsch medicus, raadslid, een arti
kel, waarin hij te kennen gaf, dat velen
zich ernstig ongerust maken, dat er in ons
land sprake is van ondervoeding. Even
later kregen we een ander medicus aan het
woord met een staatje van inkomens in een
ander deel van ons land. Zonder nu veel
te zeggen wil ik op mijn beurt weer een
ander staatje voorleggen, een van de tal
looze brieven, die me bereiken:
Steun per week 15.50.
Af: Huishuur 7-
Doodenfonds 0.63/2
Bakker, 2 brooden per dag en afbe
taling oude schuld 0.502.30
Melkboer, VA Liter per dag1.10
Boterboer, 5 pond regeeringsboter
en 2 pond vet 1-9°
Aardappelen en groenten 0.40 p. dag 2.40
Electra 1-
Olie om te koken 0.40
1 ons thee 0.20
Vi pond koffie 0.19)4
2 pond suiker 0.44
Brandstoffen0.75
Waschgerij 0.27
Een stukje vleesch om 's Zondags
jus te maken 0.30
Uitgaven per week 18.89
Inkomsten per week 15.50
Nadeelig saldo 3.39
Hoe dit nadeelig saldo zal moeten worden
weggewerkt, is voor ieder meer dan dui
delijk. Wanneer men dan verder weet, dat
dit het budget is van een gezin, bestaande
uit man, vrouw en vier kinderen, dah moge
ieder voor zich de conclusie trekken, terwijl
men er bij moge bedenken, dat dit geval
nog niet uiterst ongunstig is. Men ziet, het
is geen speculeeren op gevoelsargumenten.
Wanneer we ons nu louter houden aan
verstand en H. Schrift, in hoeverre zijn
we dan verplicht te helpen? En wie moet
helpen? En is er hier sprake van uiter
sten nood, zooals de moraal-theoloog
zegt? Men vergete bij deze kwesties niet,
dat in de grootstad alles in muntspecie
moet worden betaald en er geen of weinig
compenseerende middelen bestaan.
Neemt dan de huisvesting: is die in het
moderne stadsleven een absoluut nood
zakelijke levensvoorwaarde te noemen?
Wie geen woning heeft in den zin van ge
meentelijk bouw- en woningtoezicht is
dakloos. Een „Hulp voor onbehuisden"
hebben wij, katholieken, jammerlijk niet.
Is een warm maal per dag in ons Noor
den een absolute levensvoorwaarde in een
gezin, want het zou mogelijk zijn, dat het
dat voor een eenling niet was? Behoort in
een stad het avondlicht tot noodzake
lijke levensvoorwaarde? Behoort bij onze
Nederlandsche kerkenkast-toestanden het
kunnen nemen van een plaats in de kerk
des Zondags, niet alleen voor den man,
maar ook voor de vrouw en de grootere
kinderen tot een noodzakelijke voorwaarde
voor het leven der ziel? althans als men
reeds een paar jaar achter in de kerk
heeft moeten staan en dat nog wel in een
groote stad èn in een kerk, waarin men
ternauwernood den priester aan het altaar
kan onderscheiden. Behoort de bekende pijp
tabak ertoe? (men bedenke in dit verband
aan het geval van den Total-Abstinenzler).
Worden absolute levensvoorwaarden be-
invloed en in hoeverre door het provocee-
rende van de moderne reclame? Behoort
het dagblad ertoe? Enfin, duizend prac-
tische kwesties, die men nog naast de
kwestie van de ondervoeding der kinderen
zou kunnen stellen.
Maar veronderstelt nu eens, dat vele
dezer dingen tot de noodzakelijke levens
behoeften zouden behooren, omdat nood
zakelijke levensbehoeften nu eenmaal niet
alleen in abstracte bestaan, maar natuur
lijkerwijze zullen varieeren en bepaald
worden door den tijd, waarin, en de plaats,
waar men leeft, dan zou daaruit kunnen
volgen, dat een ieder, die buiten de wijken
der groote ellende zit, geen recht meer
zou hebben, rustig in zijn auto te stappen,
zich allerlei luxe-uitgaven te veroorloven,
zoo nu en dan eens wat aan liefdadigheid
te doen, en verder zich zoet te houden
met de gedachte, dat hij op het belasting
biljet den tol betaafd heeft aan de ellen
den der menschheid van thans.
De moraal leert, dat, indien iemand zich
in uitersten nood bevindt, men verplicht is
te helpen, niet slechts uit zijn overvloed,
maar zelfs uit datgene, wat voor staat en
stand noodzakelijk is. Waarom? Omdat
het leven van den naaste van grooter be
lang is dan eigen staat en stand. Men be-
grijpe echter wel, dat, indien iemand om
deze reden plotseling, zeer groote uitgaven,
zou moeten doen, de verplichting weer, zou
ophouden, wijl men zulke groote uitga
ven zelfs niet voor instandhouding van eigen
lichaam behoeft over te hebben, laat staan
voor anderen.
Deze maatstaf is voor ieder budget vol
strekt niet onduidelijk.
Is onze medemensch wel niet in uiter
sten, maar toch in grooten nood, dan is
men verplicht te helpen uit zijn over
vloed. Het is echter meer dan duidelijk, dat
in onze dagen de algemeene groote nood ge
lijk staat met den uitersten nood van
den eenling, en dat dus de plicht van lief
dadigheid „allerdringendst" moet worden
genoemd.
Niet overal wordt voldoende voorzien in
de meest dringende behoeften der men
schen. Soms is dat een gevolg van een m.i.
onverantwoord star vasthouden aan een
eens gemaakten opzet, soms echter, en dit
is in de moderne grootstad het geval, is
het een gevolg van den anorganischen
bouw der steden.
Hoe het ook zij: er zijn fouten gemaakt,
die hersteld dienen te Worden, enwor
den ze niet hersteld, dan zijn anderen,
particuliefen, uit plicht van liefdadigheid
geroepen deze fouten te herstellen. Nie
mand is verontschuldigbaar, allen zijn aan
allen verplicht.
Tenslotte is het niet meer dan 'n dichte
deur opentrappen, indien ik nogmaals wijs
op het groote gevaar, dat de christelijke
charitas bedreigt, indien de burgerlijke in
stanties voor Maatschappelijken Steun alle
gaven en uitkeeringen en bijdragen, zoowel
in natura als in geld die voortvloeien uit
liefdadigheid zouden gaan aftrekken van
de steunuitkeeringen. Dat dit geen denk
beeldig gevaar is, wist ieder ingewijde, en
is de laatste dagen voldoende wereldkun
dig gemaakt.
Moge Katholiek Nederland begrijpen, dat
de zorg voor onze misdeelden een onzer
heiligste cultuurgoederen is, die we ons
niet om materieeie beweegredenen moeten
laten ontrooven.
Pastoor J. C. W. v. d. WIEL,
Ambonplein 13.
Amsterdam.
Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent, Bisschop
van Haarlem, heeft Zaterdag 17 November j.l. in
de huiskapel van Z. H. Exc. den Aartsbisschop
van Utrecht de Tonsuur toegediend aan de
Eerw. Paters Trappisten: fr. Robertus ter Haar
en fr. Desiderius Geijsen, en heeft op Zondag 18
November j.l. in de kapel van het Seminarie
Rijsenburg te Driebergen de vier mindere Or
den toegediend aan de volgende Eerw.
heeren Theologanten van voornoemd Seminarie
J. P. Backer, A. A. Th. Benschop, J. G. Boeker,
J. B. A. Bolder, G. J. Braakhuis, H. B. Dood-
korte, J. Th. M. Elfrink, H. M. M. Fortmann, F.
A. Gilsing, R, H. F. Hegge, R. A. de Hosson. L.
L. Lampe, A. W. B. H. Linthorst, A. J. J. M.
Loman, A. G. de Meij, B. H. Meijer, S. Miedema,
A. J. van der Nap, P. P. G. Pierik, M Ronde-
ma, W. J. A. Ruyters, G. B. Sanders, C. F. J.
Sandkuijl, J. J. J. Schmand. J. P. Tondeur,
A. M. Veldhuizen, G. P. Versteeg en G. J.
Willemsen; verder aan de Eerw. Paters Trap
pisten: fr. Robertus ter Haar en fr. Desiderius
Geijsen; en het Subdiaconaat aan den Eerw.
heer A. M. M. Wagemans, Theologant van het
Seminarie Rijsenburg; en het Diaconaat en aan
de volgende Eerw. heeren Theologanten van
het Groot-Seminarie „Rijsenburg": J. A. van
den Anker, B. H. Bongers, P. N. van den Brinx,
J. H. Brouwer, P. J. A. M. de Bruijn, H. A. Dem-
mers, M. A. Dijkman, F. A. Kolkman, P. J. Ch.
Krijnen, W. L. H. Kuiper, P. G. M. Lutz, H. J.
Meekes, Th. M. Morselt, W. G. Nieuweboer, H.
B. Rouwhorst, P. J. Russcher, Th. Smit, I. J. J.
Smit, J. A. J. L. Snoeren alsmede aan den Eerw.
Pater Trappist: fr. Bernardus Tielkes en de H.
Wijding van het Priesterschap aan den Eerw.
Pater Trappist: fr. Malachias Muller.
Met de „Batavier" naar Engeland
H. K. H. Prinses Juliana zal Dinsdagmiddag
om half vier per auto van Het Loo naar Rotter
dam vertrekken en zich aldaar omstreeks zeven
uur op „De Batavier" inschepen voor den over
tocht naar Engeland. Een gedeelte van „De Ba-
taiver' 'is voor H. K. H. Prinses Juliana en haar
gevolg gereserveerd.
De bruidsmeisjes van Prinses Marina van
Griekenland, onder wie H. K. H. Prinses Ju-
lina een eereplaats inneemt, zullen gekleed zijn
in japonnen van witte zijde met zilverdraad
doorweven, alle gelijk van model, met een bloe
menversiering onder de halsopening. De bruids
meisjes zullen voorts met bloemen in het haar
worden getooid.
Bij den Marinestaf te Den Haag is van den
commandant van de onderzeeboot K. XVIII
Zondag het volgende telegram binnengekomen:
Op 18 November om 12 uur op 46 gr. 22- N.B.
10 gr. 14- W.L. Oceaan deining, voorluik open,
Noordenwind, goed weer, slingerproeven ver-
loopen naar wensch, alles wel.
De opbrengst der crisisheffing
wordt grootendeels opge
slokt door admini
stratie-kosten
Mr. S. Baron van Heemstra (V, Commis
saris der Koningin in Gelderland, bij de
luchtbeschermingsoefening te Wageningen,
met den burgemeester (2)-
De Centrale van Vereenigingen voor den
Aardappelen-, Groenten- en Fruithandel heeft
zich met een adres gericht tot den Minister
van Staat, voorzitter der Staten-Generaal, be
treffende de crisisregeling voor aardappelen,
waarin met groote klem wordt aangedrongen
op buitenwerkingstelling dezer aardappelen-
regeling tot het moment, dat van zulk een
regeling gezegd kan worden, dat zij inderdaad
noodzakelijk is.
In het adres wordt er op gewezen, dat het
hier betreft een probleem van verre strekking,
waarvan een ernstige behandeling door de be
trokken regeeringsinstanties, ook ondanks alle
denkbare geduld, tot dusver niet mogelijk is
gebleken.
Ondanks dringende verzoeken om althans
Voorloopig geen regeling voor aardappelen af
te kondigen en in afwachting van de voor de
producenten zich gunstig ontwikkelende prijs
verhoudingen zich te bepalen tot 'n deskundige
voorbereiding eener regeling, voor geval daar
aan later behoefte mocht blijken te bestaan,
is toch de bedoelde regeling op 1 Augustus in
werking getreden met alle bezwaren hieraan
verbonden, waarbij met name onvoldoende con
trole in de productiegebieden en talrijke ont
duikingen mogen worden gememoreerd.
De heffing van één gulden per honderd K.G.
aardappelen, d.w.z. op een product van essen-
tieele beteekenis voor de Nederlandsche volks
voeding, wordt voor een groot gedeelte opge
slokt door de kosten, aan de uitvoering der
regeling verbonden. Door deze heffing worden
de aardappelprijzen met omstreeks dertig pCt.
verhoogd, de goedkoopere soorten zelfs nog met
een hooger percentage.
Een en ander heeft een zeer belangrijke da
ling der consumptie tengevolge gehad. Indien
men stelt, dat de aardappelverbouwer zelf
slechts een betrekkelijk gering deel ontvangt
van den steun, welke hem door middel der
heffing was toebedacht en de handel zwaar
gebukt gaat onder de talrijke en noodeloos in
gewikkelde administratieve beslommeringen en
niet 't minst onder de unfaire concurrentie, wel
ke voortvloeide uit de ontduikingen, dan komt
men tot de conclusie, dat de regeling zoowel
voor consument als voor producent, alsook voor
den handel in aardappelen als uitermate scha
delijk dient te worden beschouwd.
Na ruim drie maanden van goed bedoelde en
geduldig voortgezette pogingen om tot overleg
op redelijken grondslag te geraken, is men tot
de slotsom gekomen, dat deze pogingen afstui
ten op den onwil om tot overleg de gelegenheid
te geven. Een dringend beroep wordt gedaan
op den Minister van Staat en op de Volksver
tegenwoordiging om in het belang van alle be
trokkenen en van ons volk ten aanzien van dit
verreikende vraagstuk een meer bevredigende
oplossing te verkrijgen door buitenwerkingstel
ling van deze aardappelsteunregeling tot op het
moment, dat deze strikt noodzakelijk mocht
blijken. Tusschentijds zou een betere regeling
kunnen worden voorbereid.
Mocht dit beroep de gewenschte uitwerking
missen, zoo overweegt de Centrale stappen te
ondernemen in een richting, in welke men zicli
niet dan ongaarne zou bewegen.
IBIS SHAG - LICHTE PIJPTABAK
Rookt Dobbelmann's Tabak en géén andere!
Boven het bericht in ons vorig nummer be
treffende den afzet van vleesch in blik, heeft
abusievelijk gestaan, dat de prijs ingaande 26
November met tien cent per K.G. wordt ver
hoogd. Dit moet natuurlijk zijn, zooals dui
delijk uit het bericht bleek, verlaagd.
Zaterdag vierde de oud-redder J. E. de Vries
te Hollum op Ameland, zijn honderdsten ge
boortedag. Geheel het dorp was in feesttooi en
van alle kanten kwam men den oud-redder ge-
lukwenschen.
Te half elf werd de jarige gecomplimenteerd
door B. en W. van Ameland, die hem een leun
stoel aanboden. De burgemeester overhandigde
den oud-redder namens het Carnegie Helden
fonds een envelop met inhoud. Ook de secre
taris van de Noord- en Zuid-Hollandsche red
dingmaatschappij gaf van zijn belangstelling
blijk en bood namens deze maatschappij een
bloemstuk aan, terwijl de voorzitter van het
Dorus Rijkersfonds, die eveneens aanwezig was,
een envelop het inhoud aanbood.
Zooals bekend gemaakt moeten de coupon
bladen van Duitsche obligaties met een rente
voet van meer dan 4>A pet. per jaar, indien de
houders boven de 4^ pet. nog een extra be
drag in contanten wênschen te ontvangen (de
„amortisatie-uitkeering"), binnen een termijn
van drie maanden na den vervaldag van de in
het tweede half jaar 1934 vervallende coupons
worden ingeleverd. Deze termijn is, zooals be
kend voor de leeningen, welker coupons ver
vallen zijn in Juli en Augustus 1934, verlengd
tot 1 December 1934.
Het Bestuur van de Vereeniging voor den
Effectenhandel deelt thans mede, dat stappen
zijn ondernomen om bedoelden termijn ten aan
zien van die leeningen, welker coupons ver
vallen zijn in Juli, Augustus en September
1934 alsnog te verlengen tot 1 Januari 1935.
Zoodra de officieele goedkeuring hieromtrent
zal zijn verkregen, zal een des betreffende pu
blicatie worden gedaan.
De firma P. de Gruyter Zoon verspreidt
in deze dagen voor St. Nicolaas een reclame
brochure, waarin de echte oude Sinterklaas
versjes, leuk en pakkend geïllustreerd staan af
gedrukt.
Het boekje wordt in heel Nederland in ieder
huisgezin bezorgd; wat zeggen wil dat de lied
jes in anderhalf millioen gezinnen komen.
Rentebetaling gestaakt
Tengevolge van den toestand, waarin de N.V.
Rotterdamsche Tramweg Mij. verkeert, niet
alleen door de huidige tijdsomstandigheden,
maar vooral door de ongebreidelde concurrentie
van autodiensten en de lasten, door de conces
sievoorwaarden o.a. opgelegd, hebben commis
sarissen moeten besluiten, de rentebetalingen
van alle obligatieleeningen dier onderneming
op te schorten.
De directie heeft zich tot den president der
rechtbank te Rotterdam gewend, met verzoek,
haar te machtigen een vergadering te beleggen
van de houders der obligatiën, ten einde tot
een vergelijk te komen.
De contingenteering verdedigd
De Algemeene Nederlandsche Mijnwerkers-
bond heeft opnieuw een adres aan de regeering
gezonden, waarin op den toenemenden nood
toestand in de mijnindustrie wordt gewezen.
Zelfs in de wintermaanden neemt het aantal
ingelegde verzuimdiensten nog sterk toe en bo
vendien zijn tegen 1 December weer honderden
arbeiders ontslagen.
In het adres wordt er op gewezen, dat de be
spreking met de contingenteeringscommissie
teleurstellend is geweest, omdat belanghebben
den bij voortzetting en uitbreiding der contin
genteering van steenkool, onvoldoende gelegen
heid is geboden hun inzicht kenbaar te maken
ten aanzien van deze aangelegenheid.
De adressant dring er, gegeven den toenemen-
den nood in de mijnindustrie, krachtig bij de
regeering op aan om afdoende maatregelen te
willen treffen ter bescherming van de mijn-
inaustrie en bij de herziening van het met
Duitschland gesloten handelsverdrag de belan
gen van den Nederlandschen mijnbouw op den
voorgrond te plaatsen.
De Nederlandsche Veehouderijcentrale deelt
het volgende mede:
Zooals reeds werd bekend gemaakt, geldt ten
aanzien van de aan de Nederlandsche Veehou
derijcentrale te leveren, aan tuberculose of
para-tuberculose lijdende, vrouwelijke rundeien
onder meer de bepaling, dat deze levering
slechts zal kunenn geschieden, indien de eige
naar van het rund in kwestie lid is van een
door de Nederlandsche Veehouderijcentrale er
kende rundertuberculosebestrijdingsorganisatie.
Het bestuur dezer Centrale stelt zich hierbij
op het standpunt, dat de organisaties, welke in
verband met de vorige vee-afname, reeds vóór
1 Maart 1934 werden erkend, ook ten aanzien
van de nu plaats hebbende levering als erkend
worden aangemerkt.
Daarbij zal echter tevens aan recent opge
richte organisaties, alsmede aan organisaties,
welke hun aanvrage tot erkenning de vorige
maal te laat hebben ingediend, alsnog gelegen
heid worden geboden de bedoelde erkenning te
verwerven, met dien verstande, dat de betref
fende aanvrage slechts in behandeling zal wor
den genomen, indien zij vóór 1 December bij de
Nederlandsche Veehouderijcentrale, le van den
Boschstraat No. 1, 's Gravenhage, wordt inge
diend en vergezeld is van het Reglement van
de organisatie in kwestie, van de betreffende
Instructie voor de(n) dierenarts (en) en van een
opgave van het aantal veehouders, dat bij deze
organisatie is aangesloten, alsmede van het
aantal stuks rundvee, dat volgens globale bere
kening aan deze veehouders toebehoort.
Aan een mededeeling der Vereeniging voc
den Effectenhandel omtrent de 5 pet. 30-jarigi
First Lien and Refunding Mortgage-leening in
Gouddol ars der Bethlehem Steel Company ont-
leenen wij het volgende:
Hoewel op den mantel en de coupons van de
obligatiën van de 30-jarige 5 pet. leening der
Bethlehem Steel Company uitdrukkelijk staat
vermeld, dat de hoofdsom en de rente, behalve
in gouddollars tevens in ponden en in Amster
dam in guldens betaalbaar zijn, en wel in de
vaste verhouding van 1000.goud of
205.15.3 Stg. of 2490 guldens, zijn als be
kend door de maatschappij een aantal beper
kende bepalingen gemaakt, waardoor alleen
voor die stukken, ten aanzien waarvan een
affidavit wordt overgelegd, betaling in guldens
overeenkomstig de vermelding op de stukken
plaats vindt.
In overleg met de emittenten hebben wij aan
stonds, nadat deze maatregelen ter onzer kennis
waren gekomen, aan de maatschappij medege
deeld, dat in beginsel geen enkele beperking
t. a. v. de aan de houders gegeven en op de stuk
ken uitgedrukte optie toelaatbaar is. Tevens
hebben wij gewezen op onze grief, gericht
tegen het feit, dat de termijn, sinds welken de
stukken in het bezit van niet in Amerika ver
blijvende personen moeten zijn, teruggaat tot
5 Juni 1933. De onbillijkheid hiervan klemt
te meer, omdat de mpij sedert Juni '33 reeds
de coupon per 1 November 1933 en de coupon
per 1 Mei 1934 in guldens heeft betaald aan in
gezetenen van andere landen dan de Ver.
Staten van Amerika, waardoor het publiek in
zijn vertrouwen, dat deze mpij ten aanzien van
vorenbedoelde niet-Amerikaansche houders de
optie-clausule ten volle zou eerbiedigen, werd
gesterkt.
De mpij heeft geweigerd de genomen maat
regelen te wijzigen en wij hebben thans be
sloten te overwegen om stappen te onderne
men ter behartiging van de belangen van de
houders en zoo noodig, bij voldoende deelne
ming van de zijde der houders, tot het voeren
van een proces tegen de mpij over te gaan.
Het lijkt in verband hiermede allereerst ge-
wenscht een overzicht te verkrijgen van het
niet-Amerikaansch bezit dezer obligatiën door
middel van opgave daarvan met vermelding
van de nummers. Bij deze opgave moet afzon
derlijk worden aangegeven of de eigendom is
verkregen vóór of op 5 Juni 1933 dan wel nó
5 Juni 1933, in welk laatste geval de datum
van de verkrijging moet worden vermeld.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat, ten
einde dubbele opgaven te vermijden, de op
gaven niet door de houders zelve dienen te
geschieden, doch door bemiddeling van hun
bankier of commissionair.
De K.N.A.C. bericht, dat thans ook Frankrijk
en Zwitserland het verdrag tot het brengen van
eenheid in de verkeersteekens hebben bekrach
tigd. Frankrijk zal echter geen verplichtingen
op zich nemen voor zooverre het in Algiers, zijn
koloniën en protectoraten betreft.
Zwitserland is mede toegetreden tot het ver
drag van 30 Maart 1931 nopens de belasting
heffing van vreemde motorrijtuigen.
Invoer van siergewassen uit België
De Staatscourant van hedenavond zal een mi-
nisterieele beschikking bevatten in verband
met den invoer uit België van niet-houtvor-
mende siergewassen, azalea indica en horten
sia. Deze producten mogen slechts over de vol
gende grensstations worden vrijgemaakt: Sas
van Gent voor den aanvoer per schip, Roo-
zendaal voor den aanvoer per spoor, Wernhout
voor den aanvoer met andere middelen van
vervoer.
Gedeputeerde Schilthuis gaat heen
De heer U. G. Schilthuis, lid van Ged. Sta
ten van Groningen, zal zich bij de a.s. verkie
zingen voor de Staten niet opnieuw candidaat
laten stellen. Hij behoort tot de Vrijz. Dem.
partij.
DEN HAAG. Geslaagd de heer N. Engel-
brechfc, Den Haag.